worden. Een dikke vrouw hield hem vast. Het deed niet eens pijn. Het leek alsof hij al dood was. Hij voelde zichzelf wegzweven in haar armen. 'Juffrouw ?' vroeg hij. De juffrouw stond voor hem. 'Zat je te dromen ? Was je in slaap gevallen ?' 'Ja, juffrouw,' zei hij suf. 'Ik had een nachtmerrie.' 'Goed,' zei de juffrouw. 'Dan kom jij nu voor de klas staan en dan vertel jij ons je nachtmerrie.' Hij liep naar voren en begon dapper over zijn nachtmerrie te vertellen. De kinderen lachten hem uit. 'Wat een dromer is het, hè,' zei de juffrouw. Hij voelde zich vreemd. De juffrouw kwam niet eens voor hem op, alsof zij hem ook uitlachte. Hij is toen boos het lokaal uitgegaan, en boos liep hij de school uit, om zo boos het bos in te rennen. Hij was zo boos dat hij naar de kannibalen wilden, en hij hoopte maar dat ze hem op zouden eten, want alles was beter dan die verschrikkelijke school met die verschrikkelijke kinderen en een juffrouw die hem niet hielp. Einde Hester en de Koffie Robot Vader had een donker meisje uit Amerika geadopteerd, Hester. En daarna een blank jongetje, Jaap. Jaap was heel blij met zijn oudere zus. Vader had een moeilijk leven gehad. In de oorlog moest hij vluchten. Ook had hij een hele moeilijke vrouw, maar die stierf vlak na de oorlog. Vader was heel handig. Hester hielp vader veel met het huishouden, en ook Jaap kon veel klusjes. Vader zette 's nachts altijd het huis onder stroom aan de buitenkant, zodat dieven niet konden binnenkomen. Dat beveiligings-systeem had vader zelf gemaakt. Jaap vond het knap, en ook Hester was trots op vader. Hester was een paar jaar ouder dan Jaap, en Jaap was trots op zijn zus. Hij was blij dat hij in zo'n goed gezin terecht was gekomen, met zo'n goede vader, maar vader was soms erg depressief van de oorlog. Hester en Jaap probeerden hun vader er dan altijd overheen te helpen, maar dat lukte niet altijd. Soms moest de dokter komen, en die gaf aan vader dan medicijnen. Maar vader begon steeds meer ziek te worden, en Hester nam steeds meer taken van vader over. 'Het laat me niet gaan,' zei vader. 'Hier is geen kruid tegen opgewassen.' 'Jawel joh,' zei Hester. 'We vinden wel wat.' Hester en Jaap hielden de goede moed erin, ook al raakte hun vader steeds meer aan lager wal. Nu moesten ze voor zichzelf zorgen. Elke dag kookte Hester voor het gezin. Ze begon steeds meer als
56 Online Touch Home