39

uitgaat; voor altijd stijgt zijn rook op, van geslacht tot geslacht ligt het woest, tot in alle eeuwigheden trekt niemand daardoor. Vergelijk dit met Openbaring 19 : 1Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, 2want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist. 3En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden. En Openbaring 14 : 9En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, 10die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. 11En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt. Kijk dan naar Jesaja 63 waar Bozra ook voorkomt : 1Wie is het, die van Edom komt, in rood geverfde klederen van Bosra, die daar praalt in zijn gewaad, fier voortschrijdt in zijn grote kracht? Ik ben het, die in gerechtigheid spreek, machtig om te verlossen. 2Waarom is dat rood aan uw gewaad, en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? 3Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij, Ik trad hen in mijn toorn en vertrad hen in mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed op mijn klederen en ik bezoedelde mijn ganse gewaad. 4Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar van mijn verlossing was gekomen. 5En Ik zag rond, maar er was geen helper; Ik ontzette Mij, maar niemand bood steun. Toen verschafte mijn arm Mij hulp en mijn grimmigheid ondersteunde Mij. 6En Ik vertrapte volken in mijn toorn, maakte hen dronken in mijn grimmigheid en deed hun bloed ter aarde stromen. En vergelijk dit met Openbaring 19 : 11En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. 15En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. 16En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren. Bozra betekent kooi van lammeren, plaats van ontoegankelijke geheimen.

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication