andere paars en weer een andere was groen. Naast het meisje zat een wat grotere witte haas. ‘Wie moet er wat thee ?’ riep één van de haasjes. ‘Nou, ik lust wel wat thee,’ zei het meisje. ‘Nee, jij niet,’ zei het haasje. Het was het groene haasje. ‘En waarom niet ?’ vroeg het meisje. ‘Omdat jij hier pas nieuw bent,’ zei het groene haasje. ‘Ach, let maar niet op hem,’ zei het roze haasje, ‘hij doet wel vaker vervelend, en het is een mopperpot, net als het paarse haasje.’ Ook het paarse haasje begon wat te brommen, maar niemand kon het verstaan. Het paarse haasje keek het meisje al een hele tijd erg boos aan. Even later schonk het roze haasje wat thee in voor het meisje, en zei : ‘Als je een keer bij mij op bezoek komt, dan krijg je roze thee of elventhee.’ Het meisje keek het roze haasje vriendelijk aan, alsof ze wilde zeggen : ‘Ja, graag.’ ‘Dank u wel,’ zei ze tegen het roze haasje. ‘Oh, je mag ook wel bij me blijven logeren, hoor, dat is nog leuker dan bezoek, en dan kunnen we ook de andere haasjes eens samen bezoeken,’ zei het roze haasje. Dat leek het meisje wel leuk. Maar toen zei het paarse haasje : ‘Niemand komt ooit bij mij op bezoek. Ik woon veel te ver weg, helemaal achter de bergen bij de zee.’ ‘Oh, maar ik heb een wonderpaard,’ zei het roze haasje, ‘we komen je vast wel een keer opzoeken.’ ‘Oh ja ?’ zei het meisje, ‘oh ik ben dol op paarden.’ Het paarse haasje keek even niet meer zo boos naar het meisje. ‘En ik dan ?’ zei het groene haasje. ‘Ik woon over de zee. Kan dat wonderpaard daar ook komen ?’ ‘Ja hoor,’ zei het roze haasje vriendelijk. Het witte haasje dat iets groter was had al een hele tijd niets gezegd, en huppelde plotseling weg. Na een tijdje kwam het wonderpaard eraan. Het wonderpaard had vleugels en kon vliegen. ‘Stap er maar op,’ zei het roze haasje, ‘dan gaan we naar mijn torenkamertje, heel hoog in het paleis van de koning.’ ‘De koning ?’ vroeg het meisje. ‘Maar welke koning ?’ ‘Oh, koning Griebelegrutjes,’ zei het roze haasje. ‘Wie is dat nu dan weer ?’ vroeg het meisje. ‘Nou, de koning van het hazenland,’ zei het roze haasje, ‘en tegelijk de opperkok van de elventhee. Hij moet de thee altijd eerst proeven voordat het opgediend mag worden.’ ‘Oh,’ zei het meisje, ‘dat wist ik niet.’ ‘Maar wat doet die kikker hier dan ?’ vroeg het meisje weer.
223 Online Touch Home