volharding in het hongeren, minderen. Wanneer ontwaken we uit de nachtmerrie ? In het roepingsvisioen van Ezechiël gaat het niet alleen over de rund en de leeuw, maar ook over de arend, die door Calvijn het vermogen tot het doordringen van de hemel wordt genoemd, en een beeld is van de voorzichtigheid, oftewel de gezonde dosis natuur vreze. Calvijn bespreekt de vijanden van God, of de vijanden van de natuur kunnen we wel zeggen, de vijanden van de kennis, van het hongeren, en hij stelt dat deze vijanden de geestelijken ketters noemen, schismatieken, honden, en het uitvaagsel van de wereld, maar Calvijn stelt dat het ons genoeg is dat God, oftewel de natuur, de kennis, ons kent. Wij kunnen niet met iedereen vrienden zijn, en dat mogen wij ook niet. Vriendschap met het vlees, met de wereld, is vijandschap tegen de natuur, tegen de kennis. De Ezechiëlitische psalmen van de regressie zingen : Ezechiel 1 1 Aan de rivier der ballingschap, genaamd de Kebar, waar ik was, zag ik daar de hemelen geopend, een vrouw met een boog gespannen, ze sprak over vreemde plannen 2 Ik viel toen op mijn aangezicht, toen ze sprak over hemelse plicht, Ik had haar legers gezien, haar hand op mij bovendien 3 Toen keek ik naar omhoog, dingen die ik niet begreep, ik zag toen weer de boog, het had mijn hemel geopend Ezechiel 2 1 Mensenkind, sta op uw voeten, Kinderen, stug van aangezicht, en verhard van hart, Kijken mij naar de ogen, Brengen mij grote smart 2 Tot hen zal ik spreken, Tot dit weerspannig geslacht, Klaagliederen opgetekend, Nooit verwacht, nooit gedacht Als het over Ezechiël's ontmoeting met de leeuwin gaat, als beeld van de volharding, in het voortijds 'sukki', dan mogen we ook denken aan de egyptische oorlogsgodin, de leeuwin sekmet, of sukkimet, de discipline of leer van de volharding. Ook Job kwam in de wildernis tot de leeuwinnen om door hen in het volharden onderwezen te worden. Ergens op het pad van de volharding is de verbrokenheid. Dan houden wij het niet meer vol, en worden wij opgenomen in een diepere wereld. Dan kan het kind niet meer, en dan is het volbracht. Dan komt de arend om het kind over de zee mee te nemen, zoals ook in het roepingsvisioen van Ezechiël. Dit is een cyclus. Vandaar dat Ezechiël ook de wielen zag. Zoals de regressie psalm zingt :
751 Online Touch Home