115

Buiten lag er ook overal ijs, en stonden er ijsmannetjes met ijskarretjes. Niet omdat ze daarmee ijs verkochten, maar daarmee konden ze reisjes maken naar de grote ijsmachines. In de grote ijsmachines werd het ijs gemaakt, en die stonden in contact met de melkfabrieken, waar de melkmannetjes werkten. Vanuit de ijsmachines stroomden verschillende soorten kleuren ijs. Het ijs werd verdeeld door een soort ijsklok. De ijsmannetjes die hier werkten werkten er ook al voor miljoenen jaren. De man keek zijn ogen uit op het ijsjeseiland, en nam soms een klein hapje. ‘Maar is dit nu alles ?’ vroeg de man aan een mannetje. ‘Hier hebben we ijs, maar houd daar alles mee op ?’ ‘Nee,’ zei het mannetje, ‘kom maar mee.’ En de man werd geleid naar een kamertje in een grote ijsmachine waar zoveel ijs was dat er ijsbloemen groeiden en bloeiden, vol met allerlei soorten levensvuur. ‘Adem dit in,’ zei het mannetje, ‘en je zal verdwijnen en verschijnen op een plek waar je nog nooit eerder bent geweest. Een plek hier heel ver vandaan.’ De man haalde diep adem, en draaide zo snel in het rond totdat hij in de ruimte suisde, en toen helemaal verdween. Hij kwam aan in een donkere ruimte waar wat kleine lichtjes waren. Hier was geen ijs, ook geen melk, en hij zag ook nergens wezentjes. Op de grond groeide haar, en het haar was heel vochtig en zacht. Plotseling kwam er een ijskarretje naar voren, waar een soort metalen kaartje uit omhoog kwam. Op het metalen kaartje stonden wat tekens, en het had een warme gloed tegelijkertijd omhuld door stomend ijs. Ook een ander ijskarretje kwam naar voren en hetzelfde gebeurde, maar dit was een ander metalen kaartje met andere tekens. En zo gebeurde achtien keer hetzelfde, terwijl de man in de cirkel van ijskarretjes stond. Vanuit de kaartjes begonnen klanken voort te komen, lichten en geuren, en de tekens op de kaartjes begonnen te bewegen. Weer begon er melk te vloeien, en alles werd natter en natter, totdat de man zwom in een zee van melk. Na een tijdje kwam de man bij een eilandje aan, waarop weer een ijskarretje stond. Verder lag er overal zand. Plotseling kwam er een bloeddruppel door het zand heen, en de bloeddruppel gleed in de zee van melk die direkt in een zee van bloed veranderde. Het ijskarretje veranderde in een groot stuk gebraden vlees. De man had inmiddels erge honger gekregen en begon te eten en te drinken, maar zodra zijn lippen het vlees aanraakten veranderde het weer in een ijskarretje, en toen zijn lippen het bloed aanraakten veranderde het weer in melk. Toen hij

116 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication