De schoenen stonden keurig in het rek naast een heleboel schoenen van dezelfde soort. De man begon een beetje hopeloos te worden. ‘Zijn dit allemaal wonderschoenen ?’ vroeg de man. ‘Wonderschoenen ? Waar heeft u het over ?’ zei de schoenmaker. ‘Ach, laat maar,’ zei de man, en betaalde opnieuw voor zijn schoenen. Maar ditmaal gebeurde er niets wonderlijks met de schoenen, en zo gingen er vele dagen voorbij, totdat de man dacht dat hij dan misschien de verkeerde schoenen genomen had. Weer ging hij terug naar de schoenmaker en kocht een ander paar van dezelfde soort, maar toen ook dit niet werkte besloot hij om ze allemaal te kopen. Maar geen van de schoenen bleken wonderschoenen te zijn. En daarom ging de man weer terug naar de schoenmaker. ‘Schoenmaker,’ zei de man, ‘kunt u mij vertellen wie er nog meer de laatste tijd schoenen van deze soort heeft gekocht ?’ ‘Alleen een vrouw, een zeer rijke vrouw, die hier eens in de zoveel jaren komt,’ zei de schoenmaker. ‘Maar ik weet niet waar zij woont.’ De man was een beetje teleurgesteld toen hij dat hoorde. ‘Maar weet u wat ?’ zei de schoenmaker, ‘zodra ze hier is zal ik mijn dienstknecht naar u sturen zodat u met haar kunt spreken.’ Na vele lange jaren toen de man de wonderschoenen eigenlijk al een beetje vergeten was klopte de dienstknecht van de schoenmaker bij het huis van de man aan. De dienstknecht bracht de boodschap dat de vrouw van de schoenen was gekomen, en dat als hij de schoenen wilde hebben, dan zou hij zeven jaren voor haar moeten werken. Dat had de man er graag voor over, en ging met de dienstknecht mee. De vrouw woonde op een groot kasteel, en in die zeven jaren had de man een goede tijd, maar werkte hard. Na de zeven jaren kreeg hij eindelijk de schoenen, en inderdaad, het waren de wonderschoenen. Ditmaal sloot de man de schoenen elke avond wanneer hij ging slapen op in een gouden kooitje met zilveren sluitseltjes. Maar op een nacht brak de kooi open, en weer gingen de wonderschoenen er vandoor. De man werd wakker van het geluid, en rende achter de schoenen aan. Ditmaal brachten de schoenen hem diep in het bos. Hier woonde een hele oude schoenmaker op een afgelegen plek. De schoenmaker vertelde hem dat hij ooit de wonderschoenen had gemaakt, en dat ze op een dag aan de wandel gingen. De schoenmaker was blij dat ze nu iemand mee hadden gebracht, want de schoenmaker was erg eenzaam. Het huis van de schoenmaker was vol met wonderbaarlijke edelstenen, en de man wilde hier graag blijven. Na een tijdje vertelde de schoenmaker dat de wonderschoenen de bezitter naar het beste goud en edelgesteente zouden leiden, als ze maar nooit uitgetrokken zouden worden. En sindsdien sliep de man gewoon met zijn schoenen aan, en zijn de wonderschoenen altijd bij hem gebleven. Op een dag leidden de schoenen hem tot een bloedheldere bron waar een mooie dame zat. Ze zat wat te breien, en het viel de man op dat ze zulke mooie schoenen had. De schoenen straalden in de zon. De man, die toch wel erg eenzaam was, ook al had hij gezelschap van de schoenmaker, werd direkt
229 Online Touch Home