477

zoveel draden van kennis en zachtmoed, geweven door mijn wonden, totdat alles onder het roze zakt. 43. Nu ben ik dan in distelzee, de rozen steken mij, totdat ik ontwaak in tederheid, tot het zachte ben ik gedaald, tot onder het roze, waar rozen met spiegelend roze mij betoveren. Dit zijn dus dingen die gebouwd worden vanuit grote honger, natuurgebieden die voortkomen vanuit grote honger. Telkens als er iets opkomt brokkelt het eerst af, want het moet gezuiverd worden en passen. Dat is ook de boodschap van de Vur. Er is zoveel wat verzoend moet worden, maar dat kan alleen door de zuiveringen, en alleen door de honger. Het mag niet te duidelijk zijn, want dan trekt het parasieten aan. De mens moet leren de lange weg naar huis te nemen. Daar gaat ook boek 19 over, verder op het traject : 4. De vrouw met de boog kwam tot mijn stad, Zij had vier pijlen op haar boog, die zij gezamenlijk afschoot op mij. Dwars door de ramen gingen ze, en toen dwars door mijn hoofd. Zij nam mij mee, maar waar naartoe ? 5. Ik dacht terug aan de vrouw met de boog die mij mee had genomen. Zij bracht me naar een hoog gebouw. Het wiste mijn verleden. Het was net allemaal anders, en het kreeg nieuwe betekenissen. Ik was als op de golven van een woeste zee, die mij veranderde. Alles was anders. 7. Hier nemen de religies af, hier lopen de dimensies in elkaar over, als een zwaar vergif. De religies moeten dus de honger in. 8. Zoveel pijlen schieten er door mijn hoofd. Ik verlies mijn zicht. Ik kijk naar mijn hersenen, als naar bloesem, Ik ben niet meer in de zee. Dromend glijd ik in een oerwoud, als aan de drugs, maar het brokkelt af in mijn handen, totdat alleen een rode lijn overblijft.

478 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication