29

Jakob en Ezau worstelden al met elkaar in de moederschoot. Jakob werd een tentenman, een huiselijk type, een muurbloem, meer romantisch, terwijl Ezau meer buitenshuis was, een jager ... veel bruter ... Jakob was meer een gezelligheidsmens, terwijl Ezau een eenling was, altijd op pad, altijd in de natuur. Jakob was ook meer een prater, en had een goed contact met zijn moeder. Veel mensen kunnen zich daarom ook meer vinden in Jakob dan in Ezau. Ezau was veel ruwer en abstract, veel onbereikbaarder, en daarom ook veelal verkeerd begrepen. Ik hield er vroeger altijd van om naar dominees te luisteren om te horen wat ze over Jakob en Ezau te vertellen hadden, en het kwam meestal op dit soort dingen neer. Al het geneuzel blijft lekker aan de oppervlakte, terwijl de oorspronkelijke grondteksten en de Egyptische achtergrond veel interessanter zijn. In het Hebreeuws staat er dat Ezau zijn eerstgeboorterecht, oftewel de aan hem beloofde erfenissen, verkocht voor rebellie, het loskomen van het civiele, de sociale norm, wat de rode soep in de wortel betekent. Het is een "gewelddadige", vechtlustige passie voor de gnosis, en daar gaf Ezau graag zijn aardse, lagere rechten en verplichtingen voor weg. Ezau wilde nog meer loskomen en dieper de natuur in. Ezau wilde het barbaarse, wilde pad op, en dat verkocht Jakob aan hem, in de zin dat Jakob de sociale verplichtingen van Ezau op zich nam. Ezau liet zijn bezittingen achter voor Jakob, omdat Ezau niet wist wat voor baat hij zou hebben bij bezittingen. Naar zijn gevoel hielden zijn bezittingen hem alleen maar tegen. In die zin is het dus waarschijnlijker dat Jakob een wapen verkocht aan Ezau, of hem aanbood te ontsnappen uit zijn sociale gevangenis. De Egyptische achtergrond is nog interessanter. Ezau wordt Suw genoemd in het Aramees, de moedertaal van het Hebreeuws. Het Aramees ligt in tussen het Egyptisch en het Hebreeuws. In die zin is het Egyptisch zowel de moedertaal van het Aramees als het Hebreeuws. Deze drie zijn de brontalen van de bijbel. Zonder het Egyptische fundament te begrijpen is het daarom onmogelijk de diepte van de bijbelse boodschap te begrijpen. De Egyptische wortel van Ezau, oftewel van Suw, is de god Shu, de brug tussen hemel en aarde. Shu was de eerstgeborene van Ra. Hij was zeer nomadisch, net als Suw. Shu's naam betekent in het Egyptisch ontladen en leegheid, het loslaten. Hij was een strijder, een vechter, maar ondanks dat hij tot de overwinning kwam raakte hij enorm verzwakt als gevolg van de strijd. In de hal van Ma (Moa, Moat), oftewel de hal van wet en waarheid, de hal van het oordeel over de doden, was hij de vernietiger van de veroordeelde doden. Zijn naam betekent ook verkoop, en vooral het strijden over de verkoop, over de prijs, het onderhandelen, wat ook weer terugkomt in het Jakob en Suw verhaal. Dit is een metaforische verkoop, meer als een offering. Ook is hij in het Egyptisch de god van de kinderen. In zijn relatie tot de hal van Ma, wordt hij ook Sha-Ma genoemd. In het Egyptisch is de "sam" wortel de implantatie, het inprinten, graveren van de wet in het hart. De sam, sm, wortel betekent ook verbinden, de hemel met de aarde verbinden, en het gehoorzamen, wat ook weer terugkomt in het mannelijke Hebreeuwse werkwoord "shama". De sm, sma, is de fallus, de verbindingsplug hiertoe. Dit is ook de wortel voor Shama-el, oftewel Samuel, die als kind zijnde werd gebracht tot de tempel om God te dienen, wat ook de betekenis is van zijn naam. Er ligt dus een belangrijke esoterische verbinding tussen Ezau en Samuel. Samuel werd aan de tempel verkocht door zijn moeder Hannah. Samuel is een verdieping en verlengstuk van het Ezau verhaal. Suw, Ezau, komt tot Ma, de tempel van de onderwereld, en wordt zo Shama, Samuel. De sm, sma wortel betekent in het Egyptisch ook zowel tempel als haar, een ander kenmerk van Ezau, als de harige. Haar heeft in het Hebreeuws de betekenis van storm en van het mengen, wat ook de betekenis van de sm, sma wortel is in het Egyptisch. Suw gaf zich over aan drie vrouwen : ADAH – sieraad BASHEMATH – zoete odor OHOLIYBAMAH – nomadische tent in de wildernis van de hoge plaats, berg, oftewel tent van de berg van de moeder schoot, wat in de wortels ook oorlogsveld, arena betekent, en aanbiddingsplaats van een cultus.

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication