18. Zij was het geheim. Zij leefde diep binnenin. Haar vellen lagen op de grond. Zij had een speer in haar hand, en zou de tent bewaken. Hier ontmoet hij de oorlogsgodin. Hij heeft geen compromissen gesloten. Hij is doorgegaan met ontcijferen en studeren, en zo kwam zij hem tegemoet en openbaarde haarzelf aan hem. We zien hier de speer van Saul, van de oorlogsgodin. Het is een ervaring van involutie na alle emanaties. 19. Ik kwam in mijn oude huis toen ik uit dit schilderij was gestapt. En het leek in de verste verten niet meer op wat het was. En wie had het geschilderd ? Het was een beroemd schilderij. 20. Ik werd wakker en ging naar de bibliotheek. Ik las boeken en raakte gehypnotiseerd. Ik stapte in het boek, of werd erin gezogen, en gleed weg. Schilderijen vlogen om mij heen. Ik ging een stenen trap op, waar ik haar zag staan, mijn innerlijke wond, met een mes en een speer. Ook had zij een boog met pijlen. Alles begon te draaien. Ik had geen kracht meer om op te staan. Ik was opgesloten in het boek. Ik nam het boek mee naar huis, en weer begon alles te draaien. Het was een betoverend boek. 21. Ik vond het boek gevaarlijk, en bracht het terug, maar ik kon mijn weg er niet meer uitvinden Maar het gele wil dus dat we telkens weer teruggaan, de natuurlijke penetratie, in uit, op neer. Ook moeten we alles blijven toetsen en met haar worstelen. We kunnen het proberen los te laten, maar het laat ons niet meer los. Dit is het beroemde schilderij. Het volgende boek, boek 23, de laatste jacht, gaat met dat thema verder. Durven we ook de dingen confronteren die we moeilijk vinden, zelfs gruwelijk ? We moeten het oplossen. 13. Hoe dan ook, het hoe en waarom van de jacht interesseerde mij. Het was een prachtig schilderij, dat schilderij op de zolder. 14. Sommige schilderijen die ze had waren echt luguber. Maar ik moest er gewoon meer vanaf weten. Het was een drang die ik niet kon tegenhouden. Mijn obsessie met indianen werd zo sterk. Wij moesten en zouden het geheim ontrafelen. 15. In mijn hoofd dansten de indianen een vurige dans, en als dat zo door zou gaan zou alles spoedig in vuur gaan. Ik kon mezelf er niet van losmaken. 16. Zowel de blanke als de indiaan waren vertrokken, naar hun eigen stukje natuur. Het bed was omringd met duizend deuren. Eén van deze deuren was de deur van verzoening, terwijl de anderen deuren waren van de dood. Ik was vastbesloten de juiste deur te kiezen. Ik had maar één kans. Ik ging op mijn gevoel af. Ik opende een deur en viel in een afgrond. Was dit de dood of de verzoening ? 17. Aan de andere kant van de afgrond kwam ik aan. Ik was trots op mezelf dat ik het had gered. Waar was ik nu ? Dood of levend ? Een vrouw droeg een kruik, de laatste jacht. 18. Ik staarde naar haar schilderij. Ze had het zelf geschilderd. Ze had een prachtige uitleg gegeven, zoals ik het niet zou kunnen doen. Ik had bewondering voor haar. Zij had een heerlijk boek geschreven. Andere boeken zouden mij steken. De jacht wordt in de tweede bijbel uitgelegd als iets metaforisch, namelijk het overwinnen, begrijpen, verwerken van het ego door de spiegelmetrie. In die zin is het dus de vruchtbaarheid van de natuur. Alles moet dus in kannen en kruiken komen door het spiegelmetrische onderwijs, totdat
499 Online Touch Home