140

Witsmiktiel, de indiaanse elvensmid van de stam die de elvenoorlog had gewonnen smolt de stenen om, en zo kon er een nieuw daglicht komen over alle stammen. Nog nooit gingen zoveel elven in slavernij, en nog nooit was er zoveel doem in de omgeving. Het vee van de elvenstammen die in de oorlog ten onder was gegaan werd vollop geslacht, wat een zwarte bladzij was in de geschiedenis van de indiaanse elven. Zelfs de winnende stam gaf dat later toe, want waar was alles om te doen ? Om tranenstenen die omgesmolten moesten worden, zodat er nieuw daglicht zou komen : allemaal om slaven te maken : Elven in boten, elven op fokkerijen, elven in de bouw, van alles. Er was een man, een elf, Timgrimado, die hen uiteindelijk de onzin van dit alles liet inzien. Hij stal de omgesmolten stenen en liet er een wapen van maken waarmee hij hen allen zou domineren. Afschaffen liet hij alle slavernij, alle fokkerij en slachterij, en hij leerde hen te vechten voor henzelf in plaats van voor anderen, zodat ze ook niet anderen voor zichzelf zouden gebruiken. Sindsdien was er wel veel onverschilligheid, maar men bleef in ieder geval van elkaar af. Timgrimado vertrok later weer, maar vertelde hen dat hij ze allemaal zou slopen als ze weer in hun oude wegen zouden terugvallen. Velen probeerden erachter te komen waar Timgrimado naartoe was gegaan, maar niemand wist het. Velen verlieten hun stam om ook als Timgrimado te ‘vertrekken’. Niemand wist precies wat dat inhield, maar men vond dat wel stoer. Zelfs kinderen kondigden soms aan hun stam te verlaten, maar vaak stonden de ouders dat niet toe. Voor een elf was het belangrijk om tovenaar te worden, om de eenzaamheid en de vergetelheid te domineren, in plaats van elkaar. Ja, Timgrimado had hen wijze lessen geleerd. Maar na tijden begonnen de verhalen over Timgrimado steeds meer weg te vagen, totdat op een bepaald moment niemand meer echt wist wie of wat Timgrado nou precies was, en men begon terug te vallen in oude gewoontes. En zo ontstond er een nieuwe elvenoorlog, nog luguberder dan die daarvoor. Ditmaal ging de oorlog om goud. Enkele indiaanse elvenstammen hadden goudmijnen gevonden. Weer brak er een tijd aan van slavernij voor de onderworpen stammen, en weer begonnen fokkerijen en slachterijen volop te bloeien. De grote winnaar van de oorlog was Herpidasis, het opperhoofd van een wrede indiaanse elvenstam. Herpidasis maakte zichzelf tot keizer van alle onderworpen stammen, en het moest genade heten dat hij ze in leven liet. Natuurlijk moesten ze bijna allemaal in de goudmijnen werken, en niemand maar dan ook niemand dacht over Timgrimado, omdat niemand meer wist wie hij was. En daarom was het dan ook een extra verrassing toen hij ineens voor de deur stond. Hij was net zo verwilderd als vroeger, alsof hij vanuit de dieptes van

141 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication