'Ook Colossi, het daaropvolgende boek, is een godin, een gepersonificeerd aspect van kennis. Het offer op het altaar is in de grondteksten een metafoor van het nomadische leven, van de brug, waardoor er ook contact komt met anderen. Saul (Paulus) verheugd zich hierin. Saul heeft zich in die zin geofferd aan Colossi. In de grondteksten komt het altijd weer neer op zelf-offering, en dit is altijd metaforisch. Het is een zinnebeeld van het toetsen, zodat alles zuiver blijft. Toetsen betekent analyseren, onderscheiden, de diepte ingaan. Toetsen is studie, en je niet laten misleiden door de oppervlaktes van de dingen. Daarom lijden wij in het leven, zodat we dieper en dieper kunnen gaan. Het kruis is de gevoeligheid die alle delen met elkaar verbindt, als een communicatie-systeem, tot één lichaam. Al deze dynamieken bevinden zich in jezelf. Het is je innerlijke zelf-familie. Dat is ook wat Colossi betekent : het grote, allesomvattende geheel. In de grondtekst staat Saul voor haar als voor een wild beest, en zij heeft meerdere koppen, die haar verschillende aspecten uitbeelden. Colossi is een vrouwelijk woord en meervoudig. Saul bewondert haar als een kerk, als een geheiligd lichaam, wat ook in de bijbel wel vaker als een vrouw wordt gepersonificeerd. Colossi is deels vrouw en deels beest, verbonden aan de natuur. In de diepte is dit net als Filippi weer een vrouw op een beest. In de Geneva bijbel, in Colossi, wordt het kruis beschreven als een triomferende strijdwagen. Het is een nomadische dynamiek, zoals de vrouw op het beest. Soms is het beest een beeld van de baarmoeder. Al deze dingen horen bij elkaar. Ook Colossenzen is een gevangenis-brief van Saul. Aan het einde ervan draagt hij de Colossenzen op zijn gevangenschap, zijn banden, te herdenken. Saul is in het beest om tot wedergeboorte te komen, tot de bevrijdende werking van het tot inzicht komen. Het is heel dualistisch, net zoals het boek Openbaring heel dualistisch is als het over de wilde beesten gaat. Het is een paradox van kunst. Het is om los te komen van de lagere aardse gewesten. Colossi neemt hem mee naar boven. Colossi gaat over de heilige spiegel, het spiegelbeeld van het onzichtbare goddelijke, waardoor de mens heen kan gaan om zo telkens tot een ander inzicht te komen. Colossi is daarom ook de vrouw met de spiegel. In de Vur wordt gesproken dat juist de spiegel de droom in stand houdt. Deze twee hebben elkaar nodig. Dit is een mooie demonologische dualiteit. De valse spiegel moet natuurlijk ingeslagen worden, zodat de valse droom wegvaagt, opgelost wordt. Saul spoort de Colossenzen aan om de dingen te zoeken die boven zijn, en laat zo ook de heilige spiegel daartoe zien. De Geneva bijbel stelt dat de redenen en de wil van de mens corrupt zijn (3:5). Saul stelt dat de mens zelf de heilige spiegel moet worden (3:10). De nieuwe (diepe) mens is die spiegel. Dit transformatie-proces geschiedt door de vernieuwing van kennis. Hierin vallen ook alle valse onderscheidingen weg. In de heilige spiegel zien we onze verloren aspecten en onze parallelle zelven. Ook het beest heeft een spiegel in het boek Openbaring. In de diepte is dat een altaar, wat ook het geheim is van onze meervoudige identiteit. In de latere vertalingen van de bijbel werd dit steeds eenzijdiger neergezet. Oorspronkelijk kwam het uit de Egyptische onderwereld boeken waarin de spiegel van Nun, de zee, de onderwereld opende naar de hemel, opdat Ra op kon staan, als de hemelvaart. In Openbaring maakte de spiegel dat het beest weer kon spreken. In het twaalfde nachtuur van het Egyptische Boek der Poorten dragen vier goden de spiegel waarmee ze de poorten van de onderwereld bewaken, en waarmee ze Ra tot rust laten komen in de baarmoeder van Nod. In het Amduat boek is het loongevend aan hen die deze mysterieuze spiegel kennen, en zij ontvangen hun akh, hun dubbel (metaforisch : broer), hun schaduw die hen bijstaat, hun parallelle zelf. De Amduat beschrijft deze spiegel als transcendent, iets van de wereld beyond, als een
490 Online Touch Home