111

hoorde. ‘Politie !’ riep iemand. ‘Allemaal op de grond !’ Het leek erop dat de mannenfokkerij nu geheel werd opgerold. Na een tijdje kwam hij op het dak van de fokkerij. Een helicopter kwam naar hem toe, maar hij was veels te bang dat hij in handen van geleerden zou raken, en klom langs het dak naar beneden en rende terug de jungle in. ‘Laten ze elkaar maar afmaken,’ dacht hij. Het maakte het er voor hem in ieder geval niet makkelijker op. Sindsdien ging hij onder de grond wonen, in grote angst voor vrouwen en geleerden. Of hij ooit nog vrouwen of geleerden is tegekomen onder de grond weet niemand. Einde D e K o o i II Een man werd wakker in de kooi waarin ze hem hadden vastgebonden. Het was een vreemde cel waarin hij aan banden was vastgemaakt. Ze hielden hem voor melk. Ze noemden het melk, maar dat was de codenaam voor alles wat ze van hem aftapten. Hij had electroden op zijn hoofd, maar ook op zijn gezicht, en verder op zijn hele lichaam. Ze tapten zijn dromen af. Op zich zou je kunnen denken dat het allemaal ten dienste stond van de man. De geleerden waren vriendelijk naar hem, en soms had hij gezelschap in zijn kooi. Je zou kunnen denken dat al die aftapperijen ervoor zorgden dat er geen vreemde hersenspinsels konden ontstaan, maar niets was minder waar. Alle hoop die hij had werd afgetapt, alle schone klanken die hij in zijn hoofd had als een herinnering aan vroeger ... Overal waar hij zich aan vast probeerde te klampen werd afgetapt. Alles wat hij nog was was een wrak, en toch droomde hij. Dit waren de dromen die door de Afgazide-geleerden bij hem waren ingeplant. Zij waren

112 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication