In Fonteinenland was er een wet dat als iemand herhaaldelijk moeilijkheden en overlast veroorzaakte, zoals boeven, draken en ander gespuis, en hun leven niet wilden verbeteren, dan liepen ze de kans om in slagroom veranderd te worden. Zo rekende Fonteinenland af met vervelende lieden. Slagroom werd ook vaak als oorlogswapen gebruikt, en oorlogen waren er veel. Ook waren er veel verschillende soorten slagroom. Prins Fontein bewaakte een heel groot receptenboek daarvoor. 'Plop, plop, plop,' één voor één werden er kersen in de slagroom gegooid. Een heerlijke geur verspreidde zich door Fonteinenland, maar op de muren renden de soldaten van de koning heen en weer. Ze hadden iets gezien. Er kwam een schip naar het land toe over de slagroom-rivier. Koning Fontein werd ingelicht, en ook prins Fontein, maar de koning begon te bulderen van het lachen. Hij zag de paniek op de gezichten van zijn soldaten. En ze zweetten kersensap. 'Nee, welnee,' zei de koning. 'Dat wordt geen oorlog. Dat schip, en dat zal ik je vertellen, heeft helemaal niets te maken met oorlog. Ik heb mijn gouden vogel gezonden naar het buurland, om ze een schip met spruitjes te laten zenden voor het grote diner. 'Plop,' daar vloog een spruitje door de lucht. En daar ging er nog één. Een woeste man stond voor de koning, met spruitjes in zijn haren. Zijn haren waren bijna groen, en ook zijn kleren waren bijna groen van de spruitjes. 'Dag Harro,' zei de koning. 'Fijn je weer eens te zien.' 'Ik heb ook tomaten voor u meegenomen, koning,' zei Harro. 'Heel goed, mijn jongen,' zei koning Fontein. 'Ik wist dat ik op je kon rekenen.' Na een tijdje stond de hele keuken propvol met dozen met tomaten en spruitjes. Toen de feestmaaltijd klaar was was het inmiddels vol in de eetzaal. Ook Harro was uitgenodigd. Prins Fontein deed het woord : 'Wij hopen dat het eten u overheerlijk zal smaken.' Iedereen applaudiseerde. De feestmaaltijd zag er geweldig uit. Koningin Fontein zat naast de koning. Zij had ook meegewerkt. Onder de tafel hield zij de hand vast van koning Fontein. 'Dat heb je goed gedaan, schat,' fluisterde koning Fontein haar liefdevol toe. De belangrijke gasten waren uit een ver land gekomen. Ze hadden hun prinses meegenomen, prinses Zoete Droom. Ze had een kroon met een half maantje erop, helemaal van goud, en ze had een schitterend gewaad, wit met allerlei kleine pareltjes en steentjes. Maar haar koninkrijk leed onder de terreur van een verschrikkelijke draak, en daarom was ze hier, om hulp en advies te vragen. Snikkend vertelde de prinses haar verhaal. De draak was een verschrikkelijk monster die ervoor zorgde dat altijd alle woorden werden omgedraaid zodat iedereen de verschrikkelijkste ruzie met elkaar kreeg. 'Lolak,' heette hij. Plotseling werd er op de deur van de eetzaal geklopt. Een sterke wind kwam naar binnen en plotseling viel iedereen tegen de vlakte. Een ijselijk gelach steeg op. Het was Lolak. Iedereen had het bewustzijn verloren, behalve prins Fontein, want die was direct onder de tafel gedoken toen de sterke wind binnenkwam. Snel trok hij zijn zwaard, en door de deuropening zag hij de nek van de draak. Snel wierp hij zijn zwaard in de nek van het beest, maar plotseling werd de prins door een klauw gegrepen. Ook de prins verloor zijn
47 Online Touch Home