281

waar de andere kinderen waren. ‘Oh,’ zeiden de twee kinderen, ‘de reis was verschrikkelijk, en we hebben velen achter moeten laten.’ De leeuw keek naar hun wonden die bloeiende bloemen begonnen voort te brengen, waar melk uit stroomde. De leeuw trok de diepe angels uit hen weg, terwijl er ook chocolademelk uit de bloemen scheen voort te stromen. ‘Volg mij,’ zei de leeuw. En zowel de leeuw als de kinderen lieten stroken van melk en chocolademelk achter zich. En de leeuw leidde hen tot de tuinen waar chocolade werd gemaakt. En achter die tuinen was een afgrond waar de chocolade werd ingeworpen. De leeuw sprong, en de kinderen sprongen hem achterna. Hier werd de chocolade gesmolten door de zon, en hier gleden de kinderen met de leeuw. De leeuw voorop, en daarachter de kinderen. Verderop had de chocolade allerlei kleuren, en de kinderen begonnen misselijk en draaierig te worden. En de kinderen werden zo ziek dat ze dachten : waren we maar bij de anderen gebleven. Plotseling vlogen ze door een donker gat en kwamen weer in het meer van wespenzeep terecht. En hier hebben ze toen hun koninkrijk van chocolade gebouwd. De Sprekende Toren Er was eens een sprekende toren. Wanneer iemand de trappen van de toren op wilde gaan, dan schreeuwde de toren uiteindelijk zo hard dat niemand echt ver kon komen. Maar de koning had gehoord dat er bijzondere dingen te vinden waren in die hoge toren, die zo hoog was dat niemand eignelijk wist waar die toren eindigde. De koning liet een dove man komen en vroeg aan de man of hij wilde gaan kijken wat er bovenin te vinden was. De dove man stemde toe, en vertrok direkt naar de toren. De man had natuurlijk geen last van het harde geluid, en na een tijdje was hij zo hoog gekomen dat hij in een zaaltje terecht kwam waar allerlei indiaanse vruchten lagen. De man begon ervan te eten, en begon hard te lachen. Hij wilde toen een trap op om nog hoger te komen, maar werd direkt tegengehouden door verblindende lichten. De man ging terug naar het zaaltje, nam zoveel mogelijk van de indiaanse vruchten mee, en ging terug naar de koning. Hij vertelde de koning over de verblindende lichten, maar dat hij wel vruchten had gevonden waar je hard van ging lachen. De koning kon die vruchten wel gebruiken, en na niet al te lange tijd leed het hele hof aan de slappe lach. Maar tevreden was de koning niet. En daarom liet hij ook een blinde man komen. De blinde man maakte natuurlijk geen kans om door het harde geluid van het eerste gedeelte te komen, en daarom moest de dove man terug naar het torenzaaltje om daar vanuit een raampje een touw te laten zakken om de blinde man omhoog te heisen. Dat ging allemaal goed, en zo kon de blinde man de trap op nog verder omhoog, en had geen last van de verblindende lichten. Na een tijdje kwam de blinde man in een zaaltje waar glanzende indiaanse stenen lagen. De man

282 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication