naar boven, maar bovenaan de put hadden de beesten al in de gaten wat er aan het gebeuren was, en ze brachten een grote deksel over de put. Nu kon de vogel er niet uitvliegen. Nu zouden ze omkomen van de honger, maar de vogel sprak dat onder de put een grote draak woonde. Als de vogel de draak zou roepen, dan zou de draak wel door de grond omhoog komen om hen eruit te halen. De draak zou met gemak door de deksel heen kunnen breken. En zo gebeurde het. In een vreemde taal riep de vogel de draak, en al snel begon de grond onder hun voeten te bewegen. Niet lang daarna verscheen de kop van de draak uit de bodem, en kwam daarna helemaal naar boven. De vogel, de tovenaar en het vrouwtje klommen op de rug van de draak, en met gemak brak de draak de deksel met zijn kop, en klom naar boven. De beesten waren woedend, en schoten de draak met pijlen. Na een tijdje was de draak zo verzwakt dat ze de draak met daarop het vrouwtje, de vogel en de tovenaar naar een grote toren brachten in een net. Hier werden ze in een grote kooi gestopt. Na een tijdje kwam de draak weer bij bewustzijn en zei dat in de top van de toren een klein meisje woonde. Het meisje heette Klauwsanda. Zij droeg een ring waarmee ze alle kooien van het kasteel kon openen. De draak maakte hele hoge geluiden waarmee hij haar riep, en na een tijdje gleed het meisje in de kooi. Ze kon met gemak door de tralies heen, want ze was zo klein. De draak tilde haar op en bracht haar helemaal naar het slot, waar ze met haar ring de kooi kon openen. De ring gloeide helemaal, en niet lang daarna gingen ze in een malle optocht naar beneden : de draak, de tovenaar, het vrouwtje, de vogel en het meisje met haar ring. Gelukkig was het nacht, en alle beesten sliepen. Toen ze buiten waren legde het meisje de ring tegen de poort aan, terwijl er tralies voor verschenen, en ook voor alle ramen van het kasteel. Nu waren de beesten voor altijd opgesloten. Alleen de tovenaar zou wel heel graag zijn toverzadel terugwillen. En toen gebeurde er iets heel vreemds. Het meisje hield haar ring in de lucht, en sprak : ‘Ring van vlug en plotseling, laat ons zien waar het toverzadel hing.’ En plotseling begon het kasteel kleiner en kleiner te worden en veranderde in het toverzadel. Nu wist de tovenaar ook wat ze met zijn toverzadel hadden gedaan. Tevreden greep de tovenaar het toverzadel, zette het op de draak, en ze maakten nog een prachtig ritje door de nacht. Langbeentje
293 Online Touch Home