bergspleet naar binnen gingen betaalden hem goed, maar het stenen mannetje was helemaal vergeten dat de toverkikker nog steeds een vleesetende toverkikker was, en daarom kwam niemand die de berg inging er weer levend uit. Op een dag waren er zovelen uit de dorpjes verdwenen dat de koning bij het stenen mannetje langskwam. De koning wilde direkt door de bergopening naar binnen om te kijken waar ze allemaal waren, maar eerst moest hij het stenen mannetje flink betalen. ‘Zeg vlegel,’ zei de koning, ‘wie denk je wel niet dat je voor je hebt ?’ Maar hoe de koning ook tegensputterde, de koning moest en zou betalen. Het stenen mannetje had nu zoveel geld dat hij er een paleis voor kocht van het schitterendste goud en de beste edelstenen. Ook kocht hij de beste lakeien, maar herinnerde zich toen ineens dat hij de toverkikker moest bewaken. En de toverkikker was natuurlijk ontsnapt om de dorpjes weer onveilig te maken. Toen het stenen mannetje hoorde dat de toverkikker weer overal zovelen opvrat werd het stenen mannetje heel boos op zichzelf. ‘Ach, het moet door die betoverende muziek zijn geweest dat ik dat allemaal ben vergeten. Maar weet je wat,’ zei het stenen mannetje, ‘van het vele geld dat ik nog over heb koop ik de prachtigste muziekinstrumenten.’ En zo gebeurde het, en al gauw maakte het stenen mannetje zulke betoverende muziek voor de toverkikker dat de toverkikker helemaal vergat dat hij een vleesetende toverkikker was. De Windemelk Er was eens een indiaanse feeenkoningin die een hele bijzondere roos had. De roos kon spreken, en was zo prachtig dat een ieder die naar de roos keek versteende en voor altijd in verwondering naar de roos staarde. Daarom bracht de indiaanse feeenkoningin de roos naar een eenzaam kasteel waar twee rivieren omheen stroomden. De eerste rivier was zo zoet dat iedereen die er bij in de buurt kwam voor altijd in slaap viel. De tweede rivier was zo vies en vuil, dat degene die er te dichtbij kwam voor altijd in huilen uitbarste. De feeenkoningin vond dat niet zo geweldig, maar ze wilde de roos beschermen. Maar niet alleen wilde ze de roos beschermen, maar ook degenen die dichtbij de roos wilden zijn. De roos was namelijk erg gevaarlijk. En bovendien plaatste de feeenkoningin ook de gevaarlijkste spin die bestond om het kasteel te bewaken. Dat vond de feeenkoningin ook niet leuk, maar ze wilde geen enkel risico nemen. De feeenkoningin zag wel dat het er zo niet makkelijker op werd, en al helemaal niet minder gevaarlijk, en daarom liet ze grote waarschuwingsborden neerzetten. Niet veel lieden waagden zich nog in de buurt, en op een dag vroeg de roos of zo een wandeling door het bos mocht
274 Online Touch Home