erg verliefd op de vrouw. Het was alsof de knoppen van haar schoenen hem hadden betoverd. ‘Trouw met me, trouw met me,’ riep de man, maar de vrouw stond op en rende weg. Direkt ging de man er als een speer achteraan, maar de vrouw rende veel harder. De man was erg teleurgesteld, en ging terug naar de schoenmaker. ‘Oh,’ zei de schoenmaker toen de man hem het verhaal vertelde, ‘dat zijn schoenen die ik eens voor de bosfee heb gemaakt. Iedereen die die schoenen ziet raakt direkt betoverd.’ ‘Maar waarom rende ze dan weg ?’ vroeg de man. ‘Dat doen de schoenen,’ zei de schoenmaker. ‘Maar als je dezelfde schoenen als haar zou hebben, dan zou je net zo hard als haar kunnen rennen.’ En toen liep de schoenmaker naar een oude kast en haalde een zelfde paar eruit. De man deed de schoenen aan, en rende naar buiten. Nu kon hij de bosfee gemakkelijk bijhouden, en de bosfee was erg verrast. De bosfee was altijd erg eenzaam geweest, want haar schoenen renden altijd weg als er iemand in de buurt kwam. Maar nu de man haar makkelijk kon bijhouden begonnen haar schoenen wat af te remmen, en al gauw stond ze helemaal stil, als betoverd. ‘Je hebt me betoverd,’ zei de bosfee met een glimlach. ‘Nee,’ zei de man, ‘dat hebben de wonderschoenen gedaan.’ De bosfee keek naar zijn schoenen en toen naar hem. ‘Zou je weleens met mij willen dansen,’ zong de bosfee. ‘Zou je weleens met mij over de heg willen gaan, want daar baden zoveel sterretjes onder een bloedrode maan. Zou je weleens met mij willen rennen en zingen, heus, je kan het, want je hebt mijn wonderschoenen aan.’ En toen vertelde de bosfee over de heg waar ze nooit overheen kon, want altijd als ze dichterbij kwam, dan rende de heg weg, en de heg kon veel harder rennen dan haar. ‘Zou je weleens met mij willen dromen,’ zong de man. ‘Zou je weleens met mij onder de maan willen dansen. Zou je weleens met mij over de heg willen dansen.’ ‘Ja, graag,’ zong de bosfee. ‘Ja, graag,’ zong de man. ‘Zie, het is wat eens de schoenmaker mij heeft verteld,’ zong de man. ‘Wij moeten dansen, wij moeten dansen, en de heg zal staan als betoverd en versteld.’ En zo dansten ze samen naar de heg toe, maar al gauw merkten ze dat de heg veel sneller was dan zij, en niet lang daarna gingen ze beiden teleurgesteld naar het huis van de schoenmaker terug. Toen de schoenmaker het verhaal hoorde haalde hij twee paar dansschoenen tevoorschijn. Het waren de mooiste schoenen die ze ooit hadden gezien. Ze deden de schoenen aan, en keken elkaar in de ogen, en dansten als betoverd terug naar de heg. En inderdaad, de heg stond als bevroren te kijken, en met gemak konden ze door de heg heen. Ook de schoenmaker liep achter hen aan, en zo kwamen ze met z’n drieen aan de andere kant van de heg. Maar de wezens die hier woonden vlogen allemaal in angst voor hen weg. Zij droegen geen schoenen, en zij hadden vederlichte vleugeltjes als elfjes.
230 Online Touch Home