140

Bamah betekent hoge plaats in het Hebreeuws, bergen, strijdveld, plaats van aanbidding, rand, het hoog zijn. Zij is de hanenhoedster, maar zij onderschatte haar eigen hanen, en zij keerden zich tegen haar in een zwak moment, waar ze zwaar voor moest betalen. En zo werkte ze aan haar eigen demonologie, want die moest nog geschapen worden. Het zijn obscure wezens, de dentinazi's, maar hierin zijn ze woest en hysterisch, de woestheid van autisten met een asperge-syndroom. Ze kunnen zich niet in de ander verplaatsen, alles draait om henzelf. Het zijn psychopaten, sociopaten. En Bamah kon ze alleen overwinnen en beheersen door haar eigen demonologische obscuriteit aan te wakkeren. Ook zij draait dus om diep autisme, maar dan het demonologische autisme. Het is dus een strijd tussen het lagere obscure autisme van het ego, en het hogere filosofische obscure autisme van het hogere ras. De hanen zijn dus katalysatoren van haar onderbewustzijn die nodig zijn om haar valse publieke bewustzijn te doven. Er zit dus een veel duisterdere psychologische betekenis achter. Hoofdstuk 44. De ontvoerde feutus en de openbaring van het oer-onderbewustzijn Ook obscuur naar jezelf zijn. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand denkt of doet. De mens is verstrikt geraakt in misleidend publiek bewustzijn. De mens moet terug naar het onderbewustzijn van het oer, want er is nu teveel bewustzijn. In de jaren 1900 begon het existentialisme op te komen : van bestaan tot essentie. Eerst moest de mens in het bestaan geworpen worden, om daardoor tot de essentie te komen. Het bestaan was een soort filosofisch kruis, de filosofische woestijntocht tot het beloofde land, en die tocht was noodzakelijk. Maar de schepping was nog niet gekomen. Het was het bestaan nog niet, maar het onbestaan, de onschepping, de nachtmerries van de feutus. De mens greep veel te snel naar allerlei vals bewustzijn, ook vals collectief bewustzijn, en daarom moest de mens eerst terug tot het onderbewustzijn. Maar de mens wilde feesten. En zo ontstond de onschepping. Er gaat dus nog wat vooraf aan de onschepping, en dat is het oer-onderbewustzijn. Alleen in het oeronderbewustzijn zou de ware schepping kunnen komen. De mens moest dus een verdieping lager.

141 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication