375

Hoofdstuk 27. Het Hemelse Huwelijk in de Egypto-Talmoedische Context Telkens wanneer de mens zondigt pleegt de mens overspel, en brengt zo demonen voort, vruchten van een overspelige relatie met de zonde, de mamzerim. De relatie met God, uitgebeeld door het huwelijk, is ook om de valse ouderbanden te verbreken. De Talmoed heeft het erover in het boek Ketubot van de Nashim dat als de dood van een ouder optreedt in de voorbereiding voor het huwelijk, dan moet het huwelijk of uitgesteld worden, of eerder plaatsvinden. Afhankelijk van welke ouder het is, is er ook een geval dat het huwelijk eerder plaatsvindt, en dat er dan zeven dagen van het bruiloftsfeest zijn, en daarna zeven dagen van rouw, en gedurende deze dagen zijn zij niet alleen bij elkaar. Het zijn de dagen van honger, van vermindering, waarin zij eerst loskomen van de valse ouderbanden. Ketubot is de Talmoedische huwelijks-overeenkomsten. In Egyptische context hebben we het dan over Ketu, de baarmoeder, wijzende op Ser-ketu, de schorpioenengodin van de baarmoeder, die de mens steekt om de mens te vormen. Dit steken is ook om de mens te verbinden aan de godin en in de juiste relaties. Bot, de b't wortel wijst op de pottenbakker die Osiris vormde (bet), wat in de onderwereld gebeurde, in de aarde (ba-t). De baiu-ta zijn de zielen van de aarde, en baiti is de dubbele ziel, wat ook weer een beeld is van het huwelijk, want het gebeurt in de mens zelf, waarin twee delen van de mens met elkaar verenigd worden, waardoor de mens tot verlichting komt, tot bewustzijnsverruiming, tot kwaliteit in plaats van kwantiteit. De mens komt tot ba-t, en wordt afgesneden van het lagere, van het vorige, want de b-t is ook een mes, een godin van de oorlog en de jacht, Bata. De mens komt zo tot de dualiteit, tot de huwelijkstaal, de ba-t, het huwelijksgeroep, wat ook verbonden is aan de valkyries en Vayikra, de hebreeuwse Leviticus, het boek van de metaforische offers. Het huwelijk is zo'n offer, ook in de Egyptische context (but). De mens wordt in de Egyptologie door het huwelijk losgescheurd van zijn eerdere leven door de Beh-t vogel, als een soort opname. Het huwelijk is dus niet slechts een verzoening, maar ook een verscheuring. Het is de basis van het Egyptische en Israelitische woord voor huis, bet(h), wat verbonden is aan het Egyptische woord voor overvloed, bah-t. Het huwelijk is in de Egyptologie verbonden aan het koord of de slang met twee koppen aan elk uiteinde, de baa-taa. Bat, bati wijst op het Noorden, en was een naam voor koning van het Noorden. Het Noorden is een beeld van de verborgenheid, voor de opslagplaats, waartoe de mens toegang krijgt door het metaforische huwelijk, door de bath-opname, als een soort ballingschap (bath, vergelijk bayith, gevangenis in het Hebreeuws, en huis in de onderwereld). De mens sterft door het huwelijk een bepaalde dood aan het ego, want ba-t, huis, kan ook graf betekenen, en honing. Bathit was een titel van Isis-Hathor. Hathor is de godin van het huis, van de huiselijke overeenkomsten en dus ook van de huwelijksovereenkomsten, zoals het Hebreeuwse Ha-Thora de huwelijkswetten, plichten, rechten en overeenkomsten zijn tussen God en mens, wat oorspronkelijk dus een Egyptische hemelgodin is, godin van het hemelse huis en de vruchtbaarheid.

376 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication