de puzzel af te maken. Tijd voor de regressie, want na het tijdperk van de reformatie kwam men in de deformatie terecht. Er werd meer overboord gegooid dan lief was. Dus stel je voor : een nieuwe Suske en Wiske genaamd Suske en Wiske in het paradijs, waarin ze uitgezonden worden tot het calvinisme van de jaren 1500 en 1600 toen het allemaal begon, de fundamenten van het huidige nederland, waarin ze wat raadsels moesten oplossen om zo tot het verborgen paradijs hierin te komen. Stel je voor, dit is een hemelse Suske en Wiske, zoals in mijn droom. En dat is precies wat we aan het doen zijn, als archeologische detectives. Leviticus 16:2 De Here nu zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder Aäron, dat hij niet te allen tijde kome in het heiligdom binnen het voorhangsel voor het verzoendeksel dat op de ark ligt, opdat hij niet sterve; want in de wolk verschijn Ik boven het verzoendeksel. Dit betekent dat het niet goed is dat we ons altijd maar hemels voelen, maar dat we ook uitgezonden worden in de dieptes om op zoek te gaan naar de verloren schapen, de verloren geheimen, anders sterven we geestelijk gezien. 3 Slechts op deze wijze zal Aäron het heiligdom binnengaan: met offers. De Levitische offers waren zwijgoffers zoals we zagen, oftewel het stilzijn, zoals Maria aan de voeten van charis stil was om te luisteren. Alleen zo kunnen we tot de geestelijke gaven komen, en deze gaven aanwakkeren. Onze mond moet sluiten, besneden worden, opdat ons oor geopend kan worden. Calvijn wijst op de hemelse seizoenen. De priester gaat slechts eenmaal per jaar het heiligdom in op het feest van de verzoening in de maand september, stelt Calvijn, anders zou de eerbied verloren gaan. De mens is ook veel dankbaarder als iets minder gebeurt, want dan gaat de mens het ook meer waarderen. Daarom schaadt de overdaad ook zo. Daarom is een leven van soberheid en minderen ook zo belangrijk, anders wordt de ziel verwoest. Calvijn stelt dat het een jaarlijkse plechtigheid was om de harten van het volk te verheffen. Goede dingen komen dus niet vaak, maar weinig, dus daarom leeft de mens in de wildernis. Ook stelt Calvijn dat de eenmaligheid van het feest van verzoening per jaar een beeld is van de eeuwigheid, van het 'eens en voor altijd', van het heilsfeit, maar let goed op dat het ook een ervaringsfeit is waar men dagelijks uit mag putten. Alles is al gebeurd, en alles staat al vast, maar de mens mag dit persoonlijk eigen maken en doorleven, gaan toepassen vanuit die bron. Omdat het niet vaak gebeurde werd het kostbaarder en ging de mens er voorzichtiger mee om, stelt Calvijn. Calvijn stelt dan ook dat het zwijgoffer de wildernis in werd gezonden, wat in principe gebeurd als wij zwijgen dat wij contact maken met de wildernis, met de natuur. Juist als wij ons afzonderen van de stemmen van de stad kan ons oor beter naar de natuur luisteren. Het zwijgoffer leidt tot de wildernis, waardoor het ook een ooroffer is, een luisteroffer. Beide offers worden in Leviticus besproken. Deze offers zijn symbolisch en het zijn zelf-offers. Calvijn blijft dit benadrukken. Het is dus van belang door te blijven lezen in deze passages en er doorheen te prikken, telkens weer, want Calvijn zegt in zijn commentaar op Leviticus 16 dat het offer een belijdenis-offer was wat diende om het volk te veroormoedigen als een prikkel voor de ijver van boetvaardigheid. De formules die we er telkens tussenzien zijn katholieke formules van het westerse christendom, die telkens uitgesproken dienden te worden, anders zou de dood erop volgen in de inquisities. Calvijn moet dus voor zijn eigen leven die formules herhalen, maar geeft daarna wel de uitleg en diepere betekenis. Wat is dan het ware offer ? Calvijn noemt Psalm 51:19, het offer voor God is verslagen te zijn in je ziel :
906 Online Touch Home