De vrouwen hadden nog veel te doen. Ze moesten wat dingen in de rivier wassen, en die avond zouden ze naar de indiaanse elvenstam gaan waar hun moeder vandaan kwam. Hun moeder leefde niet meer, maar ze hadden nog steeds contact met haar stam. De twee vrouwen waren halfzusters. Die avond laat kwamen ze in het kamp van de indiaanse elven aan. Er was veel gezang, en de elven vierden een vreemd feest. Het was een oorlogsfeest, en het zag er erg luguber uit. De elven dronken bloed, en maakten oorlogswapens. De vrouwen waren wel wat gewend, maar ze wilden juist dat al die oorlogen zouden stoppen. Na een tijdje verlieten ze het kamp huilend. De oorlogselven maakten zichzelf paraat. Ze hadden net een strijd achter de rug en maakten zich al op voor de volgende strijd. Intussen vielen de twee halfzusters elkaar in de boomhut in de armen. Snikkend vertelden ze elkaar hoe afschuwelijk ze al die oorlogen vonden, en dat ze er niet meer tegenkonden. Volgens hen moest er veel meer getoverd worden, en minder gestreden. ‘Als we nu een middel hadden,’ zuchtte de ene vrouw .... ‘Laten we op zoek gaan in de rivier,’ sprak de andere vrouw. De indiaanse elven waren inmiddels in een bloedig gevecht tegen een andere stam. Die nacht brak er iets in de lucht. De vrouwen hadden iets gevonden, een oude steen op de bodem van de rivier. Maar door de steen werd alles alleen maar erger, want de steen bezat oorlogslust. De vrouwen raakten erdoor betoverd, en gingen terug naar de indiaanse elvenstam. ‘Wij hebben ons bedacht,’ zeiden de vrouwen. ‘Oorlog is goed, anders worden we iemands anders bezit. We moeten vechten voor ons leven. Maak ons tot jullie soldaten.’ En toen begonnen de elven hun harten naar hen te openen en vertelden over zovelen van hun die in andere stammen in slavernij leefden. De oorlog was nodig om hen te bevrijden, en zolang er geen tovermiddeltjes daarvoor waren was dat de enige oplossing. Maar oorlog maakte ook zoveel kapot, en de elven leerden te delen in elkaars lot. Maar er was één wat oudere elf met een lange baard die altijd zei dat wijsheid en list veel belangrijker waren dan oorlog. Hij vertelde de elven altijd over de grote reis die ze moesten maken in plaats van bij elkaar te hangen voor wraak en oorlog. In zijn ogen mochten de elven alleen een wapen dragen om zichzelf op die reis te verdedigen, maar ze moesten de eenzaamheid ingaan om zo wijs te worden. Oorlog zou veel te veel kapotmaken. Sommigen vonden wel dat hij gelijk had, maar anderen vonden hem een oude zeur met dromerige ideeen. Toen de vrouwen hem leerden kennen kon de oude elf hen best wel snel weer uit hun betovering halen, en op een dag besloten ze met z’n drieen de grote reis te maken. De oude elf had er zo lang op gewacht dat er iemand met hem mee zou gaan, en nu zouden er zelfs twee meegaan. Hij hoopte dat de rest zou volgen, maar dat gebeurde niet. En zo
138 Online Touch Home