134

een hele reeks toverkrachten. De god Prektiktion had vele tovenaars in dienst, en kon ook Sorsor goed gebruiken. De god gaf hem een fles vol andere goden die hij kon oproepen. Die andere goden hadden de meest vreemde namen die Sorsor moeilijk kon uitspreken. Prektiktion sprak dat de stam van Sorsor nu was overgeleverd aan de krachten van de woestijn, want ook naar hen zouden de plaaggeesten op zoek gaan om hen te testen. Sorsor nam de fles en gooide hem tegen een stenen muur kapot. ‘Ik had beloofd hen met mijn leven te beschermen,’ sprak Sorsor. ‘Waarom ben ik hier ?’ ‘Je had geen andere keus,’ sprak Prektiktion. Sorsor viel op de grond en huilde. Hij miste zijn stam. ‘Als zij de plaaggeest aannemen,’ sprak Prektiktion, ‘dan zal je hart met hen verbonden zijn.’ Na vele lange jaren kwam ook Sliktior tot de plaats van toverkolen, en vertelde Sorsor dat hij niet kwam vanwege een grote daad, maar omdat hij was verbannen. Sorsor viel neer in woede. Hij kon zich niet voorstellen dat zijn stam tot zoiets in staat zou zijn, maar later begreep hij het. Sliktior had lafheid vertoond. Sorsor vroeg zich af hoe een verbannene hier kon komen. Uit het oog van Prektiktion kwam een straal vuur die in een flits Sliktior verteerde. ‘Veel vaker komen hier bannelingen,’ sprak Prektiktion. ‘Zij kunnen hier komen met een geheime sleutel, maar hun lot is het vuur.’ ‘Zijn zij indringers ?’ vroeg Sorsor. Maar Prektiktion schudde zijn hoofd. ‘Nee, zij worden toegelaten omdat zij dieven zijn. Zij nemen altijd een stukje weg van de stam als zij gaan. Zij zijn dus bijzonder in onze ogen, en onze ogen zullen dat bijzondere dan nemen.’ ‘Maar waar is Sliktior dan nu ?’ vroeg Sorsor. ‘Hij is overgeleverd aan de wraak van de plaaggeesten,’ sprak Prektiktion. Maar dat liet Sorsor niet op zich zitten, want hij hield meer van Sliktior dan van welke god of elf dan ook. Er was één ding dat hem liet strijden tegen de goden, en wat hij altijd droeg, en dat was een klein kruikje vastgemaakt aan een leren ketting om z’n nek. Zijn voorouders hadden hem verteld dat hij het flesje echter maar één keer kon gebruiken. Hij opende het flesje, en een stroom van gif sloeg de god neer. Sorsor greep een mes dat aan zijn been gebonden was door een band, en wierp het in het hart van de god zoals hij eens de tovenaar en de tovenares had uitgeschakeld. Op hetzelfde moment

135 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication