Er was eens een beest die heel diep onder de grond leefde in een keuken die niet meer gebruikt werd. Hier was het voedsel uitgestorven, en het beest was door de honger erg traag geworden. Eens in de zoveel tijd maakte hij een reis naar het aardoppervlak, en dan als hij na lange tijd aankwam, gebeurden er altijd verschrikkelijke dingen. Iedereen gooide dan altijd met stenen naar hem, en dan keerde het beest altijd weer verdrietig terug naar de keuken. Maar op een dag was er een nieuwe koning op het aardoppervlak, en hij heette het beest wel welkom. Het beest mocht in de grote eetzaal van zijn kasteel wonen, en de koning zorgde altijd dat de tafels volstonden met lekker eten. Het beest kwam hier zo van tot rust dat hij nog trager werd dan hij al was. Ook de bewoners van het aardoppervlak kwamen erg tot rust nu het beest geen verschrikkelijke dingen meer veroorzaakte, en iedereen werd trager en trager, totdat het hele koninkrijk stilstond. De Gesmolten Parel Er was eens een beest die zachter was dan de zee. Hij kon in allerlei vormen verschijnen, en hij kon zelfs groter worden dan de zee. Ook werd hij soms zo klein als een parel in een schelp. Op een dag daagde een machtig piratenkapitein het beest uit voor een gevecht. De piratenkapitein stond op zijn schip en hief zijn zwaard in de lucht, en sprak : ‘Oh, beest van de zee, groter en zachter dan de zee, als ik jou kan verslaan, laat mij dan de geheimen zien van jouw zachtheid en de schatten van zeeschuim.’ Maar het beest was veel te vriendelijk, en wilde helemaal niet vechten. Met een golf hief het beest het scheepje op, en bracht het scheepje naar een eiland. Maar de machtige piratenkapitein werd steeds kwaaier. Hij liet alle vissen in de zee ombrengen door zijn piraten, en alle parels liet hij opvissen. De parels liet hij omsmelten tot standbeelden van het beest om het beest te bespotten. Ook bouwde de piratenkapitein huizen en poorten van de omgesmolten parels. Toen werd ook het beest kwaad en trok de machtige piratenkapitein de diepte in. Zijn hoed bleef echter op de golven drijven, en na lange tijd spoelde de hoed op een strand aan. Een indiaans jongetje vond de hoed, een echte piratenhoed van een kapitein. Op een dag sprak de hoed tot het jongetje over wat er gebeurt was, en het jongetje begon erg boos te worden toen hij hoorde wat het beest had gedaan. Het jongetje ging naar de zee en daagde het beest uit, net als de kapitein eens
295 Online Touch Home