325

'Mens allemachtig,' sprak de elvensmid. 'Dat ding is levensgevaarlijk ! Geen manier in leven en sterven dat ik dat ding tot leven ga wekken. Ik zou wel goed gek wezen.' 'Werk je voor de ijsdraken ?' vroeg de tovenaar. 'Ik ? Nee, hoor,' sprak de elf. 'Maar je komt een beetje te dichtbij met dat duivelse ding. Doe het weg, of ik sla het aan diggelen.' Snel stopte de tovenaar de klok van het speciale duistere kristal weer in zijn tas. 'Praatjes begin je me daar te krijgen,' mopperde de elvensmid. 'Alsof ik voor de ijsdraken werk.' 'Het was maar een vraag,' sprak de tovenaar. 'Maar wel een hele beledigende,' sprak de elvensmid. 'Dat je dat over mij durft te denken.' 'Ik dacht niks,' sprak de tovenaar. 'Ik vroeg alleen maar.' 'Ja, ja, ja, ja, het is goed,' sprak de elvensmid geirriteerd. 'Nou, zeg op. Hoe kan ik je helpen ?' 'Ik zoek onderdak tegen de sneeuw en de vorst,' sprak de tovenaar. 'Tevens vraag ik u de regenboog spiegel te herstellen.' 'Bij nader inzien lijkt me dat niet verstandig,' sprak de elvensmid. 'Het zal haar roepen, en ze heeft een hart van ijs.' 'Ze had vele kanten, niet alleen maar ijs,' sprak de tovenaar. 'IJs komt in vele vormen, jongen,' sprak de elvensmid. 'Ik ben ervan overtuigd dat het land van fee haar nodig heeft,' sprak de tovenaar. 'Ik ben ervan overtuigd dat jij uit je nek kletst,' snauwde de elf. 'Hoe meer ik in de scherven keek, hoe meer ik zag hoe gevaarlijk en duister ze is.'

326 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication