Maar toen de oude vrouw met het meisje meeging naar de koning kreeg de vrouw de schuld van alles, en ook haar liet de koning opsluiten, en zelfs het prinsesje werd in een kerker geworpen opdat ze niet meer zou ontsnappen. Alleen de krokodillen-vogel wist op tijd weg te komen, en snelde terug naar de krokodillen om alles te vertellen. ‘Dan zit er niks anders op dan het kasteel aan te vallen,’ zei de oudste krokodil. Eén voor één kropen ze in de ketel van de oude vrouw waar ze in zessen veranderden, en gingen in een groot leger gewapend naar het koninklijk terrein. ‘Gebruik groen, dan hoef je het niet meer over te doen,’ zei de krokodillenvogel die hen aanvoerde in de strijd. En zo werd het kasteel van de koning en zijn gehele terrein bedolven onder groene tranen. Toen het arme gezin wat zo lang voor het meisje gezorgd had erachter kwam dat de koning haar in een kerker had geworpen waren ze heel boos op de koning. Ze kwamen erachter dat hij in het geheim een boze tovenaar was, en ze vochten mee in het leger van de zessen. Maar de boze tovenaar was te sterk, en liet hen allemaal in de kerkers diep onder de grond werpen. De enige die kon ontsnappen was weer de krokodillen-vogel. Met een list kwam hij weer in het kasteel, en even later had hij de kerker van het prinsesje gevonden. ‘Spindruppeltje, Spindruppeltje,’ fluisterde hij. Het prinsesje was erg blij hem te zien. Zelfs in de gangen waar de kerkers waren groeide het blajus-kruid, en de krokodillen-vogel gaf het prinsesje wat van het kruid. ‘Hier, eet wat van het kruid,’ zei de vogel. ‘Dat zal helpen.’ Toen het prinsesje wat van het kruid at leek het even alsof ze krokodillen-huid begon te krijgen. En toen even later gingen wonderlijk alle deuren van de kerkers open. Het werd een grote optocht die over de trappen van de kerkergangen naar boven ging. ‘Vlug, naar de koninklijke vijver,’ zei de krokodillen-vogel die boven hen uit vloog. De vijver had heel helder water, en in de dieptes konden ze een stenen trap zien. Allen zwommen ze naar de trap, en door een luik kwamen ze uiteindelijk in het verborgen rijk terecht. ‘Hoe kan dat dan ?’ vroeg het prinsesje. ‘Ik dacht dat het verborgen rijk was vergaan.’ ‘Het is hier opnieuw gaan groeien,’ zei de krokodillen-vogel. ‘Maar hoe kan dat dan ?’ vroeg het meisje. ‘Nou gewoon,’ zei de krokodillen-vogel, ‘het is de bloesem van het blajuskruid, en dat groeit nu overal door het kasteel.’ En zo werd het kasteel vol van het verborgen rijk .... En de boze tovenaar ? Die hebben ze nooit meer teruggezien. Het prinsesje kwam hier ook het prinsesje drie tegen, en haar vader, koning nummer één, en vele anderen. Ook zag ze alle oude zessen weer terug, en ze leefden nog lang en gelukkig. Allemaal kenden ze nu het geheim van het blajus-kruid.
67 Online Touch Home