64

De krokodillen brachten haar naar een rijk diep onder de grond, waar soldaten woonden die de zessen werden genoemd. De soldaten liepen een beetje krom en hadden vreemde gekrulde schoenen. Ze zagen er inderdaad uit als zessen. Hun koning was genaamd nummer één. Het meisje keek haar ogen uit in dit rijk onder de grond. Alles was hier prachtig : betoverde bloemen, en zoveel betoverde tuinen. Het meisje ging hier gewoon door met spelen, alsof er niets aan de hand was, en het was goed. De koning scheen erg van het meisje te houden, alsof het zijn eigen dochtertje was. De koning had ook een dochtertje, en dat meisje was genaamd ‘drie’. Drie en het meisje werden al snel dikke vriendinnetjes. De koning was erg tevreden. Hij gaf het meisje een eigen kamer in zijn kasteel, vlakbij de kamer van drie, zijn dochtertje. Ook de zessen waren erg dol op het meisje. Het meisje had een goed hart voor iedereen. Maar op een dag gebeurde er iets verschrikkelijks. De koning werd heel ernstig ziek, en iedereen was erg verdrietig. Er was nog maar één middel dat de koning zou kunnen genezen, en dat was de blajus-plant die in het land groeide waar het meisje vandaan kwam. De zessen legden het meisje uit waar ze dat kruid zou kunnen vinden. Een krokodil bracht het meisje weer terug. Het arme gezin was erg blij het meisje weer terug te zien, maar ze mocht nooit meer naar de vijver. Inmiddels was de echte vader van Spindruppeltje erachter gekomen waar zijn dochter was, en nam haar mee naar zijn kasteel. Om de vijver liet hij grote hoge gouden hekken bouwen. Maar het meisje wilde terug naar het rijk onder de vijver, om de koning daar te kunnen redden door de blajus-plant, het genezende kruid. Dat ze door een krokodil was gegrepen geloofden ze allemaal wel, maar dat er een rijk onder de vijver was geloofde niemand. En hoe ze ook huilde en smeekte, haar vader was niet om te praten. Hoe zou ze nou over die hekken kunnen komen ? Inmiddels stond bijna het hele kasteel van haar vader vol met blajus-planten, omdat het prinsesje daar om gevraagd had. Ook had het arme gezin een flinke beloning gekregen, omdat ze zo goed voor het meisje hadden gezorgd. Zij woonden nu ook in het kasteel, op een verdieping dichtbij de verdieping waar het meisje haar kamer had. Maar het meisje huilde veel. De koning zag dat het meisje niet gelukkig was, en gaf haar op een dag een vogel voor op haar kamer. Het was een sprekende vogel, en het meisje kon alles aan de vogel vertellen, ook over het verborgen koninkrijk. ‘Ik kan je wel over het hek brengen, hoor,’ zei de vogel, ‘geen probleem. Ik ben sterk genoeg, en ik kan heel hoog vliegen.’ En zo stapte het meisje op zijn rug, en de vogel bracht haar helemaal over het hek bij de vijver. Maar plotseling kwam het meisje erachter dat ze het blajus-kruid was vergeten. En één van de krokodillen greep de vogel en trok hem de diepte in. Nu kon het meisje niet meer terug. Nu moest ze wachten totdat iemand haar zou zien. Maar er gingen tijden voorbij, en het meisje begon erge honger te lijden. Op een dag kwam de vogel terug uit de vijver, en vertelde dat de koning van het verborgen rijk inmiddels was overleden. Het meisje begon erg te huilen, en zei dat het allemaal haar schuld was. Zij had immers het blajus-kruid vergeten. Maar de vogel zei dat vele zessen nu ook ernstig ziek waren, en ook het prinsesje drie. De vogel was teruggekomen om voor hen het blajus

65 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication