Het NT loopt via het Aramees terug naar het Egyptisch, waar het vandaan komt. Vandaar dat ook de Filippenzen brief oorspronkelijk Egyptisch is. 1:1 - Paulus en Timoteüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan al de heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, tezamen met hun opzieners en diakenen. Het woord 'dienstknecht' is abad in het Aramees, de taal van Jezus, een dochtertaal van het Egyptisch, wat komt van het Egyptische abata met dezelfde betekenis. Ook de Egyptische wortel uba betekent dienstknecht, en uba betekent ook openen en penetreren, het binnengaan van een vreemd land. Het woord is in de Egyptische taal ook verbonden aan de metaforische sexualiteit die de relatie met God uitbeeldt. 1:2 - Tucht tot volmaaktheid zij u en vrede. Vrede is in het Egyptisch de dagelijkse leiding door een dagboek. 1:3 - Ik dank mijn God, zo dikwijls ik uwer gedenk. Voor de Egyptenaren is het geheugen de hemelvaart na de lange nacht van de vergetelheid. 1:4 - immers, in al mijn gebeden bid ik telkens voor u allen. Gebed is b-t in het Aramees, van het Egyptische n-t, wat hongeren en minderen betekent (n-t, nehet, nwt), en wat de betekenis is van het bidden. Een ander woord voor gebed is speru, wat ook de naam van een godin is die tegen demonen beschermde. Dit woord komt van de wortel sper, wat rib betekent. Toen Adam een vrouw kreeg vanuit zijn rib is dit dus in de Egyptische context dat hij een vrouw kreeg door het gebed, oftewel door het hongeren, het minderen. Ook sper, rib, betekent overigens gebed in het Egyptisch. Als tebh, gebed, is zij de wildernis godin van het gebed. 1:5 - wegens uw deelhebben aan de prediking van het evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. Deelnemen is setep of setepet in het Aramees, wat ook rechtstreeks vanuit het Egyptisch komt. Shetep is in het Egyptisch deelnemen, samenvoegen, en de sehetput zijn de verzoenoffers. Seheteput is de godin van het verzoen offer. Dit zijn dus zwaar heilige dingen. Men mag niet zomaar ergens aan deelhebben, en daarom is het deelhebben aan iets ook in het Egyptisch gelijk als het door vrees in de aarde zakken, oftewel de mens moet voorzichtig zijn, alert (ab). Prediking is in het Egyptisch verbonden aan het overstromen van de nijl en aan het werk van vroedvrouwen, van de godin van de vroedvrouwen, Hi-t, Hiti, Hitiu. Al met al was religie een filosofische taal voor de Egyptenaren die veel meer in de context van de natuur plaatsvond, als een natuur taal.
454 Online Touch Home