166

en nam geen risico's. Hij probeerde de barbaar en zijn verhaal te vergeten, maar op een dag ontmoette hij de barbaar. De prins moest een gevecht bekijken in de arena. De barbaar had een groot mes, en moest een grote groene slang verslaan. Op de tribunes zaten de drakenmeesters met hun trollen en hun slaven. Zij joelden daar en applaudiseerden. De prins was ongerust over de barbaar, maar na een lang en slopend gevecht had de barbaar toch de kop van het beest weten af te hakken. De barbaar was inmiddels zwaar gewond. De prins werd opgeroepen om de wonden van de barbaar te verzorgen. Ze moesten daarvoor naar een speciale hut buiten de arena. De prins begon de wonden schoon te maken van de barbaar met een doek. Toen verbond de prins de wonden. 'Psst, ik heb dit zo geregeld,' fluisterde de barbaar. 'Van mijn meester heb ik soms wat boeken van drakenmagie geleerd terwijl hij sliep. Luister : We zijn hier dichtbij de rivier de Sep. Ik heb een bootje kunnen regelen door twee dwergen die ik ken. Als het nacht is moeten we het erop wagen.' 'Ja maar je vergeet de keten die ik om mijn nek en hart draag,' sprak de prins. 'Het zal mijn dood worden als ik zal proberen te ontsnappen.' 'Nee,' sprak de barbaar. 'Ik heb daar wel aan gedacht. Luister : De magie van draak : Strooi wat elvenzout op de keten van de gevangene of slaaf, en de keten zal in slaap vallen. Elvenzout heb ik ook geregeld door de twee dwergen.' De barbaar haalde een zakje van zijn riem af. 'Hier, smeer dit op de keten als het nacht wordt,' sprak de barbaar. 'Smeer het geregeld erop, zodat de keten niet wakker wordt.' 'Dit is eng,' sprak de prins. 'Als de keten wakker wordt ben ik er geweest.' 'Je bent al dood,' sprak de barbaar. 'Grijp je kans om te kunnen leven.' 'Ja, maar mij is eens verteld dat zij die schijnbaar ontsnappen uit het Meer alleen maar in diepere ellende terecht komen,' sprak de prins. 'Vertrouw erop dat ik een beetje draken magie ken,' sprak de barbaar hem geruststellend toe. 'Dat is makkelijker gezegd dan gedaan,' zei de prins. De twee wachtten totdat het nacht was geworden. De prins strooide wat van het elvenzout op de keten, en waagde het erop. De barbaar had hem gezegd

167 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication