23

teveel en te ver. Ik had haar nu op de juiste plaats, daar waar ze niet tussen mij en de giechelaar in kon komen. Ik was echt een fanatieke fan van de giechelaar, en had alles voor de giechelaar opgegeven, mijn hele ziel en zaligheid, en hij verloste mij van het blok aan mijn been. Voor mij was de giechelaar het beste ziekenhuis, het beste medicijn, ook al was het al vele jaren na datum. Het leek wel alsof het daardoor zelfs beter was. Bij de giechelaar was alles over datum. Ook mijn vrouw was over datum, maar nu was het beter dan ooit. Door brieven hadden we elkaar gevonden. Het was het werk van de giechelaar. Einde De Kaaskabouter De kaaskabouter was op weg naar de kaasmarkt met een kar vol kaas die hij zou verkopen. Hoe hij zijn kaas maakte ? Dat was een duister geheim. Hij zond zijn wolven uit in de nacht om kinderen uit hun bedden te roven. Hoe deden zij dit ? Met een sleutel die op elk slot paste. Ze deden dat altijd in andere steden, en over de grens, niet in de stad van de kaaskabouter. De kaaskabouter lachte. Hij had zijn kinderkaas goed gebrouwen, en nu was het hard genoeg om verkocht te worden. De kazen waren goed gestold. Zoveel arme kinderen leden in zijn kooien. Zij wilden geen kaas worden, maar de kaaskabouter had geen medelijden. De kaaskabouter woonde helemaal alleen in het bos, met zijn wolven en de kinderen in kooien. Niemand anders kwam daar ooit. En daarom bleef het ook zo'n goed geheim. Mensen vroegen zich altijd af waarom de kaas van de kaaskabouter altijd zo lekker was. Wat zouden ze walgen als ze wisten wat het was. Het was kinderkaas. Op een dag, niemand wist hoe, kon er een jongetje ontsnappen. Hij rende zo hard als hij kon naar de dichtstbijzijnde stad, de stad van de kaaskabouter. Hij begon op deuren te kloppen, en allerlei mensen aan te spreken. Hij vertelde zijn verhaal, maar niemand geloofde hem. 'De kaaskabouter is een beste vent,' zeiden ze. 'Hij maakt de lekkerste kazen. Pas op met wat je zegt, want valse beschuldingen leiden tot de galg hier.' En het jongetje werd al snel opgepakt, en moest voor de rechter komen. Ook de rechter geloofde hem niet. Hoe durfde hij dat over de kaaskabouter te zeggen die zoveel voor kinderen had gedaan. Vaak doneerde hij gratis kaas aan kinderziekenhuizen en weeshuizen, en ook de armen kregen het vaak gratis. Nee, over de kaaskabouter mocht geen kwaad woord gezegd worden. Dat zou het jongetje de kop kosten. Het jongetje smeekte de rechter om wat politie agenten te sturen naar de kaaskabouter, om te zoeken naar de kooien, maar de rechter wees dit verzoek af. Hoe durfde dat jongetje zoiets te zeggen. Het zou ernstig trauma veroorzaken in de kaaskabouter als hij door politie agenten voor onderzoek zou worden bezocht. Hij zou dan een verdachte zijn, en dat zou een zware belediging

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication