288

tovertouw, het handschoentje van langzaam met het toverzwaard, en het keteltje van zachtheid. ‘Ik heb genoeg aan wat ik heb,’ zei de jongen. En keerde weer terug naar waar hij vandaan was gekomen. De Toverfluit Er was eens een dwerg met een toverfluit die vaak op pad ging om met zijn toverfluit feeen te bevrijden uit voorwerpen waarin zij opgesloten waren. Op een dag zette hij eens een heleboel indiaanse feeen vrij, en bracht hen naar een oud leeg kasteel waar ze een kamer kregen. Onder het kasteel waren verborgen schatkamers met indiaans snoep waarvan je zou gaan zingen als je het zou eten. Maar alleen de toverfluit kon met verschillende deuntjes die schatkamers openen. Op een dag was de toverfluit gestolen, en de dwerg was erg droevig. Toen hij merkte dat de indiaanse feeen zoveel zongen wist hij wat er aan de hand was. Ze hadden van het indiaanse snoep gegeten. Maar wie had de schatkamers voor hen geopend, of het naar hen gebracht ? Na een tijdje liet hij alle feeen bij zich komen om verhaal te doen, maar ze zeiden allemaal dat ze zingend wakker werden die ochtend en niet wisten wat er was gebeurd. De dwerg vond het maar vreemd. Gelukkig was het snoep na een tijdje weer uitgewerkt en werd het weer rustig in het kasteel. Iemand had dus de feeen in hun slaap gevoerd, maar wie ? Op een dag kwam er een oude vrouw bij het kasteel. Toen de dwerg opendeed griste de vrouw snel de toverfluit tevoorschijn, floot een deuntje, en sloot daardoor de dwerg op in een magisch voorwerp. Nu was het een koud kunstje om ook de feeen te betoveren. Maar één fee was die dag niet in het kasteel. En toen ze die avond thuiskwam was ze erg verdrietig dat er niemand was. Ze begon overal in en om het kasteel te zoeken, en kwam uiteindelijk ook bij de schatkamers van indiaans snoep terecht. Daar was de heks ook geweest, maar had per ongeluk één van de deuren open laten staan. Het meisje ging naar binnen, en nam wat van het snoep. Direkt begon ze te zingen. Ook zag ze een vreemde vaas staan van verschillend soort donker gekleurd glas als edelgesteente. De vaas vertelde haar wat er gebeurd was, en het meisje werd erg verdrietig. Er lag verder geen indiaans snoep meer, omdat de heks de rest had meegenomen. Het meisje besloot de vaas mee te nemen, en ging weer naar boven. Enkele jaren gingen voorbij, en het meisje leefde in treurigheid. Nooit durfde het meisje de poort van het kasteel open te doen, bang om betoverd te worden. Het meisje huilde veel, en altijd als ze huilde, ving de vaas haar tranen op. Op een dag was de vaas helemaal vol, en sprak : ‘Nu ik

289 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication