61

Ze lachten mij uit met mijn Omulgaam speelgoed. Ha ha ha, zeiden ze, hij speelt met meisjesspeelgoed, zo kinderachtig en dwaas. Ze pakten het van me weg en gingen ermee overgooien. Maar oh wee, oh wee, Omulgaam was er niet blij mee. Hij pakte ze op en smeet ze tegen een boom, En toen pakte hij ze weer op, en smeet ze tegen de muur. Nu is Omulgaam torenwachter, En marcheert op de muren. Ik zei : Omulgaam, waar ben je mee bezig, jongen ? Maar niemand kon Omulgaam stoppen. In de nachten is hij op de toppen van de golven. Weldra zal hij overweldigen, alle landen die zijn speelgoed niet hebben verstaan. liverpool Voornamelijk in de weekenden had ik het gevoel alsof alles dubbel was, en telkens weer verdwenen er stoeptegels op de stoepen in de stad, en de mensen die erop stonden gleden gewoon weg in het niets. Waren de buitenaardsen gekomen ? Er waren verder geen ufo's, maar alleen dit verschijnsel, en het was vreemd genoeg. Er was grote paniek. Velen durfden de straten niet meer op. Het dreef de mens naar binnen. Dit verschijnsel was soms zo sterk dat hele steden verdwenen. Het verschijnsel dreef mij en mijn vrouw de wildernis in met onze twee kinderen. Mijn vrouw droeg de twee kinderen, maar de jongste viel in een diepe inham. Ik klom naar beneden en vond boeken. Ik vroeg aan mijn vrouw of ik eerst de boeken naar boven moest brengen of het kind. Mijn vrouw wees toen verderop in de inham en zei : 'Ze ligt in Liverpool.' Ik werd wakker van de droom, en vroeg me af of een boek meer waarde heeft dan een kind, of dat het boek de ziel van het kind is ? Ik viel weer in slaap. Waren we misschien te diep in de wildernis gegaan ? Mijn vrouw en ik keerden terug en we deden spelletjes op de matras. Ik had de boeken nu. En zo had ik het kind. Ik was in Liverpool geweest. En ik ontwaakte ook van deze droom.

Online Touch Home


You need flash player to view this online publication