stak het in het hart van Grimhaldt. Nu zou je denken dat nu Grimhaldt was verslagen zijn wachters wel makkelijk bevrijd konden worden, maar niets is minder waar. De wachters van Grimhaldt leefden diep onder de grond. Het was een uittocht die vele jaren duurde. Vele kostbaarheden die diep onder de aarde lagen kwamen vrij. Het belangrijkste was wel de spiegel van Grimhaldt waarmee hij zijn toverijen bedreef. De wachters van die spiegel had hij zo dronken gemaakt en zo gevaarlijk dat er geen overwinning mogelijk was. Het waren de wachters zelf die overwinning behaalden door de spiegel. En zo kregen uiteindelijk de wachters het spookslot in handen, en begon Aswaldt zijn grote reis naar de eeuwigheid. De Toverlist De zwartvoetkabouters waren in oorlog met de witgouden elven. Ze hadden hun manschappen verzameld, en streden om de kroon over het land Tuburia. In Tuburia hadden de zwartvoetkabouters hun rijk onder de grond gebouwd, en de witgouden elven leefden meestal in de bossen. Maar nu de heksenkoning was gestorven, was er een groot gevecht om de kroon. Er was nog een ander die wel wat in de kroon zag. Zij was de tovenares van de zwarte bergen. Niet veel zielen durften zich hier te vertonen. Ze zeiden dat het daar spookte. Op een dag had de tovenares zich verkleed als een arme vrouw in lompen. Ze klopte aan bij een huisje van de zwartvoetkabouters. Emiel deed open. Hij en zijn vrouwtje waren nog op, maar zouden gauw naar bed gaan, want het was al avond geworden, en zij hadden de lantaarn buiten al aangedaan. 'Wat kan ik voor u doen, mevrouw ?' vroeg Emiel. 'Ach, heeft u iets te eten en misschien een slaapplaats voor deze arme weduwe ?' vroeg de vrouw. Maar Emiel sloeg de deur keihard dicht. Hij had niets aan landlopers. Ze kwamen alleen maar om de boel op te vreten, en ze werkten niet. Maar toen werd de tovenares erg kwaad en veranderde weer in haar eigen gedaante. Weer klopte ze aan, en Emiel deed open. Maar dit keer kon hij niets uitbrengen. Hevig geschrokken liep hij weer naar binnen, terwijl hij de deur liet openstaan. 'Dat is beter,' zei de tovenares. 'Het is mij wel duidelijk dat je de kroon niet waardig bent.' Maar daar was Emiel niet in geinteresseerd. Emiel was een harde werker die van aanpakken hield. En hij zag er niets in om zijn hele leven op een troon te zitten. Eigenlijk was Emiel heel anders dan de andere zwartvoetkabouters. Zij waren dikwijls lui en verzot op geld en glimmende dingen. 'Ik heb je nodig, Emiel,' zei de tovenares. Een zwarte raaf kwam in het raam zitten. Het was de raaf van de tovenares. Emiel lag op de grond. Hij was flauwgevallen van angst. De raaf had zijn vrouwtje versteend. De tovenares begon te lachen. Ze zou Emiel en zijn vrouwtje meenemen naar haar slot, in de zwarte bergen. Hier zou ze een boos plan smeden.
33 Online Touch Home