311

geregeld. Niet lang daarna zat het meisje in een lekker zittende stoel in een koele, maar tropische ruimte boven een huis. Het was een groot huis, als een herenhuis, met hoge plafonden. ‘Kan ik je iets te drinken aanbieden ?’ vroeg Lion. Een donkere oude man kwam naar voren. Hij droeg een bril, en had een pak appelsap in zijn hand. ‘Ja, doe maar appelsap,’ sprak Madeleine. ‘Het boek is van de eerste tot de laatste letter verzonnen,’ zei de man. ‘Maar toch heb ik altijd geloofd dat er veel waarheid in was, of misschien dat alles wel waar was.’ De man keek geheimzinnig. ‘Ik heb me altijd van binnen gespleten gevoeld, alsof ik in twee werelden leefde.’ ‘Nou, ik niet,’ zei Madeleine. ‘Ik had het gevoel alsof de indianen er veel meer van wisten.’ De man keek Madeleine geheimzinnig aan. ‘Kun je een geheim bewaren ?’ vroeg de man. ‘Maar natuurlijk,’ zei Madeleine. ‘Ik heb zelf op dat schip gevaren,’ zei de man. ‘Als piraat ?’ vroeg Madeleine. De man opende een la in een kast, en haalde een doodskop eruit. Madeleine schrok. De man legde de doodskop op tafel, en zei : dit is hem. ‘De doodskop van Gods Zoon ?’ vroeg Madeleine. ‘Ja mag hem wel hebben,’ zei de man. ‘Ik doe er toch niets meer mee.’ In een doos kreeg Madeleine de doodskop mee. Thuisgekomen wilde ze het boek direkt helemaal lezen, iets dat ze nog nooit echt had gedaan. Vroeger bladerde ze eigenlijk alleen maar, maar nu wilde ze alles weten. Sommige stukken kwamen haar bekend voor, maar van andere stukken wist ze niets. Liefde en Haat

312 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication