300

een druppel uit de ketel gaf met een geheel nieuw mengsel. En zo kon het meisje weer verdwijnen, en leefde nog lang en gelukkig met haar toverflesje. Het Toverei Eens in een ver land was er een overstroming die alles dreigde onder te laten lopen. De enige plaats waar het veilig zou zijn was een indiaans elvenkasteel. Een man klopte aan om binnen te kunnen komen, maar de indiaanse elven zeiden dat als hij een plaats wilde hebben, dan zou hij eerst naar het kasteel van de heks moeten gaan om daar een toverei weg te nemen. Dat toverei had de heks eens van de indiaanse elven gestolen, en zij wilden het graag terug. Vanuit het toverei konden de meest wonderlijke dieren voortkomen. Nu was het in het kasteel van de heks erg gevaarlijk, omdat de vloeren en plafonds bewogen en konden instorten, en de muren klapten gevaarlijk tegen elkaar aan. Nog nooit had iemand een bezoek aan dat kasteel overleefd, en daarom gaven de indiaanse elven de man toverschoenen mee en een toverhelm. Zo was het voor de man niet zo moeilijk het toverei te krijgen. Zodra de vloer wegzakte lieten de toverschoenen de man gewoon in de lucht zweven, en als het plafond naar beneden kwam dan zorgde de toverhelm dat de man niet geraakt werd. Alleen moest hij erg oppassen voor de tegen elkaar klappende muren. Na niet al te lange tijd had hij het toverei in zijn handen, en rende terug, maar het water was al angstaanjagend hoog gestegen. Zo hoog dat de indiaanse elven geen raam of deur meer los durfden te doen. De man wreef over het toverei, en er begonnen grote vissen voort te komen. Voor een tijdje kon hij op hun rug zitten, maar de golven werden zo woest dat hij telkens van de vissen werd afgeslingerd. Weer wreef hij over het toverei, en nu kwamen er grote vogels uit voort. Snel klom hij op de rug van zo’n vogel, maar het was inmiddels zo hard gaan stormen dat hij het toverei niet meer kon vasthouden. Met één rukwind vloog het toverei de zee in. De man bedacht zich geen moment en dook het toverei achterna. Op de bodem van de zee vond hij het toverei weer. Weer wreef hij eroverheen, en er kwamen mollen uit voort die een gat begonnen te graven. De man volgde met het toverei de mollen, en achter hen werd het gat weer goed dichtgemaakt. Zo groeven de mollen zich een weg helemaal tot onder het elvenkasteel, en zo konden ze op een veilige manier binnenkomen. ‘Dappere man,’ zei één van de indiaanse elven die hen door de grond omhoog zagen klimmen. De man gaf haar het toverei, en is sindsdien bij de indiaanse elven gaan wonen.

301 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication