76

Tot hun grote schrik zien ze ineens hun meester achter tralies. ‘Meester, wat doet u hier,’ roept Klare. ‘Hoe kan u gevangen zijn terwijl u altijd les geeft op school.’ De kinderen waren diep geschokt en verbaasd. ‘Alleen overdag ben ik vrij,’ zei de meester. ‘Maar na schooltijd wordt ik weer opgesloten. Ze noemen me hier prins Vajak.’ ‘Oh, dus u bent prins Vajak,’ zegt Dirdos. ‘Maar wie is dan elf Mira, die beweert uw prinses te zijn.’ ‘Ze liegt,’ zei de meester, ‘zij is degene die mij opgesloten houdt en het lariksvuur bewaakt. Zij is heks Iamina, en het is bijna het uur van algemis, waarin ze in een monster zal veranderen, en dan worden we allemaal gebrouwen tot schoensmeer. Ze zal alles hier veranderen tot een grote ketel daarvoor.’ ‘Wat kunnen we doen ?’ vragen Doortje en Kere. ‘Prinses Schoensmeer,’ zegt de meester. ‘Zij is de dochter van de heks. De heks heeft haar verbannen tot diep onder de grotten. Zij draagt de traan der rozen. Dat is de enige sleutel die deze gevangenissen kan openmaken, maar jullie moeten snel zijn, want het is al bijna het uur van algemis.’ De kinderen begonnen nu toch wel erg bang te worden. ‘Hoe kunnen we prinses schoensmeer bereiken ?’ vroeg Dirdos. Maar de meester zei niks meer, en stond als bevroren daar. In de verte hoorden ze gelach. Dichtbij de gevangenissen was een trap. Eén van de kinderen rende er naartoe, en de rest volgde. ‘Kom mee.’ De trap ging dieper de grond in, en al snel kwamen ze bij een open ruimte, waar een huilende prinses zat, en ze was helemaal bedekt onder schoensmeer. ‘Jullie meester heeft mij vroeger geprobeerd te helpen,’ zei de prinses. Het was inderdaad prinses schoensmeer. ‘Maar mijn moeder sloot hem op.’ ‘Hoe kwam hij hier ?’ vroeg één van de kinderen. De prinses zweeg. ‘Ik kan niet naar boven,’ zei ze. Ze gaf de rozentraan sleutel. ‘Dit is alles wat je nodig hebt. Maar daar kwam ineens haar moeder aan. Het was de heks. ‘Hier met die sleutel,’ gilde de heks. ‘Hier ermee.’ ‘Moeder, alstublieft,’ zei de prinses. ‘Houd daar nou eens mee op.’ ‘Oh, ik deel hier de lakens uit,’ gilde de heks. ‘En het is bijna het uur van algemis.’ ‘Ren voor je leven,’ gilde de prinses. Maar de heks stond voor de trap. Ze konden geen kant op. De heks begon te grijnzen. ‘Nog even en jullie zullen allemaal omgesmolten zijn tot schoensmeer,’ zei de heks. ‘Toe prinses,’ zei Klare, ‘waarom kunt u niet met ons mee naar boven.’ ‘Red jezelf,’ zei de prinses, ‘ik kan niet gered worden, maar red de meester en alle andere gevangenen. Dat is alles wat ik van je vraag.’ ‘Nee,’ zei Klare, ‘vertel, zeg op, hoe kunnen we je helpen.’ De heks begon steeds dichterbij te komen. Sommige kinderen waren zo bang dat ze bijna

77 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication