154

omkijken. Zij die dat wel zouden doen zouden dood neervallen, of in de grond wegzakken. Ook smolten sommigen die omkeken gewoon weg. Iedereen was in grote angst. Ook de prins moest mee in de grote stoet. 'Ik kan u een geweldig sprookje vertellen,' sprak een gek tot de steen. Hij was de clown van de feeen. 'Als u het leuk vind, mogen we dan terug ?' Maar de clown begon weg te smelten in zijn schoenen, en er was luid gegil van andere feeen toen ze het zagen. Er viel niet te spotten met het gezag van de steen. De steen was hypergevoelig en levensgevaarlijk. Vele feeen huilden, en durfden niet eens meer te denken, bang om aan de steen ongehoorzaam te zijn. Ook de prins was op zijn hoede. Ergens aan de rivier stopten ze. De steen wilde rusten. De feeen moesten een tent maken voor de steen, en weer moest de steen achter een paars gordijn geplaatst worden. De steen begon steeds meer paars te kleuren. 'Ik heb jullie verteld over de barbaren, waar jullie magie op gebaseerd is,' bulderde de steen, terwijl er een vreemd licht van de steen afkwam, een paarsachtig licht. De feeen begonnen moe te worden en duizelig van het licht. Ook hypnotiseerde het hen. 'De barbaren wonen in de woestijnen, maar ik wil dat jullie de natuur intrekken,' sprak de steen. 'Ik wil jullie een nieuwe magie geven.' 'Bent u een trol ?' vroeg een jongetje. 'Ik ben een trollensteen,' sprak de steen. 'Kunt u voor ons koken ?' vroeg het jongetje. Direct gaf zijn moeder hem een draai om zijn oren. 'Vergeef hem,' sprak de feeenmoeder tot de steen. 'Hij is nog jong.' 'Maar hij is wijs,' sprak de steen. 'Ik zal voor jullie koken. Vanaf nu zal jullie voedsel uit mij komen.' Ineens brak er een vloeistof los van de steen. Ook stroomde er een vastere stof uit de steen. Het deed allemaal een beetje paarsachtig aan. 'Hier zullen jullie voortaan van leven,' sprak de steen. 'Eet en drink nu.' De feeen kwamen dichterbij tot de steen achter het paarse gordijn, die nog steeds in de kist stond met de lange draagstokken. Met bekers en bakjes vingen ze het voedsel en het drinken van de steen op, en deden wat hen gezegd werd : Ze aten en dronken. 'Verrukkelijk !' riep iemand. Maar verder was het stil. De feeen waren nog steeds in grote angst, en velen durfden niet zomaar te spreken. 'Geniet,' sprak de steen. 'Het is feest. Het is ter herdenking van de grote uittocht.'

155 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication