DE NEDERDUITS GEREFORMEERDE DOGMATIEK DEEL III coab 2019 boeken van de paradijs aarde rgg 1970-2021 NEDERDUITS GEREFORMEERDE KERK 1970-2024 2024
De Logistieke Filosofie COAB 2019 Hoofdstuk 1. Rigil Kent in de tweede bijbelse poëzie Hoofdstuk 2. De Ontwaking van Job Hoofdstuk 3. Stierf Jezus wel werkelijk aan een kruis ? Hoofdstuk 4. De Tijd Vliegt en Liegt Hoofdstuk 5. Diepere betekenissen van Kaïn en de slang van mozes Hoofdstuk 6. Bespreking van ons 1994 artikel 'De Overwinning over Gog' Hoofdstuk 7. Paulus en de verborgen Godin in het NT Hoofdstuk 8. De Rivier van Vergetelheid Hoofdstuk 9. De Vrouwen van Adam en een ander scheppingsverhaal in het Judaïsme Hoofdstuk 10. Na Rigil Kent - Het probleem : dimensie overlapping Hoofdstuk 11. Het nut van een identiteits crisis Hoofdstuk 12. Het ontstaan van dimensie overlappingen Hoofdstuk 13. De Sexuologie van de Gnosis Hoofdstuk 14. De Drie-enige Godin van Adam Hoofdstuk 15. Het Stoïcijnse Pad van de Eenling Hoofdstuk 16. Nut of Geluk ? Hoofdstuk 17. Overeenkomsten en verschillen tussen de stoïcijn en de christen Hoofdstuk 18. Het stoïcisme als vergeten en verloren geraakt fundament van het christendom Hoofdstuk 19. De Stoïcijnse drie-eenheid Hoofdstuk 20. De stoïcijnse natuurmotor Hoofdstuk 21. De Stoïcijnse filosofie versus het zout komplot wat de aarde bedreigd en allang heeft ingenomen Hoofdstuk 22. Het zout alarm in de stoïcijnse filosofie Hoofdstuk 23. Logos in de cryptosofische amazone filosofie
Hoofdstuk 24. Diepere betekenissen van de heracles mythologie ook in verband met het christendom Hoofdstuk 25. De diepere betekenis van het tweede werk van Heracles Hoofdstuk 26. De varkensjacht Hoofdstuk 27. Auschwitz en het verloren varken Hoofdstuk 28. Sobibor - de heilige graal van de tweede wereldoorlog Hoofdstuk 29. De tweede wereld oorlog nu Hoofdstuk 30. Creative Energy Life Hoofdstuk 31. De man erger dan Hitler - Josef Mengele - Fuhrer van de medi-nazi's Hoofdstuk 32. 1940 - het leugenjaar Hoofdstuk 33. Het hogere ras van Nietzsche en de verloedering van de Nietzcheaanse filosofie Hoofdstuk 34. Nietzsche en het Nooitgemaakte Hoofdstuk 35. Nietzsche en het op de deur kloppende Nihilisme Hoofdstuk 36. Napoleon en de eeuwige obscuriteit Hoofdstuk 37. Het wachten op het napoleonitische visioen Hoofdstuk 38. Napoleon en de nachtmerrie van de feutus en het herstel van het moederschap Hoofdstuk 39. Napoleon en de perseusische spiegel Hoofdstuk 40. Stofzuiger fabrikanten uit de hel Hoofdstuk 41. De kruistocht tegen de demonologie Hoofdstuk 42. De logistiek van de demonologie Hoofdstuk 43. De nachtmerries van de feutus : Bamah en de zwarte hanen Hoofdstuk 44. De ontvoerde feutus en de openbaring van het oer-onderbewustzijn Hoofdstuk 45. Het lek in de eenling filosofie Hoofdstuk 46. Het Areta Kruis Hoofdstuk 47. De werken van heracles als oer-medicijnen Hoofdstuk 48. Areta en de zwart-witte hanen Hoofdstuk 49. Het oog Hoofdstuk 1. Rigil Kent in de tweede bijbelse poëzie De kennis fluistert, in golfbewegingen, van zachter naar harder naar zachter, om de openstaande mens te onderwijzen. Hier is veel buitenaardse activiteit mee gemoeid. Het zijn als abstracte bedrijven of samenlevingen waar je aandelen bij kunt hebben om delen in de winst, ook als een soort verzekering, waarvoor je dus een bepaalde belasting betaald. Die belasting is puur voor herkenning, als een token, dus zwaar cryptisch. Die tokens liggen door ons hele leven heen. Het kunnen bepaalde gebeurtenissen zijn, herinneringen, of zelfs hele kleine details die ieder ander mens over het hoofd zou zien.
Zo kom je tot het gat van Rigil Kent, tot de kern, waar alle overlevingsdrangen van de mensheid naartoe leiden. Overleven kun je in kennis. Overleven kun je door kennis te worden. Zo komt de mens langzaam tot de eeuwige kennis door laag voor laag af te pellen. Er is buitenaardse hulp. Er wordt veel buitenaardse hulp geleverd in allerlei vormen, op allerlei manieren, en de belasting is puur de tegenreactie, als onderdeel van de communicatie, waardoor het zich kan inhaken. Daarom wordt de mens dus gestoken door de insecten van de rode Rigil Kent kern, als injectie naalden van de hogere natuur dokters. Daar kun je even naar van zijn, maar het wekt je op en geneest je. Ook in de poëzie van de tweede bijbel wordt er ruimschoots aandacht geschonken aan Rigil Kent, als 'de planeet der planeten' : 'Ik ken een plaats waar het zwarte sap stroomt, van een zwarte heuvel, diep in Rigil Kent, daar, diep binnenin, en aan het einde van die tunnel stroomt het rode sap, allemaal om je te doen ontwaken binnenin. Het maakt je verstand zo pluizig, en dan raak je een sleutel aan die je niet eerder zag : koud geweten.' Dit gaat over de rode kern van Rigil Kent, en over de verstoffelijking van het verstand, als een zachte natuurstof waardoor de mens weer kan absorberen. Het koude geweten betekent dat het geweten niet meer reactief is naar aardse wetten, maar alleen maar naar de wetten van de rode kern van het heelal in Rigil Kent. Het wordt ook in verband gebracht met de fluisteringen van de natuur, die als dobbelstenen zijn. Het zijn dus orakels. Op een strategische, gecodeerde manier worden er boodschappen overgebracht die zo niet onderschept kunnen worden. Dat is dan symbolisch de belasting die je betaald. Deze belastingsystemen zijn er dus voor om de mens te beveiligen. De mens moet weer gevoelig worden voor de belastings-systemen van de rode kern van Rigil Kent, van de natuur. Het is onderdeel van de immunologie van de natuur. Dan wordt er gesproken over een fluisteringen fokkerij, wat precies daarover gaat. Daar zijn ook 'bakkers' voor, die in deze fluisteringen ook wonen, en zich erin verbergen. Het is een rijpings proces, en de natuur kent de perfecte timing. Hiervoor zijn de spelletjes die zij spelen dus ritueel, als stricte natuurprocessen. Zelfs onze gezichten zijn op hun kaarten, wanneer zij kaartspelletjes spelen, en als zij natuurverjaardagsfeesten hebben, die overigens tegengesteld zijn aan aardse verjaardagsfeesten (omdat niet een materieel jaar de mens doet verjaren maar het verdienen van kennis), dan zijn onze gezichten de 'vlammetjes' op hun verjaardagskaarsen. Er wordt gesproken over een zeer wrede biljart kamer, maar het is allemaal namaak. Ze simuleren een heleboel, om de mens eruit te halen. Ze hebben alles nagemaakt, als een spookhuis. Als je vriend je vijand speelt, dan is het om je te genezen. Hij komt daar binnen als een spion, om jou eruit te halen. De mens mag dus gevoelig worden voor deze natuur-tekens. De mens kwam hier door de zwarte steen van de scheiding, stelt de tweede bijbelse poëzie vervolgens. Dat kan van alles zijn. De mens werd ergens van afgescheiden en toen begon het hele circus, maar het was om je het gezicht van de bakker te tonen, al zijn gezichten. Vandaar dat het thema 'de bakkerman's gezichten', of 'de vele gezichten van de bakker' telkens weer terugkeert in de tweede bijbelse poëzie. Het zijn spiegels. Kun je erin kijken om de boodschap te ontcijferen ? Uiteindelijk wordt er dan gesteld dat je zelf de bakker bent, en in een gevecht was met een vrouw genaamd 'de zwarte weduwe', wat ook de naam is van een spin. Het is een zwart sap, maar het wekt de mens op tot de rode bloemenvelden diep binnenin.
Het zijn allemaal spelletjes. Hiervoor is een spelletjes museum waar al die automaten staan. De mens raakte erin verdwaald, en moet de spelletjes leren spelen, signalen leren herkennen. Het zijn prehistorische automaten, die eigenlijk niet eens meer werken, maar die vele verhalen dragen. Verderop wordt er gesteld dat het uit de verhalen tas van de grote peer kwam. De peer is een beeld van het oerzaad. Deze peer is als een doemprofeet, en het wordt alleen maar erger. Hij is op weg naar het museum. Hij moet hiervoor door het verlammende en verblindende verkeer en de verkeerslichten. Hij bestrijdt het met zijn horloge en zijn kompas, waarvoor hij zwarte kristallen verzamelt. Hij moet wel, want anders verkopen zijn horror-films niet. Ondertussen verkoopt hij zijn verhalen aan de vogels, die daardoor direct verstenen, want zo kunnen ze in het museum terechtkomen. Allemaal willen ze naar het museum. De grote peer heeft ook een kermis, en hij moet voldoende bezoekers aantrekken, wat alleen maar kan door een goed spookhuis. Zijn geheim is een zwarte raaf in zijn hart, het duisterste muziekstuk ooit. Hij nam het uit Rigil Kent. Dan wordt Rigil Kent de 'planeet der planeten' genoemd, waar alle kinderen genezen worden, omdat iemand de aandacht nam en de tijd voor hun duisterste putten. De grote peer beschrijft het hart van ieder kind met groot gemak, en negeert hun diepste pijnen niet. Hij toont het mes op het scherm, en ook degene die de misdaad heeft gepleegd, en dan verschuifd hij alles op het scherm totdat het het zachtste sprookje is. Alles, maar dan ook alles, wordt tot plastic. Dan staan er twintig kleine plastic draakjes op je kamer, voor de sier, als speelgoed, in een box voor miniatuurtjes. Ik had het vroeger ook in mijn kamer hangen. Ik verzamelde plastic figuurtjes. Het gaf me rust. En dan denk je : 'Wat was het probleem nu eigenlijk ? Dit is alles wat ervan is overgebleven.' Hoofdstuk 2. De Ontwaking van Job Numeri 21 4Toen zij van de berg Hor opgebroken waren in de richting van de Schelfzee ten einde om het land Edom heen te trekken, werd het volk onderweg ongeduldig. 5En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te sterven in de woestijn? Want er is geen brood en geen water en van deze flauwe spijs walgen wij. 6Toen zond de Here vurige slangen onder het volk; die beten het volk, zodat er velen van Israël stierven. 7Daarop kwam het volk tot Mozes en zeide: Wij hebben gezondigd, want wij hebben tegen de Here en tegen u gesproken; bid tot de Here, dat Hij de slangen van ons wegdoe. Toen bad Mozes ten gunste van het volk.
8De Here dan zeide tot Mozes: Maak een vurige slang en plaats die op een staak; ieder, die daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven. 9Toen maakte Mozes een koperen slang en plaatste die op een staak; en wie, wanneer een slang hem gebeten had, op de koperen slang de blik richtte, bleef in leven. Het volk wilde niet hongeren in de wildernis, wilde niet minderen om het hogere te ontvangen. Neen. Het volk wilde het vele. Ze verlangden terug naar de vleespotten. Ze konden het leven in de wildernis niet waarderen, en kenden het ook niet. Er kwamen toen slangen om hen te bijten, en ze moesten terugkeren tot de slang, wat een beeld is van het hongeren, het wurgen van het ego wat altijd maar meer wil. Uiteindelijk was het de slang die hen uit de slavernij had gevoerd, zoals de staf van Mozes telkens in een slang veranderd. De honger, het minderen, had hen dus uitgeleid en in deze wildernis gebracht. Maar nu werd hun ego gewurgd, en dat ging hen te ver. Zo was er een zuivering in het volk, want alleen degenen die terugkeerden tot de slang bleven in leven. Wat hield dit ten diepste in ? Ten eerste dus : 'meer' is niet de weg. 'Minder' is de weg. Velen willen deze prijs niet betalen. Eigenlijk is het maar een enkeling die deze prijs betaald, geheel volgens de strategie van de natuur in de natuurlijke selectie, die al in de jaren 1800 door Nietzsche en Darwin werd gepredikt. Dat was een zware boodschap voor de kerkelingen die altijd maar familie-zuchtig en groeps-zuchtig waren, altijd maar meer kerkzieltjes wilden hebben. Zo voelden ze zich beter over zichzelf. Ze konden de vleespotten niet loslaten. Ze wilden de slang van Mozes, de slang van het minderen en de wurging van het ego niet. Zij aanbaden het collectieve ego, en noemden het God. De meerderheid is altijd weer hun excuus, altijd weer hun kompas. Dat is het wezen van de stad. En altijd volgen ze na wat een ander zegt : 'Er staat geschreven.' Dat is voor hen voldoende bewijs. Want ziet u, de meerderheid is immers de gemakkelijkste weg, want dan hoef je ook geen weerstand te bieden. Eigenlijk bent u dan al dood, als u de weg van de meerderheid begaat. Laten we eerlijk wezen. Het minderen is het wonder van de natuur. Juist dan gaan je ogen open voor de rijkdom van de natuur en wordt je creatief. Je gaat leven, ja, zelfs eeuwig leven. Het is niet makkelijk, het is hard werk, maar zeker niet saai. Je neemt depressie dan op de koop toe, want het beschermt je, en zondert je af van de dode massa's. Het is een teken dat je nog uniek bent. Een teken van leven en creativiteit. Je wilt namelijk geen losbol zijn. Restricties doen nu eenmaal pijn, maar het heeft een reden en is een boodschap. Beugels doen pijn, maar het houdt je op het pad. Zo groei je niet scheef en krom zoals de clowns in de stad. En de slang is een beeld van flexibiliteit. Je vind je weg er wel doorheen. Altijd weer vind de slang een uitweg. Het is een paradijselijk principe. Genesis 49 17De stam van Dan zal een slang op de weg zijn, een hoornslang op het pad, die in de hielen van het paard bijt, zodat zijn berijder achterover valt. De d'n wortel in het Israelitisch, van de stam Dan, is de exegese, de schriftuitleg, het pad van de inwijding door deze mythes. De d'n wortel is ook verbonden aan eDeN, d'n, het paradijs, en in het Westen, in de Germaanse mythologie aan oDiN, d'n. Dit is dus de slang, de wurgketen van het ego, wat verder ook beschreven wordt in de grondteksten van het paradijs verhaal, want ook Adam had
zo'n wurgketen om z'n nek. In het Aramees kreeg ook Jezus zo'n wurgketen om zijn nek. Het trekt de mens mee naar een andere wereld. Het is een beeld van het minderen. Daarom was het paradijs ook geen luilekkerland, maar een wildernis met restricties in de grondtekst. Het is de abstracte 'onderwereld' waar je toe komt als je ego sterft. Die kun je dus nu al binnengaan. In de grondteksten was Ijove (Job) iemand die in contact stond met de onderwereld, de erets. 12 :8 zegt : 'Spreekt tot de onderwereld (erets), en het zal je onderwijzen.' In 10 : 9 roept het stof van het paradijs hem, de aphar, om hem te bedekken. De wildernis roept hem, opdat hij contact heeft met de aarde en door haar bedekt is. Hij krijgt dromen en visoenen die hem angst aanjagen. Hierom verlangt hij naar de honger en de wurging (7: 14- 15). In tegenstelling tot het volk verlangt hij naar de slang van Mozes, naar de wurgketen van Adam. Hij wil het vele niet. Hij wil niet horen bij Sodom en Gomorrah. Hij is een eenling. Hij is een afgezonderde. Hij zou moeten gaan slapen in het stof van de paradijselijke onderwereld, de paradijselijke wildernis, wat dus allesbehalve een hedonistische tuin van losbollige vreugde is, zoals het in het Westen vaak wordt neergezet (:21). Om aan het vele te ontkomen moest hij komen tot de besnijdenis, ook de hoofd-besnijdenis (19:26). In 9 : 18 wordt de heilige wurging van het ego beschreven : – God zal mij niet adem, ruwach, laten ontvangen, maar zal mij vullen, verzadigen, saba, met bitterheid in de ziel. Adem (ruwach, geest) was maar een tussenstap, en het zou van Ijove weggenomen worden nadat het hem tot de wildernis had geleid, zoals ook de geest in het NT tot de wildernis leidt, tot de volle waarheid. Het is een onderpand. 10 : 1 – Ik zal spreken in de bitterheid van mijn ziel, nephesh. Die ziel werd ook aan Adam in het paradijs geschonken, en hier aan Iyove. De ziel is in de grondtekst de honger, de restrictie en discipline van het minderen. De honger wekt een andere vibratie op. Ijove moest nomadisch leven, alles achter zich laten, trillend en bevend door de wildernis, om in die andere vibratie te komen, nuwd. Abbadown, de vernietiger, oftewel b-dan, het hart van Dan, het hart van de slang, van de wurgende honger, stond naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van God (26 : 6). Zij zou op jacht gaan naar Ijove om hem terug te brengen tot de paradijselijke wildernis. Ook Ijove was naakt hier vandaan gekomen, en moest er weer naakt tot wederkeren. Dat wil zeggen : zonder compromissen, zonder bedekkingen, zonder reserves. Naaktheid is een beeld van de honger. (1 : 20-21 ) In het boek Openbaring bewaakt Abbadown de oerafgrond, de baarmoeder. Iyowb werd geplaagd door dromen en visioenen die hem angst aanjoegen. Dit was zo erg dat hij de hongerdood en de wurging verkoos boven het leven (7 : 14-15). In het Aramees staat er dat hij naar Abbadown verlangde. Hij wilde het kloppende hart van de honger leren kennen, de bewaker van de baarmoeder van de wildernis. Dit is dus in principe de exegese van het thema 'de slang' in de bijbel, het wurgtouw om het ego een halt toe te roepen. In het Aramees verlangt Iyowb niet alleen maar naar Abbadown, maar onderzoekt haar ook.
Het hart van de honger is natuurlijk de heilige gebondenheid, oftewel de natuurlijke selectie, de uitverkiezing van de natuur. Dit is het hart van de slang, de inventaris van de natuur. Hiertoe werd Ijove door dit alles gedreven. Zijn tong begaf het in dit proces en hij kreeg een wachter van de mond. De Romeinen maakten Jove tot hun god, en het werd het fundament van de huidige beschaving, maar ze maakten een bespotting van Ijove, want de huidige beschaving is gebouwd op het fundament van het hedonisme, niet de honger. De stropdas werd het symbool voor de elite, wat een bespotting is van de heilige wurgketen. Alles wordt in de lagere aardse gewesten verkeerd voorgesteld, en de betekenissen zijn verloren gegaan. Hoofdstuk 3. Stierf Jezus wel werkelijk aan een kruis ? Ik doe al vele jaren onderzoek naar de Kaïn en Abel mythe, en als kind werden we met dit verhaal bijna doodgegooid, over Kaïn die zijn broer Abel vermoord, maar dat staat er helemaal niet in de Israelitische grondteksten en in de Egyptische wortelteksten. Ik heb er al veel over geschreven, maar Abel is Hobel in het Hebreeuws en betekent 'adem', en het is een schaduw van Kaïn, namelijk zijn ego, en dat moest sterven. Het komt regelrecht uit de Egyptische onderwereld boeken. In het zesde of zevende uur van het boek der poorten, het uur van khaen of qan (vgl. qayin, hebreeuws) zien we de gemummificeerde god q'n of aqen staan met een touw om zijn nek, en er komen telkens schaduwen uit hem voort, als beeld van het ego, en daarom moet er voortdurend aan het touw getrokken worden, opdat het ego hem niet kan overnemen. Dit is dus het heilige wurgtouw, waar ook Jezus aan hing in het Aramees, en wat ook Ijove en Adam hadden. Dit is dus het orignele verhaal van Kain en Abel, zijn ego adem, zijn schaduw. Het wurgtouw is er om hem te beschermen. Het is iets metaforisch natuurlijk, niet letterlijk, zoals al die verhalen. Dit touw ontstond in de Egyptologie door het Woord, wat voortkwam uit de mond van kaen, en het bracht de uren voort. het was het touw van tijd. Eerst werd het beschreven als slang, maar toen als touw. Er is dus een bepaald ritme van het touw. Het kruis kon in het Aramees ook paal en galg betekenen, zkp, zowel gekruisigd als gehangen. Soms wordt het woord saliba gebruikt, wat ook weer kruis, paal of galg, hangpaal, kan betekenen. saliba : Marcus 10 21En Jezus, hem aanziende, kreeg hem lief en zeide tot hem: Eén ding ontbreekt u, ga heen, verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom hier, neem uw wurgtouw met u mee en volg Mij.
Lukas 14 27Wie niet zijn wurgtouw draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. zkp : Filippenzen 2 8En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood van het wurgtouw. Khn, kahen, kaen is in het Aramees de dienstknechten van de tabernakel, en als ik aan het qan mysterie van Egypte denk, dan denk ik ook direct aan het beloofde land Kanaan, waar het overblijfsel van het volk wat de slang van Mozes had aangenomen, het heilige wurgtouw, binnen zouden treden. Ook denk ik dan aan Kana waar Jezus water veranderde in wijn, en ik denk aan Noach's wijngaard die hij kreeg na de zondvloed. Spreuken 1 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals. Spreuken stelt dat we daarom de halsketenen, het wurgtouw, moeten ontvangen, om ons te beschermen tegen de tuchteloze onkunde. Het is tegelijkertijd een sieraad, de yayu, of y'yw in het Aramees. Yw-ove, Jah-ove, betekent in die zin 'het wurgtouw van Ijove (Job)'. Zonder dit wurgtouw is er geen leven mogelijk, en ook geen sieraad. In het Hebreeuws is dit in Spreuken de anaq. Ook dit komt regelrecht uit het Egyptisch, als een symbool van leven, en het teken is een nekketen, of kruis met een lus eraan. Ook is het een symbool van eeuwig leven. De anaq was alreeds de gebondenheid en de beperktheid in Egypte, de restrictie, ter beveiliging van de mens, als onderdeel van het onderwijs. Het was een onderdeel van de Egyptologische demonologie. Het is één van de bekendste symbolen van Egypte, maar slechts weinigen weten wat het inhoudt. In het Aramees is de halsketen ervoor opdat de mens niet vergeet en niet afwijkt. Het is een sieraad van leidende kennis, als een gids op het smalle pad door de enge poort. Heeft u dit sieraad al ontvangen ? Heeft u al naar dit sieraad leren luisteren ? Hoofdstuk 4. De Tijd Vliegt en Liegt Waarom is er zoveel pijn op aarde ?
Er is gerommeld met de chronologie, met tijdsduur, snelheden van tijd, maar ook de richtingen van tijd. Er zijn ook tijd-terugdraaiers, een vorm van de backwards. Je denkt dan dat je voorwaartse tijd beleeft, terwijl je in principe achterwaarts gaat. Dat kan problemen geven, en je ziet de dingen dan niet helder. Het zijn van die smiechterige truukjes die in de matrix plaatsvinden. Als je bijvoorbeeld vast zit in een herinnering, en het wordt telkens maar weer in je hoofd nagespeeld, laat de herinnering dan eens achteruitlopen, en zie waar je terechtkomt, want je komt dan bij een tijd aan waar je die herinnering nog niet had. Het terugspoelen van tijd, hoe doe je dat ? Je moet allereerst beseffen dat dingen soms voorwaarts lijken te gaan, terwijl het achterwaarts gaat, dus de ware herinnering zou dan de tegengestelde opname zijn. Je doorleeft het dan achterstevoren om het weer recht te krijgen. Zet eerst alles in de slow motion en begin het dan heel langzaam om te keren. Je gaat dan heel langzaam achteruit door die herinnering heen, waardoor je uitkomt bij de tijd dat die herinnering er niet was. Het lijkt dan dat je een stuk jonger wordt, maar dat is niet zo. Je komt dan misschien aan op een eerdere herinnering van veiligheid en geluk, maar dit was dus een latere herinnering, omdat het namelijk was omgedraaid door de matrix. Die herinnering gaat dan een hele andere kleur krijgen, een hele andere indeling en een hele andere context, want juist nu komt ook die herinnering vrij. Je gaat dan de ware volgorde zien. Alles is al gebeurd, lieve mensen, maar de mens is in zo'n diep gat van onbewustzijn gegaan dat de mens het niet meer beseft. Je komt dus tot veel eerdere herinneringen, die dus eigenlijk latere herinneringen zijn. Dan mag je ineens beseffen dat als je de volgorde helder krijgt, dan is er meer natuur in die herinnering. Dan zijn dingen anders, want dan kom je tot je ware kernen, en besef je dat waar je in opgesloten was slechts een schaduw was. Je neemt een nare herinnering, en spoelt het terug, laat het teruglopen, tot een eerdere herinnering, die dus later was, en die vertelt dat je het probleem hebt overwonnen. Natuurlijk is dit niet eenvoudig, want er zijn vele lijnen van herinneringen. En die lijnen zijn allemaal beveiligd door codes. Maar je mag er aan vasthouden dat de tijdsbeleving hier op aarde niet de ware tijdsbeleving is. Je mag komen tot diepere tijd. De sleutel ligt niet verborgen in het verleden zoals het was aangeboden. Er lag namelijk nog iets voor, wat geprojecteerd werd als een later verleden, terwijl het een eerder verleden was, en je een fundament gaf. Je moest zaaien en toen liep je vast, maar je moet terug, tot de involutie van tijd, de oorspronkelijke tijd. Dan ga je dingen in het verleden zien die altijd langs je heengleden, dingen die verborgen werden gehouden voor je. Het is de ontwaking tot het ware verleden. Dus je loopt niet zomaar terug naar het verleden, want dat is een mijnenveld. Het kan een bepaalde droom zijn waar je naar teruggaat, een bepaalde dagdroom of een fantasie die je als kind had. Ken je de piek van je probleem, de climax, waarin het probleem wordt opgelost, verhelderd ? Het ligt dieper in het verleden, want daar liggen de dingen die erna kwamen. De matrix bestempelde het als ver verleden, maar het is dichtbij verleden. Je probleem is ver verleden. Ze hadden alles omgedraaid. Allemaal omkeer technieken. Maar je mag het terugdraaien.
Hoofdstuk 5. Diepere betekenissen van Kaïn en de slang van mozes Vannacht had ik een droom over het ouderlijke huis in de ouderlijke slaapkamer waar een man genaamd Malang hele speciale drop verkoopte. De dropjes waren heel groot en stelden bijbelboeken voor, zoals één dropje stelde Numeri voor, 'in de wildernis' in het Hebreeuws, bemidbar. bemidbar kun je ook ontleden als b-m-dbr, als het woord (dbr, hebreeuws) van de voet, de nomadische (b, egyptisch) eenzaamheid (mau, egyptisch). Een heleboel mensen vrezen daarom de wildernis, omdat het een beeld is van de eenzaamheid waar je je niet meer achter een groep, een masker, kunt verschuilen. Het is een beeld van de naaktheid, de ontmaskering, de openbaring. Ik besefte me dat deze ontmoeting heel lang geleden was, en ik kocht tien grote dropjes van de man, en had er al één in mijn mond gedaan. Hij zei toen dat de prijs honderd euro was, dus tien euro voor een dropje. Ik was boos dat de prijs zo hoog was, maar ja, het waren bijzondere dropjes. Ik vroeg hem waarom hij de prijs zo hoog had gemaakt, of het niet goed met hem ging ofzo, omdat sommigen hun prijzen verhogen als het niet goed met hen gaat. En toen gaf hij een wazig verhaal over dat dat weleens zo kon zijn. In ieder geval moest ik deze dropjes wel nemen, want er zaten belangrijke stoffen in, dus heb ik uiteindelijk die hoge prijs betaald. Het was voor het goede doel. Daarna had ik een droom dat mijn huis veel groter was in natuurgebied. Er werd gebeld, en ik was nog maar half wakker. Ik wist dat ik eigenlijk nog zou moeten dromen, maar ik deed toch de deur open. Er stond een groep mensen met een jongen. Ze konden de jongen niet meer herbergen, of wilden het niet. Zijn zussen waren er ook bij. Hij vroeg of hij bij mij onderdak kon krijgen. Ik zei dat ik hem nog niet kende, en dat ik nare ervaringen had met zomaar mensen in huis te nemen, dus dat ik hem eerst wilde leren kennen. Ik zei er wel bij dat ik hem zou helpen voor een oplossing. Ik was nog maar half wakker, en ik besefte dat ik ook allerlei opvang centrums had voor daklozen, dus daar zou hij ook naartoe kunnen. Ik ontmoette toen de godin Numeri, wat dus een wildernis dynamiek is, als de godin van de eenzaamheid, maar de eenzaamheid is slechts een beeld van het persoonlijke contact, de persoonlijke ervaring, met de wildernis. We kunnen ons in die zin niet achter de ander verschuilen, of zeggen : 'Oh, die en die heeft het gezegd, dus zal het wel waar wezen,' of 'daar en daar staat het geschreven, dus moet het wel de waarheid zijn.' Neen. De mens moet 'alleen' komen. Daartoe was de slang in de woestijn gekomen, het touw in de woestijn. Het was het touw van de eenzaamheid, van de persoonlijkheid. De mens moest stoppen 'de groep' als een excuus te gebruiken. In het Egyptisch wordt de god(in) van de wildernis ook wel Seth genoemd, wat ook verbonden is aan Isis (aset) en Anubis, de gids van de eenzamen in de wildernis. Eerst werd het volk in de wildernis gebeten door de slangen, opdat hun groeps-ego zou afsterven. Toen mochten ze persoonlijk tot leven komen door naar de slang van de wildernis te kijken.
De Egyptenaren waren niet gek. Ze beschreven filosofisch en caleidoscopisch de dynamieken en talen van de natuur. De taal is niet consistent, en niet zomaar eenzijdig te vertalen, want dat zou ook weer dichtgroei gevaar opleveren. Het is dus een groeiende en creatieve taal. Door de tijden heen veranderden de betekenissen, en integreerden zich ook met andere talen. Het was een leerschool. Telkens weer als je ergens vastloopt mag je hier naar teruggaan om nieuwe poorten, nieuwe openingen en doorgangen te vinden. De slang wijst terug op Egypte. In het Egyptisch stelt de slang ook documenten voor, boekrollen. Mozes kan voornamelijk zo pastoraal zijn tot het volk, omdat hij in de Egyptologie was onderwezen en opgevoed. Toen farao Achnaton, ook wel Khenaten genoemd, kwam, bracht hij een reformatie in Egypte tegen de priesterorde die corrupt was geworden. Hij ging in tegen de massa, en stelde dat de mens moest terugkeren tot de aten, de rode schijf, of rode planeet, de baarmoeder, om wedergeboren te worden, vernieuwd. De Egyptenaar moest gereformeerd worden. Het werd tot de mythe van Khen-aten, wat betekent : succesvol voor aten, als dienstknecht van aten, brenger van het evangelie (khen) van aten. In het Aramees werd khaen de dienstknecht van de tabernakel, en zien we het verhaal van Kaïn en Abel. De originele Kaïn-aten mythe uit Egypte, als de opname door de aten, is nog steeds symbolisch terug te vinden in het Kaïn en Abel verhaal. Abel wordt namelijk ra (ra'ah) genoemd in het Hebreeuws, herder van schapen, wat een beeld is van de kudde-mentaliteit, altijd maar weer doen en geloven wat de groep doet en gelooft. Zoals Khen-aten vocht tegen de kudde-mentaliteit, het groeps-ego, zo vocht ook Kaïn tegen het groeps-ego, het collectieve ego, waarvan Abel, de schaapsherder, een beeld was. Kaïn was het beeld van de eenzame, die een persoonlijk contact had met de natuur, niet door de bedriegelijke kudde. Kaïn was een afgezonderde. Abel stierf dus niet letterlijk, maar hij was ra die de onderwereld inmoest om zichzelf te zuiveren, zodat hij opgenomen kon worden in zijn khen vorm tot zijn moeder Nuwd, wat in de bijbel het land Nod is. In de Khenaten mythe werd Khenaten gegrepen door de aten en opgenomen. Zo werd ra dus vaak afgebeeld als een vogel, als een beeld van de opname, de overwinning of transcendentie van het groeps-ego. Daarom hadden de farao's vaak rechtopstaande slangen op hun kronen, als de touwen van de aten, de rode planeet, die de mens opnamen. In de Khenaten mythe kwamen er touwen voort vanuit de rode planeet om de mens te grijpen, als de stralen van de rode planeet. Dat is ook wat de slang van Mozes was waartoe de mens in de wildernis moest komen om in leven te blijven. Mozes wordt vaak vergeleken met Khen-aten, omdat hij ook een reformatie bracht, en de mens leidde tot de eenzame wildernis, om zo opgenomen te worden door de slang, het touw van de baarmoeder.
Hoofdstuk 6. Bespreking van ons 1994 artikel 'De Overwinning over Gog' Vannacht had ik een droom waarin ik een mes met ingebouwde recorder moest terugroven ergens in de dieptes van Rigil Kent. Ik werd achterna gezeten door de Etnus demoon, oftewel de Davidsdemoon, een stadse koning die over de stadse man regeert. Toen ik het mes had gevonden rende hij op me af met een knuppel, maar ik werd ineens dieper in Rigil Kent opgenomen, en begon los te komen van de aarde, en zweefde, terwijl energie lagen tussen mij en de Etnus demoon kwamen. Het mes was ook een soort internet in het diepere Rigil Kent, met ingebouwde chat mogelijkheden, als een soort virtual reality in de rode kern. Er was veel natuur en wildernis. Toen Etnus zag dat ik begon weg te zweven en hij onder die energie lagen kwam van bruisende zee, en daardoor werd afgezonderd, begon hij de moed op te geven. Ik zag hem daar beteuterd staan. Na de ontmoeting met de slang van Mozes in de woestijn in Numeri 21 verandert God in de Hebreeuwse grondtekst in 'satan', om Bileam tegen te houden (22:22). Satan komt van de Egyptische 'satan', genaamd Seth, die tegelijkertijd ook de god(in) van de wildernis was, Sat. Dit komt weer van de indiaanse wildernis godin, Zaad, in de amazone oertalen. Zij heeft in de oer hieroglyphen haar ellebogen gespreid. Dan worden in het Hebreeuws hen boven de twintig jaar geteld voor tenten dienst (tsaba, 26:2). Als eerste wordt Anaq of Khanaq, Khan-anaq, genoemd, de zoon van Ruben. Dit is de stam die het nektouw (anaq) van Kaïn draagt. Khanaq betekent ook de opvoeding, vernauwen en wurgen. Dan wordt Pallu, tweede zoon van Ruben, genoemd, wat afgezonderd betekent. Mozes had de slang aan het volk laten zien, waardoor zij zouden leven, en liet zien dat de slang een dualisme was die het ego en het groeps-ego zou wurgen. Ook satan is een slang, en een dualisme. Daarachter schuilt de indiaanse godin Zaad. Het volk moest heropgevoed worden door het trekkende touw, om zo tentendienst te verrichten in de wildernis, nadat het volk was losgekocht van de touwen van de stad. Seth kwam in de plaats voor Abel. Seth betekent compensatie, vervanger. Ook betekent het billen (baarmoeder), en oprichten, opzetten, zoals Mozes de slang oprichtte in de wildernis. Dan wordt Ketsron genoemd, een andere zoon van Ruben, wat omsingeld betekent, maar wat komt van het Egyptische khutsrnp, wat verjonging door de baarmoeder betekent. Dan wordt Karmi genoemd, de vierde zoon van Ruben, wat wijngaard betekent. Als de ziel dieper in het reusachtige natuurgebied van de rode kern van Rigil Kent komt, dieper de wildernis in, dan komt de ziel tot tropische zeeën vol met haaien. Dat zijn echte overlevingstochten. De mens moet op zoek naar de juiste boten om deze zeeën te overbruggen. Zo komt de mens tot de diepere eilanden van de rode kern van Rigil Kent, tot de oerbronnen. Nog steeds komen hiervan de echo's tot de mens, om de mens terug te roepen. Het lagere Rigil Kent zijn allemaal haaiengevangenissen. De mens moet deze demoon-haaien overwinnen. De oorlog en de jacht zijn metaforisch, zoals in het Hebreeuws de oorlog 'tentendienst' betekent. Het gaat er dus meer om dat de mens terugkeert tot de tabernakel om te zien wat het inhoudt, zoals Bileam ook sprak : 'Hoe goed zijn uw tenten, o Jakob, uw woningen, uw tabernakels, o Israël.' (Numeri 24:5)
De ware oorlog is dus de studie. Studeer voor je leven, studeer om te overleven. Dien de kennis, opdat je niet door onkunde wordt gegrepen. Laat onwetendheid niet je leidsraad en leidsheer zijn. De mens is gemaakt om een bibliotheek te zijn, opdat de kennis in haar wone. Dan zegt Bileam verder : Als valleien breiden zij zich uit; als tuinen aan een rivier; als aloë’s, die de Here plantte; als cederen aan het water. Water vloeie uit zijn emmers, en zijn zaad zal zijn in vele wateren; ja, zijn koning verheffe zich boven Agag, en zijn koninkrijk zij verheven. (24:6-7) Agag, de koning van Amalek, werd gespaard door Saul, maar verslagen door Samuel, Shama-el, Shama-ohel, oftewel de dienstknecht (shama) van de tenten (ohel). 'Agag' betekent 'ik zal de grootste zijn, ik zal de meerdere zijn, de meeste,' en 'ik wil meer', als het groeps-ego wat zich altijd boven minderheden wil verheffen, ook verbonden aan de Gog-demoon. In de gnosis, in het artikel 'De Overwinning over Gog' uit 1994, wordt gesteld dat de macht 'Gog' verbonden is aan : Matt. 15:6-9 'Zo hebt gij het Woord Gods van Kracht beroofd, ter wille van uw overlevering. Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.' Daarbij wordt gezegd : 'Velen zijn hieraan voorbij gegaan en hebben eigenmachtige en verstandelijke uitleggingen aan het Profetisch Woord toegevoegd, zodat het geestelijke van het Woord werd afgenomen.' In dat opzicht wordt ook genoemd : Openb. 22:18-19 'Ik betuig aan een ieder die de Woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan (eigenmachtig, vleselijk) toevoegt. God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de Woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige wildernis (Jeruzalem), welke in dit boek beschreven zijn.' In de grondteksten gaat het hier dus om 'niet eigenmachtig profetieën gaan uitleggen'. Profetie mag dus alleen maar door profetie uitgelegd worden, niet door het vlees. De naam Gog komt in de Bijbel een paar keer naar voren. Hij is beter bekend als 'de macht uit het Noorden.' (Ezech.:38:14-15) Zoals bij al deze personages is dit dus niet eenzijdig, maar dualistisch. Dan vervolgt het artikel : Jerem. 6:22-23 'Zo zegt de Heere: Zie er komt een volk uit het Noorderland, een grote natie maakt zich op van het uiterste der aarde. Boog en spies omklemmen zij ; meedogenloos is het en zonder erbarmen. Hun rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden ; het is toegerust als een man voor de strijd, tegen u. dochter Sions.' Deze kenmerken van Gog vinden we ook terug in Openbaring 6:1-2:
'En ik zag, toen het Lam één van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom. En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen.' In Openbaring 19 zien we dat de kennis ook op een wit paard komt, maar Gog wil haar vóór zijn. Gog is een misleider en een verderver. Hij komt met een vervalst evangelie en brengt schijn-religie, met pseudo-gaven en pseudo-vruchten, om de kinderen van de kennis te verslinden. Dit is het eerste zegel dat geopend zou worden ; Jezus noemt het óók als eerste teken van de 'wederkomst' en van de voleinding van de wereld: Matt. 24:3-5 'Ziet toe dat niemand u verleide. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden.' Let op: Jezus heeft het hier niet over zomaar mensen, maar over boze geesten, over Gog en z'n leger. In vers 24 zegt hij dat deze geesten worden uitgezonden om grote wonderen en tekenen te doen, zodat ze ons beter zouden kunnen verleiden. Het artikel stelt : Voordat de Heilige Kennis uitgestort zal worden, zal er eerst een uitstorting zijn van legioenen boze geesten. Lieve mensen, zijn wij niet nu in dit tijdperk ? Wij staan aan de vooravond van de machtige uitstorting van Kennis. Het volk zal hiervoor, als eenlingen, moeten terugkeren tot de tenten, tot de tabernakels in de wildernis. Bileam zou het volk vervloeken, maar God kwam tegen hem als satan, tegenstander, oftewel Seth, de wildernis, de indiaanse oergodin, Zaad, de 'slang', het trekkende en groeps-ego wurgende touw, die Mozes in de wildernis oprichtte om de mens te redden, wat ook weer terugkomt in het boek van zijn opvolger, Jozua, als het rode touw wat redding bracht. Dit is diepe dualistische symboliek. De slang maakte dat het kwaad zou medewerken ten goede, dat de leugen zou medewerken voor de openbaring van de waarheid. Oorlog is dus in de diepte tabernakeldienst, tentendienst in de wildernis, oftewel studie. Het artikel stelt : 'Soldaten die sterk willen worden zullen de Weg van de Zwakheid dienen te bewandelen ( 2 Korint. 12:9-10 ).' Alleen het kruis, oftewel het touw wat het groeps-ego wurgt, zal overwinnen. De ziel van de mens ligt in deze wateren om de haaien van het groeps-ego te overwinnen, om te sterven aan het groeps-ego. Alleen de weg van zwakheid en stilte zal overwinnen, niet de weg van grote kerkgroei waarin iedereen wel van je spreekt, want dan bouw je groeps-ego. De mens moet tot het verborgene gaan, en dan zullen de bibliotheken wijd open gaan. Het gaat niet om de mens, maar om de kennis. Maar dit kost de mens wat. De oude duivel van eerzucht en mensenbehagenis komt graag om de hoek kijken. Vlees wat vlees behaagt. Walgelijk. Strijdt om in te gaan, oftewel : studeer om in te gaan. Dit is iets persoonlijks. Laat je niet door groeps-ego onderwijzen wat hoog loopt te pronken om een naam te maken en om markt te bedrijven. Het is een valstrik in deze gebieden buiten het paradijs, waar de trickster regeert. Behaag het vlees niet, maar maak het vlees af door kennis.
Eenzaamheid en afzondering is iets symbolisch. Je kan niet in een hutje op de hei gaan wonen waar je niemand meer tegenkomt. Je kunt niet alles achter je laten om in het oerwoud van het Amazone gebied te gaan wonen. Dat is vragen om problemen, en dat wordt niet van de mens gevraagd. Daarom stelt het artikel ook : Jerem. 4:5-6: 'Boodschapt in Juda, laat horen in Jeruzalem en zegt: Blaast de bazuin in het land, roept luidkeels en zegt: Verzamelt u en laat ons in de versterkte steden gaan. Steekt omhoog het signaal: naar Sion. Bergt u, blijft niet staan. Want onheil breng Ik uit het Noorden een groot verderf.' Johannes de Doper leefde dan wel in de wildernis, maar hij riep de mens ook, hij waarschuwde de mens. Hij ging niet met pensioen in de wildernis. Ook de profeten van het OT bleven een bepaald contact met de mensen houden. Ze hadden geen smetvrees. De stad is ook de wildernis. De medemens is ook de wildernis. Er ligt ook een opdracht, alhoewel er seizoenen kunnen zijn waarin je echt even helemaal tot rust moet komen van alles. Het artikel laat een duidelijke balans zien, en stelt daarom aan het einde ook : Jerem. 15:17 'Ik heb niet gezeten in een kring van lachers, om uitgelaten te zijn ; door Uw Hand was ik eenzaam neergezeten, want Gij had mij met gramschap gevuld.' Jerem. 6:13-15 'Van profeet tot priester plegen zij bedrog. Zij trachten de breuk van Mijn volk op het lichts te genezen door te zeggen: vrede, vrede, terwijl er geen vrede is. Zij worden te schande, omdat zij gruwel bedreven hebben ; toch schamen zij zich in het minst niet, toch weten zij niet van blozen. Daarom zullen zij vallen onder de vallenden ; ten tijde dat Ik aan hen bezoeking doe, zullen zij struikelen, zegt de Heere.' Jerem. 12:6-7 'Zelfs uw broeders in het huis vaders, zelfs zij zijn trouweloos jegens u, zelfs zij roepen u luidkeels na ; vertrouw hen niet, wanneer zij vriendelijk tot u spreken. Ik heb Mijn huis verlaten, Mijn erfdeel verworpen. Ik heb Mijn ziels-geliefde gegeven in de greep van haar vijanden.' Het artikel zegt hierover : 'Dit is de uitstorting van Gog en dit is nu, in de eindtijd, gaande in de kerk over de gehele wereld. Gog is een zware geest, één van de opper-machten van het gehele rijk der duisternis. En hij doet zich voor als de Heilige Kennis, om de mens te pakken te nemen. Laten we niet onwetend blijven over het feit dat de vijand alles van de Heilige Kennis zo meesterlijk kan nabootsen. Deze imitaties worden allemaal zó deskundig op touw gezet, dat het net echt lijkt. De vijand was vroeger zèlf een engel van God, waardoor hij dus Gods Werken en Geheimenissen van dichtbij kon bekijken en zelfs kon uitvoeren. Hij kent God's Opbouw en Structuren als bijna geen ander.' In I Samuel 15 zien we Agag, gg, oftewel Gog, aan zijn einde komen : 32Toen zeide Samuël: Breng Agag, de koning van Amalek, bij mij. Welgemoed ging Agag naar hem toe, want hij zeide: Voorwaar, de bitterheid van de dood is geweken. 33Maar Samuël zeide: Zoals
uw zwaard vrouwen kinderloos maakte, zo zal onder de vrouwen uw moeder kinderloos worden. Daarop hieuw Samuël Agag aan stukken voor het aangezicht des Heren te Gilgal. Ezechiël 39 : 11Te dien dage zal Ik aan Gog een plaats geven, waar zijn graf zal zijn in Israël: het dal der doortrekkenden, ten oosten van de zee; en dat zal de weg versperren aan wie erdoor willen trekken. Daar zal men Gog met heel zijn menigte begraven en men zal het noemen: het dal van Gogs menigte. Gog is de geest van de menigte, het groeps-vlees. 9Dan zullen de inwoners van de steden van Israël uitgaan en de brand steken in het wapentuig: kleine en grote schilden, bogen en pijlen, knotsen en speren – zeven jaar lang zullen zij daarmee hun vuur stoken. 10Zij zullen geen hout van het veld halen of in de bossen hakken, want met dat wapentuig zullen zij hun vuur stoken. Zo zullen zij hun berovers beroven en hun plunderaars uitplunderen, luidt het woord van de Here Here. 12Het huis Israëls zal hen begraven om het land te reinigen, zeven maanden lang; 13ja, het gehele volk des lands zal begraven, en dat zal hun tot roem strekken op de dag dat Ik Mij verheerlijk, luidt het woord van de Here Here. Openbaring 20 8en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. 9En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen. Sodom en Gommora zal verwoest worden. Hoe ? Door de exegese dus, de tabernakel dienst. Er zal geen groot spectakel zijn van allemaal vuur en grote oordelen zonder dat ook maar iemand beseft wat er allemaal gaande is. Neen. De mens moet er doorheen leren prikken. Alles zal gebeuren door studie, door exegese, schriftuitleg. Dan gaat de mens het zien, want het is er al. Het gaat dus om de grote ontmaskering, de grote openbaring door transcendentie. Het gebeurt zodra de mens er weer iets bijleert. Telkens weer, als een natuur verschijnsel, wat zich tot in de eeuwigheid mag verdiepen. Het is de openbaring van het hemelse Woord, het grotere Woord, het tweede Woord.
Hoofdstuk 7. Paulus en de verborgen Godin in het NT Speuren naar buitenaardse lijnen in de bijbel, rode draden, meditatie, dat is wat ik telkens weer doe. Ik ga dan alle bijbelboeken langs om te zien welke openbaringen er zijn binnengekomen, welke energieën. Zo kwam ik langs Galaten en kreeg direct een geweldig visioen. Galati is Ge-Lethe, oftewel in het Grieks 'het loskomen, de vergetelheid (lethe) van de aarde (ge)', zoals Paulus ook in hoofdstuk 1 al zegt : 'om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God.' Voor wereld wordt het woord 'aion' gebruikt, wat een tijdperk kan betekenen, of een wereld, dus een plaats, maar het wordt ook gebruikt om een eeuwigheid aan te duiden, wat dus niet letterlijk voor altijd is. Het is dus een plaats waar je in en uit kan gaan, een wereld, zoals Paulus zegt in vers 7. Westerse christenen hebben het woordje aion op andere plaatsen vertaald als de eeuwige hel, en in hun orthodoxe theologieën kom je daar niet meer uit. Paulus bewijst dus in de Griekse grondtekst het tegendeel. Paulus zegt dat er wel degelijk bevrijding mogelijk is uit een aion, omdat het in wezen geen tijd is, maar een plaats. Daar gaat verder het boek Galaten over, wat allereerst een Aramees boek is, en een Grieks boek, dus Westerse christenen hebben daar in hun taal niets over te zeggen als ze de taalcontext en taalgeschiedenis niet machtig zijn. Hoe gebeurt dan die bevrijding ? Het ligt besloten in het woordje Galati, het vergeten (lethe) van het aardse (ge). Lethe was één van de vijf rivieren van de onderwereld, de rivier van de vergetelheid, en die werd ook gepersonificeerd als een rivier-godin. Hoe komen wij tot de vergetelheid ? Paulus wikkelt er geen doekjes om. Hij vat direct de rund bij de horens en zegt : 6Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk laat afleiden tot een ander evangelie, 7en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie willen verdraaien. Een tijdje geleden kreeg ik een visioen over het woordje 'evangelie'. Ik zag zo ineens de naam van Eva in het woord staan : Eva-ngelie. Eva is de moeder van de mensheid, de godin van de kennis, van de gnosis, die de mens moest inwijden. Het eeuwig evangelie is haar evangelie, maar het westen heeft dit allemaal verletterlijkt en omgedraaid. Het westen heeft gekeken of het 'verkoopkrachtig' was, of er genoeg vraag naar was, om het aan te passen naar de wens van de grote markt. Het westen liet zich dus leiden door het groeps-ego. Daarom stelt Paulus : 10Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van God in het zoonschap zijn. Ons 1994 artikel over de overwinning over Gog bespreekt deze geest ook, de geest van mensenbehagenis, vleesbehagenis, waardoor het westerse markt-christendom geleid wordt : Matt. 15:6-9 'Zo hebt gij het Woord Gods van Kracht beroofd, ter wille van uw overlevering. Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. Dat is wat het hele westerse christendom is : geboden van mensen. De mens moet terugkeren tot de godin Lethe, de onderwereldrivier van de vergetelheid om al het aardse te vergeten, om het groeps
ego te kunnen doorzien. Een groeps-ego is zo zwaar dat als de mens daar mee gaat spelen en ermee gaat lopen vleien, dan wordt de mens de diepte ingesleurd en kan niet meer opkomen. Het is een zwaar harnas van zelfvernietiging. Vandaar dat er in het boek Galati nog steeds een machtige code verborgen ligt tot bevrijding. Paulus zegt : 11Want ik maak u bekend, broeders, dat het eva-ngelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Het eva-ngelie, oftewel het evangelie van Eva, van de natuur vrouw, of paradijs vrouw, om het aardse mensenvlees, het groeps-ego, te vergeten. Daarom gaf zij de vrucht, en het westerse marktego heeft dit lopen demoniseren, want het was een gat in hun dikke portemonnee. In de grondteksten was het een dualiteit, een verhaal wat dubbel uitgelegd kon worden. 12Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring. Dan predikt Paulus de boodschap van het geloof, wat in het Aramees volharding betekent. 2:5 - dat de waarheid van het eva-ngelie ook verder bij u zou blijven. Waarheid is in het Grieks 'aletheia', al-letheia, wat de verzoening (al) met het geheim (letheia) betekent, oftewel al-lethe, de verzoening met het verborgene, de vergetelheid. Het wortelwoord lanthano is een verkorting van letho. De mens moet dus komen tot de heilige vergetelheid om los te komen van het aardse, opdat het ware hierin geopenbaard kan worden. Ook aletheia is een Griekse godin, een dochter van god(in), zeus. Aletheia is dus de openbaring in de diepte van Lethe. De golven laten het afpellen van het groeps-ego zien. Aletheia is de Griekse godin van de waarheid en komt veel voor in de Griekse grondtekst van de bijbel. De waarheid is wat vanzelf wordt voortgebracht door het zaad in de dieptes van Lethe. Het kan niet tegengehouden worden, en dat is dus de heilige gebondenheid. Zo is er geen menselijke inmeng meer. In de dieptes van de rivier de Lethe sterft al het aardse af. Daarom zegt Johannes : 3 Joh. 1:4 - Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in aletheia/ lethe wandelen. 1 Joh. 4:6 - Wij zijn uit God; wie God kent, hoort ons; wie uit God niet is, hoort ons niet. Hieraan onderkennen wij de kennis/ geestelijkheid van Lethe (aletheia) en de valse (oppervlakkige, materialistische) geestelijkheid. Lethe is dus het communicatie middel. Diep hoort diep. Diep zoekt naar diep. Het oppervlakkige zal ons niet verstaan. Jakobus 5
19Mijn broeders, indien bij u iemand van de waarheid, de verzoening met Lethe (aletheia), afdwaalt, en een ander brengt hem tot inkeer, 20weet dan, dat, wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, diens ziel van de dood zal behouden en tal van zonden bedekken. Lethe is dus de natuurweg van de bevrijding en de redding uit het aardse. Titus 1 1Paulus, een dienstknecht en apostel van God en het zoonschap, naar de volharding der uitverkorenen Gods en de erkentenis van de verzoening met Lethe, het vergeten van het aardse tot verzoening met de godin Lethe (aletheia, de waarheid), die naar de godsvrucht is. Paulus wijst dus letterlijk de weg terug naar deze godinnen in de Griekse grondtekst, alhoewel de godinnen dus personificaties zijn van de natuur-principes. In veel christelijke kerken schreeuwen ze moord en brand als ze het woord godin horen, want dat staat niet in hun valse westerse vertalingen. Het zijn moeder-haters, vrouwen-haters. 2 Tim 4 3Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, 4dat zij hun oor van de waarheid, lethe/ aleithea, zullen afkeren en zich naar de fabels keren. Paulus laat hier precies zien wat er gebeurt als de mens de riviergodin van de vergetelheid als principe afwijzen, iets wat ze in henzelf zouden moeten integreren. Ze zullen overgeleverd worden aan het groeps-ego, en ook de illusies en fabels van het groeps-ego. In deze tijd leven we. Ironisch gezien halen de kerkmensen vaak deze teksten aan als een pseudo-bewijs dat hun valse, misvertaalde leer de waarheid is, en dat velen van hen afwijken. Ze kennen het Grieks niet, en ook niet de context van al deze grondteksten. Ze willen het groeps-ego blijven behagen, want dat spekt hun eigen portemonnee en hun eigen ego. Ze willen de smalle weg door de enge poort tot de diepte niet gaan. Diepte is een vies woord, niet goed voor de portemonnee. Het achter elk boomblad kijken is niet aan hen uitbesteed. Een boom is een boom in hun ogen. Titus 1 14en niet het oor lenen aan Joodse fabels en geboden van mensen, die zich van Lethe/ Aletheia afkeren. Dat is wat het christendom is : een Joodse fabel. Het heeft een diepere betekenis. Het mag niet verletterlijkt worden. De mens moet terug tot de rivier van de vergetelheid om zich daarin te wassen, na aan zichzelf gestorven te zijn, zowel aan het individuele ego als aan het collectieve ego, want we spreken over een rivier in de onderwereld. De mens moet weer met Lethe verzoend worden. Dat is de ware Griekse boodschap van Paulus. De Paulus in het westen is een pseudoPaulus, een vrouwenhater, die hevig gaat lopen gillen als een sirene als iemand het woord 'godin' of 'moeder god' durft te noemen. Dit alarm moet stukgeslagen worden. Alleen Lethe kan dit doen. Het groeps-ego wordt namelijk in stand gehouden door het groeps-bewustzijn. Dit bewustzijn moet de vergetelheid in, anders gaat er niemand gered worden, niemand. Het groeps-bewustzijn heeft deze illusie opgeblazen. De mens is verstrikt in een valse weter, een vals geweten. Het groeps-geweten moet eraan gaan, anders gaan wij eraan. Vecht voor je leven.
2 Tim. 3 4verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 5die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. 6Want tot hen behoren zij, die zich in de huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten, 7die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis van de verzoening met de godin Lethe te kunnen komen. 8Zoals Jannes en Jambres, de tegenstanders van Mozes, staan ook dezen de godin Lethe tegen; het zijn mensen, wier denken bedorven is, en wier (gebrek aan) volharding de toets niet kan doorstaan. 9Maar zij zullen het niet veel verder brengen, want hun onzinnigheid zal aan allen overduidelijk worden, zoals ook bij genen het geval was. Ironisch gezien zijn het vaak rokkenjagers, altijd achter de aardse vrouwtjes aan, maar de oermoeder, de kennis als de ware natuur vrouw, in de geestelijkheid, negeren ze, verachten ze. Ze haten de gnosis. Daarom geeft de oermoeder zich niet aan hen, en blijven de deuren van het geestelijke voor hen gesloten, en rennen daarom als kippen zonder kop blindelings aan achter de meiden als achter sigaretten. Totaal verdwaasd. Ze zijn een karikatuur van de ware man die verzoend is met de godin Lethe, zijn eigen innerlijke godin (natuur principe). De ware man laat het aardse los in de rivieren van de vergetelheid om de hogere dingen te zoeken. De lagere aardse man is blind geloof als een dekmantel voor hedonisme. De ware man is een asceet, die hongert in de wildernis naar het eeuwige, niet naar het tijdelijke aardse. Alles zal voorbij gaan. 1 Tim. 6 5verdraaide en perverse disputen bij mensen die niet helder meer zijn van denken, met een corrupte geest, en het spoor van Lethe bijster geraakt zijn, daar zij de godsvrucht als iets winstgevends beschouwen. Trek jezelf terug van hen. Het is nu kiezen voor de mens : Of de markt, of Lethe. Je kunt geen twee heren dienen. Wat maakt het toch dat een mens tijdelijk geld belangrijker vind dan de eeuwigheid ? 1 Tim. 2:4 4die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis van de verzoening met de godin Lethe (aletheia) komen. Dat is het oorspronkelijke Griekse eva-ngelie. Niet het westerse evangelie. Daar hebben ze heel iets anders van gemaakt. De oorspronkelijke bijbel stond vol met zulke ezelsbruggetjes. Het is een verhaal, een filosofie, een beschrijving van natuur principes, niet eens zozeer een religie, en al helemaal geen orthodoxe religie, alhoewel de natuur haar eigen orthodoxie heeft. 2 Thessalonicenzen 2 13Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de kennis en geloof (volharding, Aramees) in de godin van de waarheid (verzoening met Lethe, aletheia).
Het aardse zal blijven trekken, daarom moet de mens dieper in de rivier de Lethe gaan, en erin volharden. 9Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, 10en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die vergaan, omdat zij de liefde tot de verzoening met Lethe (het vergeten van het aardse) niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. De mens die aan het aardse blijft vasthouden en het diepere geestelijke, oftewel de gnosis, niet wil, en niet de Lethe wil overzwemmen, die zal door het aardse totaal ten gronde gaan, en gerecycled worden. De natuur weet wel raad met afval. Alles zal herschapen worden in de ochtend, wanneer de nachtmerries zullen wijken, doorgrond zullen worden, verdiept. Colossenzen 1 5om de hoop, die voor u is weggelegd in de hemelen. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking van de verzoening met Lethe, het eva-ngelie, 6dat tot u gekomen is. Immers, in de gehele wereld draagt het vrucht en wast het op, zoals ook bij u, sedert de dag, dat gij het gehoord hebt en de beloningen Gods in de verzoening met Lethe hebt leren kennen. Wij worden dus persoonlijk beloond in onze relatie met het Lethe principe van het doorzwemmen in de rivier totdat we tot de schepping van de openbaring komen. Dat zijn bepaalde golven die de mens niet kan stoppen. Ik weet wat het is, want ik ben er zelf overheen gezwommen, en ik had dromen gehad over mensen die me terugriepen, maar ik ging dieper in deze zee, en ik kwam in het paradijs, en ik kon het niet meer tegenhouden, en ik kon ook niet meer terug, maar de mens heeft geen besef wat het paradijs inhoudt. Het zijn diepgaande natuur principes, geen luilekkerland of eeuwig gezang tot één of andere gelukzalige oude man op een troon ofzo. Niets van dat alles. Je betaalt een hoge prijs, want je kan er nooit vrijuit over spreken, en dat hoeft ook niet. Je kunt alleen het halve geven. De mens moet zelf deze rivier, deze zee, overgaan. Zoals ik al vaker heb gezegd heb ik hier nog geen 1% over kunnen vertellen. Het zou ook niet kunnen. Het zou de mens overweldigen, en de mens is niet klaar. Ik heb mensen gehad die op me liepen te schelden omdat ik ze niet meer kon vertellen. Anderen hebben me hoge bedragen geld geboden en boekdeals enzovoorts enzovoorts, maar er is maar één weg : Lethe, oftewel de mens moet al het aardse achterlaten en in de diepte van de hemelse rivier gaan. Het gaat ook niet om mij, maar om het principe. En het principe is de heilige vergetelheid die de mens hemels bindt en verbindt, opdat de mens wordt aangesloten op een hemels virtual reality, en weer betekent dit dus geen altijddurend feestje of altijddurend lachen of allerlei andere oppervlakkige dingen. Het is het smalle pad door de enge poort tot de diepte, een inwijding tot de hogere oorlog die een studie is. Het is het komen tot de hemelse bibliotheek. Alles wat ik kan doen is zaaien. Het zal zijn weg vinden. Het zaad zal niet ledig wederkeren. Ook Jezus spreekt in de Griekse grondtekst voortdurend over Lethe, dat de mens haar zal kennen en dat zij de mens zal vrijzetten. Het evangelie wat Jezus brengt is het evangelie van Lethe in de Griekse grondtekst, de verzoening met Lethe (aletheia). Jezus noemt Lethe ook het Woord.
Hoofdstuk 8. De Rivier van Vergetelheid Ook in het Griekse OT, de Septuagint, wordt lethe-aletheia, de verzoening met de hemelse vergetelheid genoemd : Psalm 85 (Psalm 84 in de Septuagint) 12 trouw, waarheid, aletheia, de verzoening met lethe, spruit voort uit de aarde, en gerechtigheid ziet neder van de hemel. Jesaja 59 15 Zo ontbreekt de waarheid, lethe-aletheia, en daarom verstaan zij niet. Psalm 91 (90 in de Sept.) 4 zijn trouw, waarheid, lethe-aletheia, is schild en pantser. Ps 25 (24 in Sept.) 5 leid mij in uw waarheid, lethe-aletheia, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag. In Ps 119 (118 in Sept.) is lethe de wet, oftewel vergetelheid (vs. 142), en is zij het getuigenis (vs.138). Het gaat dus om het vergeten van het aardse waarin de hemelse openbaring ontstaat, in de dood van het ego en het groeps-ego. Dat is het pad. Alle paden worden lethe genoemd (vs. 151), daarom ontkomt de mens daar niet aan. Er is alleen leven in de heilige vergetelheid. De mens moet loskomen van de ego-kennis van de groep. Er is een heleboel vals bewustzijn, vals groepsbewustzijn, met valse, misleidende, lagere aardse kennis. Dit is oppervlakkige kennis die verletterlijkt is en uit het verband is gerukt en die op aarde wordt verkocht. Lethe is het begin van alle woorden (vgl. het nederlandse woord 'leegte') (vs. 160). De betekenis van aletheia-lethe is dus vergetelheid, waarheid, verzoening, trouw, wat ontstaat in het afdoen van het ego en groeps-ego, het afdoen van het aardse, om het hemelse aan te doen. Het aardse biedt een valse vergetelheid in de matrix die een doelloze onverschilligheid is, een oppervlakkigheid is, terwijl de hemelse vergetelheid leidt tot de diepte, tot de hemelse bibliotheek.
In de oertalen is L de letter van Ila, de bevrorenheid, de vertraging, wat niet letterlijk kou hoeft te zijn, maar wat ook heel tropisch kan zijn, de heilige verlamming. De T is de letter van het herstel van de sociale code, van de tabernakeldienst en tentendienst, de letter van verzoening, de heilige reformatie, als we het over de oer-lethe hebben, L.T. In het Egyptisch, als tussenvorm, werden woorden ook van verschillende kanten geschreven, waarvan de latere talen heel subjectief een bepaalde richting kozen. Als we daardoor terug gaan naar het oer kunnen woorden zich ineens spontaan omdraaien, zoals Lethe, L.T, leidt helemaal terug tot de amazone indiaanse oergodin Tolli, T.L. Eerst moet de mens tot de vergetelheid komen, omdat het geheugen vals geprogrammeerd is door de stad. Het stadse geheugen is bedriegelijk, het groeps-geheugen, en het woekert voort als de kanker. Het boek Galaten stelt dat de mens niet zomaar tot de wet en het kruis moet gaan, alhoewel dit hele belangrijke dingen zijn, maar alles moet eerst getoetst worden. Er moet eerst onderzoek gedaan worden. En het toetsen gebeurt door de heilige vergetelheid, dat je niets zomaar in je geheugen aanneemt, maar eerst onderwerpt aan de toets, opdat je niet besmet wordt met het virus. De rivier de Lethe, of de oerrivier de Tolli stroomt dus dwars door het boek galati, ge-lethe, heen. De westerse vertalingen hebben dit veelal neergezet als een strijd tussen wet en geloof, maar dat is hele luie en oppervlakkige vertaling. Er moet volhard worden in het toetsen en onderzoeken, dat is wat 'geloven' betekent in het Aramees. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier, klaar om het groeps-ego te verbrijzelen, en zo ook het valse groeps-geheugen van het ego, en het valse groeps-bewustzijn van het ego. Maar wie durft er tot haar te gaan, tot dit principe. Velen rennen weg en verschuilen zich in hun steden, duiken onder in het materialisme wanneer zij de steden bezoekt met een oproep en het oordeel over belasting-ontduikers. Op hun hoge deuren klopt zij met haar Woord, maar wie doet er open ? Met haar hyenas zal zij door hun ruiten heengaan. Zij zal hun deuren intrappen, want de tijd van spelletjes spelen is voorbij. Nu wordt de mens voor de keuze gesteld. Het is buigen of breken. Het is beter tot haar te komen dan dat zij later tot de mens moet komen. Wie wacht er op de zogenaamde wederkomst ? Is het niet de mens zelf die moet wederkomen, moet terugkeren ? Maar als zij dat niet doen, dan zal zij, dit natuur principe, terugkomen. Wie kan haar tegenhouden ? Wie oh wie ? Wat kan een mens tegen een overstroming doen waar dijken niet tegenop kunnen ? Wat is de mens ? Ach, de mens is maar een zucht. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier. Wie haar zien sterven aan het ego. Daarom willen ze haar niet zien, maar kijken ze liever in hun spiegels. Ze willen de baarmoeder niet in. Ze willen lang opblijven en feest vieren, maar wat valt er te feesten ? Het is een oorlog tegen het beest van het groeps-ego. Het is een oorlog tegen de valse drugs van de onverschilligheid en de spijbelziekte. Het geheugen van de mens is verziekt, het bewustzijn van de mens is verziekt, ja, verkankerd. De mens heeft zware hersenkanker. De mens heeft een dokter nodig. Het medicijn is de natuur, maar dat is gratis, dus de mens maakt een surrogaat in de stad. Tolli is ook een oerstam van de natuur. In Suriname, één van de laatste stukjes paradijs op aarde, wordt het mannelijk geslachtsdeel soms ook 'tolli' genoemd. Ook kan het vergeleken worden met een tol, als een beeld van het draaien wat in de diepte van de vergetelheid wordt opgewekt. Je wordt losgedraaid en dan in de diepte weer ergens in vastgedraaid. Zo ontstaat ook het natuur verschijnsel van de orkaan, wat in de Vur wordt besproken als de sleutel tot het paradijs.
Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering (1:14-15) Al sinds kind heb ik dromen gehad over de natuur vrouwen van het oer, de godinnen, en zij riepen mij, vanuit de wildernis, soms in donder en bliksem wat door mijn hele lichaam trok. En als kind wist ik al dat het groter was dan welk natuurverschijnsel op aarde dan ook. Ze waren ook tien malen sterker dan een mens. Als je ze ziet, dan blijf je niet hetzelfde. Zij waren de brengers van het Tweede Woord, oftewel het diepere Woord wat de mens verborgen probeert te houden. Als kind wist ik al dat de mens op een bepaalde manier 'ten dode was opgeschreven'. Dat er een veel grotere en diepere realiteit staat te dringen. De mens leeft in een illusie. De baarmoeder zal terugkomen, niet als een botte sadist zoals ze telkens in het christendom beweren, maar als een diepte-studie die niets meer van het ego, het groeps-ego en het menselijke wereldbeeld overlaat. De baarmoeder is teder, maar zij moet wel tuchtigen om haar kinderen te beveiligen. De kinderen moeten het voelen als er gevaar dreigt, hun zintuigen moeten opengaan en op scherp staan, anders gaan ze eraan. Dus het is een zoet-bitter mengsel van bruutheid en zachtmoedigheid, als een alarm, als een moeder die daadwerkelijk om haar kinderen geeft, zeker geen zoete, lieve Gerritje die alles maar goedvindt en alles maar toelaat, zeker geen gelukzalige gepensioneerde altijd maar ja-knikkende suikeropa. De mensheid moet van de karikaturen af. De stad heeft geen zorgvuldigheid zoals de baarmoeder, maar de stad is onverschillig en daarom zijn ze vaak schijn-aardig. De baarmoeder kan soms wreed genoemd worden om haar kinderen wakker te schudden, maar de stad is sadistisch. Dat is een heel groot verschil. De moeder doet alles met een doel, maar de stad is doelloos, hedonistisch. Dit wordt in hun pieken allemaal heel extreem, en dan zie je hun ware aard. Mijn dromen waren dus ook nachtmerries, omdat ik ze als kind niet begreep. Er moest nog een exegese komen, een uitleg. Later ging ik de lijnen van de demonologie en het shamanisme erdoor zien. Het is oorlog, dus ik zou niet met minder genoegen nemen. Daarom heb ik er ook altijd een hekel aan gehad hoe vrouwen door veel mannen als een stuk vlees werden behandeld, zo roekeloos, onvoorzichtig, onverschillig. Maar de duivel heeft ook hele verkeerde vrouwen op mij afgestuurd, waardoor ik moest vechten voor mijn leven. Dat zijn nu eenmaal de voorhangsels van de kennis. Alles bestaat uit tegenstellingen en alle combinaties daar tussenin, zodat de mens genoeg creatief materiaal heeft. Alleen zo is het palet compleet. De mens draait en draait, totdat de mens de vergetelheid vindt waarin allereerst alle aardse stemmen doven, alle vooroordelen en aardse programmaties. De stad, ook zeer sadistisch naar dieren, maar als Liesje vies wordt schreeuwen ze moord en brand. Wat een belachelijke karikatuur, en belachelijk hypocriet, puur absurdisme, maar al die vreemde figuren, al die treden van de trap hebben we nodig om boven te komen. Ze houden allemaal een bepaalde antistof verborgen, de openbaring van een bepaald raadsel. Wil dat zeggen dat we met pensioen kunnen gaan en kunnen stellen dat we dan ook maar positief moeten blijven denken, want zo is elke leugen dus een heraut van de waarheid ? 'Zo, nu is toch alles goedgekomen.' Neen. De
mens mag niet in slaap sussen. Er is een daadwerkelijke strijd te voeren, oftewel een tabernakel dienst van de studie te verrichten. Er is geen simpele 'alles zal medewerken ten goede, dus lang leve de lol', want dan kom je weer in christelijke 'alles is genade' grapjes terecht, of 'geloof en wees voor alles doof' flauwekul. Alles zal medewerken ten goede 'door de studie', 'door de exegese', en die begint met de vergetelheid waarin het aardse wordt losgelaten allereerst, maar dan ergens op het traject begint de ware demonologie als een piepend alarm. Slangen in het paradijs, haaien in de rivier de Lethe, enzovoorts. Niet zonder gevaren. Het touw trekt ons terug tot de feiten. En het feit is dat de mens diep in slaap was gevallen. Als demonoloog moet je zien dat het hele menselijke ras bezeten is, allemaal demonische parasieten in de hoofden van de mensen die met elkaar overleggen hoe ze elk mens het beste te gronde kunnen brengen, en de mensheid ziet het gewoon niet. Dit is niet iets wat je zomaar eens een keer ziet. Neen. Je ziet het dagelijks. De mensheid wil het niet zien. Als de mens sterft, ja, dan heeft de mens ineens ons als demonologen nodig. Dan zien ze ineens dat de rampen inderdaad niet te overzien zijn. De demonoloog grijpt niet naar de drank, de pilletjes of de drugs om van zijn visioenen af te komen, maar werkt aan zijn visioenen, doet er iets mee, ook met zijn kinderdromen en kindernachtmerries, zoals een neef van mij eens zei : 'Nachtmerries is allemaal informatie.' het is voor studie doeleinden, lieve mensen, dus wat je ook in je leven hebt meegemaakt : zie het als een studie uitdaging. Blijf pellen totdat je bij een stuk vergetelheid aankomt waarin de rode kern is ingewikkeld, een stuk openbaring boven menselijk groeps-denken. Hoofdstuk 9. De Vrouwen van Adam en een ander scheppingsverhaal in het Judaïsme Dat wat we op aarde zien zijn buitenaardse codes die gedecodeerd moeten worden. Galaten is ook gly-aten, oftewel de openbaring (gly, aramees) van de rode planeet (baarmoeder, aten, egyptisch). Ook de Nederlandse taal is een cryptische code, en daarom gaan een heleboel dingen ook niet zomaar weg, zoals 'geloof' is gly-eva, oftewel de openbaring van Eva. De bijbel kan dus op verschillende manieren gedecodeerd worden, ontsluierd. We hebben ook te maken met het Eva-ngelie, het evangelie van Eva. En dan het woordje genade wat te pas en te onpas in het christendom wordt gebruikt als een soort drugs of slaapmiddel, waardoor ze niet meer zelf hoeven te veranderen, want alles is al voor hen gedaan : ga-nod, ga naar (Nederlands) Nod, het land van Kaïn, oftewel daar waar hij kwam toen hij het groeps-ego had afgedaan. Dit is ook de decodering van het woordje 'genot', wat je kunt gebruiken als je hedonisme om je heen detecteerd, oftewel de genotszoekers. Prik er doorheen. Geluk is dan gly-loki, oftewel de openbaring van het Woord, Loki, de logos (Germaans-Grieks).
En dan het te pas en te onpas gebruikte woordje 'Jezus', vooral als een afgod in de christelijke kerk, en dan nog zeer extreem ook. Jah-zus, oftewel de zus van Jah, van Jehovah, van Havah dus, van Eva, is dat cryptisch gezien, en dan komen we bij de Kabbalah terecht. Daar zien we hoe Adam na de moord op Abel van Eva gescheiden is en Naamah wordt zijn nieuwe vrouw, en ook Lilith (Llt, L.T., vgl. Lethe, Tolli), zoals beschreven in de Zohar, het centrale boek van de Kabbalah. Beiden brachten epilepsie tot de mens, opdat ze beveiligd waren tegen aardse programmaties. Lilith (Lethe, Tolli) was tegelijkertijd met Adam geschapen uit dezelfde klei, en was zijn eerste vrouw, nog vóór Eva, in Joodse legende. Zij wilde niet voor hem buigen, en zo ontstond er scheiding. Zij is dus ook altijd een beeld geweest van emancipatie. Zij was een tegenstander van Adam, en ging dieper de wildernis in, tot Samael, wat gif van God betekent in het Hebreeuws, het dualisme van God, wat ook weer satan kan betekenen, de seth, sat, van de wildernis, de spiegel. Ook is hij de vorst van de dood. Net als Samuel was hij een dienstknecht van de natuur baarmoeder van de kennis, sama-el. Lilith probeerde toen de kinderen van het volk uit de klauwen te krijgen van Adam, en werd bestempeld als 'kindermoordenaar', maar exegetisch gezien wilde zij het volk laten sterven aan het mannelijke, heersende groeps-ego. Samael is een belangrijke aartsengel in het Judaïsme, en ook de beschermengel van Ezau in de wildernis. Ook Mozes leidde het volk tot Samael, de slang in de woestijn, en dus tegelijkertijd tot Lilith, tot Lethe (Tolli). Er is dus een gevecht tussen Adam en Adam, en ook tussen Eva en andere soortgelijke oervrouwen, als een strijd die binnen henzelf afspeelt. Vannacht had ik een droom over machtige vrouwen die met elkaar in gevecht waren, voornamelijk verbaal. Zij hadden ook gewerkt door vrouwen die een machtspositie in mijn leven hadden. Het was één groot machtsspel. Ze waren op elkaar aan het schelden, en ze waren van verschillende periodes, en toen zij degene die later kwam vijandig : 'Ik kom nu naar je toe.' Toen ging ze de trap af om tot die andere te gaan, maar toen vervaagde de droom. Van al deze personages zijn er dus hogere vormen en lagere vormen. Naamah is dan een beeld van het oervolk Name. Het gaat niet zomaar om mystiek en spiritualiteit, want een heleboel mensen gaan hierin met pensioen, als wazige gaten waar ze inspringen om onverschillig te worden en eenzijdig, als aan de drugs, en is het een heleboel zoeken naar vrede, genot en goede gevoelens, en veel, heel veel rust. Het kwaad bestaat dan eigenlijk niet meer voor deze mensen en ze vergeten de dieptes van de demonologie en de gevaren die er nog dreigen. Het gaat dus om de exegese, want de mensen vallen in hele diepe putten en er zijn geen trappen. Er moeten trappen gebouwd worden. Dan kun je zeggen : 'Ja, liever niet in de wildernis,' maar dat kan ook op een andere manier. Het gaat er dus niet om om zomaar een zonderlinge mystiekeling te worden of spiritualist, want velen gebruiken het in de new age om grote spijbelfeestjes te organiseren, en vaak plakt dan ook nog de hele bende aan elkaar, zodat ze weer niet loskomen van het groeps-ego, en maar al te vaak is het gewoon weer een andere markt. Spirituele boeken met korting voor leden, enzovoorts. Neen. De mens moet een exegetist worden. Deze verschijnselen moeten uitgelegd worden en begrepen. Dus in het Judaïsme zien we nog een ander scheppingsverhaal, namelijk dat van Lilith (Lethe) en Samael. Dit is het scheppingsverhaal in de wildernis buiten Eden, want dat was meer een gesloten hof. Ook zij brachten vele kinderen voort en namen vele kinderen tot hen, die de natuur volkeren werden. Naamah komt tot de man in zijn zwakheid en honger, dieper in de wildernis.
Religie is een belangrijke metafoor voor de natuur, maar het moet wel een metafoor blijven. Het is filosofie. Hoofdstuk 10. Na Rigil Kent - Het probleem : dimensie overlapping Als we door de Rigil Kent laag heen zijn gegaan door de rode kern van Rigil Kent, dan zijn we er nog niet. Dan moet de mens nog gaan naar de planeet Laura, een nog diepere verloren kern van Orion. De planeet Laura is een reusachtige oerwouds planeet, waarvan het stedelijke natuurgebied maar 1 % is en de rest allemaal oerwoud, waarvan 1 tot 4% water. Het is een uitdaging honger en eenzaamheid te accepteren, lijnen die ook door de bijbel heenlopen, als de lijnen van het kruis. Het zijn de sleutels tot de heilige gebondenheid. Vermindering en afzondering zijn de basis. Zonder deze twee kom je nergens. Buiten deze principes kiest de mens voor hedonisme en het meerdere. De mens is dan niets anders dan een gulzig varken. Het probleem : overlappende dimensies. Dit komt omdat de mens geen goed onderscheid kan maken vanwege gebrek aan kennis, wat een soort van kinderziekte is. De mens is nog steeds in evolutie. Overlappende dimensies veroorzaken al het leed op aarde en het is een fase waar de mens doorheen moet. Eerst moet de mens die overlappingen onder ogen komen, de warknopen, en dan moet de mens het ontwarren. Er moet dus ook een alarm komen die de mens op de hoogte brengt van overlappende dimensies, en die een programma laat zien om het weer recht te krijgen. Het gaat dus om dimensie-onderscheiding. In het woord 'de mensen' zit ook het woord 'dimensies'. De mens moet ook weer gevoelig worden voor dit alarm, en gevoelig voor het onderwijs van het alarm hierover. Het onderwijsboek 'Rigil Kent - de verloren Kern van Orion' beschrijft de tocht tot en door de rode kern van Rigil Kent. Daarna moet de ziel verder gaan naar Sirius, waar hetzelfde aan de gang is, en die ook een rode kern heeft, genaamd Ub. In de Ub kern van Sirius ligt de technologie van de anti dimensie overlapping, ADO. Voordat de mens tot de ADO technologie komt is er dus een worsteling met de dimensie overlapping die niet te overzien is. Daar kan een mens niet omheen. Omdat die technologie er niet is moet de mens dus verschrikkelijk zwaar strijden, proberen de dimensies los van elkaar te krijgen en weer te onderscheiden. Alles wat de mens om zich heen ziet is een resultaat en bij effect van dit verschijnsel, dimensie overlapping, en alleen in de rode kern van Sirius, in Ub, kan de mens komen tot dimensie onderscheiding en het ADO alarm herstellen. We spreken dus uiteindelijk over een nog diepere verloren kern van Orion. Al in de Egyptologie was Sirius (de godin Sopdet) de zwangere vrouw van Orion (Sah). Zij hoorden dus bij elkaar. In de
Egyptologie wordt Sirius ook de hondster genoemd en de ster van de overstroming en van het begin van de wereld. Sopdet werd afgebeeld met een ster boven haar hoofd. Dit kunnen we vergelijken met Openbaring 12 : 1En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. 4En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de wildernis, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. De draak die met zijn staart een derde van de sterren op aarde wierp is een beeld van de dimensie overlapping, maar de wildernis diepte is de schuilplaats voor de mens, als een beeld van de Ub kern van Sirius. Toen de Sirius kern van Orion werd verwijderd ontstonden de lagen van het lagere Sirius om de kern heen, als dimensie overlapping. Dimensie overlapping is dus aangekoekte dimensies die door gebrek aan onderscheiding teveel doorgemengd zijn, zoals er vlekken ontstaan als er heel veel dia's op elkaar worden gelegd, oftewel knopen. Er moet dus weer een overzicht komen van de schermen. Ze mogen niet op één punt blijven, want dan wordt het onoverzichtelijk. Er moet dus een inventaris komen, een framewerk. De dimensies moeten dus ver genoeg van elkaar weggedreven worden, anders gaan ze overlappen. Daarvoor was al het vorige onderwijs en de demonologie. Daarvoor was het sorteren en onderscheiden van de culturen. De mens moet weer gevoelig worden voor de verschillende lijnen, de verschillende snaren, door alles heen. Zo niet, dan blijft de dimensie overlapping. In die zin wordt er dus ook gewerkt met beugels om de dimensies van elkaar te houden. Ook is het belangrijk voor de mens om gevoelig te worden voor de verschillende lijnen van planetaire energie. Dat zijn ook allemaal belangrijke snaren. Als de snaren te dicht op elkaar liggen kan er geen muziek gespeeld worden, en kunnen er dus geen boodschappen overgebracht worden, en dan is er dus dimensie overlapping. Ook verhalen zijn dus belangrijk om snaren aan te brengen, opdat de dimensies niet aankoeken en overlappen. Vaak is het letterlijke al dimensie overlapping, en verhalen luchten dan alles weer, brengen dan ruimte en onderscheid, en brengen alles meer in het symbolische en abstracte. In het kaleidoscopische is er minder kans op dimensie overlapping. Wel is het zo dat het kaleidoscopische zonder onderwijs waardeloos is. Verhalen en onderwijs moeten dus gelijk oplopen, anders is er gevaar van dimensie overlapping. Er zijn dus wetten van kaleidoscopie. In een droom aan het begin van het millennium was ik in Almere en er was daar het rode prins verschijnsel, wat een soort van alarm was en beveiliging. In het rode prins project waren ook electriciteitspalen die door de weilanden gingen, maar dat waren ook een soort luchthavens, want er gingen zielen doorheen, die vlogen van de ene paal naar de andere paal. Ze moesten aan allerlei voorschriften voldoen, om de energie zuiver te houden en onderscheiden, opdat er geen dimensie overlapping kon plaatsvinden. Deze palen werden ook de bakkerbomen genoemd, want eigenlijk is het het werk van de bakker die
goed onderscheid moet houden tussen de ingredienten, en de juiste hoeveelheden moet gebruiken en de juiste verhoudingen, anders komt er dimensie overlapping. Bijvoorbeeld teveel zoet, teveel suiker is al een vorm van dimensie overlapping, en ook teveel licht is dimensie overlapping. Dat wil dus zeggen dat er dingen zijn gemengd die gescheiden hadden moeten blijven. Zoals de tweede bijbelse poëzie ook het voorbeeld aanhaald van een vijver waar aan de kant schilderijen liggen, en er liggen hoornen tussenin om hen afgezonderd te houden, en zo een verhaal vertellen, want als de schilderijen allemaal op elkaar zouden liggen, dan zou je het verhaal niet zien. Dit komt dan uit het gedeelte genaamd : 'Slang in het Zwanenmeer III', want de slang is weer een beeld van de patronen. Deze patronen moeten onderscheiden worden. De slang is hierin een meester. Die hoornen tussen de schilderijen brengen hun vingers helemaal tot in de vijver, dus ze zorgen ervoor dat er geen vermenging is tussen de schilderijen. Het zijn afzonderlijke plaatjes. Er moet voldoende ruimte tussenzitten, anders vloeien de energieën in elkaar over en dan is de rode draad weg. In dit poëtisch verhaal komt er dan een fee die het vijverwater aanraakt, en dan kan er verandering plaatsvinden, een beetje zoals bij het water van Bethesda in de bijbel. De engel raakte van tijd tot tijd het water aan waardoor het water geneeskrachtig werd. Dimensie overlapping is dus ook het probleem van de bakkersleerling die moet leren bakken. Door deze fase gaat de aarde nu. Hoofdstuk 11. Het nut van een identiteits crisis Dimensie overlapping, ook wel dimensie knopen genoemd, is een verschijnsel wat ontstaat als er alleen maar een-punt-zicht is, oftewel tunnel visie. Vandaar dat de Vur de mens terugleidt tot het kunst museum waar alle schilderijen verspreid zijn in plaats van op elkaar liggen. Alle boeken van de Vur zijn in principe literaire schilderijen als gekanaliseerde en onderscheiden energie, als schuif en wissel portalen tot de andere werelden. Dimensie overlapping is potentiele energie. Het kan veranderen en zich openen als het tot nut wordt gemaakt, als het tot sieraad geregen wordt, als ornamentaal communicatie middel. 'Werk bij kracht die onderwees.' Onderwijs is de ware kracht, en die rangschikt dus alles. In het rangschikken, het rijgen, krijgt alles zijn plaats en kan het openen. Alles wordt tot het goede en de waarheid als het in de juiste hoeveelheden en in de juiste verhoudingen komt.
Dimensie overlapping kom je niet zomaar vanaf. Het moet verdiept worden, tot exegese. Mensen die niets hebben meegemaakt en in het rijke westen zijn opgegroeid en altijd angstvallig beschermd zijn gebleven voor beelden van de derde wereld en oorlogslanden hebben vaak een te romantisch beeld van het bestaan. Het bestaan is demonologisch. Heb je geen anti-virus, dan ga je eraan. Het bestaan is metaforisch gezegd 'raging mad amazons', als het nodige alarm. Zij die zich niet onderwerpen aan de dynamieken van de natuurkennis waarvan de natuurgodinnen een beeld zijn sterven uiteindelijk de bestaans-dood en houden gewoon op te bestaan. Als zij dan nog ogenschijnlijk leven dan zijn het parasieten. De westerse man is hier veelal een beeld van : opgeblazen, betweterig, onverschillig, onderdrukker van het vrouwelijk geslacht, altijd maar weer als man boven de vrouw proberen te staan, geen nederigheid, geen onderwijsgezindheid, geen luistergezindheid, hedonistisch, materialistisch, kortom een parasiet zonder waarlijk leven. Zij gaan van dood tot dood, als strontvliegen. Het is een tragische dodenmars. Het is de opstand tegen het bestaan, waarin ze luidkeels roepen : 'Neen, wij willen het bestaan niet. Wij willen de natuurgodinnen niet kennen. Wij hebben onze eigen rammelende en ratelende afgoden die wij volgen, keihard door de stad sjeesen in een stadse auto allemaal voor aanzien en luiegheid. Wij willen dwaas zijn, niet wijs. Wij haten de natuur. Wij spelen graag godje over anderen. Wij zijn racisten. Wij haten de natuurvrouw, en vrouwen zijn van een lager ras, slechts om ons te dienen, ons ego.' Dat is wat ze luidkeels en bulderend roepen, niet verhinderd door enige kennis. Borst vooruit, opgefokte spieren, als een opgevoerde brommer, zo de crash tegemoet na de joyride. Ze zien niets, ze rijden te hard op die snelweg. De waarheid willen ze niet kennen. Maar goed, dat zijn de verdraaiingen en de vervormingen in de lagere emanaties van het bestaan. Het is dimensie overlapping. Bovenal is het van belang dat de mens zijn weg vindt naar het studie centrum. En dan gaat het om het zelf studie centrum. De rest is allemaal metaforisch. Alles wat je in je leven meemaakt is metaforisch, een bepaalde taal. Een van de boodschappen van de Vur is het werken aan de studie sieraden, de sieraden van de goede werken, de dienst tot de hogere kennis. Dat gaat dus om de meer innerlijke sieraden, wat ook in de eerste Timotheus brief van de bijbel naar voren komt. Dat gaat om uitstraling en instraling, en wat wil je dan wat het zal wezen ? De mensen om je heen leven of in groot leed of in grote zonde. Als je een mensenbehager wil worden die volgens stadse codes met de moderne mode meeloopt, waar kom je dan ? En wil je altijd rondlopen met een blij gezicht tussen deze parasieten ? En zou dat mensen met groot leed om je heen daadwerkelijk helpen ? Het gaat erom te lijden met hen in leed, mens en dier. je mag er ook verontwaardigd over zijn en met een boos gezicht rondlopen soms, boos op de maatschappij, en soms mag je weer anders zijn. Elke dag mag je andere sieraden omdoen van de hogere kennis, de innerlijke sieraden van studie. Je hoeft jezelf ook niet weg te geven. Pas op dat je jezelf niet als een hoer verkoopt aan deze stadse systemen. Dan kun je beter als de OT profeten zijn of rennen voor je leven. Het is dus goed om soms in een identiteits crisis te zijn, want de stad geeft onder dwang de mens telkens weer valse identiteiten. Rijg je strategische sieraden, breng je profetische boodschappen in natuur patronen. Camoufleer jezelf goed als je onder deze gekken bent. Gooi geen parels voor de zwijnen. Gooi eerder een staaf dynamiet, en steek je tong uit. Als ze je vragen rechts te gaan, ga dan links. Laat je niet in een hokje drukken. De identiteits crisissen zijn ervoor om je te beschermen. Laat je niet brainwashen. Blijf uniek, anders is de strijd verloren.
Hoofdstuk 12. Het ontstaan van dimensie overlappingen Dimensie overlappingen kun je niet zomaar ontwijken. Je moet ermee rijgen, ze te slim af zijn. Dimensie overlappingen ontstaan doordat zoveel planeten de mens bestralen, en als de stralen kruizen en de mens kan het niet onderscheiden, dan ontstaan deze overlappingen. Het hebreeuwse woord voor tent is 'ohel', wat een beeld is van het wildernis leven. Ook is dit een anagram van elohim, oftewel ohel-m, de kennis (m, egyptisch) van het wildernis leven. Ohel wijst ook op 'el', een hebreeuwse naam voor god, maar elohim betekent ook godinnen. Daarom gebruiken christenen vaak ook het stopwoord 'hel', en hebben de betekenis verdraaid, maar het wijst terug op ohel, het wildernis leven. Hoofdstuk 13. De Sexuologie van de Gnosis Hoe je het ook wendt of keert : de mens heeft schaduwen nodig, tegenstellingen, anders zou de mens verloren raken in een vacuum. Het is dus een overlevings-strategie van de natuur, als een boeienkoning, een Houdini. De schaduwen en reflecties hebben geen intelligentie. Ze hebben wat losgekapte kennis die uit het verband is getrokken en is verletterlijkt, maar dat is alles wat er is. Je kunt er geen normaal gesprek mee voeren. Ze hebben geen zorgen, geen doel, en leven voor het plezier, maar wat is plezier ? Wat is genot ? Gaat het er dan werkelijk om om je maar telkens 'goed' te voelen ? En hoe 'goed' is dat dan ? Want wat als je ego zich goed voelt en daardoor nog krachtiger wordt ? Je ego heeft je vernietiging op het oog. Daarom zijn het vaak demonen die zich zo plezierig voelen, je schaduw, en
dat is de verkeerde vorm van plezier. Ze hebben plezier in je vernietiging, plezier in hun macht, maar de mens onderscheid het niet. De mens raast maar door. Is het niet tragisch dat de mens altijd maar op zoek is naar oppervlakkig plezier ? De diepere mens wil altijd de gnosis. De diepere mens wil zichzelf niet bedriegen. Als kind denk je misschien als je 'leuke' televisie programma's ziet en je leuk speelgoed hebt, een vader en moeder die hier in het rijke westen voor je zorgen, waardoor je de eerste paar jaren van je leven in principe zorgeloos bent, dat je het misschien goed getroffen hebt, dat je goed terecht bent gekomen, dat dit je bestaan is, dat dit het is, het ultieme geluk waarvoor je bestemd bent, maar het is een valstrik. Hoe werd je kind ? Alles was gewist, en door wie ? En waar ben je terechtgekomen ? Is het allemaal zo onschuldig ? Mensen zien het als de gewoonste zaak van het leven, maar wie of wat maakte van hen een baby ? Is dat wat de heilige vergetelheid inhoudt, of was er meer aan de hand ? Was er misschien iets verschrikkelijks foutgegaan ? Totaal maar dan ook totaal kwetsbaar ben je en vaak loopt het fout af. Nee, de mens moet ontsnappen. De mens moet wakker worden. Ik had een droom dat ik op een planeet was in de constellatie Reticulum. Ik was daar bij een boertje, en hij leidde me naar de kerk daar. Achterin de kerk liet hij mij het psalmenboek zien. Er stond een harp op getekend. Ik sloeg het open, en het was een soort dagboek. Op elke pagina stond er een klein plaatje met iemand met een erectie. Ook stonden er telkens plaatjes aan de onderkant. Het kwam op me over als iets serieus. Er stonden natuur plaatjes onder. Op aarde doet de mens vaak giechelig over een erectie, omdat de mens niet weet wat het betekent, en dat nog wel terwijl de mens er uit voortgekomen is. Op aarde wordt het verkocht, en zijn mensen erdoor geobsedeerd, en zien niets anders meer. Maar hier in deze kerk werd het als iets doodnormaals gezien, en niet iets waar je nou obsessief over zou moeten doen. Het stond er gewoon in een bepaalde context. Het boertje nam me toen de kerk uit en leidde mij tot een groot spookhuis met een heleboel afdelingen. Bij elke poort of ingang stond een standbeeld van iemand die bang was en een erectie had. 'Dat is wat het betekent,' zei het boertje. 'De gnosis reageert alleen op de heilige vreze, en dan is er contact en vruchtbaarheid. De heilige vreze is de plug.' De aardse erectie is van overmoed, roekeloosheid, obsessief gedrag. Hier op Reticulum liet het boertje mij een heel ander verhaal zien. Als de heilige vreze volkomen was veroorzaakte het een erectie, maar die maakt dus geen direct contact. Die rent weg, en blijft aan de ingang. Die durft niet verder het spookhuis in, en wordt zo tot standbeeld. Die gaat niet zoals op aarde regelrecht de vagina in. Het is geen voetbal wedstrijd waar er gescoord moet worden. De heilige vreze gaat eerst de aarde in, onder de voet van de vrouw metaforisch gesproken, de diepte in, dus niet blijven hangen aan de oppervlakte. De aardse mens maakt te snel contact en te oppervlakkig, niet gehinderd door enige heilige vreze, niet gehinderd door enige kennis of metaforiek. Zo komt de aardse mens al snel in een valstrik, en brengt daar ook zijn kinderen in groot. Dat is de tragische realiteit van het aardse leven. In de tweede bijbel is de erectie ook het beeld van de honger, het minderen, waarop de gnosis reageert. Op aarde is de erectie precies het tegenovergestelde, namelijk het vermeerderen, materialistische zucht.
Hoofdstuk 14. De Drie-enige Godin van Adam Het leven kan niet zonder de dood, de dood van het ego. Dat is dus een noodzakelijke tegenstelling. Het eva-ngelie is het leven door de dood aan het kruis, oftewel het evangelie van Eva die Adam leidde tot de vrucht van de gnosis waardoor zijn ego kon sterven. Dat dit een martelgang is is bekend. Die dood zet niet zomaar in. Zoals we weten is het probleem dat Orion een heleboel verloren kernen heeft, in lagen, en dat die kernen terug willen komen, opdat de mens hemelburger kan worden in de diepere Orionse samenlevingen van de natuur. Ik had een droom over de constellatie Reticulum waar ik vroeger ook veel mee bezig was, en welk project ik moest staken vanwege teveel demonie. Ik moest eerst ergens anders aan werken, maar nu had ik nieuwe sleutels en kon terug. Ik heb vroeger veel over Reticulum geschreven, over de boeren en de indianen daar. Ik was nu in een soort natuur stad of natuur centrum. Een moeder van mijn eerste vriendinnetje ooit die bij ons aan de kerk zaten had mij wat video's gezonden. Ik speelde het af, maar het werkte niet. Het zou ook op de televisie komen, dus ik wilde het opnemen, maar ik was net te laat, en ik dacht dat ik geen halve opnames wilde. Toen kwamen er weer twee pakketjes van die moeder, en toen waren die video's erweer bij, maar dan voor een nieuw systeem, want het bleek dat ik er niet het juiste apparaat voor had, dus het apparaat had ze ook meegezonden. Het was een heel klein plat apparaatje in een zwarte etui van het merk 'denom'. Het was een klein televisietje. Ik klikte het aan en er waren allerlei kleine channeltjes te zien, vaak ging het over koken, eten bereiden. Ik zag wat wortels en groenten op één zo'n schermpje, en die schermpjes lagen in twee kolommen naast elkaar. Je kon dan het schermpje van je keuze zo groot maken als het apparaat zelf. Sinds ik het apparaat had aangezet was het wel groter geworden, maar nog steeds compact en plat. Mijn zusje op Reticulum stond er toen ook bij. Ik zei : 'Ik heb jou volgens mij vroeger ook eens een heel klein televisietje gegeven, hè ?' We zeiden toen beiden tegelijkertijd : 'een roze.' Zij zei het in Engels : 'a pink one.' De technologie was ver. Ik was verbaasd. De moeder van het vriendinnetje legde uit dat er ook mee gekookt werd. Je kon een menu uitkiezen, een maaltijd, en dan werd het gewoon via technologie, via signaaltjes en straaltjes, de keuken in geprojecteerd door allerlei buizen en stangen, en dan kwam het op een soort fornuisje. Dat werd dus zo gematerialiseerd vanaf het scherm. Ik vond het wonderlijk. Ik zei tegen die moeder dat ze me moest helpen met mijn geheugen, want ik was een heleboel vergeten. Ik was natuurlijk tot een verloren deel van mezelf op Reticulum terecht gekomen, en door die vermenging had ik wat moeite met mijn geheugen daar. In ieder geval was ik heel blij met het pakketje en er waren ook een heleboel andere schijfjes met video's voor het apparaat. Er leek meer vrede te zijn hier, een vergevorderde technologische orde, natuurlijk gebaseerd op veilige bio-technologie van de natuur. Een heleboel problemen die er op aarde zijn waren hier niet.
De vrucht van de gnosis, van het eva-ngelie, het evangelie van Eva, van de vrouw en moeder van leven, leidt ons eerst tot een verwarrende situatie waarin ons ego kan sterven. Hiertoe werd ook Adam geleid, en een beeld daarvan was ook David die in de Psalmen aan het kruis stierf in de Messiaanse psalm 22 : 2 Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht? 3 Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte. 15 Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; 16 verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. 17 Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. 18 zij zien met leedvermaak naar mij. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. 21 Red van het zwaard mijn ziel, mijn eenzame, van het geweld van de hond. David was in gevecht met de Egyptische hond Anubis, de poortwachter, die zijn ego moest laten sterven en hem moest mummificeren, opdat hij tot het hemelse Jeruzalem, de hemelse wildernis, kon komen. Het is een worsteling met God zelf, zoals Jakob op Pniël had. Dat is het eva-ngelie in het kort, in het OT. Er is geen andere weg. De mens moet aan zichzelf sterven. Aan de kusten van dit Reticulum gebied had ik eerst een verschrikkelijk gevecht met haaien, en er was ook een gevecht met orca's en walvissen die de kusten bewaakten, en waar ik vroeger ook dromen over had dat ik ze in de verte zag. Dit waren zware demonen. Ze verscheurden mijn hart en ziel. Hun tanden reten me aan stukken. Maar toen was ik ineens aan land, en vond een verloren deel van mezelf, en door de vermenging was mijn geheugen deels weg. Ook Adam moest zijn paradijsje verlaten om te komen tot het grotere paradijs, de grotere context, en hiervoor moest hij een lange en slopende weg begaan. Hij moest terug tot de wildernis, waar zijn eerste liefde hem riep, Lilith, Lethe (Grieks) oftewel Tolli (oer-amazonisch), en zij leidt hem tot Naamah, als de brug tussen haar en Eva, als de drie-enige godin van Adam, de drie-enige natuurgnosis.
Daarom moeten wij verscheurd worden, opdat we verzoend kunnen worden met de verscheurde godin, de verscheurde natuurgnosis. Natuurlijk is dit slechts ogenschijnlijk, want de mens had zijn geheugen verloren. Ook Osiris (Aser) werd verscheurd in de Egyptische mythologie, en ook Orpheus werd in de Griekse mythologie verscheurd door de maenaden of bachanten, dronken bezeten vrouwen, maar waardoor hij werd verzoend met Eurydice. Hoofdstuk 15. Het Stoïcijnse Pad van de Eenling Kudde mentaliteit is altijd het probleem geweest van deze wereld. Kudde gehechtheid blokkeert de heilige gebondenheid. Er is geen pad door de gnosis zonder de heilige gebondenheid. Er zou teveel misleiding zijn, vervroegde kennis, te late kennis, corrupte kennis, enzovoorts. De mens laat dingen te snel kruizen, maar het pad van de eenling is het enige pad wat de natuur heeft aangelegd, en de rest is allemaal valse veiligheid. Er moet dus een nieuw stoicijns level komen waarin de mens het eenling principe leert, want dat is ook van groot belang voor de demonologie. De demonologie is gebaseerd op het kruis, het aanvaarden van het lijden, het geduldig dragen van het lijden en daarin volharden. Dat is ook de stelling van het stoïcisme. Er zijn vele misvattingen over het stoïcisme, en er zijn ook vele stromingen binnen het stoïcisme. Het doel van het stoïcisme, wat rond 300 BCE in Griekenland onstond, met als grondleggers Zeno en Chrysippus, is te leven volgens de natuur en niet volgens de massa's. Zij die de massa volgen kunnen deze filosofie niet bestuderen, stelde Chrysippus. Je moet je onthechten van de massa en de natuur leren kennen. Hij stelde dat de dwazen alles willen, maar begrijpen niet hoe ze het moeten gebruiken. Chrysippus wilde de mens het grijpen afleren, om allereerst terug te keren tot het zelf, de eenling, en zo te leren. Er zijn hierin veel dingen nodig, als een stappenplan. Allereerst moet de mens terugkeren tot het niets, want anders worden er teveel fouten gemaakt. Alleen de wijzen zullen dit pad gaan, stelt Chrysippus. Het is een vreemdelingen pad van compromisloosheid. Als je geen vreemdeling bent, dan is alles verloren. Dan kom je nooit verder op het pad van de eenling. Wie door de massa's aanbeden wil worden en de massa's wil behagen kan dit pad niet op. Voor Chrysippus is het belangrijk terug te keren tot eigenzinnigheid in de natuur, niet de opgelegde identiteit van de massa's. Het kwaad kan niet zomaar uitgebannen worden, en dat mag ook niet, want het is ergens voor bedoeld. Er moet gebruik van gemaakt worden. Verschillende stoïcijnen zeiden hierover : Marcus Aurelius :
Want het denken verandert alles wat een handeling in de weg staat en wendt het aan voor zijn eigen doel, en wat een obstakel was bij een werk, wordt een hulpmiddel, en wat je verhinderde een bepaalde weg in te slaan, wordt een richtingwijzer. Seneca : Niet wat, maar hoe je iets draagt is belangrijk. Ook Paulus putte uit de stoïcijnse filosofie voor zijn brieven, zoals dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen op dit pad. Ook Paulus stelde dat dit een pad was van de eenling, en dat je deze wedstrijd moest winnen, door alles en iedereen achter je te laten. Ook Chrysippus stelde dit al, maar Chrysippus zei erbij dat je dit nooit ten koste van anderen mocht doen. Je mag geen overwinnaar worden over de ruggen van anderen heen, want dat is ook weer negatieve kudde mentaliteit. Je moet dus niet stelen, maar het zelf eerlijk vinden en verdienen zonder de ander daarbij schade te berokkenen. Velen zijn namelijk in de kuddes voor dit ene doel om zo makkelijk ten koste van iemand anders iets gedaan te krijgen. Dat pad moet achtergelaten worden, stelt Chrysippus. En ook dit komt weer terug in de leerbrieven van Paulus. Chrysippus stelde dat het lot altijd verbonden was aan het corresponderen met iemand's werken, met iemand's natuur en kwaliteit, dus uiteindelijk zou je levenswinst gebaseerd zijn op je eigen hart. Er is uiteindelijk loon naar werken, en de mens moet daarvoor niet de kortste en makkelijkste weg nemen, want dan wordt er teveel over het hoofd gezien. Alles in het stoïcisme gebeurt in processen. Daaraan is alles gelinkt, en daardoor wordt alles geforceerd. De mens kan zich niet losmaken van dit proces. Het heeft geen zin te strijden tegen de natuur. Alles zit hiervoor in het object en de mens zelf, wachtende om ontrafeld te worden. Dat is wat het lot is. Het is ingewoven en gaat niet buiten de mens om. Ook Zeno, de eerste grondlegger van het stoïcisme, hield niet van massa's, en ook niet van rijkdom. Hij hield van de natuur en de eenvoud. Hij hield van de filosofie. Alles was ook verbonden aan de stand van de planeten, stelde Zeno. Hij bekeek dus alles vanuit de buitenaardse context. In die zin sprak hij dus over de buitenaardse natuur die zichzelf op aarde projecteerde. Zeno stelde dat we twee oren hadden, en maar één mond. We zouden dus dubbel zoveel moeten luisteren. De mens moest voldoende opgeladen zijn met stilte om te kunnen leven. De mond zou de boodschap anders in de weg staan. De mond mocht alleen spreken door het oor. Hij leefde sober en minimalistisch. Hij leefde ascetisch, ook al was hij soms rijk. Zeno stelde dat de massa's misleiding brachten, en daarom moest de mens de massa's ontwijken en met minder genoegen nemen, om aan de misleiding te ontkomen. Zeno onderwees hoe de misleiding te ontwijken. De mens moest weer doel hebben, en reden, en die kon alleen ontstaan als de ziel zou komen tot de universele reden, de logos. Dit zou ergens in het universum zweven als een vogel, en de ziel moest de sleutel hiertoe verdienen op het stoïcijnse pad. Later werd dit door de christenen allemaal verletterlijkt en gematerialiseerd tot de bijbel die ze de logos noemen, maar de logos is natuurlijk veel meer. De christenen wilden het pad op de berg niet gaan, want dat was te smal, te moeilijk, te kronkelig, te eng, en daarom maakten ze een afgod beneden in het dal : de bijbel. En hier moest iedereen voor neerbuigen. Het christendom is dus een grote vervorming van de stoïcijnse filosofie. Ineens werd ook Jezus, de nieuwe afgod na het Griekse wereldrijk, de logos genoemd.
Zowel de doxa, het geloof en de mening van de massa, en de pathos, de emotie, waren vaak grote vijanden van de stoïcijnen, die alles getest wilden hebben aan de logos, de universele rede, het universele woord van de natuur. De mens moest niet worden voortgedreven door de emotie, maar de emotie kon wel het resultaat worden van de logos. De emotie moest hieraan ondergeschikt worden, want vaak was de pathos van de massa gewoon het vooroordeel. Het wilde dus niet zeggen dat emotie niet meer mocht bestaan. Zolang de emotie maar getest was, want er waren ook valse, overmoedige emoties. Dogma had een hele andere betekenis in het stoïcisme, namelijk van een getest principe gevestigd door rede en ervaring. In het christendom werd de dogma natte vinger werk, gewoon domweg door blind geloof van de voorouders en wat de massa zo had bepaald in het verleden, dus van doxa en pathos. Doxa werd in de Griekse bijbel gebruikt om de glorie van God aan te geven, waardoor dus ook God werd verlaagd tot het niveau van de mening en het geloof van de massa. De stoïcijnen waren hier deels woest over, maar waren tegelijkertijd ook op zoek naar betekenis hierin. Het christendom zou namelijk gebruikt kunnen worden om iets diepers in het stoïcisme omhoog te halen, een missing link. De stoïcijnen waren hierin gebaseerd op logos en gnosis. Voor hen was dit een discipline, de ascese. Waar de hedonisten waren gericht op het ontwikkelen van spieren waren de stoïcijnen gericht op het zoeken naar diepere filosofische structuren, naar soberheid en eenvoud. Waar de hedonisten meer wilden, wilden de stoïcijnen minder. Waar de hedonisten smachtten naar de goedkeuring van de massa's, daar waren de stoïcijnen op zoek naar de eenzame diepte van het eenling principe om zo terug te keren naar de natuur en de demonologie. Het sofisme was een gevaarlijke stroming in de Griekse filosofie die voorafging aan het christendom. Het sofisme ging uit van 'het recht van de sterkste', en 'het recht van de meesten', en dat het niet gaat om gelijk hebben, maar gelijk krijgen, door drogredenaties. Sofisten leerden de kunst van misleiden door bepaalde woorden te gebruiken die ervoor zorgden dat mensen onder de indruk kwamen en geamuseerd werden. Het ging de sofisten niet om 'recht en waarheid', maar om macht. Zij lieten zich hiervoor betalen, als een handel in macht, en waren daardoor buitengesloten van de objectieve kennis. Studenten van het sofisme werden geleerd hoe te misleiden, en geen wapen werd hierin ongeroerd gelaten. Zo ging het om het principe dat onrecht doen beter is dan onrecht lijden, en het zogenaamde pragmatisme, wat als volgt redeneert : 'Als het werkt, dan is het goed.' Dit zijn dus stromingen binnen het hedonisme : 'Zolang het fijn is, is het goed.' Het sofisme was een groot voorstander van de gemakslust. Alle tegenstrijdigheden en bezwaren werden weggepraat, en sofisten waren meesters in het overtuigen. Al snel werden zij ontmaskerd door Socrates en Plato, twee beroemde Griekse filosofen. Socrates werd ter dood veroordeeld vanwege zijn ontmaskerings-werk. Hij moest de gifbeker drinken. Ook Plato werd ter dood veroordeeld, maar hij werd door vrienden gered die hem loskochten. Plato benoemde het sofisme als een mensenjacht, als een psychologische handels-kunst, om met name elitaire en rijke jeugd te bereiken met veel potentieel. De handel is dan in 'kennis', die de sofist koopt en doorverkoopt, en ook zelf maakt. Hiertoe vestigt de sofist zich in de stad. Het is een ruilhandel en een fabriek van tweedehandse schijnkennis, aldus Plato. De sofist is een nabootser, en ook een soort tovenaar, en een zeer geliefd middel van politiek en religie. Meer en meer werd het sofisme een gevaarlijke handel in educatie. Het was allemaal gericht op de mens zelf, terwijl Socrates en Plato beweerden dat er een hogere kennis boven de relatieve kennis was. Beiden hebben zij zich dus tegen het sofistische systeem gericht, de gevestigde opvoeders van de jeugd, en
betaalden hiervoor een hoge prijs. Je zou de sofisten ook filosofische charlatans kunnen noemen die de weg voor het christendom hebben bereid. Plato streed tegen doxa, tegen het gebruik van de mening en het geloof van de massa als argument. Dit was een wezenlijke strijd, want hieruit voort zou het christendom komen. Het woord doxa is verbonden aan populariteit, glorie, zoals het ook werd verbonden aan de glorie van God in de Griekse bijbel. Veel mensen zijn hier gevoelig voor. Ze kiezen populariteit boven de waarheid. Voor de stoïcijn is dit dus een test. Een stoïcijn is niet geinteresseerd in macht, want hij weet waar het toe leidt. Hij verkoopt de waarheid niet voor autoriteit. Plato zette rede en geloof tegen elkaar. Het westerse christendom koos duidelijk voor het geloof. Plato werd ondergesneeuwd. Plato stelt dat er voor elke doxa een logos moest zijn waaraan het getest zou moeten worden, want anders was het waardeloos. De christen laat zich echter leiden door blind geloof, tegen alle kennis in. Voor Plato was doxa de zonde van de filosoof. De filosoof moest eerst terugkeren tot de logos. Doxa is alles wat de mens zomaar klakkeloos aanneemt. Doxa wil schitteren in de tempel als een god, door mensen aanbeden. Doxa wil niet lijden in het verborgene voor diepte. Doxa heeft zware roemzucht en machtszucht en haalt daarvoor elk wapen uit de kast om het te krijgen. Doxa gaat niets of niemand uit de weg, niet door enige heilige vreze verhinderd, niet door enige kennis. Doxa denkt van een kale kip kun je niks plukken. De stoïcijnen bestempelden dit als egoïsme naar het externe, een zeer slechte pathos, emotie, en de mens zou moeten terugkeren tot de apatheia, het medicijn hiertegen, de boven-emotie. De mens moest gezuiverd worden van egoïstische emotie. Op het pad van apatheia betekent het dus niet dat je alle emotie en empathie moet kwijtraken. De stoïcijnen wijzen op de gevaren van onverschilligheid, valse apatheia, wat ook weer egoïsme is. Het eenlingsprincipe heeft niets met egoïsme te maken, maar met verdieping van het zelf zijn, en komen tot de hogere gebondenheid. Er is geen gnosis zonder de hogere gebondenheid, en die kan alleen ontstaan in het eenlings-principe. Dat wat er buiten hangt wordt aangedreven door de doxa-massa's. In de brieven aan Lucilius stelt de stoïcijn Seneca dat begeerte uit de hand loopt als het de grenzen van de natuur overschrijdt. De natuur is vol van beperkingen, maar het hedonisme heeft die niet. Dit is een grote vijand van de mens. De hedonistische massa's hebben hun adel geschapen, maar de filosofie heeft haar eigen adel. Hij wijst op Plato die stelde dat er geen koning bestaat die niet uit slaven is voortgekomen, en geen slaaf die niet uit koningen is voortgekomen. De ware adel is dan volgens Seneca wie de natuur goed heeft afgestemd op de deugd. Boven alles uitstijgen is dat wat adel maakt, oftewel de apatheia. Ook de logos en de gnosis zweven daar. Seneca stelt dat je nooit haast moet maken in dit labyrint, want juist dat wordt je noodlottig. Overmoed behoort niet tot de stoïcijnen. De stoïcijnen testen alles. De stoïcijnen gebruiken strategie. Hij stelt dat het er niet om gaat groots te werken. Een kunstenaar heeft de eigenschap om een geheel samen te vatten met weinig middelen en weinig materiaal. Dat is ook weer de schoonheid ervan. Teveel zou alles verprutsen. Seneca beschrijft zijn eigen wapenrusting die deels de projectielen van de vijand in zich opneemt en verwerkt om zich ermee te sieren, terwijl andere projectielen teruggeketst worden naar de afzender. Gebrek is belangrijk, stelt Seneca, ook gebrek aan woorden. Niet alles hoeft wezenlijk te bestaan. De natuur heeft ook ruimte voor het niet wezenlijke, en omvat dit ook, omdat het metaforisch doel heeft, de beeldspraak.
Zo is het stoïcisme wantrouwend tot de grote massa's, en behoedt zij zich voor valse christelijke nederigheid tot de massa's die geleerd wordt. Er zijn plichten tot de natuur, niet tot de massa's. Wel kunnen daarin natuurlijk kruispunten in optreden, maar die zijn niet geforceerd. Deugd is voor de stoïcijn gebaseerd op kennis, omdat er teveel corruptie op de loer ligt, zoals we zien in het christendom. Geloof is een slechte leermeester. Het principe van de eenling is van levensbelang. De mens denkt de massa's nodig te hebben, de ander, maar dat is een misleiding. De eenling heeft een eigen sociologie. Kruispunten worden niet geforceerd, niet gemanipuleerd. Ze worden niet overhaast. Altijd maar weer denkt de mens de ander nodig te hebben, alsof de ander de mens gelukkig kan maken. Ook is de mens bang voor de ander, denkende dat de ander hem kapot kan maken. Maar beide gevallen zijn niet mogelijk. Alleen het pad van de eenling leidt tot het geluk, en het geluk is de diepte. In de diepte is er de gebondenheid, want de mens gaat dan zien dat het maar één weg is. De eenling trekt het ene aan. Het ene is daarmee ook het enige. Hoe dieper de mens gaat hoe meer de mens erachter komt dat er steeds minder mogelijkheden zijn. Het pad wordt namelijk steeds smaller, de poort steeds enger. De mens wordt ingesloten. Dit leidt tot de ervaring van de heilige gebondenheid. Het doel van de mens is een eenling te zijn. Je ervaart het externe dan alleen nog door het interne. Het heeft zijn eigen sociologie. De ander is dan slechts een klankbord, geen bron. Eerst moet de mens komen tot apatheia, wat letterlijk zonder emotie betekent, wat dus het niets inhoudt, maar wat niet wil zeggen dat dit het einddoel is. Het wil niet zeggen dat de mens niet zonder emotie moet zijn, maar de mens mag er niet door aangedreven worden. Het mag geen stuur mechanisme worden. Pathos, emotie, moet dus onderworpen worden aan apatheia, en aan rede. Leegte mag ook nooit een doel op zich zijn, maar moet onderworpen zijn aan rede, aan logos. Apatheia moet dus onderworpen worden aan logos. 1. Logos - rede 2. Apatheia - boven-emotie, zonder emotie 3. Pathos - emotie 4. doxa - geloof van de massa Doxa moet dus ook onderworpen worden aan bovenstaande drie. Als dat gebeurt is kan de mens verder op het pad van de eenling. Vijanden op dit pad : bevestigings-zucht (van anderen, de massa, etc.) goedkeurings-zucht (van anderen, de massa, etc.) eerzucht roemzucht mensenbehagenis massabehagenis verklaringszucht (naar/ van anderen, de massa, etc.) bewonderingszucht opschepzucht
imponeerzucht overtuigingszucht winzucht troostzucht (van anderen, de massa, etc.) Ook is het dus belangrijk om het externe, de buitenwereld, te onderwerpen aan het interne, de binnenwereld. Hoofdstuk 16. Nut of Geluk ? Gnosis verzadigd meer dan vlug plezier. Gnosis gaat veel verder dan geluk. Soms voel je je misschien ongelukkig, maar dat kan weer onderdeel zijn van de gnosis die veel dieper leidt, tot iets groters dan geluk, iets wat dieper verzadigd. Je kan je zelfs op sommige momenten diep ongelukkig voelen en wanhopig, maar tegelijkertijd in de extase van de gnosis zijn, omdat je voelt dat het een onderdeel is van iets veel groters, een onderdeel van jezelf. Geluk is veelal overschat, en de gnosis onderschat. Er is iets dat veel verder gaat dan zomaar geluk. Het kan soms het geluk aan diggelen slaan, en toch is er iets diepers wat je op de been houdt, een verhaal. Dat is wanneer je het nut van alles gaat inzien. Nut is iets veel groters dan geluk. Door nut kun je van alles gebruik maken. Nut is dan wel een Nederlands woord, maar het is oorspronkelijk Egyptisch. Ra maakte elke nacht een tocht door de onderwereld, zijn moeder Nut. Als er geen geluk is is er nog geen man overboord, maar als er geen nut is dan is alles verloren. De massa's hebben vals, tijdelijk geluk, maar de eenling heeft waar nut. De eenling wijkt niet af van het eenzame pad van nut, ook al ziet hij het soms niet en gaat hij door wat in de gnosis de naradox word genoemd, de schijnbare nutteloosheid. De eenling moet goed zijn meters in de gaten houden in de demonologie. Er moet genoeg stilte zijn in zijn stilte meter, en genoeg zelfreflectie in zijn zelfreflectie meter, anders zouden de massa's hem kunnen grijpen. Telkens weer moet hij deze meters opladen, en moet hij leren luisteren naar de alarmen en tijdsignalen van deze meters.
En zo ging ook Kaïn tot Nut, oftewel het land Nod, Nud, Nuwd. In de grondtekst was hij verbonden aan Ra. Ook Kaïn was een eenling, en de westerse vertaling van dit verhaal was veel te eenzijdig, en ging totaal voorbij aan de diepere symboliek. In de grondtekst krijgt dit verhaal weer nut. De mens moet dus kiezen tussen nut en oppervlakkig geluk. Zij die voor nut gekozen hebben hebben een heilige vreze tegen oppervlakkig geluk. Het is voor hen helemaal geen geluk, maar een pijn die niet te dragen is en die ook niet meer nuttig is. Het is de pijn van de afvalligheid die leidt tot de totale vernietiging. Afvalligen voelen die pijn niet, omdat ze bedrogen worden. De nuttigen hebben dus een bepaalde gevoeligheid, een goed alarm. Voor hen is het niet zoet, maar een vergif wat ze moeten ontwijken. Hoofdstuk 17. Overeenkomsten en verschillen tussen de stoïcijn en de christen Moet de ander om je heen veranderen, of moet je zelf veranderen ? Je kunt geen ijzer met handen breken. Je moet puzzelen. Hiervoor heeft de mens niet slechts onderscheidingsvermogen nodig, maar ook puzzel vermogen, en dit wordt aangedreven door de leergierigheid van de mens. Natuurlijk kan hierin al snel wat misgaan, vanwege al het surrogaat om ons heen. Daarom waren de stoïcijnen al lang voor de opkomst van het christendom gericht op de logos, de Rede, wat Plato ook wel het transcendente goddelijke verstand noemde, en waaraan ze alles testten. Later werd deze logos door de christenen dus gematerialiseerd en verletterlijkt, op basis van geloofs-sentiment. Het is het sofistische hedonisme wat zomaar klakkeloos alle bourgondische levenswijzen van de voorouders overneemt, en dit begonnen ze eigen namen te geven. Zo ontstond het gehele christelijke palet van kortzichtige woordbetekenis. Wat de massa dacht was belangrijk voor de christen, wat sofistisch gedachtengoed was uit het pre-socratische tijdperk, nog voordat Socrates kwam opzetten. Het was een markt-cultuur van rondtrekkende leraren die hun lessen verkochten, ook de zogeheten drogredenen. Ze verkochten hun troep nogal duur, en ook het hedendaagse scholensysteem is hierop gebouwd. Geld was de maatstaf. In principe konden alleen de rijken genieten van het sofistische onderwijs. Vandaag de dag kunnen we ook kijken naar het medische systeem en het juridische systeem in kapitalistische landen, waarin alleen de rijken medische en juridische zorg krijgen. Voor 'recht' en 'gezondheid' moet je vandaag de dag veel betalen, wat allemaal gebaseerd is op de pre-socratische sofistiek. We kunnen dus ook constateren dat dit vals geld is in de omloop, en dat het niet is zoals het was bedoeld.
Omdat de sofistiek allemaal om geld ging, als een beroep, in plaats van een missie, probeerde de sofist het brein van de mens te manipuleren door welsprekendheid en amusement, door bedriegelijke uiterlijkheden dus, om zo de pathos, de emotie, te bespelen, als een poppenspeler. De rede, de logos, werd dus zo meer en meer weggeschoven. Het was gesjoemel, en daardoor noemde Plato het sofisme ook een mensenjacht. Er werden valstrikken uitgezet om onoplettende mensen mee te vangen. Hierdoor versterkten zij de elite. Omdat het om massa-beinvloeding ging als de maat, de mens als maat, en niet de hogere logos, traden de sofisten op voor het vermaak en niet voor de waarheid. Omdat de doxa, de massa-opinie, voor hen belangrijk was, was het overmatig gebruik van eros, sexualiteit, een mogelijk gevolg, wat leidt tot porneia, het marktwezen van perverse sexualiteit voor verkeerde doeleinden en afgoderij, want dit gaf hen de macht om de massa's te scheppen en onder hun macht te houden. Door al hun verloochenen van de rede, de logos, en het verdraaien ervan, wat later ook massaal gebeurde door het christendom, en door het overmatig accentueren van uiterlijkheden en het materialisme als gevolg daarvan, wekt men een vroegtijdige, valse sexualiteit op, een corrupte eros, de porneia, waardoor er geboorte werd gegeven aan het christelijke wereldrijk. Socrates gaf een veel hogere betekenis aan de eros, die onderworpen en getest moest worden aan de logos, de rede, namelijk dat de ware liefde de wijsbegeerte is. Eros is volgens Socrates de zoektocht van de mens naar zichzelf, naar binnen gericht, dus al helemaal niet naar buiten. Er moet bij gezegd worden dat Plato in zijn boek Symposium, over Eros, stelde dat Socrates deze wijsheid had geleerd van zijn leermeester, de profetische filosofe Diotima. Plato zelf was de leerling van Socrates, dus die stond heel dichtbij hem. Diotima noemde Eros een subtiele kracht die boodschappen overbracht tussen het goddelijke en de mens, vanuit de logos dus. Zijn moeder was Penia, armoede, en zijn vader was Poros, intelligentie. We kunnen dus stellen dat Eros voortkomt vanuit het verminderen van het lagere en het hongeren naar het hogere, wat ook bewaard is gebleven in de latere gnostisch-christelijke traditie. Eros kan alleen geboren worden in de leegte, in het afleggen van de lagere natuur. Penia en Poros zijn dus het tegenovergestelde van de porneia, want zij vormen de brug van het minderen die de mens in contact stelt met de hogere logos, in plaats van massa-vermeerdering. Eros is het verlangen naar kennis, die gezuiverd wordt door de logos. In het wereldbeeld van de stoïcijnen stond de logos centraal. Eros zou nooit in die zin op zichzelf kunnen bestaan, want dan zou het corrupt worden. Eros was dus meer de verbinding tussen de hogere gedachtes, de vruchtbaarheid van de hogere principes, waar de stoïcijn naar zocht als een brug tussen het zelf en de logos, waaraan het valse zelf zou kunnen afsterven. De stoïcijn wilde de massa's dus niet, en ook niet de aardse rijkdommen, maar dus wel de massa's van de hogere gedachtes, het hogere collectief van de logos. En daarvoor had de stoïcijn een zuiver begrip van de Eros voor nodig. Als zijn eros corrupt zou zijn, lager aards, dan zou zijn schip op een rots kapot breken en zinken. Het zou hem noodlottig worden. De stoïcijnen stelden dat het middel van transcendentie om tot de logos, de rede, te komen de apatheia was, oftewel het toetsen van de emotie aan de rede, het boven je emoties uitstijgen om tot rede te komen, en dan zal de rede de emotie aandrijven, niet andersom. Er moest dus een grote draai komen in de menselijke natuur. Er was dus een grote strijd tussen de lagere emotie en het hogere onderwijs. Op de oceanen van emotie, geloof en opinie die tussen de mens en de rede inliggen zijn er vele gevaarlijke piratenschepen van het sofisme die de mens moet zien te ontwijken. Uiteindelijk waren zij het die het chistelijke piratenrijk bouwden. Voor de eenling op het stoïcijnse pad is het belangrijk om zijn eros weer in dienst te stellen van de oorspronkelijke logos, de hogere rede die op het pad van de apatheia bereikt kon worden. Diotima noemde Eros een zoeker naar de wijsheid, en de wijsheid
bevat eeuwigheid en volkomenheid. Diotima wijdde mensen in op dit pad, zoals ook haar leerling Socrates, en indirect Plato dus. Eros is het zoeken naar het blijvende bezit van deze dingen, oftewel het zoeken naar de heilige gebondenheid, de hogere gebondenheid van de zelfoverstijging. Daar waar een aards mens op zoek is naar bedriegelijke, oppervlakkige, sjoemelende schoonheid, daar is een stoïcijn op zoek naar de hogere schoonheid van de vereeuwiging van het goede in zichzelf, de subtiele werkelijkheid. Schoonheidsbeleving kan al heel snel pathos zijn, emotie, en doxa, massa-opinie (omdat je zo bent opgevoed, omdat je vader en moeder het ook mooi vinden, enzovoorts), en het kan zo al heel snel tegen de logos, de hogere rede, ingaan, maar Diotima stelt dat de mens moet loskomen van de lagere schoonheidsleer die voortgedreven wordt door traditie en kortzichtigheid, om zo te komen tot de eeuwige oceaan van de schoonheid van de hogere gedachtes die daar ook weer voortplanten, anders blijft men slaaf van het bedrog. Diotima stelt dat de mens ingewijd moet worden in de hogere geheimen van de liefde waarin het mysterie van de schoonheid helder wordt, transcendent. Het is de stoïcijnse esthetiek van de logos, de eeuwigheid van de logos die door de apatheia, de emotie-overstijging, tot de zuiverheid van de logos is gekomen. De esthetiek is in die zin het bezit van de eenling, niet van de massa's. De schoonheid van de gnosis is voor de massa's meer dan ze kunnen dragen. Het is voor de lagere aardse mens moeilijk om het concept van de eeuwigheid te omarmen of zelfs te confronteren. De aesthesis, de ervaring, de gevoeligheid, het waarnemingsvermogen, het gevoel voor kunst, het schoonheidsgevoel, moet in die zin ook onderworpen worden aan de logos, de hogere, transcendente rede, en moet hieraan getest worden. Het mag niet uitstijgen boven de logos, want dan wordt het corrupt. Het mag dus ook niet losgekoppeld worden van de logos. De aesthesis is het zintuigelijke, maar die mag je niet zomaar als een dolle hond laten loslopen. 1. logos - rede 2. apatheia - emotie-overstijging 3. eros - zoektocht naar de wijsheid 4. aesthesis - vereeuwiging, subtiliteit 5. pathos - emotie 6. doxa - geloof van de massa Diotima stelt dan dat de massa de lelijkheid is, het afgewekene, ook al zien ze dat zelf niet, want ze wanen zichzelf met kop en schouders boven alles uit, en wanen zichzelf eeuwig. Ook stelt ze dat de ware schoonheid op zichzelf bestaat en in zichzelf en eeuwig is, en dat alles buiten haar slechts komt en gaat. Tot die schoonheid van de wijsheid is alle inspanning om hierin ingewijd te worden, wat geen makkelijk pad is, maar daarbuiten zal de mens slechts ten prooi vallen aan groot bedrog. Deze schoonheid is dus niet racistisch, maar ontmaskert het kwaad. Je zou dus ook kunnen stellen dat deze transcendente natuurschoonheid geen 'spiegeltje spiegeltje aan de wand ik ben het mooiste in het land' spelletje is. Geen 'Liesje op haar hoge troontje mag niet vies worden' spelletjes. Eros werd door Diotima beschreven als een jongeling in de natuur op blote voeten, zonder kleed, dakloos, en arm. Op andere plaatsen in het boek van Plato werd hij beschreven als een teder en zachtaardig iemand met de eeuwige jeugd, altijd met een kinderlijke gezindheid. Hij woont in het zachtste deel van de zachtmoedigen. Hij is van de buigzame, subtiele wereld, waardoor de kloof tussen de mens en het goddelijke is overbrugt, tussen mens en logos. Hij is tussen twee werelden, maar kan alleen door de logos tot volle bloei komen.
In het christendom werd eros tot Jezus : Hebreeën 1 1 Nadat God eertijds vele malen, polym-eros, of door diepe, vele eros, wijsbegeertes, en op vele wijzen, tot de vaderen gesproken had in de profeten, 2 heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft. Jezus werd toen tot logos gemaakt, en later werd de bijbel tot logos gemaakt, waardoor dus ook de christelijke eros corrupt werd gemaakt, verletterlijkt, gematerialiseerd, ontdaan van alle oorspronkelijke filosofie. Wel lopen de oorspronkelijke stoïcijnse lijnen en bloedaderen van eros en logos nog door de bijbel heen. Ook het woordje pan-eros of het latere phan-eros komt veel in de bijbel voor in verschillende vormen, wat in het koine grieks (NT grieks) geopenbaard betekent, maar wat de godheid pan, de natuur, verbindt aan eros. Mattheus 6 18 om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, pan-eros/n, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. Ook kan het woord pan-eros gekend betekenen. Lucas 8 17 Want er is niets verborgen, dat niet aan het licht zal komen, en niets geheim, dat niet zal bekend, pan-eros/n, worden en aan het licht komen. Uiteindelijk zal het Jezus principe dus weer worden tot de wijsbegeerte in de natuur, eros in pan, pan-eros, wat dus gewoon al in de Griekse bijbel staat. Wel zien we dit al terug in de Jezus verhalen hoe Jezus toch vaak de natuur opzocht, maar hier is het dus een principe dat alle dingen geopenbaard zullen worden in pan-eros. Romeinen 1 19 daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar, paneros/n, is, want God heeft het hun geopenbaard, pan-eros/en. Het heeft dus een duidelijke brug functie tussen de mens en de logos. Socrates en Plato legden al het fundament voor het stoïcisme. Socrates liet al het nut van slechte relaties zien. Als de mens alleen maar goede relaties had, dan zou de mens gewoon gelukkig worden, maar als de mens een slechte relatie zou hebben, dan zou de mens daardoor filosoof worden. Ook zei hij dat hij wist dat hij intelligent was, omdat hij wist dat hij niets wist. De ware wijsheid komt, stelt Socrates, wanneer we begrijpen hoe weinig we eigenlijk van het leven, onszelf en de wereld om ons heen begrijpen. Hij streed tegen de pathos systemen die emotie als basis
hadden, en noemde het een vulgaire illusie, want de mens moest niet leven om te eten en te drinken, maar moest eten en drinken om te leven. De mens moest terugkeren tot het niets allereerst, en tevreden worden met het weinige, en dat pad volgen. Het ging er volgens Socrates niet om zomaar te leven, maar om op de juiste manier te leven, en dan moest de mens terug keren tot de bron. Als een mens niet tevreden kon zijn met wat hij had, dan kon de mens ook niet tevreden zijn met wat hij zou krijgen. Het leven moest dus allereerst weer kritisch worden naar zichzelf, anders was het niet waard om geleefd te worden. We zien dit ook terug in de evangeliën, in het balk en splinter verhaal. Er zijn veel meer Socratische teksten die we daarin terugvinden, zoals dat Socrates de mens opdroeg om niet te denken aan het zelf en aan bezittingen, maar om tot zelfoverstijging te komen, zoals Jezus dit ook onderwees. Laat alles achter, verloochen jezelf en draag je kruis. Hij was een volgeling van de godin, wat Plato ook stelde, en vanuit deze moederlijke bron die boven alles lag moest de mens leven, om zo alle eigen meningen achter te laten, want die lieten de mens gek zijn als de wind die door een leeg huis blies. De mens moest zichzelf niets inbeelden. De mens was maar een dauwdruppel op een blad. Telkens weer kwam het uitstijgen terug in de filosofie van Socrates, wat ook in de bijbel terugkomt als de hemelvaart. Maar Socrates zei erbij dat dat uitstijgen telkens verder moest gaan. Hij waarschuwde dat wijsheid niets is zonder hogere inspiratie, wat ook terugkomt in de brieven van Paulus. Soms kan die inspiratie zo sterk zijn dat je niet ten diepste weet wat het betekent. Hij noemde de bedriegelijke lagere aardse schoonheid een zeer tijdelijke tiran die de mens met verrukking verleidde om de massa's groter te maken. Toen op deze fundamenten het stoïcisme werd gebouwd stelde Seneca zijn brieven op, lang voordat de brieven van Paulus werden geformeerd. Seneca stelde al dat we alleen maar dingen in bruikleen hadden, en Socrates had al gesteld dat het er niet om gaat hoeveel we hebben, maar hoe we het gebruiken. Seneca stelde dat veel reizen van weinig nut was, maar dat het geestelijke reizen des te meer belangrijk was. Ook het opzoeken van de natuur was belangrijk, wat ook een goede spiegel voor de mens was. De stoïcijn moest leren te leven met verlies, opdat daardoor zijn ziel op de natuur werd afgestemd. Zonder verlies zou dit niet mogelijk zijn. De stoïcijn moest verlies leren zien als een vriend, niet als een vijand. Er was dan namelijk ruimte voor innerlijke rijkdom. Hoofdstuk 18. Het stoïcisme als vergeten en verloren geraakt fundament van het christendom Ook Aristoteles, de leerling van Plato, streed tegen het sofisme en riep de mens op om terug te keren tot de natuur. Hij streed fel tegen het een-daads-geloof waarin mensen dachten dat ze na een goede daad te verrichten het voor elkaar hadden. Hij stelde : Kwaliteit is geen daad, het is een gewoonte. En : We zijn dat, wat we bij herhaling doen. Gewoonte wordt bij de mensen ten slotte tot natuur. De goede daden en kwaliteit van de mens moesten dus door deze drie stadia heengaan : 1. herhaling 2. gewoonte
3. natuur Hij stelde dat alhoewel de mens een sociaal wezen was, als de mens de vriend zou worden van de massa, dan had de mens helemaal geen vriend. Hij stelde dat vriendschap een traag rijpende vrucht was, maar dat vriendschap in de wortels een illusie was, en dat de mens die genoeg had aan zichzelf het ware geluk had gevonden. Net zoals Socrates stelde hij dat de mens niet zo zeker moest zijn van zijn zaak, maar twijfel is het begin van de wijsheid. Ook stelde dat de wijsbegeerte er niet was om op te sommen wat een mens gelukkig zou maken. De melancholie zou de mens veel verder leiden. Het geheel is hierin altijd meer dan de som van de delen. Aristoteles prikte heen door het bedrog van op zichzelfstaande 'goede daden'. Daar ging het niet om, volgens Aristoteles, want het zou ook verkeerde motieven kunnen hebben. Het ging om karakter vorming. Het goede moest als kwaliteit een instinct worden van de mens. De mens moest terug tot de oernatuur, en moest hiervan een deel worden. Zomaar geloof en goede daden zouden nog teveel achter de zijlijn staan. De karaktervorming moest de plaats innemen van al te oppervlakkig en doelloos geluksgevoel. Volgens Aristoteles geeft de filosofie een hele andere betekenis aan geluk dan de massa's dit doen. De massa's noemen al snel de woorden plezier, weelde, roem. De zieken willen gezondheid en de armen willen weelde. Voor hen is het leven en geluk gewoon plezier maken. Er is niets hogers voor hen. Ze gaan hier helemaal in op. Voor Aristoteles zijn er drie soorten mensen : de levensgenieters, de staatsmannen en de filosofen. Het geldbeluste leven gaat volgens Aristoteles recht tegen de natuur in. Maar volgens Aristoteles is er een pad in het midden, omdat de mens niet gemaakt is om een extremist te zijn, en dit ook niet aankan. De mens heeft van alles een beetje nodig, en moet ook geen onmogelijke doelen voor zichzelf stellen. De mens mag hier creatief mee omgaan. De mens mag lerend hiermee omgaan. Karaktervorming aan de logos moet geoefend worden in onderwijs en opvoeding. Het komt de mens niet zomaar aanwaaien. De geoefendheid is de godin Arete (Areta), ook een beeld van kennis en studie. Zij is ook een oorlogsgodin. De stoicijn moest op het pad niet zomaar steken bij goede daden, maar moest geoefend worden, om zo te komen tot Arete. Eens probeerde Kakia, de zwaar opgemaakte verleidster tot het kwaad, Heracles te verleiden door hem weelde en plezier aan te bieden, terwijl Arete hem een leven van worsteling met het kwaad aanbood (de demonologie). Heracles koos toen het pad van Arete. Ook Paulus stelt in de Griekse bijbel dat de mens op Areta gericht moet zijn, de geoefendheid (Fil. 4:8). Petrus stelt dat we alleen door Areta, geoefendheid, tot de kennis kunnen komen (2 Petr. 1:5). In de grondtekst van het NT waren zowel Paulus als Petrus volgelingen van de godin Areta. Deze geoefendheid, arete, moet altijd in overeenstemming zijn met de logos, de rede, volgens Aristoteles, ook een volgeling van de godin Areta. Het gaat er dus niet om door genade te komen tot God, oftewel geestelijke luiheid (protestantisme), en ook niet om door goede werken tot God te komen (katholicisme), maar door de geoefendheid, Areta, wat Aristoteles al predikte, en de stoïcijnen, en wat toen door Petrus en Paulus werd overgenomen. De natuur is moeilijk te vatten. Daar moet de mens moeite voor doen, want de natuur is niet goedkoop. In de stoïcijnse leer was Areta de opvoedster en onderwijzer tot de logos. Iedere stoïcijn moest ernstig streven een ontmoeting met haar te hebben, zoals christenen wordt geleerd ernstig te streven naar het ontvangen van de heilige geest.
Zo was het dus oorspronkelijk een filosofisch stelsel, en religie werd alleen gebruikt als metaforiek, als personificatie van principes. Kakia, de verleidster, de godin van het kwaad, kwam om de mens te misleiden de geoefendheid om te ruilen voor gemakszuchtig plezier en weelde wat een geheel eigen religie vormde : het christendom. Aristoteles stelde dat er geen simpel ja of nee was, maar dat er een enorme creatieve ruimte tussenin zat, het pad in het midden. Deze lijnen lopen nog steeds door het christendom heen. Het staat er allemaal wel, maar de mens heeft het lopen verschuiven met eigen gemaakte waardensystemen en hierarchieen. Christenen wassen elke oproep tot geoefendheid heel snel weg met indutters zoals 'geloof' en 'genade'. Deze woorden hebben geheel nieuwe betekenis gekregen in het christelijke woordenboek. Maar het kwaad vormt en definieert het goede, zoals het goede het kwade definieert en vormt, in de levensvisie van Aristoteles. Het pad van Aristoteles gaat hier dus dwars doorheen. Alleen zo kan de mens tot Arete, geoefendheid, komen. De Logos is voor de stoïcijnen een synoniem voor zowel de natuur als God. Zowel de Logos als Areta stond centraal, en zij konden ook niet los van elkaar bestaan. De Logos is de subtiele wet van het al, het ogenschijnlijke toeval, wat de mens dient te volgen en te gehoorzamen om niet doelloos als een dwaallicht weg te vagen in de schaduwen ervan. Areta en de Logos waren de gidsen van de mens in het moeilijke bestaan voor de stoïcijn. Deze termen komen ook weer voor in de grondteksten van het christendom. Het lot van de mens is zijn eigen karakter, en daarom is oefening daarvan voor levensbehoud. Niets is vanzelfsprekend, maar er is een noodzakelijkheid waar zelfs de goden tevergeefs tegen strijden, stelde de pre-socratische filosofie. Aristoteles kwam om weer balans te brengen, want er waren vele extremen ontstaan. Laten we beseffen dat dit gewoon principes waren die zich opdrongen als de noodzaak van de natuur balans. Mensen zijn altijd weer op zoek naar leiders en helden, naar rolmodellen, maar de mens moet beseffen dat dit slechts personificaties zijn van de hogere principes van het zelf. Daarom is lofprijs ook niets anders dan het goede wat zich in het zelf manifesteert, zoals Aristoteles stelt. Het is een eigen verantwoordelijkheid, en een werkwoord, opdat je geen toeschouwer bent aan de zijlijn en alles maar projecteert op het rondvliegende balletje waar anderen achterna lopen. Hierin ligt dus ook gevaar van de passieve gods-aanbidding waarmee de hedonistische kerken vol mee zitten. Zelfs in de filosofie zijn er gevaren dat de mens principes op een hoop gooit om ze te absoluteren, ze gaat aanbidden en dan gaat verkopen, wat gewoon puur diefstal is, want de mens is geroepen om nomadisch te zijn, om alles ook weer achter te laten om tot hogere principes te komen. Ik heb in mijn leven heel wat moeten weggooien en verscheuren en tot vuilnis moeten rekenen waar de materialisten en hedonisten helemaal in paniek over zijn geraakt, maar ik moest verder, en zo konden zij ook verder. Vaak is er mij aangeboden om mijn boeken voor peperdure prijzen te verkopen, maar ik heb zelfs een groot deel van wat ik geschreven heb ook weer achter moeten laten. Ik kan in de kerk staan en mijn handen in de lucht heffen om hun afgoden te prijzen maar als ik zelf niet verander en de verantwoordelijkheid neem, wat is mijn lofprijs dan waard ? Zo weet ik van mensen die weigeren iets aan hun kapotte huwelijk te doen en dan maar vooraan staan in de kerk met hun handen in de lucht om de afgod te prijzen, terwijl gemakszuchtige echtscheiding in hun hart ligt. Hiervan walgen de goden. Wat is de lofprijs dan nog waard ? De zonde behoort het goede niet te prijzen, maar behoort zich te bekeren om zelf het goede te zijn. Dat zou de ware lofprijs zijn, maar waar zijn kerken vandaag de dag mee bezig ? Ze loven en prijzen elkaar's mooie jurken, en hoedjes en kijken neer op de arme Eros die op blote voeten, alleen in het bezit van een te korte broek, hun peperdure feesten niet kan bijwonen. 'Ik ben hongerig geweest, naakt en in de gevangenis, of misschien wel in een psychiatrische kliniek, en gij hebt mij niet gevoed, hebt mij niet gekleed, en niet bezocht,' stelt Mattheus 25. Dit is een ernstige zaak, want dat is de toestand van
de wereld en de kerk vandaag de dag. De stoicijn zegt dan : 'Ik doe aan zulke christelijke feestjes niet mee.' Waarom zoek je het dan nog bij jezelf, wat allemaal illusie is ? De zoektocht is naar je hogere zelf, in Areta, in de Logos. Meer heb je niet nodig, maar de illusie is ervoor om het ware te vormen en definiëren. Dat is de magie van de dualiteit. Het is bruikbaar voor de stoïcijn, en behorende tot de fysiologie van de oerstof. Het einde zal vastraken in het begin, want alles gaat in cirkels, stelt de presocratische filosofie. Aristoteles stelde dat je aan jezelf moest werken, want daar was alles al. Daar was al het creatieve materiaal wat je nodig had, en Areta was het product van gewoonte. Het moest een automatisme voor je worden, van robotische kwaliteit, anders zou je niet door het leven heenkomen. En de weg tot de geoefendheid, Areta, is de weg van de askesis, de oefening. Areta is ook een woord voor mannelijkheid in het stoïcisme, de geoefendheid, wat gebeurt op het pad van de eenling, het vol zijn met de godin, Areta, het getest zijn aan de logos, de rede. Je kan het een held noemen, of een anti-held, want het heeft niet gebogen voor de massa's, maar heeft zijn innerlijke godin gevonden, de mannin, het oorspronkelijke volk van de gnosis, van Eva. Hij heeft niet voor superman gespeeld, maar is de weg van het kruis gegaan. Hij is geen spijbelaar die de mens zware mind-altering drugs heeft verkocht om hen bedriegelijke illusies van veiligheid en overwinning te geven, maar hij is gegaan tot de demonologische school om zichzelf te oefenen, de natuurschool. Hij loopt niet als een fletse zakenman met een gladgestreken pak en stropdas rond om zijn product van oplichting te verkopen, hoewel hij ook niet als een wilde weldoener parels voor de zwijnen werpt, maar hij heeft een vaste brug gebouwd, zij het van wildernis touwen, over de woeste oerrivieren van het oerwoud. Hij is een wenende filosoof, niet alles maar wegwimpelend en weglachend. Zijn Askesis heeft hem tot Areta geleid, zijn hogere zelf. Hij is de duisternis ingegaan en is er obscuur door geworden. Hij weet dat de aarde een mentaal en verbaal mijnenveld is. Hij laat de mens moeite doen om zijn filosofie te begrijpen. De mannelijkheid is de geoefendheid in het luisteren, de geoefendheid in het zoeken naar de hogere dingen en het achterlaten en minderen van de lagere dingen. De mannelijkheid is de mindering, en de vrouwelijkheid drijft de mannelijkheid hierin aan om te minderen, en zij vermeerdert zo zijn hogere dingen. De demonische surrogaten hiervan zijn de vermeerderingen van het lagere aardse. De stoïcijn knapt af op de lagere levenswijzen van de christen. Hij ergert zich eraan en weent erover. Hierdoor zondert hij zich nog meer af. In die zin is het christelijke dus een negatieve richtingaanwijzer, maar het christendom heeft ook positieve richtingaanwijzers. De stoïcijn heeft beiden nodig. Dat is het pad van Aristoteles, het pad van Ares-Thoth, oftewel van de oorlogs-rede, de demonologische logos (Grieks-Egyptisch). Adam moest in een diepe slaap vallen om tot de gnosis van Eva te komen, zoals de stoïcijn dit moest om tot Areta te komen. Dat is de ware lofprijs, wat ook een woordbetekenis is van Areta, zoals in 1 Petrus 2:9 : Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om Areta, lofprijs, geoefendheid, te verkondigen van God, die u uit de duisternis geroepen heeft.
De definitie van lofprijs is dus geoefendheid, Areta, en zij moest verkondigd worden als het evangelie, zoals Adam Eva moest verkondigen, omdat zij de drager van de gnosis was. Areta is een vrouwelijk woord, naast het feit dat zij een godin is. De grondteksten van de bijbel zijn dus vol met verwijzingen naar de godinnen. Zij moesten verkondigd worden, als principes, maar doet de kerk dit vandaag de dag ? Velen weten niet eens wie of wat Areta is. De godin is gedemoniseerd en het principe waarvoor het stond werd verborgen gehouden door geloof en genade en eens een keer een kerstkaart te sturen met kerst om goede wil te tonen. De mens in de kerk is vandaag de dag volkomen genaaid, lieve mensen. Ook in het Griekse OT, de Septuagint, komt Areta voor, zoals in Habakuk 3:3 : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela Zijn Areta bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Jesaja 42 : 12 Laten zij de Here eer geven en zijn Areta in de kustlanden verkondigen. Weer ligt hier de missie om areta, de noodzaak van de geoefendheid, te verkondigen. Jesaja 63:7 Ik zal de gunstbewijzen des Heren verkondigen, de Areta/s des Heren, naar alles wat de Here ons heeft gedaan en naar de grote goedheid jegens het huis Israëls, welke Hij het betoond heeft naar zijn barmhartigheid en naar zijn vele gunstbewijzen. Jesaja 43:21 Het volk dat Ik Mij geformeerd heb, zal Areta verkondigen. De hedonist conformeert zich aan de massa, het geloof van de massa, de doxa, omdat hem dat het snelst iets laat bereiken. De massa is dus vaak ook de maat voor de hedonist. Het tegen de massa ingaan zou de hedonist teveel lijden kosten. De stoïcijn daarentegen conformeert zich aan de natuur, de phusis, verbonden aan het woord phuein, groeien. De stoïcijn streed tegen de doxa, de drogreden, op het pad van de eenling, maar de christen maakte de doxa tot een afgod en noemde het de glorie van God, want de christen had altijd weer de massa nodig, omdat de christen zelf niets had en niets was. Er zijn dus kruispunten tussen het stoïcisme en het christendom, en die moeten er ook wel zijn. Het christendom is veelal verdraaid stoïcisme, vandaar dat de bijbel een belangrijk boek is voor de stoïcist, in de zin dat het een strijdveld is en dat het pad er doorheen gaat. Een christen die terugkeert tot de stoïcijnse fundamenten hoeft niet alles overboord te gooien. Het is nog steeds zeer bruikbaar materiaal. Het hart van de stoïcijn ligt er in opgesloten. Voor de stoïcijn heeft het potentieel. Het moet alleen nog richting krijgen. Verdiept christendom komt uit bij het stoïcisme, zodat het christendom niet meer het probleem is. Op dat spoor gaat de stoïcijn dan verder. Hij leest de bijbel anders, dieper, en ziet de stoïcijnse lijnen van de natuur, van de phusis erin terug. Hij toetst niets meer aan de bijbel zelf, zoals de christenen doen, maar aan de logos. Ook de bijbel zelf wordt zo aan de logos getest en verdiept, ook onder het
motto : 'Als je de vijand niet kan verslaan, verdiep dan je vijand.' De bijbel is niet het Woord van God, maar is een markt van gestolen goederen, en het vereist strategie om deze puzzel weer op te lossen. De stoïcijn is niet religieus, maar gebruikt het religieuze. Zo is het altijd geweest. Religie is de duivel zelf, tenzij je het metaforisch en strategisch gebruikt. Religie-overstijging is het doel. Filosofie is daarom altijd semi-religieus. De Egyptologie en het Judaïsme waren oorspronkelijk prachtige stoïcijnse meta-religies, als metaforische uitingen van de hogere filosofie, hoe dieper je gaat. Het waren gnostische religies als onderdeel van de taal, hoe dieper je teruggaat, maar het probleem was dat het stoïcisme onder hoge druk van het sofisme steeds meer en meer verdraaid en verletterlijkt werd, beroofd, verkracht en zo door het piratentijdperk weggedrukt werd door het opkomende bezeten westerse christendom. Het oorspronkelijke midden-oostelijke christendom was gnostisch-stoïcijns, maar het latere westerse christendom was hedonistisch. Duurdere auto ? Graag. Duurdere kleding ? Graag. Dat was in hun ogen allemaal de doxa, de glorie van God. God had hen gezegend. De natuur moest en zou om zeep geholpen worden. De natuur moest en zou onderworpen worden. De natuur moest betutteld worden. Er werden grote reclame arsenalen voor open getrokken. De stad zou er wel werk van maken, hoor. Zij zouden het 'duveltje uit het doosje' wel weer terug in de doos krijgen. Het is een lafhartig toneelspel wat de stad opvoerde. Maar dan is er het pad van Aristoteles door de natuur wat ons herinnert aan Areta, de geoefendheid. Een leger dat niet onder een bepaalde druk staat, en wat niet in een bepaalde mate aan gevaar wordt blootgesteld ontwikkelt zich niet. Een leger zou zo indutten. Daarom hebben we hier te maken met een grote factor van noodzakelijkheid, pure noodzakelijkheid. We strijden er tegen, maar tevergeefs. De externe wereld kun je niet veranderen. Het is ervoor om je intern te veranderen. Onder deze druk maak je contact met je innerlijke phusis, je innerlijke natuur. Hoofdstuk 19. De Stoïcijnse drie-eenheid Er is ogenschijnlijke toevalligheid, maar in stelling 29 van zijn boek Ethica stelde de filosoof Spinoza in de jaren 1600 : 'In het heelal bestaat niets toevalligs, maar alles is door de noodzakelijkheid der goddelijke natuur bepaald, om op zekere wijs te bestaan en te werken.' Aristoteles stelde in deel 4 van zijn handeling over de ziel : 'Het is duidelijk dat de ziel ook de uiteindelijke oorzaak van haar lichaam is. Want de natuur doet altijd alles wat het doet omwille van iets, waarvan iets het einde is. Alle natuurlijke lichamen zijn organen van de ziel.'
In stelling 7 van zijn boek Ethica begint Spinoza er echt op in te rammen, en stelt : 'Tot de natuur van een zelfstandig wezen behoort het bestaan.' Hij nam hiervoor al een aanloop in stelling 6 door te stellen dat een zelfstandig wezen niet door een ander zelfstandig wezen kan worden voortgebracht. Alleen de eenling kan leven en in leven blijven. Spinoza stelt dan in stelling 8 dat alleen de zelfstandige, de eenling, noodzakelijk oneindig is. Spinoza had al van te voren gesteld dat de eenling in zichzelf bestaat en door zichzelf gedacht werd. Hij kwam zo ook tot de stelling dat God ook een eenling is. De eeuwigheid is dan ook het bestaan op zich, want niets anders zou kunnen bestaan dan de eeuwigheid. En dit is ontstaan door pure noodzakelijkheid, zelfs dwang, omdat het alleen op die manier vast en gericht zou kunnen werken. Dat wat geen eenling is is eindig en zal weer wegvagen. Spinoza stelt in deze context dat als de ziel dieper in het eenlings-principe komt, en zo deel wordt van de hogere natuur, dan wordt de wil voortgedreven door noodzaak. De wil ligt dan besloten in de hogere kennis, en is daarin een soort ritme of schakelaar (stelling 32). Zo wordt de wil onderworpen aan de noodzaak en de hogere dwang van de natuur, dus de heilige gebondenheid. Zo komt de ziel dus daadwerkelijk tot het ontstaan en bestaan. Dit wil ook zeggen dat het niet op een andere manier zou kunnen dan dat de natuur het door de noodzaak heeft laten komen (stelling 33). In deel 2 stelt Spinoza dat zowel de verwarring als de duidelijkheid noodzaak is (stelling 36), zowel het volledige als het onvolledige. In 1517 begon de Reformatie tegen het kerkelijke katholieke systeem, maar toen kwam er een protestants systeem. Er moest dus veel meer gebeuren. Aan het eind van de jaren 1600, begin 1700, begon het tijdperk van de Rede, ook wel de verlichting genoemd, wat begon met Descartes' formule : 'Ik denk, dus ik ben,' en Spinoza's 'Ethica'. God was de Rede en de natuur volgens Spinoza, en niet de kerk. Maar er kwam alweer een nieuwe kerk opzetten van corrupt medisch geloof waar er weer afgoden werden gemaakt die tegen de rede, logos, en de natuur, phusis, ingingen. En weer werd de eenling onderworpen aan en vervolgd door de doxa, dit keer de medische doxa, die werd vastgelegd in allerlei uitgekookte marktbeluste boekjes die een soort van medische bijbel vormden. De arrogantie ging dit keer zo ver dat ze het ook nog wetenschappelijk durfden te noemen. In dit tijdperk leven we nu. De rede is ergens vastgelopen en verdraaid, zoals eens het stoïcisme werd verdraaid tot het christendom. Toen Spinoza's Ethica uitkwam, werd het door de Staten van Holland verboden. Het werd godslasterlijk genoemd en zou het gezag van de kerk kunnen aantasten. Vandaag strijdt de Rede tegen de medische kerk, die al net zo stijfkoppig is als de christenen, die domweg gewoon overnemen wat ze in hun studie-boekjes lezen. Ze hebben er immers voor betaald, dus dan zou het volgens hen zonde zijn om er niet mee te werken. Enige kritische instelling naar wat ze met de paplepel krijgen ingegoten ontbreekt geheel. Het is nu immers het medische tijdperk, en zij wanen zich de elite. Alleen de eenling zal overleven en zal het dynamiet alleen vinden op het pad van de eenling, een pad wat ook door Spinoza werd beschreven. Zoals eens de christelijke kerk bepaalt nu de medische kerk wie of wat de mens is, gewoon vanuit de losse hand en vanuit de medische bijbel. Vlijtig drukt ze op iedereen een etiket en stookt ze, en drijft daarmee haar markt, als Kakia die Hercules probeerde te verleiden tot de weelde en het plezier
daarvan, het goud der dwazen. Maar Areta boodt Hercules de geoefendheid aan in de worsteling met zulke monsterlijke gedrochten, en voor dit pad koos Hercules. De Rede, logos, is niets zonder Areta, de geoefendheid. Logos, phusis en areta vormen een noodzakelijke drie-eenheid, oftewel rede, natuur en geoefendheid. Gooi één van de drie eruit en je komt tot een corrupte afgod. Het is slecht gesteld met de Nederlandse filosofie. Het is tot een laaghartige, sofistische industrie geworden om munt te slaan uit de massa's. Ze hebben er een dikwijls peperdure studie van gemaakt, alleen toegankelijk voor de rijken. Zij zijn de waakhonden van de medische kerk. Spinoza stelde al dat het loon van de geoefendheid de geoefendheid zelf is. (stelling 42, deel 5, Ethica) Het loon gaat niet buiten de geoefendheid om. Er wordt altijd uitbetaald in meer gnosis. Voor de kerk was de rede die tijd een vies woord, en voor de medische kerk is dat vandaag de dag ook. Zij gaan puur op blind geloof. Ze nemen niet de moeite mensen te leren kennen, en kunnen zich ook niet in de mensen verplaatsen, maar gaan geheel met de mens om volgens hun nazi systemen. Het zijn buitenaardsen die de mens onder dwang opereren voor hun invasie van de aarde. Toch is het zo dat in de vernauwingen van het pad van de eenling juist grotere vrijheid komt, want er gaan op dit pad zoveel meer werelden open. Dat is de vrijheid van de gnosis, die oneindig is. En dat is de boodschap die Spinoza predikte. De medische kerk is net zoals de christelijke kerk eindig, terwijl God oneindig is. Dat is een groot verschil, en op het pad van de eenling komt de eenling tot de drie-enigheid van de rede, die God is. Zowel de medische als de christelijke kerk hebben geen enkele van die drie-eenheid. Ze hebben alleen geloof, dus ook hebben ze God niet. Het enige wat ze hebben is hun eigen afgod, en die is eindig en nietig. Toch wanen deze kerken zichzelf als god. Als er ergens betweterigheid is, dan is het daar. Ze zijn vol met pathos, redeloos gevoel, wat door de stoïcijnen een ziekte werd genoemd. De medische kerk is zwaar, zwaar ziek, psychisch gestoord, en niet alleen dat. Het zijn gevaarlijke psychopaten. Ze hebben een materieel surrogaat gemaakt, allemaal voor hun bedriegelijke markt. Waar bij de speelgoedwinkel of bij de boekenwinkel de klant nog koning is, daar is in de medische winkel de klant een gevangene en een slaaf, en heeft niets in te brengen. Laat je niet bedotten alsof je nog iets in te brengen hebt daar, want je hebt niets in te brengen. Je bent nooit veilig of van jezelf in de medische markt. Het medische had nooit een markt mogen zijn in de eerste plaats. Daarom had Spinoza als levensmotto al 'behoedzaamheid.' De mens kan niet voorzichtig genoeg zijn in de medische kerk. Zoals vroeger de mens werd gedwongen tot de christelijke kerk, zo wordt de mens vandaag de dag gedwongen tot de medische kerk. Het is een gevangenis, een fokkerij. Het is totaal losgeslagen van de stoïcijns-filosofische drie-eenheid. Waarom staat de mens dan onder de druk ? Omdat de mens hierdoor geoefendheid moet leren, tot Areta moet komen. Er is geen filosofie zonder Areta. Areta liet Heracles worstelen met de meest erge monsters voor dit doel. Daarom kiezen velen voor het pad van Kakia, en niet voor de demonologie. Veel mensen nemen het niet zo nauw met het leven. Ze komen en gaan weer. Maar het leven is nu eenmaal gruwelijk misduidig als noodzaak. Directheid is namelijk noodlottig. Alleen in dit contrast zullen de geoefenden op het pad van de stoïcijnse eenling, op het pad van Areta, de rode lijnen opmerken. Spinoza stelde dat de natuur van God van een oneindige volkomenheid is, wat ook niet gezegd kan worden van de christelijke en de medische kerk. Zij wanen zich volkomen, als de enige kerk, wanende zich als God, wat alleen maar van de duivel kan komen, omdat ze nog niet geoefend zijn
en al helemaal niet de heilige gebondenheid hebben ontvangen. Hun zichzelf aangemeten titels zijn dus gestolen goederen. De kennis staat niet op haarzelf. Het moet geoefend zijn. Er is daarom een onverbrekelijke link tussen gnosis (logos) en areta. Kennis van God is volgens Spinoza de hoogste vorm van oefening. (st. 27, dl. 5) Daarom gaat het allereerst al helemaal niet om zomaar dingen uit een boekje over te nemen, maar moet het geoefend zijn, verdiept, en dit is een demonologische worsteling. Alles moet namelijk getest worden aan de logos. Geld of titels is hierin geen maatstaf, maar een drogreden. De medische kerk is gebouwd op drogredenen en is pure kwakzalverij. Nooit maar dan ook nooit had het medische los mogen komen te staan van de demonologie. Dat is haar val geweest. Ze is verleid door de vruchten van Kakia. Nu zijn ze zwaar vergiftigd en trachten ook anderen te vergiftigen. Spinoza stelt dat er maar heel iets over zal blijven van de menselijke ziel, alleen de eeuwige kern. Dit is het noodzakelijke iets. Maar datgene van de ziel wat gewoon door de tijdgeest is bepaald (christelijke kerk, medische kerk, etc.) zal niet blijven voortbestaan. Alleen het eeuwige noodzakelijke in de Rede van God zal eeuwig zijn. Voor de kerk waren dit natuurlijk hele gevaarlijke uitspraken, en daarom verboden ze het ook. Maar wat wilden ze verborgen houden eigenlijk ? (st. 23, dl. 5) Spinoza stelt ook dat God lief te hebben niet betekent dat God deze liefde dan ook beantwoord, want God is de Rede, en die reageert op het gebied van oefening en geoefendheid. Je kunt dus niet een zogenaamde 'romance' met God aangaan terwijl je daarbij elke soort van oefening ontwijkt. Wij kunnen alleen daadwerkelijk God kennen en God liefhebben door de geoefendheid op het pad van Areta. (st. 29, dl. 5) Spinoza stelt dat dit proces in vele lijnen moeten gebeuren, dat beelden meerdere betekenissen moeten hebben en dat beelden met andere beelden verbonden moeten worden, zodat er hierdoor tot meerdere oorsprongen gegaan kan worden (st. 11-13, dl. 5). Er is een heleboel liefde en haat die niet geaard is in de rede, stelt Spinoza, en die zal dus vervangen worden door daadwerkelijke rede. Er is juist een heleboel corrupte pathos, emotie, die moet afsterven aan de rede. De overmaat aan pathos moet bestreden worden volgens Spinoza (st. 4, dl. 5). Overmatige liefde en haat blokkeren de rede. Hij waarschuwt tegen mensen die buiten de rede om anderen naar hun eigen inzicht willen laten leven, wat hij eerzucht noemt, een soort trots. De mensen die door de rede anderen naar hun inzicht willen laten leven is dan weer een vorm van geoefendheid. Ook stelt Spinoza dat de diagnostiek (vgl. demonologie) vanzelf geordend word naarmate de rede geordend wordt (st. 1, dl. 5). De rede voert in dit proces tot de ware vrijheid, waardoor de pathos, emotie, allereerst verminderd kan worden. Vanuit de rede mag dan nieuwe pathos ontstaan, want het is niet de bedoeling dat de mens emotie-loos wordt. Apatheia leidt door de rede tot een nieuwe pathos, maar die is altijd ondergeschikt aan de rede. Spinoza noemt het leven aan de rede getest een soort vroomheid, maar dit heeft dus niet veel met kerkelijke vroomheid te maken, maar meer als de geoefendheid (areta) in de stoïcijnse filosofie.
Na zijn dood ging Spinoza terug naar de natuur van de rede, op zoek naar de verloren vrouwelijke dynamieken van de rede, niet als een geslacht, maar als een principe, dus de vrouw als principe. Hij verdeelde alles onder in vakken, en zag toen de vrouw als zekere grenzen die de mens waren opgelegd. Waarom dit zo is is vanwege noodzaak. Als de mens niet mindert dan sterft de mens. Spinoza verdeelde alles in vakken en gaf namen aan deze vakken. Zo is de man met de vrouw in de natuur, en de vrouw is de bezieling van de man, de oefening van de man, die leidt tot geoefendheid. In die zin is de vrouw als principe voor de man van levensbelang. Maar daar waar man en vrouw buiten de rede vallen neemt de pathos alles over, en de doxa. Daarom moet de mens terugkeren tot de drie-eenheid van de stoïcijnse filosofie : logos - phusis - areta. Hij wilde de pathos verminderen, de emotie, omtrend het stelsel van man en vrouw, maar raakte ermee in een grote worsteling. Dat is niet vreemd. De demonologie is een feit. Het leidde hem dieper in de natuur, dieper in de phusis. Het maakte hem geoefend, en zo ontdekte hij zijn vrouwelijke zelf, zijn hogere zelf. Hij kreeg vervolgens grote kennis van de natuur en werd shamaan. Hij maakte contact met zijn natuur zelf, zijn phusis zelf. Het pad van de eenling heeft hij dieper uitgewerkt. Hij werd ontdekkingsreiziger in de onderwereld om voornamelijk als expediteur tot de verloren amazone gebieden te gaan. Deze reizen heeft hij vastgelegd in boeken. Dat zijn dus hiernamaalse boeken. Vannacht had ik een droom dat de Logos als natuurgodin teruggekomen was in de buurt van een stad waar ik was. We zouden naar haar toegaan, maar bacchus, de god van de wijn, de dronkenschap en het hedonisme, kwam in de vorm van een broer en had een fles wijn in mijn tas gestopt en allerlei andere dingen, dus ik moest eerst alles lozen. De bacchanten, of volgelingen van Bacchus, hebben de bijbel tot afgod gemaakt en tot logos. De logos sprak dat dromen geen bedrog zijn, maar alles wat daarbuiten ligt is bedrog. In stelling 70 van deel 4 stelt Spinoza dat zij die onder onwetenden leven, oftewel onder zij die dronken zijn, bacchanten, hun weldaden zoveel mogelijk proberen te ontwijken. Dit omdat ze niet op dezelfde manier dronken willen worden. Ze zijn op zoek naar de logos, de rede, niet de dronkenschap. Spinoza beschrijft de onwetenden als hen die door blinde begeerlijkheid gedreven worden en elkaar alleen maar belonen in koophandel, oftewel omkoperij. Zij zijn gaven-gevoelig. Zij vissen alleen en gebruiken hiervoor aas. Daarom moet de mens op zijn hoede zijn, wat ook het levensmotto is van Spinoza. (st. 71, dl. 4) Hij stelt dat het ontwijken van het aas van de onwetenden gelijk oploopt met het overwinnen van gevaren, en dat dit de geoefendheid is (areta). Dit heeft dus ook met de mindering op het pad van de askesis, oefening, te maken. (69/4) De mens ontwijkt en overwint dus naar mate van zijn geoefendheid. Als een demoon zwaar geoefend is in iets dan kun je die demoon alleen overwinnen als je nog wel dieper geoefend bent. De demonologie is dus nog wel ingewikkelder dan welke wiskunde of economie dan ook. Alleen bacchus houdt mensen voor de gek in de gnosis dat het allemaal heel simpel is, en alleen belangrijk is om wat standaard-principes te kennen. Neen. Het is zware oefening. Heracles koos voor het pad van de worsteling, als een beeld van de studie. Dit houdt in dat je boven het niveau van aardse professoren terecht moet komen. De gnosis is niet zomaar intellectualiteit, maar stijgt daar hoog boven uit. Zij die in dronkenschap bacchus volgen zullen dus veel over de gnosis klagen dat het teveel 'op je tenen lopen' is. Maar wat verwachten ze ? We zijn hier op aarde in een mijnenveld.
Alleen hoge bio technologie brengt ons erdoor. De logos, de natuurgodin, is gekomen. Kom tot haar en luistert naar haar. Loop haar niet vooruit, maar blijf ook niet achtersteken. Spinoza stelt dat het absolute noodzaak was dat wij in gevangenschap waren geboren, opdat we onderscheiding van goed en kwaad zouden krijgen, dus inclusief de demonologie. Vrijheid zou dus allereerst een groot gevaar zijn geweest, want dan zou de mens niks leren. Dan zou er geen begrip zijn. Laten we hierin ook de wet van Pascal in de gaten houden die ten tijde van Spinoza leefde, namelijk dat de druk die op de mens (vloeistof) wordt gelegd dezelfde druk is als waarmee de mens zich in alle richtingen voortplant. Zonder die druk zou de mens zich dus niet kunnen voortplanten en dus niet overleven. Hoe groter de druk, hoe groter de voortplanting en de overlevingskans. Spinoza stelt verder in deel 4 dat als we geconfronteerd worden met twee goeden, dan moeten we voor het grootste goed gaan. En als wij worden geconfronteerd met twee kwaden waaraan we niet kunnen ontkomen, dan moeten we het kleinere kwaad najagen. Wij moeten hierin geleid worden door de rede. Hij zegt hierbij dat de mens voorzichtig moet zijn met het zogenaamde 'kleinere goed' wat voortkomt vanuit het grotere kwaad. Spinoza stelt dat de onwetenden ten prooi vallen aan bijgeloof, en de bijgelovigen kenmerken zich door meer het van hen afwijkende te bestraffen dan de goefendheid in het goede te onderwijzen. Justitie is voor de bijgelovigen iets veel groters dan onderwijs. Ze verstoppen zich achter justitie opdat ze het goede niet hoeven te leren. De gehele aarde is overgeoordeeld, en omdat de rede en de geoefendheid ontbreekt is dit het vooroordeel dat heerst. Mensen worden al direct blootgesteld aan 'voorbestraffing' gebaseerd op het vooroordeel. Spinoza stelt dat de mens door het bijgeloof niet door de rede wordt geleid, maar door onredelijke vrees. Begeerte die zomaar uit selectieve blijdschap of verdriet ontstaat heeft volgens Spinoza niet het nut van de algehele mens op het oog, en is dus een selectieve overmaat, wat alleen maar verholpen kan worden door de rede. (60-61/ 4) Hoofdstuk 20. De stoïcijnse natuurmotor De hartstocht van de overschatting strijdt tegen de rede, stelt Spinoza in zijn boek Ethica. Overschatting veroorzaakt trots, wat ook een valse blijdschap met zich meebrengt. Deze hartstochten krijgen vrij spel door gebrek aan rede.
Ook liefde kan een overmatige hartstocht zijn, want die verheugd zich over een uitwendige factor, terwijl die vaak eerder van binnen gezocht moet worden. Er is een overmatige liefde, en die moet geblust worden door de rede. Liefde kan dus als begeerte teveel van de mens zelf afleiden, stelt Spinoza in deel 4. Liefde is blijdschap en daar kunnen we niet voorzichtig genoeg mee omgaan. Het kan namelijk de bron zijn voor een heleboel andere buitensporige, overmatige hartstochten. Hij noemt zonden zoals gierigheid en eerzucht de ergste krankzinnigheden. De kerk had de massa's nodig om te kunnen overleven, en omdat dat niet eenvoudig ging dwong de kerk de massa's. De kerk was geheel afhankelijk van vermeerdering. Daarom moest het tijdperk van de Rede komen, en omdat er zoveel nadruk was gelegd op de massa's door de kerk gooide Spinoza het balletje van de eenling weer op. De eenling was het enige mogelijke bestaan, dus hiermee verklaarde Spinoza de kerk dood. Vandaar dat Spinoza's werken verboden werden. Ook stelde Spinoza dat de eenlingen elkaar niet konden beinvloeden, want de eenling bestond geheel in zichzelf en werd door zichzelf bedacht. Dat was ook alweer een trap in de machtslustige en hedonistische ballen van de kerk. Dit gebeurde aan het einde van de 1600 eeuw. Aan het begin van de 1700 eeuw deed Leibniz hier nog eens een flinke schep bovenop door zijn monadologie. De monaden waren de atomen van de oerstof van de natuur, wat komt van het Griekse woord 'monos' voor eenling, alleen. De natuur is dus opgebouwd uit afgezonderde eenlingen die niet afhankelijk van elkaar zijn. Een monade bestaat dus geheel op zichzelf en kan niet intern veranderd of opnieuw gerangschikt worden door iets anders. Binnen een monade is er niets om opnieuw te regelen, en er is geen interne beweging die opgestart, versneld of vertraagd zou kunnen worden. De monaden zweven dus geheel los van elkaar in de natuur. Het kan niet bestuurd worden van buitenaf. Er kan niets ingaan of uitkomen. Ze kunnen alleen door interne krachten veranderen, en ze draaien ook telkens om hun bewustzijns-niveau's te veranderen. Dit is een absolute noodzaak, anders zou de monade niet kunnen bestaan. Alle monades zweven om God, de logos, heen, en zijn bepaalde spiegelingen van God, want God is de enige ware eenling. De monaden zijn min of meer imitaties en laten de verschillende golfhoogtes van perfectie zien. Geen enkele monade is dezelfde. Alle monaden zijn uniek, en zo kunnen ze ook elkaar uitleggen en aanvullen. 'Er kan maar één van iets zijn' wordt ook het monisme genoemd, weer van het woord 'monos'. Alleen zo is er de grootst mogelijke verscheidenheid en alleen zo kan het bestaan eeuwig zijn. De overmatige pathos (emotie/ gevoel) moet afbranden aan de logos, de hogere rede. De overmatige pathos is dus noodzakelijk voor brandstof. De logos is de verbrander. Overmatige pathos is als overmatig zout wat het menselijk lichaam aanvalt. Vandaar dat de logos, de hogere rede, zo belangrijk is voor de mens. Ook overmatige eros, liefde en begeerte, moet afbranden aan de logos, want ook dat is een zout wat de mens aanvalt. Zo zijn er verschillende brandstoffen nodig om de logos te laten werken, want er is ook overmatige doxa (massa geloof), en zelfs overmatige apatheia (onverschilligheid). Als de logos in een mens niet gebruikt wordt en niet gevoed wordt, dan sterft de logos, en dan nemen pathos en doxa de mens over. En dan is ook overmatige aesthesis (smetvrees) een brandstof. LOGOS - verbrander brandstof 1. overtollige pathos brandstof 2. overtollige doxa brandstof 3. overtollige eros
brandstof 4. overtollige apatheia brandstof 5. overtollige aesthesis Deze brandstoffen zijn dus aanvallen van overmatig zout en vet op het menselijk lichaam. De logos is de hogere rede, dus niet de menselijke rede, want dat is gewoon doxa, de drogreden. De doxa kan soms optreden als een valse, lagere logos, zoals in het christendom (jezus, de bijbel). De logos heeft als kern de eenling, de monos (bijvoeglijk naamwoord, alleen), of monon (bijwoord, alleen), terwijl doxa de menigte, de ochlos, heeft als kern. De mens moet dus blij zijn met het overtollige, maar mag zich er niet aan overgeven, maar moet het verbranden, als brandstof gebruiken. Het is als kaarsvet. De mens moet dus voortdurend bijtanken voor brandstof. Dit kan een zware worsteling zijn, want de brandstof mag niet de hoofd-vloeistof worden. Daarom moet de mens geoefend, areta, worden in de logos. Dit is de worsteling in de natuur, phusis, het pad van Heracles die niet boog voor Kakia (de misleiding van weelde). Xenephon (431-354 BCE) schreef hierover dat Heracles moest kiezen tussen het pad van Areta, de geoefendheid, en het pad van Kakia, de slechtheid. Kakia kwam als zacht en hevig opgemaakt met grote ogen, terwijl Areta kwam als soberheid, en zij werd ook de vrouw in het wit genoemd. Kakia wilde met haar zachtheid Heracles verleiden tot het nemen van de gemakkelijkste en plezierigste weg, terwijl Areta al vanaf het begin zei dat zij Heracles niet zou misleiden met een aangenaam voorspel, maar zij zou hem de waarheid vertellen. Heracles zou niets ontvangen zonder zwoegen en inspanning op haar pad, want als hij vrucht wilde plukken van het land, dan zou hij het land moeten onderhouden en bewerken, en als hij iets wilde bereiken met zijn kudde, dan zou hij voor zijn kudde moeten zorgen. Als hij de oorlog wilde winnen dan moest hij doel hebben en de strategie van oorlog kennen en daarin geoefend worden. Kakia werd hier kwaad over en zei dat die weg veel te hard en lang zou zijn voor Heracles. Haar eigen weg was de korte en makkelijke weg tot het geluk. Bij haar zou Heracles geen hardheid kennen, en zou hij alle zoetheden van het leven proeven. Hij zou niet over de oorlogen (demonologie) hoeven te denken, en hij zou altijd maar weer de keuze hebben wat te eten en wat te drinken bij haar. Met de minste problemen zou hij bij al deze plezierigheden kunnen komen die zij hem aanbood. Zij zou hem nooit blootstellen aan hardheid en zwaar werk, want anderen zouden het zware werk voor hem doen. Hij zou op dit pad geen gebrek leiden, maar altijd weer voordeel hebben, waar hij ook maar wilde. Zij noemde haarzelf het geluk. Areta zei toen dat Kakia al at voordat ze honger had, en dat ze geen besef had wat het ware geluk was, want haar geluk leidde niet tot het goede. Tot Heracles sprak Areta toen : Als je eerlijk het benodigde werk doet, dan zul je het hogere geluk vinden. En zo werd Heracles door Areta geoefend. Kakia is het pad wat de massa's kiezen, maar Heracles koos het pad van Areta, en liet zich door haar onderwijzen. Dit was het stoïcijnse pad van de eenling, de monon, wat ook mooi naar voren komt in het Nederlandse woord 'mannin', oftewel het volk van Eva. Dit was niets anders dan een dieper deel van Adam, zijn kern. We kunnen dit ook vergelijken met de Egyptische 'mehen' slang (mhn, mnn) die om Ra heenwas om hem te beschermen op zijn boottocht in de onderwereld, als een beeld van de heilige gebondenheid in het eenling principe, wat je ook weer met amen (mn, mnn) kunt vergelijken, het verborgene, en wat nog altijd achter elk christelijk gebed wordt neergezet.
In zijn boek Ethica, als handboek voor het tijdperk van de Rede, stelt Spinoza in stelling 61 van deel 4 dat een begeerte niet overmatig kan zijn als het uit de rede is ontstaan. Dit spreekt dus over de verbinding tussen logos en eros. Telkens weer wordt eros zo aan de logos getest en verbrand elke overmaat van eros aan de logos. Als eros niet telkens aan de logos wordt getest dan brengt eros de tafelschuimers voort, de pannenlikkers, oftewel de vraatzuchtigen en hebzuchtigen, wat ook een vorm van trots is die tegen de logos strijdt. Blijf de vijf brandstoffen dus in de gaten houden, en blijf ze verbonden houden aan de logos, opdat de logos ze test en overmaat verbrandt, anders zullen ze je proberen over te nemen. Versterk je logos, je rede. Richt jezelf erop en leef vanuit de logos, en gebruik het voor het noodzakelijke verbrandings proces. Als je de brandstof te lang laat liggen en er teveel van neemt, dan wordt je logos verlamd en kan het gaan exploderen. Daarom moet de logos in je herstelt worden, en dat kan door de monos kern, het eenling principe. Dat is altijd een goede investering in het herstellen van je logos. Laat allereerst voldoende ruimte zijn tussen de brandstoffen en de logos. Een heleboel mensen ondervoeden hun logos, hun rede, en overvoeden hun brandstoffen totdat deze het centrum van hun leven zijn geworden, en dan is al het einde zoek, want dan zijn ze een tafelschuimer geworden. Ook zij die het vlees van dieren eten in plaats van de demonologie te beoefenen zijn een vorm van tafelschuimers. Zij hebben te weinig logos, en hun schip zal halverwege stranden. Spinoza stelt dat de grootste trotsheid en kleinmoedigheid (lafhartige onverschilligheid, bekrompenheid, gierigheid) het grootste onbenul is wat betreft het zelf (56/ 4). We kunnen stellen dat hoe verder iemand van de monon, het eenling principe, is verwijderd, hoe trager het verbrandings-systeem werkt en hoe slechter, zodat trots en kleinmoedigheid tot grote hoogtes kunnen groeien. Het is dus absolute noodzaak dat de mens terugkeert tot de monon, het pad van de eenling. Zo kan de mens komen tot een vernieuwd contact met de logos, de hogere rede, en kan deze als verbrander hersteld worden. Hoofdstuk 21. De Stoïcijnse filosofie versus het zout komplot wat de aarde bedreigd en allang heeft ingenomen De logos staat of valt met de monon, het eenling principe. De natuur werkt door het eenling principe als een absolute noodzaak, als de natuurlijke selectie, want als de natuur de massa zou selecteren dan zou de mens die de massa moet volgen indutten. Alles gaat dan gewoon vanzelf, dus dan zou geoefendheid, Areta, nooit kunnen bestaan. Op het natuurpad is het de eenling tegen de massa. In het boek het leven van Apollonius van Tyana, een pythagoriaanse filosoof, komt ook weer de strijd tussen Areta en Kakia om het jonge leven van
Heracles. Kakia is versierd met goud, en is in een paars gewaad, en hevig opgemaakt, haar wangen geverfd en haar haar gevlochten, en met gouden slippers. Ze vertelt hem hoe ze hem wil laten rusten op bloemen, en hoe ze hem wil trekken tot een land van melk en honing met een overvloed die voor het grijpen ligt wanneer hij maar wil. Hij hoefde er niet hard voor te werken en het ook niet te zoeken, want het zou zo allemaal in zijn schoot geworpen worden. Areta daarentegen is een vrouw die hard gewerkt heeft, blootvoets, en die bedekt is met het vuil van de aarde, en ze heeft de eenvoudigste bedekkingen, en zou bijna naakt zijn. Zij is een discipline die wil dat hij op de grond slaapt op het vuil van de aarde, en hij moet naakt zwoegen, en alles verdienen door hard werk, elke zoetheid. Hij mag niet opscheppen, geen ijdelheden najagen en geen hoogmoed nastreven, en hij moet op zijn hoede zijn voor alle dromen en visioenen die hem van de aarde willen weghalen. Als Heracles zich hierin zou oefenen en deze eenvoud niet zou afwijzen dan zou hij daarmee vele monsters hebben onthoofd, en al zijn opgedragen werken hebben voltooid. Mensen verdoen veelal hun tijd of worden gedwongen hun tijd te verdoen, waardoor ze niet meer toekomen aan de zware wiskunde van de demonologie, en zelfs de demonologie hebben losgekapt van de wiskunde. Hierdoor ontstond er een zeer beperkte en oppervlakkige materialistische wiskunde, die nog steeds voluit op scholen wordt gepredikt, de breinen van de kinderen vergiftigende als een overmatige zout aanval. Pneuma, wat de christenen de heilige geest noemen, was al een principe wat door de stoïcijnen werd gebruikt. Pneuma betekent de universele ziel, als het voertuig van de logos, de rede. Het is wat diep in de monos gebeurt, diep in de eenling, dat de eenling komt tot het hogere collectief, de hogere sociologie. Pneuma komt dan van pan-ama, oftewel de collectieve (ama) natuur (pan). Dit is allereerst de veelheid van principes waartoe de monon of monos (eenling) komt, als één in velen. Zoals pneuma een belangrijke sleutel is in het christendom, zo ook in het stoïcisme. De mens moet zich geheel afzonderen om tot pneuma te gaan, zoals ook in het christendom. Er mogen geen invloeden van buitenaf zijn. Als Spinoza stelt dat de geoefendheid het loon zelf is, dan kunnen we stellen dat Areta de charis is, het loon, wat de pneuma geeft, want de geoefendheid bestaat uit vele facetten, is gecompliceerd, waarvan het collectieve een beeld is. Je moet weten wat de uitzonderingen op iedere regel zijn, de dualiteiten, opdat je motoriek hebt en immunologie. Het collectieve in de logos, oftewel de pneuma, wat alleen in de monon, het eenling principe, bereikt kan worden, is een beeld van de verfijningen van de logos, de doelgerichtheid. Charis, loon, is dus niet zomaar een genade gave, maar een stelsel van geoefendheden. Spinoza stelt dat de mens in de juiste verhouding tussen rust en beweging dient te komen, wat ook een geoefendheid is. In stelling 36 van deel 4 stelt Spinoza dat het hoogste goed van de geoefendheid altijd iets collectiefs is. We kunnen stellen dat er dus altijd een juiste verhouding moet zijn tussen het eenling principe en het collectief, en dat elk collectief gebaseerd moet zijn op het eenling principe als beeld van de geoefendheid, wat een goede verhouding is binnen gevarieerdheid. De eenling die niet komt tot het hogere collectief sterft dan ook weer, maar de mens die het eenling principe niet beoefend, of niet volledig beoefend, komt hierdoor tot het lagere collectief van de mensenmassa en raakt verstrikt in de dogma, de drogreden. In stelling 35 van deel 4 stelt Spinoza dat wanneer een mens zijn eigen nut boven alles zoekt, dan is dat de weg tot de geoefendheid, en zo alleen kan de mens tot nut zijn voor het collectief. Telkens weer moet het aan de rede getest worden, maar hoe dieper de
mens in de rede komt, hoe meer het collectief op elkaar zal lijken. Dit is een noodzaak volgens Spinoza. Als dingen in de natuur met elkaar overeenkomen, dan is het een noodzakelijk goed. In stelling 29, deel 4, stelt hij dat als iets met onze natuur verschilt dan kan het ons niet ten goede of ten kwade beinvloeden, omdat het een totaal andere wereld is. Alleen datgene wat gelijk aan ons is kan ons beinvloeden. Leibniz werkte dit principe ook uit in zijn monadologie. In stelling 24, deel 4, stelt Spinoza dat het leven geleid door de rede betekent dat we alleen handelen door de geoefendheid. De monon, de eenling, zoekt in de geoefendheid, areta, een hoger collectief, pneuma, allereerst als principes. cryptografie : Zout is belangrijk voor de vochtbalans en de zenuw prikkel geleiding tot de hersenen. Zout is belangrijk voor de motoriek. Het is een electrolyt, een stof die bij het oplossen en smelten splitst in ionen om zo de electriciteit te geleiden. Het is dus een medium tussen de cellen. Echter als de mens teveel zout binnenkrijgt kan er van alles misgaan, en dit gebeurd door de voedsel-industrie voornamelijk die veel te veel zout toevoegt aan bewerkt voedsel. Oppassen geblazen dus. Jezus is in de cryptografie 'juices', wat Engels voor 'sappen' is, het vocht, en wat geregeld wordt door zout. Teveel of te weinig vocht is niet goed. Zout is halas in het Grieks, wat ook direct de Griekse naam van Griekenland is : 'hellas'. In het boek Daniel lezen we over de strijd tegen de geest van Griekenland, en in de geschiedenis zien we hoe het Griekse wereldrijk ontstond, en wat het fundament werd van onze samenleving. Als kind al sprak het verhaal van Daniel over de geest van Griekenland mij aan, en ik heb zolang ik me kan heugen een verschrikkelijke strijd met de geest van Griekenland gehad, wat dus eigenlijk een worsteling is met zout. De wereld heeft een overdosis Grieks gehad. Wel is zout in de juiste mate dus van levensbelang. Het stoïcisme begon in Griekenland, maar dat wil niet zeggen dat het zuiver Grieks is. Het heeft zijn wortels in Egypte en Israel, en resulteerde in het tijdperk van de rede. In het Hebreeuws is zout melach, malak, wat ook de engelen zijn. Het betekent in de wortels het verstrooien (malach, malak), wat ook de functie van zout is, als boodschapper, als onderdeel van het communicatie systeem. Ook betekent het ingetogenheid, verzachting, flexibel maken. Het betekent ook matigen en in toom houden, en kan ook weer verharding betekenen. Ook betekent het modificeren en mengen. Ook de engel is dus de malak in het Hebreeuws. Dit goedje is dus ook zeer geliefd bij demonen die de wereld willen overnemen. De wereld is inmiddels al overgezouten. Het is het zout complot. Amalek, zowel in de bijbel genoemd als een vijand van Israel, als dat het een amazone volk in het oer was, is dan als a-malek dat wat tegen het zout strijdt, het zout matigt, als het anti-zout. Amalek is ook één van de vier hoofddelen van de Bilha en een aartsmoeder in de amazone theologie. Zout (Griekenland) heerst dus over de vochtbalans, de lichaamssappen, en reguleert deze, de juices, Jezus. Dit uit zich dus ook in de engelenleer in de kerk. Dit kan niet zomaar verbroken worden, maar moet verdiept worden, en dat kan door de stoïcijnse filosofie. Dit zijn dus buitenaardse bloedlijnen die door Griekenland heenstromen, maar dus oorspronkelijk niet Grieks zijn, maar amazonisch. Ook zijn de amazones een onderdeel van de Griekse mythologie, maar omdat ze
oorspronkelijk niet Grieks zijn spreken we dan ook van de stoïcijnse mythologie en de amazone mythologie. Zout moet gematigd worden om te kunnen overleven. Zo moet dus ook Griekenland gematigd worden om te kunnen overleven. Zout demonen zijn wel tien maal erger dan suiker demonen. Zout staat dus voor communicatie, interactie, maar overmatig zout is dan de overcommunicatie, en in die staat is de wereld vandaag de dag. Het heeft de natuur verwoest. Zo kreeg de kerk teveel zout, waardoor ze teveel wilden drinken, van juices, Jezus, sappen, zodat de kerk zowel een zout vergiftiging als een vocht vergiftiging heeft. De hele tijd maar over Jezus bazelen en dan telkens maar in dezelfde kringetjes, zodat er geen nieuw onderwijs meer kan bijkomen, is een communicatie vergiftiging waardoor alles vastgelopen is. De stoïcijnse filosofie is er dan voor om deze dingen weer recht te zetten. Hoofdstuk 22. Het zout alarm in de stoïcijnse filosofie Pistis wordt in het westen heel zwak vertaald in geloof, maar in het stoïcisme was pistis het loon van de geoefendheid, van areta. Pistis ontstaat wanneer iemand volhardt in het eenling principe, de monon. Dan springen ineens de zintuigen open en worden de goede daden tot gewoontes, tot instincten, tot een natuur, tot een automatisme dus, oftewel de heilige gebondenheid, want in de worteltekst betekent pistis 'horen en gehoorzamen' (peitho). Hierdoor onstaat er automatisch een link tussen de eenling (monon) en het hogere collectief (pneuma). Het is waar de eenling, monon, en de geoefendheid, areta, elkaar kruizen. Pistis is dus de zoutbrug, het communicatie middel waarvan niet teveel genomen mag worden. In het christendom is de pistis ook de brug tussen hemel en aarde. De geoefendheden zoals taal, wiskunde en filosofie moeten altijd verbonden zijn aan de demonologie, want dat is de beveiligingsleer. Daarom komen de zinnen altijd tweeledig door, boven de streep en onder de streep, dus boven de streep de normale zin, en onder de streep de demonologische zin die laat zien welke geestelijke strijd hier gaande is. Daaronder kan er nog een balk zijn met metaforische uitleg. Spinoza noemt in zijn boek Ethica de dienstbaarheid het onvermogen. Zo is de mens of dienstbaar aan de rede, of dienstbaar aan de hartstochten. De natuur handelt met dezelfde noodzaak als waarmee het bestaat, en dat noemt Spinoza God. De definitie van het goede, stelt Spinoza, is nut. De geoefendheid is het punt waarop de goede daden tot gewoonte en natuur worden. Dit resulteert dus in pistis, het automatisme, wat tegelijkertijd ook het onvermogen is om te stoppen, oftewel de
dienstbaarheid. Christenen noemen dit heel slap 'geloof', maar zij hebben het pad van kakia genomen, de weg van de minste weerstand. Alle hartstochten hebben hun eigen blijdschap en droefheid die van te voren bepaald zijn. Er is dus een heleboel valse blijdschap en droefheid. Dit zijn ook weer begeertes op zich, en Spinoza bestempeld ze als lijden (57/ 3). Wanneer de mens zijn onvermogen kent, dan brengt dat een zeker lijden met zich mee. De mens gaat zo dieper in zijn denkbeelden van zwakheid, en het lijden wat daaruit voortkomt wordt door Spinoza nederigheid genoemd. Door pistis gaat de mens vanuit de rede leven, en pistis ontstaat ergens op het pad van de eenling en op het pad van de geoefendheid (monon areta), om zo te ontkomen aan de valse pistis, de doxa, oftewel het massa geloof opgezweept door het hedonisme. De democratie waarin de mens vandaag opgesloten zit is ook doxa. Het zijn een stel uitgehongerde hedonistische honden die de massa's verslonden hebben. Plato streed tegen de democratie, omdat de regeringen hierdoor werden samengesteld door de ongeoefende massa's die niet door de logos, de rede, werden geleid, maar door ongeteste emotie. Plato wilde als voorwaarde stellen voor de verkiezing dat de verkiezers filosoof zouden zijn, alhoewel hij ook de valse filosofieen bestreed van het sofisme en het hedonisme. De rede stelt voorwaarden, en deze moeten er wel zijn, anders komen er roekeloze boodschappers, oftewel een zout overstroming, wat de democratie dan ook is. Plato wilde dus een logoscratie in plaats van een democratie. Hij moest wel, want hij had de regering zijn leermeester, Socrates, om zeep zien helpen. Plato omschreef deze moord als een banketbakker en zijn kinderen die een dokter veroordeelden. Socrates was een voortijdse stoïcijnse christus-figuur die gedwongen werd de gifbeker te drinken, zoals vandaag de dag de tandenbakkers de mens dwingen met giftige vullingen in hun botten te lopen wat hen langzaam vermoord. Dit is nog steeds de geest van de moordenaar van Socrates, de banketbakker. Nog steeds rust de wereld op de Atheense democratie, en niet op de stoïcijnse filosofie. Plato noemde de democratie een allesverwoestende tiran, als de anti-logos. De menselijke rede is een massa rede, de doxa, en die wordt aangedreven door onredelijke pathos, emotie, en onredelijke begeerte, eros. De menselijke rede is maar een druppel in de zee van de hogere rede, de logos. Daarom moet een mens zichzelf allereerst verliezen en loskomen van de massa. Ook de aardse massa is dus maar een druppel in de zee van de logos. Telkens als menselijke rede de kop opsteekt dan is dit maar tijdelijk, want de zee van de logos zal hem uiteindelijk overweldigen. De menselijke rede komt nooit ver. Wat is 80 jaar, 300 jaar, of duizenden jaren vergeleken met de eeuwige zee van de logos ? Slechts een druppel. De menselijke tijd is slechts ijdelheid, een zucht. Het is een waan, een illusie. Pneuma, de stoïcijnse universele ziel, het hogere collectief, wat christenen de heilige geest noemen, is rw-ach in het hebreeuws, en wat in het Egyptisch de schaduw van ra is, zijn ziel in de onderwereld (rw-ach, rw-akh). Ook Abel wordt in het Hebreeuws de ra-ach genoemd, als de schaapherder (ra) - broer (ach) van Kaïn. Abel is de leider van de kudde, van de doxa in dit geval, als beeld van het massa-geloof, en dat moet gezuiverd worden in de onderwereld, zoals ra de onderwereld in moest om gezuiverd te worden en om wedergeboren te worden. Zowel het woord abel als ruwach betekent adem in het Hebreeuws, en in de Egyptologische teksten over Kaïn had hij een keten om zijn nek, als beeld van de wachter van de mond, van de adem en de spraak. Pneuma is dus de timing en richting van de logos, als het voertuig van de logos, als het sieraad van de logos,
de wachter van de logos, van de rede. Dat is ook wat het Aramese woord voor pneuma betekent : ruh, richting, en ook betekent het duisternis. De duisternis is het beeld van het hogere collectief. Het is dus niet daadwerkelijk duisternis, maar een andere wereld. Zoals Spreuken 1 zegt dat de kastijding, oftewel de wachter, van de ab (Egyptisch : ziel, voet, onderwereld) als een keten om de hals gedragen moet worden. Ik had een droom dat ik aan een reusachtig en verlaten strand was. Er was geen mens te bekennen, als op een wildernis strand. De logos kwam tot mij als een reusachtige doorzichtige bol van oerstof, als een soort vlies, en de pneuma was ook een bol die er gelijk mee opliep, als een geheel, als een besturings mechanisme, als de verfijningen van de logos, als een sieraad. Het was een stuk natuur wat uit de zee was gekomen. De pneuma gaf accenten aan. Het was als een inventaris, als criteria met referentie punten. Het communiceerde met mijn hart. Toen begon de zee er doorheen te stromen. Toen begon de logos me op te nemen, en het begon boven de zee te zweven als een soort biologisch ruimteschip. De zee was enorm wild, enorm hoge en woeste golven. Dit zien we ook terug in de Septuagint, in de Griekse bijbel, in hoofdstuk 1:2 van Genesis, waar de pneuma over de woeste, duistere zee van het oer zweeft. Pneuma was verwoven in de logos, onderdeel van de textuur, van het weefsel, van de structuur, als de immunologie, als een zout alarm, als de demonologie van de gnosis. Hoofdstuk 23. Logos in de cryptosofische amazone filosofie Kijken we naar de etymologie (woordoorsprong) van pneuma, dan zien we pan-name. Pan is een ander Grieks woord voor natuur en paniek, als een alarm. Het is een beeld van de heilige vreze die de mens beschermt. Pan betekent ook alles, als het hogere collectief. Name is het voortijdse Afrikaanse roshland (vgl. rusland), het land van het begin, wat tevens ook het einde is. Name staat dus voor de timing van alles, de afmetingen. We kunnen hier ook denken aan de schikgodinnen, de Moiren, die de levenslopen (tijdsbestek) bepaalden. Zij spinnen de levensdraden, delen het toe, en knippen het weer af. Zij staan voor het scheppen, de groei en de vernietiging. Dit kan op alle dingen van betrekking zijn. Pneuma is dus de strijdwagen van de logos, de oorlogs-strategie, de demonologie van de logos. cryptografisch : Het leven bestaat uit anagrammen, dus de andere wereld ligt heel dichtbij. Logos, lks, is een letterverdraaiing van kls, Kolosse, wat een vrouwelijk woord is voor groot, als grote vrouwen. Kolosse 1
29 Hiervoor span ik mij ook in, onder zware strijd, naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Paulus is hier in de rol van Heracles die voor het pad van Areta heeft gekozen, oftewel het lange, moeilijke pad van de logos, en niet van het hedonisme (kakia). 24 Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente. 25 Haar dienaar ben ik geworden krachtens de bediening, die mij door God is toevertrouwd, om onder u het woord, logos, van God tot zijn volle recht te doen komen, 26 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen. De gemeente is de ekklesia, kls, wat weer een letterverdraaiing is van logos, lks. Ook Christus wordt de logos genoemd. Colosse 2 20 Indien gij met Christus, oftewel logos, afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen. We hoeven niet te luisteren naar de geboden van de massa's als we in de logos zijn. Paulus is dus als dienstknecht van de ekklesia, kls, de gemeente, dus ook een dienstknecht van de logos, lks, net als Heracles. Hij worstelt met de geesten die tegen de logos ingaan. Kolosse is dus als de ekklesia die Paulus dient een cryptografische code voor de logos, de rede. 11 In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, oftewel van de logos. Mensen begrijpen de sexuologie niet. Het is een demonologische code. Als de man zijn geslachtsdeel in de vagina stopt van de vrouw, dan schuift zijn voorhuid naar achteren, als beeld van de besnijdenis. Dat is dus wat de logos is : het geslachtsdeel van de vrouw. De rede is vruchtbaarheid, de natuur. Het geslachtsdeel van de afgezonderde man, als eenling, stoot zo door tot de baarmoeder wand, die een beeld is van het hogere collectief, de pneuma. Dat de man moet blijven doorstoten om de vrouw te bevruchten, op en neer, is een beeld dat de man, de eenling, geoefend wordt, door Areta. Een man die dan zijn zaad heeft geloosd kan dan denken dat hij heel wat heeft bereikt, en kan erover opscheppen tegen zijn vrienden, maar de realiteit is dat de sexualiteit slechts een metafoor is van hoe de rede werkt, dus hij zal die hele zware weg van Areta moeten begaan totdat hij pistis, de gehoorzaamheid, heeft bereikt en zo tot de pneuma is gekomen. De mens beseft het niet, dom als ze zijn. De zaadlozing is namelijk het sterven. Het verkondigd de dood van het ego. Ze kunnen dan in hun roekeloosheid een heleboel vrouwen hebben bevrucht en er een trofee lijst voor hebben bijgehouden om op te scheppen bij hun even domme vrienden, maar de dood van het ego zal ook tot hen komen. De mens speelt spelletjes met de sexualiteit. Ze hebben het totaal losgekoppeld van de demonologische filosofie. Ze weten niet waar ze mee bezig zijn. Sexualiteit is geen spelletje, maar een geestelijke oorlog, al dan niet metaforisch. Toen de vrouw van Lot terugkeek naar Sodom en Gomorrah veranderde ze in een zoutpilaar, als beeld van overmatig zout, overmatige communicatie.
Lks of lkz is in de etymologische amazone diepte van het oer L-ZK, oftewel ila-zukki, Ila is de godin van de bevrorenheid, van het eenling principe, en zukki is de amazone stam die het volk van ismael door de woestijn leidde tot het land Nod in de geschriften van de Bilha. Zukki is ook een amazone godin van de touwen, waartoe de israelieten in de woestijn kwamen, als een beeld van de heilige gebondenheid. ila-zukki betekent dan : 'door het eenling principe komen tot de heilige gebondenheid'. Dat is de code die de logos in zich draagt. Het is het van monon komen tot pistis, waardoor de mens automatisch komt tot pneuma, het hogere collectief. Hierin is Areta als de geoefendheid dus een belangrijke schakel. Het boek Kolosse staat vol met deze subtiele codes. Kolosse 2 6 Nu gij Christus Jezus, de Here, oftewel de logos, aanvaard hebt, wandelt in Hem. Dit houdt dus in, de logos als ila-zukki, oftewel het wandelen op het pad van de eenling tot de heilige gebondenheid. 18 Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid en engelenverering, als ingewijde in wat hij heeft aanschouwd, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken, 19 terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt. De engelenverering is de verering van melach, malak, in het Hebreeuws, oftewel van zout, in dit geval overmatig zout, overcommunicatie, en oversexualiteit. Het hoofd, christus, is dan logos, waardoor het hele lichaam in de heilige gebondenheid is, door de rede. Colosse 4 3 dat God een deur voor ons woord, logos, opene, om te spreken van het geheimenis van Christus, oftewel van de logos, ter wille waarvan ik ook gevangen zit. Dit gaat ook weer over de heilige gebondenheid in de logos, in de rede, oftewel ila-zukki, de eenling in de heilige gebondenheid. 18 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Gedenkt mijn gevangenschap. De genade zij met u. Gedenk dus de heilige gebondenheid. Kakia beloofde Heracles zoete vrijheid, terwijl Areta Heracles leidde tot bittere gebondenheid. De Griekse dichter Simonides (556-468 BCE) schreef over haar dat zij niet door alle sterfelingen gezien wordt, maar alleen zij die zweten op het harde pad, zij die komen tot de pieken van de mannelijkheid. Ook wordt zij een speervechter genoemd, als een oorlogsgodin. Zij is dichtbij de door het lijden geoefende Jove (Job). Heracles kwam in Boeotia tot de tweesprong, het kruispunt, waar Kakia en Areta hem opwachtten. Boeotia is een anagram van Boeddha. Als je het boeddhisme bestudeerd zie je in principe gewoon de strijd tussen Kakia en Areta om Hercules. Cryptografisch gezien is Hercules RKLS, ra-kalos, de goede (grieks) ra (egyptisch), oftewel Ra die tot de onderwereld gaat. RKLS is ook een anagram van ra-logos, r-lks, oftewel ra die het pad van de logos, de rede, begaat, oftewel hercules die het pad van areta gaat. Dit zijn dus allemaal weerspiegelingen van de amazone filosofie in de bilha waarin ismael tot de zukki stam komt in de woestijn, tot de heilige gebondenheid, door ila, het eenling principe. Adam is
verder als eenling in de tweede bijbel ook weer verbonden aan de zukki stam, en heeft verschillende parallellen met heracles. Hoofdstuk 24. Diepere betekenissen van de heracles mythologie ook in verband met het christendom In het Egyptisch is kenu de logos, ook gerelateerd aan kaïn die de doxa, de kudde-mentaliteit van zijn schaapsherder-broer moest overstijgen. De mens moet erg oppassen met monotheïsme, want alhoewel er op sommige momenten van een eenheid gesproken kan worden is het een stelsel van schakels, als één in velen. Er moet daarom een goede verhouding zijn tussen monotheïsme en polytheïsme, anders gaat het ophopen, en heb je weer een zout probleem. Het zijn slechts schakels, en daar mag je je niet helemaal blind op staren. Dan zou je een rat worden die nog maar één ding zien en daarin helemaal opgaan. Dat is zowel het gevaar van de New Age als het gevaar van het christendom. Vandaar dat de Egyptenaren vele dynamieken hadden, vele schakels. Het gaat om het sieraad van de rede, een stuk technologie wat zich van verschillende onderdelen bedient. De mens moet in de duisternis, in de woeste wildernis, op zoek gaan naar de verloren schakels, en die verdiepen. Als de mens dan iets gevonden heeft en dan stopt met de ontdekkingsreis en dan met pensioen gaat om een marktje op te zetten, dan is het einde zoek. De mens moet nomadisch zijn om te overleven. Plato zei dat als de mens vast zou lopen, dan zou de mens zijn doelstellingen moeten verhogen, intensiever dromen. Er was een hogere wereld van de rede waar alleen de filosofen binnen konden komen. Heracles moest tot de appels van de gnosis in de tuin van de hesperiden komen, die bewaakt werden door een slang. Heracles moest deze slang verslaan. Monotheïsme en polytheïsme zijn dus metaforische principes binnen de filosofie, en daar moeten ze blijven. Ook hadden de Egyptenaren vele termen voor hetzelfde, zodat er genoeg nuances waren en de mens niet vastgroeide. Ook schreven ze deze termen op verschillende manieren, waardoor ze zich niet zo druk maakten om schrijffouten, zoals de monotone mens vandaag vaak is. De moderne mens heeft vandaag de dag een smerig taal monotheisme gemaakt, wat gelijk staat aan zoutophoping. Het is taal terrorisme.
De mens mag zich afvragen : Wat win je ermee het kwade te doen ? Dieren, je medeschepselen, het licht in de ogen niet gunnen door je vraatzucht, je tafelschuimerij. Kinderen giftige troep in de mond laten spuiten bij de tandenbakker waardoor ze vroeg of laat zware mentale en lichamelijke problemen van kunnen krijgen, of nog erger, en dan ook nog eens allerlei misselijkmakende etiketjes op het kind drukken wat je eigenlijk zelf hebt veroorzaakt, en ga zo maar door. Maar ook daar heeft de mens wat op gevonden. Ze noemen gewoon het goede het kwaad, en het kwade het goede. Dit werd zelfs al door de bijbel aangegeven, ironisch genoeg. Het is een boek van oude wijsheden van de voorouders, maar ook enorm domme drogredenen, met name in de latere vertalingen. Sommige mensen zeggen dan : 'Tja, de bijbel,' maar ze kunnen niet ontkennen dat er ook weer hele waardevolle dingen instaan. Vaak hebben ze dit uit andere culturen overgenomen, dus dat maakt het ook weer heel interessant. De bijbel is dus een schakel in het geheel, soms heel belangrijk, en soms minder. Soms sta je dan machteloos tegen zo'n systeem als je ziet hoe het je kinderen rampaneert, zoals ook het onderwijs systeem. Vaak kunnen we ijzer niet met handen breken, lieve mensen. We leven in ballingschap. De buitenaardsen zijn allang gekomen, ook de goeden, want die lijden met ons, en strijden aan onze zijde tegen het grote kwaad. Daarvoor is de demonologie, en die puzzel mogen wij oplossen. Als we kijken naar de twaalf grote werken van Heracles in de stoïcijnse mythologie, op het pad van Areta, dan zien we hierin niet alleen parallellen met adam, maar ook met christus, de tweede adam, en de twaalf werken zijn dan de twaalf discipelen. Heracles is een beeld van de stoïcijnse demonologie. Vraatzucht of tafelschuimerij, pannenlikkerij is een piraatse bezigheid van het stelen van de massa's, het snoepen van de doxa, het massa geloof. Op het pad van de eenling is dat de verleiding dat je het voortijdig, overmoedig en roekeloos afbreekt, om jezelf weer te offeren aan de massa's, om hun goden na te lopen. Een van de twaalf werken die Heracles moest verrichten was dus dat hij moest gaan naar de tuin van de Hesperiden om de slang die de appels van de gnosis bewaakte te verslaan, en om die appels daar weg te nemen. Het werden ook wel de twist appels genoemd van grote worsteling, die Heracles dus nodig had op het pad van Areta, oftewel voor de demonologie. De appels waren ook een beeld van het karakter van de Hesperiden, die twistzuchtige vrouwen waren. De tuin lag ergens onder Libië in Afrika. De slang was ook een schaapherder, als beeld van de kudde mentaliteit, het massa geloof, de doxa, waardoor Heracles ook een soort Kaïn rol had. Toen Heracles de slang had afgeslacht klaagden de Hesperiden verschrikkelijk, dat hij een wilde bruut was, dat hij zomaar hun appels durfde te stelen en hun slang te doden. Ze vonden het een enge, wrede man, die boos keek met wilde ogen, gehuld in een leeuwenvel, zwaar bewapend met knots en pijl en boog, waarmee hij hun monster velde. Hij was dorstig en zocht overal naar water, en trapte zo met zijn voet tegen een rots aan waarna het water er uit voort begon te gonzen, en hij begon er gulzig van te drinken met zijn handen en borst op de grond, als een beest. Zo beschreven zij Heracles. Het was zijn elfde werk. Tafelschuimers verlangen altijd weer naar de massa's, naar de doxa. Doxa is het lagere collectief van het ego, in de werken van Heracles ook wel uitgebeeld als het monsterlijke Erymanthische zwijn of varken. Het was een dodelijk zwijn, en het terroriseerde het Erymantische gebied, en moest weer teruggebracht worden door Heracles. Het beest was volkomen op tilt geslagen in grote woest.
Heracles moest dit collectieve ego waarvan deze zwijn een metafoor was diep in de sneeuw drijven, oftewel op het pad van de monon, de eenling, opdat de woede door de kou verlamd zou worden, en hij het zwijn weer kon terugbrengen. Hij gebruikte hiervoor een strop, waarmee ook Kaïn in de Egyptische mythologie het collectieve ego oversteeg. Alleen de monon kan dit doen, het eenling principe. Het woeste zwijn werd soms door Artemis, de jachtgodin, gebruikt om de landen van boeren te verwoesten. De boer staat soms voor het verwaarlozen van de demonologie, waarvan de jacht een beeld is. De twaalf werken van Heracles zijn wereldberoemd. Het zijn beelden die laten zien hoe de mens met de doxa kan afrekenen, met het massa geloof wat hen teistert. Het is de demonologie voor hen die hier filosofisch mee de diepte in gaan. Er valt heel wat uit deze mythologie te halen, wat dus onderdeel is van het stoïcijnse pad van Areta, het pad wat Heracles ging. De worsteling met het zwijn is het vierde werk. Toen de Hesperiden hadden ontdekt wat Heracles had gedaan gooiden ze hun witte armen over hun met goud opgesierde hoofden en jammerden. In het twaalfde werk ging Heracles tot de onderwereld om twee personen te bevrijden. Dit kwam later ook terug in het Jezus verhaal die terugkeerde vanuit de onderwereld waar hij zielen had bevrijd. Het Jezus verhaal is in verschillende opzettingen een christelijke variant op de Hercules mythologie. Heracles moest ook de veelkoppige hond Cerberus meenemen vanuit de onderwereld, die de wachter van de onderwereld was. Heracles moest hiervoor tot de godin van de onderwereld gaan. Cerberus de meerkoppige hond staat voor het hogere collectief, de pneuma, waartoe de monon, het pad van de eenling, leidt. Toen Jezus als een christelijke Hercules de onderwereld inging nam hij ook pneuma mee toen hij opstond, wat hij even later over zijn discipelen uitstortte, wat in de christelijke wereld de heilige geest wordt genoemd. Pneuma is in de stoïcijnse filosofie de universele ziel. Door de monon, het eenling principe, maak je dus uiteindelijk contact met de onderwereld, de andere werelden, en komt daar tot een hogere sociale code, een hogere sociologie, waarvan Cerberus een beeld is, als de pneuma, die de demonologie, oftewel de wachter, van de logos is. Hoofdstuk 25. De diepere betekenis van het tweede werk van Heracles De zon is een bakker. 99% van de zon en het zonlicht is demonisch. Het is een materiele werkelijkheid, een illusie, een matrix. De mens ontkomt niet aan de zon, maar de mens moet er dus
demonologisch mee omgaan. Overmatig licht, overmatige zon, is niet goed. Overmatige zon is een beeld van het hedonisme : blind worden voor het lijden en de noodzaak van het bestaan. Zo moeten we dus niet alleen wijs met water zijn, maar ook wijs met zon. Alles draait in het stadse mensenleven om de zon, om het licht. De stadse mens is voortdurend bezig met uiterlijkheden, het licht wat de zon tot de mens brengt, en de mens geloofd het. Het is geen openbaring van God, van de natuur, maar van de duivel. Het is een vals visioen. De mens ijlt in zijn doodsstrijd. De stad is gevallen en verblind door dit zonne-monotheïsme. Ze zien niets anders. Ze leven in wanen die hen tot de dood slepen. Ze kunnen en willen niet ontwaken. Het is hun drugs. Zo kunnen ze overleven, maar ze doen dit ten koste van anderen en van andere belangrijke en zelfs noodzakelijke dingen, dus wat is die overleving dan daadwerkelijk ? Het is geen overleven maar zelfvernietiging. Het is overdoden. Toen Orpheus zijn Eurydice vond, oftewel zijn Areta-sa, de kennis (sa, Egyptisch) van de geoefendheid (areta), was hij er nog niet. Ze vaagde gewoon weer weg, en op zijn zoektocht naar haar werd hij verscheurd door de bacchanten, de volgelingen van Bacchus, oftewel de hedonisten. Hij werd tot pulp geslagen, tot poeder. Zo daalde hij af in de onderwereld en ontmoette haar weer. Daarvoor was hij ook al eens in de onderwereld om Eurydice eruit te halen, maar Hades, de koning van de onderwereld, zei dat hij dat mocht doen op voorwaarde dat hij niet naar haar achterom zou kijken. Maar toen hij bijna uit de onderwereld was keek hij toch achterom of zij met hem mee was gekomen, en zo verloor hij haar weer. Metaforisch gaat het hier erom dat we ons niet mogen blindstaren op maar één schakel, wat al snel gebeurd in het monotheïsme. Ook Areta is maar een schakel in het geheel. Orpheus moest ook tot de andere schakels komen, en daarom werd hij verscheurd. De verscheuring, de verstrooiing, is skorpizo, om te voorkomen dat de mens een te hoge dichtheid bereikt en daardoor versteent in de materie. Dit is dus een belangrijke dynamiek, een belangrijke schakel, om tot de andere schakels te komen. Hiervan is ook de Hydra een beeld, de negenhoofdige waterslang, in het tweede werk van Heracles. Telkens als hij een kop van de Hydra afhakte, dan kwamen er twee voor in de plaats. Zo worden de schakels zichtbaar, de tussenstappen, het poeder. Wij moeten allemaal tot poeder worden. Dit is dus ook de brug tot het hogere collectief, tot pneuma, tot de meerkoppige Cerberus, de wachter van de onderwereld, die bevriend was met de Hydra. Het is een beeld van de analyse. Wij moeten onszelf en al het andere blijven delen, blijven analyseren. Orpheus, of ra-phusis, betekent het komen tot de natuur van de onderwereld. Zonder skorpizo, de verstrooiing, de versplintering, komen wij niet tot deze natuur, want het is een poeder natuur, verfijnd stuifzand van de wildernis, als een beeld van de logos hormonen waardoor we leven. Dit is dus een belangrijke dynamiek, een belangrijke schakel, een belangrijke bol, als onderdeel van de logos. De logos strekt haar hand naar ons uit, de skorpizo, allereerst om ons te verbreken, om ons los te breken uit het gesteente van het parasitaire monotheïsme, de tunnelvisie, wat aan ons vreet. Het verpoedert ons weer totdat we alle valse dichtheid hebben verloren. De skorpizo is er dus om ons leven te beveiligen. Als we dan naar het woord paradeisos kijken, paradijs, para-eurydice, para-areta-sa, dan betekent dat 'bij (para) eurydice', oftewel 'bij de kennis van areta, de geoefendheid', waardoor het paradijs dus een heel orphisch begrip is. Uiteindelijk kwam Orpheus tot Eurydice in de onderwereld en bleef daar met haar. Het paradijs was oorspronkelijk de jachtvelden, maar de jacht is dus een beeld van de
analyse, de skorpizo, waartoe de verpoedering nodig is. De skorpizo treed ook op daar waar Israel verstrooid wordt. De vijand denkt dit dan wel ten kwade, maar de rede denkt dit ten goede. De vijand heeft het letterlijk uitgevoerd, terwijl het metaforisch was. De vijand is dan ook het letterlijke, maar de mens had dit nodig als een sluier om zo heel langzaam tot de gnosis te komen, van schakel tot schakel. Als de mens er in een keer zou zijn ingegooid, dan zou de mens niet hebben kunnen bestaan. Het was dus absolute noodzaak. Wij kunnen nu alleen nog verdiepen en vertalen. Het kwaad is geschied, nu op naar het goede. Dit geeft dus ook een compleet nieuw zicht op wat het hogere collectief, de pneuma, is, wat de christenen heilige geest noemen. Het is dus de analyse door de verstrooiing, skorpizo. Dit is ook direct het geheim van de geestelijke wereld, oftewel de hogere werkelijkheid van de rede. Het is verfijndere stof, meer verpoederd, van een hoger collectief. Dit is het ware leger wat we nodig hebben tegen de machten van verdichting. Skorpizo en dus ook pneuma, is van een fijnere stof dan de doxa, de verdichte massa's. Vandaar dat skorpizo-pneuma, het hogere, verstrooide, oftewel geanalyseerde collectief, zal overwinnen, de doxa zal overstijgen, waarover ook de Efeze brief gaat, wat dus een Orphisch verschijnsel is. Zo kwam Orpheus, ra-phusis, tot zijn Euridicea, zijn areta-sa, oftewel tot het paradijs, para-eurydice, het in de geoefendheid blijven, opdat hij niet ten prooi zou vallen aan het schakelloze monotheïsme. Het mag zo tot een vast, aaneengesloten bouwwerk in ons worden. Kunnen wij naar de schakels kijken zonder dat het ons verblind ? Zonder dat het ons sleept in redeloos monotheïsme ? Zonder dat we ons helemaal blindstaren op maar één schakel ? Het is een oefening (askesis) wat ons leidt tot geoefendheid (areta). Het is een worsteling met de Hydra, zoals Heracles in zijn tweede werk. Alleen door te blijven analyseren zullen we overleven. Er is geen andere weg. Velen worden gegrepen door redeloos monotheïsme en gaan met pensioen, met eeuwige vakantie. Ze zetten hun klapstoeltje op, en gaan liggen genieten in het zonnetje, terwijl er zoveel werk te doen is. Maar het mag ons er niet van blijven weerhouden door te blijven worstelen. Het is ons sieraad. Laten we het zuiver houden en nuttig. Het hangt er niet zomaar voor de sier. Het zal ons ego doden, zowel het collectieve als het individuele ego. Het is voor onze beveiliging, onze immunologie. Worstel met de Hydra zoals Jakob op Pniël. Toets je sieraad, analyseer het, en laat het je niet verstrikken. Wees op je hoede. Kom tot de hogere vormen. Leer de technologie. Je komt er niet vanaf, je moet er dwars doorheen, het tot sieraad strekken, het sieraad van de rede. Het is een stoïcijns sieraad, een valstrik voor de dwazen, en een leidsraad voor de wijzen. Ja, het zal je verbreken, het zal je verpulveren en verpoederen, en je dan verstrooien, maar alleen zo kom je tot je hogere collectief, je innerlijke leger. Alleen zo blijf je veilig tegen de verdichtingen van het materialisme. Het is een boodschap die je door de juiste code moet ontcijferen.
Hoofdstuk 26. De varkensjacht Belangrijk is het te kijken naar overeenkomsten, zowel tussen de culturen als binnen de culturen. Soms zijn die overeenkomsten subtiel en moet je even puzzelen en doorvertalen, maar ook dat hoort bij het hogere collectief, en alleen zo kunnen de duidelijke verschillen zichtbaar worden, waardoor de groepen gescheiden kunnen worden. Zijn wij al uitgegaan om het laatste verloren schaap te vinden, oftewel de missing link, de overeenkomst ? Het getal moet vol worden. Alle schakels waren er al. Heracles had een gevecht met het sieraad, met de schakels, met de Hydra, om te analyseren en rangschikken. Hij kon de Hydra niet verslaan, want telkens kwamen er twee koppen voor elke kop die hij eraf sloeg. Hij moest dus rangschikken. Uiteindelijk vond hij een weg, en gebruikte hij het gif van de Hydra om eeuwige wonden aan te brengen bij zijn vijanden, het collectieve ego. Van wonden door het gif van de Hydra gemaakt genees je niet meer, maar je kunt het nog wel rangschikken en analyseren, en zo deed Heracles dat ook, want ook hij was getroffen door het gif van de Hydra. Dit zien we ook in het OT dat het volk werd gebeten door giftige slangen in de wildernis, en ze konden niet meer van de slang afkomen, en moesten tot de juiste slang komen, oftewel de juiste rangschikking. Ook Job had een gevecht met de slang, met de Leviathan, en moest de Leviathan leren berijden. Het was een beeld van de twistzieke vrouwen, en die lijn ligt ook door de kleine profeten, zoals Hosea ook met een twistzieke vrouw moest leven, en metaforisch gezien de andere kleine profeten ook. Allemaal hadden ze metaforisch gezien hun twistzieke, moeilijke vrouwen, oftewel hun moeilijke opdrachten. In de werken van Heracles komt dit ook weer terug in de tuin van de Hesperiden waar hij de schaapsherders slang moest verslaan om de appels van de twist te nemen. Ook loopt dit parallel aan het Adam en Eva verhaal. Het staat symbool voor zekere worstelingen waar de mens doorheen moet. Alleen rangschikking en analyse brengt de mens er doorheen, het opmerken van de overeenkomsten, want het gaat niet zomaar weg. Het gif van de Hydra is eeuwig. De mens is voor eens en voor altijd gebeten. Wat is de Hydra in je eigen leven ? Het is dus iets noodzakelijks. Zonder de Hydra zou je niets hebben. Alleen door het eeuwige gif van de Hydra zal het collectieve en individuele ego wat je klem houdt oplossen. In een verschrikkelijk gevecht met de Hydra, met twistzieke vrouwen, kwam ik tot de homoios, de overeenkomsten. Dit liet tegelijkertijd ook de verschillen zien. Het was een duidelijk contrast. Ik zag Griekenland branden, en toen begon ook het christendom te branden. Ik rende de woestijn in, en de Hydra liet mij niet los. Het eeuwige gif brandde in mij, als een eeuwige wond. En ik zag de opgeheven slang van Mozes, en ik zag Job de Leviathan berijden, en ik zag Adam van de appel nemen. Ik zag de overeenkomsten. Het collectieve, massale, universele ego was brandende, stervende. Het liep allemaal met elkaar op, gelijktijdig. Het collectieve ego, het ego van de volkeren, brulde en brieste als een woest varken, als een zwijn, wat ook een schakel is in de werken van Heracles. Op het pad van de eenling wat werd gesymboliseerd door een ijsgebied moest Heracles het woeste varken verdoven. Ik ging door dit gebied, als een van de dynamieken, een van
de schakels, van de hydra-keten. Ik kwam toen tot een oerwoudsgebied waarin het ijsgebied overging, en hier leefden amazones, varkensfokkers, varkensjagers. Zij voerden dus jacht op het collectieve ego en maakten er gebruik van. Ze maakten gebruik van alle delen van het varken, voor tenten, wapens en andere doeleinden. Deze varkensfokkers waren het hogere collectief. Er was een spanning tussen de eenling en het hogere collectief. Op een bepaalde manier waren zij ook twistzuchtig, maar dat zal meer een beveiligingssysteem zijn. Ze waren ook rustig. In de grondteksten kwam ook Job als eenling tot deze amazones, de varkensfokkers, het hogere collectief. Het hogere collectief maakt dus nuttig gebruik van het lagere collectief. Gulzig brult het varken, briesend, woest. Het wil alsmaar meer. Alleen het pad van de eenling kan het doven. Het pad van de eenling leidt dus weg van het lagere collectief waar het varken een beeld van is, en leidt tot het hogere collectief, wat dus de varkensfokkers zijn, want het varken gaat niet zomaar weg. Het is het gif van de Hydra, de eeuwige wond. De mens moet het rangschikken en analyseren, zoeken naar overeenkomsten. De mens moet dus blijven worstelen met het varken. Hierin moet de mens geoefend raken. Het gif van de Hydra is het zaad van de slang, het zaad van de mens, het varken van het lagere collectieve ego waarin dus nog heel veel potentieel zit als het geanalyseerd en gerangschikt wordt. Waaraan offert de mens zijn zaad ? Aan de afgoden of aan het hogere collectief ? De mens mag daarom geen spelletjes spelen. In de onderwereld kwam Jezus tot de pneuma, het hogere collectief, als de wachter van de onderwereld, wat een latere versie was van het twaalfde werk van Heracles die tot de onderwereld ging, tot de godin om zo tot Cerberus te komen, de meerkoppige hond, de hellehond, de hyena, die de onderwereld bewaakte, als beeld van het hogere collectief in het onderbewustzijn, waartoe de mens komt in de slaap en in de dood van het ego. Zoals Jezus de pneuma mee naar boven nam om over de mensheid uit te storten als een leger tegen het universele ego, zo had Heracles ook Cerberus meegenomen voor dit doel. En de koning die hem dit had had opgedragen was in zo'n grote vrees toen Heracles terugkwam uit de onderwereld met Cerberus dat hij zich verborg in een pot. Cerberus spuwde een giftig gal uit wat ervoor zorgde dat er overal giftige planten groeiden. De natuur van de onderwereld kwam toen terug op aarde. Heracles had ook verschillenden vrijgezet die in de onderwereld gebonden zaten met slangentouwen aan de stoelen van de vergetelheid. Er is dus een bepaalde vijandschap tussen de eenling en het hogere collectief, want anders zou de eenling weer kunnen terugkeren tot het lagere collectief. Het hogere collectief overwint de eenling, brengt de eenling tot de heilige gevangenschap, als een eeuwige wond, opdat hij nooit meer zal terugkeren tot het lagere collectief. Het hogere collectief moet in de eenling het lagere en het individuele collectief overwinnen. Vandaar dus dat de amazones van het hogere collectief, de varkensfokkers verbonden aan het vierde werk van Heracles min of meer twistzuchtig zijn, oorlogszuchtig. Zij nemen geen risico's met de eenling. De natuurvrouwen van het hogere collectief zijn wapens, oorlogsprincipes, die zowel het collectieve als individuele ego als noodzaak moeten doden. Als je tot het wapen komt, dan sterf je eerst aan jezelf en aan het collectieve zelf. De varkensfokkende amazones van het hogere collectief hadden hele brede heupen, als een beeld dat de eenling niet over hen zou heersen. De patriarchie zou niet over hen heersen. De man zou niet over hen heersen. Ze namen geen risico's. De eenling is op het pad van de askesis, van vermindering en honger, opdat hij niet over het hogere collectief zou heersen, want dat zou hem fataal worden. De eenling moet minderen, het hogere collectief moet meerderen, als in principes. Ons collectief is geen grote mensenmassa die ons als de grote leider zien. Neen. Het hogere
collectief is een collectief van principes, van schakels. Hieraan sterft het ego. Vandaar dat Griekenland brandde, en het christendom wat daaruit voortkwam. Ik moest rennen voor mijn leven. Daarom had Abadjah een strijd met Edom, met Adam, wat zowel een beeld is van het hogere collectief als het lagere collectief. Adam moest sterven door de vrucht, maar kwam als eenling ook tot het hogere collectief. Adam staat niet alleen voor een persoon, maar is ook een volk, een amazone volk, de Zukki. Dit is ook het volk wat in de wildernis het volk Israel tot het land Nod neemt, het land van Kaïn. Amos had een strijd met het Noorden van Israel, als beeld van het sieraad en het verborgene. Al deze personen hadden op hun eigen wijze een gevecht met de Hydra, met twistzieke vrouwen, zowel met het hogere collectief als met het lagere collectief. Aan het touw kan de mens niet meer ontsnappen, maar de mens kan wel van de lagere gebondenheid tot de hogere gebondenheid gaan. Met Griekenland zal ook het Romeinenland branden, want net als het christendom is dat ook gebouwd op Grieks fundament. Vele jaren geleden had ik een droom dat Spanje heel groot was geworden, als een wildernis, en ook heel verlaten. Italië was totaal van de aardbodem weggeveegd, bestond niet meer of had nooit bestaan. In het negende werk komt Heracles tot de amazones, aangevoerd door hippolyte, oftewel hippolethe, het vergeten van het beest. Zij draagt de gordel van vergetelheid waardoor de mens los kan komen van het lagere collectieve geheugen van het ego, de banden met het verleden. Maar hij komt niet van de oorlog, de twist, af. Hij komt alleen tot de oorlog met het hogere collectief. Er moet een balans zijn tussen oorlog met het lagere en oorlog met het hogere. In alle nauwkeurigheid : hippo betekent paard, en dat heeft te maken met het vorige werk, het achtste werk waarin Heracles een groep vleesetende paarden moest terugbrengen. Ze hadden als meester Diomedes, die zijn gasten altijd als paardenvlees opdiende aan zijn monsterlijke paarden. Heracles wist uiteindelijk de paarden te pakken te krijgen, en bracht ze tijdelijk onder de hoede van een jongen, terwijl hij met Diomedes moest afrekenen. Toen hij terugkwam bleek het dat de paarden de jongen hadden verslonden. In woede voerde hij toen Diomedes aan de paarden, die hierna tam werden en door wilde beesten werden verslonden. In het negende werk kon Heracles eindelijk het achtste werk loslaten, want dat is wat hippolyte betekent, het loslaten van het paard. Wij ontkomen niet aan het beeld van de twistzieke vrouw. Dit beeld is zowel in het lagere collectief als in het hogere collectief. Het is een alarm en het kanaliseert. Het houdt de balanzen in de gaten. Zonder het beeld van de hogere twistzieke vrouw zou de mens afdwalen, geen restricties meer hebben, zou er geen hogere economie meer zijn, en valse genade zo binnenglippen om velen te misleiden. Heracles wist dus wat hij deed toen hij de appels van twist moest meenemen uit de tuin van de Hesperiden. Al met al zijn de hogere vormen hiervan de oorlogsgodinnen, oftewel de beveiligingsdynamieken. Waar zou de mens zonder dezen zijn ? De mens zou niet kunnen bestaan. Ik kwam dus tot de amazones van de varkensjacht. Ik had een droom dat de oerhieroglyphen van deze stammen en volkeren verborgen werden gehouden door robotische aliens van Noord-Korea en Pakistan. Ze konden deze hieroglyphen zo veranderen totdat het hun eigen systemen waren. De eerste hieroglyph van de amazone varkensjacht, wat dus een demonologische jacht is op het collectieve ego wat diep in de mens zelf ligt, is een natuurvrouw die gebogen staat en haar anus laat
zien. Laten we goed blijven beseffen dat dit metaforen zijn van diepe filosofische principes van de natuur, in dit geval van het hongerpad, want de anus betekent de verstoting en de vermindering. Hoofdstuk 27. Auschwitz en het verloren varken Dan leren ze je als klein kind te geloven in een oude man met een baard, want anders zul je voor eeuwig gemarteld worden in de hel. Je moet dit geloven en dat geloven, maar wat over het goedmaken van je fouten ? Wat over geen cement gieten in de botten van totaal hulpeloze kindjes die zichzelf niet kunnen verdedigen ? Wat over geen dieren opstapelen in een holocaust van slachtplaatsen om daar later diezelfde kinderen mee te vergiftigen en ze te fokken voor kankerpatient of hartpatient ? Auschwitz is onder ons, lieve mensen, en het leeft. Nee, Auschwitz is niet iets van verleden. Het werd overgekocht door je plaatselijke tandenbakker en door de slagerij om de hoek. Vele miljoenen dieren leven in de holocaust en geen kip die er om kraait. De mens leeft rustig door, eten, drinken, snoepen, plezier maken, filmpje kijken, feestje bouwen, en ga zo maar door. De mens leeft langs alles heen, ook langs Auschwitz. 'Ja, Auschwitz bestaat niet meer,' zeggen ze dan. En zo worden ze zelf gefokt voor Auschwitz, want als je zwijgt als je medeschepsel wordt onderdrukt, dan zul jij de volgende zijn die zal worden onderdrukt. Maar voor een mens telt de eeuwigheid niet. Door een vreemde ziekte in de hersenen draait bij de mens alles om het hier en nu. Graag een slokje op, eventjes in het spiegeltje kijken of de haartjes wel allemaal goed zitten, want wat zal de buurman of de buurvrouw zeggen als mijn stropdasje scheef staat. Ook dat even in orde maken. Oh help, een vlekje hier, een vlekje daar. Oh help, daar ligt een pluisje op de grond. Paniek, paniek. De mens heeft het er maar druk mee. Nog even wat cement pleuren in de bekken van de kinderen, en ze nog even bedreigen met hel en verdoemenis als ze niet in sinterklaas geloven, nog even snel een stukje ham, een stukje worst, gooi die bekken maar weer vol, zodat ze goede kankerpatienten zullen worden. Allemaal goed voor de medische industrie. Ja, want die moeten ook verdienen. Lekker allemaal troep verkopen wat toch niet werkt, en wat het alleen maar erger maakt, liefs ook psychisch, want dan kan de psychiater er ook aan sleutelen en z'n dikke boterham verdienen. Tjonge, wat is het leven toch mooi. Nou, een beetje plat praten, geen zorgen voor de dag van morgen. Lekker bourgondisch leven. Muziekje erbij, laag raam bij het toilet, kan iedereen het zien. Laten ze zich maar lekker ergeren. Goed voor de industrie.' De mens probeert alles goed te praten. Bij lieve ouders opgegroeid. Nee, in gevangenschap bij demonen van groot bedrog zul je bedoelen. 'Wat ? Ach nee, die bestaan niet. En Auschwitz is verleden tijd. De oorlog is over. Lang leve de lol. Pak een biertje, en zeur niet. Niet zeuren, maar zoepen. La la la la la. Wat is het leven toch mooi. Na mij de zondvloed. Kan mij het schelen. Ik leef nu. Het gaat om het nu. Wat later komt zal mij worst wezen. Dan ben ik er toch niet meer.'
Vandaag de dag gaat het niet zozeer alleen maar om het kruis te dragen, maar ook Auschwitz te dragen. Dat mag duidelijk zijn. Maar waarom drukt dit zo op de aarde ? Och, ziet u, de mens heeft geen zicht op het hogere. Het hogere valt van hoog naar beneden tot de mens, en dan is het inmiddels geheel verbogen. Hitler zei eens tot mij in een droom : 'Ik heb me vergist.' Hij had het allemaal verkeerd geinterpreteerd. Wat geestelijk was had geestelijk moeten blijven, maar hij had het verletterlijkt. Het superras vervolgde alle lagere rassen, met name de Joden. Dat was in hun ogen zo. Hij had alle filosofie van Nietzsche over de hogere mens lopen verdraaien. Maar wat drukt ? Er drukt nog wat achter Auschwitz en Dagau. Het zijn planeten. Het zijn systemen. Het laat de mens niet eten en niet wassen, en dat is iets geestelijk, want het ego heeft overgegeten en overgewassen. Het zijn amazone planeten die door allerlei gallactische lenzen heen verdraaid en verletterlijkt werden. Ineens stonden daar de nazi's, een heel vervormd beeld. Het is als naar de kermis gaan en alles door lachspiegels te zien, alhoewel het niets om te lachen was. Het was om te huilen. Oorspronkelijk waren er hele hoge filosofische principes, waar Nietzsche en Darwin het ook over hadden, over het lagere massa ego wat moest sterven, en over hoe de natuur de mensheid zou overweldigen. Nietzsche waarschuwde al voor het Duitse gevaar, en alles wat hij profeteerde is uitgekomen. Wat zie je dan oorspronkelijk staan, voordat het hele filosofische idee finaal verknald werd door idioten ? Je ziet een weelderige natuur op die planeten, grote planeten, waar de aarde vele malen in kan. Het zijn grotendeels natuurplaneten met veel oerwoud. Er zijn daar de grote natuurvrouwen, veel groter dan mannen. Ze zijn deels of geheel naakt, met grote borsten, niet als lustobject, maar ze dragen een melk, een zaad. Wie het in z'n stomme hoofd durft te halen om zomaar naar die natuurvrouwen te kijken komt om. Je kunt er niet zomaar naar kijken. Als je bijvoorbeeld leest over dat wezen wat Mozes tegenkwam op de berg, waar hij niet naar mocht kijken, anders zou hij sterven, dan gaat het over deze buitenaardse wezens, natuurvrouwen. Wel mocht hij hen van achteren zien. (Ex. 33) Oorspronkelijk was het een varkensjacht, op het lagere collectieve ego. Ik heb de grote varkensfokkerijen gezien, maar de lagere aardse matrix verdraaide het tot de Jodenvervolging, en daarna tot letterlijke varkensfokkerijen waarin het tafelschuimende collectieve ego zich te buiten gaat, en dat verviel allemaal ook tot de medische inquisities wat in principe allemaal hetzelfde is. Een dokter aan de operatie tafel voor geld is gewoon een wolf die zijn prooi bespringt. Wanneer gaat de mens dat eens in de gaten krijgen dat zorg geen markt is ? Ze cementeren de botten van de mens totdat het zenuwstelsel helemaal verstikt is, want door botten lopen allemaal zenuwen. Het is als een leeuw die zijn prooi smoort. En zo blijven de concentratie kampen van Auschwitz. Maar de natuurvrouwen zullen terugkomen. Je kan er niet naar kijken, want dan sterf je. Zij die al helemaal paranoide in deze wereld zijn zijn met recht paranoide om hun levens te redden, want je kunt de amazones niet zien en leven. De natuurvrouwen lachen om ghetto mannen die naar vrouwen kijken zomaar als lustobjecten en niet eens zien voor wat voor hoge principes de natuurvrouwen staan. Ze slaan dan breed lachend met gouden tanden op de billen van die vrouwen, alsof het vee is. Met afgezakte broeken staan ze erbij als malloten, en denken dat ze iets voorstellen en dat ze het goud van Eldorado hebben gevonden, maar ze hebben het goud der dommen gevonden. Ze hebben een of ander dom taaltje uitgevonden, een soort plat Amerikaans, wat ze gebruiken om in hun vrouwenvee te onderhandelen, wat ze rap noemen, als de doortrapte, uitgekookte, smiechterige taal van
vrouwenvee boeren. Ze weten niet waar ze mee bezig zijn. Je kunt niet zo met vrouwen omgaan en leven. De natuurvrouwen zullen daarom terugkomen. Er zijn varkens van het ego uit Auschwitz ontsnapt. Ze gingen tot de aarde en verkleedden zich als nazi's, en toen als tandenbakkers, dokters, en slagers. Maar de amazones zoeken naar het verloren varken. Hoofdstuk 28. Sobibor - de heilige graal van de tweede wereldoorlog Kinderen zijn puur natuur, en het moet puur natuur blijven, maar al van jongs af aan worden hun kindergebitjes zonder pardon geasfalteerd door natuurverwoesters. Sobibor is de heilige graal van de concentratie kampen en de tweede wereld oorlog, vanwege de grootste gevangenen-opstand en ontsnapping, wat een groot lek was in het nazi bewind en wat indirect heeft geleid tot de val van het nazi rijk. Deze opstand en ontsnapping gebeurde in 1943, een belangrijk jaar. Dan zeggen ze : 'Oh, de oorlog, ja, dat was lang geleden, eindigde in 1945. Nu zijn we vrij,' maar lieve mensen : tijd bestaat niet. De mens beveiligt zichzelf door de illusie van tijd, maar het is een leugen van de matrix, een truuk. Tijd is slechts wat ruimte, wat muren, maar dit beest ademt nog steeds in onze nek, en is dichtbij. Het stalkt. Oorspronkelijk zijn die concentratie kampen vervormingen van grote woeste natuurplaneten ergens in het heelal, zoals ook Sobibor. Wat zouden er voor middeltjes zijn gevonden in die grote natuur van de planeet Sobibor ? Er zijn daar amazones die je niet zomaar kunt bekijken en met je vingers naar kan wijzen, want die wezens worden ook in Exodus 33 besproken, en in de Medusa mythologie, en als je er naar keek, dan stierf je. Perseus kon alleen naar dit soort wezens kijken door een spiegel, oftewel door de vervormingen. Vandaar dat deze vervormingen van deze planeten om ons heen zijn, want anders zouden we sterven. Het zijn amazones met brede heupen en brede borsten, veel groter dan mannen. Het zijn natuur principes van het woeste oerwoud. Het zijn varkensjagers, jagers op het lagere collectieve ego. Ook als we het hebben over andere grote concentratie kampen zoals Belzec, Treblinka, Majdanek,
Chelmno, Dagau, Bergen-Belsen, Buchenwald en Mauthausen, dan zijn dat oorspronkelijk woeste natuur planeten met veel oerwouden. Het verloren varken ging ermee op de loop en verkocht het op de aarde. Dit geheimenis kwam tot Duitsland, wat nazi Duitsland werd, waar Nietzsche nog zo voor gewaarschuwd had. De amazones rijden op hun hoge, getemde varkens, woeste beesten, maar wee hen die jong zijn en het mysterie niet begrijpen. Ze vallen ten prooi aan de verloren varkens van het lagere collectieve ego, of ze proberen de varkens te berijden en worden er uiteindelijk door verscheurd, zoals we dit ook in Openbaring zien dat aan het einde van het ritje het beest zijn ruiter verscheurd. Oorspronkelijk waren het dus godinnen, natuurgodinnen, en zo kan elke pelgrim komen tot Treblinka om haar te vragen hem te leiden tot Sobibor. Het Duitse kruis is iets wat we moeten dragen. Dat is niet zoiets als : 'Niet zeuren, gewoon kruis dragen,' want het kruis verscheurt, het kruis doodt, en we weten allemaal dat het lijden de mens krankzinnig kan maken. Maar er is hoop voor de mens die het kruis ondanks dat blijft dragen om zo tot de dieptes van de godin te komen. Het Duitse kruis is een mysterie, en de mens ontkomt er niet aan. Het is niet iets van het verleden. Het staat recht voor ons, klaar om ons in te wijden. Als er een stuk woeste natuur is, dan zijn ook direct de goudmijners en de asfalteerders er als de kippen bij. Dat is dan ook direct wat het kruis is, maar de natuur zal haar overweldigen en tot diepte strekken. Hoofdstuk 29. De tweede wereld oorlog nu Nee, de tweede wereld oorlog is nog niet voorbij. Wij blijven dit zeggen. De mens zit nog steeds in het concentratie kamp. Die kampen werden gewoon overgekocht door de industrie van medische asfalteerders. Alle natuur moest kapot, bedekt worden. De kampen werden overgekocht door goudzoekers, de zoekers van Eldorado, maar het goud wat ze grepen was onder een vloek. Toen ze naar Sobibor, de heilige graal van de concentratie kampen, grepen, toen versteenden ze of smolten weg.
Wanneer een hond blaft, dan is het energie en schakels van de verloren kernen van Orion, van de natuur planeten. Honden zijn dus Orion-schakels. De tweede hieroglyph van de varkensjacht is een varken in de sneeuw, wat ook weer terugkomt in het vierde werk van Heracles. Het is een beeld dat het varken van het collectieve ego alleen maar overwonnen kan worden op het pad van de eenling, van de eenzame. De derde hieroglyph is een groep varkens in sneeuw gebied. Dit houdt in dat we op het pad van de eenling steeds meer oog gaan krijgen voor de systemen waarin het collectief werkt. Een collectief is altijd weer onderdeel van een ander collectief. De demonologie zal uiteindelijk de oorlog winnen, omdat de demonologie de juiste principes heeft. Alles wat buiten de demonologie valt zal wegvagen. De enige veilige kennis is de demonologie. De kerk wil de demonologie niet kennen, want de kerk is zelf demonisch. Ga je je aardse zintuigen geloven die zeggen dat het oordeel nog niet is gekomen ? De hele wereld brandt al. Het gaat om de geestelijke zintuigen. In welke realiteit werk je ? Natuurlijk werken we zowel onder als boven de schelp, anders zouden we in prosperity toestanden terecht komen van 'alles is al goed, waar maak je je zorgen om.' Er moet dus balans zijn. 'Een beetje van dit en een beetje van dat, een beetje van zus en een beetje zo. Een beetje van hier en een beetje van daar, dan is het weer piekfijn voor mekaar,' zegt een oud liedje, wat natuurlijk een waarheid als een koe is. We mogen niet al te erge doemdenkers zijn, maar ook niet al te erge goeddenkers. De demonologie is het pad in het midden, het pad van Aristoteles. De eenling gaat juist nergens helemaal in een groep op, maar leeft met een beetje van dit en een beetje van dat, van zus en zo en hier en daar. Als Heracles heeft de eenling soms zware gevechten met zware machten, maar dat is uiteindelijk de weg tot de overwinning. Zonder strijd geen overwinning, ook zonder lijden zal er geen winst zijn. Het pad van de eenling is dat van bloed, zweet en tranen, maar het is gemengd met zaad. En wie zaait zal oogsten. Het grote gat in de kern van Orion, waar eerst de nu verloren kernen waren, leven nu twee monsters, Mult en Maalt. Zij hebben geen wortels, dus alles wat ze zijn en doen wijkt van de wortel af. Dat is de wereld waarin we leven. Je kunt het om je heen zien, daarom moet de mens op het pad van Heracles, in worsteling met deze geesten, op zoek naar de verloren kernen van Orion. Mult en Maalt zijn geesten die snel pensioeneren. Ze willen de woeste wildernis niet waar het oermedicinale groeit. Daarom asfalteren ze de wildernis, maar hierin komen ze niet ver. Wel sluiten ze vele zielen in hun gebied op, en asfalteren hen ook. En zo loopt iedereen in die wereld rond met geasfalteerde bekken en ze vinden het allemaal heel normaal, want de leiders zeggen dat het goed is, en die zitten al lang in het vak, 'die hebben ervoor gestudeerd (om zielen te mollen en ze toch nog de illusie te geven dat het goed voor ze is). Met boerse deftigheid praten ze de holocaust schoon. En zo krijg je al die meisjes die al op jonge leeftijd de gekleurde oma sokken aantrekken en regelmien gaan spelen. Mult en Maalt vinden het heerlijk, lekker kannibaals leven. Of het lekker is is de maatstaf, niet of het goed voor je is, maar zij bepalen immers wat goed voor de mens is, denken ze. Nee, met dronkelappen kun je niet praten, want die zijn niet voor reden vatbaar. Daarom is het demonologisch pad een pad van strategie, een pad van de eenling, die soms wijselijk zijn mond
houdt. Ook hierin begaat de eenling het middenpad. Mult en Maalt wijken dus van de wortel af, dus je zult ze geen zinnig woord horen zeggen. Alles wat ze zeggen is nonsense, drogredenen. Daar hebben ze hun markt voor. Je kunt het niet weerleggen, want ze zijn er niet vatbaar voor. Ze werken niet door rede, maar gewoon wat zij lekker vinden. Al is dat dood en verderf, al is dat de kanker zelf. Het is de zout matrix waarin de mens leeft door dwang neuroses en niet meer de demonologie. Ze zitten muurvast en kunnen geen kant op. Nog steeds blaffen de honden, om terug te wijzen op de verloren schakels. Ze zullen blijven blaffen totdat de verloren kernen terug zijn in Orion. Dat is iets wat in het hart moet gebeuren. Het hart is een miniatuurtje, een microcosmos, van Orion. De wereld is een kannibalenketel. Ontmande mannen worden met ontvrouwde vrouwen die vervroegd zijn gepensioneerd met gekleurde nagellak en al door elkaar gemengd in deze ketel om de soep op smaak te brengen. Hup, oma knotjes in het haar om de weerstand te verbreken, alles doen wat de leider zegt, ja en amen zeggen, laat je kleuren maar zien, alles open en bloot op tafel, dikke stinkende lippenstift op, de kus van de kannibaal, en dan maar parasiteren. Heel zoetjes laden ze zich aan elkaar op, om weer door te gaan met hun schoothondse gehoorzaamheid. Keffen tegen een ieder die een woord van ontwaking durft uit te spreken, wordt allemaal weggegaapt. En dat goedje moet dan gedronken worden. De kinderen hebben geen keus, en volwassenen weten niet beter. Hevig in paniek als iemand ergens een spelfout maakt. Het is een karikatuur. Lekker altijd een zoute smaak in je mond, want zout is wat de voedsel-industrie draaiende houdt, en zo ook de medische industrie, en zo ook vele andere soortgelijke industrieën. Daarom : terug naar de Orion kernen, terug tot de wortels. Demonologen zijn boeienkoningen, leeuwentemmers, alligator worstelaars. Demonen zijn schaakstukken die maar één kunstje kunnen, één sprongetje, en vaak ontbreken er allerlei vakjes op hun speelborden. Het zijn plakmienen en regelmienen die overal aan het goede zich vasthechten om het uit te zuigen, totaal. Ze hebben totaal geen substantie, en leuteren gewoon met de massa's mee. Ze hebben niets zinnigs te zeggen. Het is allemaal doelloos en nutteloos, en ze geloven er heilig in. Ze komen dertien in een dozijn. De demonoloog kent ook alle uitzonderingen op de regel. Het is gecompliceerder dan wiskunde. Als wiskunde, het vak van de dommen, al zo gecompliceerd is, dan hoeveel te meer de demonologie. Zij die niet studeren en niet willen studeren zijn totaal kansloos wanneer het aankomt op de demonologie. Voor een demonoloog ligt er altijd een groot gevaar van vals medelijden. Dat kan fataal zijn in de oorlog, want de tegenstander probeert dit vals medelijden op te wekken, zodat de tegenstander vrijuit kan gaan en niet het oordeel krijgt wat het nodig heeft. Dat zou een groot lek zijn in de demonologie, zoals ook het Eeuwig Evangelie ons daar ernstig tegen waarschuwt : Het lam van Baccus
1. En de Heere bracht Baccus tot een grote oven en brak de voeten van Baccus. En de wijnen des hemels begonnen de heiligen toe te rusten tot de laatsten der dagen. En zij droegen de wonden van de tweede Christus en de tweede profeten in hun voeten. 2. En de Heere sprak : Wee hen die op de aarde en in de hel wonen, want de tweekoppigen zijn tot hen gezonden. En ik zag een tweekoppige arend een lam verscheuren. Dit dan was een vals lam die zij vereerden. 3. En het lam gaf licht om de tweekoppige arend te verblinden. Toen zag ik een tweekoppige haai komen die het licht van het lam opslokte. Maar het verscheurde lam begon grote woorden tot de hemelen te richten, en grote beroerten kwamen tot de profeten en hun geslachten. 4. En zij vielen als in zwijm op de grond, en velen begonnen zich tegen de Heere te keren. Dit dan is de afval der profeten. 5. En het lam dan zocht troost bij Baccus, maar het vuur van de grote oven had hem verteerd, maar het lam wist dit niet. 6. En toen dan het lam bij de resten van Baccus aankwam, weende het voor zessenveertig dagen. 7. En vele heiligen kregen medelijden met het lam, ook enkelen die van de Heere waren. 8. Maar de toorn des Heeren ontbrandde tegen het lam en hen die medelijden hadden, en de grote oven verzengde hen allen. En grote angst viel op de rest van de profeten, en zij waren ziek voor enige tijd en kregen visioenen. (de nieuwe Openbaring III, hoofdstuk 2) Door vals medelijden krijgt de vijand een vrijkaartje om het volk nog steeds zwaar te martelen, psychisch, lichamelijk, mentaal en emotioneel. Het is dus een zwaar misdrijf in de demonologie, een verzuim van het wachterschap. De ramp is dan niet te overzien. Hier gaan zware, hele zware oordelen over komen. Laat het daarom ons gebed wezen voor dit valse medelijden bespaard te blijven. De strijd tegen demonen is niet makkelijk, daarom gaan velen met vervroegd pensioen en bouwen hun eigen fantasie wereldje waarin zij die door blijven studeren de zak krijgen. De muren tegen dit soort demonen moeten gebouwd worden, en dat gaat door de literatuur. Het zijn literaire muren. De mens moet zich nog meer afzonderen om aan dit soort demonen te ontkomen. Alleen dan is er namelijk ruimte voor deze muren. Als alles te dicht op elkaar blijft liggen, dan kunnen de muren niet komen. Vandaar dat het eenlingen pad van Heracles ook door het ijs ging. Alleen in ijs kon hij het erymanthische zwijn uitdoven. Het zijn bepaalde demonische zenuwpaden in de mens die gedoofd moeten worden. Dit was het vierde werk van Heracles. Het werk daarvoor, het derde werk, was het vangen van de Kerinitische hinde. Hij wilde het dier niet doden of verwonden, dus daarom duurde het heel lang, wel een jaar. De hinde stond erom bekend ongrijpbaar te zijn, sneller dan pijlen, dus het was voor Heracles ook onmogelijk pijlen te gebruiken. Pas na een jaar werd het dier eindelijk moe en dorstig en toen het dier dronk van een rivier ving Heracles het met een net. Dit is ook een beeld van de demonologie dat de demonoloog in eerst plaats nooit zomaar als een roekeloze te werk gaat, maar met voorzichtigheid en intelligentie, met vindingrijkheid. De demonoloog is niet geweldsziek zoals vele woeste varkensdemonen die alles kapot maken om een vlieg te vangen. De demonoloog mag dus ook niet overmatig oordelen, nooit meer wapens en middelen gebruiken dan nodig. Als dat betekent dat de demonoloog er dan langer voor moet werken, zoals Heracles in het derde werk : so be it. De demonoloog moet voorbeeldig blijven qua schranderheid. De demonoloog werkt altijd door precisie. Het is geen woeste barbaar die niet voor rede vatbaar is. Het is geen dronkelap. Ken de slaaptijden van de demoon, ken de drinktijden van de
demoon, en je zult veel verder komen, en neem alleen het nodige, zoals David slechts een klein stukje afsneed van de mantel van zijn vijand Saul toen hij sliep in een spelonk. De demonologie mag zelf geen gulzig, allesverwoestend zwijn zijn. De demonoloog is vindingrijk en creatief. Dat moet ook wel, want er zijn veel valstrikken van fundamentalisme. Hoofdstuk 30. Creative Energy Life Ik kies ervoor om creatief te zijn. Creatieve energie is leven. Creatieve energie is overal om ons heen. Niemand hoeft bij de pakken neer te zitten. Het leven is niet de buitenkant, maar de binnenkant. Met beide kanten kun je creatief omgaan, ook al voel je je opgesloten tussen binnen en buiten. Wees nooit zoals de ander, want dan verlies je je creatieve energie. Anderen kunnen je inspireren, maar wees nooit een volledige kopie. Wees niet iemand waarvan er dertien in een dozijn gaan. We willen niet meer van hetzelfde. Wees uniek. Bouw je eigen wereld. De ander kan het niet voor je doen, want dan zou je je eigen identiteit en creativiteit verliezen. Zonder je af van de massa's, en start je project. Nu zul je zien dat het onmogelijk is om je van de massa's af te zonderen. We zitten vast in de massa's. Maar zie het zo dat we allemaal in een trein zitten. We komen elkaar tegen op de stations, en we kunnen door elkaar geinspireerd worden, tot nieuwe dingen. Er valt altijd weer wat te leren. Iedereen is uniek. De massa's bestaan niet. Er zijn teveel verschillen, en die zullen alleen maar groter worden. Hetzelfde is een illusie. Er zijn altijd verschillen voor de opmerkzame. Het is niet ons tegen de massa's, want de massa's zijn er niet. Alles hangt als los zand aan elkaar. Er is geen eenheid. Iedereen leeft in zijn eigen wereld, heel ver, oneindig ver, van de ander verwijderd. Er is geeneens communicatie mogelijk. Het zijn processen in de mens zelf. De mens is een creatief wezen.
De mens pikt dingen op, heel vaag, en maakt er iets van. De mens vult de hiaten op. De mens is een creatief wezen. Creative energy life is voor de mens weggelegd. De natuur is creatief. Er is een natuur aan de buitenkant, maar ook een natuur aan de binnenkant. Er is een zichtbare natuur en een onzichtbare natuur. Alleen door creative energy life gaat de mens het zien. Vul de gaten op met jouw creatieve energie. Ook al lijkt het op klei of modder in het begin. Blijf er creatief mee omgaan. Creatieve energie zoekt altijd weer naar verbeteringen. Hoe kun je dingen creatief maken. Als je er creatieve energie instopt, zal er ook creatieve energie uitkomen. Laat niets creatief onaangeroerd. Ga er creatief mee om. Stop er creatieve energie in, en je kan er later zoveel creatieve energie weer uithalen. Laat niets je stoppen, laat niets je tegenhouden. Ga er creatief mee om. Boor creatieve bronnen aan, en leef door creative energy life. Er is iets beters dan economie. Het is creative energy life. Hoofdstuk 31. De man erger dan Hitler - Josef Mengele - Fuhrer van de medi-nazi's De mens is nog steeds omringd door de jaren van de tweede wereldoorlog, 1940 tot en met 1945. De mens is er nog nooit uitgekomen. Je kunt heel systematisch in je eigen leven die lijnen zien als je daarin onderzoek doet. In 1940 werd Nederland op 10 mei aangevallen door de Duitsers, en op 14 mei werd Rotterdam gebombardeerd. Er werd gedreigd dat als het Nederlandse verzet niet zou stoppen, dan zouden ook andere grote steden gebombardeerd worden, te beginnen met Utrecht. Nederland mocht zich dus niet verdedigen. Dat werd al bij de overname van Rotterdam op het hart van het Nederlandse verzet gedrukt. Toen rond de aanvang van mijn relatie met een zeer twistzieke levenspartner voor meer dan vijf jaar, begon die zomaar ineens Rotterdams te spreken, en men mag
zich afvragen waarom. Dat was dus vlak voor de momenten waarop we een relatie kregen. Ik vond dat als jonge jongen al heel erg vreemd en het is me altijd bijgebleven. Ik heb me altijd afgevraagd wat het was. Mijn levenspartner was verder Surinaams en Amsterdams. Aan het einde van onze relatie begon ze steeds meer Brabants te spreken, met zachte g. Nu is het zo dat na Rotterdam het Brabantse gebied door de Duitsers werd ingenomen. Generaal Winkelman riep op om de wapens neer te leggen, anders zou er teveel bloedvergiet zijn, maar Middelburg verzette zich nog, dus na het bombardement op Rotterdam werd Middelburg ook nog eens gebombardeerd op 17 mei wat uiteindelijk ook tot de overname van Zeeland leidde door de Duitsers. Verdediging mocht dus niet. Vandaag de dag mag verbale verdediging niet. Je mag niet voor jezelf opkomen. In de medische industrie wordt er over de mens beslist, zoals vroeger de nazi's over Nederland beslisten, en als je een relatie met een twistziek iemand hebt, vergeet dan ook maar je eigen identiteit en verbale zelfverdediging. Wat je dan ook zegt en bedoelt wordt omgedraaid en tegen je gebruikt, en ook dat mag je niet rechtzetten. Natuurlijk zijn hierin een heleboel gradaties, en is elke relatie weer anders. Maar ook als we kijken naar de machtsstructuren hier in Nederland, dan worden nog veel dingen van hogere hand opgelegd, en daar moet je je maar aan houden. We leven daarom nog steeds in de jaren 1940-1945. De mens is een slaaf van een 'hoger' orgaan. Vele mensen willen van hun vullingen af, zoals de gevaarlijke amalgaam vullingen met één van de giftigste stoffen die bestaan erin : kwik. En daarvan zit 50% in een amalgaam vulling. De getuigenissen van mensen met persoonlijke ervaring ermee vliegen je om de oren, maar er is jarenlang niets mee gedaan. Nu is er dan wel een gedeeltelijk verbod gekomen op amalgaam vullingen door de EU, maar we zijn er nog niet, en de 'great whites' hebben nog steeds vrij spel. Vaak komen mensen niet van hun amalgaam kiezen af, en worden ze gedwongen witten te nemen, wat voor sommige mensen nog wel erger is, omdat die niet de dichtheid hebben van amalgaam vullingen, en dan kom je in een fuik terecht, ook omdat telkens als ze weer boren de vulling steeds dieper komt, en dus dichter bij de zenuw, wat immense problemen kan veroorzaken. Dat is allemaal weer zakken vullen geblazen voor de medische industrie, en geld is nooit een getrouwe raadsheer. Holistische tandartsen hebben er ook over geklaagd dat er zo weinig tandartsen en kaakchirurgen meewerken aan de problematiek van vullingen, en één holistische tandarts zei eens tegen mij dat het slagers waren. Ik heb zelf al na het tweede jaar atheneum-VWO ontzettende last gekregen van hoofdpijnen die komen en gaan, telkens druk op je hoofd, en dat liep vervolgens ook op tot steeds erger wordende vermoeidheid. Ik ben altijd een sporter geweest. Mijn vader was namelijk sportleraar, en ik en mijn broertje konden bijvoorbeeld met ons tweeen het winnen van hele klassenteams met basketbal. Maar met karate heb je bijvoorbeeld volle controle nodig over beide armen anders wordt het een probleem, en ik merkte dat ik geen volledige controle had over mijn linkerarm. Daar werd ook weleens wat over gezegd door mijn karate leraar, dat ik mijn eigen kracht niet kende, dat ik moest leren mijn linker arm te stoppen op het juiste moment. Al met al had ik zelfs als zwarte bander dit kleine probleem, vandaar dat ik altijd oppaste met mijn linker arm, en het meer van mijn andere arm en mijn benen moest hebben. Toen mijn amalgaam kiezen werden verwijderd had ik direct volle 100% controle over mijn linker arm, hoofdpijn was weg, en ook van mijn vermoeidheid was ik af. Ik was zo kwaad. Dat was nog niet eens het enige, maar dit zijn nog maar slechts voorbeelden van wat die kanker-vullingen met mensen doen, en het was allemaal gedwongen. Ik heb er zo vaak over geklaagd, maar werd in het begin door niemand geholpen, totdat ik uiteindelijk de juiste mensen vond. Ik had weerhaken aan de wortels ergens, en het werd tegengehouden door een verstandskies die nog niet eens was doorgekomen, dus ik moest naar de kaakchirurg en dan begint weer het hele liedje van kaakchirurgen die je willen dwingen met die
krengen te blijven lopen. Uiteindelijk toch bij de juiste kaakchirurg terechtgekomen die ik nog van vroeger kende. De holistische tandarts vroeg me zelfs nog welke kaakchirurg het was, want dan kon hij mensen naar de juiste doorverwijzen als dat nodig zou zijn. Hij was er namelijk ook ziek van dat er telkens niet door deze nazi's werd meegewerkt. Het mag dan ook niet vreemd heten dat op een nacht ik een droom had waarin ik werd bezocht door twee mannen in het wit die zeiden dat tandheelkundig Nederland verdoemd was. Ze hebben vele doden op hun geweten. En dat is nog maar het tipje van de ijsberg. Voor veel mensen is het een martelgang om van die dingen af te komen, en hun gezondheid gaat in die tussentijd steeds verder achteruit, zodat velen niet eens de fut meer hebben om te strijden. Daarom is dit een hele zorgelijke en kritieke situatie. En vandaar dat wij door blijven strijden tegen dit grote kwaad. Pas als mensen erachter komen hoe diep ze in de problemen door die dingen zijn geraakt kan het al te laat zijn. Vandaar dat te voorkomen beter is dan te genezen. Velen kunnen het niet navertellen. Vaak weten de mensen niet eens dat hun problemen door de vullingen komen. Zo was er eens een vrouw waarbij verschillende amalgaam kiezen getrokken moesten worden, en ze kwam zomaar ineens uit haar rolstoel. Ikzelf heb ook een lange lijst aan verbeteringen, want ik voelde ineens mijn bloed weer stromen en kon weer beter ademhalen. Artsen proberen dat altijd op andere dingen te schuiven, nooit de vullingen. Nee, want die zijn heilig. Er kan niks mis zijn met het zwaar heilige materiaal wat de tandarts ervoor heeft gebruikt. En zo is dat ook vaak zo met medicijnen. Het is altijd maar weer de schuld van de patient, en vaak is het inbeelding in hun ogen. Het is een complot. Ik haat het om over deze dingen te spreken, maar ik moet. Ik weet waar ik tegen strijd. Nederland gaat plat als er niks tegen gedaan wordt. Dus : nog steeds zitten we in de jaren 1940-1945. Laat je niet voor de gek houden. De fuhrer van de betaalde medische industrie is Josef Mengele, de gestoorde nazi-dokter van Auschwitz. Wat hij zijn patienten, lees : proefpersonen, aandeed, is hetzelfde als wat de hedendaagse orale nazi industrie de mensheid aandoet, met veel betutteling en schoonpraterij. Nog steeds wordt hij op handen gedragen en zeggen ze : 'heil mengele !' Je mag niet voor jezelf opkomen. Als je wat aan te merken hebt op hun heilige vullingen dan zijn ze beledigd. Ze gaan je echt geen beterschap wensen. Ze zetten je zo hun praktijk uit, want daar hebben ze allemaal geen tijd voor. Wel hebben ze de tijd genomen om je mond totaal te mollen met die krengen die ze in je botten spuiten. Er is geen nazorg. Daar zijn ze niet voor. Als je problemen hebt dan verwijzen ze je door van het kastje naar de muur. Of ze halen de hele troep eruit en boren nog even wat meer en ook dieper, en spuiten dan dezelfde troep erin of iets anders, met alle gevolgen ervan. Allemaal goed voor de medische industrie. Er mag geen verzet zijn, want dan wordt ook Utrecht gebombardeerd, en andere grote steden. We leven nog steeds onder de dreiging van 1940. Ze nemen geheel als orale kolonisten het menselijk lichaam in, en hun vullingen zijn de slavenketens. Ieder mens die nog in het verzet zit is voor ons waardevol. Tegenspraak wordt dus niet geduld. Niet blaffen naar het baasje. Maar de honden zullen blaffen totdat dit probleem is opgelost. De honden zullen losbreken en hun baasjes en hun ruiters verslinden. Het beest zal de hoer van de markt verscheuren. Zo is het altijd geweest. Zo zal het altijd zijn. Dat staat in de profetieën opgetekend, en gaat telkens weer in vervulling. 1941 was het jaar van de Jodenster wat iedere Jood verplicht moest dragen in Duitsland. Voor Nederland was dit 1942. Vandaag de dag komt dit nog terug als de etiketjes die mensen als een vooroordeel op elkaar plakken en om elkaar te kleineren. In de medische industrie wordt er nog veelvuldig gebruik gemaakt van etiketjes. Niemand doet echt moeite om de ander te leren kennen
en om dingen te onderzoeken op waarheid. Niemand doet echt moeite om nuances te maken, want dat kost weer tijd, en tijd is geld. Hebben ze geen tijd voor. Het is een fabriek geworden. Alles moet snel snel, want de roddel industrie moet ook z'n brood verdienen. 1941 en 1942 zijn nog steeds onder ons. We staan er nog steeds tot onze nekken in. Velen verzuipen in dit moeras. Dit proces komt ook weer terug in het christendom die alles wat niet christen is voor eeuwig naar de hel, een nooiteindigend concentratiekamp in het hiernamaals, wil schoppen. Zij delen hier ook hun etiketjes voor uit, maar het blijft vaak bij dreigen. Het zijn relionalen, in de zin dat het alleen maar om hun eigen religie draait en de rest kan de zak krijgen. Het staat gelijk aan kortzichtigheid, en is slechts een taalkundig probleem, want de talenkunde kennen ze niet en willen ze ook niet kennen. Tegenovergesteld aan het relionale (vgl. nationale) staat het interrelionale. 1940 kwam door allerlei buitenaardse lenzen heel verkeerd door in de stad. Oorspronkelijk was 1940, dit zwaar beladen jaar, de geboorte in de woeste natuur. 1940, het geboortejaar. 10 mei vielen de nazi's Nederland binnen, 13 mei vluchtte de Nederlandse regering naar Engeland, en 15 mei gaf Nederland zich over. Dit vond plaats in Rijsoord, gemeente Ridderkerk in ZuidHolland. Generaal Winkelman tekende in een schoolgebouw voor de overgave. Het is een verdraaid plaatje wat oorspronkelijk uit de natuur kwam. De mens werd verkeerd geprogrammeerd en moet terug naar de natuur. De mens moet met dit plaatje klaarkomen, want hierop is het gehele medische rijk gebouwd, en dit zal instorten als de mens teruggaat naar het natuurplaatje. 1940, het geboortejaar. Rotterdam werd op 14 mei gebombardeerd, ontwricht. Rotterdam is het beeld van de internationale handelshaven. De buitenlandse contacten werden zo afgesneden. Oorspronkelijk waren dit semiotische boodschappen vanuit de natuur die voor oerfundamenten staan, maar die kwamen verkeerd en verdraaid door de lenzen van de stad heen. De mens moet leren van het kruis. In de natuur moet de mens komen tot het eenlingprincipe, loskomen van valse contacten met de massa's. Deze dingen gebeurden niet voor niets. Het waren verdraaide reflecties van iets diepers, van iets in de natuur. Alleen als de mens dit gaat zien kunnen de wonden van de tweede wereld oorlog, en van het medische rijk wat daaruit voortkwam, in de mens gaan herstellen. Het gaat dus om een groot project van semiotisch diepte onderzoek. De mens moet weer contact maken met de natuur. De nazi moet vallen voor de amazone. De nazi was een schaduw, het negatief van een natuur foto. De foto moest nog ontwikkeld worden. De christenen gebruiken dit nazi plaatje ook. Alle niet-christenen worden per schip of trein met etiket getransporteerd naar het eeuwige concentratie kamp genaamd de hel. Het is nog wel erger dan de nazi's, met het verschil dat het vaak alleen maar bij dreigen blijft. Het eeuwige concentratie kamp van de christenen is nog wel duivelser dan Auschwitz, maar het verschil is dat het puur fictief is. Maar het dreigen heeft zware psychische wonden in de mens geslagen. Het is niet niks om als kind met dit dreigende zwaard boven je hoofd op te groeien. Zo zag mijn leven eruit, als het zwaard van damocles wat aan een draadje boven je hoofd hangt. Oh, als er maar geen wind komt. Ik was vroeger als kind ook al enorm bang voor wind, voor storm voornamelijk. Aan de andere kant hebben we soms stormen nodig om dit zwaard van ons weg te blazen. Ook was ik bang voor 'pret', d.w.z. het veel te luide muziekkorps en andere wilde toestanden van hedonistische clowns die feest vierden terwijl er niets te vieren viel, en de kleine kinderen werd het niet uitgelegd. Dat werd dan
'pret maken' genoemd. Ik was wat dat aangaat al shamanistisch gewaarschuwd tegen toronto toestanden, als klein kind al. Als klein kind voel je dat aan, dat er iets goed fout zit. En dan gillend naar de tandarts moeten. Het klopte niet. Ik wist het. Het voelde als dood gaan, vergiftigd worden, als een vee-etikettering. Je werd gebrandmerkt voor het leven. Nederland kreeg dus een Duits bestuur, geleid door de rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Hij werd hiervoor ingehuldigd in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag, door de Duitse wehrmacht generalen (krijgsmacht). Zo kreeg Nederland een Duitse regering. Hij was een gematigde nazi die later onder druk werd gezet. Een heleboel mensen kwamen vast te zitten in het systeem en werden overweldigd en raakten bezeten door demonen. Hun levens werden gedicteerd door deze demonen. Ook het Duitse volk leefde in grote slavernij, en werden vaak gestuurd door waanzinnige angst. Er kan dus alleen heel genuanceerd mee omgegaan worden. Er mogen geen vooroordelen zijn. Alleen shamanistische demonologen kunnen dit probleem oplossen. De eerste paar dagen, van 20-29 mei 1940, was dit bestuur nog in handen van de militaire bevelhebber generaal Von Falkenhausen, die ook heerste over België en Noord-Frankrijk. Op 29 mei werd dus de Nederlandse besturing overgedragen aan Seyss-Inquart. Beiden waren min of meer gematigde nazi's, maar stonden onder hoge druk en waren speelballen van Hitler. Door zware geesten waren zij bezeten, en daarom hebben we wel te maken met deze geesten van het nazi fundament van Nederland, wat later werd overgekocht door de medische industrie : 1. geest van Von Falkenhausen 2. geest van Seyss-Inquart Beiden hebben ze in hun loopbaan Hitler tevergeefs proberen af te remmen. Hoe dan ook hebben ze voor nazi-installaties in Nederland gezorgd, en die installaties moeten verwoest worden. Het zijn de fundamenten van het Nederlandse medische rijk, de twee benen waarop het staat. Ook zijn het twee billen waardoor vele demonische geboortes plaatsvinden. Daarom is het van belang dat de mens terugkeert tot de baarmoeder van de amazone natuur en daardoor tot wedergeboorte komt en zo tot heropvoeding. Als de mens niet buigt voor de amazone, de godin, de gnosis, dan buigt de mens voor nazi's. Om terug te komen op de Noord-Brabantse geest door mijn vroegere Amsterdams-Surinaamse levenspartner aan het einde van onze relatie : Ik zei het vaak tegen haar, legde haar uit hoe die geest werkte, maar toen begon ze het nog wel erger te doen. Noord-Brabant had haar eigen concentratiekamp : Vught, wat trouwens bijna letterlijk haar achternaam was. Velen werden in dit kamp op transport gezet naar de vernietigingskampen. Aan het einde van de relatie begon deze levenspartner steeds meer bezeten te raken, vanwege verkeerde keuzes, en ook steeds meer bezeten uitspraken te doen, dat ze een demoon naar de aarde was gezonden om mensen bang te maken, en dat ze in haar vorige leven een koppensneller was, en dat ze 's nachts uit zou gaan om zich tegoed te doen aan veel bloed. Ik zou zeggen dat ze verminderd toerekeningsvatbaar was omdat ze een slachtoffer was van langdurige incest, van haar vierde tot haar eenentwintigste jaar, zeer frequent, zelfs als ze ziek was of menstruatie had. Het liep er op uit dat ze onze kinderen ontvoerde. Ze had geprobeerd met de gnosis te leven en in de heilige gebondenheid te komen, ze had geprobeerd te studeren, in de kerkgeschiedenis, en was tot grote ontdekkingen gekomen hoe vals het christendom was, en hoe vals het vlees eten was, enzovoorts, maar ze hield het niet vol, en natuurlijk zijn de
zwaarst mogelijke demonen op ons afgezonden. Ik had van te voren al dromen en nachtvisioenen gehad over wat ze zou doen. Ze had ook al een keer geroepen : 'Ze komen me halen !' (waarmee ze de demonen bedoelde) Een dag voordat de kinderen werden ontvoerd zei de oudste dochter tegen me, helemaal in paniek : 'Papa, de monstertjes komen !' Ik moest haar toen heel lang vasthouden en troosten. De middelste dochter, die nog niet kon praten, wees de hele tijd in paniek naar de keuken toe waar mijn levenspartner met haar zus was. Al met al hebben we daarna de vermissing gemeld aan de politie, en ik ben van het westen (Amsterdam) teruggegaan naar het kerkelijke Oosten, wat een totale hel is voor een demonoloog, maar ik moest wel, want daar was mijn familie. Het voelde dus aan als een transportatie. Ik moet daarbij wel bijzeggen dat mijn levenspartner aan zware MPS leed, meervoudige personaliteiten die ontstonden door haar incest verleden, en dat ze jaren later haar excuses had aangeboden dat ze bepaalde dingen niet had moeten doen, en dat ik beter verdiende. Toen was ze dus deels weer tot haarzelf gekomen. Maar ja, dit kun je verwachten van mensen om je heen die van zichzelf zeggen dat ze 'lauw waren geworden.' Dan moet je dus op je hoede zijn, want dan zullen ze je in je nek springen. We sliepen op een bepaald moment ook al vaak gescheiden, en ik hield de deur op slot vanwege bedreigingen, alhoewel die bedreigingen dus weer met haar incest verleden te maken hadden. Ik heb daarom ook altijd een gemengd gevoel over haar blijven houden, deels schuldig, deels ziek, en er huisten teveel verschillende entiteiten in haar, plus dan nog die hele duistere achtergrond van de Surinaamse cultuur. Toch is Suriname altijd mijn land geweest en gebleven. Ik heb het altijd gezien als pure noodzaak dat Nederland en Suriname verenigd werden, waarvoor onze relatie ook symbool stond. Ik kan zowel goede als slechte lijnen zien, en de slechte lijnen zullen meer en meer op hun plaats vallen. Het is nodig voor verdieping. Ik draag dit kruis dan ook voor studie doeleinden. Het is voor mij een grote inspiratie bron, altijd geweest. De meesten van mijn relaties waren altijd buitenlands voor een reden. Er waren nog twee andere concentratie kampen in Nederland : Amersfoort, en Westerbork in Drenthe, wat een voorportaal was voor transportatie naar buitenlandse concentratie en vernietigings kampen. Berucht waren de kindertransporten vanuit Vught tot westerbork, waarna ze werden doorgetransporteerd tot Sobibor in Polen waar ze vlak na aankomst werden vergast. We hebben het dan over juni 1943. Toen kwam de holocaust tot zijn pieken. 1944 en 1945 staan bekend als de jaren van de grote honger winter, vlak voor de grote bevrijding. Maar zoals gezegd werd Nederland helemaal niet bevrijd, want deze industrieën werden gewoon overgekocht door de medi-nazi's, die zichzelf boven het volk hadden geplaatst, en getrouw hun Furhrer, Josef Mengele volgden, die nog wel erger dan Hitler was. Ik heb oog in oog met de geest van Josef Mengele gestaan op verschillende punten in mijn leven, en het bijna niet overleefd. Op een gegeven moment was ik omsingeld door een hele grote groep mensen die allemaal bezeten waren met de Josef Mengele geest. Maar de gnosis overwint. Na die lange relatie van over de vijf jaar dus nog wat andere Zuid-Amerikaanse relaties gehad, maar het valt je dan telkens weer op hoeveel van die vrouwen wel niet sexueel zijn misbruikt in hun jeugd. Je komt het telkens weer tegen, het sexuele geweld tegen vrouwen, voornamelijk ook in Zuid-Amerika, waardoor je soms de indruk krijgt dat ze dat allemaal heel erg normaal vinden. Daarom heb ik emancipatie ook altijd als van groot belang gezien, en heb ik altijd voor de godin gestreden, altijd aan de kant van de vrouwen gestaan, maar ook wetende hoeveel valse vrouwen er zijn die de patriarchie hebben ondersteunt en zelfs grootgemaakt. De mens moet komen tot de natuur etiketten om los te komen van stadse etiketten.
Een derde betrokkene bij het Duitse bewind over Nederland was Friedrich Christiansen die wehrmacht bevelhebber werd in Nederland, en die verantwoordelijk was voor de Puttense ramp van 1 oktober 1944 nadat een groep verzetsstrijders de nazi's een slag had toegebracht. Vele huizen werden toen door de nazi's in de brand gestoken, en honderden Puttenaren en zij die daar toevallig waren of voorbijgingen werden naar de concentratie kampen getransporteerd op de dag erna, 2 oktober. Christiansen was 29 mei 1940 aangesteld. 1. geest van Von Falkenhausen 2. geest van Seyss-Inquart 3. geest van Christiansen Dan waren er nog vier onderdanen van Seyss-Inquart om Nederland te besturen : generaal commissarissen : 1. Fishbock - financien en economie 2. Rauter - veiligheid 3. Schmidt - speciale opdrachten 4. Wimmer - bestuur en justitie De nazi's gebruikten volop fluor om het verzet te verlammen, want fluor rotzooit met de hersenen en maakt mensen gewillig, en fluor wordt ook volop gebruikt door de medi-nazi's. Ook vullingen verstoren de signalen van het zenuwstelsel tot de hersenen, en verstoren zo allerlei belangrijke hersenfuncties die nodig zijn om waakzaam en strijdvaardig te blijven. Elke mens met vullingen is voor de tegenstander een verslagen en beheerste vijand. Fluor, vullingen, vlees eten en overmatig zout eten zijn allemaal onderdeel van kudde mentaliteit, want de medi-nazi's hebben duivelse verbonden met de voeding industrie en je bent zo niets anders dan slachtvee. Blijf dus ook onder de 6 gram zout per dag, anders worden je hersenen ook een speelbal. Hoofdstuk 32. 1940 - het leugenjaar Het is moeilijk een puzzel op te lossen, hè ? De nazi's dachten er heel makkelijk over : gewoon de puzzel afknallen. Puzzel opgelost. Het is moeilijk aan voedsel te komen, hè ? Hedendaagse vlees-nazi's denken er heel makkelijk over : gewoon de mede-schepselen afknallen. Klaar. Probleem opgelost.
Ze willen de puzzel van het gebrek aan voedsel niet oplossen. De mens is creatief genoeg om uitwegen te vinden, en het is ook een test. Ook vleeseters zijn nazi. Een heleboel parasieten komen niet op de scan door tegenwoordig, maar die zijn er wel. Er zijn parasieten waar de mens nog niets van afweet. Sommige parasieten zijn puur electronisch. De technologie van de mens is nog helemaal niet ver. De mens kan in wezen nog niks meten. Maar in hun hoogmoed beschouwen ze hun materialen als heilig, als god. En zo worden ze misleid. Dat is het loon van de mens die lijken vreet. 1940 - het leugenjaar De nazi's vonden de puzzel van Israel te moeilijk, dus losten ze het op door de Joden dan maar een stempeltje op te drukken als een lager ras, zodat ze een excuus hadden om de puzzel om zeep te helpen. Deze spijbelaars wilden niet puzzelen. Zo is dat met alle racisten, en ook lijkeneters zijn racisten. Ze krijgen hun verdiende loon. In de daarop volgende jaren kwam het rassenonderscheid tot uiting in de gedwongen jodenster. Wij als demonologen mogen ons nooit laten verlagen tot hetzelfde niveau. Daarom gaan wij genuanceerd met dit probleem, deze puzzel om, de puzzel van 1940-1945, de puzzel van nazi Duitsland. Sommigen waren gedwongen. Ook Duitsland leefde in grote slavernij, en werd bestuurd door angst. 1941 - het administratieve jaar Nu de nazi's hun leugens hadden verspreid moest de winst nauwkeurig geteld worden, en werden de vee-statistieken erbij gehaald als een tweede fundament voor de holocaust. Het vee werd geteld en gefokt. De slacht was het doel, want zo konden deze spijbelaars de puzzel overboord gooien, het kind met het badwater. 'Hup, weg ermee. Wij willen niet puzzelen. Wij willen niet naar school." Het was het loflied van de luiheid. Oh wat waren ze uitgekookt en hysterisch met hun statistieken. Daar mocht niet van afgeweken worden. Er mochten geen fouten gemaakt worden. 1942 - het drugs jaar De nazi had zijn restaurant opgericht, en de Jood was de delicatesse. En de Jood was bewerkt, en bracht de essentie van de Jood naar boven, wat de nazi's gebruikten als hun drug, waardoor ze nog dorstiger werden naar dit goedje, de Jood. Het was een Jodenvlees restaurant, en de nazi was eraan verslaafd. Het was een drugs handel, want ontwaken wilden ze niet. Ze wilden spuiten en snuiven. Totaal hysterisch was het, en het werd ook het fundament voor de Toronto beweging. 1943 - het jaar van de verzekeringsmaatschappij Als nazi was je verzekerd, tegen alles in principe. Joden werden als het grote kwaad gezien waartegen de nazi's verzekerd waren. Het is een proces van verzakelijking totdat alles het niveau van een verzekeringsmaatschappij heeft bereikt, en dan ben je ver heen. Er wordt niet gekeken wat mensen nodig hebben, maar in welk vakje ze zitten, hoeveel ze hebben betaald. De verzekeringsmaatschappij is het grote kwaad van de nazi's, en ook van de latere medi-nazi's die deze maatschappij gewoon overkochten. Het is een genetische verzekeringsmaatschappij. Je moet
de juiste genen bezitten, anders kom je nergens. Medici houden elkaar graag de hand boven het hoofd, wat nazi's doen. 1944 - het jaar van de woningbouw Het gaat bij de nazi's niet om communicatie of scholing. Het gaat erom of je verzekerd bent of niet. Dat is de toets, of je de juiste genen hebt. Er mag niet gezeurd worden. De zwakken moeten weg. Naar hun problemen wordt niet gekeken. Nazi's willen niets met puzzels te maken hebben. Ze denken niet in puzzels, maar in verzekering, en de genen bepalen dit. Dan is het voor hen veel overzichtelijker. Als je geen aandelen bij hen hebt krijg je niets. Bij de nazi's gaat het om het recht van de eigen natie. De eigen natie is voor hen het sterkste en het meeste, en de minderheden moeten vervolgd en uitgebuit worden voor dit doel. De enige wet die voor de nazi's geld is de wet van de verzekeringen. Daar is alles omheen gebouwd. Dat is het dodelijke robotisme van de nazi's. Ze communiceren niet. Ze checken je verzekeringen. Heb je die niet, dan ga je eraan. Daar hebben ze geen tijd voor. Ze houden zich alleen bezig met de verzekerden, de eigen natie. Daar is hun gehele politiek en rechtswezen op gebouwd. Voor hen is dat een zaak van leven of dood, van bestaan of niet bestaan. Ook de medi-nazi's die erna kwamen zijn op dit fundament gebouwd. Het heeft helemaal niks met het medische te maken, maar met een verzekerings-maatschappij. Denk niet dat je belt naar een echt mens als je naar de medische industrie belt voor hulp. Je krijgt een verzekeringsrobot aan de lijn die je verzekeringen checkt en je genen. Op basis daarvan zal deze robotten je de statistieken bekend maken. Alles gaat statistisch. Het is dus niet zomaar een winkel of iets vrijblijvends. Je moet verzekerd zijn of je komt er niet in. Kan hun het schelen wat voor problemen je hebt. Ze willen geen problemen. Ze willen niet puzzelen. Ze willen verzekeringspapieren zien, inschrijfbewijzen en al dat soort ongein, ziekenfondspasjes en ga zo maar door, je nummer, je geboortedatum. Dit overstijgt dus zelfs de economie. Het is niet zomaar een markt. Je kan nog zoveel betalen, maar je komt er niet door. Je moet door hun procesures heen. Ze willen contracten met de duivel zien. Niet de klant is koning, maar de verzekerde is koning. Je komt alleen maar hogerop als je je ziel hebt verkocht, als je moorden hebt gepleegd. Je moet een huis bij hen hebben, anders kom je nergens. Je moet aan de voorwaarden hebben voldaan, de kleine lettertjes hebben gelezen. 1945 - het jaar van de energie centrale En toen hadden de nazi's electriciteit, en ze werden er direct door geëlectrocuteerd, want ze spelen met hoogspanning zonder zich aan de demonologische energie-wetten te houden. Dit was dus het jaar van de zogenaamde bevrijding, maar het zaakje werd gewoon overgekocht door de medi-nazi's en die gingen veel subtieler te werk, via de algehele regering en via de democratie. Deze nazi's zijn veel en veel erger, laten mensen veel erger en langer lijden, en isoleren deze mensen opdat hun roep niet wordt gehoord. Zelden is er een wreder systeem geweest dan dat van de medi-nazi's. Als deze systemen wegvallen dan worden de hogere systemen van de natuur zichtbaar, van de amazones. Dit hele proces wordt ook besproken in de tweede bijbelse prozaïsche en medische techno-thriller genaamd Sobibor - de laatste jager. Uiteindelijk worden de zegels van de nazi's verbroken en zien we wat er daadwerkelijk achter de joden vergassing schuil gaat : het natuur principe van de mannen vermelking. De man moet namelijk weer terug aan de borst van moeder natuur.
De mens is een creatief wezen. De mens kan veel beter zijn dan zomaar als een mongool iedereen om hem heen af te maken omdat hij zo nodig eten moet. Dat is niet de bedoeling. 'Ja, nee, maar een mens heeft vlees nodig,' wordt er dan gezegd. Oh, is dat je intelligentie peil en je peil van creativiteit dan ? Dat is een getal ver onder de nul dan. En trouwens zeer egoïstisch gedacht, en egoïsme blokkeert haar eigen creativiteit. Egoïsme is nooit een goede raadgever. Zorg is een goede raadgever, want je zou ook kunnen denken : 'Mijn medeschepsel moet eten. Hoe kan ik mijn medeschepsel hiermee helpen ?' Maar nee, bij de nazi draait het om de eigen natie, en dat is direct de valkuil. Het leven begint bij de mindere te zijn en te kijken naar wat de ander nodig heeft. Je leeft in dat opzicht niet voor jezelf. Je moet zelf minderen. Hoofdstuk 33. Het hogere ras van Nietzsche en de verloedering van de Nietzcheaanse filosofie In de gnosis is de verzekering meer : ben je aangesloten op de juiste natuur apparatuur, in de vorm van 'adoptie'. Dat gaat er dus schuil achter de verzekeringsmaatschappij. Je kunt het niet kopen, erven of stelen, maar alles gaat door studie. Als de stad het woord 'school' gebruikt, dan is dat om de massa in slaap te doen dutten, maar het is gewoon een code woord voor een verzekeringsmaatschappij, een fokkerij. Je hebt dus zelfs niet met een vrijblijvende markt te maken waar je alles maar kan kopen wat je wil. Niet de klant is koning, maar de verzekerde is koning. Je staat niet in een winkel of in een school, maar in een verzekeringsmaatschappij, zeer uitgekookt. Ze laten de statistieken als dolle honden op je los. 'Oh, op school zal mijn kind wel veilig zijn, want daar gaat alles om de scholing, de opvoeding en de zorg voor het kind.' Ja, je grootje. Als je niet verzekerd bent, dan zijn de verzekerden tegen jou verzekerd, dus dan ben jij in hun ogen en statistieken het probleem wat uitgeschakeld dient te worden door de verzekering. Zo is de verzekering een huurmoordenaar op je afgezonden. Dat is wat 1943 is, en dat zegel dient verbroken te worden, opdat de mens kan terugkeren tot de natuur. Oorspronkelijk was 1943 een natuur principe van de demonologie, namelijk het adoptie centrum wat samenvalt met de jacht. Als je geadopteerd bent ben je niet meer afhankelijk van de massa, en kan het woeste varken van het collectieve ego sterven. Er is behoefte aan wedergeboorte in de natuur, naast de adoptie, en ook is er behoefte aan de wederopvoeding en de wederscholing in de natuur. Dat is waar de jaren 1940-1945 oorspronkelijk in de natuur voor stonden, maar de stadse lens maakte er iets anders van. Het zijn hysterische kippen zonder kop, en rennen rond.
Op de scholen worden kinderen snel geleerd hoe te tellen en hoe te schrijven, maar de diepere natuur principes leren ze niet. Hevig worden ze gestrafd als ze een rekenfout of spelfout maken. De hedendaagse scholen zijn geen echte scholen maar verzekeringsmaatschappijen die administratieziek zijn, statistieken-ziek, en daar worden de kinderen mee bekogeld, mee doodgegooid. Als veel mensen aan het komende oordeel denken, aan de apocalypse, dan denken ze aan letterlijk vuur, maar we moeten dit symbolisch zien. Het is het vuur van intelligentie wat alles zal verdiepen. We mogen ons ook naar dit vuur uitstrekken. Het leven is een natuurverschijnsel. Alles komt vanaf de toekomst stromen, maar de mens herkent het niet, en de hersenen maken er wat anders van door ingewikkelde lenzen en filters. De mens heeft alles al, maar kan er nog niet mee overweg. De mens is telkens weer in de cirkelbewegende stroom van de toekomst. Telkens weer vangt de mens de signalen van de toekomst op, en het trekt de mens ook naar de toekomst. Er wordt voortdurend aan de mens gewerkt. Hierover gaat ook het tweede bijbelse boek 'Sobibor - de laatste jager'. De mens moet de schakels van zijn leven kennen, en waaraan het parallel loopt en waar het doorheen loopt. Ook moet de mens leren hoe het schakelt. Het leven is niet toevallig, maar het is techniek. Het is een oorlog tegen de parasieten van 1940-1945. Het waren buitenaardse invasies. Ze hebben alles losgerukt en gebruikt wat ze maar konden. De hedendaagse samenleving is gebouwd op 19401945. 1941 - White power parasieten kwamen tot de aarde. Alles moest wit, ook vrouwen. Wit was de standaard. De witte vrouw werd ver verheven boven de donkere natuurvrouw, en de white power samenleving ging tussen de natuur en de stad inleven, dus aan de rand van het bos, zeker niet diep de wildernis in, gewoon nog met allerlei luxe en het medische en cosmetische kwaad. Oh, wat hielden de white power vrouwen van giftige make up om henzelf nog witter te maken. De white power parasieten vereerden de witte vrouw, ook de naakte witte vrouw, want die moest immers het white power ras voortbrengen. Het witte werd nog eens extra geaccentueerd door felrode nagellak en felrode lipstick, als de kanker zelf. Het waren de klauwen van de dood, en de kus des doods. White power make up zijn oorlogswapenen, psychologische oorlogsvoering. Het geeft een boodschap af. Het was een industrie van ademhalingsapparatuur, van gasmaskers die zuurstof brachten en filterden. Het gaf unieke ademhalingsprocessen om aan deze parasieten geboorte te geven. Deze apparatuur kwam om India te verzegelen en uit te buiten. De nazi's maakten gretig gebruik van de Indische mythologie en filosofie om het vervolgens geheel te verdraaien en te mollen. Het is een vreemde cultus, een vreemde religie, op Pluto. Mannen en vrouwen aanbidden anorexia als het ideaal, maar vreemd genoeg haten ze de diepere wildernis en het diepere minderen, want ze vereren de cosmetische industrie, de nagellak en de lipstick, die zo fel mogelijk moeten zijn zodat het witte zich er goed tegen af kan steken. Ze blijven dus alleen aan de rand van de natuur, als natuurranders of randnaturisten. Naakt is wel heel gewoon voor hen. Het is in principe dus nog steeds stads. Ook vereren ze de zon en luxe lichten, en schuwen ze de duisternis. Vandaar ook dat ze white power zijn. Het heeft dus niks met het ware minderen te maken, maar heel erg selectief en extreem, als ratten. Ze sjoemelen en stelen. Ze zijn ergens blijven steken.
Ik had een droom over dit volk. Ik was in een gebouw en ik keek naar buiten door het raam en ik zag ze aan de natuurrand. Sommigen waren ook in het gebouw, maar hun volk was er net buiten. Degenen die in het gebouw waren die hadden gewoon sex in een openbare ruimte. Ik keek dus naar buiten en zag ze daar met hun caravans. Ze waren naakt en allemaal wit, ook de vrouwen. De vrouwen hadden dikke make up en waren gewoon stads, materialistisch. Ze hadden allemaal stadse artikelen. Ze noemden zich wilden, maar ze waren het niet. Ze vroegen of ik ook bij hun stam wilde horen, maar ik zei dat ik liever dan in het gebouw bleef, want daar moest ik zijn voor iets. Ik zei dat ik niets met dit soort naaktheid te maken wilde hebben. Het was totaal ongeproportioneerd, totaal ongepast en in de verkeerde setting. Het waren net evangelische christenen. Maar ik wilde het pad van de eenling gaan. Ik wilde niet ergens blijven steken in zo'n groep. Ze verkochten dus wat : gasmaskers, maar tegen wat ? Het waren ademhalingssystemen. Mensen moesten leren ademhalen zoals hen. Het was een bepaalde code van hun religie. Deze parasieten kwamen door de nazi's in 1941, in buitenaardse invasies. Zo werd de mens nog meer losgesneden van de natuur. De mens moest allerlei luxe apparatuur kopen. Dat moest hun lichaam op. Zo is dat ook in de medische dictatuur gegaan. De mens werd gedwongen tot plastische chirurgie op de buitenbotten, in de mond. Dat waren die ademhalingsapparaten, die gasmaskers, opdat de mens onder controle van deze Pluto cultus zou komen, deze randdebielen. Ook Nederland werd door de nazi's in het broederverbond gedwongen. De nazi's beschouwden Nederland als een Germaanse broederstam. De nazi's hadden hier en daar stukjes geroofd uit Nietzsche's grote bibliotheek, en het geheel uit de context gehaald. Ze maakten hier iets heel anders van. Nietzsche predikte tegen onverschilligheid, tegen inspiratieloosheid, tegen gewoonheid. Dat moest vernietigd worden, vernietzschigd. Hij predikte tegen eenzijdigheid, want juist dat bracht de mens tot de afgrond. Nietzsche was een filosofisch demonoloog, door de materialistische, gemakszuchtige nazi's geheel verletterlijkt, tot lagere vormen gemaakt. Nietzsche had er een afschuw tegen. De nazi's kenden het woordenboek van Nietzsche niet. Ze gingen gewoon met woorden op de loop en gaven hun eigen betekenis eraan, grafrovers als ze waren. Nietzsche waarschuwde dat de laagste naturen henzelf als wetten voorschrijven voor de hogere naturen, wat ze algemeen kiesrecht noemen, zoals Plato ook tegen de valse democratie streed die geheel door de lagere emoties werden geleid en niet door de hogere rede. Nietzsche predikte juist dat de volheid van de natuur alleen kon verschijnen als de rassen gemengd zouden worden, als de mensen van elkaar en van elkaar's culturen en religies zouden leren, en op langere termijnen zouden denken in plaats van altijd maar weer snel naar het zwaard te grijpen, zoals wat blind geloof doet. Nietzsche predikte over het gevaar van het kortzichtige christendom. Nietzsche streed tegen de voorafgestelde waarheden. Deze strijd noemde hij de nieuwe moed. Heb moed om te breken met dat wat de massa zich aan je oplegt. Heb moed om te breken met de systemen waarin je weerloos werd opgevoed. Dat is het pad van de eenling. Breng er je offers voor. Het kost je alles, en alleen zo kun je elkaar herkennen. Nietzsche stelde dat er een onzichtbaar ras in de mensen was doorgedrongen, een lagere, corrupte natuur die de instituties die de waarde van de mens vormen overdrijft. Het is een soort rasverheerlijking en mensverheerlijking waar de nazi's later schuldig aan zouden staan. De waarde van de mens zouden ze gelijkstellen aan de waarde van God. Nietzsche waarschuwde tegen dat gevaar, tegen dit ras. Hij voorspelde de komst van het nazi ras. Het was iets onzichtbaars wat in de hersenen van de mens probeerde binnen te dringen. Het was een oorlog in de geestelijke wereld. Nietzsche had het niet over huidskleur, nationaliteit of afkomst, niet iets wat door geboorte werd bepaald. Het was iets wat aan het broeden was in het denken van
de mens, wat een beroep deed op de lagere emoties van de mens. Hij waarschuwde dat de kerk hier al mee bezig was. De kerk zond altijd maar weer de grote intellectuelen naar de hel, alle interessante mensen. De kerk wilde de hogere natuur niet. De kerk wilde het intellect niet, maar de lagere emotie als drijfveer. Nietzsche stelde dat de kerk moedwillig naïef was. Er was gerommeld met de woorden en betekenissen van goed en kwaad. Het intellect zou veel verder gaan dan slechts 'goed of kwaad', zou daar boven uitsteken. Nietzsche streed tegen de lagere moraal van de kerk die het volk in zware gevangenschap hield. Deze tirannie moest overwonnen door de rijkdom van het filosofische intellect, en dat zou alleen gebeuren als de rassen vermengd zouden worden, als er bruggen tussen de culturen en religies zouden komen. Alleen op die basis zou het nieuwe ras kunnen komen. Dit was het ras van het intellect, van de rede, een ras van filosofen, het ras van de natuur pionieren. Ook Darwin was tot deze conclusie gekomen. Er zou een hogere uitverkiezing van de natuur plaatsvinden die alleen zulke eenlingen op het oog had die de volle prijs hadden betaald en zich hadden afgezonderd van de lagere wil van de massa's. Dit is een zware strijd. Alleen de strijdende studenten zouden overwinnen. Zij zouden intellectueel rijk genoeg zijn om geen behoefte te hebben aan de valse spaarzaamheid en betweterigheid van afgodische tirannen die het volk telkens maar weer zocht. Nietzsche wilde dus een nieuwe definitie zien van het woord 'luxe'. Er moest een intellectuele luxe komen om af te rekenen met al het lagere ongemak. Dit was de luxe van de natuur, als een broeikas voor vreemde en uitgelezen planten. Nietzsche stelde dat de hogere exotische natuur de enige uitweg voor de mens was om een nieuw ras te scheppen wat zou afrekenen met deze lagere, corrupte onzichtbare rassen die in het menselijk denken waren doorgedrongen als ongedierte. Maar de luie nazi's wilden niet naar de Nietzscheaanse filosofische school van de natuur. Daar hadden ze allemaal geen tijd voor. Ze wilden het leger in om macht te hebben op korte termijn. Nietzsche stelde dat de mens veel meer op langere termijn moest leren denken, anders zou de mens een slaaf worden van de lagere behoeftes van de samenleving. Nietzsche stelde dat de psychologen van het volk geheel zwakgedraaid waren omdat ze het volk weg probeerden te leiden van het geestelijke, telkens weer, waardoor het volk morbide is geworden, onverfijnd, maar Nietzsche stelt dat er een nieuwe soort van barbaren zal komen die veel verfijnder zijn, en cynisch naar de lagere aardse systemen van de lagere emoties. De valkuil hierin, stelt Nietzsche, is de democratie, dus de experimenten moeten doorgaan. De mens moet blijven pioneren totdat democratie, het gedreven worden door de woeste begeertes van de massa, is opgelost. Er mag alleen een logoscratie zijn van de hogere rede. Er zouden dan nog hogere barbaren komen die in staat zouden zijn materie om te vormen. De mens moest zich dit afvragen : 1. wil je veelzijdiger worden, of simpeler 2. wil je geluk zoeken of dat wat boven gelukkig of ongelukkig uitstijgt ? 3. wil je tevreden zijn met jezelf of veeleisender en onverbiddelijker worden ? Nietzsche stelt dat het geestelijke alleen niet voldoende is. Al het bovenstaande is niet voldoende, want de mens moet door leren totdat het een gewoonte is geworden, een natuur, totdat het in het bloed zit, en dat kan alleen door wedergeboorte, door totale overgave aan de hogere principes. Uiteindelijk komt Nietzsche dus met zijn hogere ras toch bij de noodzaak van geboorte, oftewel bloed, terecht, maar dan moet men de context in de gaten blijven houden. De nazi's hebben het geplunderd en verdraaid. Door het geestelijke, door de diepere rede, komt de diepere mens tot bloed, wedergeboorte. Dat mag niet omgedraaid worden. Alleen door de logos is er wedergeboorte, bloed, en dat gaat recht tegen het geloof van de kuddes in. Nietzsche stelde dat in zijn dagen dit
hogere ras nog niet was gekomen, maar dat hij schreef voor dit hogere ras. Hij had het dus niet over aardse rassen. Hij stelt dat het menselijke, en ook God, overwonnen moet worden. Het is iets van de massa's. Er is iets veel hogers. God en mens, het heeft de mens in problemen gebracht. Het heeft de mens gemakszuchtig gemaakt. Nietzsche stelt dat er veel hogere voorwaardes moeten komen, en veel meer tussenstappen. Het mag niet zomaar voor het grijpen liggen. Zowel God als mens zijn corrupt geworden. Daarom moet de mens terugkeren tot de logos, de hogere rede. Er moet een heel ander idee komen van wat heerschappij is, want er gaat een nieuwe heerschappij komen. Er moet een nieuw filosofisch woordenboek komen waarin alles nieuwe betekenis krijgt, diepere betekenis, zodat er ineens een heel groot gat is tussen mens en mens, en tussen mens en God, want de mens is op de loop gegaan met deze begrippen. De mens heeft deze begrippen voor zijn eigen karretje gespannen. Daarom moet de mens terugkeren tot een veel ruimere natuur, wat veel meer omvat. Nietzsche stelt dat er eerst een veel strengere zelfwetgeving dient te komen, zodat de fouten van de geschiedenis niet meer herhaald zullen worden. Er moeten nieuwe tirannen opgesteld worden van filosofie en kunst, opdat de lagere tirannen van de kudde die als afgoden dienden kunnen vertrekken. Hierin moet de lat veel hoger gelegd worden. De hoogste mens is ook tegelijkertijd de veelzijdigste mens. Dat is een eigenschap van het hogere ras wat Nietzsche zag komen en waarvoor hij predikte. Hij had een visioen gezien van de hemelse natuur. Het was het ras van de logos. Nietzsche waarschuwde aan het einde van zijn boek 'Wil tot Macht' dat de mens zich niet moest verleiden tot blauwe ogen en opgeheven borsten. Nietzsche zag namelijk dit corrupte ras, het Arische nazi ras. Nietzsche waarschuwde ertegen. Nietzsche's filosofie ging niet om uiterlijkheden maar om diepere waarden. Nietzsche en nazi's zijn elkaars tegengestelden. Sta het je niet toe je te laten verleiden tot opgeheven, protsende borsten, zei Nietzsche. Het valse ras klopt dan namelijk op je deur, het lagere aardse onzichtbare ras van het redeloze denken. Zij willen de prijs niet betalen, en trekken bij voorbaat al hun borsten op naar je. Kijk maar eens naar veel mannen vandaag de dag die niets doen aan filosofie, en er alles aan doen om hun borsten groter te doen lijken. Het is een bepaalde cultuur van de lagere aardse mens, stelt Nietzsche. Het is valse romantiek. Filosofie heeft niet veel met romantiek te maken. Wil je het pad van Kakia op, of het pad van Areta ? Vroeger ging ik ook veel met Nietzscheanen om, en ze bleven maar aansporen om Nietzsche te bestuderen, hoe belangrijk het was. Ook oefenden ze zichzelf in niet met de benen gekruist te zitten telkens, waar ik vroeger ook altijd mensen voor waarschuwde, en ze zeiden ook dat de man de borst ingetogen moest houden, ingevallen, in plaats van vooruitgestrekt en opgepoft, anders val je ook uit de Nietzscheaanse filosofie. De Nietzscheaanse filosofie hadden ze vermengd met christelijke en antichristelijke filosofie, dus ook het gnostische Judasisme, waarin ze Judas volgden, allemaal als onderdelen van het Nietzscheaanse perspectivisme, wat trouwens ook een Paulinistisch principe is : 'weest alles voor allen.' Nietzsche stelde dus dat onafhankelijkheid de basis was voor alles, maar dat waar geestelijke waarden ontbrak werd onafhankelijkheid niet toegestaan. 'Kortzichtigen moeten altijd gehoorzamen, en kunnen daarom niet groeien.' Nietzsche schreef voor hen die hun tegenslagen, ongelukken, tekortkomingen, handicappen en zwakheden die hen willen bedreigen met vernietiging als stimulanten gebruikten en erdoor groeiden. Het zijn groeimiddelen. Hij schrijft voor hen die natuurlijke selectie gebruiken, natuurlijke uitverkiezing, en de rest langs zich heen laten vallen, als door een natuur-filter. Hij schrijft voor hen die met traagheid en voorzichtigheid reageren en iets altijd eerst testen op oorsprong en intenties, en zich er niet aan overgeeft. Wees niet gewillig, wees niet slaafs. Wees altijd op jezelf. Het moest een basis hebben van spontaniteit, niet van het opgelegde. Oude
waardensystemen moeten weg, want zij hebben de pionieren op hun hoogste pieken te schande gemaakt, gekleineerd. Er moet dus een nieuwe betekenis gegeven worden aan wat de mens is. De mens moet weer de macht over zichzelf krijgen, tot zelfcontrole komen, in die nieuwe definitie, in de bevrijding van het zijn van een kuddedier. Ongetwijfeld moet je dan tegen heilige huisjes aantrappen, papieren verscheuren en tegen de moraal van de ingedutte massa's ingaan. Daarom stelt Nietzsche dat de hogere mens ook een barbaar en een bruut is, een verschrikkelijk mens, als een beest, maar dit is noodzakelijk voor de bevrijding. De lagere mens, het ego, zal dit niet kunnen begrijpen, zal niet op dit peil van intelligentie kunnen en willen komen, dus die haalt er zijn etikettendoos bij. Maar de mens moet overleven. Alleen bruten zullen overleven, wilden. Laat de massa's maar jammeren en klagen. Je moet loskomen uit de gevangenissen die ze voor je gemaakt hebben. Laat ze maar met spullen gooien. Je komt niet meer terug. Laat ze maar roddelen, laat ze maar spotten, laat ze je maar kleineren. Het is een teken dat je loskomt. Ja, dan gaan de alarms aan, maar gewoon doorrennen. Terug wil je niet meer. Nietzsche stelt dat het er allemaal bijhoort en dat je het nodig hebt. Je bent in worsteling met een beest. Gehoorzaam niet. Laat je niet intimideren. Buiten de versterking en het groeiende bewustzijn van het hogere ras is er niets dan misverstand en gevaar. Ook al noemen ze je evil en duivels, je wilt niet terug naar de vlakkige en slechte gewoontes van de onderworpenen. Wees dan maar evil, stelt Nietzsche, want dat betekent in deze zin brute, pijnlijke volharding. Bruutheid is in die zin een kwaliteit van grootsheid. Nietzsche stelt dat de mens zich niet moet laten misleiden. De mens moet geinspireerd worden door het hogere, en zo tot een nieuw godsbeeld komen. De oude godsbeelden moeten verdwijnen. Er zal dus een nieuwe God komen, stelt Nietzsche. Dit zal niet de God zijn voor de massa's, maar voor de eenling, en voor het hogere ras. Er moet een zekere wreedheid zijn, stelt Nietzsche, want de oude vormen moeten verdwijnen. Zij die dit niet kunnen accepteren, de lagere, onzichtbare rassen van het ego, staan onder het oordeel. Zij die er nut in zien zullen deel hebben in de komende heerschappij van het hogere filosofische ras. Er moet veel vernietigd worden. Het is de test of je die vernietiging wil, ja of nee. Dit is het extatische nihilisme, stelt Nietzsche. Op de pieken van het nihilisme ligt een nieuwe wereld, een hoger ras. De oude rassen zullen verdwijnen, stelt Nietzsche. Er moet een nieuwe doctrine komen, en die moet bewezen zijn, als tegengesteld aan christelijke doctrine die werkt door geloof. Ook moeten de consequencies getoond en bewezen worden van deze doctrine en het verwerpen ervan. Het moet voldoen aan het principe van de eeuwige herhaling. Ontwikkeling is het sleutelwoord. Dit is het nieuwe barbarisme, stelt Nietzsche. Het is altijd creatief, niet zeker, maar onzeker. Alles moet telkens weer opnieuw opgewaardeerd worden. Er mag niets vastroesten en inbakken. Blijf nooit stilstaan, want dan kom je onder de hamer en ga je eraan. Stilstaan hoort niet bij het hogere ras. Letterlijkheid en materialisme, kuddegezindheid, horen niet bij het hogere ras. Nietzsche stelt dat het ons werk is, en dat de mens er trots op moet zijn. De mens heeft nut zo. Het moet worden tot iets mechanisch van de mens, als zijn bloed, wat helemaal terugloopt tot Plato. De mens moet komen tot de eeuwigheid van het mechanische. Alleen zo kan de rede zegevieren over het religieuze. Filosofie is zoveel meer en hoger dan religie. Omdat verandering behoort tot de essentie, is ook alles tijdelijk, en dat is maar goed ook. Alles zal verdwijnen, alles zal tot hogere vormen veranderen. Ook eeuwigheid behoort tot de essentie, omdat er waarde kan zijn in alle dingen. Vandaar dat Nietzsche niet eenzijdig is. Hij gebruikt woorden, maar ook hun tegengestelden, wat ook onderdeel is van de dialectiek : stelling, tegenstelling, samenstelling. Nietzsche zoekt een eeuwigheid voor alle dingen. Niets mag zomaar in de zee geworpen worden. Nietzsche stelt dat de
filosofie hard nodig is. De mens kan niets zomaar zeggen door één woord, ook omdat er zoveel betekenis verdwenen is. De mens moet filosofisch weer aan het werk gaan. De mens weet nu niet meer wat kop en staart is, stelt Nietzsche. Het visioen van Nietzsche ging over een Dionysische wereld waarin het zelf zichzelf eeuwig herschiep en eeuwig vernietigde, een dualistische wereld met oneindige mogelijkheden voor de middernachts eenlingen. Hoofdstuk 34. Nietzsche en het Nooitgemaakte Nietzsche stelt dat het bewustzijn van het volk veel te oppervlakkig is, ook de innerlijke wereld, dat het allemaal slechts uiterlijkheden zijn. De mens kent de dieptes niet. Alles is georganiseerd, geschematiseerd en versimpeld. Nietzsche stelt dat plezier en geluk een bepaalde pijn is. Daarbij kunnen we ook stellen dat het een bepaalde vorm van slavernij tot iets is. De mens moet het leren herkennen als symbolen ergens van, zoals beweging ook een symbool is voor het oog, dat iets gedacht was en gewild werd, iets gevoeld werd. Hij stelt dat het belangrijk is om niet het object direct zelf vragen te stellen over het object, want dan zouden dingen juist verkeerd geinterpreteerd kunnen worden. De mens moet het hogerop zoeken, door met hogere zintuigen te werken. Hegel stelde dat mensen die alles onmiddellijk willen en door het onmiddelijke leven automatisch ook door het onverschillige leven. Het is te direct, men ziet de diepte niet, de tussenstappen niet, en zo wordt de mens dan onverschillig. De mens raakte zo vervreemd van het geestelijke en van zichzelf. Het hogere ras van Nietzsche is een ras van bruten, bruut naar de eenzijdigheid, strijders op het pad van Areta, de hardende oefening, wat ook de godin van de stoïcijnen is. Ze begaan niet de weg van Kakia, wat de weg van de minste weerstand is. Areta gaat door totdat de man het zaad van de eeuwige verdoemenis geeft, wat het verbond is tussen de man en Areta, de checed in het OT. Daarom is het woord 'wreed' ook van Wreta, Areta, afgeleid. Het Nietzscheaanse beeld van de eeuwige verdoemenis is het nihilisme wat uiteindelijk tot leven leidt. De mens heeft zijn bestaan en ideeën zwaar overschat. Daarom moet de mens de eeuwige verdoemenis in op het pad van Areta om los te komen van dit betweterige ego. De eeuwige verdoemenis is in de Nietzscheaanse filosofie niet negatief en vooral niet christelijk. Christenen hebben de eeuwige verdoemenis een hele slechte naam gegeven. Het visioen van Nietzsche over het hogere ras ging over een Dionysische wereld waarin het zelf zichzelf eeuwig herschiep en eeuwig vernietigde, een dualistische wereld met oneindige mogelijkheden voor de middernachts eenlingen op het pad van Areta, de brute planeet, de
rode traan. Alleen als de mens de Nietzcheaanse filosofie leert begrijpen kan de mens de nazi overstijgen. Areta staat daar niet als een aaier, maar ze staat daar met een gesel. De mens moet het archetype van Areta leren begrijpen. Het is de gesel van de eeuwige verdoemenis waardoor het zelf zichzelf kan overstijgen. Het is de gesel van het nihilisme. Dit is de weg tot het hogere ras. De man van het hogere ras is aan de voeten van Areta gevallen. De man misbruikt de godin niet. Ze geselt hem totdat hij het zaad van de eeuwige verdoemenis heeft gegeven. Dat is het verbond tussen Areta en de man. Hier moet de ijskoude rede tegenover staan opdat het niet verdraaid wordt, zoals bij de christenen en de nazi's. Het hele Areta verhaal is niets zonder de logos, de rede. Velen hebben hun eigen hedonistische invulling gegeven aan dit verhaal. Areta is in gevecht met de man, en moet de man onderwerpen, anders zal hij haar verdraaien. Het is de strijd van Jakob op Pniël. Zij geselt hem totdat hij gevoelig is voor haar. Deze gesel is beheerst door de rede. Het is een filosofische gesel. Het is de gesel van demonologisch onderwijs. De man is geen persoon, maar een principe, een archetype, wat zich in ieder mens bevindt. Hetzelfde geld voor de vrouw en de godin. Man en vrouw zijn onderdelen van de mens. Haar voeten zijn een beeld van de oorsprong. Als mannen een beeld willen schetsen van een vrouw dan gaat dat vaak op een hedonistische manier, als een lustobject, wat eigen is aan de man van het lagere ego, het lagere ras. En alles moet snel snel. De man wil de vrouw veroveren, liefst zo dun, zwak en wit mogelijk, want dit staat allemaal voor white power, en deze man is op uiterlijkheden gericht, waar Nietzsche zo voor waarschuwde. Een zwakke, slaafse vrouw wat de man geheel kan vatten en omvatten is voor het lagere ego ideaal, en dan zo blank mogelijk want dat betekent licht, geopenbaard. De man van het stadse ego wil de duisternis niet in. Er is geen plaats voor het archetype van de filosofische duistere natuurvrouw in het denken van de stadse man. Nietzsche stelde dat het niet om uiterlijkheden ging. Het gaat niet om het hebben van een stel blauwe ogen en een vooruitstekende borst. Dan bedrieg je jezelf. Dit is precies wat de nazi's deden. Maar symbolisch gezien wijzen de archetypes op diepere betekenissen in hun verschijningsvorm. De stadse man is vagina gericht. Zo snel mogelijk de la in, hup. Dan is het allemaal weer geregeld. Maar Areta brengt de man de duisternis in, onder haar voeten. De godin staat op de man, zoals ook Kali op Shiva stond in de hindoeïstische mythologie. Is de mens dan blind ? De hindoeïstische mythologie stelt dat de mens niet zomaar tot het lichaam van de godin moet komen, want dan bedriegt de mens zichzelf. In India draait alles om de voeten van de godin, omdat dit de oorsprongen zijn. Daar wordt op gemediteerd. De mens moet de aarde in. De godin laat de mens niet zomaar toe tot haar lichaam, maar brengt de mens eerst onder haar voeten. Zo werkt Areta ook, en dit in tegenstelling tot Kakia, de verleidster. De white power beweging wil de duisternis niet in, maar wil snelle logica, alles in orde. Niet zeuren, maar gewoon bam. Klaar. Afgelopen. Het zijn de aanbidders van het verblindende licht, niet van de verdiepende duisternis. De white power beweging wil de oorsprong niet kennen, rent van de godin weg, van haar voeten. Ze zijn bang voor de donkere voeten van de aarde, van het oordeel, want ze weten wat er dan met hun ego gebeurt. Ze willen koste wat het koste hun ego behouden. Om het diepere geven ze niet. Als er dan een vrouw tentoongesteld moet worden, dan is het als lustobject, en spierwit. Zo kan de mens niet met de godin omgaan. De mens kan niet met de godin omgaan als een lustobject, ook niet met haar voeten, want haar voeten zullen de mens verbrijzelen, zoals in de stad proberen de hedonisten wanhopig de waarheden van de voeten der aarde, de voeten van Areta, te verdraaien en te verbergen, en staren zich helemaal blind op de hoge hakken fetish, liefst felgekleurd gelakt, als beeld van het licht. Dit zijn demonen, lieve mensen. Ze bespotten de voeten van de godin, en proberen een lustobject te
maken van de voet van de vrouw. Dan is het weer dit, en dan is het weer dat. Vroeger moesten de voeten van de Chineze vrouwen zo klein mogelijk gemaakt worden, zodat de man zich niet zo bedreigd voelde. Ze kunnen het oordeel niet stoppen. De voeten van Areta zullen terugkomen. Het zijn geen kleine voeten. Het zijn geen dunne voeten, zoals stadse mannen dat wanhopig willen. Het zijn geen spierwitte voeten als een lustobject voor de nazi's. Neen. Areta's voeten zijn groot, dik en donker, in staat om de man geheel te vertrappen. Niemand vecht met succes tegen de natuur. Al het plezier en geluk zoeken moet eens afgelopen zijn, en de mens moet terugkeren tot de ijskoude filosofie van het leven en dan onder ogen komen hoe erg men met al hun pathos en doxa is afgedwaald, stelt Nietzsche. Alleen een zwaar nihilisme zou de mens nog uitredding kunnen geven. Vandaar dat het hogere ras moet komen. Ze kijken elkaar niet aan alsof ze bij de bakker broodjes gaan halen. Ze zien elkaar geheel filosofisch. In de stad is alles omgekeerde wereld. De mens moet stoppen met demonische spelletjes te spelen. Oh ja, apathische vrouwen met knotjes in de stad, hevig kuchen en geeuwen, felrode nagellak op, opdat haar witte superieure huid extra zichtbaar wordt, als status symbool. Dit is waar de stadse man voor valt. Snel de la in. Hup. Deze vrouw heeft ook een neus voor mannen met stropdassen, want dat staat voor veel geld. Hoe fletser hoe beter, lekker orthodox en eenzijdig, dat is de echte man tegenwoordig, een kudde dier die net als de anderen achter het grote geld aanrent, niet door enige kennis of voorwaarde gehinderd. Lekker stukje vlees erbij, lekker stukje leverworst. Wat is het leven toch mooi. De man van het lagere ego laat zich heerlijk telkens maar weer bedriegen door het oog, door de Arische vrouwen om hem heen, voor de versterking en uitbreiding van het nazi ras. Nietzsche waarschuwde ervoor en noemde dat wat vandaag de nazi mentaliteit is het lagere ras. Hoge hakken, zo hoog mogelijk, denkt de stadse man, want dat is allemaal het uitstel van het oordeel. Je kan er zo doorheen prikken. Wat proberen ze te ontlopen ? De man is bang voor de donkere voet van de natuurvrouw. De man wil op het pad van Kakia blijven, om geaaid te worden. En zo vinden de stadse omaatjes hun immer ja-knikkende opaatjes. Allemaal met pensioen. En dan maar elkaar verwennen en geschenken sturen. 'Alweer één, ik heb er nu al drie van.' En ga zo maar door. Het 'te veel' smoort hen, maar ze hebben het niet eens door. Hup de voeten op tafel, en maar lekker zappen op de tv. Goed voorbeeld voor de kinderen ook. En zo gaat dit geslacht ten onder. Dansende kinderen met blote voeten op leverworst of negerzoenen, een zee van snoeppapiertjes onder de bank, en dat is nog maar het begin. Nietzsche had het allemaal gezien en schudde zijn hoofd. Nietzscheaan of nazi ? Dat is dan de vraag. Nietzsche stierf in het jaar 1900, en de jaren 1900 stonden garant voor de verloedering van de Nietzscheaanse filosofie, met als dieptepunt de opkomst van de nazi's. Ze hadden van Nietzsche een karikatuur gemaakt, een spotprent. De mens moet terug tot de jaren 1800 waarin de Nietzscheaanse natuurbron begon op te komen. Het apparaat van kennis in de mens, zo stelt Nietzsche, is niet gericht op kennis, maar om dingen te krijgen en te bezitten. Dit doet de mens door alles te versimpelen en te verdraaien, ver van de oorsprong vandaan, ver van de natuur. De mens moet terugkeren tot het biologische centrum van binnen, door bewustzijn, wat zich automatisch zal verdiepen. Het begint allemaal heel extern en alleen met impressies, maar dan zal de mens steeds dichter tot het centrum komen. De mens moet niet slechts gericht zijn op het overleven, maar op het grotere organische geheel. Nietzsche stelt dat de mens maar wat bazelt, ook filosofen, omdat ze bevooroordeeld zijn. Ze prijzen het licht boven de duisternis, omdat het licht duidelijkheid brengt, het koudste denken, het meest logische, en dit
oppervlakkige denken is goed voor de markt, nuttiger voor het leven, maar Nietzsche vraagt zich af met welke maar gemeten is dat dit een waarheid zou moeten zijn ? Nietzsche is niet overtuigd. Alles is juist veel te simpel en duidelijk gemaakt, zodat er juist heel veel wat belangrijk en noodzakelijk is weg is gedrukt. Daarom is voor Nietzsche het duistere pad belangrijk, waarin er niet te snel naar allerlei dingen gegrepen wordt, maar dat de mens leert denken, en goed gebruik maakt van het verbeeldingsvermogen en dit niet misbruikt. Nietzsche beschuldigt de samenleving van overprecisie van actie. Pietje Precies heeft de verziende vermogens om zeep geholpen, de innerlijke zintuigen die de mens nodig heeft om dieper in de innerlijke wereld te komen, maar die verziende vermogens zijn van veel diepere oerinstincten, ook al brengen ze veel onzekerheid. Hij beschuldigt psychologen ervan het dichtbije van hogere waarde te voorzien dan dat wat van ver is, want juist het verre is nodig, ook al is het obscuur en onduidelijk. Vaak is bewustzijn helemaal niet nodig, stelt Nietzsche, en vaak is het een sta in de weg. De mens moet de waarde in leren zien van het duistere en onzekere, dat wat niet in het bewustzijn zit. Dat is een veel grotere uitdaging voor de mens. De mens grijpt veel te snel naar bewustzijn en maakt dan overhaaste eenheden, die dan gaan voelen, willen en denken, met alle gevolgen daarvan. Zo worden er valse werelden en realiteiten geschapen door vals, overmoedig bewustzijn, omdat de mens alles in potten en kruiken wil hebben, alles in hokjes en vakjes. De mens is eraan verslaafd, en zo kent de mens de weelderigheid van de natuur niet meer. Dat wil de mens ook niet kennen. Het overschatten van het bewustzijn is volgens Nietzsche totaal absurd. Hij noemt het een grote blunder van de mensheid. En dit bewustzijn heeft de mens tot God gemaakt, wat een heel laag en menselijk bewustzijn is. Volgens Nietzsche moet er een veel hogere wiskunde komen. Hoe groot en sterk een geloof ook is in iets, dat is niet een bewijs voor de waarheid. De mens gooit met woordjes zoals geloof, kracht enzovoorts, maar het is waar de mens zich achter verschuilt. Alles hebben ze versimpeld om het voor hen nuttig te maken, ver van de waarheid vandaan. Het lagere ras van het ego ziet de definitie van waarheid als dat wat het gevoel het sterkste plezier geeft, en welke gedachte de mens de meeste kracht geeft, maar dat is veel te simpel, stelt Nietzsche. De mens laat zich bedriegen door de grootste actie als waarheid te zien, en dat wat de grootste weerstand opwekt. Voor de mens is het voelen van kracht de waarheid. Daarmee is alles gezegd. Nietzsche heeft er een hard hoofd in, en daarom is hij nihilist. Alles wat simpel is verschuilt teveel en is niet waar, maar verbeelding, stelt Nietzsche. De mens moet ermee ophouden. Alles is gebouwd op slechts leugen, allemaal voor het plezier van de mens, en de mens is erin opgesloten. Het is de logica van het positivisme die het rinkelen van het alarm niet meer hoort. Hij ziet de simpelen die duidelijkheid als bewijs voor waarheid zien als kinderen die spelen in de zandbak. Hij vindt het maar kinderachtig. Waarom moet het makkelijke denken het altijd winnen van het moeilijke, harde denken ? Het is een dogma waarmee afgerekend moet worden. Hij laat zien dat het veel makkelijker is om te denken in eenheden en relaties, de doctrine van het zijn en hebben, dan de doctrine van de oefening en het worden, oftewel van Areta. De mens plakt voortdurend dingen aan elkaar die niet bij elkaar horen. Veel mensen zijn geobsedeerd met sex en relaties, en vele contacten. Ze willen niet puzzelen. Alles moet snel snel. Ze willen zich fijn voelen, gelukkig voelen, in het zonnetje, het pad van Kakia, het brede pad van gemakszucht. Het sleutelwoord voor Nietzsche is de ontwikkeling, ook al is dat veel moeilijker en duurt het veel langer. Nietzsche wil het pad van Areta op. Hij wil alles achter zich laten. Nietzsche stelt dat zodra er een gedachte kan opkomen dit al fictie is. De waarheid is dat wat niet gedacht kan worden. Maar de mens heeft het denken tot waarheid gemaakt. Het denken verschuilt teveel, stelt Nietzsche. Bij Nietzsche komt het nooit recht voor zijn raap. Het ogenschijnlijke, voor de hand liggende, is niet de waarheid. Zodra je het kan denken is het de
waarheid al niet meer en leef je in je verbeelding. De mens is teveel doorgedraaid. Daarom is Nietzsche nihilist. Juist dat wat je niet kan denken is de waarheid, en daarvoor moet je het duistere gebied in, maar wie durft dat ? Nietzsche gaat ervoor. Er is volgens hem geen andere oplossing. Volgens Nietzsche is het menselijke ras verziekt, en daarom moet het hogere ras komen. De mens van de waarheid moet nog geschapen worden. De schepping moet nog komen. Dit is dus de stelling van Nietzsche : 'De schepping heeft nog niet plaatsgevonden.' Nietzsche ziet zichzelf als de aankondiger van het paradijs, van de schepping, dat wat nog nooit is gedacht, dat wat nog nooit is uitgevonden en geschapen, het nooit gemaakte, het nooit geschape. De sterkste instincten zoeken eerst naar errors, voordat gedachten kunnen plaatsvinden. Dat is een voorwaarde. Dat is het Dionysische ideaal van Nietzsche. Alles moet eerst uitgevonden en gebouwd worden. Niets gebeurd zomaar. Er is geen onmiddelijke schepping zomaar uit de losse hand, zoals in het christendom. Het christendom bazelt maar wat met allerlei verzinsels. De schepping moet nog komen. Nietzsche stelt dat tijd niet bestaat, dus ook geen veranderingen, want dit zijn slechts verschijningsvormen, uiterlijkheden. De mens moet teruggaan naar de oorsprongen die veel dieper liggen. Nietzsche stelt dat de mens herinnering te vaak en snel maakt tot een formule, en dat de mens meerdere slechte, luie gewoontes heeft, zoals overmatig in de ik-vorm praten, denken en redeneren. Door het woordje ik veel te gebruiken denken ze dat het automatisch waarheid en realiteit is. De mens zit opgesloten in een valse fabriek. Er wordt een 'ik' onderscheiden die dan allerlei dingen doet, die lijdt, en allerlei dingen 'heeft'. En dat schept dan een kunstmatig geheugen wat gerelateerd is aan deze objecten. De mens is er maar klaar mee. De waarheid is niet iets wat er al is, maar het moet gemaakt worden, en dit gaat in een proces. Het is ook een strijd tegen valsheid. De mens van het lagere ego projecteert zijn drive op de waarheid. Dat is waar alles misgaat. Deze mens projecteert alles in de externe wereld, niet van binnenin. Hij projecteert het op iets wat er al is. Hij is lui. De mens moet niet iemand anders gaan projecteren en verbeelden die verantwoordelijk is voor ons wel en wee. We moeten onszelf ontwikkelen. Het externe heeft geen daadwerkelijke macht. Het geprojecteerde kan niets voor ons betekenen, niet ten goede en niet ten kwade. Hierarchieen waarin grote krachten heersen over kleinere krachten zijn niets dan tijdelijke illusies, verschijningsvormen, omdat de mens die verhoudingen dieper in zichzelf moet zoeken. Verschijning is een gesimplificeerde en georganiseerde wereld en heeft niets met de natuuroorsprongen te maken. De mens leeft met de verschijningen, pure verbeelding, en vind er nut in, kan er mee leven, en dus wordt het als waarheid aanvaard. Pure waanzin. Dit soort vage toestanden wordt met het grootste gemak als bewijs aangevoerd. Het is dus allemaal heel pragmatisch : het werkt voor me, ik kan er mee leven, dus moet het wel de waarheid zijn. De mens leeft op gevoel, wat geloof schept, en zo een bewijs is. Nietzsche stelt dat de mens er alles voor doet om dit in stand te houden, dus er moet stevige communicatie zijn die alles kan versimpelen en alles precies kan maken, ordelijk, en zo herkenbaar. Er worden zo schetsen gemaakt van in eerste instantie moeilijke, verwarrende en onbegrijpelijke dingen, zodat het wat houvast biedt aan de mens. En dan wordt alles gelijkmatig gemaakt en geclassificeerd. Alles wordt zo tot een logisch geheel gemaakt, maar wat heeft de mens dan allemaal wel niet verloren ? Wat is er allemaal wel niet weggekapt voor dit product ? De mens schept zo een vals gevoel van realiteit. De mens leeft zo in een wolk. Dit gevoel van realiteit ontwikkelt zich in een serie van identieke herhalingen. De mens raakt er vertrouwd mee, en dat versterkt het gevoel van realiteit, maar waar is het op gebaseerd ? De kunstenaar kan niet leven met dit soort realiteit, stelt Nietzsche. Die kijkt er van weg, en heeft meer
oog voor het subtiele, het spel van de schaduwen, juist dat wat weggedrukt was. De kunstenaar leeft langs de schijnrealiteit heen, op zoek naar de schaduwwereld. In het subtiele vindt hij waarde, en Nietzsche wijst dan op de wereld van Plato, die stelde dat wat voor waarheid wordt gezien is het niet. Er is alleen waarheid in waarde. Er moet een nieuw waardenstelsel komen, stelt Nietzsche. Pijn en plezier zijn geen waarden. Het gaat om diepere filosofische waarden. Realiteit is altijd een simplificatie voor practische doeleinden. Het is een misleiding. De organen van de mensen zijn te grof, en de mens heeft geen orgaan om deze wereld te kennen. Nietzsche verafschuwt de wetenschap die zich voor dit principe heeft gebogen, en aards is geworden. De wetenschap waant zichzelf in de realiteit te zijn, wat dat dan ook mag wezen, stelt Nietzsche. Nee, voor Nietzsche is nihilisme de poort. De mens moet eerst goed wakker geschud worden. Het bestaan van de mens is zwaar overschat. Dat de mens probeert te overleven heeft niets te maken met de waarheid. De mens heeft helemaal de organen niet om realiteit te onderscheiden van wat niet waar is. Als er ergens een ware wereld is, dan is dit niet de wereld van de mens. De mens is een bedrogen schepsel. De mens moet nog geschapen worden. Dat is het hogere ras van Nietzsche. De lagere mens van het ego is ten prooi gevallen aan systematische vervalsing. Deze wereld heeft geen bestaansrecht, stelt Nietzsche, en zou eigenlijk niet moeten bestaan. De wereld van het valse zijn moet vernietigd worden, iets wat niet zomaar alleen door kennis gebeurd, maar door kunst, stelt Nietzsche. Het tijdperk van het nihilisme zou hiervoor aan moeten breken, als een tussenperiode, als een fundament voor de nieuwe wereld. Het hogere ras is nihilistisch, maar dit alleen als een instrument, niet als een doel. Het is een filosofisch nihilisme wat Nietzsche predikt, zeer dualistisch. Nietzsche is helemaal geen doemdenker, maar een creatief denker, die ook destructief moet denken. Er is zoveel wat vernietigd moet worden, zoveel om achter te laten. Nietzsche zag het nihilisme als een natuurverschijnsel, en dit zou zowel verzwakken als versterken. Het moest de eenling afzonderen. Er is een ras, een mens, stelt Nietzsche, wat zeer trots is op zichzelf, die altijd over andere rassen denkt als lagere rassen dan hemzelf, met minder waarde. Het ziet het vreemde en onbekende altijd als zijn vijand. Dit ras is niet leergierig, en verwerpt altijd het vreemde zonder meer, en zou nooit toegeven dat een ander soort het ware soort zou zijn, stelt Nietzsche. Ze vechten niet voor kennis, maar voor macht. Waarden worden niet verder verdiept, maar tot objecten gemaakt. De mens moet de errors leren kennen, stelt Nietzsche, wat in principe overeen komt met de noodzaak van de demonologie. De mens is verschrikkelijk misleid, stelt Nietzsche. Kennis is per definitie altijd al tegenstrijdig. De mens is misleid door wetten, door nummers, door logica. Hoofdstuk 35. Nietzsche en het op de deur kloppende Nihilisme De externe krachten zijn zwaar die aan mensen trekken, ze op de buitenste schil houden, dus er moet een droom machine gebouwd worden om de mens weer naar binnen te trekken. Buiten zijn de white power vrouwen met hun felle make up om hun superieure witheid extra te accentueren. Ze
zijn trots op hun selectieve anorexia, want dit is een anorexia speciaal bedoeld voor het vrouwelijke ras. Voor de man doet het er niet toe, want hij is immers man, dus die mag ook heel dik zijn, maar hij aanbidt het schoonheids ideaal van de anorexia white power vrouw die dit benadrukt door de felrode 'gifklauwen' (nagellak) en de knalrode en eveneens giftige kus des doods (lipstick). Dit, lieve mensen, zijn parasieten, een parasitair buitenaards ras, wat de mensheid heeft overgenomen en nog steeds overneemt door 'dating strategies' om zo deze verlammende en verdovende kus toe te brengen, als beademingsapparatuur. Als zij macht krijgen over je ademhaling, dan kunnen ze je nog meer penetreren, en voor parasitair nageslacht zorgen. Het dwingt zich op. Het zet de lippen op je voor de kus van de hel, en daar ga je dan. Je bent verkocht. Er wordt buitenaardse ademhalingsapparatuur in je geinstalleerd door deze kus, wat je brein zal bewerken. Er komt zo een gasmasker op je. Je hebt zo duistere zaken gedaan met iets. Ze brengen je de nieuwe zuurstof om je aan hen te binden. Zij regelen de rest van je leven. De aardse mannen vallen ervoor als kalveren voor de slacht, omdat ze de filosofie niet kennen. Het wordt hun wijsgemaakt dat dit het leven is, dat dit goed is, en zo hoort, dus is het de waarheid en is het mooi, omdat ze zelf niet nadenken. Het zijn kudde dieren, ontrouw aan de Nietzscheaanse filosofie van de jaren 1800. Ze zijn in de jaren 1900 terecht gekomen, en zo in de jaren 2000, en ze zijn ervoor gevallen. Ze zijn verkocht. De Nietzscheaanse nihilist schud zijn hoofd en trekt zijn borst in, ademt diep uit, om niet één te zijn met deze onderworpenen. Ook doet de Nietzscheaanse nihilist zijn hand voor zijn ogen. Het is een kwaad wat ieder mens moet overwinnen. De mens moet deel hebben aan het hogere ras, waar ook Plato over sprak, het ras van de hogere filosofie. De zeer selectieve anorexia van de white power vrouwen, wat de white power mannen aanbidden, is dus een technologische industrie van beademingsapparatuur die hun troep kwijt willen aan de aarde. Code : de vulling bij de tandarts, of de zogeheten wortelkanaalbehandeling. Andere code : de smorende kus van het veroverde meisje met de dikke lagen felrode make up op de nagels en de lippen om haar superieure witheid te accentueren. Parasieten die zo met elkaar zoenen en voortplanten. Lekker nog even wat chemische parfums erbij wat zich ook vermengd, het teveel aan zout en transvetten op de tanden en in de mond, wat nog een extra booster is. Deze parasieten verlustigen zich in alles wat ziekelijk is, cosmetisch en chemisch. Ze verheugen zich in kanker. De Nietzscheaanse nihilist walgt van deze absurde en bizarre krankzinnigheid. Hoe witter het meisje is, en hoe dunner, hoe 'vrouwelijker' in de ogen van deze parasieten, hoe meer en dieper ze zich over zo'n meisje heenbuigen om het te bezitten, en als trofees worden dit soort types met vlag en wimpel op de roddelbladen gezet en op de covers van de cosmetische bladen. Als trofeeën. En zo kunnen ze in de breinen doordringen van miljoenen onoplettende mannen die toch niets anders te doen hebben of toch nergens anders tijd voor hebben. Zo installeren ze hun zuurstof-apparatuur. Ze moeten het kwijt. Het is rommel. Ze hebben het geerfd. Ze gebruiken die dames voor hun reclame. Het was de verovering allemaal waard. Stropdasje erbij, man in pak, autootje erbij. Rijden maar. Dode kiezen in de mond. Allemaal kanalen voor de parasieten. Rijden maar. Het is het verheerlijken van de dood, van alles wat smerig en slecht is. Walgelijk voor de Nietzscheaanse nihilist, maar heerlijk voor de nazi. Himmler had al een zelfmoord pil in zijn kies gestopt toen de geallieerden waren gekomen. Daar heeft hij bij zijn oppakking dan ook gretig gebruik van gemaakt. Een tragisch verbondsteken van de overdracht van de concentratie kampen aan de opvolgers van Himmler : de medi nazi's. Net als Mengele was ook Himmler erger dan Hitler zelf.
Blijf je ogen open houden. Het meisje dat flirtend op de hoek staat met dikke knalrode lippenstift op en knalrode of knalgele of knalblauwe gifnagels is een medi-nazi implanteur. Ze wil haar beademings apparatuur aan je kwijt. Het zijn de jaren van de tweede wereld oorlog, zwaar giftige parasieten, gezonden om te doden, gezonden om te martelen. Als ze je kust ben je verkocht. Zij die gericht zijn op uiterlijkheden vallen eraan ten prooi. Let goed op deze stelling : Zij die leven door uiterlijkheden en niet door filosofie zullen de uiterlijkheden verdraaien, en zullen hun esthetische zintuig verliezen. Dat is de grote tragiek ervan. Ze zullen dus aangetrokken worden door alles was onesthetisch is, zoals de giftige cosmetische industrie en de giftige schoonmaak industrie, giftige parfums, drogredenen over het uiterlijk enzovoorts, dwalende zelf-belangrijkheid. Het worden 'Liesje mag niet vies worden' figuren, van 'oh, mijn haar moet goed zitten, en nergens een vlekje. Oh help, ik heb een puistje. Dit is het einde van de wereld. Oh help, ik ben wat kaler geworden, oh help, ik mis een kies,' enzovoorts, enzovoorts. De natuur sleutelt aan de mens als de mens volwassen wordt. Er zijn een heleboel rites of passage, maar het wordt niet door de samenleving geaccepteerd, vandaar dat ze dan liever de kies dood maken dan dat de kies getrokken wordt. Waar zijn de germanen gebleven sinds de romeinen zijn gekomen ? Het is allemaal erg schizofreen geworden, wat al een produkt is van het extreem bezig zijn met uiterlijkheden en zo de filosofieën er niet van te kennen. De germanen hadden rustig lang haar en wat baardgroei, maar veel mannen raken helemaal in paniek als ze baardgroei bij zichzelf bemerken en dan gaat direct het scheermes erover heen. Ook als het haar wat langer groeit, dan wordt men bang er niet meer bij te horen, omdat het de laatste mode niet zou zijn, terwijl een paar eeuw geleden was het weer juist wel de mode. De mens is een kudde dier. Het wel of niet knippen van de haren om aan de wensen van de door jezelf ingebeelde massa te voldoen is een gebrek aan filosofie. Je kunt door profetische en filosofische principes en seizoenen je haar wel of niet knippen, je wel of niet wassen, enzovoorts enzovoorts. Laat de natuur je leiden. Wees een barbaar en een germaan als het nodig is, opdat je niet overromeins wordt. Accepteer je natuur. Aan de andere kant raken mannen dan, schizofreen als dat is, ook in paniek als ze verkaling bij zichzelf merken. Het is iets van de natuur als een man volwassen wordt, ook als je eens hier of daar een kies verliest. Kijk maar eens naar de natuurvolkeren hoe ze leven. Niemand kijkt elkaar op missende kiezen aan. Dat hoort allemaal bij het leven en de rites of passage, en heeft diepere filosofische betekenissen, maar de tandarts kan je oppimpen zodat je een kind wordt van de tandarts en niet meer van de natuur, omdat de ingebeelde massa het zo wil. Zo wil ? Ik groeide op met een vader die dacht dat wat hij dacht dat iedereen dat dacht. Daar leefde hij ook voor, wat de mensen zouden zeggen. Als ik iets zei dan was het altijd : 'Als ik er tien anderen bij haal, dan zullen ze dat allemaal ontkennen.' Onder die zware mind control moest ik opgroeien, dat wat mijn vader zei is de algehele waarheid, maar als je even verder kijkt, dan zie je een hele diverse wereld. Kijk, als je altijd alleen maar roddelblaadjes leest, waar wij ook als kind mee werden doodgegooid, en waartegen we protesteerden, maar dat er gewoon niet geluisterd werd, ja, dan denk je ook : wat een vreemde wereld (en dat is het toch wel), maar ga eens de grote stad in en zie hoeveel verschillende soorten mensen er zijn, lang en kort haar, baard en geen baard, kalend of niet kalend. Ze strekken er allemaal eer in, en lopen gewoon door de grote stad heen, omdat ze een schakeltje van het geheel zijn. Ze accepteren elkaar, zien elkaar als uniek, omdat dat de multi cultuur is waar Nietzsche over sprak. Niemand laat zich verleiden tot blauwe ogen en opgepofte borsten. Of toch wel ? Ja, die lopen er ook tussen, maar daar houdt je je niet mee bezig. Ook al zou iedereen het doen, je weet dat het om het pad van de eenling gaat, maar deze wereld is zo groot, en er zijn zoveel mensen, dat er
toch best wel veel eenlingen zijn. En daar doen we het voor. Als ze er niet meer zouden zijn, so be it, maar dit is het pad. Maar ja, dan even over die white power mensen, gifrode nagellak, gifrode lippenstift, of knalpaars, opdat het witte mooi afsteekt. Nee, donkeren zijn dan van een lager ras volgens hen, maar toch gaan ze zelf dan weer de zon in om bruin te worden. Is dat niet hypocriet ? Als een ander bruin is dan is het een lager ras, maar als ze zelf dan bruin zijn dan mag het ineens wel. Zo waren er ook veel nazi's die gewoon Joden waren. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Zoals dat meisje wat altijd met deuren smijt, en als iemand anders het doet, dan gilt ze de hele boel bij elkaar. Of mensen die altijd de muziek keihard aanhebben, maar als anderen lawaai maken, dan gaan ze door het lint. Dat is wat er gebeurd als je je met uiterlijkheden gaat bezig houden buiten de filosofie om. Je wordt stapelkrankzinnig. Nietzsche noemt het allemaal de optische verheerlijking van zelf-belangrijkheid tot het punt van krankzinnigheid. Allemaal hele belangrijke zielen die om niets heendraaien dan henzelf met een vreselijke angst. Het zijn optische gewoontes, stelt Nietzsche. In hun ziekte weten ze allemaal zo goed wat het ideaalbeeld is : henzelf. Ze hebben het tot de enige weg gemaakt, een zaak van behoudenis of verdoemenis. Nietzsche noemt het de allerextreemste vorm van personificatie : krankzinnig belangrijke zielen. Hij stelt dat het allemaal door het christelijke geloof is gekomen : het verheerlijken van één speciaal type, en te geloven dat men ook weet wat dit type is, en dat het belangrijk is om één zo'n speciaal type te hebben, en dat alles wat ervan afwijkt ervoor zorgt dat de kracht en de macht van de mens wegdruipt. Oh, nee, ze vechten ervoor, deze parasieten. Het ging van reli-nazi's tot rassen-nazi's tot medi-nazi's. Het is allemaal één pot nat. Dit is de schepping door de mens, wat geen schepping is. Het is gemormel, geklaag, gejengel, van parasieten die niet eens tot schepping kunnen komen. Die creativiteit hebben ze niet eens. De schepping moet dus nog komen, in de filosofie van Nietzsche. Het christendom en al wat daaruit voort is gekomen aan rommel is een valse ethiek, een vals onderscheidings-mechanisme, wat monsterlijke vormen heeft aangenomen, absolute tirannie. De mens is op de verkeerde plaats. Alleen nihilisme kan dit beest verslaan. Dit is geen algeheel doemdenkend, onfilosofisch, nihilisme, maar creatief nihilisme. Het is een voedende bodem voor de komende wereld van Nietzsche, wat hij in zijn visioen had gezien. Hiervoor had hij alles achtergelaten, en vertrouwde hij zijn eigen denken niet, om te leven in aanhoudende, bittere onzekerheid, om aan het visioen van de hogere orde geboorte te geven. Buigen in het stof voor Areta, of voor Kakia. Zij die in het midden blijven vallen ook ten prooi aan de hevig opgemaakte en verleidelijke Kakia. Kakia met haar helwitte handen versierd met knalrode nagellak waardoor haar superieure, dunne, vrouwelijke schoonheid extra wordt benadrukt, want dat is wel het schoonheidsideaal van het Westen, en wat altijd per definitie bovenaan hun glamour magazines praalt. Het is Kakia, niet Areta, de brute, woeste natuuramazone, want die is te duister in de ogen van de stad. Kakia is de verwenner, het immer ja-knikkende omaatje van iedereen, sierlijk knotje in haar haar als teken van haar autoriteit. De mannen hebben het niet eens door hoe ze door haar worden bedrogen. Ze hebben geen filosofie en staan nergens voor, dus vallen overal voor. Gepensioneerde vrouwen, dat is wat westerse mannen willen. Vrouwen die niets anders doen dan mooi lopen te zijn, spiegeltje spiegeltje aan de wand, hevig kuchen en geeuwen. Zo dun mogelijk, om geen mannelijk vlees te beledigen en te kleineren. Zwak moet ze zijn, dat is een mooie vrouw voor het westen. Enorm broos als porselein, ongeemancipeerd. De mannen smullen ervan als van koek. Ze willen geen barbaarse vrouw. Dan gaan er direct honderden alarmen af. De vrouw moet
zich koest houden, dan is de man tevreden. Ze willen geen filosofische vrouw. Dat is te moeilijk. De vrouw moet mooi zijn, dun, zwak, slaafs, zo dun mogelijk opdat het het rode zal opwekken, het rode gif, lipstick, nagellak enzovoorts, waardoor hun superieure witheid duidelijker gezien kan worden in het contrast, zodat de man extra trots kan zijn op zijn witte vrouwtje. Zo koket en compact dat hij haar gewoon in een doosje kan stoppen. Gemak dient de mens. De vrouw is voor de schoonheid, voor de mooidoenerij. Dat zeggen ze ook graag, het woordje 'mooi', tot in het extreme, want dan hoeven ze niet na te denken. Het is een schuilwoord. Alles goed en wel. Mooi hoor. Nou. 'Daarom,' zegt dan de ander. Zo praten ze in cirkels elkaar het graf in. 'Ik heb me toch een slank dametje op de kop getikt. Ze ziet er uit als een supermodel,' zegt dan de ene man. 'Ik wou dat mijn vrouw zo dun was,' zegt dan de ander. 'Die van mij is veel te dik.' Beide mannen vreten zelf de hele dag door, want dat is mannelijk, maar vrouwtje moet aan de lijn. Ze zitten in de krankzinnige, schizofrene en hypocriete maalmolen van de uiterlijkheden, want er was geen filosofie. Leg die spiegel dan eens weg en kijk eens in de spiegel van de filosofie. Wat zie je dan ? Selectieve vermindering, het is zo bedrieglijk. 'U eerst, u eerst.' 'Na u.' Anorexia nirvana als een weg tot de gifklauwen van de cosmetische en schoonmaak industrie. Want de mens is paranoide in zijn zelfbelangrijkheid, en dus moet er een wapen zijn. Snel, snel, anders loopt een ander er mee weg. Ikke, ikke, ikke. Wapens ? Martial arts ? Snel naar de stokjes grijpen en dan erdoor gewurgd worden omdat je het niet kent ? Leer eerst de wapens kennen, en maak verschil tussen wat wapen is en wat geen wapen is. Wapens ? Nee, het gaat om de vermindering, niet slechts selectieve vermindering, anorexia nirvana, maar om het minimalisme, total minimalism. De mens moet de absolute leegte in, zonder reserves. De anorexia nirvana vrouwen van de selectieve vermindering, van 'ja, mijn man hoeft dat niet, want hij is immers man. Ik ben vrouw, dus alleen ik moet minderen' (wat overigens christelijke drogredenen zijn) heeft door haar selectief zijn, haar sjoemelen, kamelenbulten gekregen. Vaak is die kamelenbult dan weer haar eigen man, een Joe sixpack, de goeiege sul die zijn vrouw door een hel heen laat gaan om maar aan zijn tevredenheidsgevoel te voldoen (hem interesseert het allemaal niet trouwens), en die zelf maar opportunistisch en bourgondisch van haar zwoegen voor hem geniet, een levensgenieter dus. Hij dumpt haar net zo goed weer voor een nieuwe vlam, eentje die nog dunner, witter en blonder is, van het arische ras, nog fellere make up voor een nog groter contrast, zodat haar witte superioriteit nog beter tot haar recht komt. Hij is immers man, dus dat mag allemaal. Altijd maar weer slepen dit soort types rond met dit soort mannen op sloffen. Leer die parasieten herkennen. Val hierin niet ten prooi aan het letten op uiterlijkheden, aan vooroordelen, maar leer de filosofische lijnen te ontdekken, opdat je niet in je eigen roddel industrie terecht komt. Er moet een heilige vreze over dit soort dingen zijn, want je kunt het alleen demonologisch benaderen. Je kan niet zomaar kris kras mensen een stempel gaan lopen opdrukken vanwege dit soort parasieten en dan gaan 'aapjes kijken', zoals wat vroeger veel in mijn familie gebeurde en waar ik als kind al zwaar verontwaardigd over was, dat ze dan voor de tv zitten en dan mensen gaan lopen bespotten op hun uiterlijk. Dat is het ziekelijkste en laagste waar je als mens in terecht kan komen. We bespreken hier de demonologie. Het is geen oude dametjes kransje die lopen te kwartetten over de ruggen van anderen heen, en mensen links en rechts de zak geven zonder diepgaande filosofische onderbouwing. Voor elk ijdel woord zal de mens geoordeeld worden. Het gevecht tegen dit soort beesten heeft dus vele valkuilen. Val niet zelf ten prooi aan dit soort sluwe beesten, want ze sleuren je zo met hen mee. Wat dit artikel wil laten zien is de waanzin van het leven door uiterlijkheden. Aan beide kanten van het koord kun je eraf vallen. Volg daarom de diepere Nietzscheaanse filosofie, want dat was een pad door de woeste jungle van de jaren 1800.
Van alles ligt op de loer, dus pas goed op waar je loopt, want hier is het een afval race. Hier komt het diepste van de mens omhoog, en wie hier afdwaald loopt kans nazi te worden. Nietzscheaan of nazi ? Dat is de vraag. En die vraag wordt aan ieder mens gesteld. Er moet een vrije wil zijn, maar de vrije wil moet onderworpen zijn aan de hogere kennis, door oefening. Wil op zich is dus een groot probleem als het niet volkomen toegewijd is aan de hogere kennis. Vandaar de noodzaak voor de heilige gebondenheid. De filosoof Schopenhauer stelde dat de hogere intellectualiteit de bevrijding van de wil bewerkstelligde. De mens moet loskomen van de lagere wil, de wil van het ego. De mens moet zich emanciperen. In de ogen van Nietzsche is de moraal altijd verkeerd begrepen, vanwege een gebrek aan kennis. Er zijn een heleboel moraalsoldaten die moraal als een excuus hebben om niet naar school te hoeven. Nietzsche stelt dat de mens niet zomaar goed of slecht moet zijn, maar eerst tot de hogere kennis moet gaan, omdat het goede ook bedrog kan zijn. De hogere kennis heeft een beter overzicht, en dus een veel hogere moraal. Vandaar dat de moraal onderworpen moet zijn aan de hogere kennis. De mens moet niet zomaar vanuit de moraal leven. De moraal is dus onderworpen aan het hogere intellect. Omdat het christendom leeft door de moraal en de kennis heeft verworpen is de moraal corrupt geworden, als een schuilplaats van immoraliteit. De moraal mag nooit tegen de moraal van de hogere instincten ingaan die gedreven wordt door de rede, de logos. Ook in deel 2 van de Wil tot Macht stelt Nietzsche dat de opgepofte borst zichzelf tot bewijs maakt door mooie gevoelens. Dat mag nooit de drijfveer zijn. Het is gesjoemel, stelt Nietzsche. Ze gaan voorbij aan de verfijndere filosofie. Ze leven door pathos, niet door logos. Ze voelen zich zo belangrijk en hoog dat ze niets meer nodig hebben. Dit is het al. Dit is een bewijs op zich voor hen. Intellectuele zelf-discipline kennen ze niet. Nietzsche stelt dat er veel diepere, profetische oerinstincten zijn. Het gaat om de waarden van de hogere natuur, niet van zomaar een opgelegde moraal. De mens is verkocht. De moraal moet dus genaturaliseerd worden. Nietzsche had een grote taak bij het stellen van deze diagnose. Hij profeteerde de komst van het noodzakelijke nihilisme, de heraut van een nieuwe wereld en een nieuw ras, de heraut van de schepping die dus nog moest plaatsvinden en er nog nooit daadwerkelijk was geweest. Nietzsche redeneert dus vanuit een plaats voor Genesis. Genesis was nog nooit geweest. Het was iets apocalyptisch. Het moest nog komen, en zou alleen kunnen komen door de voedingsbodem van nihilisme, een creatief nihilisme welliswaar, geen onfilosofisch, doemdenkend nihilisme. Nietzsche, niet zomaar een profeet of oordeelsprofeet, maar een profetisch filosoof, een creatieve nihilist. Hij zag het komen, en kon het niet tegenhouden. Hij stelde dat de toekomst in vele tekenen sprak, en dat de toekomst absolute noodzaak was die niemand meer kon stoppen. Het zat in de lucht, en sprak overal, en Nietzsche zag het visioen. Het kondigde zichzelf aan. Het was het evangelie van het Nietzscheaanse nihilisme, het evangelie van de eenling die in volharding en met geduld zich van alles heeft afgezonderd, altijd buiten staat en aan de zijlijn van alles, en niets doet, maar reflecteert. Nietzsche predikte de komst van de eerste perfecte nihilist in Europa, want Europa ging van decade tot decade verder en verder te gronde. Het was een rivier die zocht naar zijn einde. In zijn formulering van dit evangelie stelde hij dat er een grote tegenbeweging zou komen, die tegen deze formulering in zou gaan. Deze tegenbeweging zou het perfecte nihilisme vervangen. Toch stelde hij dat de mens eerst het perfecte nihilisme moest ervaren om de waarden van de waarden in
te zien. Het evangelie wat hij zag komen, wat een filosofisch evangelie was, zou een nieuw waardenstelsel brengen, alles herwaarderen, vanuit het perfecte nihilisme. Nietzsche wist wat er met zijn filosofie zou gaan gebeuren. Hij voelde het aan. Hij zag nihilisme als een geheimzinnige vreemdeling op de deur kloppen. Het nihilisme keurt dus de huidige wereld af, ziet er geen heil in, is er pessimistisch over, en stelt dus dat er een nieuwe wereld moet komen. Het nihilisme heeft de wereld afgeschreven als een leugen. Het nihilisme was een tegenreactie tot de christelijke moraal. De vreemdeling was dus in gevecht met het christendom. Maar Nietzsche waarschuwde dat er een tegenbeweging zou komen die zich tegen het nihilisme zou keren of het nihilisme zou vervalsen, waardoor het perfecte nihilisme tijdelijk zou wegvallen. We hebben dit gezien met de komst van de nazi's en de medi-nazi's die heilig in henzelf en hun krankzinnige, onbewezen methodes geloven, als het nieuwe geloof. Nietzsche was dus ook heel pessimistisch over de nabije toekomst. De wereld ging een donker gat tegemoet, maar uiteindelijk zou het perfecte nihilisme weer terugkomen, sterker dan ooit, en zou het hogere ras komen en een nieuwe wereld. Nietzsche stelde dat er een nieuwe scepsis moest komen naar het christelijke geloof in de christelijke moraal, en dat de christelijke moraal tegen zichzelf verdeeld was en zichzelf zou vernietigen, en dat deze weg zou leiden tot het nihilisme, het afwijzen van het huidige wereldbeeld en godsbeeld. Het nihilisme rekent af met het oude evangelie en brengt een nieuw evangelie, het filosofische evangelie van de eenling. Nietzsche geeft toe dat Jezus deze boodschap al bracht, maar dat Paulus en de latere christenen het allemaal verdraaid hebben. Er moet dus ook afgerekend worden met valse Jezus beelden. Daartoe was Nietzsche gekomen. Daartoe had Nietzsche noodzakelijke inspiratie ontvangen. Het bleef maar stromen. Hij had de bron aangeraakt, en nu ging het niet meer van hem weg, en moest hij schrijven. Na de moraal-profeten komen de nihilistische filosofen, de Nietzscheaanse filosofen. Ze menen het. Ze zijn ergens onder gekomen wat ze niet van zich af kunnen schudden, de hogere noodzaak. Niet zomaar Jezus die op de deur klopt, maar een onbekende vreemdeling, het nihilisme, en ook het nihilisme zou aan de paal geslagen worden en sterven. Nietzsche voorspelde dat er een nieuwe Judas zou komen. Nietzsche stelde dat de christenen zo ver van hun eigen evangelie waren afgeweken dat ze tegen hun eigen God streden. Het nihilisme was in gevecht met deze knapen, maar ze zouden een grote broer erbij halen. Nietzsche waarschuwde en waarschuwde, maar hij was een roepende in de woestijn, en hij wist dat hij slechts de filosofie van de eenling bracht. Er was slechts natuurlijke selectie. Het zou niet de filosofie van de massa's zijn. De massa's zouden juist zijn filosofie verdraaien en voor hun karretje spannen, wat dan ook gebeurd is. Hij waarschuwde tegen het oversociale en het nationalisme, zij die altijd maar weer met de zweep klaarstaan om anderen te straffen. Het is allemaal schuilmentaliteit, stelt Nietzsche. Heel duidelijk waarschuwt Nietzsche al zeer letterlijk tegen het nationale socialisme, want dit is gekeerd tegen het perspectivisme. Nietzsche ziet geen heil in het nationale sociale, maar in de multi-cultuur, en dan vanuit nihilistisch oogpunt. Alles moet opgetrokken worden tot hogere waarden. Nietzsche is niet tevreden met de wereld en met Europa, en al helemaal niet met Duitsland. Daarom is hij nihilist, maar hij verwachtte de vuistslag op zijn gezicht. Maar het nihilisme zou niet buigen voor de kortzichtigheid. Het nihilisme zou de kortzichtigheid niet tolereren, maar in het gevecht tijdelijk ten onder gaan, sterven op het slagveld. In de apocalypse van Nietzsche klopte het nihilisme op de deur, ijskoud nihilisme,
zonder compromis. De oude wereld moest weg. En het nihilisme zou ten onder gaan in dit gevecht. Nietzsche zag de jaren 1900 komen. Nihilisme is al heel oud, en kwam al voor in het OT : 'alles is ijdelheid.' Alleen de eenling kan het nihilisme bereiken, want alleen de eenling kan loskomen van de drijfveer van de massa's. De eenling heeft zijn geloof in de massa's verloren. Dat is wat het nihilisme is. Ook heeft hij zijn wil om de massa te dienen verloren. Het nihilisme betekent alles achter te laten. Het betekent het verliezen van religie en het winnen van filosofie. De wereld is slechts iets psychologisch, een behoefte, een overlevingsdrang, maar geen daadwerkelijke waarheid. De mens heeft gewoon voorzieningen getroffen. Het nihilisme neemt er geen genoegen mee, en zoekt naar de daadwerkelijke waarheid. Het nihilisme wil niet in slechts verbeelding leven, maar wil bouwen, uitvinden. Nihilisme is een Nietzscheaans dualistisch ideaal, deels destructief en deels ironisch. Niet meer gaat het om dat wat bestaat, maar om dat wat niet bestaat, de schaduwwereld, de subtiliteiten. Zodra iets waar wordt is het niet meer waar, stelt het nihilisme. Zodra iets waarheid wordt is het niet meer echt. Alles is overgemoraliseerd, overgewaardeerd, en de mens is er moe van geworden. Daarom is nihilisme onontkoombaar. Het geluk van de grootste meerderheid begint zichzelf aan te vreten. Het mens zijn is zwaar overdreven, stelt Nietzsche. Nietzsche stelde dat Napoleon het medicijn was, omdat Napoleon de samenleving, de massa's, als zijn vijand zag. Nietzsche bedoelde dat in archetypische zin, want letterlijk gezien was Napoleon zwaar corrupt. Maar in het abstracte idee van Napoleon ziet Nietzsche heil als medicijn tegen het kudde instinct. Het is namelijk het enige instinct wat de massa's kennen. De massa's zijn verslaafd aan romantiek, d.w.z. een overdosis aan romantische verhalen en literatuur en een groot gebrek aan filosofie. Het gebrek aan discipline in de moderne geest maakt zichzelf op met allerlei morele mode. Hoofdstuk 36. Napoleon en de eeuwige obscuriteit De lagere mens van het ego spreekt en denkt altijd in termen van uiterlijke schoonheid. Dat is zijn streven. Altijd moet hij uiterlijke schoonheid om zich heen hebben, zijn gedachten ermee vullen, want hij heeft namelijk smetvrees. Hij wil de woeste, brute natuur niet, en daarom heeft hij ook zijn oog voor ware schoonheid verloren. Hij gebruikt zijn verslaafdheid aan aardse schoonheid als een schuilplaats tegen zijn smetvolle hart. Elke keer dat hij redeloos denkt en spreekt over lagere aardse schoonheid, stadse schoonheid, dan verlaagt hij hiermee zijn intelligentie peil, dan vreet het aan zijn intellect. Het druppelt. Het is een tikkende tijdbom. Dan moet je opgroeien met aardse idioten om je heen die het altijd hebben over uiterlijkheden, terwijl je snakt naar wat diepte. Het zoeken en dienen van de aardse afgoden leidt altijd weer tot de grootste vernedering.
Napoleon beschouwde de massa's als zijn vijand. Alhoewel corrupt zag Nietzsche in hem een hoger, abstract medicijn. Nietzsche was de Napoleon van de filosofie, een nihilistisch strateeg in oorlog met de massabeelden. De hogere man is Napoleonitisch, die boven de kuddes staat, ver van hen verwijderd, maar Nietzsche zag de letterlijke Napoleon als een gevallen man, dus hij gebruikte alleen het archetype Napoleon, de kunstvorm Napoleon. De mens was in de ogen van Nietzsche maar fragiel, en het politieke gebied was te gevaarlijk. Er was een andere, diepere weg. Nietzsche zag het Napoleonitische als een herberg voor de vermoeide reiziger, maar Napoleon zelf was niet iets waar hij teveel bij stil wilde staan. Maar Napoleon als archetype voor de eenling zag hij als de staat van uitzondering. In dat opzicht is Napoleon het rolmodel voor de Nietzscheaan, maar niet in letterlijke zin. Hij was in die zin geinteresseerd in de psychologie achter het Napoleon personage in de diepere zin van het woord. Hij voelde dat er ergens een sleutel zat in het Napoleon-enigma, iets wat hij niet wilde missen, en zonder welk zijn gehele filosofie zou instorten. Hij moest en zou zijn eigen Napoleon worden op dit strijdveld van de filosofie. Het was Nietzsche tegen de massabeelden. Napoleon was de sleutel tot dit museum van de massa-beelden, en tegelijkertijd de moker om deze beelden tegen de vlakte te slaan. Er zou een nieuwe beeldenstorm moeten komen. Napoleon was in zijn ogen de meest afgezonderde mens en eenling, maar het probleem lag erin dat Napoleon een mengsel was van het onmenselijke en het bovenmenselijke, en dat hij vlees was geworden in die hoedanigheid. Nietzsche moest het Napoleonitische archetype weer rechtzetten. Toch noemt Nietzsche Napoleon ook de incarnatie van het nobele ideaal, maar dat moet men begrijpen. Hij danst om Napoleon heen om er betekenis in te vinden. Niemand komt wat dat aangaat langs Napoleon heen, niemand. Maar Napoleon was een gevallen, vleesgeworden man, zoals Jezus. Het Woord was vlees geworden, en had zich zo verlaagd, corrupt gemaakt. Napoleon kon hij in die zin niet bewonderen, maar Napoleon was nog steeds het model voor het hogere ras wat afrekende met de Judeo-christelijke democratische kudde mentaliteit. De nazi's van het Duitse rijk vervleselijkten dit Woord nog meer door letterlijk dan maar de Joden te gaan vervolgen in plaats van recht te snijden met het Woord. Duitsland : het Woord was niet alleen vlees geworden, zoals in Frankrijk, maar had ook vlees gemaakt. Het Woord ging van vlees tot vlees, tot de laagste vormen van vervleselijkingen, en Nietzsche walgde ervan. Het kwam hem zijn neusgaten uit. Hij wilde zoals Napoleon iets van de massa's maken, en niet zomaar alles wegwerpen. Hij wilde het Judeo-christelijke tijdperk tot sieraad strekken. Zijn nihilisme had zwaar Salomoïsch en Jezusiaans fundament, maar daarop was een Napoleon nodig, Napoleon, de barbaar. Hij zou dit keer recht snijden, en het Woord niet tot vlees laten worden. Hij zou zelf Napoleon zijn voor de filosofen, en het beter doen dan zijn vleselijke, gevallen voorganger. In die zin was hij geobsedeerd met Napoleon. Er moest flink, veel en hard gepoetst worden. Het moest de sop in. Het moest de natuur rivier ingeworpen worden, in een biezen mandje. Het moest dieper Egyptologisch fundament krijgen, in de schaduw van het maanlicht. De eenlingen zouden gaan tot de hogere idealen, en Napoleonitisch afrekenen met de massa beelden, maar hierin recht snijden, en niet zelf tot zulke massa beelden worden. Er waren vele valkuilen op het pad van de filosofische anarchie. Genesis moest nog komen. Nietzsche, de voortijdse Napoleonitische barbaar, op zoek naar de verloren schaduwen. Hij zou niet vlees worden zoals zijn voorganger.
Er zou een nieuwe mens moeten worden. Er was nog geen mens gekomen. De schepping had nog niet plaatsgevonden, slechts parasitaire pretentie. Het waren slechts ijlende barensweeen. De schepping was komende, maar eerst was alles in een diep zwart gat van error gevallen. Er was nog niks, en niemand zou het dan ook moeten grijpen, want het was niets. Alles was woest, ledig en duister. Nietzsche sprak over het komende filosofische Genesis. Maar de ingebeelde waanmens wilde het schone hebben, ook al moest men daarvoor valse schoonheid grijpen. Deze ingebeelde waanmens kon niet leven zonder schoonheid, kon niet wachten. Deze geprojecteerde mens van het lagere ego had smetvrees. Liesje mag niet vies worden. Liesje moet knalfelle nagellak op, en met gifspuit bewapend zijn tegen de natuur, het komende Genesis. Liesje moet apathisch geeuwen en kuchen, want een barbaar, nee, dat mocht niet gebeuren. Netgekamde man met stropdasje en auto was haar prins. Zouden ze beiden de schepping tegen kunnen houden ? Alles keurig netjes en Liesje is tevreden. Dan hoeft ze niet na te denken. Nadenken doet pijn. Pijn moet koste wat het koste ontweken worden. Het is feest. Liesje is jarig. Netgekamde man met stropdasje komt ook, met zijn nette auto, en neemt veel cadeautjes voor Liesje mee : barbies, en veel schoonmaakproducten, want Liesje mag niet vies worden. Liesje kijkt neer op andere rassen, vooral de natuurrassen. Oh help, daar ligt een haartje of stofje op de grond. Liesje schreeuwt moord en brand, maar daar komt haar dappere prins met de gifspuit al. 'Liesje, goed je knalfelle nagellak ophebben, hè, altijd. Het is knalgiftig, dus een goede hulp in huis.' Haar prins, haar giftige nagellak. Lange nagels, lekker lang laten groeien, en dan het rode erop. Dan komt haar superieure witheid extra tot haar recht. Liesje mag dan dun en zwak zijn, broos als porcelein, maar dat is de schoonheid van de vrouw, anorexia nirvana. Alleen daarom is zij prinses, want alles gaat om de uiterlijke schoonheden. Zij is genetisch gezegend, van het arische ras, het superieure ras. Alles is door de geboorte bepaald. Ze is in een goed gezin terechtgekomen. Alles om het uiterlijk, vanwege smetvrees. Dat is hun Jezus. Het is hun Hitler. Nietzsche stelde : Terug tot het Napoleonitische, maar laat het niet vlees worden. Dan is alles verloren. De samenleving werd door Napoleon beschouwd als zijn natuurlijke vijand. Het militarisme was het medicijn, maar dan niet het vleesgeworden militarisme, maar het filosofische militarisme, oftewel de demonologie, iets wat Nietzsche in hart en nieren was. De demonologie buigt niet voor de massa's. De demonologie is nihilistisch en zou zich niet laten verleiden vlees te worden, maar stierf eerder om haarzelf te vereeuwigen. Het was de opmars van de schaduwwereld. Alleen de eenling zou overleven, tot de schepping komen. Dit was een schaduwschepping, geen vleeswording. Het was een nieuw zintuig, een zintuig van het subtilisme. Nietzsche wilde de woestijn rondom Napoleon begrijpen, doorvorsen. Hij zag geen andere weg. Napoleon stond recht voor hem, en het raadsel moest opgelost worden. Napoleon was het enigma van de eenling. Het was te groot, te diep, om zomaar te ontwijken, om zo maar weg te werpen alsof het niets was. Er was iets, maar het had nooit vlees mogen worden. Nietzsche zou het dit keer goed doen. Napoleon was te belangrijk voor het hogere ras, maar Napoleon moest vallen. Het zegel moest verbroken worden voor de Nietzscheaanse filosofische apocalypse. Napoleon was zowel de Jezus als de Judas in het evangelie van Nietzsche. Napoleon minachtte de massa's, hoe ze werden gedreven door ziekelijke overbelangrijkheid van hun eigen kleine waanbeelden. Napoleon stelde dat de echte waarheid nog niet eens half zo belangrijk is dan wat ze denken dat hun eigen waarheden zijn. Het ziekelijke belangrijk doen was
iets van kleinzieligen, kortzichtigen, maar Nietzsche stelde dat Napoleon uiteindelijk streed tegen zijn eigen hoge idealen en daardoor viel. Hij viel uit zijn eigen filosofische hemel. Napoleon was een privé persoon, private investigations, die leefde met verbale vermommingen om zijn privé terrein te bewaken, en hij raadde dit ook anderen aan die naast hem stonden. Hij zag de massa's als roofdieren die misleid moesten worden in die zin, afgeleid. Hij wilde zijn gedachten niet blootleggen. Hij verschool ze achter andere begrippen. Hij gebruikte pretentie, bedrog, misrepresentatie en zelfs hypocrisy en opschepping om zichzelf te versluieren. De massa's waren hem niet waard. Zij waren zijn natuurlijke vijand. Napoleon dacht strategisch en gaf niet toe aan de nieuwsgierigheid van de massa's. Het was een soort escapisme wat hij bedreef, en Nietzsche nam dit over, want het schepte afstand. Dat hierdoor veel misverstand zou komen moest dan maar, want de massa's moesten en zouden beelden maken, maar Nietzsche zou niet voor ze buigen. Mensen spraken toch wel, of je nu iets zei of niets zei. Ze verdraaiden het zoals zij het wilden. Daarom waren de massa's de grote vijand, en die moesten bedrogen worden. Nietzsche predikte voor de eenling, niet de massa's. Dat had hij van Napoleon geleerd. Het kwam van Plato's 'nobele leugen'. Het was een noodzakelijk filosofisch principe om niet je schuilplaats aan de massa's te verraden. Het was een absolute noodzaak in het ontsnappings proces uit de giftige klauwen en kerkers van de massa. De massa was een totaal uit de hand gelopen, hysterisch, blind monster wat eenlingen zocht om hen te verslinden en in hem op te nemen, te assimileren. Er mocht geen medelijden met dit monster zijn, stelde Nietzsche, want dan zou de eenling eraan gaan. Dit monster was puur diabolisch, en je zou alleen maar jezelf bespotten en vernietigen door het ook maar een greintje medelijden te geven, want dit beest had geen greintje medelijden met jou, en zocht je te vernietigen. Het was een gevecht op leven en dood. Napoleon stelde dat wat voor de eenlingen het tijdperk van de illusies is voor de massa's het tijdperk van geluk is. Geluk stond boven kennis, boven de logos, bij de massa's, door het kudde instinct, stelde Nietzsche, en dat was tegelijkertijd het probleem. Het was zo'n vervalste en diep gevallen moraal dat Nietzsche noodzakelijkerwijs moest stellen dat de immorelen moesten komen. Dat zou de enige sleutel zijn, en dit ging hand in hand met het nihilisme. Er moest een nieuw immoralisme komen als een Napoleonistische beeldenstorm, en dit moest leiden tot de hogere rede, de logos. Napoleon wist wanneer hij zich moest terugtrekken. Hij stelde dat de vijand nooit verstoord moest worden wanneer het bezig was een grote fout te begaan. Hij wist wanneer hij niets moest doen en niets moest zeggen. Hij stelde dat de ware rijkdom niet ging om bezit, maar om het juiste gebruik maken van bezit. Ook stelde hij dat de mens niet teveel met maar één speciale vijand moest vechten, want dan zou hij zijn eigen oorlogskunst teveel verraden. Napoleon wist dat het er om ging de massa's te slim af te zijn. Voor Napoleon was het volharden in vermoeidheid belangrijker dan moed. Moed is vaak overmoed. Er zijn andere paden die de eenling moet nemen. Hij stelde dat een mens nooit meer moest doen dan nodig was, en dat het geestelijke het in de lange term zou winnen van het grijpen naar de wapens. Napoleon riep daarom op tot geduld, boven het gebruiken van moed. Moed was zwaar overdreven door het kudde instinct. Hun moed had hen in de problemen gebracht, want het was overmoed. Ze wilden zich niet vermoeien met de diepere filosofie. Ze gooiden hup hun parels voor de zwijnen, kwakten het zo allemaal onbeschaamd op tafel. Een dwaas is altijd tevreden met zichzelf, stelde Napoleon, niet door enige kennis verhinderd. Zij met kennis zijn nooit tevreden met henzelf. Alleen volharding zou naar de uiteindelijke overwinning leiden. De massa's waren zwak in de ogen van Napoleon. Ze bogen te snel voor elkaar, en voor allerlei lagere
driften. Ze hadden geen discipline. Nietzsche stelde dat ze rustig door konden gaan met hun kerkje spelen en het volgen van het democratische kudde instinct, want uiteindelijk zouden ze inzien dat ze het Nietzschistische nihilisme nodig zouden hebben, en dan zou alle knie buigen en elke tong belijden, omdat het kudde instinct zichzelf en anderen zou verzwakken en aanvallen. Het was allemaal slechts zelfvernietiging, en dit zou uiteindelijk Nietzsche's voordeel zijn. Napoleon had geleerd hem niet te laten ingrijpen wanneer zijn vijand een fout maakte. Op het strijdveld is niemand boven de ander. Napoleon wist dat als hij heengaan, dan zou alles weer verder stromen als een rivier, en de massa's zouden weer onverstoorbaar verder gaan, maar uiteindelijk zou het weer afnemen, want glorie was maar tijdelijk, en alleen obscuriteit was eeuwig. Een ware soldaat zou er lang en hard voor vechten. Napoleon stelde dat religie het snoep was voor gewone mensen om hen rustig te houden. Het was de narcose voor de kudde wanneer Napoleon ging opereren. Hij wist dat religies door de massa's zelf waren gemaakt. Hij wist dat verbeelding de wereld regeerde. Hij wilde de massa's niet meer gehoorzamen. Hij wist dat er maar een hele dunne lijn lag tussen het geniale en de krankzinnigheid. Hij haatte de medische industrie, en zwoor bij het natuur medicijn : water, lucht, en hygiene. Hij stelde dat dokters in het hiernamaals verantwoordelijk zouden staan voor meer verlies van levens dan generalen. Hij wantrouwde al hun vreemde medicijnen waarmee ze massa moorden pleegden op het volk. Als er enige constitutie was dan moest het kort en obscuur zijn. De medische wereld was een pseudo-wetenschap die het volk had misleid, die de mens had losgetrokken van de natuur en gevangen had gezet. Nietzsche stelde dat Napoleon een hele creatieve man was die niets zomaar wegschopte, maar van alles speelgoed maakte : van ideeën, mensen, religies en regeringen. Het was allemaal bruikbaar voor Napoleon, zonder dat hij viel voor de illusies van democratie. Napoleon was enorm eigengereid en liet zich niet betuttelen door het kudde instinct. In dat opzicht was Napoleon uniek, een echte eenling, stelde Nietzsche. Er zat in Napoleon te potentie van het hogere ras, stelt Nietzsche, de brute, superieure kunstenaar die niets heel liet van kortzichtigheid, maar er wel mee werkte. Maar Napoleon danste op een gevaarlijk koord. En er waren veel roofdieren rondom hem. Hij zag dat Napoleon nog steeds een ziel had, en dat Napoleon als de ziel van de aarde was. Hij was niet te vergelijken met anderen. Hij was ongrijpbaar, paste niet in hokjes en vakjes thuis. Als mensen dachten dat ze hem hadden was hij alweer ergens anders, en was hij weer wat anders, en hij wist precies wanneer hij weer moest veranderen. Soms was hij dit, soms was hij dat. Hij was in gevecht met de massa's. Hij zag mensen niet als mensen, maar als instrumenten om te bouwen aan een betere wereld, een multi-religieuze en multi-culturele wereld waarin de mens alles voor allen wordt, wat ook het mandaat van Paulus was. Ik had een droom waarin ik een ontmoeting had met Napoleon, en hij toonde mij een zwarte driehoek. Dit waren drie principes : nihilisme, obscuriteit en pre-existentialisme. Het preexistentialisme stelt dat de schepping nog niet geweest is, en dat de mens nu in een voorbestaan is, en dat dit wel moet, voordat de daadwerkelijke schepping kan komen. De mens is nu nog op een plaats die woest, donker en ledig is, in een tussenstaat dus. De daadwerkelijke mens is nog nooit geschapen. Het hogere ras moet nog komen.
Hoofdstuk 37. Het wachten op het napoleonitische visioen Het grote wachten op het visioen, en dan zie je eerst de onschepping, dat wat helemaal geen schepping is. De moderne vrouw van de jaren 1900 projecteert alles op de man. Zowel Napoleon als Nietzsche hadden geen hoge pet op van de westerse, moderne vrouw van de jaren 1700 en 1800. Zij zagen het grote verval al, wat al bij het christendom was begonnen, want daar projecteerde de christelijke vrouw ook al alles op de man. Van mooidoenerij was toen nog geen sprake, want daar had Paulus een hekel aan, maar met de komst van het Evangelische christendom kwam dit opzetten. Het was een valse leegte, genaamd anorexia nirvana, omdat het geprojecteerd werd op de man. De pop ups hiervan waren de scherpe, lange knalrode, knalgele, knalblauwe of knalpaarse gifnagels om anorexia nirvana te bewaken. Het was de selectieve vermindering van 'ik hoef het niet, maar mijn man', 'niet ik, maar hij', wat altijd weer een christelijke basis heeft, en omdat het in de kern verrot was gaf het later dit soort pop ups, want het was een industrie van buitenaardse beademings apparatuur, te leven onder een bepaalde parasiet. Dan krijg je die arische dunne clownslippen op je, en dan krijg je de gifbijt, en dan injecteren ze hun nageslacht in je die zich dan in je vlees nestelen en hierop feestvieren. Daarom was het anorexia nirvana schoonheids-ideaal niet voor de man, want die mocht rustig alles eten en alles nemen, opdat het nageslacht zich hieraan kon voeden. De man kreeg dus ook de echte vlees-pop ups zoals sixpacks en biceps, wat ook goed in dit systeem paste, maar de man moest het meer hebben van het stropdasje, het dure autootje, de dure pakken, om te laten zien dat hij rijk was, zodat een overmatige stroom aan vlees gegarandeerd was, waar dat dan ook vandaan zou komen. In ieder geval was de man er niet voor de mooiheid, dus die hoefde zich niet aan allerlei disciplines te houden waar de vrouw wel aan moest voldoen. De man moest gewoon vlees bieden of gewoon rijk zijn, wat nog wel beter was. Machtige mannen, daar ging het om, de mannen die de knopjes in de handen hadden. Napoleon noemde de westerse vrouw een gevaarlijke machine. Er waren natuurlimieten doorbroken, en valse samenlevingslimieten gesteld. Die wilde Napoleon doorbreken om de natuurlimieten weer te herstellen. Voor Nietzsche was Napoleon de man van 'terug naar de natuur'. Napoleon stelde dat de mens was ontwricht door een zee van valse romantische literatuur. De mens was hierdoor bedorven geworden, verstrikt geraakt. Huwelijken werden vaak gesloten uit gemak, de nabijheid, en uiterlijkheden, gebaseerd op flutromannetjes, en zo was er geen ware hartsverbinding. De mens leefde door zijn uitpuilende ogen, stelde Napoleon en niet door zijn hart, en daarom was de mens misleid. De mens werd gedreven door hormonale ongelukken, stelde Napoleon. Het was een tijdelijke, vergankelijke basis die zomaar weer weg kon drijven en om daar dan een huwelijk op
te bouwen vond Napoleon belachelijk en gevaarlijk. Het moederschap moest daarom hersteld worden. Nu is het ook zo dat er in de jaren 1700 en 1800 hele andere definities waren voor woorden zoals mooi, sterk en zwak. In de jaren 1900 kwam er een heel ander woordenboek met andere betekenissen voor deze woorden. De rassennazi's of genennazi's molden de gehele filosofie omtrend deze dingen, en die gaven geboorte aan de medi-nazi's en de beauty nazi's met hun bizarre pop ups met de schoonmaak-industrie en cosmetische industrie aan hun zijde. Het was een complot tegen de natuur-mensheid. Napoleon stelde al dat dwazen worden misleid door hun ogen, maar dat de mens zich door zijn hart moest leiden, en door het moederschap, en dan zou de eeuwige obscuriteit de hartbewaking zijn, want er zouden zwaar duistere tijden komen. Zowel Napoleon als Nietzsche keken recht in het ravijn wat zou komen : de jaren 1900 en de jaren 2000. Het zou een ware plaag worden. Het duveltje zou uit het doosje komen. De voortekenen waren er al in de tijd van Nietzsche en Napoleon. En dan moet men wachten op het visioen, en dit visioen zuigt een mens eerst helemaal leeg, en dan ziet de mens eerst de onschepping, de vrouwen die alles op de man projecteren tot het punt van anorexia nirvana, oftewel de selectieve vermindering van 'ik niet, maar hij wel'. Wie is dan die 'hij' ? Dat is de pop up industrie, de reclame voor het product 'anorexia nirvana', oftewel de helrode scherpe en lange gifnagels om gaten in de mens te boren opdat het witte zwaar chemische giftige schoonmaakproduct uitgegoten kan worden. Deze vrouw giet haarzelf telkens weer uit, kotst haarzelf telkens uit op de man waarop zij alles projecteerd. In diepte zijn dat geen uiterlijkheden, maar codes voor duivelse machines. Dat kun je niet zomaar kris kras op mensen om je heen gaan schuiven, omdat het van generatie tot generatie wordt doorgegeven. Een vrouw wordt al vermoord en opgezet in de moederschoot tegenwoordig. Het zijn geen uiterlijkheden. Het gaat om het ontwaken tot het zien van deze codes in de filosofische context. Het uiterlijk heeft niks met schoonheid te maken. Het bedriegt. Het leidt de mens van de oorlog af. Het gaat om de schaduwwereld, het obscure. Je mag profetisch en filosofisch met je uiterlijk omgaan, maar overdrijf het niet. Blijf in de schaduwwereld, blijf obscuur, en zoek de glorie van de lagere aardse gewesten niet. Volg de lagere mode niet, maar kom tot de hogere mode. Napoleon en Nietzsche waren misselijk van de parasieten die op aarde een invasie aan het houden waren. Ze konden het ruiken. Ze konden het overal zien. De man – die hoefde niets qua schoonheid. Die projecteerde dat allemaal op de vrouw. De man moest er namelijk op uit. Die moest voor het gezin zorgen, dus die moest werken in weer en wind, dus die kon zijn kapsel ook niet in bedwang houden. Daar had hij geen tijd voor. Dat zou allemaal ijdelheid wezen. Dat was dus voor de vrouw. Die had daar alle tijd voor. Die kon in haar huisje blijven, om wat licht huishoudelijk werk te doen, opdat de man zou eten. Zij mocht niet eten. De man moest eten, want de man moest het zware werk verrichten. De man was er niet voor de schoonheid. Dat hoorde niet bij een man, dat paste niet bij een man. Het ware sieraad van de man was zijn lijden, zijn zwoegen, zijn vermoeidheid, het zwak terugkomen aan het einde van de dag, want dat was een teken dat hij gewerkt had. De vermoeidheid was veel belangrijker dan de moed. De vermoeidheid maakte de man tot een echte man. Het was zijn beloning, en zo had hij zijn vrouw, zo kon hij slapen, en dromen om inspiratie op te doen. Het soort schoonheid waar de vrouw omdraaide, dat was niet voor de man. De man projecteerde dus ook alles op de vrouw. Er mist in dit
verhaal nog een schakel : de filosofie, want dan worden alle dingen ineens anders, en wordt het van een hele kant bekeken. De man moest juist thuiskomen met veel vuil. Als de man helemaal schoon thuis zou komen, dan zou de vrouw denken : die heeft niet gewerkt, die heeft niks lopen doen. Schoonheid was dus niet voor de man. Vuilheid was niet voor de vrouw, want dan zou de man denken : 'ze heeft het huis niet schoongemaakt. Waar doe ik het allemaal voor.' Zo was er deze taakverdeling : de vrouw moest schoon zijn, en de man moest vuil zijn, want dat waren de tekenen dat ze beiden gewerkt hadden. Als de man schoon thuis zou komen, dan had de vrouw helemaal niets meer te doen. De vrouw wilde voor de man zorgen, zijn wonden verbinden, hem rust geven, en te eten. Dan kon ze hem een heel klein beetje van haar schoonheid geven. Dat deed zij allemaal. Zij zorgde voor een bad. Dat was allemaal van haar. Dat was haar werk. De man mocht niet schoon thuiskomen, want dan was hij geen man meer, maar een vrouw. Dan zou hij ontmannelijkt zijn. Hij zou dan dus vervrouwelijkt zijn, en dat werd niet toegestaan in deze apartheid. Het was dus een soort rassenonderscheid. De vrouw was er voor het aanrecht, voor de mooiheid, de schoonheid, alles keurig netjes in orde, zodat de man in een keurig opgeruimd huis zou komen na een lange dag van werk, zodat hij niet zou denken dat hij direct weer moest werken als hij zou thuiskomen en zoveel rommel en vuil zag liggen. Nee, de vrouw moest keurig, netjes en schoon zijn, om de man zijn welverdiende rust te bieden. Een ijdele man paste niet bij het man zijn. De man moest van de taak van de vrouw afblijven. Telkens weer moest de vrouw eraan herinnerd worden dat ze schoon moest zijn voor de man, want anders zou hij te overbelast worden, en zou hij zelfs als hij was thuisgekomen na een lange dag vol met hard werk nog door moeten werken. Hoe schoner, hoe beter dus. Telkens weer moest de man eraan herinnerd worden niet schoon te zijn, maar vuil, vermoeid en lijdend, in de zin dat hij niet met lege handen thuis zou komen. Hij moest het gezin immers onderhouden, en niet de hele dag in een hoekje staan en dan schoon thuis komen en zeggen : daar ben ik weer. Als de vrouw geen lijden in de ogen van de man zag, dan was ze teleurgesteld, want dan had hij niks, en dan zou zij ook niets voor hem kunnen betekenen. De vrouw wilde verzorgen, hem een goede nachtrust bieden, opdat hij de dag erna weer zou kunnen werken. Als de man te vrolijk thuis zou komen, dan zou dat geen goed teken zijn. De vrouw moest dus vol met energie zijn om haar vermoeide man te kunnen opvangen, als een herberg voor de man, een rustplaats. Een beetje vrolijkheid in de vrouw kon geen kwaad, maar in de man kon het dodelijk zijn. Het kon een teken zijn dat hij geen werker was. Als hij nooit verwond thuis zou komen, dan had de vrouw het gevoel dat ze niet meer nodig was, en waar deed ze het dan allemaal nog voor ? Dan zou ze ernstig aan haarzelf gaan twijfelen. Hoe schoon ze dus ook op zichzelf was, ze kon dat bij een man niet waarderen. Als hij te vrolijk thuiskwam raakte ze in paniek. Dat vond ze verdacht. 'Zeg, heb jij wel gewerkt ?' 'Jawel hoor.' 'Nou, het lijkt er anders niet veel op. Je bent veel te vrolijk.' Schoonheid en vrolijkheid was voor de vrouw, zodat ze de man op kon peppen, op kon laden. De man moest helemaal afgepeigerd thuiskomen. Dan was de vrouw tevreden, want er was gewerkt. Ze wilde lijden in zijn ogen zien, soberheid, geen verdachte, luie vrolijkheid, wat trouwens ook kon
betekenen dat hij pleziertjes buiten de deur had gehad, buiten haar om. Daar moest ze niet aan denken. Ze wilde de man iets te bieden hebben, en dat kon niet als hij alles al had. Beiden projecteerden ze op elkaar. De vrouw was een eigenaardig wezen, te zwak voor het echte werk, maar een schoonmaak middel voor na het werk. Dan kon de man de dag erna er weer tegenaan. De vrouw wilde dus bloed zien als haar man thuis was gekomen. Dat bloed kon ze dan op haar scherpe nagels doen als een teken dat hij gewerkt had en dat het huis weer was voorzien. De vrouw was te zwak voor het lijden. Dat was haar schoonheid. Er is een verschil tussen vuil en het schoonmaakmiddel, tussen man en vrouw. De rode nagellak was het verbondsteken. De mannen hoefden het maar op een vrouw te zien en ze waren ineens verliefd. Dat maakte de vrouw wel tien keer mooier. Het kondigde dit verbond aan, en dan die rode lippen, dat was wel helemaal romantisch, de vrouw die zich te goed had gedaan aan het bloed van de man. Als hij dan eens een keer schoon en onverwond thuiskwam, dan kon ze zijn bloed toch wel nemen door de gifbeet, door de gifkus van de vampier. Zo hielden deze parasieten elkaar in stand. Apathisch wit moest de vrouw zijn, want wit is de kleur van de schoonheid, het witte gif. Het was het teken van superioriteit van het arische ras. Zo begint het visioen over de onschepping. De schepping is dan nog niet gekomen. De man en de vrouw zijn nog niet geschapen. Dat wat ze man en vrouw noemen zijn slechts parasieten. Hoofdstuk 38. Napoleon en de nachtmerrie van de feutus en het herstel van het moederschap De man : het sterke, het werk De vrouw : het zwakke, het schoonmaakmiddel Zo was die verhouding nu eenmaal in de onschepping. De schepping was nog niet geweest. Het waren roerselen en geijl in het duistere, woeste en ledige, als barensweeën. Er was nog niks. Het is slechts oerpretentie. Gegil en geschreeuw hier en daar. Maar het is niets. De mens bestaat nog niet, zowel de man niet als de vrouw niet. De schepping is nog niet gekomen. Het is de nachtmerrie van de feutus van het hogere ras. Eerst moeten de filosofische genen geopenbaard worden van het hogere ras. De man : het vuile, het werk De vrouw : het schone, na het werk, het schoonmaakmiddel
Het is een industrie. Het is een schoonmaakmiddel reclame. Daarom stelde Napoleon dat de romantiek moest sterven want die had de mens bedrogen. Het moederschap moest hersteld worden. De mens was verleugend. Alleen dan zou het hogere filosofische ras kunnen komen en zou de mens geschapen kunnen worden. Alleen door het hogere moederschap zou er een hoger zoonschap kunnen komen, en daarvoor moest er teruggegaan worden tot de natuur. Daaraan moest de feutus herinnerd worden. De feutus moest zich bewust worden van de filosofische genen en van dat het zich in wezen in de natuur bevond, en dat dit slechts een natuurverschijnsel was voorafgaand aan de schepping, als een ontlading, als onweer. De feutus moest leren te openen voor de schaduwwereld, de subtiele obscuriteit, wat als een code lag verstrengeld in deze voorscheppingse verschijnselen. De schepping zou plaatsvinden in dit labyrint als het oplossen van een puzzel, het langs dingen heen leven om er niet in opgesloten te raken. Deze obscure gewoonte moest aangeleerd worden totdat het bloed was geworden, een genetisch filosofisch patroon. Zonder dit zou er geen daadwerkelijke schepping mogelijk zijn. En deze obscuriteit moest beveiligd worden door het nihilisme. Dat was het instinctieve alarm van het hogere ras wat zou komen. Maar hier ging het telkens fout, want er begonnen zich lagere weerspiegelingen af te scheiden die nog wel lager gingen. Vandaar dat de feutus tot de schaduwwereld moest gaan, een andere manier van beleven, want die nachtmerrie had zich nu eenmaal rondom de feutus verzameld. Vrouwen met lange giftige nagels, die klaar stonden om de feutus te aborteren. Het waren als injectie naalden en scalpels. De feutus moest zich niet laten misleiden dat dit de schepping al was, maar moest zich bewustworden van de preexistentialistische baarmoeder waar het zich nog in bevond. Het was een donkere baarmoeder van de natuur. Er waren zoveel vreemde wetten dat de feutus gewoon gewurgd werd, en zoals Napoleon al stelde dat er zoveel wetten waren dat niemand aan het hangen zou ontkomen. Eerst ging de feutus door een stervensfase heen, een wurgfase. Overal om de feutus heen waren pop ups die de feutus wilden misleiden, verleiden. Ze gingen hiervoor tot het uiterste. De feutus was niet zomaar een persoon, maar een plan, een stelsel filosofische genen waartoe het moest ontwaken. De pop ups waren massa's van hetzelfde die allemaal dezelfde richting ingingen, één ding volgende. Telkens weer boden die massa's een product aan, een installatie, waarvoor er eerst een schoonmaak moest komen, opdat de feutus er klaar voor zou zijn, steriel zou zijn gemaakt, ontsmet. Eerst moest de schoonmaak komen, als een arische vrouw met gifnagels, giflippen en giftanden, en dan kon in de gezuiverde wond de installatie komen van de beademingsapparatuur, en dan zou de feutus leven hebben. Maar wat voor leven ? Wie of wat boodt dit aan ? Wat was het ? Vrouwen die zo wit, lang en dun waren dat de feutus er duizelig van werd, want ze vloeiden in elkaar over, en ze reden op haaien. De feutus voelde zichzelf als haaienvoer. En het zag mannen met witte gewaden met witte kappen op die op een punt uitliepen als rechtopstaande puntmutsen. Daar bovenop was de rode vonk, de felle vonk, troep wat de vrouwen op hun nagels smeerden, op hun lippen, en wat ze in de gaten van hun kiezen deden. Mannen kregen die pop ups ook : pectorals, biceps, sixpack, of stropdasje, vullingen, wortelkanaalbehandelingen, enzovoorts, wat extra bonussen waren in het systeem. Elke pop up, elke bonus, had zijn eigen eigenaardigheid, zijn eigen magie, en kon weer hitpoints veroorzaken bij de ander. Vrouwen kregen daar ook nog eens de naaldhakken bij. Zo kon men een geheel magisch dek bouwen, een unieke inventaris. Elke power had zijn eigen kwaliteiten en score. En zo kon men verder bouwen, maar het was een parasitaire onschepping. De schepping was er nog niet geweest. Deze parasieten moesten geruimd worden. Het was allemaal boterham met jam, schoenenkaas en schoenenworst. De gratis big mac bij twee pakken foenix schoonmaakproducten. Gaten slaan in de
natuur, zo planten die parasieten zich voort. Dan staan ze met hun telefoontjes daar om er plaatjes van te maken, en dit naar elkaar te verzenden voor likes in deze post-apocalyptische dystopie (het tegenovergestelde van utopie). Post-apocalyptisch ? Nee, de schepping is nog niet eens geweest. Het is een dystopische onschepping, de nachtmerrie van de feutus. Alles is nog chaos. De schepping is er nog niet geweest. Alles is nog donker, woest en ledig. Het hogere ras moet nog komen. Raak me niet aan met je klauwen, zou je moeten zeggen, maar je bestaat nog niet eens. Je bent maar een feutus, of zelfs niet dat. Er is nog niks. Het is geen strijd om te overleven, maar een strijd om te ontstaan. Maar wat kun je ? Je bent er nog niet eens. Er is nog niks. Wat kun je doen ? Misschien iets er bijleren over filosofische genen ? Over natuur processen ? Over nihilisme, obscuriteit en pre-existentialisme, de zwarte driehoek van Napoleon, de drie kenmerken van de eenling van het hogere ras op het pad van Areta door de woeste, meedogenloze oernatuur. Wreed is ze, veeleisend. Ze wil geen man van twee kwartjes. Areta is de geoefendheid, wat zo geoefend is dat het tot gewoonte is geworden, tot bloed, tot geboorte, tot adoptie. Het is tot genetische zuiverheid geworden. Het is van de natuur geworden. Romantiek moest sterven, stelde Napoleon, en moederschap moest komen. Maar eerst zou Europa de afgrond ingaan in 1900-2000. Maar tijd is een leugen, dus de mens kan teruggaan tot 1700-1800, tot de Napoleonist-Nietzcheist filosofie. De natuur had dit diepere fundament gegeven, en de zwarte driehoek van Napoleon kwam ook veelvuldig voor in de filosofie van Nietzsche, want die zag Napoleon als zijn leermeester, als model voor het hogere ras. Uit de zwarte driehoek zou dit hogere ras, de eigenlijke schepping van de mens, van man en vrouw, plaatsvinden. Dit was waar het napoleonistische visioen op uit zou lopen. Hoofdstuk 39. Napoleon en de perseusische spiegel Napoleon was de Perseus van de jaren 1700-1800, de overgangsperiode. Hij stond regelrecht tegenover het grote Medusa monster van de massa's, de gorgoon die haren als slangen had, wat als een golem tot hem brulde. Wanneer iemand regelrecht naar dit monster keek, dan stierf zoiemand. Je kon er niet rechtstreeks naar kijken en leven, zoals Mozes ook niet rechtstreeks naar de verschijning op de berg kon kijken, want dan zou hij sterven. Perseus kon alleen tot Medusa naderen met een spiegeltje, de spiegel van obscuriteit, van de schaduwwereld. Hij kon alleen naar Medusa kijken door die spiegel. Er loopt langs alles een natuur parallel waar de mens oog voor moet hebben. Er zijn een heleboel andere kanalen waarop de mens kan overschakelen, dus bij alles
wat de mens om zich heen heeft moet de mens gericht zijn op de dobbelsteen die ernaast hangt, en niet op de objecten zelf. Telkens moet de mens in de spiegel van de schaduwwereld kijken als Perseus om het monster van de massa's te kunnen overleven en verslaan. Vroeger fietste ik altijd naar school over een hele lange weg die de parallelweg heette. Ook Paulus sprak over deze spiegel in het boek Kolossensen, en alleen door deze spiegel kon de boze verslagen worden en kon de mens tot God komen. Paulus had het over de schaduwwereld, en zo kon het beest bereden worden, het monster van de massa's, in plaats van andersom, wat de betekenis is van het voorafgaande boek Filippenzen. Zo kon de mens boven de massa's uitstijgen, en uiteindelijk het beest van de massa's verslaan. In Napoleon werd dit vervuld. De mens moet leren met deze filosofische spiegel van obscuriteit om te gaan, de zwarte driehoek van Napoleon, oftewel het schild van Perseus, of de rokende spiegel van de Azteekse Tezcatlipoca, de duistere spiegel van de schaduwwereld, waarmee hij zijn vijanden doodde, waardoor hij altijd de natuur parallel kon zien, door alles heen. Dit vereist oefening. Het is een zware strijd op het pad van Areta om deze spiegel te leren kennen en te gebruiken. De massa's zijn inquisiteurs, ondervragers, overhoorders, nazi's, stalkers, maar als we onze rechterhand al niet eens laten weten wat onze linkerhand doet, waarom zouden we het dan aan de massa's vertellen ? Het pad van obscuriteit is het pad, en dan moet je veel je andere wang toekeren, want in teveel strijd verraad je teveel van jezelf, wat ook Napoleon stelde, dat de mens niet te lang tegen één bepaalde vijand moest strijden, want dan zou je je eigen strategie verraden. In de Egyptologie volgde Ra het pad van Amen, de verborgene, de obscure, en kwam zo tot de wedergeboorte door de Aten spiegel, door de schorpioenenbaarmoeder van Serket. De mens moet geheel losgestoken worden van de fase van onschepping, de feutus status, om zo uiteindelijk geboren te worden, maar dat gaat dus door veel gestoken worden. Daarom hebben mensen soms vlekjes of puistjes, en daarom hebben mannen soms baarden en groeit hun haar, of verkalen juist, maar de lagere aardse mens van het ego is paranoïde naar deze natuurverschijnselen. Wie bepaalt nu wat nodig is ? De baarmoeder weet wat ze moet doen ter bescherming van de feutus en brengt verkaling en haargroei, of vlekjes, of dat nu sproetjes zijn of puistjes of moedervlekjes, en ga zo maar door, waar het nodig is. Wat weet de mens daar nu van af ? De lagere mens van het ego zal altijd weer tegen de natuur strijden. Maar deze fase zal verdwijnen op de duur, en dan zal de ware, eigenlijke schepping aanbreken. Perseus stond tegenover het monster van de massa's, van de bedriegelijke media, en hij mocht er niet naar kijken, want dan zou hij verstenen en sterven. Kijk er niet naar, maar gebruik een spiegel. Kijk ook niet recht in je verleden, maar gebruik een spiegel, anders wordt je als zoutpilaar, net zoals de vrouw van Lot. En allen die zijn versteend en verzout zijn in de handen van het massa monster, en worden gemanipuleerd en tegen de eenlingen opgezet om van alles te proberen om ook hen mee te slepen. Ze zijn gekeerd tegen het overblijfsel. Daarom moet het overblijfsel de spiegel van Perseus, de zwarte driehoek van Napoleon, leren gebruiken. Kijk niet rechtstreeks naar de dingen om je heen, maar kijk naar de dobbelsteen die erbij hangt. Kom tot de natuur parallellen, de subtiliteiten, de schaduwwereld, de obscuriteit. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet, en laat het ook de massa's niet weten. Laat je leiden door de filosofische spiegel. Ook al wordt je gekleineerd, ook al wordt je uitgelokt, uitgedaagd, laat je niet
verleiden. De spiegel zal vanzelf ermee afrekenen. Laat geen sporen achter. Sluit geen compromissen. De spiegel zal je leiden, de spiegel van de eenling, en de spiegel van de massa's zal verbroken worden. De zwarte hond van Napoleon zal door de bedriegelijke spiegelwanden van de stad heenbreken. Er zal een grote uittocht tot de wildernis zijn, tot de dobbelsteen van obscuriteit. Dat zal alleen gebeuren als we al in de stad de spiegel van Perseus leren gebruiken. Doen we dat niet, dan worden we tot een steen van de stad. Dit is een zwaar gevecht op het pad van Areta. Kakia, de hoer, gooit alles in het spel om ons proberen te verleiden, wat ook heel subtiel kan gaan. De massa's zullen je eigenwijs noemen als je niet voor hen buigt. Het is zware mind control, zwaar mentaal lijden wanneer ze hun gifnagels diep in je steken. Ze martelen je totdat je belijdenissen doet tot hen. Napoleon was ook gekomen vroeger om met dit soort martelingen af te rekenen. Hij vond het barbaars als mensen gemarteld werden om hun geheimen bloot te leggen, want onder martelingen breekt er iets in de hersenen van de mensen en gaan ze ijlen en zeggen gewoon wat de inquisiteurs willen dat ze zeggen. Het was een verrot fundament van de samenleving. Napoleon haatte het. Er moest een nieuwe, nobele wereld komen, een utopie. Napoleon wilde een nieuwe code brengen. Hij was een Perseus tegen de moderne Medusa. Hij voelde hoe sterk die rivier was, en dat het hem zou overweldigen, maar zijn zwarte hond zou blijven rennen en deze wanden doorbreken. Het fundament wat Napoleon had gelegd zou niet meer verdwijnen, ook al zouden eerst de nazi's komen. Dat wat Napoleon had gebracht kon niet meer verbroken worden, alleen nog maar verborgen, maar de eenling zou uiteindelijk deze schuilplaats vinden. De aten-spiegel drukte zwaar op Ra in de onderwereld om hem tot geboorte te brengen, zoals Atena later zwaar op Perseus zou drukken om het verstenende monster van de massa's te verslaan. Athena gaf hem zijn spiegelende schild hiervoor, waarvan zij ook een personificatie was, als de godin van de strategische oorlog. Op zijn pad naar de gorgonen, de massa-monsters, zag hij steeds meer mensen die versteend waren. Zo wist hij dat hij al heel dichtbij de gorgonen was gekomen, dus hij moest oppassen. Hij had ook een helm van onzichtbaarheid, ook als een beeld van het minderen en het verborgene. Als de mens te zichtbaar wil zijn, teveel op het uiterlijk gericht, gezien wil worden, aanbeden wil worden, dan trekt dat ook de parasieten aan. Het is heel tragisch, want dat is wat om ons heen gebeurt. De mensen die altijd weer de aandacht willen trekken, vooral met hun uiterlijkheden, hun rijkdom, enzovoorts, trekken dan ook de aasgieren aan, de parasieten. Die hebben dan hun prooi gevonden, of gewoon hun dode aas, en ze noemen het romantiek. Hoe bedrieglijk is dat. Er is dus iets veel duisterders gaande achter de schermen. En dan zie je weer de lange rode, scherpe nagels, als verbondsteken, als grafschrift. Het contract is verzegeld. De grafstenen worden beschreven met bloed. De mens ziet het niet, want de mens is al dood, en de mens heeft nooit bestaan. Het is de onschepping. De schepping moet nog komen. Perseus had dus voor zijn eigen bescherming de helm van onzichtbaarheid, niet zomaar de helm des heils. Het was de helm van het minderen en de verborgenheid. Perseus nam geen risico's met het massa-monster. Hij keek wel beter uit. Hij stond daar niet te pronken met een sixpack, een stropdas of een peperdure auto, want ze zou hem met huid en haar verslinden. Hij stond daar niet met opgeheven borst, want dat zou zijn als het veld oprennen tijdens een onweersbui. Nee, hij was op zijn hoede en hield zijn borst in. Hij wilde geen tik van het massa monster. Hij had de helm van onzichtbaarheid op. Hij had zijn haar niet uren lopen kammen voor de spiegel, of zijn stoppelbaardje zo diep afgesneden met een scheermes dat zijn wang ervan bloedde. Hij was niet verliefd geraakt op het massa-monster vanwege haar stinkende chemische rode troep op haar lange nagels, want hij wist dat het massa-monster was uitgezonden om te vergiftigen, te martelen en te doden. Hij keek niet
naar haar. Hij zag haar niet als een lustobject waar hij met de platte hand op kon slaan, op haar billen, breed lachend met gouden tanden, en de broek al half afgezakt. Neen. Dit massa monster was een zaak van leven of dood. Daar ging hij niet luchtig mee om. Hij speelde niet de vrolijke jongen om maar zo snel mogelijk een date met haar te krijgen. Nee, hij wist dat hij was genaderd tot een monsterlijke leeuw, met haren als slangen. Als zij hem zou krijgen, dan was hij er geweest. Perseus is dus een groot symbool voor het anti-hedonisme, want het hedonisme bracht zichzelf juist in de problemen met het massa-monster en versteende hierdoor. Perseus was in grote strijd met de god van het hedonisme, Bacchus, en stopte deze cultus. Het was de cultus van het massa-hedonisme, terwijl Perseus een beeld is van de diepte filosofie waarin dit monster afbreekt. Perseus hakte de kop van het monster af door de spiegel van obscuriteit te gebruiken, en gaf het hoofd aan Athena, de oorlogsgodin, terugwijzend op de Egyptologische aten, het pad van de eenling, oftewel de schorpioenenbaarmoeder van Serket. Maar dit raadsel druppelt, want telkens als er een bloeddruppel van zwaar donkerrood, of soms zelfs zwart, gif van het afgehakte hoofd op de grond druipt, dan geeft dat geboorte aan een massa slangen van hetzelfde soort, krioelende slangen. Hierom gaat de mens door obscure natuurverschijnselen zoals pijn, angst, woede en depressie, allemaal verschijnselen om hem af te zonderen, om hem op het pad van de eenling te houden, opdat hij dieper tot de schaduwwereld kan gaan. Het zijn bruggen tot de onderwereld, over de rivieren des doods. Alleen zo kan de mens nomadisch zijn en blijven. Alleen zo kan de mens het trauma dieper begrijpen. Hoofdstuk 40. Stofzuiger fabrikanten uit de hel Filippenzen gaat over het overstijgen van de massa, en van het verleden, om als eenling de eerste te worden, en Kolossensen reikt hiertoe de spiegel aan. Tegen de massa's kun je niet rechtstreeks vechten. Je moet ze eerst achterlaten. Je moet hiervoor alles achterlaten. Ook Mozes had alles achter zich gelaten en steeg de berg op. Hij was de massa's overstegen. Hij kwam tot de verschijning op de berg, maar mocht het niet zien, anders zou hij sterven. Wel mocht hij het achterste van de verschijning zien. Dit was belangrijk opdat zijn lagere aardse ego zou sterven. Hij kreeg haar achterste te zien, haar baarmoeder. Hij kreeg het herstel van het moederschap te zien, en werd hierdoor wedergeboren. Er is geen massa. Er is geen kudde. Alles hangt als los zand aan elkaar. Mensen zijn te uniek, te verschillend. Er is teveel afstand tussen ieder mens. De mens leeft slechts in zijn eigen dromen. Hoe
dieper de mens dingen onderzoekt, hoe groter de verschillen tussen de mensen worden, en hoe groter de afstand. Iedereen staat op zichzelf. Elk mens is totaal onzichtbaar voor de andere mens, maar de mens beeldt de andere mens in, om de gaten op te vullen. Ieder mens heeft zijn eigen lens, zijn eigen spiegel, waardoor hij alles ziet. In de jaren 1900 werd de spiegel van Perseus gestolen door de nazi's en in de jaren 1940-1945 totaal verdraaid om zo te dienen als spiegel voor de medi-nazi's en de schoonheids nazi's, waar ook de psychinazi's een onderdeel van waren, zij die bepaalden wat geestelijk gezond was en geestelijk ziek. De geestelijke gaven of charismatische gaven, spiritualiteit en symbolisme werden door de psychinazi's als geestesziekte beschouwd. Als je als geestelijk mens in de spiegel van de psychinazi's kijkt, dan ben je volgens hen zwaar ziek. Door dit soort valse etiketten op hoogbegaafde kinderen te drukken met een hogere intelligentie en hoger zintuig verdienen zij hun brood mee. Het zijn kwakzalvers die een pseudo-wetenschap hebben opgezet. Bewijzen hebben ze niet. Het is net zo vaag als het christelijk geloof. Ze nemen over wat anderen op papiertjes hebben gezet. Het is een verrotte xenofobische spiegel van paranoïa naar het diepe. Ik heb veel met dit soort tuig te maken gehad voor mijn werk. Ze brengen mensen al dan niet gedwongen aan de zware drugs die ze medicijnen noemen, en beschuldigen mensen in een rolstoel van simulatie. Ik heb zelf mensen uit rolstoelen gehaald en uit andere zware lichamelijke en psychische problemen simpel door ze te vertellen dat de oorzaak van hun klachten de medicijnen waren, die gevaarlijke chemische cocktails waren. De etikettering machine gaat maar door om vele families te verwoesten. Dit tuig gaat over lijken. Het is een demonische spiegel waar ze mensen in laten kijken om hun harten en zielen te binden. Belangrijk is het dus om naar de wortel van dit probleem te gaan, om de schaduwwereld weer in te gaan. Het is een leugenachtige spiegel die mensen verteld dat ze een geestelijke ziekte hebben zodra ze creatief zijn, zodra ze geestelijk zijn, zodra ze zich in symbolische betekenissen verdiepen. De spiegel van de psychinazi's roept hen terug. Zolang je materialistisch en oppervlakkig bent ben je volgens deze spiegel psychisch gezond. Dat bepaalt deze spiegel. Als je te diep bent en ze kunnen je niet meer volgen, ze kunnen je intelligentie peil niet meer bijhouden, dan ben je verstandelijk gezien volgens hen niet schoon, maar vuil, en moet je schoongemaakt worden. Het zijn dus ook een soort schoonheids nazi's. De psychinazi's hebben een enorme smetvrees toe naar alles wat onbekend is, en alles wat zich niet zoals hen gedraagd. Het is een reclame spotje van een schoonmaak industrie. Ze willen geen andere culturen. Indianen zijn ook stapelgek in hun ogen, vol met psychoses, want visioenen bestaan niet volgens hen. Het zijn dus nazi's, racisten, nationalisten. Alleen hun professie is de ware professie. Het is betweterig tuig van de hoogste plank. Bewijzen hebben ze niet. Ze werken met papiertjes, en dat is voor hen bewijs genoeg. Het werkt net zoals het christelijke geloof. Het is een industrie van verstandelijke en psychische schoonheid, van Liesje mag niet vies worden. Liesje moet binnen blijven, en als ze de tuin in mag mag ze niet verder dan het tuinhekje. En ze maken de mens schoon met hun psychotropische, chemische rotzooi. De natuur bespotten ze ook, want dat is vies. Alternatieve geneeswijzen worden belachelijk gemaakt, want dat is een bedreiging naar hun farmaceutische markt. Het zijn schoonmaakmiddelen die veel kapot maken. Het wordt ook weleens toegegeven door henzelf, maar nog wel vaker wordt het allemaal schoongepraat. Het zijn
schoonpraters. De meest erge misdaden praten zij met het grootste gemak schoon, net zoals het christelijke geloof doet. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het meest psychisch gezond in het hele land ? En natuurlijk zijn ze dat zelf. Zij staan boven alles en iedereen. Het is een schurkenbond van zware kwakzalverij, boerenbedrog. Het zijn gewetenloze dieven. Ze stelen tijd en harten. Zelf hebben ze voor niemand tijd. Hun tijd geven ze niet weg. Ze doen geen navraag, doen geen onderzoek, maar maken snelle conclusies, drukken snel hun etiketten op, en gaan dan snel over tot het openen van het arsenaal aan peperdure medicijnen, zware drugs op het niveau van cocaïne, crack en heroïne en nog erger. Het is een drugs maffia. Ze leven geheel door vooroordelen. Ze luisteren niet, laten mensen niet uitspreken, want daar hebben ze de tijd niet voor, en dan toch maar stempeltjes drukken. Dit tuig is niet voor rede vatbaar. Je spreekt slechts tegen dronkelappen. Het is een groot wit kwaad, alles moet steriel. En dan drukken ze de naalden diep in het vlees en dan ben je verkocht. Het is een veehandel. Het is een psychische beauty industrie, allemaal heel oppervlakkig. Je moet precies zoals hen zijn, anders ben je psychisch ziek. Je hebt hun producten nodig. Het is een psychische cosmetische industrie. Je moet zwaar vergif op je ogen doen, zoals hen, opdat je geen diepte zult zien, en niet ver kunt kijken. Ze spuiten het vergif zo in je ogen. Zij bepalen wat en hoe je moet denken. Je bent niet van jezelf. Telkens maar weer in hun spiegel kijken. Vergif op de lippen. Je moet spreken zoals hen. Vergif op de oren. Je moet doof zijn als hen. Ze drukken hun roddelblaadjes met de laatste nieuwtjes. Ze zetten familie leden tegen elkaar op, allemaal goed voor de industrie. Ze melken zwaar beschadigde mensen helemaal uit om ze nog dieper te beschadigen. Ze martelen mensen opdat ze hun geheimen op tafel leggen, maar dit is allemaal geforceerd, en dan gebruiken ze het tegen die mensen. Ze blijven mensen maar ondervragen totdat ze doordraaien. De psychinazi's durven niet rechtstreeks naar je te kijken, paranoïde als ze zijn, xenofobisch. Ze kijken naar je door een spiegel, door een lens. Ze zijn bang om te verstenen. Ze hadden de spiegel van Perseus gestolen en toen verdraaid. Ze zijn bang voor de oorlogsgodin die nu de kop van Medusa in bezit had. Ze vrezen Medusa. Ze durven niet te zien wie je bent. Daarom maken ze iets anders van je. Het zijn luie lafaarden. Napoleon streed er al tegen, tegen de medi-nazi's die hun eigen spiegels hadden gemaakt waarmee ze vele levens verwoesten. Maar je kan dit monster van de psychinazi's niet zomaar zonder spiegel benaderen, ook al hebben ze je spiegel geroofd. De psychinazi's wanen zichzelf het elite ras, door de spiegel. In hun ogen zijn zij het hogere ras. Maar het zijn beunhazen, want zij kennen de demonologie niet. Ze hebben hun eigen abstracte witte ras geschapen. Ze haten de natuurmensen. Ze haten de natuur. Ze hebben hun eigen abstracte nagellak geschapen, het verzegelend systeem, het etiketterings systeem. Zo konden ze hun installaties doen, hun eigen abstracte lipstick, waarmee ze hun beademings apparatuur installeerden, hun gasmaskers, want zij waren goden die leven gaven en leven wegnamen. Ze bouwden zo hun eigen schepping, een onschepping. Als deze honden ademen dan ratelen ze, woeste buitenaardse witte honden met oranje vlekken.
De psychinazi's – het witte schone, superieure ras, met superieur verstand en psyche. Allemaal beademings apparatuur implanteurs met abstracte lipstick. Laat hen je niet kussen. Deze clowns slepen je naar de hel. Laat hun giftige nagels niet diep in je doordringen, maar gebruik je spiegel van obscuriteit. Laat je niet kennen. Het zijn abstracte white power agenten. Het zijn stofzuigerfabrikanten uit de hel : de mens als stofzuiger. Dat is waar de beademings apparatuur de mens op voorbereid. Je telt als mens niet. Je moet verstandelijk schoon zijn, opdat je als een stofzuiger gebruikt kan worden. Het is een industrie. Ze willen leveren aan de klant, aan de verzekerde, aan het hogere ras. De verstandelijk vuile moet schoongemaakt worden met gevaarlijke psychotrope medicijnen of met abstracte psychinazi behandelingen die als codes zijn voor de schoonmaak en voor het programmeren en coderen van de stofzuigers. Daar kunnen ze telkens weer onderdelen vanaf nemen voor het bouwen van hun stofzuigers. Het is een fokkerij, een fabriek. Deze gewetenloze en verstandeloze idioten zijn zo ziek en geobsedeerd met hun spiegeltje aan de wand dat ze geen mensen meer zien, maar alleen maar objecten voor hun industrie. Je bent niets dan een ding. Het zijn buitenaardse invasies geweest van Pluto parasieten, hele lange dunne witte vrouwen met hele dikke mannen en hun honden. Ze installeerden hun codes op aarde van 1940-1945 als fundament voor hun psychinazi wereldrijk. Het zijn aliens, geen echte mensen. Ze hebben geen oren, alleen stompjes. Deze hele lange dunne witte vrouwen rijden ook op grote witte mensenhaaien. Ze leven aan de rand van de natuur, op kerkhoven. Probeer dit tuig niet te volgen. Ze gebruiken geen logica, maar spreken in code voor hun stofzuiger industrie. De mens is interessant voor hen, en ze gebruiken de mens slechts als experimenten en proefdieren. Ze hebben geen empathie. Ze zien de mens alleen als een object. Ze gaan clinisch en steriel met de mens om. De mens is aan hen verkocht. Denk niet dat je met dit tuig ook maar enige zaken kunt doen. Het gaat allemaal via absurde verzekerings statistieken waarvan ze hun eigen krankzinnige wiskunde hebben gemaakt. Deze lui zijn stapel en stapel idioot. Er valt niet met ze te praten, ze zetten alleen een hoger stemmetje op, en spreken dan in code verder. Menselijk lijden laat hen volkomen koud. Ze martelen door totdat het product klaar is. Hoofdstuk 41. De kruistocht tegen de demonologie
Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is psychisch het schoonste van het land ? Dat zijn natuurlijk de psychinazi's. Die witte lange dunne white power hoeren staan met hun giftige medicinale psychotrope killer nagels op elke hoek van de straat om hun drugs te verkopen. Het zijn heroine hoertjes sinds 1945 in het psychinazi wereldrijk. Hun felrode nagellak vertelt je dat ze al met de etiketjes klaar staan om je te etiketteren. Het zijn projectie-hoertjes. Als je zaken met ze doet zul jij aan het einde ritje zijn wat zij waren, want al hun krankzinnigheid zal op jou geprojecteerd worden. Het zijn allemaal codes van een slinkse buitenaardse stofzuiger industrie, menselijke stofzuigers. Je bent slechts een stofzuiger onderdeel, en hardvochtig calculeren ze alles in, want je bent slechts een object. Hoeveel je moet lijden is verder hun zaak niet. Verwacht niet dat ze ook maar enige empathie met je zullen hebben. Ze zijn zo zakelijk als een hysterische verzekeringsagent, hoog opgevoerd met statistieken die als dolle honden op je zijn afgestuurd om je te verscheuren. Sta je ingeschreven, zo ja, onder welk nummer, en onder welke geboorte datum. Dat is het eerste wat ze vragen, ook bij zware ongevallen. Ik was er zelf ook wel eens bij, en zag hoe ze met de slachtoffers omgingen. Het viel me nog mee dat ze niet vroegen : 'Spaart u ook zegeltjes ?' Van 1945 tot eind 70-er jaren werden de fundamenten van het psychinazi wereldrijk gelegd, die haar peilers al had in 1940-1945, en in de 80-er jaren werd dit fluitend overgenomen door het dentinazi wereldrijk, net zoals de Romeinen het overnamen van de Grieken, maar altijd met elkaar verstrengeld bleven. Deze twee industrieën of liever gezegd verzekeringsmaatschappijen horen bij elkaar, ondersteunen elkaar. Het dentinazi wereldrijk was de sluitsteen op het psychinazi wereldrijk, wat gewoon onder deze schelp kon blijven opereren. Pluto white power was gekomen, via beademings apparatuur, om zo op die basis hun stofzuiger industrie te bouwen. Het ging niet alleen via Pluto, maar ook via Neptunus, Uranus, en de diepe witte kern van de Pleiaden, de witte pleiaden. Dit was slechts het opladen van het geweer, want dieper in deze kern zaten de dentinazi's al te wachten, wat slechts een vloeren industrie is. Dat is tegelijkertijd ook alles wat ze nog hebben. Het is een vloeren verzekeringsmaatschappij. Of dat nu tegeltjes zijn of andere soorten vloeren, vloeren in allerlei vormen en maten, in allerlei patronen, want de vloer staat tussen de mens en de onderwereld, tussen de mens en de aarde, oftewel tussen de mens en de natuur. Zij staan aan de rand van de natuur, en hebben daar hun industrie opgezet. De bezigheden van de dentinazi's op aarde zijn dus slechts codes hiervan. Het gaat hen niet daadwerkelijk om je gezondheid of om je orale gezondheid, maar om hun vloeren industrie want dat is alles wat ze nog hebben. Ze gebruiken dus een dekmantel om door legaal geweld gedwongen hun vloeren aan je kwijt kunnen, en je wordt ook zelf zo uitgesmeerd en tot tegeltjes gehakt dat je zelf niets anders dan vloermateriaal bent in hun ogen. Daarom gaan ze ook zo clinisch en steriel met je om. Je bent niets waard in hun ogen. Ze zetten je zo op de trein naar Auschwitch. Kan hun het schelen. Het moet een goede vloer zijn. Punt. Geen discussie mogelijk. Ze zijn stomdronken. Het zijn handelaren, verzekeringsagenten, die kijken of je van het hogere ras bent, of je verzekerd bent en aan de voorwaarden voldoet. Om vloeren gaat het hen. Ze blijven tussen stad en natuur inhangen. Daar dwalen ze op hun kerkhoven. Het zijn grafrovers. Vraag ze maar eens hoe het met hun vloeren-industrie gaat. Ze zullen janken als schoothondjes als ze merken dat je het ontdekt hebt. Het is alles wat ze nog hebben. Vraag het hun maar. Heb het met hen veel over vloeren totdat ze tranen met tuiten janken. Jankende demonen.
Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is oraal de schoonste in het land ? Dat zijn natuurlijk de dentinazi's. Maar het is slechts een vloerenverzekering, een vloeren industrie. Vloertje moet erop, hup zo op je bot. De lagere aardse mens denkt dat het zo hoort, want het zijn dokters, en die hebben ervoor gestudeerd, dus die zullen het wel weten. Vloertje op het bot, vloertje op de zenuw, klaar. Ze doen het ook bij hun kinderen. Hup, weer een dode kies waarin de parasieten kunnen huizen en feestvieren. En maar vol laten spuiten met rommel. Weer een vloer gelegd. Zo, nu zal de mens niet meer kunnen komen tot de onderwereldse natuur. De diepte zal zo afgesloten blijven voor de mens. De eerste kwakzalver ontstond toen de eerste schoft zijn eerste domkop vond. Ook de volgelingen van de kwakzalver zijn onderdeel van de industrie. Ze worden er gewoon voor ingehuurd. Het zijn NSB-ers, landverraders. In mijn kinderjaren had ik een terugkerende droom dat ik door de vloer zakte en tot de onderwereld ging. Het was een indiaanse onderwereld. Alles hier op aarde in de stad is geplamuurd door buitenaardsen. Er zijn buitenaardse, onzichtbare vloeren gelegd tussen mens en natuur. Als je tot dit monster komt met de Perseus spiegel dan zie je vloer industrieen, vloer verzekeringen. Het is niet wat het lijkt. Het brult in de dieptes van de witte pleiaden, en als je het ontmaskert dan jankt het. Het is het laatste wat ze hebben. Breek de vloeren af. Hak er op in met een bijl. Wees een barbaar, en kom terug tot de natuur, en wordt een wilde. Kom terug tot je dromenwereld. Wees geen NSB, maar een verzetsstrijder. Blijf de spiegel van Perseus gebruiken. Kijk niet rechtstreeks naar dit monster. Blijf obscuur, nihilistisch en pre-existentialistisch, want de schepping is nog niet gekomen. Eerst moet de mens afrekenen met de onschepping, het raadsel ervan oplossen. Pas daarna kan de mens waarlijk mens worden. Het dentinazi wereldrijk spreekt in code. Het zijn vloerenhandelaars, gebaseerd op een vloeren verzekering. Ze hebben hun eigen wiskundig stelsel hiervoor gebouwd. Ze geven niets om je. Het verzekeringsmodel voor vloeren is het laatste wat ze hebben. Door het verzekeringsmodel hebben ze hun vloerenmarkt beveiligd. Dat is hun bron van inkomsten, dat is hun adem, dat is hun leven. Het is alles wat ze hebben. Zonder dat is er geen leven voor hen mogelijk, want ze hebben de gnosis niet. Het zijn geen filosofen. Het is de onschepping. Het zijn abstracte nazi's, volkomen krankzinnig. Ze hebben hun eigen hogere ras gepretendeerd, en hun eigen Jodenras geschapen, allemaal voor een vloerenverzekering. Als ze een Jood zien worden ze helemaal overstuur en trekken ze al hun registers van statistieken open om weer te kalmeren. Dan zetten ze de Jood op de trein naar Auschwitz, en zijn hele familie. Door zoeken ze stad en land voor af, allemaal om het product klaar te krijgen : de vloer. Dat is alles waar het bij hen om draait. De definitie van krankzinnigheid is niet wanneer iemand zich vreemd gedraagd of wanneer je iemand niet begrijpt. Krankzinnigheid is het verachten van de demonologie, het niet houden aan veiligheidsvoorschriften, zoals het ijs oprennen terwijl het nog te dun is. Krankzinnigheid is het verachten van de hogere filosofie. De onschepping begint met de vloeren, met het asfalteren van de natuur, waarin er lagen overheen gegoten worden. Zo wordt het huis gebouwd, en daar wordt dan een leuke stofzuiger industrie op gebouwd, een verzekering voor het hogere ras. In deze vloeren zitten nog wel de codes verborgen van de natuur, maar die kun je alleen ontcijferen door de spiegel van Perseus. Deze vloeren staan onder zware stroom. Het is een vloeren monster. Het is een secret society. Het is allemaal groot
geheim. Het gaat erom de ander dingen te verkopen zonder dat de ander het doorheeft, al dan niet gedwongen. Vloertjes leggen. Hup, chemische lagen over de natuur heen zodat de natuur niet meer door kan komen, chemische lagen over de ware identiteiten heen. Mensen mogen niet weten wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Vloertjes leggen, en flink verdienen. Dat is de code van de heroine hoer op de hoek van de straat met de scherpe rode nagels. Wat zij op haar nagels heeft gedaan, het vloertje, zal ook over jouw natuur gaan, over jouw identiteit. Allemaal gif, chemische, psychotrope rotzooi. Ze speelt met de gevoelens en het denken van de onoplettende man. Die denkt : 'Ik heb toch geld, dus er op af.' Hij ziet niet dat ze aan de drugs is. Hij ziet niet dat ze als een roofdier van top tot teen bewapend is. Nee, deze rund ziet het niet, dat hij getrokken wordt tot de slagerij. Hij kent namelijk de demonologie niet. De dentinazi hoer weet precies hoe ze haar vloertjes moet leggen. Dat is allemaal al zo ingecalculeerd. Daar valt ook niet over te discussiëren. Zij heeft altijd gelijk. Haar etiketten arsenaal heeft ze al opengetrokken. Haar nagels zijn al met vloeren bewapend, en die gaat ze zo bij haar slachtoffer leggen. Wees niet haar volgende slachtoffer. Vloertjes leggen, vloertjes leggen, het is een machine. Het is niet iets medicinaals. Het is een oorlog, een marketting oorlog, een verzekerings oorlog. Het hogere ras van de onschepping is aan zet. Ze zijn op zoek naar hun Joden, want Auschwitz moet vol worden. Ze hebben vloeren nodig. Het is hun leven. Zonder dat hebben ze niets. Ze hadden het eens geerfd. Het zijn geen filosofen. Het zijn geen demonologen. Het zijn krankzinnigen. Ze hebben zichzelf lopen opwerken tot de werkers van hun eigen gesticht. Een tragische vertoning. Lange dunne witte aliens die steeds langer en dunner en witter worden, en dan ergens halverwege afknappen, waar uit de punt blaffende dolle honden stromen, en zo worden de afgebroken stukken weer dunner, langer en witter, en zo komen er steeds meer bij. Het zijn vrouwen die op witte haaien rijden en lachend tot de aarde komen. Ze zijn dun en worden elke dag dunner, wit en worden elke dag witter, en daarom lachen ze, en elke dag worden ze langer en langer, totdat het ergens halverwege afknapt, en dan zijn er twee, enzovoorts enzovoorts, en ze hebben dikke mannen die elke dag dikker worden, dikke spierbundels soms, die zo dik worden totdat ze kapotspatten. Uitpuilende ogen hebben die zo uitpuilen en zo groot worden totdat ze knappen. Hazen zijn het, en de vuilste, goorste taal, absurd sadisme, oftewel absadisme, maar dat verpakken ze allemaal in deftige, dure taal, schoon, zo schoon, en steriel, want …. ze hebben een product te verkopen. Dikke clowns met dikke konten die op de aarde zitten. 'Vloertje kopen, mevrouw ?' Maar ze verpakken de woorden, want het moet geheim blijven. 'Vloertje kopen, mevrouw ?' En hun stemmen worden steeds hoger, totdat het uit elkaar spat, en dan zijn ze dolgelukkig, doldwaas. Hazen zijn het. Uitpuilende ogen bijna als harde geslachtsdelen, harder harder, dieper dieper, het reikt tot hun schoenen, tot de vloer, en dan spat het uit elkaar, en lachen ze hysterisch. 'Vloertje kopen,' zegt de mongool. Maar de woorden worden verpakt, want het is geheim. 'Vloertje kopen,' zegt de mongool met een hoger stemmetje, en het stemmetje wordt steeds hoger, en het woordje wordt steeds sneller gezegd. En dan schateren ze van het lachen als het explodeerd. Ze kunnen het zich veroorloven, want er komen er steeds meer bij. Ze vermenigvuldigen zich hierdoor. Dikke mannen, alsmaar dikker, dikkere spierbundels, en hun vrouwtjes worden steeds dunner, steeds langer, totdat het uit elkaar spat, en dan maar lachen. Ze hebben maar een plezier met hun onschepping, en niemand mag het weten. Met kaarsrechte, zure gezichten staren ze op aarde voor hen uit, maar van binnen hebben ze dolle pret. Ze hebben het hele aardse ras bedrogen, omdat er geen demonologie was.
Dikke, schrokkende mannen, hamburger na hamburger, grote spierbundels die steeds dikker en groter worden, en daar komen ze. Ze zijn traag van begrip, ze hebben geen oren. Dan komen ze als dentinazi's, maar ze verkopen slechts vloertjes. 'Nee, nee,' bulderen ze met een hele lage stem die steeds lager wordt, en steeds trager, alsof ze in een bubbel zijn opgesloten. Steeds zachter klinkt hun stem, want ze zijn ver weg in de bubbel. Laat je niet bedonderen door dit buitenaards tuig. Dan gaan ze heel traag door de straten. 'Waar zullen we nu eens vloertjes leggen ?' Grote dikke spierbundels totdat ze ontploffen. Niks erg, want hun vrouwtjes fiksen het wel weer. Vloertje leggen, vloertje leggen, een vreemd verzekeringssysteem van vloeren leggen. Hazen zijn het, met uitpuilende ogen en grove taal, perverse taal, absadistisch. En dan gaan ze in gesprek. 'Vloertje leggen ?' Maar niemand mag het weten. Niemand mag het horen, want het is een geheime samenleving. Clowns door de straten. Ze kloppen op de hoge deuren. Dunne vrouwtjes op haaien bij zich, en hun blaffende hondjes. Het is een circus optocht. Het zijn de krankzinnigen van de onschepping. 'Kom met ons mee, daar verderop is het mooi.' Het is een kruistocht tegen de demonologie. Hoofdstuk 42. De logistiek van de demonologie Vloeren boeren, dat is wat ze zijn, met selectieve anorexia, anorexia selectia, want de vrouwtjes moeten ze dun mogelijk, en dat hoeven de mannen niet, en die worden door anorexia selectia enorm dik. Zo houden ze elkaar in stand, door dit gesjoemel in minderen. Ze hebben hun eigen wiskunde hier omheen gebouwd. Deze dentinazi's hebben zich zo opgewerkt tot de hoogste lagen van de samenleving. Ze kunnen overal in en uit. Daar hebben ze de sleutels voor. Zij zijn immers dentinazi's, uitgekookte vloerenboeren. Ze zijn hyper uitgekookt. Hysterisch is het. Zij zouden het allemaal wel even weten. Maar dat is juist de strategie van vloerenboeren. Ze kweken de mens als vloeren. Niet door hun eigen wijsheid. Ze zijn zelf niet zo slim. Maar ze hebben dit systeem geerfd. Het zijn nogal luie donders. Het is de onschepping, de nachtmerrie van de feutus. Dan lopen ze de hele dag met hun vloerenverzekerings registers te zeulen, en dan bepalen ze wie op de trein naar Auschwitch wordt gezet. Dat bepalen zij allemaal, door hun hoge wiskunde. Het is het leven niet. Het is de dood. Het zijn demonen. Napoleon heeft zijn geallieerden gezonden, door de zwarte driehoek. Een reusachtige zwarte driehoek is boven de zee verschenen en daar komen ze uit. Het is de spiegel van Perseus om met het vloerenmonster van de dentinazi's af te rekenen. Het is oorlog, want het woekert maar voort als de
kanker. Maar alleen de eenling zal opgenomen worden. De vloeren zullen breken en er zal een weg terug zijn tot de natuur, dat is wanneer je de filosofie ervan bestudeerd. Het hogere ras is dus perseusisch. Alleen door de spiegel van obscuriteit zal de vloer van de dentinazi's verbroken worden en het vloerenmonster worden verslagen. Het is alles wat ze hebben. Het is alles waar ze omheen draaien. Ze zijn erdoor geobsedeerd. De mens moet geheel ontvloerd worden. Mens en natuur zijn volkomen geasfalteerd, maar er is een weg tot de schepping. Het zijn allemaal slechts barensweeën, vrouwen die ijlen. De mens ijlt door de pijn van het niet begrijpen. De hersenen ijlen. Het is de nachtmerrie van de feutus. 'Ja, ik had dit kunnen zeggen en dat kunnen zeggen,' denk je soms als je weer een gesprek hebt gehad met het zulke verzekerings agenten, maar je hoefde dat allemaal niet te zeggen. Je moet je parels niet voor de zwijnen werpen. Eerst komen de stofzuigerboeren, en dan de vloerboeren, en zo bouwen ze hun steden, maar dat is alles wat ze hebben. Jij hebt de hele natuur. Zij zijn kuddes varkens. Het zijn natuurverschijnselen als tekenen van de komende schepping. Als het ego zijn piek heeft bereikt dan is de schepping niet meer ver weg. Het zijn trillende biggetjes bij de rivier, op zoek naar vreten. Kijk niet rechtstreeks naar hen, want dan wordt je zoals hen, maar kijk door de spiegel van obscuriteit, de perseusische spiegel van de demonologie. Het is een hele kudde biggetjes die zwaar paranoïde zijn tot de demonologie. Dat lusten ze niet. Daar willen ze zichzelf niet mee bevuilen. Deze biggetjes willen niet naar school. Ze drinken water van de rivier en wassen zich daar. Laat je niet bedriegen door het uiterlijk van deze biggetjes. Ze zijn allesbehalve schattig. Het zijn roofvarkens. Ze gaan op jacht. Hierin zijn ze meedogenloos als hyena's. Het zijn geen nobele dieren. Het zijn sadisten. Ze wassen zich in de rivier om henzelf klaar te maken en op te laden voor de jacht. Het ego is een roofdier. Als ze hun prooi hebben gevangen dan spelen ze met hun prooi, dan brengen ze de prooi in gevangenschap om de prooi uit te mergelen tot delicatesse. Ze doen zich te goed aan het psychische ongemak wat ze de prooi opleggen : angst, stress, paniek, depressie, eenzaamheid, vernedering, bespotting, kleinering, enzovoorts. Het zijn psychinazi's. Ze leven van de mentale problemen van de ander. Het is hun brood. En de dentinazi's zetten ook zomaar mensen op de trein naar Auschwitz. Stoomwals erover. Vloertje klaar. Ze hebben geen empathie, want de mens is slechts een getal in hun smerige wiskunde, in hun experimentele pseudo-wetenschap. Ze zijn een zwerm zwerfhanen die zo kinderen in het gezicht springen om hun ogen uit te pikken. Ga er dus nooit zonder perseusische spiegel op af. Het zijn roofhanen. Ze menen het. Het zijn jagers. Daarom moet de schepping komen. Ze lopen daar pronkend rond, en gaan niemand uit de weg. Het zijn zwarte hanen met rode snavels. Ze verwonden mensen en kinderen voor het leven. Iemand moet die dolle hanen stoppen. Daarom moeten de amazones komen, de natuur-vrouwen. Dan zal er een nieuwe schepping komen. 'Wij houden ons wijselijk stil als de vijand een fout maakt,' stelt Napoleon. Dat is ook wat de Egyptische godinnen stellen. Napoleon bracht de Egyptologie naar Frankrijk, en in zijn dagen ontstond er zo een ware Egyptomanie in Europa. Napoleon was op ontdekkingstocht naar Egypte gegaan, waar de Rosetta steen werd gevonden, waardoor later de hierogliefen werden ontcijferd. Het legde de basis voor de Egyptologie. Napoleon stelde zijn 'maarschalk van de verblijfsplaatsen' op, de 'marechal des logis', die als functie had verblijfplaatsen te vinden voor het leger, waarop de logistiek is gebouwd : 'op de juiste plaats, de juiste tijd, de juiste hoeveelheden met de juiste kosten'.
De logistiek is dus ook het fundament van de demonologie. De logistiek is dus het vak van de heilige gebondenheid in filosofische termen. Je kunt niet over de grenzen heengaan. Napoleon kwam om de natuurlimieten aan te leggen. Hij moest hiervoor de valse limieten van de samenleving verbreken. Er lag een Grieks-Romeins fundament wat doorbroken moest worden. De mens moest terug naar de natuurfilosofie van Egypte. Dan zijn er de beauty-nazi's die oppervlakkige informatie willen en oppervlakkige adviezen geven om de mens af te leiden van de diepere natuur. Denk ook maar geen seconde dat de beauty nazi's ook maar iets te maken hebben met esthetiek. Zij hebben helemaal geen zintuig voor schoonheid, iets wat dus puur filosofisch en natuurlijk is. Alle schoonheid is demonologie. Punt. Ga je erbuiten, dan is het geen schoonheid meer. Maar schoonheid is een overgebruikt woord. Het is een abtracte term, die nogal verletterlijkt is. Zoals gezegd had schoonheid een hele andere betekenis in de jaren 1700-1800, en ook schuilwoorden zoals sterk en zwak. Het woordenboek van de jaren 1900 begon al deze termen te mollen en overmatig te gebruiken. Deze woorden mogen nooit op zichzelf staan, maar moeten altijd in een bepaalde, strategische context genoemd worden. Als ik soms zie hoe domme gekken zomaar als imbecielen te durven springen op het veld van de esthetiek en zomaar links en rechts mensen op hun kleding beoordelen of andere soorten uiterlijkheden, zomaar uit de losse hand, zonder uitleg, zonder diepte, zonder demonologische context, dan doe ik mijn hand voor mijn gezicht en dan zucht ik, net zoals Napoleon. Maar wat is dit verschijnsel van de beauty-nazi's die dit tijdperk terroriseren ? Denk dus ook maar geen seconde dat de beauty-nazi's ook maar iets met het uiterlijk te maken hebben. Neen. Ze halen hun informatie uit roddelblaadjes, uit cosmetische magazines, uit publieke opinie boekjes, wat dus helemaal geen publieke opinie is, maar wat een bepaalde groep is die hun wil wil opleggen en alles willen projecteren op de massa. De massa bestaat dus niet. Het is slechts een minderheid, en alles hangt als los zand aan elkaar. Maar wat is het ? Het is een heel interessant en eigenaardig verschijnsel op zijn zachtst gezegd, waar ik me al met mijn kinderjaren mee bezig hield. Ik wilde altijd contact hebben met de diverse groepen in mijn klas en omgeving, voornamelijk ook de vreemdelingen, voornamelijk ook de natuurmensen. Ik hoorde bij geen enkele groep. Ik was een regenboog kind. Ik had contacten met iedereen. Niet letterlijk iedereen, maar van elke groep wel iemand of een paar. Ik legde altijd een witte boterham op een bruine boterham, en als mensen me dan vroegen waarom ik dat deed, dan zei ik dat dat de multi-cultuur is, de brug tussen de culturen. Daar was ik als kind mee bezig, niet om mezelf te onderscheiden en af te scheiden in exclusiviteit. Ik stelde vragen aan de verschillende groepen mensen om me heen. Ik had geen vooroordelen. Ik wilde ze beter leren kennen, wat hen dreef. Ik plakte geen etiketten op. Wel vocht ik dus tegen extremisme, racisme en exclusiviteit. Ik groeide op in een extreem christelijk gezin, maar dit waren de christelijke principes die ik in ere hield en waar ik een ieder toe wilde bekeren, tot het regenboog principe. Ik bedreef hierin logistiek. Zoals ook Lenin stelde : 'het gaat om de juiste schakel te nemen op het juiste tijdstip.' Ik zag dat beauty-nazi's elkaar altijd tegenspraken. Ze streden voor hun eigen familie vaandel of clan vaandel. Ik liep zelf wel rond met merken die ik heel selectief had uitgekozen, maar ik oordeelde de ander er niet om. Want ja, wat als het merk een krokodil is, of een haan ? Voor mij had dit diepte. Ik liep veel met haantjes kleding en krokodillen kleding. Ik had eens als kind een t-shirt met een krokodilletje erop gekregen van een neef voor wie het te klein was geworden. En dat brak mijn verbeeldingswereld open. Dus ok, het was een merk, maar voor mij had het diepte. Het was iets magisch, als de sebek krokodil, de militaire leider van Egypte. Ik zag er wel wat in. En de haan was ook een vechter en symbool van de vruchtbaarheid, oftewel de demonologische vruchtbaarheid.
Dus ik had haantjes schoenen en haantjes bovenkleding. Maar dat was profetisch, dat hoorde uniek bij mij. Daar ging ik een ander niet mee belasten. Iedereen was uniek, en iedereen moest de logistiek leren. Allemaal op dezelfde plaats zou niet strategisch zijn. Maar wat zijn die beauty-nazi's dan ? Waar gaat het over ? Ik had op school op mijn tassen altijd een boodschap uit te dragen. Ik kon goed tekenen, dus ik maakte er altijd wat van, dus een cool cat op mijn eigen tas, en op de tas van mijn broertje tekende ik een neefje van Donald Duck, Kwak ofzo, van Kwik, Kwek en Kwak. Maar toen begon de boodschap ook duidelijker te worden, want toen kwam er op te staan : God heeft je lief en God wil je redden enzovoorts. En ik had stickers met regenbogen op mijn fiets als kind, waarop stond dat er hoop was, want dat wilde je toch uitdragen aan de vervallen samenleving om je heen, als teken ook naar de buitenaardse wereld en de onderwereld dat je niet bij de beauty-nazi's hoorde, want die houden stijf hun mond dicht als het om naastenliefde en bemoediging gaat. Die leven door kleinering en exclusiviteit. Ja, ik wees het evangelie aan als de weg, maar wat weet je als kind van het evangelie af ? Het is de enige vocabulaire die je kent. Het was voor mij gewoon heel simpel : het goede, de regenboog, de liefde en de zorg, is de weg. Dat zag ik nauwelijks om me heen, en daar was ik verontwaardigd over. Als het zogenaamde 'vadertje' mijn fiets nodig had en erop wilde rijden voor wat voor reden dan ook, dan moesten die regenboog stickers eraf. Met God op weg naar 2000. Dat kon echt niet, en dat terwijl hij zwaar christelijk was, maar daar mocht gewoon niet over gesproken worden. Ik begrijp dat wel. Je wilt het niet in het gezicht van de mensen smeren. Hij voelde misschien toch wel aan dat het christendom niet iets is om over op te scheppen. Het is niet iets om over naar huis te schrijven, maar het was alles wat we als kind hadden, en sommige dingen waren goed. De naastenliefde is goed. Hoop en bemoediging geven aan de naaste, vooral als kind, is goed. Als kind moet je vaak het voorbeeld aan je ouders geven. Als het aan ons lag kwamen er 'verboden te roken' stickers bij ons thuis, want er kwamen veel bezoekers die constant rookten, maar de 'oudertjes' waren het daar niet mee eens. Ik denk dat je het als kind wel aanvoelt hoe gevaarlijk het is. En dan ook die roddelblaadjes, die bleef het zogenaamde 'moedertje' ook maar in huis halen, dikke stapels op het zolder en om ons heen, en ja, dan vang je als kind weleens wat op, en dan waarschuw je ertegen, maar er wordt niet geluisterd, want je bent maar kind. En maar roddelen over anderen, en maar de hele dag door mensen kleineren, allemaal om oppervlakkige redenen. Demonologie mocht niet. Dan schreeuwden ze moord en brand, ook al was het je professie, maar ik had beter leraar kunnen worden. Ik was leraar, maar niet van hun kerk en niet op hun manier. Dan moet je als kind naar de televisie kijken met zogenaamde ouders om je heen die voortdurend wat aan te merken hebben op mensen op het beeldscherm, en wat hun types zijn en wat niet hun types zijn, bla bla bla. Wat kon ons dat nu allemaal schelen ? Wij wilden gewoon televisie kijken, zonder al die belachelijke opmerkingen erbij. Ze gaven voortdurend commentaar op van alles en nog wat, want zij wisten alles beter. Kijk, opvoedkundige opmerkingen zijn belangrijk, heel belangrijk, maar wij leerden alles wat goor en vuil was, van deze beauty nazi's. Iedereen moest maar zoals hun zijn en hoe zij het wilden. Maar wat is het ? Met het grootste gemak offeren ze hun kinderen aan de Moloch en worden er goed voor betaald. Wat is het ? Wat is het mysterie ? Nee, het gaat hen niet om het uiterlijk. Ze weten niet wat het uiterlijk is. Ze weten ook niet wat schoonheid is, wat esthetiek is. Ze hebben dingen uit boekjes. Het is opmerkelijk hoeveel aandacht ze hebben voor mensen, en hoe ze 'het beste voor hebben met de mensen', hoe ze alles beter weten, hoe ze de weg tot de hemel kennen of tot Rome of waar dan ook. Zij weten het. Het is toch
ontroerend te zien hoeveel zorgen ze zich maken om het uiterlijk van hun naasten, hoe ze daar wel alles voor willen doen, hoe ze daar helemaal in opgaan, hoe ze het de hele dag erover hebben. Zoveel zorg. Je wordt er helemaal warm van van binnen. Dat is nog wel beter dan het evangelie. Dat is nog echt eens een God die om je geeft, want die is altijd met je bezig en heeft altijd het beste met je voor, weet altijd precies hoe je je haar moet hebben, en wat je aan moet trekken, welke schoenen je moet dragen en van welk merk, enzovoorts. Die God weet precies wanneer je naar de kapper moet, en wanneer je je moet scheren. Wat een zorg. Die God weet ook precies hoe lang iedereen moet zien, hoe dik of hoe dun, en welk type huidskleur, en welke kleur ogen, hoe groot de voeten moeten zijn en hoe groot de handen moeten zijn. Dat is waar deze God zich in grote liefde de hele dag mee bezighoudt, want hij heeft niks anders te doen. Wat zou er anders moeten wezen dan ? Hier gaat het toch om in het leven ? Die God loopt altijd met zijn meetlat rond en met zijn weegschaal omdat hij zoveel van ons houdt dat hij ons in de juiste lengte en op het juiste gewicht wil hebben. Wat een grote liefde en wat een grote zorg. Echt ontroerend. Er zijn dus toch nog echte mensen op de wereld. En jij maar denken dat de hele wereld was afgeweken. Ze zijn er maar druk mee, de beauty nazi's. Wat is het ? Altijd staan ze voor de ander klaar om advies te geven over uiterlijk, over make up, over kleding, ook als het niet eens haalbaar is. Zoveel geven ze om de mens. Ze lijden echt met de mens mee, over die onmogelijke onbereikbare idealen die ze hebben, want dat zou toch echt een utopie zijn, een paradijs op aarde, als iedereen zo zou zijn als hen. Wat is het ? Zij kennen je beter dan jezelf. Zij weten meer af van jou dan jezelf weet. Zij doorgronden je. Zij kennen je van top tot teen. Niets kan je voor hen achterhouden. Niets. Vergeet het maar. Zij hebben voor alles al gezorgd. Zij kunnen je alles vertellen wat er nog aan je ontbreekt, en zullen intens met je medelijden die tijd dat je nog op aarde rest en je het maar niet kan bereiken. Het zijn echte troosters. Hoe zou een mens het kunnen redden in dit onverschillige leven waar niemand zich om je schijnt te bekommeren. Zij wel. Ze staan klaar voor je, dag en nacht. Altijd maar weer, het is een wonder. Hen ontgaat niets. Geen musje. Zij doorgronden jou. Zij staan recht voor je. Het is nog wel beter dan het evangelie van het christelijke geloof. Deze God geeft tenminste ook om je uiterlijk en wat voor kleren je draagt, en je make up, en je huidskleur. Dat is hem niet teveel gevraagd. Daar wil hij alle tijd voor nemen. Daar zegt hij belangrijke afspraken voor af. De beauty-nazi's, het is me een wonderbaarlijk verschijnsel. Net als je denkt dat de wereld aan de rand van de afgrond staat, dan komen zij op het nippertje om ons allen uit te redden. Grote helden zijn ze, op de juiste soort sokken. Natuurlijk van een heel duur merk, anders zouden ze dat nooit kunnen doen. Ze kunnen je zelfs de winkel aanwijzen waar ze het gekocht hebben. Wacht even. Zei je daar winkel ? Weten zij dat ook allemaal ? Waar je het kunt kopen enzo, en hoe duur het is ? Ja, dat weten ze allemaal. Hoe weten ze dat dan ? Nou ja, dat weten ze doordat ze nogal veel bezig zijn met informatie, als data analisten. En dat moeten ze ook wel weten omdat ze juist voor die bedrijven werken als informanten, en die bedrijven hebben juist veel informatie nodig van hun klanten en potentiele klanten. Dat is allemaal klantenwervings-strategie. Het zijn gegevensmakelaars. Dat verkopen ze dus weer door aan die bedrijven, al die registers en profiel-documenten die ze maken. Daar leven ze van.
Oh. Dus het gaat helemaal niet om het uiterlijk, maar het is gewoon hun beroep om aan informatie te komen van de mensen en om ze naar een bepaalde winkel te lokken ? Precies. Ik voel me nu wel bedonderd zeg. En ik maar denken dat het allemaal echt waar was wat ze zeiden. Een mens kan vandaag de dag niet meer wit of zwart zijn, niet meer dik of dun, lang of kort. Een mens kan er vandaag helemaal niet meer zijn, tenzij hij naar die ene speciale winkel gaat. Precies. Het zijn dus informanten van buitenaardse bedrijven, een beroep dat ze geerfd hebben. Het is alles wat ze hebben. Ze werken voor een speciaal bedrijf of meerdere bedrijven, als data brokers, als gegevensmakelaars, die de profielen opmaken om door te kunnen verkopen aan bedrijven zodat ze hun logistiek kunnen opzetten, hun markettingsstrategieen enzovoort. Het zijn stalkers, spionnen, gegevensverzamelaars, heel obsessief, want dat is hun brood. Daarom zorgen ze zo goed voor ons en willen ze alles van ons weten. Ze willen echt dat we de beste producten krijgen, want alleen dan kunnen we leven, alleen dan kunnen we bestaan, krijgen we de adem ervoor. Maar wacht. Het is de onschepping ? Precies. Dus die buitenaardse bedrijven werken allemaal met elkaar samen, en hebben hun informanten naar de aarde gezonden, allemaal gemaskerd, allemaal als code, als beauty-nazi's ? Precies. Hoe komen we dan van ze af ? Hoe ontkomen we aan hen ? Door de perseusische spiegel en het leren van de logistieke demonologie, het zijn op de juiste plaats, de juiste tijd, in de juiste hoeveelheden met de juiste kosten. Okay, dus die mode-nazi's zijn ook zo bedrieglijk als het weer. Natuurlijk. Ze volgen hun eigen logistiek, niet van de demonologie, maar van de economie, of liever gezegd van buitenaardse verzekeringsmaatschappijen. Zij zijn het aas van vissers. Fashion nazisme is een bedriegelijke vervanging voor de logistiek van de demonologie, maar slechts een code voor de uitgekookte wiskunde van de informanten, snitches, klikkers, infiltranten, van bedrijven. Het is spionage apparatuur die door bedrijven wordt geinstalleerd. Het zijn 'cookies', spyware. Klikspaan, halve maan, je durft niet door mijn straatje te gaan, Hondje zal je bijten, poesje zal je krabbelen,
Dat komt door al je babbelen. Hoofdstuk 43. De nachtmerries van de feutus : Bamah en de zwarte hanen Er zijn een heleboel soorten beauty nazi's en fashion nazi's. Rassen-nazi's, genen-nazi's, psychinazi's, dentinazi's zijn allemaal soorten beauty nazi's en fashion nazi's die hun eigen idee over schoonheid hebben, hun eigen verrotte ondemonologische esthetiek. Psychinazi's zijn van de psychische schoonheid en dentinazi's zijn van de orale schoonheid, en dan zijn er ook nog relinazi's, zoals christinazi's die gaan over wat religieuze en theologische schoonheid is, maar dit zijn slechts codes van buitenaardse bedrijven, zoals het christendom een code is voor de auto-industrie. Juist omdat het in de diepte allemaal beauty nazi's zijn zijn het ook allemaal gegevens-bedrijven, informanten, wat elk bedrijf wel moet hebben om te kunnen overleven. Niet dat ze om je geven, hoor, het draait hen allemaal om henzelf, over hun bedrijf, want dat is alles wat ze hebben, en zo leven ze. Juist omdat ze de demonologie niet hebben hebben ze geen andere optie. Zij hebben dus data nodig, info, van de klant en van de potentiele klant, van de verzekerden en de onverzekerden waartegen zij verzekerd zijn. Zij zijn in die positie als zowel zaligmaker als huurmoordenaar, als inquisiteur. Informanten dus, ondervragers, interrogators, en dat doen ze allemaal op hun eigen manier. De dentinazi was nooit een echte communicator geweest, omdat ze nogal veel te verbergen hebben, maar die hebben gewoon hun boortorens en hun implantaten waarmee ze mensen periodiek aftappen voor data. De druk van de vulling op het bot en op de zenuw heeft zijn eigen trillingsgetal en kan daarmee unieke data van de mens aftappen en zo doorseinen naar de dentinazi. Natuurlijk zullen zij dit ontkennen, omdat dit namelijk hun vakgebied niet is. Zij kennen de demonologie niet, dus ze moeten daar verder ook vanaf blijven. Het is ook het vakgebied van de psychinazi's niet die altijd weer proberen de demonologie in het verdomhokje te stoppen. Nogal logisch. Ze worden namelijk zelf bestuurd door demonen. Een kind kan de was doen. De nazi's zijn niet geschikt voor wat voor vak dan ook. Het zijn misdadigers. Er is een groot verschil tussen eerlijk zaken doen en zaken doen door de mafia. Maar natuurlijk willen ze dit niet horen, en natuurlijk proberen ze dit te negeren, en natuurlijk strijden ze ertegen. Het is namelijk alles wat ze hebben en het is hun laatste adem, want de demonologie zal hen die adem niet geven. Zolang Nederland nog voet geeft aan dit soort praktijken is Nederland verdoemd.
Ze spreken in code, deze boeren. Je hebt ze aan de telefoon en ze proberen je voor het lapje te houden, je dingen aan te smeren. Ze zijn niet voor rede vatbaar. Er valt niet met ze te praten, maar heb altijd de perseusische spiegel dichtbij je. Wat ze doen en denken is het laatste wat ze nog hebben. Het zijn spionnen, en natuurlijk zullen ze dat ontkennen, want welke spion gaat nu zichzelf bekend maken ? Het zijn de regels van het spel, en daarom houden ze zich dom. Het is hun vakgebied niet, en de demonologie heeft hen door. Daar moeten ze vanaf blijven. Ze hebben net als ieder ander de vrijheid van meningsuiting, maar zodra je die mening aan een ander gaat opleggen en ook nog eens onder dwang gif in de botten gaat lopen implanteren, dan is dat crimineel, en dan zal gerechtigheid volgen, en gerechtigheid zal zoet zijn. Maar verwacht geen steun van de massa's, verwacht niet dat ze naar je zullen luisteren, want dit is het pad van de eenling, en het blijft het pad van de eenling. De rest is niet interessant. Dan kun je wachten totdat je een ons weegt. Het gaat om de eenling. Punt. Dit pad is niet zomaar zichtbaar, van 'oh, daar en daar'. Neen. Het pad is onzichtbaar en kun je alleen leren kennen door de logistiek : waar, wanneer, hoe, in welke hoeveelheid, in welke vorm, in welke verhouding. Daarom dient de eenling de logistiek van de demonologie te kennen. Alles om de mens heen, de gekke clownmachines van de nazi's met hun huichelachtige contradicties de hele tijd, is daar slechts een karikatuur van. De mens moet zelf de logistiek van de demonologie leren kennen, en dan zal het andere op de bestemde plaats vallen, niet eerder. Vroeger was er de militaire logistiek, en toen gooide de nazi logistiek roet in het eten, en nu is er de logistiek van de demonologie. Dit gaat niet door het rechtstreekse, het grijpen, maar door de spiegel van obscuriteit, de perseusische spiegel met een nihilistische en pre-existentialistische basis, want de schepping is nog niet gekomen. Het is de strijd te ontstaan, niet de strijd om te overleven. Het leven is er nog niet, slechts duisternis, woestheid en leegte. De feutus zweeft boven de zwarte golven in een gelei achtige capsule, en de feutus heeft een zware, chronische nachtmerrie van de onschepping. Dit zal de feutus inspireren, en dit zal de feutus wakker maken en tot leven verwekken. Dit is de enige manier. Zonder deze nachtmerrie is er geen bestaan of schepping mogelijk. De amazones slapen aan de kust, in hun tenten. Hun grote bossen met haren woelen op hun slaapplaats, waar ze liggen onder de vellen van verslagen demonen, in de jacht verkregen. Maar het is slechts een droom van de feutus. Het bestaat niet, maar het zal bestaan. De schepping is er nog niet geweest. Allereerst zullen de amazones er zijn, de natuur vrouwen, de natuur principes van de logistieke demonologie. En dan zal de geboorte plaatsvinden. De amazones dragen de zwarte veren van de woeste hanen. Hanen die je zo zouden kunnen aanvliegen om je ogen uit te pikken. Hanen die je voor het leven invalide zouden kunnen maken, verlamd. Het zijn de dentinazi's. De amalgaam genocide, de invasie van buitenaardse zwarte skeletten, is daar slechts een allegorie van. Welke man zou overleven in het gevecht met zo'n haan ? Alleen amazones zouden kunnen overleven, als ze woest en geemancipeerd genoeg zouden zijn, maar het was slechts een droom van de feutus. Hoe dan ook staat deze schepping te dringen, want het zijn natuurprincipes van de logistieke demonologie, de achter alles liggende filosofie van het leven. Dan staat zij op met een bot in haar handen, en bestrijdt de zwarte dentinazi hanen. Zij wordt zwaar toegetakeld en moet bloedend wegrennen, en de zwerm woeste, hysterische dentinazi hanen achtervolgen haar, tot diep in de wildernis. Zij klimt in bomen om veilig te blijven, en maakt een
vuur voor in de nacht. Zij is op zoek naar haar zusters. Zij roept en schreeuwt, maar zij horen haar niet. Zij bestaan niet. De schepping is nog niet gekomen. Het is slechts een droom. Is zij zelf wel een mens, is zij wel daadwerkelijk geschapen, of is zij slechts een dier, of ook maar een droom ? Zij weet het niet, ze is zwaar in de war. Maar het is alles wat ze heeft en werkt ermee. Ze zal haarzelf verdedigen tot het laatste toe, of ze nu bestaat of niet bestaat. 'Ik droom, dus ik leef,' spreekt ze langzaam. Ze heeft een fakkel waarmee ze de woeste zwarte hanen van haar af probeert te houden, maar ze zijn hardnekkig en koppig. Als ze haar aanvallen snijden ze diep in haar. Ze voelt haarzelf duizelig en misselijk. Er is vuil in haar bos met haren. Dan vindt ze een zwarte veer, en bindt het aan haar haar, en dan vindt ze nog een veer en bindt het aan haar bovenarm band. Ze droomt, maar ze strijdt, ze strijdt om te ontstaan. Misschien is het niets, maar misschien ook wel, en ze neemt haar kans. Misschien is dit wel de laatste kans die ze heeft. Weer roept ze het uit tot haar zusters, maar ze hoort niets. Bestaan haar zusters wel, of is ze in de war ? Weer doen de zwarte hanen een aanval. Er zijn er nu zoveel, maar dan ziet ze pas hoe klein ze zijn, en hoe groot zij is. Zij staat daar met haar fakkel, en ze kan hen zo goed zien nu. Er zijn er zoveel. Het is alsof ze haar niet meer zien, alsof ze onzichtbaar is, of heeft haar fakkel hen verblindt ? Ze lijken ineens als verdoofd. Is dit de schepping ? Ze grijpt haar mes, en maakt er één af. Ze neemt de veren af. Ze neemt de botten af. Botten ? 'Waar ken ik dit van ?' denkt ze. 'Ja, ik … ik moest naar de dentinazi's … eens … Ik zat in de stoel … of liever gezegd ik lag in de stoel, want het zijn ligstoelen, althans dat is waar mijn nachtmerrie over ging … De denti nazi kwam en keek in mijn mond, met een lampje. Hij haalde er toen een botje uit. 'Dit had je ingeslikt,' zei hij.' 'Nee, dat had ik niet ingeslikt. Dat zijn die hanen, en die hanen …' dacht ze. Ze maakte een voorhangsel voor haar tent van botjes en veren. 'Niemand zal hier nog doorkomen,' dacht ze. Maar ze kwamen, en dit keer was het overweldigend. Het zijn de nachtmerries van de feutus, maar zij zal ontwaken. Het is dan wel een nachtmerrie van de feutus, maar het is ook tegelijkertijd mythe. Is het begin van de schepping geen nachtmerrie op zich ? Het is iets wat we overal om ons heen zien, en vaak één van de favoriete bijbelboeken van de eenling die ontwaakt is tot het nihilisme, de staat van deze wereld, het bedrog van de onschepping. En dat is het boek van de OT oordeelsprofeet Jeremia, zware, massieve literatuur oorspronkelijk uit de woeste wildernis van Israel. Jeremia streed zelfs tegen Mozes. Het verbergt de amazone code, en daarom moet dit zegel verbroken worden, dit reusachtige Israelitische visioen van de obscure eenling in de natuur op het pad van het nihilisme, want Jeremia stelde dat wat Mozes deed dat dat God nog niet was. De ware religie was nog niet gekomen. Het volk was verleugend. Daarom heeft dit boek een ondoorgrondelijke en ongetemde woestheid, omdat het tegen de fundamenten van de Joodse literatuur inging. Als je dan kijkt naar de amazone oernatuur die achter dit boek schuilt, dan zien we de amazone vrouw genaamd Bamah, met de zwarte hanen, oftewel de dentinazi's. Het is als een schilderij in het woeste, donkere oerwoud van het voor-Israelitisch en ook het voor-Egyptisch, want het is voortijds, en buitenaards. Het zijn een serie schilderijen die het verhaal vertellen, de mythe van Bamah en de zwarte hanen. Soms staat ze met een fakkel, omringd door de zwarte hanen, en soms is zij heel groot, en de hanen klein en verdoofd, alsof zij een hanenhouder is. Zij is de eigenares van deze hanen, maar dat besefte ze deels nog niet. Zij moest nog ontwaken, en zij moest nog geschapen worden. Ook was zij in gevecht met deze hanen. Het zijn haar hanen. Het is haar fokkerij. Wat kunnen we ervan leren ? De dentinazi's zijn er een allegorie van.
Bamah betekent hoge plaats in het Hebreeuws, bergen, strijdveld, plaats van aanbidding, rand, het hoog zijn. Zij is de hanenhoedster, maar zij onderschatte haar eigen hanen, en zij keerden zich tegen haar in een zwak moment, waar ze zwaar voor moest betalen. En zo werkte ze aan haar eigen demonologie, want die moest nog geschapen worden. Het zijn obscure wezens, de dentinazi's, maar hierin zijn ze woest en hysterisch, de woestheid van autisten met een asperge-syndroom. Ze kunnen zich niet in de ander verplaatsen, alles draait om henzelf. Het zijn psychopaten, sociopaten. En Bamah kon ze alleen overwinnen en beheersen door haar eigen demonologische obscuriteit aan te wakkeren. Ook zij draait dus om diep autisme, maar dan het demonologische autisme. Het is dus een strijd tussen het lagere obscure autisme van het ego, en het hogere filosofische obscure autisme van het hogere ras. De hanen zijn dus katalysatoren van haar onderbewustzijn die nodig zijn om haar valse publieke bewustzijn te doven. Er zit dus een veel duisterdere psychologische betekenis achter. Hoofdstuk 44. De ontvoerde feutus en de openbaring van het oer-onderbewustzijn Ook obscuur naar jezelf zijn. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand denkt of doet. De mens is verstrikt geraakt in misleidend publiek bewustzijn. De mens moet terug naar het onderbewustzijn van het oer, want er is nu teveel bewustzijn. In de jaren 1900 begon het existentialisme op te komen : van bestaan tot essentie. Eerst moest de mens in het bestaan geworpen worden, om daardoor tot de essentie te komen. Het bestaan was een soort filosofisch kruis, de filosofische woestijntocht tot het beloofde land, en die tocht was noodzakelijk. Maar de schepping was nog niet gekomen. Het was het bestaan nog niet, maar het onbestaan, de onschepping, de nachtmerries van de feutus. De mens greep veel te snel naar allerlei vals bewustzijn, ook vals collectief bewustzijn, en daarom moest de mens eerst terug tot het onderbewustzijn. Maar de mens wilde feesten. En zo ontstond de onschepping. Er gaat dus nog wat vooraf aan de onschepping, en dat is het oer-onderbewustzijn. Alleen in het oeronderbewustzijn zou de ware schepping kunnen komen. De mens moest dus een verdieping lager.
Hiertoe zijn de zwarte hanen een katalysator. De mens moest hierdoor komen tot het demonologische oer-autisme in de filosofie. Zij van de onschepping hebben geen filosofie. Ze kunnen alleen maar doorverkopen wat ze geerfd hebben. Ze kunnen alleen maar verkopen. Er zit verder niets bij. Ze hebben geen creativiteit, geen scheppingsvermogen, en daarom zijn ze jaloers op hen die deze vonk wel hebben, en doen ze er alles aan om zulke personen uit te buiten. Ik had een droom over Venezuela, over het oog van Venezuela, over het oog van het onderbewustzijn, maar dit was een duistere wachter. Ze sloeg me als een verwend kind. Ze jammerde. 'Het is van ons, het is van ons,' jammerde ze. Elke nacht weer, als we slapen, gaan we het onderbewustzijn in. We moeten hierin dieper en dieper, want alleen dat is de ware weg tot de schepping. Ook overdag kunnen we deze tocht maken. Er is zoveel vals bewustzijn wat moet afsterven. Maak er zaak van van de onschepping te komen tot het onderbewustzijn, waar het pad van de eenling verder gaat. Dit is de diepere laag van het preexistentialisme. Er ligt een oer-onderbewustzijn waar het valse bewustzijn en het valse collectieve bewustzijn kan doven. Je dringt dan diep door in een demonologisch oer-autisme van het onderbewustzijn. Dit zal leiden tot het zuivere getal twee, want in de onschepping leidt het tot een corrupt getal twee, worden er corrupte verbindingen gemaakt, waardoor siamese tweelingen ontstaan. Denk niet dat ze daarboven niet autistisch zijn, alsof het sociale wezens zijn die niet eenzaam zijn, in de onschepping. Neen. Ze zijn zwaar autistisch met een asperger syndroom, ze kunnen zich niet in anderen verplaatsen, maar ze gebruiken elkaar gewoon, ze exploiteren elkaar, ze vreten elkaar op en kotsen elkaar weer uit. Het zijn nazi-autisten die hun eigen fatale droomwereld hebben gebouwd, hun eigen fantasiewereldje, waarin zij alles beter weten, waarin ze ieder ander mens die anders denkt en zich anders gedraagt dan hen de zak geven, tot een Jood maken, en hen per trein naar Auschwitch deporteren. Het zijn nascistische, sociopathische autisten, psychopaten die de ander niet kennen, maar pretenderen dat ze de ander beter kennen dan zij henzelf kennen. Zij hebben zich zelf tot de God gemaakt die alles doorgrond, die er altijd is en die alles ziet, het Venezuela oog, de wachter van het onderbewustzijn. Ze zijn schemeringen achternagelopen, hebben licht gezien, en hebben het gegrepen en het is hen fataal geworden. Ze zijn erdoor versteend, en ze kunnen nu nog maar een kunstje, een truukje. Pas er voor op. Het zijn gevaarlijke autisten die niet met je rekenen. Het sociale is maar een truukje. Ze trekken je mee naar hun graf. Ze kunnen zich van alles noemen : 'vadertje', moedertje, juffrouw, meester, vrouwtje, mannetje, vriendje, vriendinnetje, enzovoorts. Dat hoort bij het spel wat ze spelen. Ze menen het. Het is een asperger samenleving van roofdieren waar iedereen voor zichzelf strijdt, om te overleven, niet om te ontstaan. Ze houden zich niet aan de filosofische regels van het bestaan. Het is de autistische onschepping. Er is geen contact mogelijk. Alles is in ijs. Het getal twee bestaat niet. Het is nog niet geschapen. Ze pretenderen alleen, ze ijlen alleen, en ze willen dat jij erin gelooft. En als je ze volgt, en als je ze gelooft, dan fokken ze je op, zoals ze zelf opgefokt zijn. Ze rennen maar heen en weer. Dan moet er weer dat, dan moet er weer dat, en dan trekken ze weer een heel register open voor dit en dat, maar het is allemaal niks. Ze komen er nergens mee. Het heeft allemaal geen inhoud. Zo verspillen ze tijd, maar er is geeneens tijd. Tijd is nog niet geschapen. Het
is de nachtmerrie van de feutus, en de feutus moet dieper het onderbewustzijn in, dieper de slaap in. De feutus is in strijd met het Venezuela oog. Kom niet tot een te snelle schepping, grijp niet het eerste de beste licht wat je ziet, maar wordt obscuur naar jezelf. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Keer je andere wang toe, laat je niet verleiden te snel tot actie over te gaan. 'Ja, maar die en die heeft dit en dat gezegd.' Wat dan nog ? Zij zijn in de onschepping. Spring er niet in. Als Jopie van de hoge brug in de rivier springt, dan spring je hem toch ook niet achterna. Laat maar springen. Demonologen gaan geen zinloze discussies aan. Demonologen laten zich niet uitdagen door kleine jongetjes. Laat ze maar kletsen, dat is alles wat ze kunnen. Als ze een fout maken, blijf dan wijselijk stil. 'Ja, maar die en die heeft me geslagen, recht op mijn wang.' Wat dan nog ? Keer je andere wang toe, anders slepen ze je in een gevecht, en dan wordt je deel van de onschepping. Dan slepen ze je mee naar hun graf, en dan kun je niks meer, verlies je alle creativiteit. Dat is wat overmoed doet. Leef vanuit de spontane vonk, en laat het zuiveren in het diepere onderbewustzijn. Niets moet. Je hoeft jezelf niet te verdedigen, want het is de schijnrealiteit, de schijnschepping. Ze willen je uit je tent lokken, voorbarig uit de baarmoeder lokken, opdat je een miskraam wordt zoals henzelf. Het zijn miskramen, niet anders. Ga dieper het onderbewustzijn in, laat je niet verleiden tot vals glitterend bewustzijn, corrupt groeps-bewustzijn van saamhorigheid, kameraadschap enzovoorts. Ga op zoek naar jezelf, naar de filosofische onderliggende principes, en kom tot het zuivere getal twee in het beloofde land. Er is een kruispunt der eenlingen, waar de amazones hun zusters vinden, maar dit mag niet voortijdig opgewekt worden, want dan zal het eindigen in een fiasco. 'Ja, maar ik heb het koud, en het is eenzaam.' Wat dan nog ? Waar gaat het nu om ? Je bestaat nog niet eens. Dit is de weg. Als het niet zo was dan zou je in de schijnschepping terecht komen, en dat wil je ook niet. Je moet jezelf scheppen. Dieper in het oeronderbewustzijn wordt het vanzelf wel warmer en vindt je geleidelijk aan alles wat je nodig hebt. 'Ja, maar ik sterf.' Wat dan nog ? Je leeft nog niet eens. Je ijlt. Gewoon dieper gaan, en je komt vanzelf tot het ware leven, het ware bestaan, de ware schepping. Al het valse en voortijdige moet sterven, tenzij je een miskraam wil zijn, en poppenhuisje wil spelen. 'Ja maar.' Luister niet naar het oog van Venezuela. Ze houdt je tegen, want ze exploiteert je, maar strijdt om te ontstaan. Strijdt om in de diepte af te dalen. Strijdt om in te gaan. Het oog van Venezuela zal net zolang tot je ja-maaren totdat je bij haar terugkomt in de valse onschepping. Zij willen met je onderhandelen, want het is alles wat ze nog hebben. 'Dan ga ik de strijd aan.' Of je gaat terug. 'Nee, nee, ik wil niet meer terug.'
Je hebt te maken met een obscure onschepping. Wees nog obscuurder. Je hebt te maken met een autistische onschepping. Wees nog autistischer, en ga dieper je onderbewustzijn in, tot de diepere slaap, om de valse onschepping achter te laten, alles achter te laten wat je dacht dat je had, want je had het niet. Je bestond nog niet. Je had te maken met een nihilistische onschepping, wees nog nihilistischer. Het zijn allemaal katalysatoren. Daal de trappen af tot de ondergrond van het onderbewustzijn. Dieper en dieper, waar alles verdonkerd wordt, waar alle valse lichten kapot springen, elk vals bewustzijn, al die uitpuilende ogen knappen daar voor eeuwig stuk. Hier kunnen ze niemand meer bedriegen. Het zijn spionage camera's, niets meer. Ga dieper, de informanten die verkeerde bedoelingen met je hebben springen vanzelf kapot. Het zijn bewakings-camera's, maar dieper en dieper hebben ze steeds minder macht. Het zijn alarmen, maar ze zullen vanzelf doven wanneer je dieper gaat. Het zijn kwallen die daar hangen aan de muren in het trappenhuis, die schemerend licht geven om je te verlokken, maar ze kunnen niets doen. Ze zijn verlamd. Ze hebben zelf de verkeerde keuzes gemaakt. Ze hangen daar niet voor jou, maar voor henzelf. Ze kunnen daar hangen als vagina's, maar ga er niet in. Het zijn valse baarmoeders van de onschepping. Ga dieper en ze zullen vanzelf kapot springen. Laat hen je niet met zich meesleuren. Als ze om je nek heenvallen, of op je hoofd vallen om je uit te zuigen, laat het je dan niet tegenhouden, maar ga dieper. De trappen zijn open. Je hebt meer onderbewustzijn nodig, niet meer bewustzijn. Het onderbewustzijn is een duister monster, een baarmoeder van het oer, maar laat je niet meer verleiden terug te gaan tot de wipwap van de onschepping, want dan wordt je als een zwaar gereformeerd kind die alleen maar kan wipwappen. Daarboven is het zware mind control. Het is alles wat ze hebben. Er staat daar een turnrekje waar de kinderen zich vaak aan verwonden, kinderen die hun nek breken, en de kermis gaat maar door. Het is de onschepping. Gruwelijke dingen gebeuren daar, maar ze bestaan niet. Het is de onschepping, de nachtmerries van de feutus. Wat doen ze allemaal wel niet met die kinderen ? Stop. Ga niet meer terug. Ga dieper het onderbewustzijn in, want ze spelen psychologische spelletjes om je uit te zuigen. Ze houden van het uitzuigen van feutussen, maar ga dieper de baarmoedervliezen van het onderbewustzijn in, zwevende in een gelei achtige capsule boven de zwarte golven van het onderbewustzijn. Er is daar een woeste storm, en de golfen zijn hoog. Het grijpt je en trekt je in de diepte. Al het licht moet doven, alle schemering, elk vals bewustzijn, elk overmoedig collectief bewustzijn, elke betweterij. Oh, ze weten het allemaal zo goed. Het moet sterven, uitgedoofd worden, in de dieptes van de reusachtige oceaan van het oer-onderbewustzijn. Het heeft allemaal teveel gesproken. Mensen zijn kapot gepraat. Maar ze bestonden nog niet. Het waren de nachtmerries van de feutus. Wees maar autistischer, anders kun je niet tegen de autistische gekken om je heen op. Wees maar obscuur, want ze zijn obscuur naar jou, ook al doen ze alsof ze spontaan en meelevend zijn, ook al doen ze alsof ze leven en sociaal zijn. Ze hebben grote geheimen. Ze laten aan jou hun kaarten niet zien. Het is een obscure industrie. Niemand mag weten waar ze mee bezig zijn. Na kantooruren zijn ze er niet voor je. Het diepere onderbewustzijn van het oer, een diepere slaap, waarin de nachtmerries van de feutus kunnen kalmeren, waar ze ander natuurgeweld beleven. Zware stormen, zwaar onweer, zware draaikolken, hoge golven, allemaal om de feutus in de diepere slaap te brengen, want een roofdier, een roofvogel, had de feutus gegrepen en naar zijn nest gebracht, om haar jongeren ermee te voeden. Na de nachtmerrie is er slaap, diepe slaap, om diepere filosofische vonken uiteindelijk op te
wekken, van een autistisch kind van de demonologie, de strategische obscuriteit van de natuur. Het nihilisme van de natuur van het onderbewustzijn is paranoïde toe naar alles wat zich te snel ontwikkeld. Het prikt door alles heen, laat zich niet meeslepen en manipuleren. Het onderbewustzijn is een zee van vertraging. Hierin wordt de feutus geworpen door de natuurstorm, en hierin wordt de feutus weggezogen om tot vertraging te komen, en zoveel beschermende gelei achtige vliezen omhullen de feutus dan weer, want de roofvogels hadden alles weggepikt, en hadden zich tegoed gedaan aan het bloed en de sappen van de feutus. De storm brak door alles heen, door alle kunstmatige, clinische, autistische wanden van de onschepping van de nazi's, een voorscheppingse psychose van de feutus. De storm nam de feutus weer mee terug naar waar het hoorde. Er was een onleven, maar het ware leven is in de filosofie, en die ligt opgeborgen in het oer-onderbewustzijn. Zoveel lagen waren er overheen gebouwd, zoveel vloeren overheen gelegd, voor een industrie, en de miskramen waren producten. Ze speelden poppenhuisje als kinderen en dementen. Het was een psychose van de feutus, maar de storm van het oer-onderbewustzijn kwam om de feutus terug te halen. De feutus was ontvoerd. Hoofdstuk 45. Het lek in de eenling filosofie De psychinazi's, helemaal geobsedeerd met de psyche van de mens, als rampentoeristen, want ze kunnen er zo mooi munt uit slaan uit de ellende van de mens. Ze zijn zo geobsedeerd met de psyche van de mens dat het psychofielen zijn, wars van filosofie. Als ze het over psychoses hebben, dan zijn zij zelf wandelende psychoses, de ergste psychose die een mens maar kan hebben, als de psychoses van de feutus, vlak voor de geboorte. Het massa onderbewustzijn van de stad heb je dan niet nodig, maar je moet dan tot het natuur onderbewustzijn gaan van het oer, de diepere slaap. Maar hoe doe je zoiets ? Hoe kun je aan de psychoses van de onschepping ontkomen ? Je bent dan in het trappenhuis onder de stad en je gaat dieper en dieper, steeds dieper onder de grond, de ondergrondse natuur in, waar het onderbewustzijn van de natuur ligt. Het is niet slechts natuur. Je kan niet zeggen : lang leve de natuur en in de natuur gaan leven alsof alles daar om draait. Neen. Je moet terugkeren tot de filosofie van de natuur. De natuur staat niet op zichzelf. Wel is het zo dat de filosofie niet kan bestaan zonder de natuur. Zij
horen dus bij elkaar, maar er moet geen filosofie-loze natuurdrift komen, want dan blijf je slechts aan de rand van de natuur, en ben je nog steeds een schaap van de stad. Wat kun je dan doen ? Als feutus wordt je diep de vertraging ingetrokken in het onderbewustzijn van het oer, wat de filosofie doet. Waarom ? Zou je kunnen denken. Waarom moet alles vertraagd worden ? Juist omdat dingen te snel gaan, en er zo geen overzicht meer is. Er ontbreken tussenstappen. Veel mensen willen dat niet horen, maar dat is de onschepping. De mens moet dieper. Wat betekent dat ? Diepte ? De mens is te overvlakkig, heeft te snelle definities van dingen gemaakt, heeft oorspronkelijke definities weggekapt of zwaar ingekort. Maar diepte is een vies woord voor veel mensen van de onschepping. 'Je moet niet zo zeuren,' zeggen ze dan. Voor hen is het allemaal heel gemakkelijk. Er mag niet moeilijk over gedaan worden. Het leven is simpel. Maar het is het leven niet. Het is het onleven, de onschepping. Het is een psychose van de feutus, het stadium vlak voor de geboorte. De feutus is in de war. Het zijn katalysatoren waardoor de feutus zich vanzelf in zich terugtrekt, en dat is om de feutus te beschermen. Zo onstaan de juiste laagjes en vliezen om de feutus heen, een gelei achtige capsule die de feutus voedt en beschermt. Als er niets zou gebeuren, als de laag van de onschepping er niet zou zijn, de foetale periode, de laatste fase van de zwangerschap, dan zou de feutus zich niet voldoende intrekken, en dan is de feutus te kwetsbaar voor het leven, en sterft dan oneindig af. De psychose van de feutus is dus absolute noodzaak voor de feutus om zich te kunnen ontwikkelen en genoeg zelfstandigheid te hebben, obscuriteit en autisme, genoeg nihilisme, om te kunnen ontstaan. Daarvoor is de feutus een embryo, in de embryonale periode, de eerste periode van de zwangerschap. Het is belangrijk dat de feutus daar weer naar terugkeert, want dat is de oorsprong. En daarvoor was er slechts een spermacel. De zaadcel, één van de miljoenen, dringt als eenling de eicel binnen. De mens is dus in oorsprong zowel man als vrouw. Hij draagt de man in zich en de vrouw. De feutus moet terugkeren tot deze laag van het oer onderbewustzijn van de natuur, waarin hij weer begint als eenling en tot de eicel gaat. Was de feutus dan slechts een nachtmerrie of psychose van het embryo ? Ga weer opnieuw door dit proces heen. Zou je weer dezelfde baarmoeder kiezen, of was dit een psychose, een nachtmerrie. Werd je er naartoe gezogen of maakte je die keuze bewust. Zag je ergens licht of schemering ? Hoe kwam je daar, en waarom was je de eerste ? Waarom bereikte jouw zaadcel beginsel als enige de eicel ? Was dit allemaal waarheidsgetrouw, of werd er met je gerommeld, of was dit slechts een psychose of nachtmerrie van de zaadcel, of van het embryo ? Zou je dezelfde baarmoeder weer kiezen, dezelfde eicel ? Of zou je het ditmaal anders doen, of had je geen andere keus ? Was het een natuurverschijnsel, of werd je ergens ingelokt ? Waar ben je terechtgekomen ? Zou je er nu misschien beter tegen kunnen vechten ? Ga dieper terug naar het onderbewustzijn van het oer. Laat de onschepping los. Hoe kwam je in die man die jou als een zaadcel droeg. Was je bedrogen, of was je ontvoerd ? Gebeurde het in een zwak moment ? Het zette een ketting reactie in werking, een nachtmerrie of psychose, en het werd het leven genoemd. Moest je hier doorheen ? Maakte het tot wat je nu was ? Was er geen andere weg ? Maar is het dan nu de bedoeling om helemaal terug te gaan tot een nog dieper stadium ? Heb je nu misschien daarvoor de katalysator gekregen, terwijl je die eerst nog niet had ? Ga dieper. Je bent een eenling, hoe dan ook, anders zou je geen bewustzijn hebben, geen dromen. De eicel moet binnen een bepaalde tijd bevrucht worden, anders sterft het af. Ga er niet
nog een keer binnen, want je kan nu dieper, je kan nu verder terug, je verder naar binnen trekken in plaats van naar buiten. Laat de eicel maar afsterven, want het was de onschepping. Het was een nachtmerrie, een psychose. En kom dan tot het diepere stadium, het tegenbewustzijn. Je weet dat het bewustzijn niet klopt, maar je maakt er antistoffen tegen. Wat is de filosofie ? Je ziet Mozes de berg op gaan. Je ziet dat iedere Jezus zijn Judas heeft, je ziet de slang in het paradijs. Je ziet Mozes in gevecht met Jeremia. Jeremia roept : we moeten terug, we zijn te ver gegaan. Maar dan is het een vrouw : Bamah en de zwarte hanen. Nu heeft ze de katalysatoren om het tegenbewustzijn op te roepen, het begin van de schepping. Alleen het tegenbewustzijn kan een ware schepping opwekken, dieper in het oer onderbewustzijn. Je zucht, diep uit, en ademt dan diep in, want er wordt adem gegeven. Het is de tegenadem van het tegenbewustzijn. Je voelt de gespletenheid en dat het zo hoort, anders zou er geen leven mogelijk zijn. Alleen zo heb je adem, door het tegenbewustzijn. En dan ga je door het oerwoud van het tegenbewustzijn, op zoek naar diepere filosofische principes, niet slechts naar meer natuur. De nachtmerries en psychoses van de verschillende stadia van de voorgeboorte, de voorschepping, zijn zwaar. Maar zonder die druk is er geen leven, en zonder deze zwaarte kan het tegenbewustzijn niet opgewekt worden, en zou je slechts een spons zijn. Er is geen regelrechte utopie, en het centrum van de filosofie is niet makkelijk te bereiken. Het schreeuwt vanuit de hemel naar je, maar je kan het niet verstaan, en je begrijpt het niet. Wat doe je dan ? Teruggaan, teruggaan en teruggaan, dieper het onderbewustzijn in, tot het tegenbewustzijn. Je ziet de mensen om je heen hun koppen in het zand steken ? Het zijn slechts kuddes struisvogels die wild heen en weer rennen om het geheim te bewaken. Eens had ik een droom over psychinazi's, en ik zag ze zo veranderen in een kudde wilde struisvogels. Dat is wat ze zijn. Waarom zijn dingen zoals ze zijn ? Het zijn katalysatoren om te laten zien wat ze niet zijn. Het zijn triggers. Ze zijn noodzakelijk in het filosofische spel. Ze bellen aan en verkopen hun stofzuigers. Psychofielen, hevig geinteresseerd in je psyche, maar allemaal voor deze reden. Hoe werd je een spermacel ? Wat was je daarvoor ? Was je een brok onderbewustzijn ? Nam iemand het voor een industrie ? Werd je tot een object, een onderdeel van iets, gedwongen ? Of lokten ze je erin, en kon je toen niet meer weg ? Wat was er voor de onschepping ? Er was een te snelle 'twee', een te snelle relatie, een te snelle verbinding, terwijl het obscure autisme van zelfbescherming nog niet volkomen was, nog niet volgroeid. Het eenling principe was nog niet rijp geworden. Maar alleen door deze ervaring kon het rijp worden. In de zaadballen was er al een selectie gaande voor iedere zaadcel, een selectie uit miljoenen en miljoenen zielen. Het is niets anders dan een loterij, en je ouders wonnen de loterij, of ze daar nu blij mee waren of niet. Telkens maar weer gokken ze. Ze hadden ook wat anders kunnen winnen, maar het was jij ditmaal. Dan ben
je een trofee en wordt je ergens als een monument neergezet in deze krankzinnige wereld. Je bent slechts een bolletje in de veel grotere bol van de loterij, die draait, en selecteerd. Maar de mens mag terugkeren tot de diepere filosofische selectie. Er werd een dansje opgevoerd, en je hoeft het niet nog een keer te dansen. Het was alleen om je te doen ontwaken en om je te inspireren, maar het was de schepping nog niet. Mozes ging de berg op, de massa's achterlatende, en er was een verschijning op de berg waar je niet naar mocht kijken, want dan zou je sterven, zoals ook in de Perseusische filosofie. Mozes mocht alleen haar achterste zien, wat een beeld is van de baarmoeder, het onderbewustzijn. Teveel bewustzijn zou hem doen sterven. Hij moest tot het oer onderbewustzijn komen, want het volk was al veel te ver afgedwaald in deze valse schepping van vals bewustzijn. Mensen zijn allemaal maar heel actief, draven met van alles in het rond, om hun huisjes te bouwen, hun koninkrijkjes, maar het is allemaal voor niets. Het is de ware schepping niet. Mozes moest naar het achterste van de verschijning op de berg kijken, niet naar de voorkant. Wat weet de mens toch veel, en wat doen ze er allemaal belangrijk over, maar het is allemaal voor niets. Het totale collectieve bewustzijn wat ze op hebben gebouwd is een gruwel, een totale mislukking, en nergens goed voor, want er was geen demonologisch fundament. Het zal allemaal instorten. Mozes kwam op de berg om filosofische principes te leren. Hij maakte buitenaards contact. Het scheurde de hele wereld van literatuur open. Niemand rent dan op zo'n verschijning af om even met gouden tanden en een afgezakte broek breedglimlachend op de billen te slaan. Neen ! Mozes was aan het randje van de dood gekomen ! Wat voor een idiote zotten lopen er vandaag de dag rond die vrouwen zo als vee behandelen ! Mozes keek wel beter uit ! Eén verkeerd woord, of één verkeerde beweging, en hij zou het niet na kunnen vertellen ! Hij stond recht voor een theofanisch, buitenaards roofdier, en als hij het van voren zou zien zou hij verder leven wel op zijn buik kunnen schrijven ! Ik ken dit soort dingen. Ik heb het in mijn dromen en nachtmerries gezien. Mensen spelen met hun leven als ze roekeloos met vrouwen omgaan, of met God of de godin, of hoe die filosofische natuur principes zich dan ook uiten of vermommen, maar geen mens kan tegen de filosofische machten van de natuur op. Vergeet het maar. Verhaal of geen verhaal, droom of geen droom, ik weet dat het echt is. Ik heb de electriciteit gevoeld en het is hoogspanning, en het zal de wereld overnemen. Vergeet het maar dat de mens het laatste woord zal hebben. De filosofische natuur van het oer zal het laatste woord hebben. Wat er vandaag de dag aan 'mens' rondloopt is het meest belachelijke verschijnsel wat zich ooit heeft laten zien. Niet dat dat hen ook maar iets kan schelen. Ze wanen rustig door, en in hun ogen waant ieder ander mens. En ze blijven rustig doorslaan op de trom van het vrouwelijke achterste. 'Vort peert,' … totdat ze op een goede dag een optater van stroom krijgen, want je hand telkens op drieduizend volt leggen gaat zich een keer wreken, en dan lopen ze rond met verstijfde armen, of lopen helemaal niet meer rond. De tekenen zijn al aan de wand. Het is dit keer geen spiegeltje. Dus, absurde autisten om ons heen, en we komen er alleen doorheen als we zelf nog absurder en autistischer worden. Ook psychinazi's en dentinazi's zijn eenlingen, maar dan van een hele andere soort. Daarom moet de mens klaarkomen met het eenling mysterie, anders blijven er telkens weer corrupte vormen komen.
Er is een lek in de eenling filosofie van de mens, een groot lek, en door dit gat kwamen de psychinazi's en dentinazi's, totaal gestoorde eenlingen die zich zonder enig fundament of zonder enig nobel doel boven de massa's wanen. En ze voeren grote terreur, deze autistische tirannen. Hoofdstuk 46. Het Areta Kruis Heracles, of Herekalos, betekent voor gebruik van Here, of goede Here, het dienen van Here. Here of Hera was de vrouw van Zeus, en Zeus legde zijn zoon Heracles aan de borst van zijn vrouw, Here, om hem onsterfelijk te maken, maar zij stootte hem af, alhoewel er toch druppels melk waren gevallen. Here ziet Heracles als een vijand, en drijft hem tot zo'n grote woede dat hij zijn familie vermoord, waarna hij zijn twaalf werken doet. Dit staat symbolisch voor het overstijgen van de massa als eenling. Here drijft hem tot het pad van Areta, tot een eenling die geoefend moet worden op het pad van volharding en pijn. De worsteling van Heracles met Here kun je vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit was om hem te beschermen tegen het hedonisme van Kakia. We komen de symbolische familie-moord ook tegen bij de christelijke Jezus mythe wat voortkwam uit de mythe van Heracles. De twaalf werken werden tot twaalf discipelen. Jezus droeg op de familie te haten in Lukas 14 : 25 Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen: 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Laten we heel goed beseffen dat in het NT haat gelijk stond aan moord : I Johannes 3:15 – Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft. Je kunt dus niet haten zonder zelfhaat, en dit staat gelijk aan zowel moord als zelfmoord, en hierin is een dualiteit. De natuur laat het al zien. Als sommige insecten je steken dan verliezen ze daardoor hun eigen leven. Het is diepe dualistische symboliek, want volgens de wetten van het NT heeft Jezus, net als Heracles, zijn familie vermoord, omdat hij zijn familie heeft gehaat. Maar het is dus een allegorie met een diepere betekenis. Jezus moest de massa overstijgen en ook zichzelf, want hij moest ook zichzelf haten en doden. Dan gaat dit om het ego, en ook het collectieve ego waar de
mens vandaan komt. Here leidde Heracles tot die daad dat hij zijn familie achterliet zodat hij het pad van Areta op kon gaan. Heracles had de lagere familie principes gedood en zijn lagere zelf, om zo het pad van de eenling op te gaan, de natuur in. Jezus vocht voortdurend tegen de massa en de familie, en stelde dat alleen zij die de wil van God doen, van Here, zijn ware familie was. Zijn pad kon alleen gevolgd worden als de mens zou breken met de familie, en de doden de doden laten begraven. Heracles moest zo komen tot het Areta kruis, en was een Aretaiet, een volgeling van Areta, van de geestelijke oefening, en zo was ook Jezus dat. Mijn vader en zijn hartsvriend, mijn tweede vader, waren van de lichamelijke oefening, sportleraren, opgeleid op de CALO (spreek uit : kalo) in Arnhem, christelijke academie voor lichamelijke opvoeding, wat heel duidelijk aan dit verhaal gelinkt is. Zij waren elkaars tegenpolen, want mijn vader was vaak een duivel, en zijn hartsvriend was vaak als een engel. Maar ik moest breken met deze wereld. Ik werd apart gezet. Ik moest tot de schaduwwereld komen hiervan. Ook ik was een Aretaiet. Het materialisme heeft alles verletterlijkt, maar het houdt diepe boodschappen verborgen. Het is afzien op het pad van Areta. Je verliest alles. Here heeft geen medelijden, want de mens was diep misleid en moet weer terug. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Maar Heracles streed met haar zoals Jakob op Pniël en Jezus aan het kruis, want er is ook een valse Here. In de Aretaitische filosofie is deze Heracles dynamiek van allegorische familiemoord en zelfmoord onmisbaar. De mens moet loskomen van de banden met Kakia. Dat is wat de demonologie is. De mens heeft alles verletterlijkt, want de mens kent de filosofie niet. Voor de mens is de materiele weg altijd de makkelijkste weg, maar het leidt tot de dood. Om hieraan te ontkomen mag je ook vragen naar de Aretaitische principes, wat het betekent een Aretaiet te zijn, om geen Kakiaiet meer te zijn. Here zond twee slangen naar Heracles na zijn geboorte, om hem te doden. Hij verscheurde de twee slangen, als baby, maar de touwen van de logistiek bleven, en die moesten hem trekken tot het Aretaitische pad en hem erop houden. Jezus noemt het ook een teken van de eindtijd, want de mens zal erachter komen dat de familie banden een complot zijn tegen hen gekeerd, en dat de mens de betekenis ervan moet verdiepen : Mattheus 10 : 21 Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. 22 En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. 23 Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere; want voorwaar, Ik zeg u, gij zult niet alle steden van Israël zijn rondgekomen, voordat de Zoon des mensen komt. Het pad van Kakia is een letterlijk pad, en het pad van Areta is een geestelijk pad. Zowel de materialist als de geestelijke gebruiken de bijbel, de één doet het voor het hedonisme, Kakia, en de ander doet het voor Areta, de geestelijke en demonologische oefening. Het Areta kruis is hard en gaat diep. Het is niet zacht en zoet. Het is niet 'wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roede.' Het is eerder omgedraaid. Areta staat daar met de gesel. De mens moet geoefend worden in de wildernis, anders zal de mens niet overleven.
Hoofdstuk 47. De werken van heracles als oer-medicijnen Voordat de Romeinse beschaving kwam opzetten in Italië was er de Etruskische beschaving, wat opkwam vanuit het Toscaanse gebied in Midden-Italië. Het was de schakel tussen het Griekse wereldrijk en het Romeinse wereldrijk. Ook de Etrusken hadden een Heracles, Hercle, en ook hadden zij een Here, genaamd Uni, de vrouw van Tinia of Tin, wat de Etruskische Zeus is, wat voor de Romeinen Jupiter is, Jove, maar die in de begin-periode van het Romeinse rijk Tinia-Jupiter werd genoemd. Uni werd in het Romeinse rijk tot Juno. Dit leidt terug tot de amazone oer-urim en thummim, de toetsstenen jana en jani. Hercle kwam uiteindelijk toen hij volwassen geworden was en een baard had gekregen tot Uni, en mocht uiteindelijk van haar borst drinken om de onsterfelijkheid te ontvangen, wat leidde tot zijn hemelvaart. Eerst hadden Uni en Hercle een grote worsteling, die je kunt vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit is wat op het pad van Areta gebeurd, dat de mens wordt teruggeleid tot de moeder borst door het toetsen, door de worsteling. Uiteindelijk zal dan haar melk stromen en zal de mens ten hemel worden genomen. Maar hiertoe moet de mens dus komen tot het Aretaitische pasen. Niet zomaar twaalf discipelen rondom Jezus waar je een leuk verhaaltje over kan lezen, maar zelf door de twaalf werken van Heracles gaan op het pad van Areta. Op het pad van Jezus raakte de christen verdwaasd, in de strikken van Bacchus, de god van het hedonisme, van de wijn, want de christen werd afgeleid tot het drinken van het bloed van Jezus in plaats van te drinken van de moederborst. De mens moet alles achterlaten om tot die melk te komen, in alles minderen. Jezus zei de familie moest gehaat worden, wat dezelfde betekenis had als moord, maar dan in de zin van dat het familiaire ego gedood moest worden. Het familie vlees moest aan het kruis. Dat is de diepere betekenis van de broedermoord die Kain bedreef, opdat hij tot het land Nod kon komen, oftewel tot de Egyptische moeder. Het was diepe symboliek op het pad van de eenling. Here, de vrouw van Zeus, dreef Heracles zo woest dat hij zijn familie ombracht, oftewel achterliet, oftewel het collectieve ego. Alleen zo kon hij tot de melk komen van Here, oftewel van de Egyptische Nod, zijn oermoeder. Hij moest het valse bewustzijn achter laten om tot het oer-onderbewustzijn te gaan, waarin het valse bewustzijn verder gedoofd zou worden. Daarom is zowel Here als de Egyptische Nod de godin van de lucht, de godin van de hemel, oftewel van de leegte, en alleen woeste eenlingen die alles achter zich hebben gelaten en het collectieve vlees hebben gedood kunnen tot Haar komen. Dat is het pad en kruis van Areta, wat tot de borsten van Nod leidt, maar allereerst zal zij hen die tot Haar naderen vertrappen met haar voeten en met hen worstelen, zoals Here met Heracles worstelde en hem zocht te doden. Ook Ra moest sterven in de baarmoeder van zijn moeder Nod, in de onderwereld, opdat hij kon komen tot haar lucht, haar hemel.
De mens die het verhaal van Kain en Abel leest vindt het maar barbaars en laf dat Kain tot zo'n daad kon komen, maar het was iets symbolisch. Kain worstelde met het vlees, met het kudde instinct, het collectieve ego in zowel de grondtekst als de oorspronkelijke Egyptische mythe van dit verhaal. En Heracles en Jezus gingen ook op dit pad. Ook Set, de godenzoon van de wildernis, de woeste eenling, doodde zijn broer Osiris die de tronende was, als een beeld dat het collectieve ego wat troonde, oftewel de democratie, moest sterven. We kunnen ook denken aan Judas, de woeste eenling, die de tronende Jezus die de massa's als een schaapherder leidde, ombracht. In de gnostische geschriften is dit nooit een letterlijke moord geweest. In het Evangelie van Judas moest Judas de man die Jezus droeg, die Jezus gekleed had, oftewel het ego van Jezus, offeren. Het gaat over een engel genaamd de zelfverwekte, oftewel de eenling die zichzelf heeft geschapen, en die zou het grote geslacht van Seth herstellen. Jezus zegt dan tegen Judas dat Judas veel moet lijden, ook al ziet hij vele visioenen van de hemel en van het hogere geslacht. Jezus zegt dat hij vervloekt zal worden door de massa's, maar dat hij de massa's zal overwinnen, zal overstijgen. Zijn zaad zal afrekenen met de heersers, en hij zal het grote geslacht van Adam voortbrengen, het geslacht van de eeuwigheden voordat de hemel en de aarde bestonden. Judas zag toen de wolk van het grote geslacht komen en werd erdoor opgenomen. In de evangelieen was Judas verantwoordelijk voor de dood van Jezus, maar stierf hierdoor zelf ook, omdat geen mensenmoordenaar eeuwig leven in zich heeft. Dit is symbolisch en dualistisch, want toen Judas het collectieve ego doodde, het schaapsherder ego, werd ook zijn eigen individuele ego gedood. Het evangelie van Judas kwam voort uit het sethianisme, wat gebaseerd was op Plato's eenling principe, wat zij gebruikten om tegen de kudde mentaliteit van het christendom in te gaan, tegen het orthodoxe, verletterlijkte christendom wat begon op te komen. Zij stelden dat de Moeder de absolute macht was boven mens en engel, en dat de Moeder Seth had geschapen om de engelen te doden. Er was een vals ras ontstaan van mensen en engelen, en daartoe werd ook de zondvloed gebracht, om dit ras uit te roeien. Maar door de ark van Noach bleven sommigen van dit ras voortbestaan, dus er was nog steeds een groot kwaad na de zondvloed. Het werk van Seth was dus nog niet afgelopen, maar Seth kwam toen als Jezus Christus, maar deze werd ook besmet door een valse Jezus Christus, en daarom moest Judas dus komen. Het was dus een demonologische noodzaak, en in het evangelie van Judas heeft Judas dus een positieve betekenis, in het kader van de demonologie. Dit kan beter begrepen worden in het gnostische wereldbeeld. Naast het sethianisme was er ook het valentinianisme, een grote stroming van gnostisch christendom. Sophia die in de hemel was had de demiurg geschapen die de aarde schiep en over de aarde heerste, en dacht dat hij de enige god was, en hij kon Sophia niet zien, en zag alles door een sluier. Sophia begaat een aantal domme fouten, waardoor deze miskraam ontstond, ook wel genaamd Jaldaboath en Jahweh. Sophia moet dus zelf ook gezuiverd worden, en dat gebeurd door Horos, die ook wel stauros wordt genoemd, oftewel het kruis (of de paal, Grieks). Hij moet ook de valse aeons (eeuwigheden) scheiden van de hogere aeons, en dus Sophia bevrijden van haar lagere driften. Sophia moet als de slang in het paradijs op haar beurt de mensen redden van het valse paradijs van de archons, de wereldheersers. De moeder van Sophia is Barbelo, de grote onzichtbare godin die boven alles is. Deze wordt ook in het Evangelie van Judas genoemd. Jezus wordt door Judas een zoon van Barbelo genoemd. Barbelo wordt door Judas de onsterfelijke eeuwigheid genoemd, waaruit Jezus voortkwam. Nog voor het paradijs was er een oer-eeuwigheid, een oer-paradijs, waarin Barbelo leefde met een naamloos personage genaamd Vader. Daaruit kwam nog een tussenparadijs voort waarin de mens Adamas leefde met zijn gezel Gnosis, de perfecte kennis, en als laatste kwam Sophia, wijsheid. De
hof van Eden waar Adam en Eva leefden was van een lager wezen, een archon, Jaldabaoth, of Yahweh, die zich de enige god waande, en niets van Sophia afwist. Hij leefde onder een sluier. Hij was de blinde god. Hier is ook het orthodoxe christendom uit voortgekomen. Er was dus een zware strijd tussen het gnostische christendom en het orthodoxe christendom. Het orthodoxe christendom nam alle macht over en sneed deze kennis weg. Barbelo was dus als de helm van onzichtbaarheid die Perseus moest dragen om het monster van de massa's te verslaan. Barbelo, die de onzichtbare oergodin was, was de godin van het eenling principe. Zij is alles overstegen. Toen Jezus aan het kruis ging moest hij bevrijd worden van zichzelf, van de valse Sophia en ook de valse Barbelo. Soldaten dobbelden om zijn kleding. De dobbelsteen is in dit opzicht belangrijk, als een groot lijden, waardoor Jezus tot mindering kwam. Uiteindelijk leidt dit tot de familie logistiek : waar, wanneer, hoe, hoeveel. De dobbelsteen is een grote wildernis poort in dat opzicht. Barbelo is de logistieke kennis, de logistieke filosofie, oftewel de voorkennis. Het orthodoxe christendom was zeer bloeddorstig. Ze waren op zoek naar de heilige graal met het bloed van Jezus, maar ze vergaten de moedermelk. Ze waren geobsedeerd met het kruis, maar ze vergaten de dobbelsteen van het minderen, van de openbaring, want Jezus zijn klederen werden verloot, en hij ging de naakte wildernis in, wat een beeld is van de openbaring en ook de ontmaskering. Hij kwam zo tot het kruis van Areta, waardoor hij uiteindelijk kwam tot haar melk. Zonder de dobbelsteen zou hij nooit tot haar melk zijn gekomen. Jezus moest minderen. Jezus moest naakt worden. Zijn klederen moesten verloot worden. Het orthodoxe christendom wil alles snel, snel. Snelle formules, snelle paarden, tot zaligheid, het hedonisme. Ze gaan over lijken, over de ruggen van anderen heen. Ze willen bloed zien. Daarom weten zij alles beter, altijd. Zo werd het orthodoxe christendom groot als een varken wat vetgemest werd voor de slacht. In een droom was ik in het huis van Barbelo. We waren in haar slaapkamer, en ze vroeg mij om de gang op te gaan om de deur op slot te doen. Ik deed dit, maar er kwam gewoon een vrouw binnen. Ik kende de vrouw. Ze had mij eens om wat geld gevraagd, omdat ze beweerde dat ik het eens van haar geleend had. Ik wist hier niets van, maar het was heel weinig geld, dus ik gaf het haar gewoon. In ieder geval kon zij gewoon binnen komen, ook al had ik het op slot gedraaid. Ze kwam binnen met dozen van boeken, en die zette ze neer in een bijkamer. Ik vond het hele interessante boeken. Ik wilde er eigenlijk direct in lezen. Boven de boekendozen verscheen een hongerende moeder met haar hongerende kind in Afrika. Ik ging weer terug naar de slaapkamer van Barbelo, en ik zag de heilige graal met bloed boven het bed hangen. Ook waren er bloedhonden. Ik raakte toen in een worsteling met Barbelo, een demonologische worsteling, om dit archetype te zuiveren van valsheid. Toen verschenen de dobbelstenen boven haar bed, en dit begon de familie logistiek te laten zien. De dobbelstenen zijn dus belangrijk om af te rekenen met de familie banden, maar om het op de juiste manier, in de juiste mate te doseren. Ik hield een wit t-shirt voor mijn lichaam, wat ik ook al voor mijn lichaam hield toen die vrouw was binnengekomen. Ik ben toen teruggegaan naar de bijkamer, naar de boeken. De orthodoxe kerk zag ik verder afdwalen in een visioen om met de valse Barbelo te hoereren, een valse Christus, waar alles draait om snelle sex en veel bloed. Ik kreeg meer een soort idee dat Barbelo's huis een klooster was, en dat iedere eenling die hier kwam moest kiezen tussen de demonologie en de orthodoxie. Natuurlijk was deze droom zwaar symbolisch, zwaar allegorisch.
Er was een soort huwelijksband, of relatie-band. Ik zag er allerlei vroegere relaties doorheen. Ze leek ook op een jeugdvriendinnetje. We waren dan op een bepaalde manier verliefd, kalverliefde, maar ik negeerde haar. Ik kon gewoon geen stappen zetten, en ze was toen een keer bij me, en ze zat op een tafel en ik hoorde gekraak, en ik had ineens een heel vreemd visioen van hondenpoep. Ik heb toen alles los geprobeerd te laten, maar het lukte me niet echt. Wel bleef ik haar gewoon veel negeren, maar van binnen vrat er iets. Ik kon niet met en ik kon niet zonder. Ze was atheistisch, geloofde in het goede van de mens, humanistisch. We konden er op de een of andere manier niet mee omgaan met de gevoelens die we voor elkaar hadden, dus we schreven elkaar vaak brieven. Ik be-evangeliseerde haar. Dat vond ze niet fijn. Ik stuurde haar hele lange brieven over het christendom. Later toen ik al met iemand anders was getrouwd, en zij ook getrouwd was, kreeg ik een brief van haar dat ze tot geloof was gekomen, naar de kerk ging en dat haar kind was gedoopt. En dat terwijl ik verder was gegroeid, en haar nooit reformatorisch had be-evangeliseerd, maar ze was nu eenmaal omringd met reformatorische christenen, en dat gaf uiteindelijk de doorslag bij haar. Onze brieven naar elkaar waren toen heel kort, en we gingen beiden onze eigen weg. Maar om even terug te komen op dat visioen van hondenpoep : de orthodoxe christelijke kerk was naar ons op jacht, bloedhonden. In de droom renden ze in een visioen hysterisch rond en poepten alles onder. Alleen de dobbelstenen gaven mij uiteindelijk doorgang, de logistiek, als een beeld van de heilige gebondenheid. Daarom is de andere zijde ook zo belangrijk, van het evangelie van Judas, het zaad van Seth. De mens moet terug tot het oer, tot het oerbewustzijn, en ook het gnostische christendom overstijgen, op het pad van de logistiek van de filosofie. De dobbelstenen, en daar had ik vroeger ook over gedroomd, leiden door de wildernis terug tot het land Nod, op het pad van Kaïn. Ook Heracles droeg deze dobbelstenen, waarmee hij contact had met de onderwereld, waarmee hij logistieke profetische informatie doorkreeg, als een soort urim en thummim, jana en jani, toetsstenen. Dat is uiteindelijk een beeld van de oermelk, wat ook de betekenis van Heracles is, de orakels van Here, haar melk, de oermelk. Wat verwachten we te vinden in de heilige graal ? Wat is de heilige graal ? Er zit oermelk in, en is als een zakje met dobbelstenen, waarvan ook de zaadzak met de teelballen een beeld van is. Dobbelde de orthodoxe kerk om het bezit van Heracles ? Ongetwijfeld. Ze verscheurden het en maakten er het evangelie van Jezus Christus van. Ook de gnostische christelijke kerk dobbelde om het bezit van Heracles. Heracles moest met deze gedrochten worstelen op het pad van Areta, aan het kruis van Areta, wat een groot en zwaar lijden was. Hij moest zo komen tot de moederborsten van Areta, haar dobbelstenen, om zo tot de oermelk te komen in de diepte van het oer-onderbewustzijn. Zoveel vals bewustzijn moest sterven van zowel de orthodoxe kerk als de gnostische kerk. Bloedhonden die overal rondrennen als hysterische, dolle gekken, en dan alles onderpoepen. Dat is wat de kerk is, maar wat is het ? Wat betekent het ? De kerk gooit altijd het kind met het badwater weg, altijd. Ze poepen dus alles overmatig uit. Altijd lopen ze poepend rond. Dat is de schizofrenie van smetvrees. Bij het minste of geringste beginnen ze te poepen. Het komt hun oren en hun neusgaten uit. En dan willen ze nog veel sex hebben ook. Het is allemaal te walgelijk voor woorden. De kerkelijke mens is een totaal belachelijke karikatuur van het oer. Dat is waar de moderne samenleving op gebouwd is : op hondenstront. Hopen en hopen hondenstront, en als parasieten vieren ze er feest in. Wat een absurde, belachelijke vertoning, en ze zijn steke steke blind, van 'mijn naam is haas, ik weet van niks. Is er wat gebeurd dan, daar weet ik niks van.' Daarom is het zaak
klaar te komen met het Barbelo mysterie en met het mysterie van het evangelie van Judas. Judas moest komen. Kaïn moest komen. De hele dag poepen ze door. Ze willen niks leren. Alles moet eruit. 'Weg, weg, we hebben het niet nodig.' Kinderen die van de honger sterven in Afrika ? Daar weten wij niks van, en dat willen we ook niet weten. Hup, poep alles er maar uit. Het moet weg, weg.' Ze hebben er allemaal geen tijd voor. Het zijn poepers, vol met smetvrees, heel tegenstrijdig, maar dat gaat makkelijk met elkaar samen. En veel snelle sex, hup de koffer in. En maar poepen en poepen, en dan alles vergeten door de sex, lekker blind en doof worden voor alles. Wat een bar trieste bedoening. Ze zijn zwaar aan de drugs, dus ze zien het niet als hun tuintje te gronde gaat. We kunnen niets anders verwachten dan dat de natuur uiteindelijk met dit waanzige parasitaire ras gaat afrekenen. De zondvloed gaat komen, en alleen de eenling zal er doorheen komen, tenminste als hij tot het oer is gegaan. Wat zullen ze in de heilige graal vinden, die orthodoxe graalzoekers met oogkleppen op : slechts hondenstront. Ze laten zich maar leiden door het kudde instinct, terwijl Barbelo de Autogenes was, de zelfgeschapene, of zelfverwekte. Het oer-bewustzijn zal alle absurde realiteiten doven, en laten zien wat het is. Vroeger had ik er ook allerlei dromen over : hele steden en hun parken en tuinen, hun scholen, allemaal gebouwd van hondenstront in allerlei kleuren, met hoge hekken ervoor. Wat een janboel. Ze zijn erin getuind. Daarom : terug naar de natuur, en niet zomaar naar de natuur, maar naar de woeste oer-wildernis. De stadse mens is zwaar psychotisch. Geen wonder dat het allemaal kanker en parasieten aantrekt. De mens heeft geen demonologie. Dan wil je niet weten wat de mens allemaal eet. Ze kotsen het uit en verkopen het dan weer door. Niemand die er kwaad inziet. Dit geslacht is corrupt en verdwaasd tot de bodem. Dit geslacht is rijp voor de zondvloed. Jan vieze dorie, ze eten gewoon hun worst en hun kaas uit de schoen. Dat is voor hen de normaalste zaak van de wereld. Het is kanker voor en kanker na, lekker op vakantie naar Amerika. Hier heb je een kruis als snoepstok, lekker aan likken. Het is luilekkerland, alle dingen aan de kant. Maar de mens moet tot de dobbelstenen gaan van het kruis, van het minderen, van groot verlies. Alleen dat zal de mens nog kunnen redden. Luilekkerland is poepland, maar wie luistert ? Ze zullen niet luisteren. Dit geslacht is rijp voor de zondvloed. Het mysterie van Barbelo, dat gaat heel diep. Geen bloed in de graal, maar melk. En dobbelstenen hangen eronder. De mens is heel wat vergeten. Een hongerende moeder met haar hongerend kind in Afrika. Schande is de mens die zomaar overmatig feest loopt te vieren over de ruggen van die mensen heen. Dat zal de test zijn. De mens moet weer terug tot de boeken, tot de ware school.
De mens is een poeper. Dat is alles wat de mens kan. De mens poept alles weg. Maar de mens wil niet minderen. De mens blijft maar vreten. De mens is een beest, en voor de eenling is dit een nachtmerrie, de nachtmerrie van alles wat vies en smerig is, pervers, want deze mens kent geen grenzen. Deze mens is totaal uit zijn bol geslagen, en denkt dat niets en niemand hem kan tegenhouden. Dit is de nachtmerrie van het lagere Orion, van alles wat vies en smerig is, grenzeloos. Hiertoe is het vijfde werk van Heracles : het schoonmaken van de Augiasstallen. Het waren stallen van runderen, en die stallen waren al tientallen jaren niet schoongemaakt. Al het mest had zich lopen ophopen, en de runderen vraten het, als beeld van de strontvretende kerken. Heracles loste dit op door de rivieren de Alpheos en de Peneos door de stallen te laten stromen in één dag. De mens moet tot deze rivieren komen om zich te wassen van het vuil van het collectieve ego. Deze rivieren moeten overgezwommen worden. Maar toen was heracles er nog niet. In het zevende werk was de Kretenze stier die alle boomgaarden ontwortelde en alles verwoeste. Heracles nam het beest met zijn handen bij de horens en bracht het waar het wezen moest om zijn werk te volbrengen. Heracles moest deze woestheid temmen. Het was een belangrijke woestheid, want het kan de steden weer afbreken, maar Heracles moest het richting geven. Naderhand brak de stier weer los. De hogere mens is als een dolle stier naar de stad en de lagere natuur, maar heeft hierin logistiek nodig, en moet op het pad van Areta blijven om niet corrupt te worden. De woestheid van de mens moet dus aan demonologische banden komen. Zo kan de mens alle smerigheid van het lagere Orion overwinnen. Deze smerigheid is een bandeloosheid. Het is niet zomaar een gebrek aan natuur, maar een gebrek aan filosofie. Als de mens de logistiek niet heeft, dan blijft de mens ergens te lang, en dan gaat het al mis. Het lagere Orion is logistiekloos. Ook blijft de mens dan ergens veel te kort, en dan gaat het ook mis. De mens neemt telkens van dingen veel te veel of veel te weinig. En soms betaalt de mens veel te veel, en soms veel te weinig. Telkens weer is de mens dan overgeleverd aan de Augiasstallen, maar de mens moet teruggaan tot de oerrivieren van het onderbewustzijn. Barbelo is gewoon een andere naam of anagram voor Babylon, een orakelische cultuur, wat in het voortijdse oer-Afrika Areta werd genoemd, als het Afrikaanse Babylon. De mens komt terug tot het land Areta in het oerbewustzijn wanneer de mens de rivieren van het vijfde werk van Heracles overzwemt, om zo te ontkomen aan het lagere Orion. Het is altijd weer een strijd tussen het orakelische en het orthodoxe. Areta komt ook volop terug in de verschillende grondteksten van de bijbel en de achterliggende Egyptologie. De mens moet door alles heen het evangelie van Areta leren zien. De mens is zelf een Agiasstal en heeft een zondvloed nodig. De rivier zal uit de bedding treden. Dat is wat de mens nodig heeft. De mens kan niet zomaar als een dode muis met de massa mee. De rivier zal nog proberen de oer-woestheid van de mens op te wekken, als de Kretenze stier, maar de mens moet niet zomaar doldwaas en woest zijn als een stier, maar ook logistiek en nobel als een leeuw. Vandaar dat Heracles niet alleen de Kretenze stier moest temmen, maar ook moest hij in zijn eerste werk tot de Nemeïsche leeuw gaan om van de leeuw te leren. De mens moet weerbaar zijn, en niet zomaar met alles gemakszuchtig meestromen zoals het gros van de mensheid doet : 'Oh, de leider denkt wel voor mij, ik hoef zelf niet na te denken. De leider heeft ervoor gestudeerd en is hiertoe aangesteld, dus die zal het wel weten.' De mens moet weer worden als een toetsende leeuw, om de massa te toetsen en de heersers van de massa's te toetsen. Muis of leeuw, dat is telkens weer de vraag. Het is niet zomaar het pad van de eenling. De eenling moet geoefend worden, en
teruggaan tot het woeste oer-onderbewustzijn en oer-tegenbewustzijn, om zelf weer woest te worden en gedreven te worden door de geteste oer-instincten, waar hij eerst mee moet worstelen. Hij mag zichzelf niet zomaar overgeven. Hij mag niet zomaar vertrouwen. Geen democratie, maar logistiek. En allereerst is deze oer-woestheid atheistisch, om geen valse goden aan te nemen. Hij worstelt met de goden, met elk theïsme. Het atheïsme zal eerst de filosofie voortbrengen, en dan pas het theïsme, als een metafoor. Hij moet komen tot het beren-medicijn, het tijger-medicijn en het wolven-medicijn, en het blijven verdiepen in het krokodillen-medicijn. Hij moet de mentale medicijnen van het oer leren kennen. Hoofdstuk 48. Areta en de zwart-witte hanen Heracles kwam tot Areta, de kroonkern van Orion, en sprak : Ik heb het lagere familie ego gedood. Here heeft me tot deze woestheid gedreven, en mijn moeder Alcmene werd tot een steen. Dat is alles wat er nog van haar over is. Jezus kwam tot Areta en sprak : Ik heb het lagere familie ego achtergelaten. Ik heb het gehaat en zo heb ik het gedood. Toen kwam Kaïn tot Areta en sprak : Ik heb het collectieve familie ego gedood. Zo kwam ik tot Nod, en zo kwam ik tot u. Toen kwam Judas tot Areta en sprak : Ik heb het religieuze ego gedood, en zo werd ook mijn eigen ego gedood. Zij draagt de witte verenkroon, donzige veren, en zij is tussen de zwart-witte hanen, de psychinazi's, die altijd alles beter weten en dingen zien die anderen niet zien. Zij zijn een hoger profetisch ras. Zij weten precies wat, waar en wanneer er dingen moeten gebeuren. Zij zijn de wachters van de logistiek. Zij zijn de katalysatoren van het logistieke tegenbewustzijn. Zij zijn van een hogere logistiek. Zij weten alles beter. Zij prediken het psychinazi evangelie. Je mag je niet verdedigen, altijd maar weer de andere wang toekeren. Totdat het tegenbewustzijn ontwaakt. Zij zijn van een hogere theologie, dat wat in geen mensenhart is opgekomen weten zij. Zij weten alles.
Maar de demonologie kennen zij niet. Zij zijn slechts de wachters van een schaduwwereld van het onderbewustzijn. Daarom is de speer van Areta tegen hen. Zij zijn slechts dieven. En ik ontdekte een grootsheid die blind was. En het evangelie van de psychinazi's streed tegen de mens, opdat zij zouden zien. Hoofdstuk 49. Het oog Maar de beauty-nazi's kennen de demonologie. Maar zij kennen de filosofie niet. Zij weten precies wat zij aan moeten trekken. Zij zijn van het hogere ras. Hevig kakelend gaan zij over de straten, Rood-witte hanen zijn zij. Zij zijn de katalysatoren van de demonologie, de wachters van het oer. Maar als alles bij hen om het oog draait, zien zij dan niet alles ? Nee, zij zijn blind, en Haar speer is tegen hen gericht. Zij zijn clowns totdat de demonoloog ontwaakt. Hoor ze eens kakelen, de mens oordelend, Maar het vooroordeel weet hen te vinden, Zij snijden slechts henzelf. Als justinazi's en relinazi's rennen zij rond, Hun formule is wet, Maar zij zijn karikaturen van de demonologie, en daarom is Haar speer tegen hen.
De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel II De Aretaïtische Filosofie COAB 2019
Voorwoord Hoofdstuk 1. Voorinformatie over Areta : Hoofdstuk 2. Kakia bidders versus Areta bidders Hoofdstuk 3. Wkb's en de zombificatie van de samenleving : de libraanse robotten Hoofdstuk 4. Kakia – de karikatuur van de vrouw Hoofdstuk 5. Het tegenbewustzijn Hoofdstuk 6. van rome tot droom Hoofdstuk 7. De kruizing ter Boeotia Hoofdstuk 8. Twee Jezussen – het verschil tussen de jeremiaitische jezus en de hananjaitische jezus – de seizoenenleer van jeremia Hoofdstuk 9. De Koran als Aretaitisch filosofisch boek in strijd met kakia Hoofdstuk 10. De diepere betekenis van de bedevaart naar Mekkah Hoofdstuk 11. Calvijn – de Mohammed van het bevindelijke christendom – het Ravijn van Calvijn Hoofdstuk 12. Vertrouwen of het heilige vreemde ? Hoofdstuk 13. Stadse religie of natuur religie ? Hoofdstuk 14. De verzoeking van Ismael – het hongerpad van Ismael – Uw honger moet volkomen worden Hoofdstuk 15. Rahab en de grote hongersnood Hoofdstuk 16. De vervreemding Hoofdstuk 17. Ra wordt tot Sekhmet wordt tot Sokar Hoofdstuk 18. De symboliek van de islamitische maanden Hoofdstuk 19. De islamitische tegenhanger van het kerstfeest Hoofdstuk 20. De islamisering van de wereld Hoofdstuk 21. De natuurcodes – calvijn en de islam Hoofdstuk 22. De verwerping van ismael Hoofdstuk 23. De verworpen Ismael Hoofdstuk 24. de egyptologische wortels van ishmael – de verloren egyptische steen Hoofdstuk 25. de tranen van ezau en de egyptische wortels Hoofdstuk 26. de kus van ezau Hoofdstuk 27. het logistieke sieraad van ezau en het natuur communisme Hoofdstuk 28. Wie is Sheda ? Hoofdstuk 29. Het Ezauitische pad in de vur Hoofdstuk 30. Ramadan – de spanning tussen pasen en pinksteren Hoofdstuk 31. Hoe Calvijn te overleven ? Hoofdstuk 32. de bakker van het exegetische calvinisme in strijd tegen de stadse suikerfeesten Hoofdstuk 33. Calvijn – de anti-sinterklaas Hoofdstuk 34. hoe de islam te overleven ? Hoofdstuk 35. het nagellakbeest – de anti-ramadan en de komst van de eeuwige ramadan Hoofdstuk 36. de riem van Orion Hoofdstuk 37. de germaanse exodus Hoofdstuk 38. Secret Doll Tech
Hoofdstuk 39. Het Simson verhaal als typologie van het leven van Ismael Hoofdstuk 40. De aspecten van Ismael Hoofdstuk 41. Het instorten van de bruggen tussen de man en de vader Hoofdstuk 42. Exegese boek 31 van de koran – loqmaan Hoofdstuk 43. de bulimia matrix Hoofdstuk 44. van dan tot zorek - exegese van boek 63 van de koran Hoofdstuk 45. de steniging Hoofdstuk 46. De Freudiaanse Calvijn Voorwoord Wee de ouders die hun kinderen niet onderwijzen over wat er gaande is. Wee de ouders die niet tot de hemel zijn doorgedrongen om een weg te bereiden voor hun kinderen. Wel is het zo dat de ouders die de goede boodschap brengen door het systeem worden tegengehouden, de mond worden gesnoerd, en zelfs van hun kinderen worden achtergehouden. Het systeem onderwijst de kinderen wiskunde, economie en aardrijkskunde, maar niet de diepere achtergronden ervan, geen logistiek en demonologie. Wee de ouders die zomaar alles van het systeem voor zoete koek slikken, en daarna als hun kinderen in de problemen komen zeggen : 'Wir haben es nicht gewusst.' Wel zijn ze namelijk al die tijd aan de vlees-drugs geweest en hebben alle hoeken van het hedonisme bezocht, opdat ze konden blijven doorslapen terwijl hun kinderen werden doodgemarteld. Vele ware ouders zijn al doodgemarteld of zijn op andere manieren monddood gemaakt, maar dit boek is van de natuur. Niemand vecht met succes tegen de natuur. Wie aan andermans kinderen zit heeft op een dag de verkeerde familie te pakken, en heeft ineens een vaderbeer of moederbeer achter zich aan, en wat doe je tegen een woeste beer aan wiens kinderen je hebt gezeten ? Ze spelen met de grote machten van de natuur en trekken waarempel aan het kortste eind. Is er een urgente boodschap in de islam verborgen die de mens niet wil horen ? Is er urgent ook een brug nodig tussen het christendom en de islam om verdere problemen te voorkomen ? Lees het in dit boek.
Hoofdstuk 1. Voorinformatie over Areta : De geoefendheid is de godin Arete (Areta), ook een beeld van kennis en studie. Zij is ook een oorlogsgodin. De stoicijn moest op het pad niet zomaar steken bij goede daden, maar moest geoefend worden, om zo te komen tot Arete. Eens probeerde Kakia, de zwaar opgemaakte verleidster tot het kwaad, Heracles te verleiden door hem weelde en plezier aan te bieden, terwijl Arete hem een leven van worsteling met het kwaad aanbood (de demonologie). Heracles koos toen het pad van Arete. Ook Paulus stelt in de Griekse bijbel dat de mens op Areta gericht moet zijn, de geoefendheid (Fil. 4:8). Petrus stelt dat we alleen door Areta, geoefendheid, tot de kennis kunnen komen (2 Petr. 1:5). In de grondtekst van het NT waren zowel Paulus als Petrus volgelingen van de godin Areta. Deze geoefendheid, arete, moet altijd in overeenstemming zijn met de logos, de rede, volgens Aristoteles, ook een volgeling van de godin Areta. Het gaat er dus niet om door genade te komen tot God, oftewel geestelijke luiheid (protestantisme), en ook niet om door goede werken tot God te komen (katholicisme), maar door de geoefendheid, Areta, wat Aristoteles al predikte, en de stoïcijnen, en wat toen door Petrus en Paulus werd overgenomen. De natuur is moeilijk te vatten. Daar moet de mens moeite voor doen, want de natuur is niet goedkoop. In de stoïcijnse leer was Areta de opvoedster en onderwijzer tot de logos. Iedere stoïcijn moest ernstig streven een ontmoeting met haar te hebben, zoals christenen wordt geleerd ernstig te streven naar het ontvangen van de heilige geest. Zo was het dus oorspronkelijk een filosofisch stelsel, en religie werd alleen gebruikt als metaforiek, als personificatie van principes. Kakia, de verleidster, de godin van het kwaad, kwam om de mens te misleiden de geoefendheid om te ruilen voor gemakszuchtig plezier en weelde wat een geheel eigen religie vormde : het christendom. Aristoteles stelde dat er geen simpel ja of nee was, maar dat er een enorme creatieve ruimte tussenin zat, het pad in het midden. Deze lijnen lopen nog steeds door het christendom heen. Het staat er allemaal wel, maar de mens heeft het lopen verschuiven met eigen gemaakte waardensystemen en hierarchieen. Christenen wassen elke oproep tot geoefendheid heel snel weg met indutters zoals 'geloof' en 'genade'. Deze woorden hebben geheel nieuwe betekenis gekregen in het christelijke woordenboek. Maar het kwaad vormt en definieert het goede, zoals het goede het kwade definieert en vormt, in de levensvisie van Aristoteles. Het pad van Aristoteles gaat hier dus dwars doorheen. Alleen zo kan de mens tot Arete, geoefendheid, komen. De Logos is voor de stoïcijnen een synoniem voor zowel de natuur als God. Zowel de Logos als Areta stond centraal, en zij konden ook niet los van elkaar bestaan. De Logos is de subtiele wet van het al, het ogenschijnlijke toeval, wat de mens dient te volgen en te gehoorzamen om niet doelloos als een dwaallicht weg te vagen in de schaduwen ervan. Areta en de Logos waren de gidsen van de mens in het moeilijke bestaan voor de stoïcijn. Deze termen komen ook weer voor in de
grondteksten van het christendom. Het lot van de mens is zijn eigen karakter, en daarom is oefening daarvan voor levensbehoud. Niets is vanzelfsprekend, maar er is een noodzakelijkheid waar zelfs de goden tevergeefs tegen strijden, stelde de pre-socratische filosofie. Aristoteles kwam om weer balans te brengen, want er waren vele extremen ontstaan. Laten we beseffen dat dit gewoon principes waren die zich opdrongen als de noodzaak van de natuur balans. Mensen zijn altijd weer op zoek naar leiders en helden, naar rolmodellen, maar de mens moet beseffen dat dit slechts personificaties zijn van de hogere principes van het zelf. Daarom is lofprijs ook niets anders dan het goede wat zich in het zelf manifesteert, zoals Aristoteles stelt. Het is een eigen verantwoordelijkheid, en een werkwoord, opdat je geen toeschouwer bent aan de zijlijn en alles maar projecteert op het rondvliegende balletje waar anderen achterna lopen. Hierin ligt dus ook gevaar van de passieve gods-aanbidding waarmee de hedonistische kerken vol mee zitten. Zelfs in de filosofie zijn er gevaren dat de mens principes op een hoop gooit om ze te absoluteren, ze gaat aanbidden en dan gaat verkopen, wat gewoon puur diefstal is, want de mens is geroepen om nomadisch te zijn, om alles ook weer achter te laten om tot hogere principes te komen. Ik heb in mijn leven heel wat moeten weggooien en verscheuren en tot vuilnis moeten rekenen waar de materialisten en hedonisten helemaal in paniek over zijn geraakt, maar ik moest verder, en zo konden zij ook verder. Vaak is er mij aangeboden om mijn boeken voor peperdure prijzen te verkopen, maar ik heb zelfs een groot deel van wat ik geschreven heb ook weer achter moeten laten. Ik kan in de kerk staan en mijn handen in de lucht heffen om hun afgoden te prijzen maar als ik zelf niet verander en de verantwoordelijkheid neem, wat is mijn lofprijs dan waard ? Zo weet ik van mensen die weigeren iets aan hun kapotte huwelijk te doen en dan maar vooraan staan in de kerk met hun handen in de lucht om de afgod te prijzen, terwijl gemakszuchtige echtscheiding in hun hart ligt. Hiervan walgen de goden. Wat is de lofprijs dan nog waard ? De zonde behoort het goede niet te prijzen, maar behoort zich te bekeren om zelf het goede te zijn. Dat zou de ware lofprijs zijn, maar waar zijn kerken vandaag de dag mee bezig ? Ze loven en prijzen elkaar's mooie jurken, en hoedjes en kijken neer op de arme Eros die op blote voeten, alleen in het bezit van een te korte broek, hun peperdure feesten niet kan bijwonen. 'Ik ben hongerig geweest, naakt en in de gevangenis, of misschien wel in een psychiatrische kliniek, en gij hebt mij niet gevoed, hebt mij niet gekleed, en niet bezocht,' stelt Mattheus 25. Dit is een ernstige zaak, want dat is de toestand van de wereld en de kerk vandaag de dag. De stoicijn zegt dan : 'Ik doe aan zulke christelijke feestjes niet mee.' Waarom zoek je het dan nog bij jezelf, wat allemaal illusie is ? De zoektocht is naar je hogere zelf, in Areta, in de Logos. Meer heb je niet nodig, maar de illusie is ervoor om het ware te vormen en definiëren. Dat is de magie van de dualiteit. Het is bruikbaar voor de stoïcijn, en behorende tot de fysiologie van de oerstof. Het einde zal vastraken in het begin, want alles gaat in cirkels, stelt de presocratische filosofie. Aristoteles stelde dat je aan jezelf moest werken, want daar was alles al. Daar was al het creatieve materiaal wat je nodig had, en Areta was het product van gewoonte. Het moest een automatisme voor je worden, van robotische kwaliteit, anders zou je niet door het leven heenkomen. En de weg tot de geoefendheid, Areta, is de weg van de askesis, de oefening. Areta is ook een woord voor mannelijkheid in het stoïcisme, de geoefendheid, wat gebeurt op het pad van de eenling, het vol zijn met de godin, Areta, het getest zijn aan de logos, de rede. Je kan het een held noemen, of een anti-held, want het heeft niet gebogen voor de massa's, maar heeft zijn innerlijke godin gevonden, de mannin, het oorspronkelijke volk van de gnosis, van Eva. Hij heeft niet voor superman gespeeld, maar is de weg van het kruis gegaan. Hij is geen spijbelaar die de
mens zware mind-altering drugs heeft verkocht om hen bedriegelijke illusies van veiligheid en overwinning te geven, maar hij is gegaan tot de demonologische school om zichzelf te oefenen, de natuurschool. Hij loopt niet als een fletse zakenman met een gladgestreken pak en stropdas rond om zijn product van oplichting te verkopen, hoewel hij ook niet als een wilde weldoener parels voor de zwijnen werpt, maar hij heeft een vaste brug gebouwd, zij het van wildernis touwen, over de woeste oerrivieren van het oerwoud. Hij is een wenende filosoof, niet alles maar wegwimpelend en weglachend. Zijn Askesis heeft hem tot Areta geleid, zijn hogere zelf. Hij is de duisternis ingegaan en is er obscuur door geworden. Hij weet dat de aarde een mentaal en verbaal mijnenveld is. Hij laat de mens moeite doen om zijn filosofie te begrijpen. De mannelijkheid is de geoefendheid in het luisteren, de geoefendheid in het zoeken naar de hogere dingen en het achterlaten en minderen van de lagere dingen. De mannelijkheid is de mindering, en de vrouwelijkheid drijft de mannelijkheid hierin aan om te minderen, en zij vermeerdert zo zijn hogere dingen. De demonische surrogaten hiervan zijn de vermeerderingen van het lagere aardse. De stoïcijn knapt af op de lagere levenswijzen van de christen. Hij ergert zich eraan en weent erover. Hierdoor zondert hij zich nog meer af. In die zin is het christelijke dus een negatieve richtingaanwijzer, maar het christendom heeft ook positieve richtingaanwijzers. De stoïcijn heeft beiden nodig. Dat is het pad van Aristoteles, het pad van Ares-Thoth, oftewel van de oorlogs-rede, de demonologische logos (Grieks-Egyptisch). Adam moest in een diepe slaap vallen om tot de gnosis van Eva te komen, zoals de stoïcijn dit moest om tot Areta te komen. Dat is de ware lofprijs, wat ook een woordbetekenis is van Areta, zoals in 1 Petrus 2:9 : Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om Areta, lofprijs, geoefendheid, te verkondigen van God, die u uit de duisternis geroepen heeft. De definitie van lofprijs is dus geoefendheid, Areta, en zij moest verkondigd worden als het evangelie, zoals Adam Eva moest verkondigen, omdat zij de drager van de gnosis was. Areta is een vrouwelijk woord, naast het feit dat zij een godin is. De grondteksten van de bijbel zijn dus vol met verwijzingen naar de godinnen. Zij moesten verkondigd worden, als principes, maar doet de kerk dit vandaag de dag ? Velen weten niet eens wie of wat Areta is. De godin is gedemoniseerd en het principe waarvoor het stond werd verborgen gehouden door geloof en genade en eens een keer een kerstkaart te sturen met kerst om goede wil te tonen. De mens in de kerk is vandaag de dag volkomen genaaid, lieve mensen. Ook in het Griekse OT, de Septuagint, komt Areta voor, zoals in Habakuk 3:3 : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela Zijn Areta bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Jesaja 42 : 12 Laten zij de Here eer geven en zijn Areta in de kustlanden verkondigen.
Weer ligt hier de missie om areta, de noodzaak van de geoefendheid, te verkondigen. Jesaja 63:7 Ik zal de gunstbewijzen des Heren verkondigen, de Areta/s des Heren, naar alles wat de Here ons heeft gedaan en naar de grote goedheid jegens het huis Israëls, welke Hij het betoond heeft naar zijn barmhartigheid en naar zijn vele gunstbewijzen. Jesaja 43:21 Het volk dat Ik Mij geformeerd heb, zal Areta verkondigen. Zoals eens de christelijke kerk bepaalt nu de medische kerk wie of wat de mens is, gewoon vanuit de losse hand en vanuit de medische bijbel. Vlijtig drukt ze op iedereen een etiket en stookt ze, en drijft daarmee haar markt, als Kakia die Hercules probeerde te verleiden tot de weelde en het plezier daarvan, het goud der dwazen. Maar Areta boodt Hercules de geoefendheid aan in de worsteling met zulke monsterlijke gedrochten, en voor dit pad koos Hercules. De Rede, logos, is niets zonder Areta, de geoefendheid. Waarom staat de mens dan onder de druk ? Omdat de mens hierdoor geoefendheid moet leren, tot Areta moet komen. Er is geen filosofie zonder Areta. Areta liet Heracles worstelen met de meest erge monsters voor dit doel. Daarom kiezen velen voor het pad van Kakia, en niet voor de demonologie. Veel mensen nemen het niet zo nauw met het leven. Ze komen en gaan weer. Maar het leven is nu eenmaal gruwelijk misduidig als noodzaak. Directheid is namelijk noodlottig. Alleen in dit contrast zullen de geoefenden op het pad van de stoïcijnse eenling, op het pad van Areta, de rode lijnen opmerken. De kennis staat niet op haarzelf. Het moet geoefend zijn. Er is daarom een onverbrekelijke link tussen gnosis (logos) en areta. Kennis van God is volgens Spinoza de hoogste vorm van oefening. (st. 27, dl. 5) Daarom gaat het allereerst al helemaal niet om zomaar dingen uit een boekje over te nemen, maar moet het geoefend zijn, verdiept, en dit is een demonologische worsteling. Alles moet namelijk getest worden aan de logos. Geld of titels is hierin geen maatstaf, maar een drogreden. De medische kerk is gebouwd op drogredenen en is pure kwakzalverij. Nooit maar dan ook nooit had het medische los mogen komen te staan van de demonologie. Dat is haar val geweest. Ze is verleid door de vruchten van Kakia. Nu zijn ze zwaar vergiftigd en trachten ook anderen te vergiftigen. Spinoza stelt ook dat God lief te hebben niet betekent dat God deze liefde dan ook beantwoord, want God is de Rede, en die reageert op het gebied van oefening en geoefendheid. Je kunt dus niet een zogenaamde 'romance' met God aangaan terwijl je daarbij elke soort van oefening ontwijkt. Wij kunnen alleen daadwerkelijk God kennen en God liefhebben door de geoefendheid op het pad van Areta. (st. 29, dl. 5) Ook stelt Spinoza dat de diagnostiek (vgl. demonologie) vanzelf geordend word naarmate de rede geordend wordt (st. 1, dl. 5). De rede voert in dit proces tot de ware vrijheid, waardoor de pathos, emotie, allereerst verminderd kan worden. Vanuit de rede mag dan nieuwe pathos ontstaan, want het is niet de bedoeling dat de mens emotie-loos wordt. Apatheia leidt door de rede tot een nieuwe pathos, maar die is altijd ondergeschikt aan de rede. Spinoza noemt het leven aan de rede getest een
soort vroomheid, maar dit heeft dus niet veel met kerkelijke vroomheid te maken, maar meer als de geoefendheid (areta) in de stoïcijnse filosofie. In stelling 70 van deel 4 stelt Spinoza dat zij die onder onwetenden leven, oftewel onder zij die dronken zijn, bacchanten, hun weldaden zoveel mogelijk proberen te ontwijken. Dit omdat ze niet op dezelfde manier dronken willen worden. Ze zijn op zoek naar de logos, de rede, niet de dronkenschap. Spinoza beschrijft de onwetenden als hen die door blinde begeerlijkheid gedreven worden en elkaar alleen maar belonen in koophandel, oftewel omkoperij. Zij zijn gaven-gevoelig. Zij vissen alleen en gebruiken hiervoor aas. Daarom moet de mens op zijn hoede zijn, wat ook het levensmotto is van Spinoza. (st. 71, dl. 4) Hij stelt dat het ontwijken van het aas van de onwetenden gelijk oploopt met het overwinnen van gevaren, en dat dit de geoefendheid is (areta). Dit heeft dus ook met de mindering op het pad van de askesis, oefening, te maken. (69/4) De mens moet geoefend, areta, worden in de logos. Dit is de worsteling in de natuur, het pad van Heracles die niet boog voor Kakia (de misleiding van weelde). Xenephon (431-354 BCE) schreef hierover dat Heracles moest kiezen tussen het pad van Areta, de geoefendheid, en het pad van Kakia, de slechtheid. Kakia kwam als zacht en hevig opgemaakt met grote ogen, terwijl Areta kwam als soberheid, en zij werd ook de vrouw in het wit genoemd. Kakia wilde met haar zachtheid Heracles verleiden tot het nemen van de gemakkelijkste en plezierigste weg, terwijl Areta al vanaf het begin zei dat zij Heracles niet zou misleiden met een aangenaam voorspel, maar zij zou hem de waarheid vertellen. Heracles zou niets ontvangen zonder zwoegen en inspanning op haar pad, want als hij vrucht wilde plukken van het land, dan zou hij het land moeten onderhouden en bewerken, en als hij iets wilde bereiken met zijn kudde, dan zou hij voor zijn kudde moeten zorgen. Als hij de oorlog wilde winnen dan moest hij doel hebben en de strategie van oorlog kennen en daarin geoefend worden. Kakia werd hier kwaad over en zei dat die weg veel te hard en lang zou zijn voor Heracles. Haar eigen weg was de korte en makkelijke weg tot het geluk. Bij haar zou Heracles geen hardheid kennen, en zou hij alle zoetheden van het leven proeven. Hij zou niet over de oorlogen (demonologie) hoeven te denken, en hij zou altijd maar weer de keuze hebben wat te eten en wat te drinken bij haar. Met de minste problemen zou hij bij al deze plezierigheden kunnen komen die zij hem aanbood. Zij zou hem nooit blootstellen aan hardheid en zwaar werk, want anderen zouden het zware werk voor hem doen. Hij zou op dit pad geen gebrek leiden, maar altijd weer voordeel hebben, waar hij ook maar wilde. Zij noemde haarzelf het geluk. Areta zei toen dat Kakia al at voordat ze honger had, en dat ze geen besef had wat het ware geluk was, want haar geluk leidde niet tot het goede. Tot Heracles sprak Areta toen : Als je eerlijk het benodigde werk doet, dan zul je het hogere geluk vinden. En zo werd Heracles door Areta geoefend. Kakia is het pad wat de massa's kiezen, maar Heracles koos het pad van Areta, en liet zich door haar onderwijzen. Dit was het stoïcijnse pad van de eenling, de monon, wat ook mooi naar voren komt in het Nederlandse woord 'mannin', oftewel het volk van Eva. Dit was niets anders dan een dieper deel van Adam, zijn kern. We kunnen dit ook vergelijken met de Egyptische 'mehen' slang (mhn, mnn) die om Ra heenwas om hem te beschermen op zijn boottocht in de onderwereld, als een beeld van
de heilige gebondenheid in het eenling principe, wat je ook weer met amen (mn, mnn) kunt vergelijken, het verborgene, en wat nog altijd achter elk christelijk gebed wordt neergezet. De logos staat of valt met de monon, het eenling principe. De natuur werkt door het eenling principe als een absolute noodzaak, als de natuurlijke selectie, want als de natuur de massa zou selecteren dan zou de mens die de massa moet volgen indutten. Alles gaat dan gewoon vanzelf, dus dan zou geoefendheid, Areta, nooit kunnen bestaan. Op het natuurpad is het de eenling tegen de massa. In het boek het leven van Apollonius van Tyana, een pythagoriaanse filosoof, komt ook weer de strijd tussen Areta en Kakia om het jonge leven van Heracles. Kakia is versierd met goud, en is in een paars gewaad, en hevig opgemaakt, haar wangen geverfd en haar haar gevlochten, en met gouden slippers. Ze vertelt hem hoe ze hem wil laten rusten op bloemen, en hoe ze hem wil trekken tot een land van melk en honing met een overvloed die voor het grijpen ligt wanneer hij maar wil. Hij hoefde er niet hard voor te werken en het ook niet te zoeken, want het zou zo allemaal in zijn schoot geworpen worden. Areta daarentegen is een vrouw die hard gewerkt heeft, blootvoets, en die bedekt is met het vuil van de aarde, en ze heeft de eenvoudigste bedekkingen, en zou bijna naakt zijn. Zij is een discipline die wil dat hij op de grond slaapt op het vuil van de aarde, en hij moet naakt zwoegen, en alles verdienen door hard werk, elke zoetheid. Hij mag niet opscheppen, geen ijdelheden najagen en geen hoogmoed nastreven, en hij moet op zijn hoede zijn voor alle dromen en visioenen die hem van de aarde willen weghalen. Als Heracles zich hierin zou oefenen en deze eenvoud niet zou afwijzen dan zou hij daarmee vele monsters hebben onthoofd, en al zijn opgedragen werken hebben voltooid. Kolosse 1 29 Hiervoor span ik mij ook in, onder zware strijd, naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Paulus is hier in de rol van Heracles die voor het pad van Areta heeft gekozen, oftewel het lange, moeilijke pad van de logos, en niet van het hedonisme (kakia). Colosse 4 18 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Gedenkt mijn gevangenschap. De genade zij met u. Gedenk dus de heilige gebondenheid. Kakia beloofde Heracles zoete vrijheid, terwijl Areta Heracles leidde tot bittere gebondenheid. De Griekse dichter Simonides (556-468 BCE) schreef over haar dat zij niet door alle sterfelingen gezien wordt, maar alleen zij die zweten op het harde pad, zij die komen tot de pieken van de mannelijkheid. Ook wordt zij een speervechter genoemd, als een oorlogsgodin. Zij is dichtbij de door het lijden geoefende Jove (Job). Heracles kwam in Boeotia tot de tweesprong, het kruispunt, waar Kakia en Areta hem opwachtten. Buigen in het stof voor Areta, of voor Kakia. Zij die in het midden blijven vallen ook ten prooi aan de hevig opgemaakte en verleidelijke Kakia. Kakia met haar helwitte handen versierd met knalrode nagellak waardoor haar superieure, dunne, vrouwelijke schoonheid extra wordt benadrukt, want dat is wel het schoonheidsideaal van het Westen, en wat altijd per definitie bovenaan hun glamour magazines praalt. Het is Kakia, niet Areta, de brute, woeste natuuramazone, want die is te duister in de ogen van de stad. Kakia is de verwenner, het immer ja-knikkende omaatje van iedereen, sierlijk knotje in haar haar als teken van haar autoriteit. De mannen hebben het niet eens door hoe ze door
haar worden bedrogen. Ze hebben geen filosofie en staan nergens voor, dus vallen overal voor. Gepensioneerde vrouwen, dat is wat westerse mannen willen. Vrouwen die niets anders doen dan mooi lopen te zijn, spiegeltje spiegeltje aan de wand, hevig kuchen en geeuwen. Zo dun mogelijk, om geen mannelijk vlees te beledigen en te kleineren. Zwak moet ze zijn, dat is een mooie vrouw voor het westen. Enorm broos als porselein, ongeemancipeerd. De mannen smullen ervan als van koek. Ze willen geen barbaarse vrouw. Dan gaan er direct honderden alarmen af. De vrouw moet zich koest houden, dan is de man tevreden. Ze willen geen filosofische vrouw. Dat is te moeilijk. De vrouw moet mooi zijn, dun, zwak, slaafs, zo dun mogelijk opdat het het rode zal opwekken, het rode gif, lipstick, nagellak enzovoorts. Zo koket en compact dat hij haar gewoon in een doosje kan stoppen. Gemak dient de mens. Dit is een zwaar gevecht op het pad van Areta. Kakia, de hoer, gooit alles in het spel om de mens proberen te verleiden, wat ook heel subtiel kan gaan. De massa's zullen je eigenwijs noemen als je niet voor hen buigt. Het is zware mind control, zwaar mentaal lijden wanneer ze hun gifnagels diep in je steken. Ze martelen je totdat je belijdenissen doet tot hen. Heracles, of Herekalos, betekent voor gebruik van Here, of goede Here, het dienen van Here. Here of Hera was de vrouw van Zeus, en Zeus legde zijn zoon Heracles aan de borst van zijn vrouw, Here, om hem onsterfelijk te maken, maar zij stootte hem af, alhoewel er toch druppels melk waren gevallen. Here ziet Heracles als een vijand, en drijft hem tot zo'n grote woede dat hij zijn familie vermoord, waarna hij zijn twaalf werken doet. Dit staat symbolisch voor het overstijgen van de massa als eenling. Here drijft hem tot het pad van Areta, tot een eenling die geoefend moet worden op het pad van volharding en pijn. De worsteling van Heracles met Here kun je vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit was om hem te beschermen tegen het hedonisme van Kakia. We komen de symbolische familie-moord ook tegen bij de christelijke Jezus mythe wat voortkwam uit de mythe van Heracles. De twaalf werken werden tot twaalf discipelen. Jezus droeg op de familie te haten in Lukas 14 : 25 Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen: 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Laten we heel goed beseffen dat in het NT haat gelijk stond aan moord : I Johannes 3:15 – Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft. Je kunt dus niet haten zonder zelfhaat, en dit staat gelijk aan zowel moord als zelfmoord, en hierin is een dualiteit. De natuur laat het al zien. Als sommige insecten je steken dan verliezen ze daardoor hun eigen leven. Het is diepe dualistische symboliek, want volgens de wetten van het NT heeft Jezus, net als Heracles, zijn familie vermoord, omdat hij zijn familie heeft gehaat. Maar het is dus een allegorie met een diepere betekenis. Jezus moest de massa overstijgen en ook zichzelf, want hij moest ook zichzelf haten en doden. Dan gaat dit om het ego, en ook het collectieve ego waar de
mens vandaan komt. Here leidde Heracles tot die daad dat hij zijn familie achterliet zodat hij het pad van Areta op kon gaan. Heracles had de lagere familie principes gedood en zijn lagere zelf, om zo het pad van de eenling op te gaan, de natuur in. Jezus vocht voortdurend tegen de massa en de familie, en stelde dat alleen zij die de wil van God doen, van Here, zijn ware familie was. Zijn pad kon alleen gevolgd worden als de mens zou breken met de familie, en de doden de doden laten begraven. Heracles moest zo komen tot het Areta kruis, en was een Aretaiet, een volgeling van Areta, van de geestelijke oefening, en zo was ook Jezus dat. Het materialisme heeft alles verletterlijkt, maar het houdt diepe boodschappen verborgen. Het is afzien op het pad van Areta. Je verliest alles. Here heeft geen medelijden, want de mens was diep misleid en moet weer terug. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Maar Heracles streed met haar zoals Jakob op Pniël en Jezus aan het kruis, want er is ook een valse Here. In de Aretaitische filosofie is deze Heracles dynamiek van allegorische familiemoord en zelfmoord onmisbaar. De mens moet loskomen van de banden met Kakia. Dat is wat de demonologie is. De mens heeft alles verletterlijkt, want de mens kent de filosofie niet. Voor de mens is de materiele weg altijd de makkelijkste weg, maar het leidt tot de dood. Om hieraan te ontkomen mag je ook vragen naar de Aretaitische principes, wat het betekent een Aretaiet te zijn, om geen Kakiaiet meer te zijn. Here zond twee slangen naar Heracles na zijn geboorte, om hem te doden. Hij verscheurde de twee slangen, als baby, maar de touwen van de logistiek bleven, en die moesten hem trekken tot het Aretaitische pad en hem erop houden. Jezus noemt het ook een teken van de eindtijd, want de mens zal erachter komen dat de familie banden een complot zijn tegen hen gekeerd, en dat de mens de betekenis ervan moet verdiepen : Mattheus 10 : 21 Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. 22 En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. 23 Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere; want voorwaar, Ik zeg u, gij zult niet alle steden van Israël zijn rondgekomen, voordat de Zoon des mensen komt. Het pad van Kakia is een letterlijk pad, en het pad van Areta is een geestelijk pad. Zowel de materialist als de geestelijke gebruiken de bijbel, de één doet het voor het hedonisme, Kakia, en de ander doet het voor Areta, de geestelijke en demonologische oefening. Het Areta kruis is hard en gaat diep. Het is niet zacht en zoet. Het is niet 'wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roede.' Het is eerder omgedraaid. Areta staat daar met de gesel. De mens moet geoefend worden in de wildernis, anders zal de mens niet overleven.
Hoofdstuk 2. Kakia bidders versus Areta bidders Duidelijkheid moet er zijn, in ieder geval het noodzakelijke dan, en balans is een belangrijke sleutel, dus als we het hebben over ijs en zelfstandigheid, dat is zeker belangrijk, en als je een beeld kan krijgen van de 'ijs meter', dan moet die ijs meter altijd voldoende vol zitten, anders komen er dus problemen (vuur verschijnselen die je niet wil hebben, tot het punt van siamese tweelingen, en dan in een aziatische gevangenis terecht komen etc.). Dus daar kun je dan ook weer creatief mee omgaan en dingen opsparen, dus eigenlijk als een soort zebra, dat de ijs component, of ijs ribbels er telkens voldoende zijn, en daartussen kan dan je wereld ontstaan, en daar kun je dingen toe opsparen (dat doet het ijs), dus in die zin kun je je communicatie dan veilig houden. Soms gaat dat sparen dan een hele lange tijd door, op lange termijn, gewoon omdat het de tijd er nog niet voor is, dus dingen moeten wel 'rijp' zijn, en zwangerschap moet volkomen zijn, anders krijg je een 'miskraam'. Dus altijd de rijpheids-factor in de gaten blijven houden met wat je dan ook doet, zegt en denkt. Als het dan rijp is, en je hoort daarvoor het belletje, of ziet het groene knipperende lijntje daarvoor, dan moet er wat mee gebeuren. Dan is er een soort geboorte, een soort oogst. Maar dat behoort dus ook allemaal tot de logistiek (waar, wanneer, hoe, hoeveel etc.). De logistiek is dus de leer van op het juiste tijdstip, op de juiste plaats, in de juiste hoeveelheid, de juiste verhouding, met de juiste kosten. In het tweede bijbelse boek 'sobibor – de laatste jager' hebben de medi nazi's het gemunt op de alienologen, en die worden stelselmatig uitgeroeid, en daar zijn er ook weer niet heel erg veel van. En dan gaat het dus over Utrecht als een soort van utopia, en dat blijkt vanuit de toekomst te komen, maar ze hebben het dan ook op Utrecht gemunt. Kijk naar al die anti virus bedrijven om ons heen die maar door en doorgaan omdat er zoveel werk is te doen, telkens maar weer updaten. Dat is slechts een heenwijzer naar de demonologie. Dus het materiaal 'leven' ? Ja, maar ook voldoende updaten, zodat je straks niet voor grote verrassingen komt te staan. Er kan al snel veel te dun ijs zijn. Er waren dromen over celebrities die elkaar ontmoetten op het vliegveld en dan heel 'belangrijk' gingen doen. De ene celebrity ontmoette dan de ander, twee hedendaagse zogenaamde 'supersterren', en dan wilde je niet geloven wat een 'air' daar hing. Ik was er ook bij, en ik zei toen van : 'Doe eens even normaal. Jullie zijn maar gewoon mensen, hoor.' En toen kwam een zogenaamd filmsterretje van langer geleden erbij. Ik zei toen : 'Maar jij bent helemaal die persoon niet.' 'Nee,' zei ze, 'ze kon zelf niet komen, maar ik ben de dochter van een vriendin van haar, als haar plaatsvervanger.' En die deed dan zelf ook allemaal heel 'belangrijk'. Hele 'belangrijke' mensen allemaal, allemaal duurdoenerij, staan graag in de belangstelling etc. Zoals er is ook zo'n celebrities muur (zo'n witte muur met allemaal reclame erop) en daar staan ze dan graag voor te poseren, en
belangrijk lopen te doen, terwijl het bijna gewoon op een ordinair toilet lijkt waar graffitti op gespoten is. En dan een andere droom die erbij hoorde van mensen die paranoïde werden van een bepaalde soort wit en paars, wit dan eigenlijk als de kleur van voorzichtigheid, en paars als de kleur van slaap. Maar in ieder geval gaat dit over de mythe van Heracles, Kakia en Areta, en Kakia is dan het hedonistische pad van belangrijk doen, dat het allemaal te exclusief wordt, te hoog op het dak, te … enzovoorts … Areta is dan het pad van de demonologie. En het gevaar kan altijd in vele vormen komen, dus ja, die dreiging ligt er. Soms glippen die dingen er gewoon door, en dat kan heel subtiel gaan. De hele lucht zit ermee vol. Het komt door het bewerkte voedsel op ons waar ze allemaal rotzooi doorheen gooien, het zit in de lucht (auto's geven veel fijnstof af, vliegtuigen nog wel meer, gaat allemaal in de lucht zitten, daalt op ons neer, daarom zo dicht mogelijk bij de natuur blijven voor antistoffen). Mensen floepen er zomaar alles uit, worden geprogrammeerd door de grote machines. Daarom zijn hen die buitenaards contact met de hogere natuur hebben een bedreiging, maar stel nu dat die ontsnappingsroute niet zo conventioneel is. De goede linie onderwijst een hogere soort wiskunde. Stel nou dat die niet conventioneel is, ook niet qua andere ufologische basissen en geestelijk werk – want heel veel er zitten puur voor de verkoop en voor een naam te maken etc. dus het gaat om henzelf, niet zozeer het werk wat ze als 'hulpje' gebruiken – want als je naar die ufo's kijkt en je ziet hoe het in elkaar steekt, of je denkt erover na wat daar wel niet allemaal voor raketkunde aan vooraf is gegaan, dan moet je tot de conclusie komen dat – juist omdat ze vergevorderd zijn in vergelijking met aardse systemen en aardse geestelijke systemen – dat dit wel demonologisch moet zijn, dus hele andere wiskunde wetten. Dus wat leren kinderen op scholen ? Ze floepen alles er maar uit, denken dat alles kan en mag, omdat hun niets anders geleerd wordt. Ze krijgen aardse wiskunde, en daarmee basta. Kan een aards mens of aards-geestelijk mens het hogere geestelijke verstaan ? Dat is een verschrikkelijk lange weg van pionieren waar je niet zomaar even een punt achter kunt zetten. Het gaat om de nuances hierin en de diepte, en als dat niet kan zou dat een handicap zijn, maar die valt met dit soort dingen dus zeker te overbruggen. De wkb's (wortel kanaal behandeling) trekken allerlei soorten parasieten aan, op allerlei soorten levels, en trekt ook weer buitenaardse parasieten aan enzovoorts enzovoorts ... Het is een billion dollar industry wat ook weer lucratief is voor andere bedrijven. Het rommelt met de hersenen, verstrooide persoonlijkheden. Als ze koffie hebben gedronken kun je dat gewoon ruiken, want dat gaat helemaal in die wkb's zitten. Dat zijn allemaal kanalen die ze met elkaar verbinden en daar bouwen ze hun handel op. Als je volwassen wordt dan ga je soms door rites of passage, dat is iets van de natuur, dat sommigen wat minder haar ineens hebben, of dat kiezen ontbreken enzovoorts. Toch is dat dan weer de natuur, maar de wk-behandelaren werken tegen de natuur in, en zo moet je met hun 'luxe producten' lopen om maar aan een bepaalde standaard te voldoen in de stad, dus letterlijk als witgepleisterde graven. Al die wkb's bij elkaar gebruiken de parasieten als tankstations, bolwerken van macht, enzovoorts, en dat gaat allemaal in de hersenen zitten, neemt mensen over etc etc. en in die celebs wereld kom je dan mensen tegen die je helemaal niet meer met de natuurverschijnselen van de 70/80 er jaren kunt vergelijken. Het is allemaal een markt geworden, sabotage van de jeugd, allemaal hele duistere dingen, en die wkb's zijn daarvoor een grote drive ... Mensen worden op zijsporen gezet, prioriteiten gaan eraan. Mensen met wkb's zijn onder een soort van verdoving, en die drijven dan een soort handel, en dan moet je dus echt heel diep graven om op de juiste lijnen en bedradingen terecht te komen. Dus dan zie je twee realiteiten en die lopen bijna
in elkaar over, maar dan moet je toch de juiste kiezen, anders geeft dat problemen ... zoals bijvoorbeeld siamese aziatische rigil kent realiteiten, want dan is er gebrek aan filosofische structuur, dus dan kan het spijbelen weer in gaan sluipen en allerlei andere feestjes, en dat kan heel subtiel gaan ... Dus die wkb kanalen hebben een soort van netwerk gecreeerd, wat door de mensen heenloopt, door de wkb's, door de nageslachten, contacten, etc. als een soort buitenaards toilet, en je wil niet weten wat er allemaal weggespoeld wordt, maar de parasieten mogen dan blijven .... net zoals veel hedendaagse schoonmaakproducten je huis nog wel viezer maken en meer parasieten aantrekt (daarom is het belangrijk om het zo biologisch mogelijk te houden, zo natuurlijk mogelijk) ... Het is een systeem ... Het maakt kunstmatige celebs, en die programmeren de massa ... zijn te 'exclusief' voor de natuur ... Allemaal wkb power ... soort van corrupte toiletten … Wkb power zit overal in de lucht, werkt door alles heen, ook al heb je zelf geen wkb's. Het zijn systemen, en we zijn nog niet aangekomen bij de bodem ervan in het traceren van dit onheil. We komen dan terecht bij de sterrenconstellatie libra, oftewel weegschaal. Libra is ook de wortel van libraries, bibiotheken, als de wachter ervan. Het is boers gebied, maar ook van watersporters en architectuur, hele ruime huizen, ruime visioenen, maar dan ook het wkb probleem. Ook het meubiliair gaat allemaal via de wkb, dus dan krijg je een gehele wkb architectuur. Het is een zware koffie verslaving, wat wil zeggen dat er geen ruimte voor slaap is, of weinig, altijd maar weer in de weer. Teveel koffie werkt als een drug. Ook maakt het dus korte metten met voorzichtigheid als het als overdosis wordt gebruikt. Er komt zo een giftige kikker op je nek te zitten, op je schouder. De wkb power wordt doorgegeven van geslacht tot geslacht, van contact tot contact. Het kan overspringen als een kikker. Het is het pad van Kakia. Zij lokt de mens in de wkb's, en sleurt hen zo mee. Dit gaat ook vaak gedwongen, dus wkb is ook een ontvoeringsbrigade. Het is een dwangbevel wat de massa's wordt opgelegd. Daarom is er het Aretaitische pad waarop de mens los kan komen van de streken van Kakia, de verleidster. Op het pad van Kakia leven de Kakiaieten, de volgelingen van Kakia. Zij bidden om meer voorspoed, meer kracht, meer macht, meer genezing, maar volgelingen van Areta bidden voor meer zwakheid, want de mens is nu immers in de valse wkb krachten. Eerst moet de mens leeg worden, zwak worden. Bidt dus allereerst niet om meer kracht, maar om een dieper lijden, om los te komen van de materialistische wegen. Het leren bidden hoort ook bij de Aretaitische filosofie. De profeten van het OT werden apart gezet in grote toorn. Als die woede er niet is, dan ben je nog steeds een meeloper, een neutrale, een onverschillige, dus zij die Areta volgen vragen allereerst om meer woede. Dat wil niet zeggen dat je dan een opgewonden standje gaat worden, een heethoofd of roekeloze driftkikker. Areta geeft haar volgelingen goede gaven, en juist gerichte woede. Het gaat dus dan allemaal meer op z'n plaats vallen. Je wordt niet meer boos ter verdediging van je vlees, maar je wordt boos waarop je boos moet zijn, en je wordt ook alleen maar boos wanneer je boos moet zijn. Je gaat dus een heleboel lagere aardse boosheden en woedes juist verliezen. Areta zal je de ware toorn geven. Je woede zal dus niet meer ontspoord zijn, niet meer verloren tijd en energie zijn, maar op het juiste spoor terecht komen, in de juiste richting, in de juiste hoeveelheid en de juiste verhouding. Het is dus de hogere logistieke toorn. De mens is te zeker van zijn zaak om de waarheid te ontvangen. Kakia aanbidders bidden overvloedig voor meer zekerheid, meer duidelijkheid, meer helderheid, meer leiding, maar zij die op het pad van Areta zijn bidden voor meer onzekerheid, meer verwarring en chaos, want zij weten
dat de mens te zeker is, en dat de mens daardoor de waarheid niet kan zien. Eerst moet de mens dus weer gaan twijfelen over al die vooringenomen zekerheden. Op het Kakia pad bidden de Kakiaieten ook overvloedig om aanvaarding, om er toch maar bij te mogen horen, om grote populariteit, dat iedereen wel van hen zal spreken. Maar zij op het pad van Areta bidden om meer verstoting en verwerping voor hun eigen veiligheid tegen al die systemen die de mens overaanvaarden waardoor de mens in slaap dut. De mens is overaanvaard tot hun eigen valstrik. Het was om David te redden toen hij het uit moest roepen : 'Mijn god, waarom hebt gij mij verlaten.' Zo wordt de mens gevoelig voor de gnosis, als de mens wordt losgelaten en in het diepe wordt geworpen. Zo leert de mens het pad te vinden, niet als ze allemaal maar overaanvaard zijn. Een heleboel atheisten zeggen vroom : 'Wij bidden niet.' Maar ze wensen wel, en dat is precies hetzelfde. Op het Kakia pad bidden ze allemaal om mooie dromen, maar hen op het Areta pad bidden om meer nachtmerries en meer vernietiging, want er is zoveel wat vernietigd moet worden. Dat kan Areta allemaal gebruiken. Het is allemaal materiaal voor haar. Daar reageert zij op, want het brengt haar abstracte wildernis. Zij die niet genoeg lijden lijden niet gericht. Het lijden tot functie brengen is de enige oplossing. Daarom zal het bidden om meer lijden ons geen daadwerkelijke schade doen. Wij mogen bidden om het kruis, het kruis omhelzen, het kruis kussen, opdat het kruis ons niet zal vernietigen. Juist hen die van het kruis weglopen en er niets mee te maken willen hebben zullen door het kruis ten onder gaan. Kakia bidders bidden zichzelf het graf in. Areta kan de mens niet helpen, want de mens bidt en wenst verkeerd. Een heleboel gebeden komen niet eens bij Areta aan maar gaan rechtstreeks naar Kakia. Op het pad van Areta moet de Aretaiet vaak de andere wang toekeren, ook in gebed. Ze spreekt door onzekerheden want de mens heeft teveel valse zekerheden, waardoor ze niet door kan komen. Bid om meer onzekerheden. Op het pad van Areta bid de mens alles wat in de stad als negatief wordt gezien en waarop de stad etiketten heeft geplakt. Zo bidt de Aretaiet niet om meer vrolijkheid, maar meer depressie, niet om meer (over)moed, maar om meer angst (voorzichtigheid), meer eenzaamheid, en meer wanhoop, want de mens is bedrogen. Dat wil niet zeggen dat dit dan domme gebeden zijn. Op het pad van Areta wordt er gebeden om meer kleineringen, meer aanvallen, maar dat wil niet per definitie zeggen dat dan de bel gaat en dat daar de buurvrouw staat om je flink uit te schelden. Het is abstract. Je gaat juist veel meer merken, en je gaat juist terug naar de oerinstincten die de diepte van deze zogenaamde 'negativiteiten' laat zien. Zo kom je juist in contact met Areta en gaat ze op je reageren. Het negatieve is er allemaal al, maar de mens moet het nog gaan zien, en moet ook een andere kijk erop krijgen, en contact maken met de diepte ervan. De mens ligt al op de bodem van de put. Het kan niet eens meer erger worden, maar de mens ziet het niet, en wil alleen het bedriegelijke
positieve. Depressie is niet negatief, maar betekent leeg worden, minderen, het contact maken met je eigen hart en niet met de opgelegde identiteiten. De Aretaiet bidt om meer tucht, omdat hij weet dat er te weinig van is, en dat wil echt niet zeggen dat je dan ineens een bak stront vanuit de hemel op je gegooid gaat krijgen, want sommige mensen zijn op een hele egoistische manier hier bang voor, en daarom bidden ze als bibberende schoothondjes. Als je bidt om meer tucht, dan bidt je om de gesel van Areta, dan bidt je juist om meer gerichte tucht, want we leven allemaal onder de valse tucht van de stad. Er zal zoveel valse tucht dan juist gaan verdwijnen. Wel is het zo dat Areta de tucht van de lagere aardse gewesten dan weer gebruikt. Maar alles zal richting krijgen, en zij zal zulke bidders belonen. Ga in gebed waar anderen niet gaan. Ga terug tot de oerinstincten. Wees niet bang voor haar gesel, want het is de beste gesel, om je leven te redden. En dit is geeneens religie, maar filosofie. Ook gebed is puur filosofie, gebruik maken van de natuurwetten. Het leren communiceren met de diepere natuur in jezelf. Hoofdstuk 3. Wkb's en de zombificatie van de samenleving : de libraanse robotten Wkb power brengt valse zekerheden, wat maar doorbouwt in de hersenen van de mens, een gehele droomwereld van illusies. Kakiaieten zijn aangetrokken tot zekerheden, ook al zijn die vals. Het geeft hen rust en vrede, ook al is het vals. Zo koopt de mens zijn joyride in, en denkt niet op de lange termijn. Alles is tijdelijk. Wkb's zetten de mens op, en is dan de buikspreker die de pop bespeelt. De mens wordt zo een steen van een stads systeem en kan niet meer weg. De mens is oververzekerd. Zo wordt de samenleving gezombificeerd. Planeten besturen door hun straling de gehele aarde. De aarde is als een rollend balletje waar de voetballers achteraan hollen. Zo worden ook de hersenen van de mens bestuurd door de planeten. De mens is een speelbal in een planetaire flipperkast. Voor het wkb probleem moeten we helemaal naar libra gaan, oftewel het weegschaal sterrenbeeld. Als de mens denkt dan zijn dit kettingreacties van de valse zekerheden, kettingreacties van de wkb's, die de mens sturen. De mens is in dit systeem totaal dichtgemetseld. Alleen het tegenovergestelde pad van Areta is de ontsnappingsroute tot de natuur, en die zal allereerst alle valse zekerheden afbreken. De valse zekerheden gaan ook over wat de ware realiteit is. De valse zekerheden zijn hierin heel overmoedig, en hebben gewoon dat wat het dichtstbij is, de wereld om hen heen, als de ware realiteit bestempeld. Ook wat de mens zelf denkt wordt boven dat wat de ander denkt gezet. Dat is toch altijd weer het makkelijkst, de weg van Kakia. Maar zekerheden worden geeerd, ook al zijn die zekerheden vals. Kakiaieten zijn aangetrokken tot zelfverzekerde
mensen. 'Oh, die mensen zijn zeker, dus die zullen het wel weten.' Kakiaieten zijn ook aangetrokken tot markten en meerderheden. 'Oh, die verkopen het, en hebben een grote naam zo weten op te bouwen, en veel mensen aangetrokken, dus die zullen het wel weten.' 'Oh, die boeken hebben zo'n mooie, dure, hoog technologische omslag, dus dat zal wel waar zijn. Het wordt ook nog eens goed verkocht. Het is een bestseller, en er wordt veel over gesproken.' Kakiaieten zijn op zoek naar valse zekerheden. Ze laten zich leiden door de autoriteiten, niet de waarheid. De wkb's zijn een libraanse vloerenindustrie waardoor de mens niet meer tot de diepere lagen van de natuur kan komen. Op de valse vloeren, de valse zekerheden, worden hele zombie steden gebouwd. Het trekt parasieten aan die zo hun handel kunnen drijven. De mens wordt tot een stofzuiger gemaakt, wat lucratief is voor allerlei takken van bedrijven : schoonmaak, medische, enz. enz. De voedsel-industrie werkt hier vrolijk aan mee, door mensen door al het bewerkte voedsel telkens over de dagelijkse limiet te laten gaan. De mens komt er niet door, en is een libraanse cel in het geheel, als een tank station van parasieten. Opent uw ogen, oh volk, en ga zien wat er aan de hand is. Dit is de ware realiteit niet. Dit is de valse Kakia realiteit en alleen op het pad van Areta, de geoefendheid, is er ontkoming. De mens moet dus nieuwe gewoontes aanleren totdat het de natuur van de mens is geworden, en de mens zo weer open kan staan voor de oer-instincten. Nu wordt de mens grotendeels nog bedrogen door de Kakia instincten van de stad. Deze instincten zijn vals. Deze instincten leiden de mens tot het graf. Zelfs de begravenis onderneming verdient aan u. U bent niets dan een grote zak met geld voor deze schurken. Maar ja, schoonpraten is hun hobby en hun vaardigheid, en velen tuinen er in. Mond open, en de mens denkt dat hij praat, maar hij zuigt. De mens is een stofzuiger. Zo gebruiken ze de mens als opslagplaats. De mens wordt gewoon gebruikt als een usb-stick om data mee op te slaan. Zoveel krijgt de mens binnen als hij praat, want hij is gecodeerd als stofzuiger. Wkb's is iets van de moderne tijd. Het gebeurde vroeger niet. Het is een luxe product, een soort bakproduct wat dus gebeurt met delen van jezelf. Het gaat dwars tegen de natuur in. Het is iets van de stad, als een merkteken. Het is een soort plastische chirurgie, en het wordt zowel gedwongen als zwaar geadviseerd. De mens kan vaak niet tegen de wk-behandelaar op, want vaak is de mens al vanaf jongsafaan door de wk-behandelaar bewerkt. De wk-behandelaar is daarom een handler. Het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven, en van contact tot contact. Het springt over als een kikker en gaat op je nek of schouder zitten, en blaast je suggesties in. Het zijn de kikkers van Kakia. Dit zijn parasitaire gifkikkers. Zij bewaken de mens. Zodra de mens het Aretaitische pad op wil, dan beginnen de kikkers hun duizenden drogredenen in de mens te blazen om ze maar op hun plaats te houden. De mens wordt dan overspoeld met een zee van excuses en schoonpraterij. Geeft de mens dan nog niet op en wil de mens nog steeds het Aretaitische pad op, dan haalt de kikker zwaarder geschud uit de schuur. Dan gaat de kikker dreigen, aanvallen, bijten, steken, en probeert de mens gek te maken, om hem maar weer voor Kakia in het stof te doen buigen. 'Vergeef me,
Kakia, voor mijn ongehoorzaamheid. Ik zal uw troep weer inademen, uw gif weer eten. Ik zal weer spreken als een getrouwe stofzuiger.' De mens heeft zijn weerbaarheid verloren. Het is gestolen. De mens is ontvoerd, door zware libraanse wkb power. De mens is zo geen schepping van pure natuur meer, maar een schepping van de stad, van plastische chirurgie, een robot. Libraanse robotten. De wkb is een dood kanaal, wat dus geen weerstand meer kan bieden, als een model voor de libraanse wkb-mens, wat dus gewoon een manipuleerbare, gehoorzame robot is. Het tegenovergestelde van de wkb is de oerwoede op het pad van Areta, wat een gerichte woede is. Wkb-robotten zijn alleen woedend als het systeem dat zo wil, om het systeem te verdedigen. Dit is gebouwd op valse zekerheden. De oerwoede rekent met deze valse zekerheden af en brengt eerst chaos, oerchaos, waarin alle valse scheppingen vernietigd worden. Dit zijn dus denkmodellen. Geen zin om dat letterlijk te doen, want dan dweil je met de kraan open. De strijd is filosofisch. Het is de demonologie. De wkb is dus een open en dode opslagplaats, als tankstation voor de parasieten. De oerwoede is daarvan het tegenovergestelde. De oerwoede leidt tot de oerchaos om de valse zekerheden van het wkb wereldrijk en het gehele wkb universum af te breken. Deze chaos is dus twijfel en onzekerheid, de oerzwakheid, de leegte van de oerwildernis van het onderbewustzijn. De mens heeft teveel bewustzijn. Kakiaieten hebben er overmoedig naar gegrepen. De mens moet terug tot het onderbewustzijn, tot de oertraagte, om zo heel langzaam terug te keren tot het tegenbewustzijn. De mens kan niet zomaar terugkeren tot de oerzwakte. Er zijn teveel stromingen die de mens weer meesleuren in wkb power. De mens moet terugkeren tot de oerdepressie, die dus niet negatief is, maar een leegmaker. De mens houdt teveel aan dingen vast, omdat de mens de oerdepressie niet heeft. De oerdepressie rekent af met de lagere stofzuigermens van het ego. Daarom haat Kakia de depressie en de depressieven, en drukt ze haar negatieve etiketten erop. De oerdepressie breekt de zuigende krachten van Kakia, en vernietigd het stofzuiger model van de stad. Door de oerdepressie kan de mens weer leeg worden en tot de diepte gaan. Er moet dus een balans zijn tussen de oerwoede en de oerdepressie, en die kan alleen veilig gesteld worden door de oerangst. De oerangst is het oerzintuig, want het is de voorzichtigheid en alertheid die nodig is om te kunnen overleven. In wkb is die alertheid er niet meer, omdat het kanaal dood is en niet meer weerbaar. Daarom gaat de mens op het pad van Areta door de oernachtmerrie om terug te komen tot het oerzintuig. Hoofdstuk 4. Kakia – de karikatuur van de vrouw
De oerdepressie is niet iets negatiefs. Het is het beleven van de oernatuur, van de leegmakende oernatuur. Depressie heeft zowel een slechte naam als een slechte betekenis gekregen. De stad vreet het niet. Wkb power verlokt alle simpele zieltjes tot een valse vrolijkheid, gebouwd op valse zekerheden. Dating gewoontes gaat bij de jongenlui in een wkb samenleving ook zo er aan toe (ja, het is een ziekte !) : 'wkb gaatje, op zoek naar een wkb gaatje.' Want die grietjes zijn zo slap als een vaatdoek, want dat moeten ze zijn, dat is mooi en vrouwelijk, en dan moeten de gaatjes gevuld worden. Het is allemaal te ziek voor woorden, maar de demonoloog ziet deze parasieten aan de gang. En daar gaan de zogenaamde stoere jongens, hoor, op zoek naar hun wkb gaatjes, zodat de wkb's 'afgerond' kunnen worden, zodat er een stoot parasitaire kracht doorheen kan gaan. Demonologisch gezien zijn ze zwaar invalide en dement. Hoe kan het ook anders ? Het zijn libraanse robotten. Zij die dan depressief worden worden juist van dit systeem gered. Ze voelen misschien wel aan dat het niet klopt, en daarom zijn ze depressief, maar daarom is het juist belangrijk om niet te vragen om meer vrolijkheid, maar om meer depressie, om de oerdepressie, opdat je depressie gericht gaat worden, en gezuiverd. Ook het vragen om de oerangst en om meer angst betekent niet dat je dan zomaar gaat bibberen als een schoothondje, maar dat je gerichte angst gaat krijgen, de geleide angst die nodig is om je te beveiligen. Een heleboel valse angst zal dan juist wegvallen. De angst wordt gezuiverd. De oerangst is de basis voor de oerdepressie, want je mag je nergens zonder de oerangst instorten. Ook de oerwoede moet dus beveiligd zijn door de oerangst, oftewel door de voorzichtigheid en alertheid, opdat je niet in valse woedes terechtkomt. De mens wordt apart gezet in de oertoorn. Vandaar dat het ook belangrijk is te bidden om oereenzaamheid, want als die er te weinig is, dan kan men niet apart gezet worden. Daartoe mag de mens vragen om meer kleinering en meer verwerping, meer vernedering, opdat de mens niet te hoog meedraaft met de massa. De mens vraagt dus om een bitter medicijn, maar dit is een gericht medicijn. De oerangst is het zintuig, en zonder de oerangst zou al het zintuigelijke vals zijn. De oerangst leidt tot de oergebondenheid van de oerinstincten, die dus op het Aretaitische pad geoefend worden. Er is zo voldoende basis dat het op een natuurlijke manier gaat, zodat de mens ook een deel wordt van de natuur, en dat de oergewoontes van de mens die de mens dan leert op het pad van Areta dan als een oernatuur worden van de mens. Zo kan de mens de oerwildernis beleven en zo van alles nieuwe betekenissen krijgen. Alles Kakiaitisch goedpraten, dat is wat de mensen om ons heen doen. Oh ze zijn zo druk in de weer met hun koninkrijkjes, hun grote gebouwen en hun spelletjes, allemaal om naam en faam te maken, en oh alles is zo goed en wel, en Kakia spreekt door hen heen. Het is een oude kolderheks die in een ketel staat te roeren en jij staat op het menu. Ze spreekt gewoon door de vaders en moeders heen tegenwoordig om de kinderen te betuttelen en in slaap te laten sussen alsof deze realiteit allemaal goed en wel is, alsof ze in luilekkerland zijn gekomen, maar het is een Kakiaitisch complot tegen hen. Ze zijn zwaar in de problemen en staan op het menu ! Wakker worden ! Iedereen vind alles maar vanzelfsprekend, even zus doen, even zo, maar je kan nog beter om
epileptie en hyperventilatie vragen om je tegen deze leugenachtige verdwaasde zogenaamde realiteit te beschermen. Ja, het pad van Areta gaat hier dwars doorheen voor een reden, maar aan beide kanten staan er verleidsters, Kakiaitische verleidsters, drugdealers, en als je toehapt ben je verkocht ! Finito ! Kakia is het oude grootmoedertje dan ineens die in de grote snoepketel roert en dan de kinderen oververwent met allerlei troep. Ouders zijn ervoor om kinderen te waarschuwen, maar vele ouders zijn dus al totaal ingenomen door Kakia, omdat ze de demonologie niet wilden leren. Nee, demonologie wordt niet verkocht, wordt niet uitgezonden op televisie, en wordt niet van de daken gepredikt. Het is voor de eenling, en je betaalt een hoge prijs. Maar wat voor prijs betaal je wel niet aan Kakia als je haar volgt ? 'Kom eens even bij je oude oma. Ik heb je al zo lang niet gezien. Ik heb nog wat snoep voor je, en andere troep. Wil je dat dan niet ? Dat vond je toch altijd zo leuk ? Waarom wil je dat nu niet meer dan ? Je wilt toch niet dat wij uit elkaar gaan groeien ? Ik ben bang dat ik je tijdens mijn leven niet meer te zien krijg. Ik ben bang dat ik je nooit meer zie. Ach toe, komt toch nog eens een keer langs bij je oude oma, die het goed bedoelt. Ik ben toch altijd lief voor je geweest ? Ik heb toch altijd goed voor je gezorgd ? Kom maar, kom maar, dan roeren we nog eens samen in die grote snoepketel. Gemak dient de mens, lekker zoet. Kom toch bij oma. Ik sta al zo lang op de uitkijk. Het is al zo lang geleden dat ik je voor het laatst zag. Ik wil je met huid en haar opvreten. Zo is dat toch altijd geweest ? Waarom nu dan niet meer.' En zo ratelt Kakia maar door, gaat in allerlei vreemde bochten, en komt in allerlei personages, om te zien wat de zwakke plekken zijn, en waar ze zijn. Ze zoekt er naar, om een opening te vinden, hoe klein dan ook. Als je haar één vinger geeft neemt ze je hele hand. Haar rode nagellak is de kroon op de wkb's en alleen lagere aardse mannen vallen voor haar. Waarom zou het een vrouw speciaal maken als ze zo'n vies chemisch lakje op haar nagels zou smeren, zo'n vies, glimmend stads lakje ? Is dat de schoonheid van de vrouw ? Moet de vrouw haarzelf daartoe laten verlagen ? Lakje hier, lakje daar, stinken ze een uur in de wind, om de hoofden van mannen dol te maken ? Kakia doet alles om een mens maar voor haar te winnen. Nou, daar lopen ze met hun lakjes hoor, glimmend door de stad, de vlag op de modderschuit van de wkb's. Nou, dan heb je wel de hoofdprijs, hoor. Alsof ze de loterij hebben gewonnen. Natuurlijk hoort dit dus bij de hersenprogrammatie van de stadse robot. Het heeft niets met ware demonologische esthetiek te maken. Maar ja, wkb's zijn doodnormaal, dus waarom die lakjes niet ? Alles moet toch kunnen tegenwoordig ? En zo dringen de gifnagels van Kakia diep in het vlees van de man, maar de man voelt het niet meer, want de man is al dood en opgezet. Hup, nog even de lipstick op, en maar zuigen, gifbeet, zuigen. Het zijn karikaturen van de vrouw, moderne karikaturen, ver weg van de natuur. Zeg, Kakia, waar ga je toch naartoe. • Even boodschappen halen. En wat haal je dan, Kakia ? • Nou eh, es even kijken : nagellak, lipstick, ehm snoep voor de kleintjes, nog meer snoep voor de volwassenen, nog meer nagellak, en nog meer nagellak, en wat wkb's, nog meer wkb's. Nou ja, houd maar op, ik zie het al wel weer.
• Ik heb anders nog wel een chocolaatje voor je hoor. Kom je gezellig bij me op de koffie ? Nee, laat maar, ik ga liever gewoon dood. • Beledigend doen ? Ik ga ook wat roddelblaadjes halen. Vind ik leuk. Geluk ermee. Ik ben weg. • Ik zal ook de krant meenemen. Kom je bij me ? Heb je wat te lezen. Ik zei : 'Ik ben weg.' • Ach toe nou, doe niet zo flauw. Waarom kom je niet op mijn feestje ? Ik ga liever naar een ander feestje. • Zal me een saaie boel wezen. Maar goed, je weet me te vinden als je me nodig hebt. Mocht je ooit nog eens van gedachten veranderen. Ik weet wel zeker van niet. • Niets is zeker. Gaan we dreigen ? • Ik kom je halen. Jij komt niks. Agent : Kunnen jullie ophouden met dat gekakel. Het is potdorie drie uur in de nacht. Mensen willen slapen. Kakia : Ik moet anders nog boodschappen doen. Agent : Zo laat ? Kakia : Ja, koffie shops zijn 's nachts ook open. Heb ik rustig alle tijd ook. Agent : Nou ja, eh, zorg dat je anderen er niet mee lastig valt. Kakia : Hij vroeg me waar ik naartoe ging, en ik gaf hem duidelijke uitleg, en toen begon hij te kakelen. Agent : Ja ja, nou, ik heb het wel weer gezien. Mensen willen slapen, dus mondje dicht nu. Kakia : Dan gaan we fluisterend verder. Vrouwelijke agent : Je gaat helemaal niks verder. Je bent gearresteerd. Kakia : Wat ? Ik heb niks gedaan. Vrouwelijke agent : Het gezag zei dat je je mond moest houden, en toch maar verder gaan. Kakia : Wat is er mis met fluisteren tegenwoordig ? Ik heb niks gedaan, en jullie zijn het gezag niet. Dat ben ik nog steeds, ja, je grootje. Vrouwelijke agent : De tijden zijn inmiddels veranderd. Je bent zwaar in de war. En laat me je boodschappenlijstje eens zien ? Kakia : alsjeblieft. Vrouwelijke agent : Ik zie het. Ja, allemaal zwaar illegale producten. Je gaat de bak in. Kakia : alsjeblieft niet. Vrouwelijke agent : Niet tegenstribbelen. Kakia : alsjeblieft niet. Vrouwelijke agent : Wil je altijd het laatste woord hebben ? Kakia : alsjeblieft niet. Vrouwelijke agent : goedzo. Kakia's plaats zal niet meer in de hemel gevonden worden. Zowel engelen als bengelen strijden tegen haar, want de mens heeft wel gemerkt dat het zo niet langer kan, hoe diep de aarde in de problemen is geraakt. Kakia is geen mens, maar een systeem, en het zal blijven kakelen totdat de
mens tot de dieptes van Areta komt, de dieptes van het oer. Kakia is een karikatuur van de diepere natuur van het oer. Hoofdstuk 5. Het tegenbewustzijn Aretaieten op het smalle pad van Areta communiceren met haar door de oerchaos. Valse zekerheden zouden haar in de weg staan. De oerwoede en oerchaos zijn abstracte woeste hondenkoppen die de wilde natuur uitspugen of uitkosten, de bruisende oerrivieren. Deze hondenkoppen zijn abstract gevleugeld als een soort vleermuizen die overal rondfladderen. De hondenkoppen kunnen zeer groot zijn. Overal vliegen ze in het rond. Ze gaan door de buurten en door de straten, en ze zoeken de steden op. Ze zoeken een uitweg tot de natuur. Iemand had ze opgesloten, maar ze zijn losgebroken. Ze waren opgesloten in hi tech libraanse gevangenissen. Dit zijn zout-gevangenissen. Dit is tegelijkertijd de overmaat van het christendom : Zout is halas in het Grieks. Het westerse Nieuwe Testament, het belangrijkste boek van het christendom, is Grieks. Griekenland is Hellas in het Grieks, verbonden aan halas, zout, en als het lichaam teveel zout krijgt, betekent het ook dat het lichaam teveel vocht wil, sappen, oftewel juices, Jezus. Ook wil de mens dan meer eten. Zo kan de mens dus niet minderen, en dat is de stadse libraanse gevangenis. Wat is dan het tegenbewustzijn ? Het tegenbewustzijn is het toetsbewustzijn wat niets zomaar aanneemt maar alles toetst. Het werkt door de oerchaos, de oertwijfel en de oeronzekerheden. Aan de andere kant heeft de mens dus een bepaalde mate aan zout (halas, hellas) nodig, en ook voldoende vocht (juices, Jezus). Vandaar dat het Jezus enigma ook niet zomaar weggeworpen kan worden. Er zit teveel belangrijks tussen. Het mag alleen niet overmatig zijn, maar dat zijn dus tekenen van zoutvergifting, dat je daardoor ook een juices-vergiftiging oploopt, oftewel een Jezusvergiftiging. Het moet in de juiste verhouding gebeuren, in de juiste richting en betekenis. Ik had vannacht een droom dat iemand zei dat we naar Groningen moesten voor nieuwe geluidsapparatuur. De mens heeft een zoutprobleem en daardoor een juices-probleem. De mens heeft dan zoveel dorst dat de mens de verkeerde juices neemt, zoals alcohol, en dat geeft ook weer een geluidsprobleem, dat de mens geluid nodig heeft om dit gevoel te doven. Groningen staat voor het gebied van aardbevingen, maar dit is symbolisch, het teruggaan tot de oerchaos, het toetsende tegenbewustzijn.
Hoofdstuk 6. van rome tot droom 1. Het is goed voor de mens om de westerse coderingen te kennen. Toen Ra tot de sebek-krokodil kwam in de onderwereld en in sebek veranderde, in het grote rm-mysterie, was dit één van de grootste spektakels in de egyptologie, wat voortgezet werd in het israelitische rm-mysterie van jeremia, yah-rm. We noemen dit in de gnosis de Jeremia ervaring, van Jeremia 20. In vers 7 in het Aramees en Hebreeuws maakt hij duidelijk dat God hem "misleid" heeft, "bedrogen", "verleid". Dit is tussen aanhalingstekens omdat de natuur nu eenmaal hele vreemde codes heeft. Het is niet lineair, en dat weet ieder mens die zich diep met het demonologische profetische heeft beziggehouden. Dan zegt Jeremia dat God te sterk was en hem heeft overmocht. Jeremia kon geen kant meer op, en dat gebeurt als het ego verdrinkt en de vis in het net terecht komt, als een beschrijving van de opname. Jeremia verzette zich hiertegen, maar zonder resultaat (:9). Een ontwaking valt niet tegen te houden. Het is een natuurverschijnsel. In de egypto-judaistische context heeft rm altijd te maken gehad met de opname, en ook de geboorte, wat ook weer naar voren komt in het leven van Jeremia, en wat ook de basis is voor het profetisch woord, rhema, rm (grieks). Dan zien we hiervan een voortzetting in het latijns in roma, rm, de basis van de huidige samenleving. Kapers gingen dus aan de haal met het rm-mysterie, en maakten er iets anders van. Het is dus belangrijk terug te keren tot de wortels hiervan, die nog steeds gecodeerd zijn in de westerse samenleving. De krokodil staat voor de diepte-exegese, de neerwaartse stroom, die op het absolute dieptepunt in contact komt met de opwaartse stroom, en dan vindt er automatisch, als een natuurverschijnsel, een opname plaats, of geboorte. In de oerhieroglyphen was dit een persoon met een hangende vis, wat later gewoon een hangende vis op zichzelf was, als het teken van de letter D, vandaar dat in de oercontext de D verbonden is aan de RM, opgewekt wordt door de RM, wat zich nog steeds uit in het westerse woord 'droom', 'dream', DRM, wat ook deze situatie beschrijft. De mens valt in slaap, en komt tot een ander bewustzijn. Het is dus van belang niet in roma te blijven steken, maar dit door te verdiepen, en te gaan naar de oorsprongen, het gaan tot de droomwereld. 2. Als kind was ik altijd bang voor de zee, maar ik had er ook een zekere fascinatie voor. Ik had vaak nachtmerries over grote haaien. Toen ik opgroeide en me meer en meer ontwikkelde tot een demonologisch shamaan zette die zee-angst zich voornamelijk om tot een angst voor de Noorse zee. Dat kwam omdat daar onverklaarbare verschijnselen waren, buitenaardse missies die waren vastgelopen, en bepaalde buitenaardsen die ik niet kon vrijzetten, dus die zaten daar gevangen. Maar op een nacht had ik een droom dat het ascension day was, de dag van de opname, en dat die gevangenissen waren gekraakt en waren geopend, en er waren evacuaties. Het zeegebied was prachtig nu. Ik was er in de golven, daar waar ik vroeger slopende nachtmerries over had altijd, en alles bubbelde, en het zeegebied was nu van mij, en ik had een ervaring van opname, gewoon in de
zee zelf. Ik hoefde nergens uit te vluchten, maar het begon gewoon te veranderen, en de zee was nu een zee van geestelijke vervoering. Niet lang daarna ging ik naar een dichtbijzijnde stad waar ik soms kom. Voor mij is het een natuurstad. Natuur en stad groeien door elkaar heen, met veel parkjes en tuinen die overal doorheen lopen, en appelbomen die over de muren heen groeien zo de stoep over. Het is een beetje een vergrijste stad, en iedereen doet aardig tegen elkaar, communiceert met elkaar. Ik was even ergens in een grote winkel en ineens was er een lied over de eenling, over een wonderlijke wereld van de lucht neer tot de zee, en zijn zoektocht naar de wonderlijke wereld. Het was alsof de lucht ineens openbrak en ik zag een heel groot strandgebied in de onderwereld, een stad aan de zee, ook zeer vergrijst. Het was een natuurstad en het liep gewoon heen door de stad waar ik was. Het was een soort utopia, volop zomer. Een oude vrouw keek naar mij, en ik kon zoveel erin zien, als een poort in de onderwereld die open was gegaan. Ik slenterde toen langs de huizen naar een ander deel. Een aardige, gevoelige man op een fiets met kinderen zwaaide naar me en zei : 'prettige dag.' Ik liep toen langs de gracht en keek over de rivier naar de huizen aan de rivierkant, en er groeiden daar prachtige struiken en planten. Ik was ook even een supermarkt binnengegaan. Even wat Duits bronwater gehaald en wat bananen. Voor mij stond een wat oudere vrouw met kinderen, wel met Kakiaietische invloeden. 'Zo, ga je cakejes bakken met de kinderen ?' vroeg de ook wat oudere vrouw achter de kassa aan de oma. 'Nou, niks mis mee toch ?' zei de oma, die direct in de verdediging sprong. Toen ik tussen de stadsdelen slenterde kwam ik ook ineens langs een winkel met allemaal religieuze beelden van bijvoorbeeld Jezus, en Jezus aan het kruis, wat allemaal heel katholiek aandeed. Het zijn altijd weer dingen die me inspireren, ook al hoor je maar halve woorden, halve zinnen van mensen die langslopen of waar je zelf langsloopt. Sommige dingen blijven je bij, en andere dingen vergeet je weer snel. Hoofdstuk 7. De kruizing ter Boeotia De stoicijnse Aretaieten hadden al het verschil tussen het smalle pad en het brede pad besproken in de filosofie. Areta, de geoefendheid, leidde de stoicijn op het pad van de ascese, terwijl Kakia de verleidster was tot het materialisme en het hedonisme, de gemakszuchtige genotszucht. Areta leidde de mens op het pad van de filosofie, de rede, terwijl Kakia de mens leidde op het pad van simpel geloof waar je niets voor hoefde te doen. De kippetjes zouden zo je mond binnenvliegen als je je mond zou openen. Daar zou Kakia, de duivelin in het stoicijnse wereldbeeld, wel voor zorgen. Het woord komt van het woord kako, het kwaad, uitwerpselen. Kakia kwam vaak als een hevig
opgemaakte vrouw, zeer ijdel, en ze probeerde Heracles te verleiden om haar te volgen op het brede pad. Zij noemde haarzelf Geluk. Gelukszoekers zullen dus ook zeker in haar klauwen terecht komen. In de oudere Griekse bijbel, in de grondtekst, wordt er gesproken van de hevige strijd tegen kako/ kakia. Het stoicijnse pad loopt dwars door de bijbel heen, en ook veel bijbel personages waren volgelingen van Areta, de geoefendheid. Kakia was diep doorgedrongen in het Israelitische volk. Jeremia predikte ertegen. Jeremia was apart gezet in toorn, op het pad van Areta, de geoefendheid. Hij moest niets hebben van de Kakia, de duivelin die in de stad was opgesteld om de mens te verleiden met vage en redeloze geneugten ter bevrediging van het vlees. Jeremia werd apart gezet in een diepe pijn, opdat hij beschermt zou zijn tegen de krachten van Kakia. Het volk had buiten de natuur en de rede om zelf afgoden gemaakt die helemaal niet voldeden aan de natuurprocessen en voorwaardes, en ze bogen voor deze zelfgemaakte goden neer. (Jeremia 1). Jeremia volgde Areta, de geoefendheid, maar het volk was ijdel in hun ongeoefendheid. Jeremia 2:2 Ik gedenk de genegenheid van uw jeugd, de liefde van uw bruidstijd, toen gij Mij gevolgd waart in de woestijn, in land waar niet wordt gezaaid. 2:6-7 Die ons door de wildernis leidde, door een land van woestijnen en ravijnen, door een land van droogte en diepe schaduw, door een land waar niemand doorheen trekten waar geen mensen wonen. Ik bracht u toch in een vruchtbaar land om de vrucht en het goede daarvan te eten; doch toen gij daar waart gekomen, hebt gij mijn land verontreinigd en mijn erfdeel tot een gruwel gemaakt. Nee, de strijd is niet tegen satan, want dat is een neutraal woord, en die was in het Judaïsme een engel die het volk moest testen. Het is het Hebreeuws voor tegenstander, en ook Areta moest zich soms opstellen als een tegenstander tegen het volk, omdat het volk Kakia volgde. Areta, oftewel de godin van geoefendheid, de godin van Jeremia, oftewel Jah-havah, de wording door Eva (Hebreeuws). Het ging niet zomaar om geloven, want dat zou projectie zijn. Het ging om de wording, door het aanleren van de oergewoontes van de natuur. Jeremia streed tegen Kakia, wat letterlijk de poepers betekent. Ze poepen alles maar uit, waar ook nog het Nederlandse woord 'kak' vandaan komt, een ander woord voor poep. Het is de 'weg ermee' generatie. Er is geen diepte, geen verwerking, geen proces, niets. Alles moet maar snel, snel. Eva, Havah in het Hebreeuws, was de natuurgodin die de mens terugleidde tot de vrucht van het kennen van goed en kwaad, wat in de septuagint, het Griekse OT, ook weer letterlijk het kennen van kakia is. De mens moet dus de vijand leren kennen, de demonologie. Jeremia stelde dat dit volk geen angst meer had, maar roekeloos was geworden. Het volk moest weer terugkeren tot de oerangst om hen te beteugelen, voorzichtiger te maken. In de stad heeft angst ook een heel negatieve betekenis. Ze drukken daar direct hun etiketten op. Ze zien de natuurwaarde ervan niet (2:19). Jeremia riep op tot zelfverantwoordelijkheid, en streed daarmee tegen Mozes die alles probeerde af te schuiven op een offerdier, waar ook later de Jezus-cultus uit voortkwam, wat deels een zwaar Kakiaitische cultus is, vooral in het westen. Jeremia stelde dat het volk door Mozes was bedrogen. Jeremia 7
21 Zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Voegt uw brandoffers bij uw slachtoffers en eet vlees; 22 want Ik heb tot uw vaderen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde, niet gesproken noch hun een gebod gegeven ter zake van brandoffer en slachtoffer, 23 maar dit gebod heb Ik hun gegeven: Hoort naar mijn stem, dan zal Ik u tot een God en zult gij Mij tot een volk zijn, en wandelt op de ganse weg die Ik u gebied, opdat het u welga. 24 Doch zij hoorden niet, noch neigden hun oor, maar zij wandelden naar de verstokte overleggingen van hun boos hart en keerden zich achterwaarts en niet voorwaarts, 25 van de dag af dat uw vaderen uit het land Egypte gingen tot op deze dag. Het volk verafgoodde Mozes, maar ook Mozes kon niets bij God gedaan krijgen wat betreft het volk, sprak Jeremia (15:1). Jeremia 3 14 Keert weder, afkerige kinderen, luidt het woord des Heren, want Ik ben heer over u; Ik zal u nemen, één uit een stad en twee uit een geslacht, en u brengen te Sion, 15 en Ik zal u herders naar mijn hart geven, die u zullen weiden met kennis en verstand. Het werk was dus na Mozes nog niet afgelopen. Ook Mozes had het volk bedrogen. Ook Mozes liep vast in de wildernis, en richtte een afgodendienst op. Daarom moest Jeremia komen. Jeremia was nog veel meer een eenling dan Mozes. Mozes liet zich nog veel te veel misleiden door kakia, door gemakszucht, en volhardde niet op het pad. Hij wilde alles te snel, en te veel. Hij stopte ergens in het minderen, zette zijn eigen grens, en kon zo ook niet het beloofde land binnen gaan. Halverwege gaf hij op en ging tot de tabernakel van kakia. Hij liep God vooruit. 3:16 Als gij u dan vermeerdert en vruchtbaar wordt in het land in die dagen, luidt het woord des Heren, dan zal men niet meer spreken over de ark van het verbond des Heren; zij zal niemand in de zin komen, men zal aan haar niet meer denken en haar niet zoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. Dit is een heel belangrijke tekst, want het liet zien dat Jeremia tegen de ark predikte. De ark was een afgod. Mozes had al die dingen in Egypte geleerd, maar zijn probleem was dat hij het tegen de natuurwetten in ging verletterlijken. Hij hanteerde niet de hogere wetten van de Egyptologische filosofie. Hij was ook nog niet diep genoeg ingewijd. Het was de stem van Kakia, de verleidster, die hem al deze dingen opdroeg, zoals Jeremia ook stelde. Ook in de pentateuch zelf werd al gesteld dat Mozes zichzelf had bedrogen en daardoor het beloofde land niet in kon gaan. Ergens in de wildernis ging het mis. Mozes sloeg een zijpad van Kakia in, nam de hand van de verleidster aan, die hevig was opgemaakt, en hem tot een valse, materialistische tabernakel leidde in religieuze gewaden. Valse religie kan heel erg materialistisch zijn, en alleen de demonoloog ontkomt aan haar. De mens moet kakia kennen, anders zal de mens niet tegen haar bestand zijn. Jeremia was in dat opzicht dus al verder dan Mozes en kon er doorheen prikken. 3:21, 23 Hoor, op de kale heuvels klinkt wenend smeken van de kinderen Israëls, omdat zij hun weg verkeerd gekozen hebben, de Here, hun God, hebben vergeten. Voorzeker, bedrog brachten de heuvelen, het gedruis op de bergen.
De mens zal dus terug moeten keren tot het moment waarop het verkeerd ging in de wildernis, om dan alsnog het pad van Areta dieper in de wildernis in te gaan. De mens komt dan op dezelfde kruizing als waar Heracles kwam in Boeotia, waar hij moest kiezen tussen Areta en Kakia. Hoofdstuk 8. Twee Jezussen – het verschil tussen de jeremiaitische jezus en de hananjaitische jezus – de seizoenenleer van jeremia Mozes nam een gevaarlijke afslag. Hij kon niet meer wachten. Dit kwam eigenlijk niet meer goed, totdat Jeremia kwam, die dingen recht begon te zetten en tegen de ark begon te prediken, en tegen de offerdienst. Hij noemde het een groot bedrog. Jeremia moest de reformatie in het Judaïsme brengen. Het roekeloze geweld had zich torenhoog opgehoopt. Er is dus ergens een hiaat die al bij Mozes begon en helemaal doorloopt via David tot het tijdperk van Jeremia. Bij Jeremia gaat de wildernis dus verder en dieper. Er is dus een groot onderscheid tussen zomaar Mosaisch Judaïsme en Jeremiaitisch Judaïsme wat daar tegenin ging. Jeremia predikte tegen de tempel cultus en ook tegen de profetische cultussen die helemaal ontspoord waren, en riep de mens op terug te keren tot het pad van de wildernis, dieper de natuur in, het pad van de eenling. Jeremia was een afgezonderde in toorn en depressie die de raadselen van God probeerde te begrijpen, want daar was hij door gevangen genomen en overweldigd, en hij worstelde ermee. Dit was dus tegengesteld aan de marktprofeten die de gunst zochten van het volk en de tempelorde. Het kenmerk van die profeten was dat ze alles goed praatten, alles is vrede, en ze profeteerden van grote voorspoed. Het waren populaire profeten die mensen naar de mond spraken, en die grote podium's hadden en grote massa's volgelingen. Ze konden makkelijk omgekocht worden, en ze hadden ook geen demonologie. Daarom sprak Jeremia dat de tempel verwoest moest worden, en een volk uit het Noorden zou hen in ballingschap nemen. Jeremia liep daar niet rond met een stropdasje, en hield zich niet bezig met kerkgroei statistieken. Waar Mozes ontspoort moet de mens dus overschakelen tot Jeremia. Nog steeds leeft de mens ergens tussen Mozes en Jeremia in, op de verkeerde afslag. De mens is kakia achterna gegaan. De mens had teveel genomen, was over de dagelijkse limiet gegaan. Daarom moest Babylon wel komen. De mens wilde niet dat God hem wederstond en tegenhield. De mens wilde niet minderen. Daarom maakte de mens satan tot vijand, degene die limieten stelt, de tegenstander, want de mens wilde in niets tegengehouden worden. De mens nam daarentegen het aas van kakia aan.
Het volk was teruggekeerd tot de ongerechtigheden van de Mosaische voorouders, tot de offerdienst, en wilden de stem van God niet horen. Ze liepen uiterlijkheden achterna in plaats van innerlijkheden. Het kwam tot een punt dat Jeremia niet meer voor hen mocht bidden (Jeremia 11). Jeremia was hen natuurlijk een doorn in het oog, en ze waren plannen aan het smeden tegen Jeremia, waar Jeremia niets van afwist, als een lam wat ter slachting werd geleid. Jeremia mocht niet profeteren, anders zou hij sterven door de hand van de mannen van Anatot. Maar de Heere had ook een plan tegen hen gesmeed. Jeremia was totaal afgezonderd. In hoofdstuk 16 zien we dat hij hier niet mocht trouwen. In hoofdstuk 15 werd al gezegd : 17 Ik heb niet gezeten in een kring van lachers, om uitgelaten te zijn; door uw hand was ik eenzaam neergezeten, want Gij hadt mij met gramschap vervuld. 18 Waarom is mijn pijn altoosdurend en mijn wond ongeneeslijk, en wil zij zich niet laten helen? Gij zijt mij waarlijk als een uitdrogende beek, water waarop geen staat valt te maken. In hoofdstuk 16 mocht hij ook geen huis van feest of rouw binnengaan. Er zou met dit gebied afgerekend worden. Hij mocht hier niet trouwen en ook geen kinderen krijgen, want ze zouden allemaal sterven aan een dodelijke ziekte die zou komen, en niemand zou hen begraven of over hen rouwen. Ze zouden als mest op de aardbodem zijn. Jeremia mocht geen medelijden tonen, en ze ook niet troosten. Het oordeel moest komen, want alles was al te ver gegaan. De mens moest zwaar gestrafd worden. Jeremia moest zich afzijdig houden. Hij mocht de hand van Kakia niet aanpakken. 16:8-9 Gij moogt ook geen huis van feestgelag binnentreden om bij hen te zitten en te eten en te drinken; want zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Zie, Ik doe in deze plaats voor uw ogen en in uw dagen verstommen de stem der vreugde en de stem der vrolijkheid, de stem van de bruidegom en de stem der bruid. Er werd een complot tegen Jeremia gesmeed. Jeremia predikte de boodschap van de twee wegen al, de weg ten leven en de weg ten dood. 21:8-9 Ik leg jullie de weg naar het leven en de weg naar de dood voor. Degenen die in deze stad blijven, zullen omkomen door het zwaard, door de hongersnood of door de epidemie. Maar wie eruit gaan en zich overgeven aan de Chaldeeën (Zuid-Babylon) die jullie belegeren, zullen in leven blijven en zullen hun leven als buit krijgen. Met de invasies van Babylon liep Jeremia rond met een juk op zijn nek, en riep het volk op om het juk te aanvaarden. Hij stelde dat Nebukadnezar een dienstknecht van God gezonden was. Het volk had deze tucht nodig, omdat het volk was afgedwaald : Jeremia 27 6 Nu heb Ik al deze landen in de macht van Nebukadnessar, de koning van Babel, mijn dienaar, gegeven; ja, zelfs het gedierte des velds heb Ik hem gegeven om hem dienstbaar te zijn; 7 en alle
volken zullen hem, zijn zoon en zijns zoons zoon dienstbaar zijn, tot de tijd ook voor zijn land komt, en ook dat door machtige volkeren en grote koningen dienstbaar gemaakt zal worden. 8 Het volk en het koninkrijk nu, dat hem, Nebukadnessar, de koning van Babel, niet zal willen dienstbaar zijn en zijn hals niet zal willen voegen onder het juk van de koning van Babel, over dat volk zal Ik bezoeking doen met het zwaard, de honger en de pest, luidt het woord des Heren, tot Ik hen volkomen in zijn macht zal hebben gebracht. 9 Gij dan, geeft geen gehoor aan uw profeten, uw waarzeggers, uw dromers, uw toekomstvoorspellers en uw tovenaars, die tot u zeggen: Gij zult de koning van Babel niet dienstbaar blijven; 10 want leugen profeteren zij u – om u ver van uw bodem te verwijderen, zodat Ik u verdrijf en gij teniet gaat. 11 Maar het volk dat zijn hals zal voegen onder het juk van de koning van Babel en hem dienstbaar zal blijven, dat zal Ik op zijn bodem laten, luidt het woord des Heren, om die te bewerken en daarop te wonen. 12 En tot Sedekia, de koning van Juda, heb ik op geheel dezelfde wijze gesproken, aldus: Voegt uw halzen onder het juk van de koning van Babel; blijft hem en zijn volk dienstbaar en behoudt het leven. 13 Waarom zoudt gij sterven, gij en uw volk, door het zwaard, de honger en de pest, gelijk de Here gezegd heeft van het volk dat de koning van Babel niet zal willen dienen? 14 Geeft dus geen gehoor aan de woorden der profeten die tot u zeggen: Gij zult de koning van Babel niet dienstbaar blijven, – want leugen profeteren zij u; – 15 want Ik heb hen niet gezonden, luidt het woord des Heren, en toch profeteren zij in mijn naam ten onrechte, opdat Ik u verdrijve en gij teniet gaat, gij en de profeten die u profeteren. 16 Ook tot de priesters en dit gehele volk heb ik gesproken: Zo zegt de Here: Geeft geen gehoor aan de woorden der profeten die u profeteren: Zie, het vaatwerk van het huis des Heren zal uit Babel teruggebracht worden, nu, met spoed! Want leugen profeteren zij u. 17 Geeft hun geen gehoor, blijft de koning van Babel dienstbaar, dan zult gij het leven behouden. Waarom zou deze stad een puinhoop worden? Nebukadnezar betekent Nabu de beschermer van de grenzen, want het volk was over de grenzen heen gegaan. Nabu is de god(in) van de natuur, de wijsheid en het woord. Jeremia werd toen als een samenzweerder met de vijand beschouwd. Er waren andere profeten die vonden dat Jeremia veel te ver ging, zoals de profeet Hananja. Hij verbrak het juk van Jeremia. Ook profeteerde Hananja dat snel het juk van alle volkeren verbroken zou worden. Maar Jeremia sprak dat het houten juk wat Hananja verbroken had maar dat het ijzeren juk zou komen opdat het volk Nebukadnezar zou dienen (Jeremia 28). Hananja had dus gelogen in een poging aan de tucht te ontkomen, en zou daardoor sterven. Zoals Jeremia het volk opriep om het juk te dragen in het Oude Testament, zo predikte Jezus in het Nieuwe Testament dat het volk het kruis moest dragen. Jeremia was de man van het juk, en Jezus was de man van het kruis. Door zijn boodschap kwam Jeremia in de gevangenis terecht en werd in een put geworpen, maar uiteindelijk bij de verdere invasies van Nebukadnezar in Jeruzalem werd hij bevrijd. Telkens weer riep Jeremia de mens op om de stad uit te gaan, om zich te onderwerpen aan de Chaldeeen, nomadische wildernis-stammen van Zuid-Babylon, als een beeld dat de mens terug moest gaan tot de natuur. De mens was te kortzichtig geworden en was helemaal opgesloten in zijn eigengemaakte religie waardoor de mens de hogere filosofie van de natuur niet meer zag. De mens was stads geworden. De mens had het juk afgeworpen. Dat begon al bij Mozes. Daarom was Jeremia gekomen. Het pad in de wildernis ging hier verder. De mens moest dieper, en dat kon alleen door de ballingschap.
38:2 Wie in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard, de honger of de pest, maar wie eruit gaat naar de Chaldeeën, zal leven en zijn ziel als buit hebben en in leven blijven. De koning van Babylon was gekomen, zoals Jeremia had voorzegd. De mens moest de stad uit, want de stad was corrupt. Jeruzalem zou daarom verwoest worden. Jeremia 21 5 Ik zal tegen u strijd voeren met uitgestrekte hand en sterke arm, in toorn, gramschap en grote verbolgenheid, 6 en Ik zal de inwoners van deze stad slaan, zowel mens als dier: aan een hevige pest zullen zij sterven. 7 En daarna, luidt het woord des Heren, zal Ik Sedekia, de koning van Juda, zijn dienaren en het volk, ja, wie in deze stad van de pest, het zwaard en de honger zullen zijn overgebleven, overgeven in de macht van Nebukadressar, de koning van Babel, ja, in de macht van hun vijanden en van wie hen naar het leven staan; die zal hen slaan met de scherpte des zwaards zonder hen te sparen, zonder mededogen of erbarmen. 8 En tot dit volk zult gij zeggen: Zo zegt de Here: Zie, Ik stel u de weg des levens en de weg des doods voor: 9 wie in deze stad blijft, zal door het zwaard, de honger of de pest sterven, maar wie er uitgaat en naar de Chaldeeën die u belegeren, overloopt, zal leven en zijn leven zal hem ten buit zijn, 10 want Ik heb mijn aangezicht tegen deze stad gekeerd ten kwade en niet ten goede, luidt het woord des Heren; in de macht van de koning van Babel zal zij worden overgegeven, die haar met vuur zal verbranden. In het boek Openbaring komen de woorden van Jeremia terug : Openbaring 6 7 En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom. 8 En ik zag, en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde. Zeventig jaren zou het volk Babylon dienen stelde Jeremia (25:11), wat een grote tegenstelling was tot de twee jaar van Hananja, die zich er met een leien dakje af probeerde te maken. Ook Mozes probeerde zich er met een leien dakje vanaf te maken en leidde het volk tot zware afgoderij in de woestijn, tot de offerdienst, en ook Jezus leidde het volk tot zware afgoderij. Nu is het wel zo dat er een offerdienst is van de demonologie, maar dat is de strijd in de hemelse gewesten, en dat is symbolisch. Jeremia kwam tegen de valse offerdienst om de ware offerdienst te herstellen, namelijk die van de filosofie. De mens moest zichzelf offeren. De mens was zelf verantwoordelijk. De mens moest niet altijd op zoek gaan naar een zondebok. Daarom moest Babylon wel komen. Nebukadnezar was in de Jeremiaitisch Judaïstische context de ruiter op het vale paard. 'Gaat uit van haar, van Babylon,' roept de evangelische prediker, en ja, dat is een Jeremiaitische boodschap : Jeremia 51 6 Vlucht uit Babel, laat ieder zijn leven redden; komt niet om in zijn ongerechtigheid, want dit is de tijd der wrake voor de Here, het verdiende loon betaalt Hij hem.
7 Babel was in de hand des Heren een gouden beker die de gehele aarde dronken maakte; van zijn wijn dronken de volken, daardoor werden zij verdwaasd. 8 Plotseling is Babel gevallen en gebroken, jammert om hem. Haalt balsem voor zijn pijn, misschien is het te genezen. 9 Wij hebben Babel trachten te genezen, maar het is niet te genezen; verlaat het en laten wij gaan, een ieder naar zijn land; want tot de hemel reikt zijn oordeel en het verheft zich tot de wolken. 10 De Here heeft ons recht aan het licht gebracht; komt en laten wij in Sion het werk van de Here, onze God, verhalen. 11 Scherpt de pijlen, vat de schilden. De Here heeft de geest der koningen van Medië opgewekt, want tegen Babel is zijn plan om het te verdelgen; want dit is de wraak des Heren. Die boodschap komt ook terug in het boek Openbaring waaruit de oproep Babylon te verlaten vaak voortkomt, maar ze vergeten vaak dat het in de Jeremiaitische context is. Ze vergeten vaak dat Jeremia eerst het volk opriep om Jeruzalem, de stad, te verlaten, en om het juk te aanvaarden, om zich te onderwerpen aan de Chaldeeën, die ook wel de wijzen werden genoemd. De mens moest terug tot de wildernis om te leren van de nomadische stammen. Jeremia bracht dus een dualistische boodschap, en dat het allereerst God was die de beker in zijn hand hield om het oordeel te brengen, als de vrouw op het beest, de godin van de gnosis. Vandaar dat Johannes in de grondtekst de vrouw op het beest, het geheimenis van Babylon, aanbad, vereerde, bewonderde, wat ook de juiste Jeremiaitische context is. Allereerst sloegen de oordeelsprofetieën op Jeruzalem, die van het pad van de wildernis, het pad van Areta, was afgeweken. Het oorspronkelijke voortijdse oer-afrikaanse Babylon werd ook Areta genoemd. Dit was het wildernis Babylon. Er gaat dus iets verschrikkelijk mank in de boodschap van de evangelische meut. Ze strijden tegen Babylon zonder allereerst het juk te aanvaarden, zonder eerst van Babylon te leren, maar het oordeel begint in God's huis. Niet dat zij het huis God's zijn, maar het oordeel begint altijd bij het zelf, de eigen afgod. De doorsnee evangelische christen kent deze achtergrond niet. Het wordt hen niet geleerd. Ze gaan er vanuit dat de eigen god goed is, en dat de andere goden allemaal afgoden zijn, en slecht. Dan wordt even het woordje occult opgegooid, waarvan ze ook de betekenis niet eens weten, want dit is gewoon een neutraal Latijns woord voor verborgen. In de Latijnse bijbel was Jezus ook in het occulte. Hun afgod is Jezus, en zij moeten terug tot Jeremia, niet om een nieuwe afgod te maken, maar om van de Jeremiaitische boodschap te leren. Zij moeten loskomen van de kakia afgod in de stad, om zo terug te keren tot Areta, de geoefendheid. Dit kan alleen als zij het juk aanvaarden. Er is dus een groot verschil tussen de Jeremiaitische Jezus die met de zweep door de tempel heenging, en de woorden van Jeremia aanhaalde dat het een rovershol was, en de Hananjaitische Jezus die het volk voortijdig wilde verlossen van de tucht, door zichzelf tot de zondebok te maken, opdat het volk zijn bloed zou drinken, wat een kenmerk is van een kapitalistische afgod. Dit is dus tegelijkertijd het verschil tussen de Aretaitische Jezus van de ascese en de Kakiaitische Jezus van het materialistische hedonisme, oftewel het voorspoeds-evangelie. Jeremia stelde dat de mens niet moest vluchten van het juk. Daar was het het seizoen niet voor. De mens had het juk nodig. Jeremia waarschuwde dat het overblijfsel van het volk niet moest vluchten tot Egypte. Maar ze deden dit toch, en namen Jeremia mee tegen zijn wil (Jeremia 43). Jeremia was dus ook in ballingschap van zijn eigen volk. Maar ook Egypte werd door Babylon ingenomen. Er kon niet van het Babylonische wereldrijk gevlucht worden, totdat de Meden en de Perzen kwamen.
Veel mensen denken dat Jeremia en Jezus bij elkaar horen en bij elkaar passen, en dat het allemaal ouwe jongens krentenbrood zou wezen, wat typisch evangelisch gedachtengoed is. Ze vergeten dat Jeremia niets van religie en tempeldienst wilde weten. Hij vloog zelfs Mozes naar de keel, dus waarom niet Jezus ? Jeremia moest niets van de pentateuch weten, en de bijbel zou hij al helemaal de keel omgedraaid hebben. Hij noemde de Israelitische schrijvers grote leugenaars die verhaaltjes maakten. Hij noemde het allemaal ijdelheid. Hij vocht tegen de religieuze systemen en organisaties in Israel. Hij zou geen spaan van Jezus hebben heelgelaten. Israel heeft altijd het Nieuwe Testament en Jezus verworpen, dus waarom zou Jeremia dat niet doen ? Bij Jeremia moesten ze met dat soort rommel echt niet aankomen. Hij zou met Jezus net zo hebben afgerekend als dat hij met Hananja had gedaan. Wel is het dus zo dat de teksten over Jezus veel uit het boek van Jeremia zijn gehaald. Vandaar dat we onderscheid maken tussen de Jeremiaitische Jezus en de Hananjaitische Jezus. Hoofdstuk 9. De Koran als Aretaitisch filosofisch boek in strijd met kakia Door zware Hananjaitische stromingen binnen het Judaïsme onstond op de pieken ervan uiteindelijk de christelijke cultus, wat afdeed aan de boodschap van Jeremia om het juk te aanvaarden. Het katholicisme kwam toen uiteindelijk en de islam, die beiden weer predikten dat er loon naar werken zou zijn en dat de mens zelf verantwoordelijk was, zoals ook Jeremia dit predikte. Al in de grondteksten werd duidelijk dat Jeremia het hier had over de amazones van Orion, en niet zomaar over Babylon. Daarom was zijn boodschap over Babylon ook heel dubbel, omdat er een buitenaardse realiteit achter lag van de oerwildernis, zoals ook het voortijdse afrikaanse Babylon Areta werd genoemd. De mens moest terugkeren tot het Areta-principe van de geoefendheid. Het katholicisme bracht de moeder voort en daaruit voort kwam de islam, als Ismael met zijn moeder Areta. Nog voordat Mozes kwam werd Ismael afgesneden, en ging de wildernis in. In de Bilha werd de exodus beschreven als de uittocht van het volk Ismael. De Koran is dus een heel Aretaitisch boek. Het is belangrijk de Orionse realiteit achter de koran te zien, dat het een boek van Areta is. Er staan belangrijke filosofische wildernis principes in. In de Islamitische filosofie of Ismaelitische filosofie is juist het vasten, de ramadan, de weg tot de vrouw, terwijl in de stad dit het tegenovergestelde is, want daar wordt geleerd dat hoe rijker en machtiger je bent hoe makkelijker je een vrouw kunt schaken. De ramadan is het pad van de wildernis, en de Koran spreekt in boek 2:187 :
Het is u geoorloofd om op de nacht van het vasten tot uw vrouwen in te gaan. Er wordt verder gesteld dat het vasten volgehouden moet worden tot het vallen van de nacht, en dat de mens zich niet moet verleiden om al in de tempel (moskee) tot haar in te gaan. De mens moet dus de tempel verlaten en tot de woeste wildernis gaan totdat de mens de duisternis bereikt, het pad van de eenling, en daar zal het wonder tussen man en vrouw plaatsvinden op het hoogtepunt van het vasten. Kakia roept dan natuurlijk : 'Kom terug ! Ik wil een man in de tempel hebben, opdat ik tempel hoererij kan plegen ! Ik wil een rijke man, machtig, beroemd ! Stop met minderen !' Maar de Koran spreekt : 'Ga niet tot een vrouw in in de tempel.' Jeremia sprak dat de tempel verwoest zou worden en dat de mens de stad moest verlaten, om tot de wildernis te gaan. Wat is dan het wonder tussen man en vrouw ? Dat is waarin de mens op het hoogtepunt van het vasten zichzelf offert. De zelfoffering kan alleen plaatsvinden op dat hoogtepunt. De Koran stelt ook dat in de ramadan de Koran werd gezonden als een richtsnoer, voor leiding en onderscheiding. (2:185) De ramadan heeft alles te maken met de zakaat, de armenbelasting, waarin je dus vermindert om het te geven aan de armen, opdat er een eerlijke verdeling is. Door de zakaat kan dus niemand teveel nemen. Het is één van de vijf zuilen van de islam. De ramadan is ook een zuil ervan. Hoe komt de mens dan tot de nacht ? Dat gaat in het islam door het tussengebed, het gebed van de namiddag, van de afnemende dag, oftewel het minderen. Dit is het Aser gebed, wat natuurlijk ook verbonden is aan het hele Israelitische en Egyptische Aser mysterie (Osiris), en het Suri(name) mysterie (sr). Boek 103 van de Koran heet ook de Aser, en gaat over het verlies van de mens, maar dat het winst is als de mens het goede doet en geduld leert. De tweede zuil van de islam is de gebeden, de vijf gebeden elke dag die een symbolische betekenis hebben. Als eerste is er de Fajr, het morgengebed, oftewel de openbaring in de nacht, de naaktheid waarin de mens wordt overtuigd van zonde, schuld en oordeel, waarin de mens wordt overtuigd van de noodzaak van het minderen. De Fajr is boek 89 in de Koran. Het gaat over de waakzaamheid, de voorzichtigheid en het onderwerpen aan de roede van de kastijding, oftewel aan het juk. Het spoort de mens aan de armen te voeden, wat alleen kan door zelf te minderen. Allereerst moet de mens hiervoor de hel zien en van de vermaning leren. Het roept de mens op tot boetvaardigheid. Dit is een goede manier om de dag mee te beginnen. Allereerst moet er kennis komen, en kennis over het kwaad in de demonologie. Het is iets om te herinneren om zo het pad te begaan, waarvan een dunne leren teenring een teken is. Dat is het verbond tussen de mens en Areta. Het is op het hoogtepunt van de nacht, de morgen, waarop de mens tot de verbrokenheid komt.
Hoofdstuk 10. De diepere betekenis van de bedevaart naar Mekkah De Koran stelt in 2:45 dat er hulp gezocht kan worden door geduld en gebed, maar dat dit te zwaar is voor de hoogmoedigen. Hun hoogmoed weerhoudt hen ervan te buigen en stil te blijven. Bidden is geen eenrichtingsverkeer, maar is communicatie met de natuur in de stilte, als raad en overleg. In 2:43 stelt de Koran dat dit soort van gebed onderhouden moet worden, samen met het betalen van de zakaat, de armenbelasting, want anders heeft het geen functie en wordt het gebed corrupt. Je kunt namelijk alleen in raad en overleg met de natuur zijn als je mindert, want dat is waar de zakaat voor staat : minderen opdat een ieder evenveel heeft. Dit is ook een zuil van de islam. Mohammed was soms in vreze en beven toen hij deze verzen doorkreeg in zijn grot in de wildernis, toen hij zijn soera's opstelde. Dit was dus duidelijk iets buitenaards, en we kunnen het niet zomaar allemaal even weggooien. Al in de bijbel werd er gesteld : werk zolang het dag is, want als het nacht is dan kan niemand werken. Ook in de Koran wordt gesteld dat de mens de dag dat de ene ziel de andere ziel niet meer kan helpen moet vrezen, dat er geen voorspraak zal worden aanvaard en geen losprijs zal worden aangenomen. Er zal een dag zijn dat het af is, en dan kun je alleen nog leven met het verleden, dat wat in de tweede bijbel het mysterie van de groene streep wordt genoemd. Laten we daarom niet te licht denken over onze taak. Het is nu de tijd om ons met de natuur te verzoenen, want er zal een dag zijn waarop dit niet meer kan. Dan zijn de bronnen namelijk uitgeput. Een mens moet zijn leven niet verspillen en dan denken dat hij aan het einde van zijn leven wel even makkelijk kan terugkeren en zeggen : 't Spijt me, ik wil me bekeren, want dat is typisch christelijk gedachtengoed, van alles is genade, rotzooi nu maar aan, zodat je op je laatste dag toch nog terug kunt keren. Zelfs de bijbel waarschuwt dus tegen dit christelijke genade gedachtengoed. Het sust de mens in slaap. Er zijn nu eenmaal natuurwetten die niet verbroken kunnen worden, en een heleboel mensen zullen aan de poorten van de natuur komen die dagen en zullen niet herkend en aanvaard worden door de natuur, omdat ze de natuur zo lang hebben verloochend. Ze hebben het zichzelf aangedaan. De natuur is geen luilekkerland toverstokje. Hoe zwaar zal het zijn voor sommigen die hun hele leven de natuur aan hun laars hebben gelapt en dan te horen krijgen : 'Gaat weg van Mij. Ik ken u niet.' Dan zullen ze met honderdduizenden excuses komen, van : 'maar heb ik niet dit gedaan, en dat gedaan ?' En ze zullen bijbelteksten opprevelen, maar het zal hen niet baten. Laten we daarom ernst nemen met deze zaken nu het nog kan. Als de natuur het vertrouwen in iemand verliest, dan is het einde zoek. Dat kan na lange tijd van verharding zo ineens gebeuren, dat er dan wat breekt in de hemelse gewesten. Dat er geen eeuwigdurende hel is wil niet zeggen dat de mens zomaar zonder consequenties lange tijd kan aanrotzooien met de natuur. Telkens weer stelt de Koran : onderhoud het gebed en betaal de zakaat, de armenbelasting. Dit zijn twee zuilen van de islam die bij elkaar horen, die niet los van elkaar kunnen staan. Als je bidt
zonder te minderen, dan reikt je gebed niet tot de hemel, niet tot de natuur. Het ware gebed is dus het minderen. Daarom kan het gebed ook niet zonder de stilte. Zij die telkens maar hun mond roekeloos openen naar de natuur verstoren de natuur. Het ware gebed komt dus voort uit de natuur zelf. Iedereen bidt voortdurend in het gedachtenleven. Gedachten communiceren met elkaar, vragen van elkaar, overleggen met elkaar, en ook als mensen met elkaar communiceren is dat gebed, maar grotendeels is dit dus vals. Daarom moet de mens leren wat het ware gebed is. We hebben het dan over het natuur gebed. De Koran stelt dat in het gebed het er om gaat jezelf te vernederen en jezelf ter aarde te werpen. Dat is iets symbolisch, maar vele moslims nemen dit letterlijk. Het gebed heeft dus alles met nederigheid te maken, contact maken met de aarde, met de onderwereld, de duisternis, en het licht loslaten. Het betekent jezelf te onderwerpen aan het diepere, leeg te worden van jezelf. De mens die te hoog staat wordt door de bliksem getroffen. De mens wordt getest door allerlei voorzieningen en weldaden die ervoor moeten zorgen dat de mens niet buigt. Hierin ligt de test. Wat doet de mens in deze moderne wereld om hem heen, met zoveel luxe en moderne technologie ? Het is een beproeving. Er is geen betere test dan de luilekkerland test. (2:126) Abraham en Ismael richtten een gebedsoord op waarin het overblijfsel verzameld zou worden, die het ware gebed zouden beoefenen. Alleen zij die op het pad van het geduld zouden zijn zouden hier kunnen komen. En dit was een pad van grote beproeving. De Koran stelt dat de lagere wereld schoonschijnend is gemaakt voor de goddelozen, maar dat er een dag van de opstanding is waarin de godvrezenden boven hen verheven zijn. Dit spreekt dus ook over een soort opname. (2:212) Minder niet om gezien te worden, maar minder in het verborgene (2:271). Dat is het pad van de eenling. Het is een schande het pad van de natuur niet te herkennen in de islam, zoals het ook een schande is het pad van de natuur niet te herkennen in het christendom. Het zijn slechts woorden. Het is een bepaalde taal. Het hart spreekt vele talen, maar het ego spreekt slechts één taal : zijn eigen. In de islamitische traditie zond Abraham Ismael en zijn moeder (Hagar, Areta) de wildernis in waar ze zich vestigden in Bakkah, wat later werd tot Mekka, en waar het gebedsoord door Abraham en Ismael werd gebouwd. Bakkah betekent het smalle pad, en de bedevaart tot Mekka werd één van de zuilen van de islam. Ook s-bek in de egyptologie wordt bakkah genoemd, en is in de tweede bijbel een ark voor de eindtijd (krokodillengod), en Bakkah wijst ook op Rebekkah, de vrouw van Izaak. Rebekkah is ook een eigennaam voor de tweede bijbel. Bekkah wordt genoemd in de Koran in 3:96-97. Het is de plaats van Abraham. Ook heeft s'bk te maken met Jeremia (rm), en is re-bekkah in die hoedanigheid ook de kruizing tussen re en sbk in de onderwereld. De koran is dus in een bepaalde symbolische en etymologische taal geschreven, waarin ook de oudere mysteries worden voortgezet. De mens moet deze taal leren om zo de arabische cultuur beter te begrijpen.
Dit vindt plaats op de wildernis planeet Rebekkah, wat ook een verloren Orion kern is. De terugkeer naar deze planeet is wat de bedevaart naar Mekka ten diepste betekent. De islamitische uitverkiezing is zeker niet vaag zoals de calvinistische uitverkiezing. De geduldigen die de armenbelasting betalen zijn de uitverkorenen, zij die minderen. Ook Zefanja streed tegen het uitbuiten van de armen. Hij stelde dat al het kramersvolk ten onder zou gaan, en dat de geldwegers uitgeroeid zouden worden (1:11). Er zou ook bezoeking komen over de mannen die maar bleven meerderen in plaats van minderen en daardoor dik zijn geworden op hun droesem. (1:12) Daarom riep Sefanja op tot nederigheid. Hij riep de mens op om de tuchtiging te aanvaarden. Hij stelde dat de vorsten van het volk waren als brullende leeuwen, en de rechters van het volk waren als avondwolven. Hij stelde dat de profeten van het volk lichtvaardige woordenkramers waren. Maar God was bezig een overblijfsel te bereiden, een ellendig en gering volk. Het zou geen onrecht plegen en geen leugen spreken. Het zijn hen die kreupel geslagen waren zoals Jakob, oftewel hen met een immer gevoelige verbrokenheid. Dat is dan de Sefanjitische uitverkiezing. Kakia wil dat allemaal niet. Zij wil mannen met grote, snelle auto's en stropdasjes, mannen die rijk zijn en die aanzien hebben. Sefanja predikt daarom het oordeel over de gehele wereld. Het vreemde houdt de eenling op het pad van de eenling. De massa's verachten het vreemde en willen alleen het bekende. Daarom is het vreemde een belangrijk fundament, wat al door Jeremia werd gepredikt, de komst van de zuwr, of in het Arabisch het zuhr gebed, het gebed van de middag. In wezen is dit het zaad, wat alleen komt door het minderen, het aser gebed van de late middag, en het geduld, het maghreb gebed van de avond, de duisternis. Dit is een heilige driehoek in de islam. Het is verbonden aan het betalen van de zakaat en aan de ramadan. Dit is het ware terugkeren tot bakkah, oftewel de bedevaart tot mekka, als het terugkeren tot rebekkah. De aarde is een kettingroker door de auto-industrie. Er hadden allang limieten gesteld moeten worden, maar tegenwoordig heeft bijna iedereen in het steenrijke westen een auto. Die wordt vaak volop gebruikt voor allerlei wissewasjes, en zo helpt bijna iedereen mee aan het om zeep brengen van de aarde. Hierdoor vindt er ook weer extra veel ontbossing plaats. De mens is de vijand van de natuur. De mens vindt het allemaal heel vanzelfsprekend. 'Iedereen doet het,' is het excuus van de mens, maar dit excuus is voor de natuur niet geldig. De mens is helemaal geen eenling. In grote, dure auto's volgen zij Kakia, stropdasje erbij, en de natuurmoordende nagels van de vrouwtjes die als kanarietjes in hun kooitjes zitten netjes afgedekt met een chemisch goedje waardoor ze altijd een alibi hebben. Oma-knotje erbij. 'Ik heb niks gedaan. Ik ben het omaatje.' Nee, verantwoordelijkheid nemen willen de volgelingen van Kakia niet. Zelfs de mannen hebben tegenwoordig al vaak omaknotjes. Het is een teken van de tijd. De mens snakt ernaar met pensioen te gaan. Zo kan Liesje's haar niet door de war gaan. God mag verhoeden dat dat ooit gebeurd. Hoe ontkom je hieraan ? Minderen, minderen en nog eens minderen. De mens is vindingrijk genoeg. Rebekkah (bakkah, mekkah) is het beeld van de vreemde vrouw. De mens denkt telkens maar in dezelfde cirkeltjes en is helemaal platgeconditioneerd door de oude vertrouwde stad. De mens heeft het vreemde nodig, zoals Jeremia stelt. Maar de mens grijpt liever naar de sigaretten van Kakia. De mens wordt liever christe-lijk, want het christendom is ook nog eens een code voor de
auto-industrie. De mens heeft een zout-overschot, dus dan moet er snel naar de drank, de juices, Jezus, gegrepen worden, en daar heb je natuurlijk snelle auto's voor nodig. Het is een truuk. De auto-industrie weet precies hoe ze auto's moeten verkopen. Het plan is veel duisterder dan de doorsnee mens denkt. Het is een complot tegen de mensheid. Hoe ontkom je eraan ? Terugkeren naar Rebekkah, de vreemde vrouw, als een beeld van het offeren van het bekende ego, van het 'ons kent ons' ego wat de massa's terroriseerd en aan de autoverslaving houdt, wat ook een rookverslaving is, want de mens vernietigd zijn longen door die troep. Leef daarom zo dicht mogelijk bij de natuur. Terugkeren naar Bakkah dus, naar Mekkah, één van de vijf zuilen van de islam. Jeremiah stelde dat de mens moest terugkeren tot de vreemde vrouw, de vreemde godin, in de grondtekst, de zuwr, oftewel het zuhr gebed in de islam, het middag gebed, het komen tot het vreemde, dwars tegen de massa's in. Salomo had als een beeld hiervan ook vele vreemde vrouwen, en je kan het boek Spreuken ook dualistisch lezen, niet alleen vanuit de dualistische grondtekst, maar ook op Jeremiaitische basis. In dat opzicht moet je dan de echtvrienden van je jeugd verlaten die symbool staan voor dat wat in de stad was aangeleerd. De jeugdliefde kan heel romantisch klinken, maar is in dit opzicht de keten van de stad. Salomo moest tot de vreemde vrouw komen, oftewel de filosofische principes van de natuur die door de stad werden achtergehouden. Hij moest de bibiotheek in op zoek naar oude, verloren, vergeten boeken. Daarin zou hij de vreemde vrouw vinden waar hij zijn stadse kennis kon verliezen. Bij de vreemde vrouw, de zuwr, zink je door het huis heen tot de onderwereld. Nooit meer zul je wederkeren. Je moet opgenomen worden door het vreemde, want het bekende is allemaal vals. Spreuken beschrijft haar als dualistisch. Zij heeft strikken gelegd, wat ook de Hebreeuwse betekenis is van Rebekkah. De mens moet door vreemde banden gevangen worden. Zoals het nu is leeft de mens in grote zelfmisleiding. God zal de mens te slim af zijn. De natuurkennis is listiger dan de stadse kennis. De vreemde vrouw is op jacht en heeft haar strikken gelegd, om de mens terug te lokken tot de wildernis. Jeremia zei dat het zou komen. Hele volksstammen van zulke vrouwen zouden komen, de duistere, vreemde amazones van Orion, de filosofische principes van de diepere natuur. De mens moest vallen, en de mens moest het juk aanvaarden. De samenleving zou ontwricht raken, Jeruzalem zou worden verwoest. Salomo stelde dat als de vreemde vrouw zou komen, dan zou de mens als een rund tot de slacht zijn. De mens kan niet tegen de filosofie op. Zij zou komen met de hogere natuur rede. De mens zou het klapnet inlopen, een pijl zou door zijn lever gaan, door zijn stadse opslagplaats. Zij moest de mens leiden tot de binnenkameren van de dood van het bekende. Het bekende is een vloek. Het houdt de mens gevangen, en de mens weet het niet. De mens kent het vreemde niet, en wil het vreemde niet kennen, maar het zou komen, stelde Jeremia. Zijn woorden kwamen uit. De mens ging in geheel andere ketenen, en de ketenen van de stad werden verbroken. De mens werd van zijn snelle paard geschoten. Jeremia stond tussen het Judaïsme en het christendom in. Hij streed tegen beiden. Hij was een soort voorloper van de islam, maar hij zou ook tegen de islam strijden, zoals hij ook tegen Babylon streed, want hij predikte een hoger buitenaards volk wat zou komen, een vreemd volk wat niemand kende.
Hoofdstuk 11. Calvijn – de Mohammed van het bevindelijke christendom – het Ravijn van Calvijn De mensheid spreekt al in tongen. Het zijn de tongen van de stad, het oude vertrouwde. Deze tongen beheersen de mensheid. Vurig beroeren zij het menselijke verstand. Deze tongen zijn hysterisch. Ze willen de mens leiden, besturen, controleren. Het zijn de tongen van de heks van het conformisme en comfortisme, Kakia. Het heeft zich diep in de hoofden van de mensheid genesteld, zodat de mens het vreemde niet kent. Nee, de mens heeft de vreemde tongen nog niet ontvangen. De stadse tongen verwennen de mens, geven de mens eigengerechtigheid, maar de vreemde tongen gaan dwars in tegen het vertrouwde. Daarom zijn de vreemde tongen twistziek. Je krijgt geen suikersinterklaas die altijd maar ja naar je knikt en je altijd gelijk geeft. Neen, de vreemde vrouw strijdt met al je conditioneringen op Pniël. Ze gaat er recht tegenin. Het vreemde houdt zich niet aan de wetten van de stad, maar heeft haar eigen wetten. Ze zal tegen de wetten van de stad ingaan. Het vreemde heeft haar eigen uitverkiezing, dwars tegen de uitverkiezingen van de stad in. Het vreemde rekent niet met de wensen van de stad. Er is verschil tussen de jeremiaitische islam en de hananjaitische islam. De jeremiaitische islam draagt het juk van het vreemde, terwijl de hananjaitische islam het juk van het vreemde niet wil aanvaarden, wat zich kan uiten in vleselijkheid, hedonisme en geweld. De jeremiaitische islam leidt terug naar ismael die in vijandschap leefde tegen iedere man, die geen compromissen sloot en een eenling was die zich onderworp aan het vreemde in de wildernis, aan bakkah, oftewel rebekkah (de oorspronkelijke naam van mekkah). Dat is waar de bedevaart tot mekkah om draait. De islam is voortgekomen vanuit de assyrische ballingschap, de babylonische, en het rijk van de meden en de perzen. De bilha beschrijft ook nog de amalekitische ballingschap. Zij stammen af van Ezau, de harige wildernisman. Omdat de islam ismael noemt als haar fundament is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de jeremiaitische ismael en de hananjaitische ismael. De mens dient zich ernstig uit te strekken naar het heilige vreemde, om zo in heilige tongen te spreken. Ik kom tot u, oh heilige vreemde, Ik ontvang u. Ik kom hongerend tot u, minderend, en geduldig. Ik ontvang u en aanvaard uw juk. Wees welkom in mijn leven. Kom, oh heilige vreemde, En was mij schoon. De mens moet terugkeren tot de oerrivier van het vreemde.
Kakia is als een vis in de zee. Zij bewaakt de natuursappen. Zij geeft de mens haar giftige sappen. De mens is verkocht. De mens is geestelijk invalide geraakt door de mobiel in zijn hart te nemen, het sociale controle systeem, in plaats van het heilige vreemde. De mens is de vijand van de natuur. De auto is voor de mens als een heilige koe. Dit zijn twee systemen waardoor Kakia de mens uit de natuur trok. Nu ligt de mens aan kakiaitische kunstmatige beademing. De mens is al dood. De mens heeft de tongen van Kakia in het hoofd, die telkens tot haar bidden. De mens ziet het niet. De mens dient de vreemde tongen te ontvangen, het heilige vreemde, om uit de klauwen van kakia, de zielvretende vis, te ontkomen. Zij kan hiervoor in vele andere gedaantes komen om de mens weer terug te lokken en te verleiden. Ook gaan er vele alarms af. De auto-industrie is zo'n alarm systeem. De mens wordt direct teruggetoeterd. Het is een slaven schakel systeem in de diepte van het hart van de mens. Hoe kun je dit schakel systeem ontlopen ? Leer groen te denken, leer vreemd te denken. Je bent vindingrijk genoeg. Er zijn genoeg alternatieven. Wordt een uitvinder. Bedenk betere manieren. Wees Kakia te slim af. Zo slim is ze echt niet. De mens is alleen verschrikkelijk dom. De mens denkt dat hij in luilekkerland terecht is gekomen. Dat alle dingen om hem heen er zijn om van het leven te kunnen genieten, om handig gebruik te kunnen maken van het leven, maar de mens is ten dode gedoemd. De mens wordt opgebakken. De mens is omringd door gulzige kannibalen. De kannibalen lachen wanneer de mens zich tevergeefs blij maakt over alle speledingetjes om hen heen. De mens is in de val gelokt, heeft het aas aangenomen. Sluwe demonen zijn op de mens afgezonden om de mens te bespelen. Alleen de natuurshamanen zullen ontkomen. Alleen de eenling zal ontkomen. De tongen van Kakia jagen door het hart van de mens. Ze zijn vol van roddel en vooroordeel, omdat ze niet de tijd nemen om dingen eerst te onderzoeken. Met roddel bidden ze tot Kakia en aanbidden haar. De mens is zo verworden tot een flutromannetje. Snel verschijnt er een grijns of brede glimlach op hun gezicht als ze door Kakia worden betutteld, door het stadse model, als ze van haar valse complimentjes krijgen. Dan voelen ze zich heel wat. Maar het zijn lammeren die tot de slacht worden geleid. Kakia is een heksengodin. Zij heeft haar eigen religieuze systeem opgezet. Door de verkeerslichten programmeert ze de mens. De auto's zijn de wachters van de ziel van de mens, en de auto's vreten zielen en de natuur. Maar de mens vindt het allemaal doodnormaal. Ze weten niet beter. De mens is ook te laf. De man in de stad wordt door Kakia beloont met auto's. Het is een valse prestige. Het geeft de man een air. Door het minderen komt de man in een andere dimensie, maar de stadse man die altijd maar vermeerdert kan dit niet, en bootst dit op een hele corrupte manier na. De stadse man wil de demonologie nadoen, maar kan dit niet, faalt, en doet daarom maar net alsof. De mannen willen de
andere dimensie nabootsen, en willen snel tot de andere dimensie gaan, door overmoed. Ze worden zelf als auto's gebruikt. Het is nogal populair in de fitness cultuur, waarin mannen een zogenaamde bumper willen hebben, oftewel hun pectoralissen willen ophypen, hun borstspieren, opdat die dimensie verandering voortijdig en kunstmatig opgewekt kan worden. De geduld schakel ontbreekt, dus het is vals. Die mannen aanbidden hun welvingen bij hun borst (hoogmoed), en willen dat anderen hen ook aanbidden. Het is hun schakelaar in het materialisme, om het tot een hogere dimensie te brengen, een soort valse, voortijdige climax, en het ontlaad veel verderf. Normaal gesproken groeit de man normaal op als jongen, en is die dimensie vaak niet voortijdig opgewekt, en heeft de man gewoon, in tegenstelling tot de vrouw, een platte borst, en als hij tot volwassenheid komt, dan gaat die energielijn van zijn kaak via zijn tepels helemaal door naar beneden tot zijn geslachtsdeel, wat dan rijp begint te worden, en zo wordt er niets voortijdig opgewekt. Ook de islam spreekt over de noodzaak van de vernauwing van de borst. De fitness cultuur is teveel op het lichamelijke gericht en te weinig op het geestelijke, en forceert dimensie openingen, zodat het uitloopt op een fiasco. Het is een bad trip van drugs, en ze flippen. Daarom grommen ze, duwen hun borsten vooruit, lopen rond met veel lawaai en uit de hoogte doen, rijden rond in hun auto's met keiharde muziek aan. Allemaal omdat ze in het geestelijke niet worden toegelaten. Hun kaartjes waren vervalst. Het zijn valse munters op heterdaad betrapt. Hun geld is niet echt. Niets is echt aan hen. Vandaar al het vele dreigen en het vele geweld. Ze zijn langs het paradijs heengeschoten. Ze zijn de macht over hun stuur verloren, en ze sleuren velen met zich mee. De fitness cultuur is tegenovergesteld aan de ascetische cultuur. De man moet de leegte in zijn borst vinden, om zo tot zijn hart te kunnen komen, tot de natuur. De man moet al dat stoere geprots en gepronk laten gaan. De man wil graag gezien worden door Kakia en haar massa's. De man vindt het heerlijk om door haar verwend te worden, en bedrogen. Als Kakia zulke mannen complimenteerd en beloond lacht ze in haarzelf, en denkt ze : 'Jij domme sukkel, nu heb ik je tuk. Mijn auto zul je zijn. Ik zal je geheel aftappen voor je brandstof. De kannibalen koningin ben ik.' Adam kwam tot de boom van Assur, sr, oftewel van zuwr, het vreemde, en werd zo tot Edom. Het volk van Calvijn werd gebonden in de T-put van het totale nihilisme, wat zeer ismaelitisch was, oftewel vijandig naar iedere andere man. En dat was belangrijk op het pad van de eenling. Het ravijn van calvijn komt voort vanuit de islam, vanuit ismael. Vertrouw niemand, test alles. Dat is het geheim van de heilige gebondenheid door het heilige vreemde. Wie komt tot dit ravijn vandaag de dag ? Alleen de eenling. En de eenling leert hiervoor de logistiek. De auto-industrie is de valse logistiek die de gevallen mens leidt, zeer gecalculeerd. Kijk ze eens protsen op hun hoge schepen. Kijk ze eens protsen met hun grote bumpers. Neen. Zij aanvaarden het juk van het heilige vreemde niet. Zij zijn slaven van het comfortisme. Alleen het ravijn van calvijn kan terugleiden tot de natuur. Als de hoog opgetrokken borsten van de man zijn verbroken. Calvijn leidt een volk van asceten, van eenlingen. Er is ook een verschil tussen de jeremiaitische calvijn en de hananjaitische calvijn. Ook Sefanja was als een ismael, en predikte tegen alle mensen, alhoewel hij stelde dat er een overblijfsel zou zijn. Hij predikte tegen de mannen die dik op hun droesem waren geworden. Calvijn stelt dat dit over hun weelde gaat. Sefanja leefde ook ten tijde van Jeremia, vlak voor de Babylonische ballingschap. Ook Sefanja vermaande het volk en spoorde hen aan de tucht te aanvaarden : Sefanja 3
7 Ik zeide: Vrees Mij toch, neem tuchtiging aan; dan zal haar woning niet uitgeroeid worden volgens alles waarmee Ik over haar bezoeking zal doen. Evenwel, zij waren er vroeg bij om al hun boze daden te bedrijven. 8 Daarom, wacht op Mij, luidt het woord des Heren, ten dage dat Ik zal opstaan tot de buit; want mijn vonnis is, volken te vergaderen, koninkrijken te verzamelen, over hen mijn gramschap uit te gieten, heel mijn brandende toorn, want door het vuur van mijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden. We zien hier dat de verzameling van het volk ook al een oordeel kan zijn, als de verzameling van het kaf. Calvijn stelt terecht dat Sefanja's oproep tot verzameling ironisch kan zijn. Het is als de verzameling van slachtvee. Sefanja 2, NBG 1 Komt tot uzelf, ja, komt tot inkeer, gij schaamteloos volk, 2 voordat het besluit tot uitvoering komt – als kaf gaat een dag voorbij – voordat over u komt de brandende toorn des Heren, voordat over u komt de dag van de toorn des Heren. Calvijn vertaald : 1 Verzamelt u, verzamelt u, gij onbeminnelijke natie, 2 Voordat het besluit baart – zoals het kaf in een dag voorbij gaat – voordat over u komt, de gloed van de toorn des Heeren, voordat over u komt de toorn van de dag des Heeren. De verzameling van het kaf is juist belangrijk voor de scheiding en de onderscheiding, zodat de eenling afgescheiden wordt van het kwaad. De meerderheid zal verdelgd worden. De eenlingen zullen tot het overblijfsel behoren en dit is een minderheid, en dat moet wel, want anders zouden ze één zijn met de massa (3:12). De massa's zouden dus uiteindelijk weggenomen worden, wat Calvijn ook stelt. De mens mag niks met de massa ophebben. De mens mag niet met de massa flirten. Laat hen maar verzamelen, opdat je zelf wordt afgezonderd. De zondag is de heilige dag van de christenen, de zaterdag is dat voor de Joden, en de vrijdag is dat voor de moslims. De hadith stelt dat Adam op de vrijdag werd geschapen, en op de vrijdag in het paradijs werd binnengelaten en op de vrijdag het paradijs verliet. Ook zal het laatste uur aanbreken op de vrijdag. In boek 62 van de Koran gaat het over de samenkomst, niet alleen van de heiligen maar ook de samenkomst van de ongelovigen. Die komen samen voor vermaak en om het koopwaar. Zo wordt het kaf dus verzameld : door vermaak en koopziekte. Het is een teken van het oordeel. Voor de heilige is de ware samenkomst in het Hebreeuws het zelfonderzoek. De eenling moet het ravijn van Calvijn in, de afzondering, en dat kan alleen gebeuren als het kaf wordt verzameld. Dit gaat door de families en de organisaties, de kerken. Zou dit niet gebeuren dan zou dit onderscheid er niet zijn. Dan zou de mens zich nooit kunnen afzonderen. De Koran stelt dat door vermaak en koopziekte de eenling door de massa in de steek wordt gelaten, wordt verworpen, maar dat wat er bij God is is beter dan vermaak en handel (62:11). God is de beste voorziener. Zefanja 3 10 Van gene zijde der rivieren van Ethiopië zullen mijn aanbidders, mijn verstrooiden, mijn offer brengen. 11 Te dien dage zult gij u niet behoeven te schamen over al de daden waarmede gij tegen
Mij hebt overtreden, want dan zal Ik uit uw midden uw hoogmoedig juichenden verwijderen. En voortaan zult gij niet meer overmoedig zijn op mijn heilige berg. 12 En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des Heren. Calvijn stelt dat het volk Israel geheel verstrooid was tot kleine groepen, die allemaal weer hun eigen verhalen hadden los van elkaar. Het was dus geen eenheids-worst. Het liep allemaal in verschillende lijnen. Ook in Ethiopië waren de ballingen van het volk Israel terechtgekomen, tot verre volkeren, en zij zouden dus terugkeren vanuit dit land van honger, wat ook een beeld is dat alleen zij die hongeren ware aanbidders van God kunnen worden, zij die minderen. Dit is het ware offeren. Alleen dan zullen de hoogmoedigen verwijderd worden, en zij zullen dus allereerst als kaf verzameld worden, wat we nu in de wereld zien gebeuren. Soort zoekt soort, en dit is een teken van groot oordeel. Laten we komen tot het ravijn van Calvijn om daarvan de dieptes te begrijpen. We moeten loskomen van de geweldadige, tuchteloze, overmoedige hananjaitische calvijn, en komen tot de sefanjaitische calvijn, oftewel de jeremiatische-ismaelitische calvijn. Calvijn is te belangrijk in de filosofie om zomaar overboord te kieperen. Calvijn was de Mohammed van het zwaardere reformatorische christendom, het calvinisme. Net zoals de islam had het calvinisme vijf zuilen. Hoofdstuk 12. Vertrouwen of het heilige vreemde ? Adam kwam tot de boom van Assur, van het vreemde (zuwr), als een voorteken van de Assyrische ballingschap, en ook als een beeld van het middaggebed van de islam, de zuhr. Zo werd hij tot Edom, het volk van Ezau, wat ook bekend stond als het volk van de wijzen. Adam ging tot een andere dimensie, namelijk de Ismaelitische. De bijbel kan heel dualistisch gelezen worden, omdat dit het karakter is van de grondtekst. Calvijn stelt ook dat zij een wreed volk zijn in zijn commentaar op Abadja. Hij denkt daarbij aan Psalm 137:7 die hij vertaald : Gedenk aan de kinderen van Edom op de dag van Jeruzalem, die zeiden : ontbloot, ontbloot tot de fundamenten toe. Edom heeft nog steeds Adam als wortelwoord, die de naakte is in het paradijs, oftewel de ontmaskerde, de geopenbaarde. Voor de man is de naaktheid ook de ballingschap (gly). Het is de overweldiging, waardoor de man niet meer kan schuilen. Toen Adam had gezondigd kon hij niet meer schuilen, alleen nog maar bij God zelf, die ook demonen verscheurde opdat Adam een bedekking had. Ook bedekte God Adam met de aarde. Adam was immers uit de aarde voortgekomen, en zou ook tot de aarde wederkeren. Adam kon niet vluchten. We kunnen Abadja's woorden tot Edom ook positief lezen :
2 Zie, Ik maak u klein onder de volken: gij wordt diep veracht. 3 De overmoed van uw hart heeft u misleid, u, die woont in rotskloven, in uw hoge woning; die bij uzelf zegt: Wie zal mij ter aarde neerhalen? 4 Al zoudt gij uw nest zo hoog bouwen als de gier, ja, al was het geplaatst tussen de sterren, vandaar zal Ik u neerhalen, luidt het woord des Heren. Klein worden is belangrijk en een eigenschap van het minderen, wat ervoor zorgt dat de mens deelheeft aan het uitverkoren geringe en ellendige, verstrooide volk van Zefanja. Zefanja kwam voort vanuit de geslachtslijn van Kushi, wat Ethiopier betekent, de hongerende, de met de aarde bedekte. Deze camouflage heeft de eenling nodig op het smalle pad. De eenling moet weg uit de openbaarheid. De eenling moet komen tot de nacht, tot het vreemde. Calvijn stelde dat Edom veel teveel vertrouwen had. Ook Edom zou onderworpen moeten worden aan het vreemde. Niet vertrouwen, maar het heilige vreemde ontvangen. Dat begint met de worsteling op Pniël. Telkens weer wordt er op het belang van Jakob gewezen. Jakob en Ezau horen bij elkaar. Adam werd tot Edom, tot het ruige Ismaelitische wildernis volk, in vijandschap met iedere andere man, maar Jakob streed met God. Jakob is een belangrijk onderdeel van Ezau, van Edom. Edom moest onderworpen worden aan het huis van Jakob, oftewel aan Rebekkah, oftewel aan Bakkah, Mekka. Dat is waar de bedevaart naar Mekka voor staat, één van de zuilen van de islam. Ismael moet onderworpen worden aan Rebekkah, het heilige vreemde. Abadja stelde dat het gehele huis van Edom zou moeten sterven (:18). Edom zou ingenomen worden. Alle vertrouwde wijsheid en zou moeten vergaan oipdat het heilige vreemde zou kunnen komen. 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau? 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door een slachting worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. De mens moet terug de rivier over tot het vissersstrand, waar de vissen verzameld worden voor het grote oordeel. Alleen zo kan de mens een eenling worden en een eenling blijven. Het vreemde is zelf ook nomadisch, want anders zou het het vreemde niet meer zijn. De Israelieten werden in de wildernis geleid door een nomadisch barbaars visioen als een wolk (Hebreeuws). In het Aramees was dit de god(in) van de nomaden. In die zin is de bedevaart tot Bakkah (rebekkah, mekka) eeuwig, als het nomadische pad (Exodus 40:36-37). Er is in die zin ook onderscheid tussen de jeremiaitische Mozes en de hananjaitische Mozes. De hananjaitische Mozes leidt tot de materialistische tabernakel in overmoed, maar de jeremiaitische Mozes leidt tot de demonologische tabernakel in de wildernis, door geduld en het vreemde. De demonologie was absolute noodzaak, anders zouden de overgebleven demonen ervoor zorgen dat ze niet verder zouden kunnen komen, en het zou hen tot een strik worden : Numeri 33 55 Maar indien gij de bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen en tot prikkels in uw zijden zijn, en zij zullen u benauwen in het land waarin gij woonachtig zijt. 56 Dan zal Ik met u doen, gelijk Ik gedacht had met hen te doen.
Er is dus een groot onderscheid tussen de vleselijke, tuchteloze Mozes en de geestelijke Mozes. De exegese is ervoor om dat uit te ziften. Dan is er het Bileam mysterie in de wildernis (Numeri 22-24). Bileam betekent : 'niet van de mensen', en 'vreemde' in het Hebreeuws. Hier veranderde God in de tegenstander (satan in het Hebreeuws) en veranderde de vloek van Bileam tot een zegen. Geb, de aardgod(in), de aarde, in de Egyptologie, is de nomadische dynamiek, wat later in het Aramees werd tot de kebu, de ark, wat ook oorspronkelijk Egyptologisch is. Vergelijk ook de kaaba, het heiligdom van de islam in Mekka. Dit is ook de wortel van Geb-riël, Gabriël, de boodschappende engel tussen hemel en aarde in het judeo-christendom en de islam. In de islam is hij ook de heilige geest. De mens kan alleen nomadisch zijn door het dualisme. Zonder het dualisme is de exegese slechts beperkt. Ook satan is een nomadische dynamiek in de Egyptologie, verbonden aan seth, de wildernis godin. De tegenstander is de basis van de nomadische dynamiek, niet de vertrouwer. De daadwerkelijke vijand is het overmoedig vertrouwen, maar in de stad is alles omgedraaid. In de stad is vertrouwen een deugd. Het nomadische aspect komt ook weer terug in de malak, de engelen in het Hebreeuws, wat ook weer verbonden is aan de grote voeten van Amalek, mlk, en Maleachi, Malak in het Hebreeuws, mlk. In hoofdstuk 1 wordt al gesteld dat het offer volkomen moet zijn. De mens mag niet met een half offer komen. Maleachi bestraft ook de mens die niet voldoende mindert. Verder bespreekt hij de huwelijks-ethiek. Als de kerk dan psalm 150 zingt over het loven van God, dan moeten we beseffen dat het ware offeren en ware loven het minderen betekent, en geen lippendienst is. Daarom vraagt God om stilte en gehoorzaamheid als het om het offeren gaat. Het is dus iets symbolisch. Uiteindelijk leidt het minderen door het geduld tot het vreemde, wat een heilige driehoek is in het amazonisme, in de aretaitische filosofie. Hierin wordt de mens waarlijk wedergeboren en wederopgevoed. Het vreemde kan ons dan bewaken tegen het vertrouwde. Bij de Egyptenaren draaide alles om de ba, de ziel, en de ka, het geestelijke. De ba is de vermindering, de voet, de diepte, die dan overgaat in de ka, de verandering, het contact maken met de onderwereld, het vreemde. Daar was alles op gebaseerd. Zonder de ba en de ka was er geen contact mogelijk met god(in). Ka-ba oftewel Geb, de aarde, was dan de schakel, en iedere dode of nachtnomade keerde hier tot terug. Alles draaide in Egypte om de Kebu, om Geb, de ark. Dit hield het geestelijke namelijk in leven, door het nomadische, waarvan de ark, ook als boot, een beeld was. Het directe was gevaarlijk. De natuur ging haar eigen weg. Geb werd ook Seb genoemd, als sa-ba, de kennis van de diepte. Sa was altijd met Re in de onderwereld om hem te onderwijzen en om de wachters aan te spreken. Seb is dus ook de kennis van het minderen. Een vorm van Seb is sebek, de oerkrokodil van de exegese, een demonologisch principe, want hij stond ook voor de militaire macht van de farao. Ook is sebek een beeld van de ark of de wachter van de ark. Hij beschermde de doden en waakte over hun wedergeboorte. Toen aser in stukken was gescheurd hielp sebek mee in
het verbinden van de verschillende delen. Sebek, ook in sommige vormen rebek (vgl. rebekkah, bekkah, mekka), is een beeld van het vreemde waar de verloren delen van de mens zich bevinden, het vergetene, het verbannene. Het namiddag gebed van de islam, het aser gebed, is het gebed van vermindering, wat leidt tot het avondgebed van geduld, de maghreb, of ma-geb, wat ook staat voor Noord-Afrika, en wat in de Egyptologie : de wet van geb betekent, en van het vreemde, wat dus geduld is. Zo komt de mens tot het middag gebed, het zuhr gebed (vgl. zuwr, het vreemde, hebreeuws). Re-bek gaat dus over de kruizing tussen re en sebek. Dit wordt in de egyptologie ook het rmmysterie genoemd (rema, de wet van re). In het Grieks komt de rema als het gesproken, profetische, woord, van rheo, uitgieten. Jezus sprak dat de mens niet alleen van brood moest leven, maar ook van rhema, rm, als het woord van god, yah-rhema, oftewel Jeremia. Romeinen 10:17 noemt "rhema" als de brenger van het horen. Het is de inspiratie. De Griekse rm, rhema, het profetische woord, het woord als orakel, komt dus van rheo, gieten. Gieten heeft in het Aramees de betekenis van het roddelen, het spreiden van geruchten, sd (st). Het komt veel voor in Leviticus, het boek van de offerdienst. Het is een natuurverschijnsel aan de voet van elk probleem, dat alles verdraaid en omgedraaid wordt. Dit zijn de voorhangsels van de tabernakel om de mens te testen wanneer hij tot de kennis komt. De offerdienst is een metafoor van de opname, waarin het ego moet doodbloeden. In de opname moet dus alles emaneren, uitgegoten worden, tot lagere vormen gaan, anders is er geen brandstof voor de opname, en geen beveiliging. Juist ook door die emanatie ontstaat er afzondering. Als de mens een profetisch woord ontvangt, dan mag de mens dit niet als een dolle bezetene gaan rondstrooien als parels voor de zwijnen, maar de mens moet zich gaan bezig houden met de architectuur. De bijbel is een roddelblad van die tijd, allemaal "dark humor", barbaarse mythologie. Het zijn duistere gezegdes, en de mens moet er mee klaarkomen. Als de mens "opgenomen" moet worden, dan betekent dit allereerst de opname tot een diepere betekenis van deze dingen. Alles moet dus in lagere vormen omgezet worden opdat er voldoende brandstof is om weer tot hogere niveau's te komen. De RM is in de Egyptologie ook de vissersgodin, waarvan de krokodil dus een beeld is. Re kwam tot haar, wat uiteindelijk resulteerde in zijn opname. Ook alle delen van Aser (Osiris) moesten dus opgevist worden door sebek (rm, de vissersgodin). Vandaar dat Sebek ook in zijn taak vergezeld was met Nephthys en Isis. Nog steeds staan zij in de judeo-christelijke mythologie op de ark, als beschermengelen. Dit is ook de reden waarom Jeremia (rm) verbonden is aan het vreemde. De mens werd opgeroepen het babylonische juk te aanvaarden. Vandaag de dag dient de mens het islamitische juk te aanvaarden, om het te verdiepen. Het zijn de verloren delen van Aser die weer tot de mens terugkomen. Hiertoe kwam Adam tot de boom van het vreemde, van Assur. Zo werd Adam een deel van Edom. Het was het Ismaelitische evangelie, of het evangelie van Aser waarin al het vertrouwde en bekende achtergelaten moest worden om het verlorene te vinden. Daartoe kwam het vreemde. Het is het evangelie van het vreemde, van Rebekka. Zij bracht Jakob en Ezau tezamen. Als Re aan het einde van de nacht wordt opgenomen, dan wordt hij tot Geb-ra, oftewel Kepra, de heilige kever, wat een beeld is van nomadische transformatie, ook weer een Bileam teken van het dualisme. Alles wordt dan vruchtbaar en vloeit over tot andere dimensies, waardoor het vreemde tot zijn recht komt, wordt geopenbaard. Het is het uur van de grote ontsluiering.
In het judeo-christendom en de islam komt Kepra terug als Kepra-el, Gabriel, de aankondiger van de wedergeboorte, en in de islam is hij ook de heilige geest, de bezoeker in de nacht, als de heilige nacht of grootse nacht zelf. Iedere moslim moet zich hier naar uitstrekken in de Ramadan. Hiertoe heeft de moslim de isha gebeden, de nachtgebeden. Ook Jezus wordt in de islam Isa genoemd. Dit komt ook van het Hebreeuwse woord 'iysh', de heilige slaaf, wat een woord is voor de man en zijn betekenis, in de zin dat de slaaf een symbool is voor het horen en gehoorzamen, en dat is waar de islam om draait, om de onderwerping, de overgave. Voor de Egyptenaren was de mestkever vanwege zijn transformatie vermogen de bewaker van het hart, tegen vetaanvallen, zoutaanvallen enzovoorts. De stad heeft hieraan gebrek, waardoor het maar blijft ophopen. Hoofdstuk 13. Stadse religie of natuur religie ? In Egypte waren ze bekend : de scarabeeën, de mestkevers die de harten bewaakten, ook wel de kharr genoemd, waar later de Judaisten de cherub van maakten die de ark bewaakten. Er ontbrak nog heel wat aan de bijbel, en ook aan de koran die daarna kwam. Het waren slechts brokstukken. Daarom moest de Vur komen, terug naar de natuur, maar alleen de eenling zal het pad vinden. In het eerste boek van de Vur, de orkaan, zien we dat eerst het vrouwelijke archetype in de mens moet sterven. Symbolische beelden daarvan zijn de echtscheiding en de weduwenaar, wat ook de Egyptische betekenis is van de mestkever van de wedergeboorte. Er is een punt waarop Ra, en ook Osiris, alles verloren, en zo werden ze tot Kephri, de vliegende scarabee, zwevende boven de zeeen van hun herinneringen, zoals ook Ruh zweefde boven de wateren die duister, woest en ledig waren bij de schepping in het oorspronkelijke Aramese boek Genesis in het Judaïsme. Het was een herschepping. De mestkever heeft dit transformatie vermogen, wat aangeboren is, zijn eigen natuur. De mestkever herschept zo zichzelf. Eerst moet het valse vrouwelijke, het kakiaitische, in de mens afsterven. Daarom zegt de Vur (1:3) De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen,
Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden Dit is dus de zuivering van het vrouwelijke, waarin er contact wordt gemaakt met het verloren vrouwelijke in de natuur van de onderwereld, het vergetene, het verbannene. Oftewel de mens komt hierdoor in contact met de vreemde vrouw, de buitenaardse, donkere vrouw. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel (1:4) Ook het moederlijke archetype wordt dus gezuiverd. De mens moet de vertrouwde, bekende, moeder verlaten om te komen tot de vreemde moeder, de diepere moeder, de moeder van de onderwereld, hevig bekritiseerd door de stad, verbannen tot de natuur. Het kost ons dus iets om tot het vreemde te komen. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom (1:5) Het is een vrouw die verloren is geraakt in onze droomwereld. We moeten hiervoor terug naar het water. Zij is van de rivieren, altijd stromend, nomadisch. Zij is niet het voor de hand liggende, het ogenschijnlijke. Het is iets wat begrepen dient te worden. Dan gaat het in vers 6 en 7 over het wachten op het schip. Dit gaat dus over geduld, wat een voorwaarde is om te komen tot het vreemde. Als we ergens halverwege stoppen en gaan grijpen, dan blijven we opgesloten in het vertrouwde, het bekende, en leren we het vreemde niet kennen. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd (1:8) Als het vreemde komt, dan zal er eerst een worsteling zijn, want we zijn geconditioneerd met het bekende en vertrouwde, vijandig aan het vreemde, en ook zullen we het vreemde moeten testen, en dan wordt er dus zelfs bij ontmoeting eerst geduld vereist. We moeten dus tot Pniël gaan om een worsteling met het vreemde te hebben, en ons niet zomaar aan het vreemde over te geven. Het vreemde kan alleen maar verkregen worden door het minderen en het geduld, door het testen dus. Hiertoe moet de mens dus veel onderzoek doen. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je (1:9)
Van dit toets-gevecht op Pniël zullen we ongetwijfeld een soort oorlogstrauma aan over houden. Het vreemde zal ons eerst zwaar verwonden, opdat wij gevoelig worden voor haar, net zoals Jakob verwond werd, zelfs kreupel. Zij moet dit wel doen om ons los te maken van de stadse conditionering. Anders zouden we verloren zijn. Het is dus een noodzakelijk kwaad. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn (1:10) De Vur bespreekt het bloemen mysterie, wat al begint in het eerste boek, al in het eerste vers. De bloem, oftewel de blm, is in de cryptosofie wijzende op Bileam, blm, oftewel het mysterie van het dualisme en het transformatie vermogen in de wildernis. Dit is waar de Mozaïsche slang in de wildernis uiteindelijk naartoe leidde. Vers 10 laat zien dat we er niet zomaar op los moeten leven. Niet zomaar als halve gekken moeten gaan zaaien, niet roekeloos zijn in sexualiteit, want dat is stads. Wekt de liefde niet op voordat het haar behaagt, zegt Hooglied. Het zaad is een natuurlijk proces van bloemen die vanzelf honing voortbrengen, en het zal ons door de bossen heenleiden, door de natuur, als we het niet voortijdig verspillen, en we moeten de bloemen volgen tot het water. In het water ligt een groot mysterie verborgen. Dat ze er maar één keer zullen zijn wil zeggen dat we soms niet eens meer hoeven te wachten, maar dat het al gebeurd is, dat het ergens in de geschiedenis ligt, als een bepaalde herinnering die we nodig hebben als sleutel, en die herinnering bestaat uit vele lagen, als een waterige sleutel. 11. Het schip was belast met deze tragedie, Toen het donkerder werd stierf de kapitein, In de dieptes van de nacht, Het veranderde hun zicht op de wereld en de woeste zee, Het veranderde de manier waarop zij de tragedie behandelden Juist omdat het iets van de herinneringen is is het tragisch, want dat betekent dat we het verloren hebben, maar de vrouw moest sterven, de vrouw moest weggaan. De vrouw is het beeld van het verleden, en de mens komt tot de vreemde vrouw door er een andere kijk op te krijgen. Dat is het werk van de mestkever, die zijn eitjes legt in de puinhopen van het verleden, in de mest, om het zo vruchtbaar te maken. 21. De geschiedenis steekt, Ik kan niet over deze berg komen, Maar in mijn dromen kan ik het De mens moet tot de slaap komen, tot het minderen, en hierin geduld hebben, om zo tot de dromen te komen, de waterlagen van de onderwereld, want alleen zij kunnen de juiste kijk op dingen geven. Het antwoord ligt dus in de dromen, in het water.
22. Ik staar naar de vissen in de rivier, Misschien is dat beter dan een herinnering, Ik open mijn dagboeken, En plotseling word het zwart voor mijn ogen … Ik kan beter mijn dagboeken verbranden, Maar deze herinneringen gaan niet weg, Je hebt me te diep gestoken, Op hoge paarden rijdt je, Oh, wanneer ik je geheimen ken We moeten tot de conclusie komen dat zij ons te diep heeft gestoken, dat zij ons heeft verlamd, kreupel heeft geslagen als Jakob, opdat onze wond niet meer zou herstellen, want anders zou de stad ons nog kunnen teruggrijpen. Dat is de wond die het verleden is, maar daar kan dus wel een andere kijk op komen. Daarom is de filosofie het enige antwoord. In boek 2 wordt het nogmaals duidelijk dat we ons niet moeten haasten, niet moeten grijpen, maar minderen, anders zou het ons vernietigen. Het zijn natuurgeheimen waar een bepaald protocol voor is. De mestkever kent dit protocol. De mestkever kent alle benodigde tussenstappen. Alle boeken van de Vur zijn shamaanse orakels die daar over gaan. Zij brengen de natuurlimieten terug. De Vur gaat verder dan de bijbel en de koran. Het sorteert de brokstukken, en voegt brokstukken daaraan toe, de missende schakels van de natuurketting. Het derde boek, de wilden, toont aan dat dit een woeste jacht is, want de bestaande, geforceerde cirkels moeten doorbroken worden, zodat er nieuwe cirkels kunnen komen met de ontbrekende schakels ertussen. De wereld zal hiervoor verwoest moeten worden. Er zal een nieuwe wereld komen. De realiteit zal voor onze ogen afbrokkelen, en wij zullen de geheimen van de Vur zien, van de natuurkennis. De mens heeft religies gebouwd in de stad door het buitensluiten van belangrijke natuurprincipes, maar de mens dient terug te keren tot de hogere natuurreligies. De mestkever heeft geen smetvrees. Hij graaft diep in het vuil en maakt het tot nut. Hij maakt er zijn medicijn van, zoals de Vur ook stelt : De cirkels jagen op andere cirkels door hun lijnen, om hen te maken tot medicijn. Zo rijgen zij hun sieraden. (3:5) Hoofdstuk 14. De verzoeking van Ismael – het hongerpad van Ismael – Uw honger moet volkomen worden
Het is een groot natuurverschijnsel, als je gaat beseffen dat alles achter een rood scherm is wat onder hoge voltage staat. Je mag het niet aanraken, anders krijg je een optater. Dat is waar boek 120 van de vur overgaat, het bloed. Je kan alleen kijken, niet aanraken. Het wordt niet verkocht. Het is achter glas. De vrouw met de rode laarzen slaat een ieder die te dichtbij komt. Met vuisten slaat ze op hen in. De mens moet minderen, de mens moet geduld leren, en als de mens eenmaal die hoge voltage heeft gevoeld, dan moet de mens wel, het kan niet anders. In mijn leven begon dit natuurverschijnsel met twee kruizende rode speren. Ik kon een heleboel dingen niet meer doen. Ik werd geblokkeerd. Ik moest timing leren. Ik moest minderen. Als er iets op me sprong dan moest ik het van me afschudden, door te draaien. De mens moet alle stadse klederen uitdoen om tot de heilige naaktheid te komen. Als we naar de wortel kijken van de islam of SLM, etymologisch, dan is dat de kennis (S, egyptisch) van het eeuwige (lm, hebreeuws/ aramees) ijs (L, oer-amazonisch), of de kennis van de wet (M, egyptisch) van het eeuwige ijs, in de cryptosofie. Deze wetten zorgen er dus voor dat de mens voldoende minderen en geduld hebben, waarvan het eeuwige ijs een symbool is, om tot het heilige vreemde te komen. Dit is dus een belangrijke code en dynamiek van de islam. Toen ik deze dynamiek onder ogen kwam zag ik de varkensvorst Rian vallen. Duisternis viel op hem, en zijn koninkrijk begon ineen te storten, en zijn schatten begonnen weg te smelten. Ook moest ik denken aan de mythe van Heracles en het erymantische zwijn die hij uiteindelijk verdoofde in het ijs. Als we naar de wortel kijken van het boeddhisme, van boeddha, B-D, dan is dat de diepte (B, egyptisch, oer-amazonisch, voet) die de opname teweeg brengt (D, oer-amazonisch, de visvangst). Het leven is een labyrint, en je moet je weg erdoor zien te vinden. Niets komt zomaar. Er zijn geen toverstokjes. Er zijn geen snelle uitgangen in dit labyrint. Om het vreemde te kunnen ontvangen moet de mens het hongerjuk aanvaarden. Het vreemde kan alleen gekocht worden door het hongergeld, het zwarte geld. Hiervoor dient de mens het hongerpad van Ismael op te gaan. Op het hongerpad wordt de mens getest en verzocht, opdat zijn hongeren, oftewel zijn minderen en zijn geduld volkomen wordt gemaakt, opdat zo het heilige vreemde kan binnendringen. In de amazone mythologie werd Ismael verzocht in zijn dromen met veel voedsel en plezier met vrouwen, maar Ismael bestrafte de dromen, zeggende dat het hongeren voornamer is en een hogere weg is. Ismael moest zijn weg door de wildernis zoeken tot Bakkah (Mekka), om daar het gebedsoord te bouwen. Hij moest komen tot het heilige vreemde, tot Rebekka. Vandaar dat de zuil van de bedevaart tot mekka in de islam zo belangrijk is in de exegese. Het was een belangrijke verloren steen die werd aangedragen. Jezus moest verbonden worden aan het diepere Ismael principe. Het baat niet als men alleen maar het kruis draagt. Men moet ook daadwerkelijk minderen en het hongerpad opgaan. Veel mensen dragen dan wel hun kruis, maar troosten henzelf dan met veel geld, veel vrouwen, alcohol, drugs, allemaal overmatig materialisme, zodat van het hongeren en minderen niet veel terecht komt, en de mens zo niet in de vibratie van het heilige vreemde in het diepere kan komen. Dan wordt het kruisdragen wel heel tragisch. Het kruis moet leiden tot het eeuwige ijs in de islam waar er een doorgang is dieper in de natuur. Het kruis is juist bedoeld om de mens af te zonderen, om de mens tot een eenling te maken. Maar velen aanbidden het gouden kruis
in de stad. Velen grijpen zo naar de flutromannetjes om valse en overmoedige, materialistische troost te vinden in het oppervlakkige in plaats van te wachten op het diepere. De mens wordt verzocht, en velen geven er aan toe. Alleen de eenling op het hongerpad die de honger volkomen maakt kan zo inpluggen tot het heilige vreemde. Vaak grijpt de mens op het pad van het kruis naar overmoedig geweld en gaat eigen rechtertje spelen, en wordt zo een bevooroordeeld mens die snel naar het mes grijpt, snel begint te dreigen en te chanteren, maar op het hongerpad moet de mens de stilte in, en de andere wang toekeren, de extra mijl begaan. De mens moet leren geven in plaats van nemen. Daartoe is de zakaat zuil van de islam, de heilige armenbelasting. Ook dit is een belangrijk principe in de Vur. Dat is wat het hongergeld is, het zwarte geld. Kan de mens dit mysterie begrijpen ? De tweede bijbelse mythologie beschrijft het zwarte geld als een vrouw. Waarom is het voor de mens zo moeilijk om dit te grijpen ? Om de mens heen draait alles om geld, en zeker niet om het hongergeld. De mens is kapitalist geworden in het rijke westen. Er is veel kritiek op de islam, maar de mens kan ook veel van de islam leren. De kapitalistische mens moet beginnen kritiek op zijn eigen levensstijl te hebben, die zwaar materialistisch is. Ismael werd verzocht met deze dingen op het hongerpad, maar hij hield vol. Hij bleef het woord belijden, en bestrafte de verleiders. Hij maakte geen compromissen met hen. Hij werd bedreigd, overvallen door rovers, geplunderd, totdat hij niets meer had. Zo kwam hij uiteindelijk tot Bakkah, mekka. Met de kennis die hij had opgedaan kon hij het gebedsoord bouwen. Dat kan alleen gebouwd worden door het zwarte geld, het honger geld, de armenbelasting, oftewel de zakaat. Het is ook het geld wat men ontvangt als men hongert. Het komt tot de mens op mysterieuze wijzen. Waarom wil de mens alles direct, alles zo materieel, zo verdicht ? Je kunt bijna geen lucht krijgen, je stikt, en alles plakt. De mens is als een varken. Dit is de lagere mens, de oppervlakkige mens, het ego. Er is ook een hogere mens die alles verdiept. Beide realiteiten beuken op elkaar in. Het is een grote oorlog, en de hogere mens moet zich niet laten verleiden overdemonologisch te worden, en zoals Petrus te snel naar het zwaard te grijpen. Petrus wilde niet dat Jezus aan het kruis zou gaan. Maar Jezus moest aan het kruis, en wij moeten allemaal aan het kruis. In de amazone mythologie neemt het zwarte geld Petrus flink onder handen. Ismael droop op een gegeven moment van het zwarte geld, en was in dat opzicht een rijk man. Zo kon hij Bakkah bouwen, mekka, als gebedsoord in de verre, vreemde wildernis voor alle eenlingen. Waarom is dit voor de mens zo moeilijk te begrijpen en wil de mens dit eigenlijk niet begrijpen ? Dat komt omdat door de ontbrekende schakels de mens vastzit in een vals bewustzijn, deels onderbewustzijn, in de twilight zone. Vanwege de ontbrekende schakels is alles abstract geworden. De ontbrekende schakels zijn er nog steeds, maar zijn anders gecodeerd. Het is dus een puzzelopgave voor de diepere mens. De ego-mens zal blijven bestaan en blijven terroriseren zolang dit puzzelvraagstuk niet is opgelost. De mens moet er dus boven uitstijgen door de heilige vreemde kennis verkregen door het zwarte geld, het hongergeld. Dit is iets wat hij weggeeft, maar ook krijgt op het hongerpad. Dat is een natuurlijk proces. De mens komt er niet klaar mee, wil altijd maar weer protsen, belangrijk lopen doen, laten zien dat hij al zijn zaakjes in orde heeft. Maar deze mens is slechts de lagere mens, slechts een onderdeel van de mens, want de mens heeft ook een hoger deel. Dit hogere deel moet ontwaken. Het hogere deel rust in een diepe slaap. De hogere mens is kapot geslagen door de lagere mens, verscheurd. Dat
gebeurt op het hongerpad, dat alle dromen ruw worden verstoord, omdat de mens dieper moet, weg uit de valse, oppervlakkige realiteit. Ismael weet er alles van. Ook zijn dromen werden ruw verstoord, maar uiteindelijk behaalde hij Bakkah, mekka, en bouwde er zijn bedevaartsoord. Het was zo belangrijk dat het één van de vijf zuilen van de islam werd. Een man een man, een droom een droom. Hij was een dromer, en gaf niet om het aardse. Telkens maar weer moest hij voor de droom kiezen, en niet voor het aardse, en zo kon hij uiteindelijk zijn droomwereld bouwen. Het aardse zal toch allemaal vergaan. En de droom zal hoger worden, steeds hoger, en alle dromers meenemen. Er is niet veel wat Ismael niet kan doen. Hij is als de Osiris van de islam. Ook wordt hij uitvoerig besproken in de amazone mythologie en filosofie. Het Judaïsme dumpte dit archetype min of meer. Hij kwam voort uit het verbond tussen Israel en Egypte. Hij was een vreemdeling. Jeremia begon de aandacht weer meer en meer op het vreemde te richten. De mens was te snel gegaan, en had iets over het hoofd gezien. Alles moest maar vertrouwd en overbekend zijn. Dat was gezellig voor de mens, en daarover had de mens niet veel uit te leggen. Dat moest je gewoon ervaren en geloven, en geen vragen stellen. Jeremia maakte daar korte metten mee. De islam moest wel komen, maar daarmee was de mensheid er nog niet. Ook de islam zouden ze tot een markt maken en tot iets vertrouwds en bekends. De mens moest komen tot de diepere islam, tot het eeuwige ijs, om zo tot de Vur te komen, de natuurreligie. Hiertoe was Ismael uiteindelijk de wildernis ingegaan. Israel moest dus wel in ballingschap gaan, om zo met Ismael verzoend te worden. Israel kan niet leven zonder Ismael. Ismael kan niet leven zonder Israel. Zij hebben elkaar nodig. Zo kan de mens komen tot de diepere geheimen van het zwarte geld. Dit heeft zijn hoogtepunt in de ramadan maand, de vastenmaand, ook één van de vijf zuilen van de islam. Daarin wordt het minderen tot daadwerkelijk geduld, als een harde steen. In de grootse, heilige nacht daalt dan uiteindelijk het heilige vreemde neer. Het is het geheim van het zwarte geld. Het is niet losgekoppeld van het heilige vreemde. Ismael wist hoe hij moest werken en hoe hij het zwarte loon moest ontvangen. De mens die het niet weet is een triest en tragisch mens. Je kan nog zoveel weten, maar als je dit niet weet, dan heb je juist het belangrijkste niet, en dan heb je je prioriteiten helemaal verkeerd gesteld. Maar de mens heeft er de eeuwigheid voor om dit natuurprincipe uit te diepen. De mens mag een relatie beginnen met het zwarte geld, wat tegengesteld is aan het materialistische, kapitalistische geld. Het stadse geld moet sterven. Het koninkrijk van Rian moet vergaan. Dit zal gebeuren op het hongerpad, wanneer de mens volhoudt tot het einde. Uw honger moet volkomen worden. Het heilige vreemde overstijgt alles, als de heilige veer. Ook de heilige rode veer komt veelvuldig in de amazone mythologie voor in relatie tot het zwarte geld, en het komt ook voor in de Vur.
Hoofdstuk 15. Rahab en de grote hongersnood Het hongergeld, het zwarte geld, is dus het anti-geld, en het zal komen. Zoals velen wachten op de komst van de antichrist wacht ik op het anti-geld. Hard nodig deze dagen. Ik sta er al voor in de rij. U ook ? Of wacht u liever op christus zoals de traditionele kerken, die ook de antichrist verwachten vlak voor zijn komst. Christus en de antichrist bestaan niet. Het is een mythe met een diepere betekenis. Het zijn slechts principes. De judaïsten, en later ook de christenen, gingen verder met izaak, niet ismael. Ismael was namelijk de zoon van een vreemdeling, alhoewel hij ook Abraham's zoon was. Ze hadden het niet zo op vreemdelingen. Die hadden lagere status en werden ook rustig tot slaaf gemaakt. Ismael werd later verstoten en de wildernis ingezonden. Wat verwacht het christendom dan ? Natuurlijk zou Ismael zijn eigen religie bouwen. Ook dit is slechts een mythe, maar het laat wel zien hoe de judaïsten en de christenen in elkaar zaten. Het waren elitisten, die niet veel van het vreemde moesten hebben. Hun religie, hun geslachtslijnen, daar ging het om. Zo ga je niet met andere volkeren om. De judaïsten hebben destijds heel Kanaan lopen plunderen vanwege stemmetjes in hun hoofd, althans als je de mythologie moet geloven. Jeremia predikte er tegen. Volgens Jeremia waren het allemaal fabeltjes. Zij die de schriften hadden opgesteld waren leugenaars in zijn ogen. Jeremia moest er niets van hebben. Hij hield van het vreemde. Niet dat het allemaal volmaakt was, maar hij vond dat de mens dat juk nodig had, dat de mens iets miste. Jeremia was geen samenzweerder zoals sommigen dachten. Hij stond tussenin het volk en de vijand. Jeremia was een dualist. Ismael was verbannen en had alles verloren. Hij was op het hongerpad in de wildernis. Hier moest hij zijn weg zien te vinden. Hij wilde ook niet terug. Daar waar hij vandaan kwam speelden ze slechts sinterklaas. Hij wilde het diepere pad op. Natuurlijk zou hij terugkeren, maar voor nu moest hij dit pad op. Hij moest in zijn geduld eerst alles verdiepen. Dat is wat geduld is : een verdieper. Het is niet zomaar iets passiefs. Het is een kracht van de natuur. Het brengt laagjes aan, van laag tot laag, als het water. Het is het maghreb mysterie in de islam, het avondgebed, de beoefening van het geduld. Dit vindt zijn hoogtepunt in de ramadan, de vastenmaand, waarin het geduld volkomen wordt en als antwoord daarop het heilige vreemde zich openbaart, neerdaalt als een heilige veer. Het is zij die in de nacht komt, om inspiratie te geven. Dit is hoe profetie werkt. Zij die het hongerpad niet ten volle willen begaan zullen op het pad afbuigen tot valse profetie. De hogere mens zal volharden. De lagere mens zal altijd weer afvallen. Ze proberen het misschien, maar geven dan weer snel op, worden snel afgeleid tot kakiaitische verrassingen, omkoperijen enzovoorts. De lagere mens wil het evangelie van Ismael niet. Als ze het woord hongerpad horen dan steken ze lui hun tong uit van apathie. Daar hebben ze geen zin in. Ze leven voor het plezier, voor het comfort. Met hen daarover te discussiëren heeft geen zin. Ze zullen altijd weer aankomen zetten met dezelfde drogredenen. Daarom is het zaak voor de hogere mens het pad van de eenling op te gaan en zich niet bezig te houden met zieltjes winnen en kerkgroei statistieken. Dat is voor zakenmensen. De eenling is geen zakenmens. De eenling gaat tot het anti-geld, tot het hongergeld,
het zwarte geld. De eenling doet zijn geduld rijpen, totdat het volkomen is, volhard, vereeuwigd, en daarmee bouwt de eenling zijn Bakkah, zijn mekka. De koran is het orakel van de ismaelieten. Zij hebben ook een deel van God. God is overal, dus ook daar. Zij die de islam bij voorbaat totaal verwerpen zijn gewoon lui, en zoeken God niet. Het is een brokstuk dynamiet, en de mens dient er mee te worstelen om het op diepte te schatten, op waarde te schatten. Wat weet een mens ? Het is een stuk natuur wat de mens nodig heeft en wat de mens verworpen heeft. Het judaïsme en het christendom verwierpen ismael, en toen kwam Jeremia die zei : kijk, dat gaat zo niet. Aanvaard het vreemde juk, en schat het op waarde, want gij hebt iets over het hoofd gezien. Het vreemde kwam over hem, en hij kon zich er niet tegen verzetten. Er was een boodschap die hij moest brengen. Hij viel de oude orde van het elitaire judaïsme aan, zoals hij ook het elitaire christendom zou aanvallen. Zij die de koran letterlijk nemen vervallen ook tot elitisme. De koran is een symbolisch orakel wat alleen begrepen kan worden in de grotere demonologische context. Het gaat erom tot de kern-dynamieken te komen. Telkens weer stelt de koran dat de mens dient terug te keren tot de zakaat, de armenbelasting, oftewel het hongergeld. Dat verbreekt de macht van het stadse geld. Het anti-geld zal komen. Vergeet christus en de antichrist, want hier gaat het in diepte om. Christus is maar een mythe die geen letterlijke waarde heeft, maar de stad aanbidt dit gouden kalf. Zowel het judaïsme als de islam bestraffen deze afgoderij, en terecht. Op dat punt is Israel verzoent met Ismael. Mohammed werd op zijn nachtreis genomen van Mekka tot Jeruzalem, en werd toen tot de hemel genomen, wat laat zien dat de hemelvaart alleen kan plaatsvinden als Jeruzalem (Israel) en Bakkah (mekka, Ismael) verzoend worden. Ook het land Nod waar Kaïn naartoe trok, en wat in het Hebreeuws zwerven en beven betekent (de heilige vreze), staat voor Bakkah, mekka. Zo trok Ra dus door zijn moeder Nod, oftewel door sebek, de krokodil, als een beeld van de diepte-exegese. Toen Ismael tot deze Kainitische vestiging kwam herbouwde hij het. Nod is dan evenals Bakkah ook een oudere naam voor Mekkah. Nod is het land van de nomaden. Het is een gebied dieper in Kanaan, het beloofde land, stelt de Bilha. Kain betekent tentslaaf (kahen), wat meer een titel was van Ismael, die door zijn moeder werd meegenomen naar het land Bakkah (Nod). Ismael leerde door zijn honger en geduld wat de ware tentendienst inhield, dit in tegenstelling tot Mozes die hiervoor te materialistisch was en daardoor niet tot Bakkah kon komen. Er is dus een duidelijk verschil tussen de mozaische tentendienst en de ismaelitische tentendienst. De profeten spraken van de komende hongersnood, en dat was niet zomaar een gebrek aan voedsel, maar een gebrek aan het woord van God, een gebrek aan het horen en gehoorzamen van God's woord. De hongersnood is de rahab in het Hebreeuws. Rahab was ook de vrouw van het rode koord in Jericho waardoor er redding was. Zij betekent 'grote leegte'. Dit wil zeggen dat we alleen door de hongersnood tot het heilige touw (de heilige gebondenheid) kunnen komen. Rahab of ra'ab is ook een afkorting van Rebekkah. Zij was de vreemde vrouw, als beeld van het heilige vreemde. Wij leven nu in die hongersnood. Mensen horen de gnosis niet, en gehoorzamen de gnosis niet. Maar alleen zo komen wij tot Rebekkah, tot het heilige vreemde. Alleen door rahab, de hongersnood, komen we tot het rode touw in het boek Jozua. Dat is dus een kern van Jericho die niet viel, zoals ook een belangrijk deel van de islam niet zal vallen. De natuur religie zal overblijven, en die loopt door alles heen, als het rode touw, die alleen getoond kan worden door Rahab, de hongersnood.
Hoofdstuk 16. De vervreemding Het hongerpad van Ismael, dat is het ravijn van Calvijn waarin de mens zijn lagere wil volledig moet verliezen. De wil moet onderworpen zijn aan de hogere natuurkennis. De wil is de nek van de mens waar de nekketen, de anaq (hebreeuws, egyptisch) omheen moet, zoals Kain in de Egyptologie ook de anaq om zijn nek had. Zo wordt de mens door de vreemde, duistere kennis voortgetrokken op het hongerpad, zoals Ismael. Job zuchtte en verlangde naar de anaq, naar de nekketen, opdat zijn wil beteugeld zou worden. Zo kwam hij tot de zuwr, het vreemde, verre volk, wat hem meenam. Job was voortgekomen vanuit de onderwereld, de erets, en zou weer tot de onderwereld moeten terugkeren. Er is zoiets als een christelijke wil. Christenen worden nog steeds gedreven door hun wil, door hun gevoelens. Ze dragen de nekketen niet, de anaq. Ook laten ze zich leiden door hun oppervlakkige, traditionele kennis, maar meer nog door hun geloof. Dat is de christelijke wil die zich maskert met geloof, want geloof draagt geen verantwoordelijkheid, hoeft geen reden te geven. De christelijke wil is onderdeel van de lagere wil. In het ravijn van Calvijn waar de mens zijn lagere wil verliest, wat de eerste zuil is van het calvinisme, daar ontvangt de mens de nekketen van de onweerstaanbare kennis, wat een loon is. Dat is de vierde zuil van het calvinisme. Calvijn spreekt zichzelf voldoende tegen, en verspreekt zich ook vaak, zodat het natuurpad duidelijk te zien is. Het calvinisme is heel erg dualistisch, maar daarvoor moet je de geschriften van Calvijn kennen, en niet de orthodoxe calvinisten volgen die nooit de moeite hebben genomen Calvijn's uitgebreide geschriften en commentaren te lezen. Er zit een grote, onnaspeurlijke diepte in de geschriften van Calvijn, waarin zijn gespleten karakter zichtbaar wordt. Je kan er alle kanten mee op. De vijfde zuil is de zuil van de onontkoombaarheid, waarin alles vereeuwigd is. Als je eenmaal de nekketen hebt ontvangen, dan kom je daar ook niet meer los van, en dat is de heilige gebondenheid. Ook Jeremia en Ezechiel hadden deze gebondenheid ontvangen als het vreemde juk. Het oude vertrouwde en bekende was er niet meer, want beiden waren zij profeten in de Babylonische ballingschap. Jeremia had er tegen gevochten, maar het ging niet meer weg. Het was gekomen voor een reden. Zo waren zij uitverkoren (tweede zuil) en ook afgezonderd (derde zuil). In het hongerravijn van Calvijn verliest de mens dus zijn lagere wil. Dit is het pad van de eenling, niet zoals Calvijn het stelt dat iedereen daarin wordt geworpen. Calvijn neigt een beetje teveel naar de genade-leer, die tevens ervoor zorgt dat dit gedrocht ook de mens zomaar in ongenade kan doen vallen, vanwege de uitverkiezingsleer. Dat wil niet zeggen dat Calvijn ook daadwerkelijk altijd zo spreekt. Er zijn meerdere Calvijnen. Maar toch komt het er vaak op neer dat de mens geen vrije wil heeft. Calvijn werd geleid door een buitenaardse macht. We kunnen Calvijn niet op het eerste
gezicht nemen, maar moeten komen tot de exegetische Calvijn. Calvijn moet uitgelegd worden. Er moet commentaar op gegeven worden, en het moet in een grotere context worden besproken. Er is dus groot verschil tussen de orthodoxe Calvijn en de diepere, exegetische Calvijn. De orthodoxe Calvijn is een Calvijn die zich heeft gebaseerd op eenzijdige vertalingen van de werken van Paulus. Verder was Calvijn een mysterieuze man die niet voor een gat te vangen was. Bij alles wat hij zei zat wel weer een addertje onder het gras. Hij sprak in code. Hij werd geleid door een grote buitenaardse macht die de wereld totaal zou veranderen. De mens moet juist de hongerput van Calvijn in om tot de uitverkiezing te komen. Dat zijn de eerste twee zuilen, als het hongerpad van Ismael. De laatste zuil is de volharding, oftewel het geduld, waartoe het hongerpad leidt. Op het hongerpad ontvangt de mens dus ook de anaq, de nekketen. Orthodoxe calvinisten zullen daar gillend van wegrennen, maar de exegetische calvinist zal dit begrijpen. In het proces van het volkomen worden van het geduld en de vereeuwiging, oftewel de vijfde zuil van Calvijn, is het heilige vreemde en de vervreemding. Heracles moest tot de eeuwige volharding komen, het volkomen geworden geduld, tot het eeuwige ijs waarin hij het erymantische zwijn kon strikken en stroppen, als beeld van de lagere wil die werd onderworpen aan de hogere kennis. Het eeuwige ijs is ook een beeld van de islam, speciaal van de ramadan waarin het geduld geoefend wordt tot volkomenheid, opdat het heilige vreemde komt, de grootse, heilige nacht, die beter is dan duizend maanden. Zij die de vreemde nacht hebben ontvangen zijn zo de ware gezuiverden, en de Koran stelt dat alleen zij de Koran kunnen uitleggen (56:78-79). Heracles is Here-kalos, oftewel de dienstknecht van Here (een aretaïtische godin) in het Grieks, hij die het goede doet, hij die Here gehoorzaamt. Kalos, kls, is een Griekse verdraaiing van het Aramese skl, sukkal, wat de geduldige betekent, de omzichtige, en wat ook het wortelwoord is van Ezekiel (skl), Ezechiel. Sukkal is door zijn geduld en omzichtigheid, door de langere natuurweg te nemen in plaats van de korte stadsweg, gevoelig geworden, met geopende zintuigen. Ezechiel oftewel Sukkal, de omzichtige geduldige, was een profeet tijdens de babylonische ballingschap, het tijdperk waarin het vreemde was gekomen. Hij was te midden van de ballingen aan de rivier de Kebar (vgl. Geb-ra, Kephri, de heilige mestkever van de wedergeboorte), en kreeg daar het visioen van het heilige vreemde te zien wat was gekomen. Het was een natuurvisioen waarin hij beesten zag, het nomadische en het eeuwige ijs. Uiteindelijk leidde dit Ezechiel ertoe de heilige gebondenheid te ontvangen : En uw tong zal Ik aan uw verhemelte doen kleven: gij zult stom zijn en hun niet tot een bestraffer wezen, want zij zijn een weerspannig geslacht. Maar als Ik tot u spreken zal, dan zal Ik uw mond openen. (3:26-27) In Ezechiel 25 was Sukkal omringd met leedvermaak, en streed ertegen. Maar er is ook zoiets als tuchtverheuging, wat bij de mens zelf bevindt. Als je je meer verheugt over de tucht van iemand anders dan over de tucht van jezelf dan is dat leedvermaak. Verblijdt u in de beproeving, stelt Paulus. Heb er een welbehagen in, want het trekt u dichter tot God. Elk lijden is dus altijd mee
lijden. Daar is een zekere blijdschap aan verbonden, als de blijdschap van het kruis, en de blijdschap van het hongerpad. Daarom waren de volkeren rondom Sukkal vol met leedvermaak, omdat de mens het vreemde juk ontving, het heilige vreemde. Er is dus ook een heilig leedvermaak, waarin de nuance heel anders ligt. Het was geen lichtzinnig leedvermaak. Sukkal sprak van een bitter leedvermaak. Ook klaagde Sukkal over de eeuwigdurende vijandschap van de vijand, maar dit is een beeld dat het heilige vreemde de volharding in het minderen is, en zo blijft strijden tegen het vertrouwde en het bekende. Het is een beeld van de vervreemding, waardoor er geen verzoening kan zijn, maar slechts vijandschap. Ook als er verzoening plaatsvindt is dit in vijandschap, door de opgelegde balingschap, het vreemde juk. Sukkal moest dit aanvaarden. An het einde van Ezechiel gaat het over de nieuwe tentendienst waartoe Sukkal moest komen, want Mozes had een valse tentendienst opgesteld, wat uiteindelijk resulteerde in de babylonische ballingschap. Sukkal ging samen met zijn moeder in ballingschap, en moest zo komen tot de vreemde tentendienst. De tentendienst moest hersteld worden. Als het ego, de lagere mens, onderworpen wordt en ten onder gaat, dan moet de hogere mens daarover wel blij zijn, want anders als de mens daarover teveel verdriet zou hebben dan is het verdacht, dat de mens toch nog zijn vlees terug zou willen hebben. Neen. Het vlees moet ten onder gaan, en de mens moet hierover verheugd zijn. Maar dit mag geen lichtzinnige verheuging zijn wat op de ander wordt geprojecteerd. Is er dan geen overwinningsgejuich en overwinningsgejoel als de natuurmens zijn stadse ego heeft overwonnen, in andere woorden heeft doorgrond, verdiept ? Dat is de exegese. Het is als een groep hyena's die hun prooi verslinden en daarover heilige wellust hebben, want zo wordt eindelijk de hogere kennis geopenbaard. Laat uw blijdschap dan heilig zijn en in sidderen en beven. Er is maar een hele dunne lijn tussen valse blijdschap en ware blijdschap. Daarom is de ware blijdschap altijd in ernst en altijd met een zekere mate, opdat er balans blijft. Er is overwinningsblijdschap, maar laat het je nooit tot een valstrik worden. Wordt nooit overmoedig in je blijdschap. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Vaak is blijdschap slechts een drugs die door de vijand wordt aangeboden om de mens in slaap te doen dutten. Wees daarom altijd op je hoede en waakzaam. Wees altijd in geduld, en maak je geduld volkomen. Sukkal was als naakte balling aan de rivier de Kebar, wat in het Hebreeuws ver weg betekent, oftewel het vreemde. Israel was totaal ontmaskerd en ontwapend, volkomen naakt. Er was niets meer tussen hen en de vreemde natuur in. Hoofdstuk 17. Ra wordt tot Sekhmet wordt tot Sokar
Ra moest op zijn tocht door de onderwereld door de verschrikkelijke re-seth, rst, woestijn, waarin hij moest worden tot seth, de god(in) van de wildernis en de duisternis. Alles gaat in deze woestijn tegen elkaar in. Het is de woestijn van de tegenstander, van het dualisme. Dan komt Ra tot de grot van Sokar die bewaakt wordt door de dubbele leeuw. Die grot is boven de hel, die de put van de verjonging en de wedergeboorte is. Sokar is daarvan de wachter, en ook wachter van de mond, oftewel van de heilige gebondenheid, de heilige wederopvoeding. Sokar is Sek-ra, skr, waar Ra komt tot de leeuw, Sekh(met), en wordt tot Sekhmet, wat het beeld is van het volkomen worden van het geduld. Dit is een groot mysterie in de Egyptologie, en aan dit mysterie worden cobra-geesten zoals Saveer geëlectrocuteerd. Skr, zkr, is in de bijbel Zekaryah, zkr (Hebreeuws, Zacheria). Sekhmet, de leeuw van geduld, ook wel Sekhet of Sakhet genoemd in de Egyptologie, is het fundament van de latere islamitische zakaat, en het wortelwoord ervan, de armenbelasting, het hongergeld, wat één van de vijf zuilen van de islam is. De zakaat is symbolisch, en kan alleen beoefend worden door hen die geduld hebben. Het gaat niet slechts om geld en goederen te geven aan de armen, maar het is hoofdzakelijk energetisch in de zin dat door in geduld te minderen breng je van je eigen visionaire overvloed tot de armen. Overmoed rooft energie, altijd weer, rooft visioen, zodat de armen in een heel arm visioen terecht komen in de matrix. Overmoedigen kunnen de zakaat dus niet betalen. Alleen minimalisten die hun geduld volkomen maken kunnen de zakaat betalen en daarom moest Ra een ontmoeting krijgen met Sek of Sekhet, de heilige leeuw, om zo tot Sek-ra to worden, oftewel Sokar, skr. Zo worden de kanalen van het geven en krijgen weer heilig, door geduld, door het mysterie in de woestijn waartoe Ra kwam. Hiervan is de olifant een beeld, als wachter van het nomadische leven, van wat uit en ingaat, uitgebeeld door zijn slurf. De mens moet deze principes begrijpen. De leeuw leidt tot de olifant. De leeuw van geduld leidt tot de heilige logistieke economie van de natuur, de olifant. Dit komt terug in het Ganesha principe van India. Is de mens klaar wanneer de olifanten zullen komen ? Zij zullen alles innemen. De stad zal geen truukjes meer kunnen doen. De olifanten zullen alles terugbrengen tot de natuur. In de indologie kwam de olifant voort vanuit het vuil van de aarde. De olifant is groot natuurgeweld. Zijn grote oren staan voor het luisteren en al in al is het een manifestatie van het herstel van de mannelijke geslachtsdelen. De teelballen zijn hele gevoelige organen van de man die de oren van het hart zijn, en de man heeft ook een slurf die hij moet leren beheersen en niet overal in moet stoppen. Dat is de les die de man moet leren. De man moet leren leven door geduldig luisteren, en vandaaruit komen tot sekhet, de zakaat, net zoals Ra op zijn tocht door de woestijn van de onderwereld. Het moest zijn natuur worden, seth, niet slechts goede daden. De olifant is het hart van de natuur, waarin de man komt van horen tot gehoorzamen. De leeuw van geduld leidt tot dit principe, want alleen door het oefenen van volkomen geduld kunnen deze kanalen opengaan. Olifant is in de cryptosofie lfnt, lf-nd, life-nod, oftewel het leven in Nod, het leven in Bakkah (Mekka), de vijfde zuil van de islam, de Hadj. Ganesha, de indische olifant, is gan (tuin, wildernis, aramees) van esha (ezau, isa, jezus). Isha is ook het nachtgebed in de islam. Natuurlijk is de Hatt of Hadj in de oudere talen ook het bloedorakel, wat uitvoerig in de tweede bijbel wordt besproken. De mens moet leren wat het ware natuurofferen is, en dat is iets symbolisch wat in de mens zelf plaats moet vinden, waarin de mens zijn lagere natuur achterlaat om tot zijn hogere natuur te komen, van
ego tot heilige natuur-economie. Dat is wat de offerdienst is. Het is iets demonologisch en filosofisch. De olifant herstelt deze offerdienst door de leeuw. Hoofdstuk 18. De symboliek van de islamitische maanden Ismael werd verbannen uit zijn eigen familie en religie tot diep in de wildernis, waar hij uiteindelijk tot Bakkah kwam (de oudere naam voor Mekka), in een vreemd land. Ismael brak met het oude vertrouwde en het bekende om tot het heilige vreemde te komen, en bouwde samen met Abraham uiteindelijk de Kaaba in Mekka. Deze verbanning tot de wildernis ging verder dan alleen maar het Jezus plaatje. Vandaar dat Ismael een belangrijk natuur-verlengstuk is, waar ook de islam uiteindelijk uit voort is gekomen. Ismael is de link terug tot de natuur. Muharram is de eerste maand van de islamitische kalender. Op de tiende dag wordt het Ashura feest gevierd, de dag waarop Israel tot de wildernis kwam in de exodus. Dat is voor de islam de ware verzoening, terwijl de christenen zeggen dat je tot Jezus moet komen, en de joden hebben hun grote verzoendag. In diepte gaat dit allemaal om hetzelfde. Op de grote verzoendag, op yom kippur, gaat de hogepriester tot de tabernakel, oftewel komt de mens terug tot de soberheid van het leven in de tenten in de wildernis, zoals ook het volk Israel in de exodus. Dat is dus een heel Ismaelitisch principe van Ismael die tot de wildernis werd gezonden. De maand Muharram betekent het verbodene, omdat het in deze maand verboden is oorlog te voeren. De Israelieten mochten niet strijden, maar moesten de wildernis in vluchten, terug tot de natuur, om zo tot de wildernis tenten te gaan, om tabernakeldienst te verrichten, wat symbolisch is voor het horen en gehoorzamen van de gnosis. De mens mocht dus niet strijden, maar moest belijden, zichzelf disciplineren in de natuur, kennis innemen. Daarom moesten Adam en Eva tot de Assur boom komen, de boom van kennis, wat ook de verboden boom werd genoemd in de zin dat het een gebruiksaanwijzing had voordat je ervan kon nemen. Het had voorwaarden en principes. Er zijn dus voorbereidingen om tot de boom van kennis te gaan. De tweede maand is de maand Safar, waarin de tenten leeg staan en de mens de natuur ingaat om daar te leren. De oorlog, oftewel de demonologie, wordt weer geleerd, na het vluchten. Door de maanden heen loopt het door de ramadan, de negende maand van het vasten, het minderen en hongeren door tot de tiende maand, de shawwal maand, van de logistiek, het brengen van alles tot de juiste plaats. De logistiek kan dus alleen geleerd worden door het vasten. Als de ramadan eindigt, oftewel vrucht draagt, dan gebeurt dat op de eerste dag van de shawwal, op het eid-al fitr feest. Men mag dit feest niet binnengaan zonder eerst een speciale zakaat al fitr betaald te hebben, een speciale gift aan de armen voordat het vasten van de ramadan wordt beeindigd. Demonologisch gezien is dat de ware zaadlozing van de
man die op zijn tijd van vasten zijn hoogtepunt hierin bereikt, symbolisch en filosofisch besproken, wat ook de basis is voor de logistieke sexuologie van de gnosis. Het zijn heilige wetten waarmee dus niet gerommeld mag worden. Pas nadat de speciale armengift is gegeven mag men gaan tot de eid gebeden op het feest van de eerste dag van de shawwal om zo de ramadan te beeindigen, te volbrengen. Zo maakt men het geduld volkomen. Het zijn diep doordachte tradities waar de mens exegetisch mee om mag gaan. Dit traject van de islamitische maanden gaat ook door de zevende maand, de Rajab, de maand van de ontwapening en de heilige vreze, wat de maand is waarin de nachttocht van Mohammed plaatsvond, van Bakkah tot Jerusalem, en toen tot de hemel. Dit is dus ook een maand van grote profetische inspiratie, als de mens zijn wapens aflegt. De heilige vreze is het begin van de wijsheid en de kennis. Dit is dus een oorlogsvasten, opdat men geestelijke tochten kan maken, nomadisch kan leven. Soms moet men dingen achterlaten in plaats van er nog voor te strijden. Het is dan tijd om naar een ander gebied te gaan. Het is dus ook een maand van de nacht, en toen deze maand tot mij kwam verloor ik even mijn bewustzijn en orientatie. Dit is allemaal nodig tot het ingaan van de ramadan en als de ramadan dan op de eerste dag van de shawwal maand ten einde is gekomen, dan wordt dat ook wel het suikerfeest genoemd, als een zoet natuurfeest om de ramadan af te sluiten. Het zaad is dan gezaaid, en de bittere dood wordt wat zoetig. Alleen door het minderen volkomen te maken komt de mens tot de ware, logistieke natuurzoetheid, die dus zeker niet te weinig is, maar ook zeker niet teveel, in de juiste verhouding dus. Het is een kort feest, en zoet mag alleen met mate worden genomen, dus daarom wordt het ook wel het kleine feest genoemd. Het duurt maar een dag. Men mag het niet overdrijven, want dan gaat de bedoeling van het vastenfeest verloren. Het is dus tegelijkertijd een soort wedergeboorte van de mens, waardoor er een wederopvoeding zal plaatsvinden. De mens krijgt dan nieuw speelgoed. Hoofdstuk 19. De islamitische tegenhanger van het kerstfeest De ramadan eindigt met een speciale gift aan de armen, en dan is er het suikerfeest. Het is een symbolisch vruchtbaarheids-ritueel van de natuur. Ook in de Vur wordt dit proces beschreven, de ramadan, het minderen door het cirkelen, wat dan uiteindelijk de zoete kracht van de natuur voortbrengt, niet te veel, niet te weinig. Want zo eindigt de Vur : 129. HET VERBORGENE 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien,
Hier zijn de veranderingen 2. Het heilige snoep zit op de troon, De troon is het verborgene De mens die de ramadan dus niet kent zal nooit komen tot het suikerfeest, en alle suiker die hij neemt zal verrot zijn, van de stad, om hem te kelen. 127. HET VERBODENE 1. Het is niet om te eten, Het is een sieraad, De sleutel is van snoep, Het smelt in mijn hand 2. Zij hebben een stad gebouwd van snoep, Als een weg tot de wildernis Dit smelten betekent dat we spreken over een verminderend snoep, niet een vermeerderend snoep, en het moet symbolisch toegepast worden, niet letterlijk. Het is een lange rivier, Dit is het land van namaak, En ze zegt dat we het alleen kunnen binnenkomen door het te lezen, En alle belasting werd tot snoep (101:24) Hier in de diepe wildernis had zij haar huisje van snoep geplaatst, en was zij slechts een diepere inwijder. Het harnas van snoep lokte de soldaat tot een diepere strijd, de patronen van de wildernis. Zij was het lijden van de jongen in zijn jeugd om hem te behoeden voor een veel groter kwaad. De kooi die zij hier had gebouwd was niets vergeleken met de kooi van de stad. Zij bewapende haar kinderen en ontzag hen niet. Zij tuchtigde haar kinderen reeds vroeg (20:9-11) Het suikerfeest moet dan direct overgeschakeld worden tot de eigenlijke bedoeling en mag zeker niet bij het natuurzoet blijven hangen : logistiek. Dat is waar de maand van shawwal voor staat, en waar al het vasten van de ramadan goed voor is geweest. Nu komt alles op zijn plaats. Het is de maand van een soort opname na de ramadan, wat ook de betekenis is van het woord shawwal. Dit is de tiende maand. Daarna is er de dulqida maand, wat betekent dat men zich dingen eigen moet maken, als een geoefendheid, wat dus wijst op Areta. In deze maand is ook de oorlog verboden. Men moet oefenen, leren, studeren. Men moet zich disciplineren. Het is een maand van wapenstilstand. De mens moet teruggaan tot de tenten, en kijken wat de buit is door de logistiek. De twaalfde maand is de dul-hadj, de maand van de bedevaart. In deze maand is ook het offerfeest, wat natuurlijk strict symbolisch genomen moet worden en niet letterlijk. Dit is de id-al-adha, of eidal-adha. Het is de terugkeer tot het vreemde en de wildernis. Daarvoor moet de mens offers brengen, oftewel de stad achter zich laten. Het is het pad van Ismael. De grenzen die destijds door Jezus werden gelegd worden zo ook doorbroken. Ismael leidt niet alleen weg uit de stad, maar ook
uit de kerk, en uit al het vertrouwde en herkenbare. Het is de daadwerkelijke link terug tot de wildernis. Dit zijn allemaal facetten van de symbolische zakaat, het betalen van de armenbelasting. Zonder de zakaat kan men niet nomadisch leven. Daarna is er weer de eerste maand, de muharram, de maand van de afzondering in de wildernis. Men moet alles achterlaten en niet strijden, maar vluchten, en in die afzondering zal de wedergeboorte plaatsvinden, want de mens leert hier daadwerkelijk horen en gehoorzamen, en wordt weer als een kind. In de derde maand, het feest van de eerste lente wordt namelijk het feest van de geboorte van Muhammed gevierd, wat de tegenhanger is van het christelijke kerstfeest. Dit wordt de Mowlid genoemd. Het is de duistere wedergeboorte na de tweede maand, de oorlogsmaand safar. Ook de maanden van de eerste en de tweede lente zijn oorlogsmaanden. De Hadith stelt dat de Safar leidt tot conflicten tussen de stammen in deze maanden, en daar zullen in de de daarop volgende maanden, tussen de zomermaanden (wat overigens bevriezen betekent in de wortel, of droog en regenloos, jamad) Jumada (droog, regenloos ), en de Rajab, goede en mooie dingen gebeuren, tot herstel van de positie van vrouw. Het zijn symbolische maanden die dus niet altijd samenvallen met de jaargetijden waarop ze wijzen, omdat het een verschuivende maankalender is. De eerste Jumada maand, of zomermaand, is de maand van de wederopvoeding. Als de mens zich onderwerpt aan de wederopvoeding, dan kan het beeld van de natuurvrouw hersteld worden. Hoofdstuk 20. De islamisering van de wereld De maand voor de ramadan is de shaban, de maand van de scheiding en afzondering, want in deze maand werd alles achtergelaten om op zoek te gaan naar water. Dit is een vereiste voor de ramadan. Het betekent ook ergens tussenin zijn, als een beeld van de tussenstappen, de voorwaardes. Niemand kan zomaar tot de ramadan gaan zonder eerst door de shaban heen te gaan, wat belangrijk is om de hedonisten, informanten en conformisten uit te zuiveren. De mid-shaban nacht is een belangrijke nacht in deze maand, omdat het de mens lossnijd van zonde, opdat het contact met God wordt hersteld. De twaalver-shia, voornamelijk gerepresenteerd door Iran, heeft deze dag hoog in het vaandel als de geboortedag van de komende mahdi die de wereld zal oordelen en de mens met God zal verzoenen door grote scheuringen. Dan zal het vrederijk aanbreken. Voor Iran is de sha'ban dus een hele belangrijke maand. In de gnosis is dit het jupiter mysterie. De twaalver shia's vieren de geboorte van de mahdi op de vijftiende shaban en strekken zich ook tegelijkertijd uit naar zijn terugkeer. Hier smeken zij om, vragen zij om, en dringen er op aan. Er is een belangrijke link tussen Calvijn en de komst van de mahdi. De shaban maand van scheiding komt terug als de derde pilaar van het calvinisme waarin de gelovigen van de ongelovigen worden gescheiden. Het is dus maar voor een gelimiteerde groep, namelijk 'de uitverkorenen', wat zich in de
natuur dus uit in de 'natuurlijke selectie'. Dit is een principe. Voor de shaban moet je alles achterlaten, de gehele kudde, alle kudde-mentaliteit, om op zoek te gaan naar het verlorene, het vergetene, dieper in de wildernis, zoals Ismael. Dit is dus voorafgaande aan de ramadan. De shia geloven dat Ali de opvolger was van Mohammed, en de soennieten zijn de volgelingen van Aboe Bakr. Dit heeft een gecodeerde betekenis. Ali is van het oeramazonische 'ila', wat bevriezen betekent, oftewel de afscheiding, en bakr is de amazone oorlogsgodin Bakroe, oftewel Rebekka, ook de eigenlijke identiteit van Delilah, zij die Simson bond en tot de heilige slavernij leidde in de exegese van de Bilha. Dit is ook weer verbonden aan de bedevaart tot Bakkah, de oudere naam van Mekka, één van de vijf zuilen van de islam. De mens op het Ismael pad moet zich dus uitstrekken tot deze Simson (shama-zuni in de gnosis, het horen en gehoorzamen van de zuni) ervaring. Dit is dus ten diepste een soenni ervaring. Het is de terugkeer tot de demonologie. Het is de terugkeer tot het vreemde en de wildernis. Daarvoor moet de mens offers brengen, oftewel de stad achter zich laten. Het is het pad van Ismael. De grenzen die destijds door Jezus werden gelegd worden zo ook doorbroken. Ismael leidt niet alleen weg uit de stad, maar ook uit de kerk, en uit al het vertrouwde en herkenbare. Het is de daadwerkelijke link terug tot de wildernis. Dit zijn allemaal facetten van de symbolische zakaat, het betalen van de armenbelasting. Uiteindelijk komt de mens dan als Simson onder de verleiding van Delilah, als beeld van de vreemde (filistijnse) gnosis, wat in de exegese van de Bilha het bakroe mysterie is, oftewel het mysterie van Rebekka, een belangrijk onderdeel in de aretaitische filosofie. Simson ontvangt zo de heilige touwen in zijn verstrikking en verwarring, en wordt zo gesleept tot de vreemde tabernakel, tot heilige tentendienst, wat ook weer onderdeel is van het calvinisme, dat het vreemde dat zal komen niet zal kunnen worden wederstaan, oftewel de vierde pilaar, wat uiteindelijk leidt tot de vereeuwiging, waarin de mens niet meer kan ontkomen, oftewel de vijfde pilaar. Dit gebeurt allemaal in het Bakkah mysterie. Wat wil het shia en soenni mysterie zeggen ? Dat er geen heilige gebondenheid is als de mens zich niet afzondert. Dit vindt dus uiteindelijk plaats in Bakkah. Ismael kwam tot een vreemd land. Het is al wat er gebeurt in de shawwal maand na de ramadan, als een soort opname, wat dan verder leidt tot de hadj maand van de bedevaart. Dit is dus in principe een heilige ballingschap. De islamisering van de wereld valt niet meer te stoppen. Wel valt het te verdiepen. Wiens eigendom bent u ? Wij zijn allemaal eigendom van de natuurprincipes, en in de maand tussen de shawwal en de dulhijjah (vgl. delilah), oftewel de dulqida maand, komen wij deze natuureigenaars onder ogen.
Hoofdstuk 21. De natuurcodes – calvijn en de islam De duistere dynamieken van de islam moeten verklaard worden, anders zal het tot strop zijn. Vele christenen hebben zich niet laten updaten door de islamitische exegese, en daardoor bleven hun opvattingen gedateerd. Het westen ligt geheel opgesloten in het christelijke jaar, de kerkelijke kalender, en daarom liggen er geheime codes verborgen in de islamitische kalender om de mens hiervan te bevrijden, net zoals Ismael bevrijd werd. Het kerkelijk jaar met zijn feesten houden de mens opgesloten in de stad, maar het islamitische jaar kan dan verdieping geven. Het kerkelijk jaar is een wurgslang genaamd Rohr, zeer dik, zeer lang. Deze slang houdt de mens af van het pad van Ismael, en neemt genoegen met het Jezus pad. Jeremia zag niet voor niks het vreemde volk komen. Dat was niet slechts het komende babylonische rijk wat hij zag, en ook niet alleen maar het rijk van de meden en de perzen, maar hij zag de islam, de beulen uit Orion in de grondtekst. De calvijn code wil dus ten diepste zeggen : nee, het gaat niet om de voorwaardes die de katholieke kerk heeft gesteld. Er zullen vreemde voorwaardes komen, dus de ouden zijn ongeldig verklaard. Dat is de ware definitie van onvoorwaardelijk, dat er oude voorwaarden worden geschrapt, om zo de mens te onderwerpen aan vreemde, onbekende voorwaarden, zeer exotisch en duister, giftig. De mensheid werd gebeten door een slang. Calvijn draaide er niet om heen. Het was overduidelijk. Hij noemde het beestje bij zijn naam. Maar alleen de geinitieerden in de calvinistische gnosis begrijpen de calvijn code. Ook deze duistere dynamieken moesten verklaard worden, anders zou de strop volgen, en die kwam toch wel. De heilige gebondenheid staat te dringen. De mens is afgeweken, roekeloos geworden, ondoordacht. De mens is bandeloos en teugeloos, op weg naar de afgrond. Calvijn is een afgrond op zich, als een woeste, duistere baarmoeder die staat te dringen, die op jacht is. Haar baarmoeder is nat en duister, harig, om de vrucht te beschermen. Dat is waarom de amazones in de diepere wildernissen veel donkerder zijn. De vrouw in de stad verheerlijkt haar witte huid en kijkt neer op de donkere huiden. Zij moest namelijk het kind offeren, tot de massa's, fel in het licht. Zij was uitgezonden om het kind te doden. Lange gifnagels, met chemische lakjes, om de kinderharten te bedriegen. Het lijkt allemaal op snoep voor het kind, maar de vrouw in de stad is op jacht, een dodelijke jacht. Zij is islamofoob, de anti-mahdi. Zij is preuts wanneer het aankomt op de gnosis, maar wanneer het om geld gaat speelt zij ineens de hoer. Jezus of Yeshua is voor de afzondering, de shaban maand, voorafgaande aan de ramadan, en Ismael is meer de link tot het vreemde. Ismael is het verlengstuk. Niemand moet zomaar vastraken bij Jezus, bij Yeshua, oftewel de Shia islam. De Soenni islam is het verlengstuk, want zij volgen Bakr, bakroe, oftewel Rebekka, waarvan ook Delihla een beeld is in de aretaitische filosofie en de Bilha. In de stad hebben ze vaak een voet fetish, of liever gezegd een hoge hakken fetish, allemaal gelakt leer met chemische stoffen en nylon kousen, alles wat juist de voet afdekt, want ze willen de wortels niet zien. Ze willen de donkere voet van de natuurvrouw niet zien, want ze weten dat ze hierdoor verpletterd gaan worden. Er is daarom alleen een filosofische aretaitische voet fetish zoals Maria die aan de voeten van Jezus zat, tot de bron ging, of zoals Ruth die in slaap viel aan de voeten van Boaz, en wat in de aretaitische filosofie vaak omgedraaid is als de man die aan het voeteneinde van de vrouw slaapt, oftewel zijn ego is door de exegese verpletterd. Simson, of shama-zuni, onderwierp zich aan de zuni, het hele soenni islam mysterie, de volgelingen van bakr, bakroe, rebekkah, waarvan delihlah een beeld is. Hij werd gebonden met touwen en
getrokken tot filistijnse tentendienst, de donkere tentendienst in de wildernis, oftewel de amazone zuni stam. De Filistijnen ontwikkelden zich tot de Soenni Islam. Zij aanbaden de godin Delilah, wat in wezen dus Bakroe was. Dit is ook waar Bakroe oorspronkelijk vandaan kwam, van de Zoenni, Zoeni-amazones. De billen van de amazone hebben te maken met oordeel, met de jacht en de slacht, wat leidt tot wedergeboorte door haar donkere anus. Hiertoe zijn de shitta-jongens belangrijk, die de heilige amazone anus dienen. De shiieten, sjiieten, zijn hiervan een cryptisch beeld, de twee na grootste stroming binnen de islam. Ook de anus wordt volop in de ghetto stad aanbeden. Kleine jongetjes lopen rond met een grote mond over vrouwenbillen, en de oudere ghetto mannen met hun gouden tanden en afgezakte broeken, zakken volgepropt met geld, lopen naar de billenschudders toe om er een flinke mep op te geven. 'Heerlijk, ik ben er nu toch,' zeggen ze dan, en daar stroomt dan het geld. Vrouwen hebben metershoge naaldhakken aan zodat de voet niet in contact staat met de aarde, en is dus omgeven met gelakt leer of wat ze er dan ook voor chemische troep voor gebruiken. Het is eigenlijk het zelfde liedje als met de cholera naaldhakken. De ghetto man heeft een naaldhak fetish. Daar wordt hij opgewonden van. Het gaat niet bepaald gepaard met erg diepe filosofie. En daar staat hij dan, de man, slaande op zijn trom, de billen van de ghetto vrouw. Maar het is dus een zegel wat verbroken dient te worden, want hier gaat de amazone filosofie achter schuil. Het Kakiaitische pad houdt het aretaitische pad verborgen. De billen van de amazone hebben te maken met oordeel, met de jacht en de slacht, wat leidt tot wedergeboorte door haar donkere anus. Hiertoe zijn de shitta-jongens belangrijk, die de heilige amazone anus dienen. De shiieten, sjiieten, zijn hiervan een cryptisch beeld, de twee na grootste stroming binnen de islam. In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, als een beeld van het terugkeren tot de shitta, het amazone reinigings-ritueel. De moeder anus is in het Sanskrit de vrucht van het paradijs. Dit betekent dat Adam een shitta jongen was. De shitta jongen moest komen tot de Zuni stam om haar anus te dienen. Eva is een beeld van de Zuni stam. Dat is iets filosofisch, niet iets letterlijks. Het is metaforisch. De anus is door de natuur gemaakt met een bedoeling. De mens moet dus ook niet overmatig smetvrees en preuts worden. De mens moet weten wat het betekent om zo niet in de valstrikken van Kakia terecht te komen. Kakia hoeren zijn vaak als nonnen, en gooien dan ineens de jurken open. In het Sanskrit is de anus als de CYUTI de verbanning, de val van een goddelijk bestaan, en het afstand doen van geaccepteerde normen en waarden, van de gevestigde instituten, zoals de val in het paradijs dit voorstelde, door het eten van de verboden vrucht. De CYUTI is ook de symbolische dood. Dit leidt tot wedergeboorte. De CYUTI, SUTI, is verbonden aan de shitta, ST, als de anusdienst, waar ook het woord ZOET vandaan komt. Dit is ook de reden waarom het christendom de ST als grootste vijand heeft gemaakt, als de ST-N, de afgrond van ST, Satan, als de anus van de shitta (cyuti). De wedergeboorte door Bakroe, door rebekkah, oftewel de bedevaart naar bakkah (mekka) wordt namelijk gevreesd en daarom is het orthodoxe christendom ook stellig gekeerd tegen de Sunni Islam, als overdemoniserend zonder tot de symbolische en cryptische waarde ervan te komen.
Zo zien we Bilha die op het beest rijdt worden tot Bakroe, tot rebekkah, tot bakkah, die Haar heilige anus laat zien, als de poort tot de wedergeboorte. Dit is een grote oorlog, een duistere afgrond. De anus is het beeld van de demonologie. Weet je anus te beheersen. Weet waartoe het dient en waartoe het niet dient. Simson moest onderwerpen opdat hij de Zuni stam (Suni, filistijnen, beeld van de stam van de oorlogsgodin) zou dienen, wat ook de betekenis van zijn naam is : Sama (luisteren en gehoorzamen, Hebreeuws) Suni. Zoals de Bilha zegt : "Bakroe (oorlogsgodin) is het geheimenis van de hoofdbesnijdenis. En zij is gekomen om visioenen te geven, en om de heiligen doorgang te geven, want lang zijn zij door onderdrukking tegengehouden." En : "Bakroe is van de diepere wildernissen van het paradijs. Zij draagt het wapen om gehoorzamen te testen. Zij is als de sieraden van het lijden. Zij spreekt recht in list en symboliek. Zij raakt het letterlijke niet aan. (..) Zij is de weefster van het paradijs. Zij weefde het paradijs als in een mysterie. In de dieptes van de wildernis woont zij, om dapperen te onderwijzen, zij die door hun lijden tot haar zijn gekomen. Als de amazone van de Heerin is zij." Bakroe wordt in de Bilha de oudste dochter van Bilha genoemd. Dat is wat Rebekkah in de gnosis is. Dit is wat de Bilha II boek 5 zegt over de Zuni : 5. En de Orionse Deuteronomium sprak : Ziet, gij werd opgejaagd door de Zuni, en zij dreven u tot Chorma, de plaats van mutilatie. Zie, dit is metaforisch : Uw armen werden afgehakt, opdat gij niet zou spreken. Gij zou niet meer handelen vanuit uw zelf. 6. Gij weende voor het aangezicht des Heren; maar de Here luisterde niet naar u en neigde haar oor niet tot u. Zo bleef gij dan lange tijd in Qadesh, als een tentslaaf, de vele dagen, dat gij daar vertoefd hebt. Zo kwam u tot het rangensysteem van de Zuni. En u klaagde hierover in uw tenten. Gij klaagde dat de Here u had overgeleverd onder de voeten van de Zuni, omdat Zij u haatte en zo vernietigde. 7. Ook klaagde gij over uw nekketenen. Heeft de Here u dan niet geketend aan Haarzelf ? Dit is waar de Soenni islam op wijst. Deze dynamieken horen bij elkaar : shia – soenni. Dit is waar de eeuwenlange strijd tussen deze stammen voor staat. De maand shaban vlak voor de ramadan is het mysterie van het grote oordeel wat gaat komen, en wat er al is. Het is het jupiter-jove mysterie, oftewel het mysterie van job die ook tot de wildernis werd geleid en zich aan de zuwr moest onderwerpen, de vreemde stam uit Orion. Dat is ook waar Ezau voor staat, die tentendienst verrichte in de diepte van de wildernis, afgezonderd. Hij was een losgesnedene. Het was een Shia jongen van het oude testament. Daar komen Shia en Soenni tezamen, de afgezonderde met het vreemde. Er moet dus een verzoening komen tussen Shia en Soenni. Jezus had teveel weggekapt, maar in de diepte ligt het verborgen. De mens moet terug. De Oerdoegmus is een oeramazone hieroglief van een jongen die de anus van een amazone schoonlikt Het Amerikaanse stopwoord 'shit' komt van het amazone woord 'shitta', wat een reinigings-ritueel is. De shitta-jongens zijn een vorm van amazone-slaven die de anus van de amazone moet
schoonlikken na het ontlasten. Dit is zwaar metaforisch en komt terug in de esoterie van Ezechiel waarin hij zijn voedsel moet klaarmaken op ontlasting, als een beeld van de komende Amazone ballingschap van het volk. Het is het beeld van de terugkeer tot de moeder anus. Ook werd hij hiertoe met touwen gebonden voor driehonderd negentig en veertig dagen. In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, als een beeld van het terugkeren tot de shitta, het amazone reinigings-ritueel. De moeder anus is in het Sanskrit de vrucht van het paradijs. De vrucht in het paradijs is een groot mysterie, als een voortplantings-orgaan die een geheime plaats bewaakt. Dit is de UPA-STHA in het Sanskrit, “staan op”, “dichtbij”. De anus is in het Sanskrit het binnenste centrum, als een oerstam, ook als de oogst, het diepere loon, de karma (kra-ma, de offerwet van de gnosis). Het is de opslagplaats van de gnosis. De anus houdt zich verborgen, maar kan zich plotseling manifesteren, als een grote ontmaskering in het Sanskrit. De schildpad is hiervan een symbool, GUHYA, KUJA. In het sanskrit is de anus de weg van de goden, het proces van de adoptie, van de inname, het geaccepteerd worden tot een samenleving, door dwang of vrijwillig. GRHYA, KRA-YA. Ook zijn het ceremonies van gecultiveerde affaires (geboorte, huwelijk, etc.). Het is geen vrijheid, maar afhankelijkheid aan de sociale code van een stam. De anus is het symbool van de stamwet. Ook is de anus als de CYUTI de verbanning, de val van een goddelijk bestaan, en het afstand doen van geaccepteerde normen en waarden, van de gevestigde instituten, zoals de val in het paradijs dit voorstelde, door het eten van de verboden vrucht. De CYUTI is ook de symbolische dood. Als MARGA is de anus het pad van de jacht, het traceren van prooi, de weg van een wild beest. Deze vorm van de anus in het sanskrit is ook een merkteken en een titel of hoofd, heerser, in de wet. Ook deze vorm is een stelsel van gewoontes en tradities, en heeft ook een aankondigend karakter. shaban maand – afzondering ramadan – vasten, minderen shawwal – logistiek, opname dulqida – geoefenheidheid, bezit zijn dulhijjah – bedevaart naar bakkah, het vreemde De simson dynamiek van de heilige slavernij is hierin dus heel belangrijk. Dit is dus shama-zuni, maar heel specifiek dus ook shama-bakkah, want het is de gehoorzaamheid tot rebekkah, als beeld van de onderwerping aan het vreemde. Simson was een richter, een slager, als beeld van een geoefende, en kon zo tot onderwerping komen. Het is de onderwerping aan god, aan el of allah, of ila, de bevrorenheid van areta, tot het punt dus waarop het een natuur wordt, een gewoonte, een oerinstinct wat niet meer tegen te houden valt. De mens wordt zo meegetrokken met de wilde rivier van de logistieke oerlusten. Daarom is dit niet slechts simson maar ook shama-el, samuel. Hij werd van de ene moeder tot de andere moeder overgedragen, tot tentendienst. Dit was metaforisch voor zijn verhouding met god.
De natuur is niet lineair. Het profetische leven is niet eenvoudig, maar ingewikkeld en strikkend. De natuur strikt, omdat de mens een potentieel gevaar is. De natuur drijft mensen in een hoek. Je hoeft geen sinterklaas te verwachten van de natuur, maar de natuur test wel door sinterklazen. Kiest de mens voor Kakia, de gemakszuchtige ongeoefendheid of Areta, de geoefendheid ? Dat is altijd weer de vraag, niet of de mens voor Jezus of satan kiest, want dat is een strijd over theologische kwesties. De strijd tussen Kakia en Areta ligt fundamenteel verborgen onder het christendom, en de mens moet ertoe ontwaken. Overal door de bijbel lopen deze bedradingen, en de mens mag diep duiken in de grondteksten. Alleen zo komt de mens terug tot de aretaitische filosofie, wat het oorspronkelijke christendom was. Het draait dan niet om Jezus of heracles, want dat waren slechts voorbeelden. Het draait om de godin Areta, de geoefende natuur. Alles moet dus een kwartslag draaien. In de stad eet men hondenpoep, en is alles gebouwd van hondenpoep. De mens beseft het niet, want de mens doet er chemische lakjes over. In de natuur is de man onderworpen aan de vrouw, aan de baarmoeder. Dat is niet letterlijk, maar een symbolisch principe. Hiervoor is de bokjesjacht belangrijk. Het bokje is in de demonologie een beeld van het letterlijke, het materiele, het dichte, het valse harde. De shamaan gaat heel diep de onderwereld van de wildernis in, en komt tot wilde en woeste amazone stammen die leven van de bokjesjacht. De bokjes hebben veel gestolen en verdraaid, en daarom moeten ze alles weer uitpoepen. De onderworpen man wordt als vernedering hiermee ingesmeerd en moet het innemen, als een vruchtbaarheids-ritueel, om los te komen van het eten van hondenpoep in de stad. Dat is filosofische symboliek met diepe demonologische betekenissen waar de mens niets vanaf weet. Wel worden deze dingen dus in het boek Ezechiel besproken, want ook Ezechiel moest zijn voedsel bereiden op veemest. De onderworpen man wordt met allerlei natuurcremes ingesmeerd door de amazones om hem los te maken van de stadse smeerseltjes. Er moet dus wat tegenover staan. Dit zijn diepgaande rituelen. Ook worden er dingen in zijn haar gesmeerd. Het is een vruchtbaarheids-ritueel om te overleven. Deze codes zijn ook allemaal terug te vinden in de shaban maand van de islam, de maand van scheiding, die vooraf gaat aan de ramadan. Het is de maand van het oordeel, en dit oordeel gaat over de wereld komen. De komst van de islam is in de diepte de komst van de amazones. Als je naar de islam kijkt, dan is dit iets duisterders dan het christendom. Deze vrouwen zijn donker. En zoals het islamitische nachtboek al stelde is de ramadan een vrouw. Moedervlek, de opvolger van David, ontmoette haar in dat boek. Alles wat we om ons heen zien zijn losgeslagen brokstukken van het zelf. Het past niet meer. Het is verwilderd, roekeloos, losgeslagen, maar diep binnenin liggen nog steeds de natuurcodes. Het is alleen voor de puzzelaars. Kakia staat voor niet studeren, niet oefenen, maar spijbelen, terwijl Areta voor het onderricht staat. Kies dan heden wie gij dienen zult. Delilah staat voor de verstrikking door de natuur. De mens is stads geprogrammeerd, geconditioneerd, en is laks wanneer het aankomt op de aretaitische filosofie, en verschuilt zich immer in religie. Delilah staat voor de grote verwarring, maar de mens moet er doorheen om tot de diepere schepping te komen, de diepere natuurcodes. Delilah is een jager, een strikster, wat ook de woordbetekenis is van Rebekkah. De stad wil de mens tot slaaf maken tot het lagere, maar de natuur wil de mens terug brengen tot de gehoorzaamheid aan het hogere, opdat de mens door deze principes zal leven en niet ten onder zal gaan in schaamteloze kakiaitische genotszucht. Alleen de filosofie brengt leven. De spijbelzucht is een parasiet die de mens ten onder wil brengen. En het ego zal ten onder gaan, en de diepere mens zal tot zijn doel komen. Dit is al in alle eeuwen vastgelegd.
De diepere mens mag hiertoe ontwaken. Het ligt in ieder mens verborgen. Delilah is die code tot ontwaking. Het is een natuurmythe die door Joodse mythemakers was vastgelegd. Simson was geheel verstrikt in de orthodox Israelitische wetsystemen. Hij had hierin ook een hoge functie als richter zijnde, als een slager. Hij zat geheel vast in het systeem. Hij was een gevangene van de stad. Daarom moest Delilah, de vreemde vrouw, wel komen, om die conditioneringen te verbreken. Simson was in dat opzicht als een Israelitische Heracles. Delilah was zijn Areta, zijn noodzaak tot verdiepende geoefendheid, opdat hij aan Kakia kon ontkomen, de gifklauwen van de stad. Zij moest hem opnieuw programmeren. In dat opzicht wordt Rebekkah dus genoemd in de gnosis, omdat Rebekkah de moeder was van Jakob en Ezau, en de wilde Ezau stond voor de toekomst van Jakob, waarin hij met de stadse tradities zou breken en zou terugkeren tot de vreemde wildernisgnosis van Ismael. Daarom zette Rebekkah hen al vroeg tegen elkaar op. Ezau was het teken dat Jakob zou overleven. Hoofdstuk 22. De verwerping van ismael De shaban maand is de achtste maand, en voorafgaande aan de ramadan. De shaban betekent de afzondering en de gespletenheid, de verstrooiing, en is een hele belangrijke maand in de twaalver shia islam van Iran, vanwege de verbondenheid van de komst en de geboorte van de mahdi, de islamitische verlosser. In de islam is ook Jezus, Isa, hieraan verbonden. Het zijn natuurlijk ook Jezus principes, dat de mens zich moet afzonderen om los te komen van de bedriegelijke kakiaitische kudde mentaliteit. Deze afzondering moet ook binnen de mens zelf plaatsvinden als een heilige gespletenheid. Je mag je linkerhand niet laten weten wat je rechterhand doet. Vaak heeft het volgen van de kuddegeest te maken met eerzucht. Maar de heilige gespletenheid brengt verwarring en verwerping. De shaban moet genoeg verdiept en verlengt worden totdat het vreemde wordt bereikt, de laatste, twaalfde maand, de dulhijjah, de maand van de pelgrim, de nomade. Alleen met het Jezus, Isa, principe zal de mens er niet komen. Dan zal de mens weer vastraken in de stad als Koekejan basterdsuiker. Neen. De mens moet het Jezus, Isa, principe toepassen totdat de mens als Ismael is geworden en zo tot het vreemde is gekomen. Het vreemde beproeft de mens, test de mens, verstrikt de mens en inspireert de mens. Moet je water bij de wijn doen, compromissen sluiten, om maar overal binnen te kunnen komen, in de smaak te vallen ? Moet je daarvoor je eigen hoge standaarden verlagen ? Dan ben je kakiaitisch bezig als je mensen naar de pijpen danst om maar aardig gevonden te worden. Waar is dan het offensief ? Wildernis profeten waren niet geliefd. Ze spraken een harde boodschap, en moeilijk te begrijpen. Ze hadden een vreemde tong.
Zij die ongeoefend zijn zijn automatisch dienstknechten van Kakia. Zij worden in de stad aan haar gewijd, wat het lot is van de kinderen. Hulpeloos als ze zijn leren ze Kakia lief te hebben, gevoelig te zijn voor Kakia. Daarom is de shaban hard nodig. Het is de uittocht uit de stad. Daarom is Ismael's verworpenheid zo belangrijk, want als hij niet verworpen zou zijn, dan zou hij nog steeds een stadse kakiaiet zijn. De mens heeft eerzucht nodig voor kakiaitische sexualiteit, waardoor kakia haarzelf voortplant, maar de sexualiteit van de gnosis gaat door de verworpenheid, door Ismael's verworpenheid, de bok verbannen tot de wildernis, want zo wordt de mens afgezonderd, en zo komt de shaban als fundament van de ramadan. De kakiaitische mens wil aardig gevonden worden, leuk gevonden worden, wil stadse complimentjes ontvangen, en tooit zichzelf daarmee op. De kakiaitische mens is een volgeling van sinterklaas, oftewel sinterkakia. Deze mens vind zijn waarde niet in de aretaitische filosofie, maar in de complimenten van anderen, wat anderen van zo'n persoon denken, ook al is dat vaak huichelarij en omkoperij, als onderdeel van de kakiaitische jacht. Het zijn verlokkende, exotische valstrikken. De mens valt er zo graag in. Zo is de mens onderdeel van het kakiaitische systeem. De mens lust er pap van. Telkens tooit de mens zichzelf ook weer op om aan deze jacht deel te nemen. Het is psychologische oorlogsvoering. Blijf er omheen draaien en zie wat het is. De mens is diep in het oerwoud, en gevaarlijke, goed gecamoufleerde exotische jagers proberen de mens te strikken. Kakia meent het. Ze heeft miljoenen jaren ervaring in deze jacht. Het schijnt te werken. Alles lijkt te zijn vastgelopen. Alles is Kakia wat de pot schaft. Daarom moest de islam wel komen. Het was zo duister en onbegrepen, en ook Kakia mengde zich erin, als laatste strohalm. Het was een gevecht tussen Kakia en Areta, tussen ongeoefendheid en geoefendheid. Ongeoefendheid schijnt op korte termijn te werken. Het is grissen en grijpen, en veel pretenderen. Maar Areta is een geoefend krijger. Zij gebruikt strategie en denkt op lange termijn. Het pad van de shaban is lang. Juist ter voorbereiding op de shaban maand van de afzondering is er de rajab maand van de ontwapening. Eerst moet de mens alle camouflages van kakia afleggen, al haar make up afdoen. De mens moet dan vluchten, niet strijden. Juist het strijden zou de mens weer vast doen haken in het kakiaitische systeem. Vaak is strijd nog eerzucht, gelijk willen hebben. Maar het gaat er in deze maand niet om om gelijk te krijgen en recht te hebben. Het gaat erom weg te wezen voordat het te laat is. Kijk niet om naar de stad. Verander niet in een zoutpilaar. Laat de dingen zoals ze zijn, en neem afstand, anders raak je weer vast. Accepteer het, zoals ook Ismael zijn verworpenheid moest accepteren. Hij was uitgekotst door de stad. De mens die vol wil houden in de Rajab maand wordt blootgesteld aan enorme pesterijen door de kakiaieten, die de mens zo willen verleiden om toch maar weer te gaan protsen. Een heleboel mensen vinden de prijs van de rajab te hoog. Zij willen niet ontwapenen. Dan voelen ze zich naakt, leeg en verworpen, alsof ze anderen niets te bieden hebben. Ze zouden teveel gehoond worden. Dan horen ze er liever bij, en staan liever aan de kant van zij die pesten, laf als ze zijn. Ze doen dan gewoon mee. De diepere mens moet hier allemaal doorheen. Kakiaieten komen in allerlei vormen en maten, om de mens te verwarren. Er wordt gesold met de ontwapende mens, maar dit is slechts schijn. De mens die volhoud in de ontwapening zal uiteindelijk winnen. Er is dan een strijd gaande om die mens. Het ware wapen is dus de ontwapening in de rajab maand, voorafgaande aan de shaban maand van de afzondering. De mens kan dus niet zomaar afzonderen. De mens moet eerst de wapenrusting afdoen. De mens voelt zichzelf dan misschien kwetsbaar. Alle maskers zijn
afgegaan. Maar het feit is dat de mens dan echt tot leven komt. Zo komt de mens terug tot Areta, de natuur filosofie. Ontwapening is belangrijk ter voorbereiding van de maand van afzondering, shaban, en de ramadan. Soms is het beter te ontwapenen en creatief met dingen om te gaan. Wapens zouden dan juist de creativiteit blokkeren. De creativiteit is de ware overwinning en de ware bevrijding. Vaak is het dan het leren denken in langere termijn. Ismael moest de nacht van de ontwapening in en werd verworpen, waardoor hij in de oerverwarring kwam, in het grote misverstand, maar dit was de enige manier om deze nacht in te gaan. Alles in de wildernis kon zijn einde betekenen. Daarom werd hij paranoide, nam hij geen risico's, en kwam tot een nieuwe bewapening die grote voorzorgsmaatregelen trof. Hij werd tot satan, oftewel een tegenstander van elk mens. Hij werd tot vijandig, zoals ook God in de satan veranderde in het boek Numeri, en ook Jezus veranderde in de satan aan het kruis. Hij werd gelijkgemaakt aan de vijand. Alleen de vijand zal overleven, niet de overmoedig vertrouwende. Pas op elke stap die je zet in dit mijnenveld. Je grootste vriend kan je ergste vijand zijn. Blijf testen, blijf verdiepen, weest vijandig naar de systemen van de stad. Kom tot het vreemde. Ga dubbelzinnig met dingen om, ga tot de diepere lagen. Maak het niet normaal en niet traditioneel, want dan heb je het spel verloren. Op het diepste punt van het kruis veranderde Jezus in Ismael, en werd de verworpene. 'Mijn god, mijn god, waarom hebt gij mij verlaten ?' Hij was ouderloos geworden. God had geen kinderen. De geboorte van de islam. Het was als de nachtreis van Mohammed in de rajab maand, in de maand van ontwapening, de maand voorafgaande aan de shaban maand. Er werd een verbinding gemaakt tussen Mekka en Jeruzalem, en zo kwam Mohammed tot de hemel. Dit is een mooie belofte van de verzoening tussen het christendom en de islam om de wereld op de paradijs aarde voor te bereiden, want alleen zo zal het paradijs kunnen komen. Maar om dezelfde nachttocht te kunnen maken in de rajab zal de mens dus moeten ontwapenen. De mens moet durven dingen weer in twijfel te trekken en niet snel de wapens te grijpen en eigen rechter te spelen. De lagere mens wil altijd gelijk hebben, ook als de lagere mens niet gelijk heeft. Zou er een vreemde interpretatie mogelijk kunnen zijn voor alles om ons heen ? Zou de wereld er dan niet een stuk beter uitzien ? Of zal dit een nieuwe oorlog zijn ? De vreemden zullen komen, en ze zullen alles wat de mens denkt te weten overweldigen. Oh, de mens is zo vol van zichzelf, maar ze zullen vol worden van iets anders, want de waarheid valt aan het einde niet te ontlopen. Het christendom zal worden tot de islam, zoals Jezus werd tot Ismael. En dat is ook de wortel van het Jezus woord, Iysh in het Hebreeuws, de dienstknecht van het hogere. Het is een brug die de mensheid dient over te gaan, en die brug is onvermijdelijk. Het is al veel te ver gegaan. De natuurkrachten roepen de mensheid weer terug. Een oud indiaans gezegde luidt : 'Je kan alleen je vijanden verslaan als je als je vijanden wordt.' Dat betekent dus dat de mens van vijanden heel veel kunnen leren. Vaak representeert het iets wat de mens is vergeten. De ontwapening leidt tot de afzondering, ook de afzondering binnen de mens zelf, de gespletenheid, waarin het ene moment niet weet van het andere moment. Het zijn allemaal delen van de mens.
Hoofdstuk 23. De verworpen Ismael De man in de stad : 'kijk naar mij, kijk naar mij. Ik wil je aandacht voor mijn uiterlijkheden : mijn stropdas, mijn verleidelijke ogen (doortrapt), mijn overweldigende lichaam, mijn kaartendek waarmee ik sjoemel, mijn grote auto, mijn net pak, mijn gevoel voor stadse mode, mijn keurig gekamde haar, met scheiding, mijn vlotte humor, ik heb altijd mijn woordje klaar,' enzovoorts. Maar de man in de wildernis heeft kinderlijke schoonheid, en kent zichzelf niet eens. Hij kent zijn delen niet, en die weten ook niets van elkaar af. Hij begrijpt de stad niet, en de stadse man. De stadse man is erg zelfverzekerd, erg pretentieus, en denkt dat hij met deze eigengemaakte soep de lotterij heeft gewonnen. Maar de man in de wildernis twijfelt. Het is natuurlijk een groot contrast. De man in de stad : 'Kijk naar mijn bling bling, naar mijn gouden tanden, naar mijn broek half afgezakt. Kijk hoe ik dom naar je kijk, hoe ik je op je billen sla. Dat wil je toch ? Kijk hoeveel geld ik heb gestolen, hoe ik mensen heb lopen bedriegen en oplichten. Kijk hoe dom ik ben, want zo is alles binnen ons bereik. Dom is 'sexy' in de stad. Je krijgt zo snel dingen gedaan in de kakiaitische industrie. Je hoeft er niet veel voor na te denken. Alles wordt voor je gedaan. Gewoon dom wezen, en daar ga je. Dom is sexy. Wat sexy is weet geen kip, en dat willen ze ook niet weten. Ze goochelen graag met woorden die ze niet begrijpen. Alles maken ze snel en overmoedig sexueel. Alles wordt zo uitgebuit. Het is één grote machine, want ja, Kakia wil voorplanten. Daarom heeft ze het altijd en immer over sex, en gebruikt ze triggerwoorden zoals 'sexy' en 'hot'. Ja, dat is hot. Koffie is al klaar hoor, in een wip. Ga maar zitten, schuif ik het zo naar binnen. En daar loopt ze met haar knalrode centimeters lange nagels en hoge hakken van bijna een halve meter. Naaldhakken. Want ja, ze mocht de aarde eens raken. Nee, dat is vies, en Liesje mag niet vies worden. Daarom lopen ze op hun tenen, vol van angst voor de natuur. Nee, er moeten grote betonblokken tussen. Als ze haar schoenen uittrekt, dan weet je hoe laat het is, en moet je hard rennen, want het is een moordwapen in haar hand. Vrouwen en hun naaldhakjes. Hevig overstuur zijn ze als je er iets van durft te zeggen, want naaldhakken zijn 'sexy' in hun ogen. Zelfde verhaal. Het is hun inkomen. Een wildernis man moet kotsen van al die vreemde chemische troep, stinkende lak, die vrouwen vandaag de dag op hun nagels smeren. Het stinkt een uur in de wind, stadse stank. Je krijgt er een nare smaak van in je mond. Maar de stadse man vind het heerlijk. 'Ja, ze heeft lef hè,' wordt er dan gezegd. Altijd trekken ze hun snuiten los als zulke vrouwen langslopen. En maar kijken en fluiten. Nou, daar komt wat langs zeg. Lekker met z'n allen in de groeps-illusie. De wildernis man vindt het walgelijk, maar die telt niet mee. Liesje mag niet vies worden.
De stadse man : Dom is sexy. Kijk hoe dom ik ben, hoe dom ik loop, hoe dom ik naar je staar. Als je ook dom bent kunnen we samen hokken. Kakia zal ons rijkelijk belonen. De wildernis man : Hoe bestaat het. Kakia wil ik niet, maar Areta is onbereikbaar voor me, lijkt het wel. Die geeft haarzelf niet zo makkelijk als Kakia. De stadse man is vals zelfverzekerd, maar de wildernis man is in grote twijfel, in de verworpenheid van Ismael. Hij voelt zichzelf tussen wal en schip. Alles heeft een hoge prijs. De stadse man : Ja, zelfverzekerdheid is sexy. Een vlotte babbel ook. Dat vinden vrouwen heerlijk, want dat glijdt zo makkelijk weg. Alles makkelijk. Makkelijk is sexy. Wildernis man : Kun je ophouden met dat woord 'sexy'. Je weet niet eens wat het is. Het is bijna verbale aanranding als je dat woord om de haverklap gebruikt. Stadse man : Ah joh man, zeur niet zo. Filosofen zoals jij moeten altijd weer roet in het eten gooien. Heb je niets anders te doen ? Wildernis man : Sexy zei je hè ? Ik zal je laten zien wat sexy is. Stadse man : Haha, jij zeker. Ik ben toch zeker geen homo ? Wildernis man : Ik heb hier een boek wat jij niet durft te bestuderen. Stadse man : Laat zien dan. Wildernis man : Het boek is zeer sexy, maar het is dodelijk. Stadse man : Ga jij dan maar lekker met je boek. Ik heb liever een echte vrouw. Wildernis man : Maar je bent niet eens een echte man. Stadse man : Hoor wie het zegt. Wie gaat er nu boeken lezen als er vrouwen in de buurt zijn. Wildernis man : Het zijn mijn types niet. Ik ga liever voor wat diepte. Stadse man : Nou, denk niet te diep, anders breekt je brein nog en kun je helemaal niets meer. Wildernis man : Bedankt voor de goede zorgen. Stadse man : Geen dank. Geef maar een tientje. Wildernis man : Ik heb geen geld. Ik heb alleen maar een broek en een fluit. Stadse man : Nou geluk ermee. Ik ga er nu vandoor.
Wildernis man : Goed zaken gedaan. Stadse man : Ik kan me niet meer bewegen. Wat heb je gedaan ? Wildernis man : Je hebt je nooit kunnen bewegen. Het waren slechts illusies. Stadse man : He doe nou niet zo flauw. Ik heb jou toch ook niets gedaan. Laat me gaan. Wildernis man : Geen sprake van. Je bent een verbale aanrander. Op heterdaad betrapt en gearresteerd. Stadse man : Je bent de politie toch zeker niet. Dan ben je toch echt verkeerd bezig. Ik doe geen vlieg kwaad. Maak me los. Wildernis man : Ik maak niks los. Stadse man : Dan roep ik Kakia. Wildernis man : Dan roep ik Areta. Stadse man : Die komt toch nooit. Ik heb het eens geprobeerd, maar ze kwam niet, en toen heb ik maar voor Kakia gekozen. Lekker makkelijk. Lekker uit eten met haar iedere donderdag avond. Lekker romantisch, lekker kip eten. Wildernis man : Ze heeft je versteend. Stadse man : Is ze een heks ? Wildernis man : Nou en of. Wat denk je. Stadse man : Alsjeblieft help me dan. Wildernis man : Help jezelf. Lees wat meer boeken, doe wat meer onderzoek voordat je je mond lostrekt. Stadse man : Alsjeblieft. Wildernis man : Heb je gehoord wat ik zei ? Stadse man : Alsjeblieft. Wildernis man : Dit is hopeloos. Er is scheiding tussen de wildernis man en de stadse man, zware scheiding, in de shaban maand. Ze kunnen elkaar niet verstaan, komen niet dichter tot elkaar. De wildernis man moet gaan tot de ramadan in de wildernis. Hij kan niet bij de versteende stadse man blijven staan. Langzaam
verstenen ook de kaken van de stadse man, en hij kan niet meer spreken. Er komen kakiaitische vrouwen langs op hoge naaldhakken met lange bloedrode nagels. Hij zou ze graag op de billen willen slaan en ze nafluiten, maar hij kan niets meer. Plagerig botsen de kakiaitische vrouwen hun billen tegen de versteende stadse man aan. 'Wat een stijve hark !' roepen ze giechelend. 'Staat daar als een houten plank !' En weer botsen ze plagerig hun billen tegen hem aan. Hij krijgt zijn kaken niet meer van elkaar, en staat daar bijna te trillen. Hij wil spreken maar hij kan het niet. Dikke tranen lopen er over zijn wangen, maar de vrouwen zijn meedogenloos. Ze lachen hem zelfs uit. Ze honen hem, want heeft hij ooit medelijden met hen gehad ? Hij onderdrukte ze, en gebruikte ze. Nu zouden ze hem gebruiken. Voor hem waren vrouwen slechts als sigaretten, maar nu had hij er een longkanker door opgelopen. Vrouwen waren voor hem slechts wegwerp doekjes, maar nu was hij de weggeworpene. 'We kunnen hem als standbeeld zetten op het kinderpleintje,' giechelt een vrouw. 'Nee, nee,' denkt de versteende stadse man, maar hij kan niets beginnen. Hij is hulpeloos als een baby. Hij is zijn wapens kwijt. De rajab maand is begonnen. Hij wordt geplaagd door de kinderen van de stad, en tegen de avond wordt hij de wildernis in gekieperd. Even later vindt de wildernis man hem, helemaal onder het zand. 'Hi,' zegt de wildernis man. 'Van gedachten veranderd ?' 'Ja, helemaal,' zei de versteende stadse man. 'Neem mij mee tot de shaban maand opdat ik hiervan afgezonderd wordt, en neem mij dan mee tot de ramadan.' 'Heel goed,' zei de wildernis man, 'en dan zullen wij samen tot Mekka gaan.' 'Oh mekka,' zegt de versteende stadse man dan, terwijl zijn ogen glinsteren. 'Zij was altijd genaamd bakkah of rebekkah, zo'n prachtige vrouw.' 'Ze is een boek,' zei de wildernis man, 'een filosofie.' 'Laten we tot haar gaan,' zegt de versteende stadse man. 'Zij is onze enige hoop. Ik heb gezien dat de stadse vrouwen tot de dood leiden.' Zo zij het, zei de wildernis man, laat je ene moment niet weten wat je andere moment doet. Kom, het is tijd. Laten we gaan. 'Maar ik kan me niet bewegen,' zei de versteende stadse man. 'Niemand kan zich bewegen in de nacht van de ontwapening,' zei de wildernis man. 'Je moet wachten tot de morgen.' Laat me hier niet alleen, smeekt de versteende stadse man. Roofdieren zullen me vast eten. Geef me je hand, zei de wildernis man.
Ik kan me weer heel iets bewegen, en ik kon ook alweer spreken. Het gaat iets beter nu ik hier ben, en nu jij er bent. Dat doet de natuur, zei de wildernis man. Op naar het eeuwige leven, zei de man. Op naar het eeuwige leven, zei de wildernis man. De man begon jonger te worden, en was aan het einde niets dan een jongen. Er zat dik speeksel op zijn lippen, en hij gaf de wildernis jongen een kus op zijn wang. Einde Hoofdstuk 24. de egyptologische wortels van ishmael – de verloren egyptische steen De twee jumada maanden gaan vooraf aan de rajab maand van de ontwapening. Jumada kan zowel de woestijnvlaktes als de ijsvlaktes betekenen in de wortel, het bevriezen, oftewel het vertragen. De valse bewapening van de stad kwam namelijk door overmoed, door versnelling, dus de mens ontwapend weer door vertraging. De hadith stelt dat er iets moois gebeurd tussen de jumada maanden en de rajab maand. Dan zal de man weer zijn schuilplaats vinden in de vrouw, als de terugkeer tot de grote moeder. Dit kan dus alleen als de man ontwapend. Shama is een mannelijk hebreeuws woord wat horen, luisteren en gehoorzamen betekent, wat de essentie is van de man. Het is ook de wortel van Is-shama-el en Shama-el, twee belangrijke personages in het OT. Het heeft diepe Egyptologische wortels. Sma is fallus in het Egyptisch, als een middel van het jezelf verbinden aan iemand, als een mengsel (sma, smai). Smai is ook een andere naam voor Seth in de wildernis. De sma is ook een beest geslacht om geofferd te worden in de Egyptologische demonologie. Dat is ook wat de fallus uitbeeld. De fallus gaat de vagina in als in een tabernakel tent om geofferd te worden, opdat het diepere zaad vrijkomt. De smaiu zijn in dit verband vijanden, zoals ook Is-smai-l een vijand was van iedereen, als een beeld van het toetsen. Ook Seth, oftewel Smai, vocht tegen iedereen, als de Egyptische satan, de Egyptische Ismael, als beeld van alles toetsen. Hij gaf zich niet zomaar over. Dit is ook waarom de fallus zwelt, om zich niet zomaar over te geven, maar om weerstand te bieden. Zo gaat de fallus toetsend de vagina in, om geofferd te worden opdat het diepere zaad vrijkomt. De fallus is dus noodzakelijkerwijs een beeld van de vijand, van Ismael, van smai (seth, hij die in de wildernis is). De sma is in de Egyptologie de slager en ook de boodschapper. De fallus is een woest beest dat de valse vrouw en de valse man moet verslaan, om zo tot de ware vrouw in te gaan. In dit gevecht zal de fallus dus ook
sterven en geofferd worden om zijn bloed en zaad te geven. Zo wordt de man opgenomen. We hebben het dan over de Egyptologische oorsprong van Ismael. Dit is in de Egyptologie ook het geheim van de visioenen, wat ook 'sma' is. Het geeft de man het ware zicht, s-ma. De stadse man wil hier allemaal niet doorheen en gaat bij voorbaat al protsen in de stad met zijn dikke spierbundels. Zo maakt hij een karikatuur van het diepe natuurproces van Ismael. Vaak als er een T achter Egyptische woorden wordt gezet dan wordt het weer vrouwelijk, want de Smaiti zijn de twee godinnen Isis en Nepthys, en dit betekent ook de insluiter van de fallus, als de vagina. De Egyptische sam wortel van I-sam-l, Ismael, betekent de wilde, hij die in de wildernis is. Ismael was het wildernis-kind, zoals Seth, Smai, dat was in de Egyptologie. Altijd was hij in gevecht met anderen. Hij onderwierp zich niet zomaar, maar was onderworpen aan de natuurgodin. Suma, sm, was in de Egyptologie de koppige, die niet zomaar om mensen te behagen zijn richting of opinie veranderde. De sma was de ruggegraat van Osiris, van Aser. Smaa is in de Egyptologie dat wat bewezen is, getoetst is, het geoefende, het volkomen offer was gewijd is. Het heeft met de herbouw te maken (smaui). Het is het recht maken van de paden (smaa). De sma is de gesel. Het is de verkondiger van het verhaal. Het is de zaadlozing van de natuurmens. Seth in de wildernis werd ook genaamd Smi, ook een wortel van Is-smi-l, wat slager betekent. Smi betekende ook de stam van Seth. Shemi is de weggedrevene, hij die terug is gegaan, shm, wat ook weer terugkomt in het Ishmael, en een Egyptologische wortel ervan is. Sham is vuil zijn, bedekt met moeder aarde, shm. De shum wortel is de kleine, de mindere, de hongerende (shuam, sham). Shmamu is het vreemde. Shmam is beloven, opgeven, offeren, bidden. De shma is een steen van het zuiden, wat ook vernietigen betekent, pervers en corrupt maken. Soms is alles te steriel geworden, te stads, en moet het eerst corrupt, pervers en vuil gemaakt worden, in contact met de natuur. Het moet weer gecamoufleerd worden met moeder natuur. Dat is waar Seth voor stond in de Egyptologie, als de brenger van de oerchaos. Seth, Smai, als de Egyptische I-smai-l stond voor de geweldadigheid. Dat is een demonologische, toetsende, metaforische geweldadigheid, uitgebeeld door natuur-elementen zoals storm, duisternis, wildernis. Ook was hij verbonden aan het vreemde. Hij was koppig, tegendraads. Hij hoorde niet bij de stad en bij de samenleving. Hij had zich afgezonderd. Ra had hem nodig in zijn tocht door de onderwereld. Seth was dus altijd dualistisch. Hij kon voor het goede staan, maar ook voor het kwaad. Hij stond voor de metaforische mutilatie. Hij was getrouwd met Nephthys en gaf geboorte aan Anubis, de zwarte wolf, hond (anup, jn-p, jn-peh). Ook had hij relaties met vreemde godinnen zoals Anat en Astarte. Net als ishmael was ook seth een verstotene, een verbannene, tot dieper in de wildernis. Hiervan is de fallus een beeld, sma, zoals seth ook smai werd genoemd. Zo kwam smai tot het vreemde, en leerde horen, luisteren en gehoorzamen.
Hoofdstuk 25. de tranen van ezau en de egyptische wortels De oerchaos is de code die de ware realiteit draagt, en is het ingewikkelde beveiligingssysteem. Het kan niet lineair komen, want dan is alles verloren. Het is een zuiveringssysteem, als een bliksemafleider. Alles wordt zo geleid tot de waarde waarin het verwerkt kan worden. Voor Ezau was er geen genade meer. Hij had zijn eersteboorterecht verkocht, en zocht het onder tranen, maar tevergeefs. Er was geen plaats meer voor berouw. Natuurlijk had hij berouw, maar de zaken waren al gedaan, dus er was geen weg terug meer. Ook Ezau was een verstotene, net zoals Ismael, en was de vijand van God, want 'God had Jakob lief, maar haatte Ezau.' Waar was dit voor nodig, want klaarblijkelijk had dit een diepere betekenis, en hebben de christenen het niet begrepen. Zei Jezus ook niet eens : 'Mijn god, mijn god, waarom hebt gij mij verlaten ?' Aan het kruis was hij gelijkvormig geworden aan de satan, en daarom een verstotene. De toorn van god rustte op hem. Hij was een vijand van god geworden. En zei ook David niet eens : 'mijn god mijn god waarom hebt hij mij verlaten ?' Esav was de hebreeuwse naam voor Ezau, dus gewoon Sv oorspronkelijk, wat dus uit India komt, van Siva, wat een gelijksoortig verhaal is, want ook Siva ging diep de wildernis in met een bedelkom, om zo tot de godin parvati te komen, waarmee hij geboorte geeft aan ganesha, de god met het olifantenhoofd, als beeld van de wachter van de tong, oftewel de diepere egyptische mysterieen omtrend kain. Ook Kain was een verstotene en kwam aan in het land Nod. Ook Kain klaagde en weende over zijn lot. Het loopt allemaal parallel aan het ishmael verhaal. Moet de mens niet eerst verstoten worden, loskomen van waar hij vandaan kwam ? De mens moet komen tot het vreemde, en komt daar niet zonder de verstoting. De mens zoekt het dan onder tranen maar zal het niet vinden, totdat het vreemde hem opneemt. Wee de mens die tot de normale stadsgoden komt in plaats van tot de vreemde wildernisgodin. Als de mens niet verstoten wordt en iedereen spreekt maar wel over hem, dan is er iets goed mis. Ezau weende bittere tranen, en ging rond met de bedelkom, want dat is de enige weg om tot de natuurgodin te komen. Uiteindelijk zien we dan weer de verzoening tussen Jakob en Ezau, en spreken we van de kus van Ezau, een kus als een mengsel van dikke saliva en tranen. Het zijn twee kanten van dezelfde munt. Daarom moet de mens soms eerst de hoop geheel verliezen. Een mens in wanhoop is de ware vruchtbare bodem, niet de mens in valse, overmoedige zelfverzekerdheid. Daar kan niks meer bij. Valse hoop zou de mens nog teveel vast laten houden aan de stad. Ezau zocht het onder tranen. Hij was een gebroken man. Ook David heeft deze tranen gekend, en ook Jezus. Het zijn de tranen van de verstoten Ishmael. Maar alleen zo komt de mens tot het vreemde. In tranen zal de mens het ontvangen, opdat de mens het niet corrupt zal kunnen maken. Ezau had het juiste deel gekozen : de bedelkom. Hij gaf niet om eerstgeboorterecht, sociale status, familie posities. Ezau was de hongerende. Hij was de wildernis man. Hij stond niet te protsen in de stad. Nee, hij ging de eenzame wildernis in om op jacht te gaan naar de dingen die waren verloren en vergeten, om op zoek te gaan naar zijn ware identiteit. Hiervoor hongerde hij. Ezau was een
Ismaeliet. Hij ging geheel de rivier over, net als Siva, om te komen tot een geheel andere tent, van de tentgodin, Parvati. Ook Ezau ging tot de vreemde vrouw. Ezau ging door de droge jumada maanden, om zo te komen tot de rajab maand van de ontwapening, waarvan de tranen een beeld zijn. Een mens die huilt wordt ontwapend. Het is een diepe ontlading. De mens moet loslaten. Ezau moest huilen, anders zou hij nooit tot het vreemde kunnen komen. Hij moest alles van de stad loslaten. Door het huilen komt de mens weer terug tot de wildernis en het vreemde. Dan voelt de mens zich weer heel anders. De verstoting is wreed, maar dan zal de vriendelijkheid van het vreemde de mens ook weer verbazen. De natuurwreedheid is uiteindelijk zoet, als een moederlijk instinct om haar kind te beschermen. De moeder moest het kind wel uitschakelen, want het kind had een valse identiteit gekregen. Zo neemt de moeder het gevaarlijke speelgoed weg. Alles stroomt, alles zal ook weer voorbij gaan. De mens mag daarom kijken naar de natuurrivier wanneer hij met verworpenheid in aanraking is gekomen. Het is niet het einddoel, maar slechts een onderdeel van iets veel groters. Ieder mens is gelijk. Ieder mens gaat door hetzelfde heen en moet door hetzelfde heen. Daarvan is het communisme een symbool. Het zijn archetypes. Alles moet gezien worden vanuit de grotere context, en alles moet benaderd worden vanuit de grotere context. Laat het zo altijd weerklinken in je gedachten, waarin de grotere context het klankbord is voor alles wat je denkt. Ezau kwam tot drie vreemde vrouwen : Adah – sieraad (de shawwal maand van de logistiek) Bashemath – het zoete, of zoete geur (vgl. het suikerfeest als schakel tussen de ramadan en de shawwal maand) Oholiybamah – nomadische tent in de wildernis, tent van de moeder schoot, wat in de wortels ook aanbiddingsplaats van een cultus betekent (vgl. bakah, mekka) jumada maanden – droogte, woestijntocht, de bedelkom van ezau het wonder van de vrouw rajab – ontwapening, de tranen van ezau shaban – afzondering, de verstoting van ezau ramadan – vasten, minderen, de honger van ezau het suikerfeest shawwal – logistiek, opname, het sieraad van ezau dulqida – geoefenheidheid, bezit zijn, de kus van ezau dulhijjah – bedevaart naar bakkah, het vreemde, de ballingschap van ezau Ezau, esav in hebreeuws, is suw in het aramees, komende van het Egyptische sa, sw, die samen met Re door de onderwereld ging. Sa, sw, betekent kennis, onderscheiding, bewustzijn, en sprak voor Re de poortwachters aan in de uren van de nacht. Altijd weer was sw aan Re's zijde. Ook staat hij voor schepping, creativiteit. Altijd weer is dit de ontwapening van Re, de tranen van Re, waardoor hij uiteindelijk door de poorten kwam, oftewel de tranen van Ezau, de huilende Ezau. Re verandert in de litanie van re ook in de huilende. Sw is de ingewijde in het mysterie van de tranen. Re kon alleen winnen door de ontwapening. Als de islamieten het hebben over Isa, over de islamitische Jezus, dan wijst dit in principe ook gewoon terug naar Esau, die een jezus van het OT was, de
huiler, wat dus zijn oorsprong heeft in de egyptologie als de gids van re. Uiteindelijk opent de traan de poorten van de onderwereld, telkens weer. Hiertoe was sa, sw, uitgezonden. Isa zou je kunnen zeggen, die ook zal terugkeren in de islamitische eschatologie (eindtijdleer), samen met de mahdi. Ezau zal dus wederkomen om het volk terug te leiden tot de tranen en de initiatie in de leer der tranen. Het is een belangrijke gids in de onderwereld van Egyptische oorsprong, de sa, sw. Dan zal de rajab maand dus daadwerkelijk aanbreken in het mensenleven. Ra werd dus tot Sw, tot Ezau, de huiler, anders zou hij de poorten niet doorkunnen. Alleen de tranen zijn het toegangsbewijs tot het paradijs. Zij met droge gezichten zullen niet kunnen binnenkomen. Het mysterie van Ezau zal begrepen moeten worden. In de droogte en de bevrorenheid van de jumada maanden wordt de mens al afgeremd, loopt de mens vast, omdat de mens niet snel tot het vreemde kan komen. De mens moet eerst ontwapend worden, en dat gaat door de tranen die ontstaan door het vastzitten, door de verstoting, wat zijn hoogtepunt heeft in de shaban maand vlak voor de ramadan. De mens huilt, en nog steeds is het er niet. De mens is nog steeds verstoten. Ezau zocht het onder tranen maar vond het niet. Er was geen plaats voor berouw, geen plaats voor genade. Ezau moest de diepte in, en zou zo tot ramadan komen. Ezau was een Ismaeliet. Zo werd Ezau uitgehongerd, om hem klaar te maken voor de initiatie in de ware logistiek, de logistiek van de wildernis. De stad is valse logistiek, altijd maar weer op de verkeerde plaats zijn, op het verkeerde tijdstip tegen de verkeerde prijs. Daarom was Ezau een balling geworden om hem daar tegen te beschermen. Hij werd gevoerd tot de donkere, vreemde tent in de wildernis. Jezus weende bittere tranen van angst in de hof van Getsemane, biddende of de drinkbeker van het lijden van hem weg genomen mocht worden, maar hij beleed ook dat god's wil zou geschieden. Hij moest de beker tot de laatste druppel leegdrinken. Hoofdstuk 26. de kus van ezau Genesis 27:38 En Ezau sprak : 'Zegen mij, zegen ook mij.' En hij smeekte en barstte in tranen uit. De zegen was al weg. Ezau was bedrogen, in de val gelokt. Hij smeekte en huilde, en dat werd nog erger toen hij zag dat hij niet meer terug kon. Hij was verstoten van het eerstgeboorterecht. Dit kreeg Ezau te horen : 'Zie, ik heb hem (Jakob) tot een heerser over u gesteld, en al zijn broederen heb ik hem tot knechten gegeven, en van koren en most heb ik hem voorzien; wat kan ik dan voor u doen, mijn zoon?'
In de uiteindelijke verstoting kwamen de tranen van Ezau tot een hoogtepunt. Toen barste hij pas echt in tranen uit, en smeekte weer. Was er dan nog niet een hele kleine zegen voor hem overgebleven ? Had hij dan echt daadwerkelijk alles verloren ? Ezau was in grote paniek en grote wanhoop. Hij haatte zichzelf en werd verscheurd door wroeging. 'Oh, had ik het maar niet gedaan.' Maar het was al te laat. Toen werden er deze woorden gesproken : 'Zie, ver van de vette streken der aarde zal uw woonplaats zijn, en zonder dauw des hemels van boven. Maar van uw mes zult gij leven en uw broeder zult gij dienen. En het zal geschieden, wanneer gij u krachtig inspant, dat gij zijn juk van uw hals zult afrukken.' Ezau zou tot de ramadan geleid worden, de plaats van honger. Ezau had toen een hele grote bitterheid naar Jakob toe die hem dit allemaal had aangedaan. Daarom moest Ezau eerst door de shaban maand gaan van de verstoting, de maand voorafgaande aan de ramadan. Hij moest alles achterlaten om het vergetene en verlorene te vinden. En voor de shia islamieten is dit een belangrijke maand, omdat hierin de mahdi geboren is, die de mens verzoent met God. SIA of sa, sw, was de gids van ra door de onderwereld, wat tot ISA werd in de koran, oftewel de islamitische jezus, die niet god was, en ook niet de zoon van god. De shia in de islam zijn de sjiieten, wat terugwijst op de shitta jongens in de amazonologie, zij die zijn teruggekeerd tot de amazones. Shitta was in de oertaal een reinigingsritueel. Zij zijn de wedergeborenen door de moeder-anus van het oer-oerwoud van het onderbewustzijn. Dit zijn dus veel diepere fundamenten van het jezus mysterie. Het is een uitdaging in deze tijd om tot een heel ander beeld van jezus te komen om te zien waar het daadwerkelijk voor staat, en dan komen we bij ezau uit, en uiteindelijk ISA, SIA, de shia, terugleidend tot het shitta mysterie van het amazone oer. Er is voor een mens geen tijd te verliezen want de valse stadse schoonheid van Kakia is ziekelijk en hysterisch bezig om de mens totaal voor haar te zombificeren. De cosmetische industrie waar veel moderne westerse stadse vrouwen vandaag de dag aan verslaafd zijn zit vol met heksen-drankjes om het brein van de mens onder zware hypnose te houden, in dienst tot kakia. Het zijn chemische dodelijke cocktails voor de ziel, wat uitbundig op de nagels en de lippen wordt gesmeerd, opdat de vrouw haar camouflage verliest, en zo ook het kind de camouflage verliest, en geen veilige donkere, natte baarmoeder meer heeft als schuilplaats. Zo sterven zowel moeder als kind, en ze worden opgesteld in de stad als reclame borden. Daarom moest Ezau wel komen, en hadden we niet slechts een Jakob. Ezau leidt terug tot de ware Rebekkah, de vreemde Rebekkah, Bakkah, Mekka. Uit haar anus was hij geboren. Zij is de duistere rebekkah van het amazone oer. Deze mythes schreeuwen om diepte, want de stad overweldigt en zombificeerd. Ezau moest terugkeren tot zijn ware moeder. De kus van Ezau is een groot mysterie. Het speeksel van Kakia is een slangengif waarmee ze haar cosmetische rotzooi heeft gemaakt, godslasterlijke chemische giffen waarmee ze de hoofden van de mens dolmaakt en hen tegen elkaar opzet. Ook haar moedermelk heeft ze er doorheen gemengd. Alleen Ezau zal aan haar ontkomen. Hij werd teruggefloten door de amazones. Genoeg was genoeg. Als een vrouw haarzelf opmaakt naar kakiaitische maatstaven met de felle aandachtstrekkende kleuren van de stad, dan wordt ze een jaagster voor kakia, als een verkeerslicht voor de stadse man.
Ook zal zij zo het kind doden. Dit zijn nakers, de levensgezellen van de nephilim. Ezau moest terugkeren tot de duistere oer-anus van het oerwoud, om in haar wederomgeboren te worden. Hiertoe moest Ezau eerst verstoten worden. Ezau moest opnieuw begrijpen wat nu het daadwerkelijke verbodene was, als in de eerste maand van de islamitische kalender. De oer-anus was oorspronkelijk een jachtzintuig. De mens kan de gevangenneming niet voorkomen. Dan wordt de mens in een gesloten hof gezet, in een kooi, in een stelsel van limieten, in de eerste maand, de muharram. Hier kan de mens geen oorlog meer voeren. Hier moet de mens de tentendienst weer leren. Zo wordt de mens voorbereid op de demonologie in de tweede maand, de safar, zodat er in de daaropvolgende lentemaand een duistere geboorte van mohammed zal zijn. Daarna is er weer een lentemaand, en dan volgen de droge maanden. Ezau ging in gevangenschap, waarvan de vreemde vrouwen een beeld waren. Zij waren de vrouwen van het beloofde land. Een vrouw is niet zomaar een vrouw, maar een heilige gevangenschap voor de man, waarin de man wedergeboren kan worden en wederopgevoed. De vrouw is de bron, en de bron beveiligt haar kinderen, en camoufleert ze ook. Daarom gebeuren er zoveel verwarrende dingen in een mensenleven, omdat de mens deze code niet begrijpt. De vrouw is een zeer abstract wezen, een principe. Zonder de vrouw overleeft de man niet. Dit zijn realiteiten, archetypes, binnen de mens zelf. Ezau moest op zoek naar het jachtszintuig. Hiervoor moest hij de duisternis in. Hoofdstuk 27. het logistieke sieraad van ezau en het natuur communisme Wanneer de mens huilt dan maakt de mens contact met het vreemde. De mens voelt zich vreemd en zwak, kwetsbaar, wanneer de mens huilt, maar het kan ook heel veilig voelen en vreemd, buitenaard. De mens wordt dan soms zelfs opgenomen tot een andere sfeer. Het is ook niet zo vreemd. Bakah, het vreemde, de oorspronkelijke naam van Mekka, het smalle pad, betekent in het Hebreeuws 'huilen' zoals in de passage waarin Ezau huilt in Genesis 29:38 wordt dit woord in het Hebreeuws gebruikt. In de stad zegt men : 'Niet huilen.' Of nog erger : 'Een man huilt niet. Dat is iets voor vrouwen.' Maar de tranen zijn de schoonheid van de man. Ezau werd getooid door zijn tranen als een welgevallig geschenk voor de natuurgodin, voor Rebekkah. De diepte der kennis wordt door tranen gedragen en is een welgevallig offer voor de godin van het leven, de levensbron. Waarom zou een man dan niet huilen ? Dat zou kakiaitische bedriegelijke theologie of theosofie zijn. Nee, de mens moet huilen, opdat de mens niet vastloopt. Het zijn de rivieren die zo kunnen stromen. Als je kunt huilen, dan is dat een teken dat je nog leeft.
De hemel weet dat we ons nooit hoeven te schamen voor onze tranen, want ze zijn regen op het verblindende stof van de aarde en bedekken onze harde harten. - Charles Dickens Je vreugde is je verdriet ontmaskerd. En de zelfde bron waaruit je gelach opsteekt werd vaak gevuld met je tranen. En hoe anders kan het zijn ? Hoe dieper dat verdriet in je wezen gekerfd is, hoe meer vreugde je kunt bevatten. – Kahlil Gibran Wat water is voor het lichaam om het te wassen, zo zijn tranen om de ziel te wassen. – Joods spreekwoord. Zware harten, zoals zware wolken aan de hemel, worden het best verlicht door een beetje water te laten te laten stromen. – Antoine Rivarol De ziel zou geen regenboog hebben als de ogen geen tranen hadden. – John Vance Cheney Het verbodene is in de islam verbonden aan de eerste maand, muharram. Het verbodene is dus verbonden aan een tijdperk, en gaat in dit geval om de oorlog, zoals er wel meerdere maanden zijn waarin de oorlog verboden is. De mens moet eerst aan bepaalde voorwaarden voldoen voor de demonologie. De tweede maand is dan juist een oorlogsmaand. We kunnen de boom van kennis dus alleen benaderen door de logistiek. De betraande kus van Ezau is een vreemde kus. Ezau was altijd een vreemdeling in zijn eigen land, omdat hij een wildernis mens was die de logistiek kende. Hij was niet snel van vertrouwen, maar toch werd hij bedrogen door Jakob, misleid, omdat hij in een positie van honger terecht was gekomen. Ook Adam werd in een onbehoed moment door Eva misleid. Adam is ook het wortelwoord van Edom, het volk van Ezau. Ezau was de huilende misleidde. Hij was in een valstrik gelopen. Waarom ? Omdat hij moest mengen. Hij moest opgenomen worden. Dat is ook de hebreeuwse betekenis van arab, wat ook donker worden betekent, en wat verbonden is aan de wildernis, de arabah, als het terugkeren tot de donkere moederschoot. Daar staat ook geheel arabië voor, rb, ook verbonden aan de rjb, r'b maand van de islamitische kalender, als de maand van de ontwapening. Alleen door de ontwapening komt de mens tot de wildernis, en dat is dus tegelijkertijd leidende tot de ware bewapening van de tranen van Ezau. Arab is een woord van verzoening in het hebreeuws wat tot uitdrukking komt in de betraande kus van Ezau. Dit kan alleen in de logistiek plaatsvinden, de maand na de ramadan (shawwal) wat als het sieraad van Ezau is. Ook lezen we in Genesis 28 dat Ezau een ismaelitische vrouw toevoegt, genaamd Makalat, een dochter van ishmael, wat verzwakken betekent, minderen, want Ezau moest minderen, zoals de profetie uit hoofdstuk 27 sprak. Makalat was de ramadan van Ezau, opdat hij tot Adah zou komen, zijn sieraad van de logistiek, oftewel zijn shawwal maand na de ramadan, wat de maand van de opname is. Hierin ontvangt hij zijn halsketen en de heilige gebondenheid. De nadruk op de ramadan, die nodig is voor het betalen van de zakaat, de armenbelasting, in de islam, is een vervulling van de profetie van Genesis 27 dat ezau ver van de vette streken der aarde zou leven, en zonder dauw des hemels van boven. Maar daarna als hij tot goede oefening zou komen (vgl. areta), dan zou hij het juk van zijn broeder Jakob verbreken en overwinnen. Dat gaat om de logistiek na de ramadan. De vrouwen van ezau stonden voor deze natuur dynamieken. Hij zou niets zomaar gedaan kunnen krijgen. Hij moest volharden.
De islam was ontwikkelingshulp communisme, het communisme van de armenbelasting, van de eerlijke verdeling, als een zorgzame natuurmoeder, nog voordat het Russische communisme kwam opzetten. De islam is een natuurcommunisme. Dat is waar het in de logistiek om gaat. Er is dus een groot verschil tussen natuur-communistische logistiek en stadskapitalistische logistiek. Dit lag allemaal verborgen in het logistieke sieraad van Ezau. Het was een natuursieraad. Ezau moest tot dienstknecht worden van de natuurgodin, van Eva, zoals Adam dat was. Daarom is er een strijd tussen Abadja, de abad, dienstknecht, van jah, havah, oftewel Eva, en Edom, het volk van Ezau. Ezau moest eerst verbroken worden en vernederd, opdat hij zou kunnen dienen. Abadja:6 Hoe wordt Esau doorzocht, worden zijn verborgen schatten opgespoord ? :2 – Zie, Ik maak u klein onder de volken: gij wordt diep veracht. Hiertoe is de islamitische kalender een beeld. De mens moet hier doorheen om een abad-ja te worden, een dienstknecht van eva. Uiteindelijk was het de hoogmoed en overmoed van ezau die hem had misleid. Dit wordt in het boek Abadja aan de kaak gesteld. Jakob kan in dit opzicht ook de zonde van Ezau zijn, of zijn ego. Daarom moet Ezau Jakob overwinnen, en zal hiertoe in staat zijn, zoals Genesis 27 profeteerd, door areta. Dit is dus iets wat in Ezau zelf moet gebeuren. Dit gebeurt alleen als Ezau door zijn volharding in de oefening komt tot de diepte van alles. Hij moet leren inzien dat het ware communisme een toetsen is aan de context van alles. Hoofdstuk 28. Wie is Sheda ? Sheda spreekt altijd mee met de meerderheden, en spreekt altijd de minderheden tegen. Sheda is laf en staat altijd aan de kant van de machthebbers, altijd aan de kant van de elite. Sheda weet het altijd beter en twijfelt niet aan wat zijn hogeren hem vertellen. Sheda is laks. Sheda wil altijd meer, altijd meer kracht. Sheda haat zwakheid, en veracht het. Sheda wil altijd de gemakkelijke weg volgen. Sheda heeft geen diepte. Sheda is krokodils. Hap, slik, weg. Sheda strijdt tegen de moeder en het kind. Sheda volgt altijd de valse mannelijkheid. Hij zal er geen traan om laten vallen. Sheda is altijd ondankbaar, maar dankbaar naar zijn hogeren. Sheda is een informant. Je zou er niet goed van worden. Als je met dit beest samen in een oerwoudsrivier ligt, dan moet je maken dat je wegkomt. De hele maatschappij is zo ingericht. Je ziet het overal om je heen. Maar het is geen echte krokodil. Het is iets mechanisch, een stadse karikatuur van een krokodil. Daarom is het zo belangrijk door de hele ramadan maand heen te gaan, door het minderen, totdat de shawwal
maand aanbreekt, de maand van de logistiek, van het wie, waar, wanneer en hoe. Ben je op de juiste plaats, in de juiste verhouding, tegen de juiste prijs ? Zo niet, dan val je in de handen van Sheda. De mens moet loskomen van het sheda apparaat. Toen het sheda apparaat aan mij getoond werd was er een luid gegil. Het was vlak voordat ik in slaap viel, zodat ik nog net even wat op kon schrijven. Ook Ezau moest ontkomen aan het sheda apparaat, aan de gehoorzame Jakob die altijd maar ja en amen zei naar wat zijn hogeren hem opdroegen. Ezau was rebels tegen het sociale systeem. Ezau was een eenling, altijd in de natuur, altijd op zoek naar diepte. Jakob zag er altijd netjes uit. Geen haartje door de war. Alles lag keurig in een scheiding, en als ze in die dagen stropdassen zouden hebben verkocht, dan zou Jakob er zeker één genomen hebben. Het was een keurige, nette, gehoorzame, goede jonge man waarvoor gedacht werd. Hijzelf hoefde niet na te denken. Hij was keurig aangekleed volgens de laatste mode. Er lag altijd een brede glimlach op zijn gezicht, en dat terwijl zijn broer de huilende in de wildernis was, zoals Jezus en Jeremia. Het kon Jakob niet deren. Jakob was een bedrieger. Daar leefde Jakob voor. Natuurlijk zien we in het latere leven van Jakob dat deze stadse houding werd rechtgezet op Pniel, waarin hij in gevecht was met God, en hij moest werken, hard werken, voor elke cent en ieder bezit, en werd zelf ook bedrogen. Uiteindelijk begon hij Ezau meer en meer te begrijpen, en uiteindelijk ontving hij de betraande kus van Ezau, en was een veranderd mens, een mens die ook Ezau in zich droeg en het koesterde als zijn laatste bezit. Aan het einde van het verhaal had Jakob het sheda systeem overwonnen. Wij kunnen het sheda systeem alleen overwinnen door onze tranen, door de rebelse tranen van Ezau, door terug te keren tot de wildernis, waar deze rivier van tranen stroomt. Soms is het geen tijd om nederig te zijn, maar moeten we woest zijn en rebels, anders hebben we deel aan de zonde van het sheda systeem. De mens moet breken met de stadse heks, Kakia, en breken met het sheda beest waarop zij rijdt. Dit is geen echt beest, maar een nagemaakt beest. Het is een machine, waar heel veel aan mankeert. Er is dus hoop voor de mensheid. Sheda zal altijd de meerderheid volgen, maar valt de eenling aan. Sheda weet het altijd beter, en laat zich nooit ompraten. De heks, Kakia, rijdt op haar beest. Een hele stoet volgelingen achter haar aan. Maar Jakob en Ezau volgen haar niet. Zij hebben elkaar omarmd en elkaar gekust. Zij huilden in elkaars armen en verzoenden zich met elkaar. Ook voor ons ligt deze boodschap : 'Gaat uit van Kakia, ga uit haar weg, opdat gij geen deel hebt aan haar zonden en aan de plagen die over haar zullen komen.' Dit houdt dus tegelijkertijd in dat we niet met haar hondje, Sheda, moeten spelen. Met huid en haar zal dit hondje ons opvreten als we te dichtbij komen. Kakia laat graag haar hondje zien. In de nacht is het een groot beest waarop zij graag rijdt. Dan gaat zij naar de zee, met een heleboel doodse volgelingen. Allen dragen zij maskers. Zij zijn in een grote oorlog, om uw en mijn ziel. Wee de aarde en de zee, want Kakia is tot hen nedergedaald. Zij is hevig opgemaakt met giftige parfum. Met Sheda is zij op weg naar een vervroegd pensioen. Ook als jonge vrouw heeft zij haar oma knotje al in. Haar haar mag niet door de war gaan. Zij staat de hele dag voor haar spiegel, en kucht, want zij is de allerschoonste, en wat zijn de anderen lelijk en vies. Het is altijd weer de ander.
Het spiegeltje van Kakia liegt, zoals haar hondje Sheda, de kleine klikspaan. Alles werd geraporteerd, zelfs de kleinste dingen. En zij liegen, liegen, zoals Jakob eens deed. En zo komen wij tot een bitter kruis van Ezau in de natuur, een kruis van rebelse tranen, van oorlogstranen. Ezau was de bedrogene, zoals wij ook bedrogen werden in deze wereld, door de stad. De stad spiegelde alles verkeerd voor, omgedraaid. Wat wit is was zwart, en wat zwart is was wit. Sheda draaide alles om. Ezau werd erdoor verpletterd en was meer dood dan levend toen hij uiteindelijk weer in de wildernis kwam. Hij wist dat hij toen dieper dan ooit moest, want Sheda was naar hem op jacht, door Kakia uitgezonden. Hij moest op zijn hoede zijn. Sheda kon achter elke boom zitten. Hij moest oppassen met wat hij at, oppassen met wat hij dronk. Elke stap kon de laatste zijn. Ook Ezau moest tot Bakkah gaan, tot Mekka, waar Ishmael een schuilplaats had gebouwd, samen met Abraham. Dat is de islam. Laten we daarom nu het nog kan de islam met het christendom verzoenen, want er zal een nacht komen waarin niemand nog kan werken, zoals Jezus sprak, en die nacht wordt ook in de islam besproken. Het is niet iets voor de meerderheid, maar iets wat in jezelf moet gebeuren, en dan zal vanzelf het overblijfsel getoond worden. Dat zijn de sleutelpersonen voor je leven, die een archetype ergens van voorstellen, diep in jezelf. Leer de sleutels om je heen te ontdekken, en grijp niet naar de giftige sleutels van Sheda. Net als Ezau zijn we in dit mijnenveld. Wij mogen daarom de logistiek van de natuur leren, de Ezauitische logistiek, door de shawwal maand, opdat we tot de dulqida maand van de geoefendheid zullen komen, de maand van Areta, opdat wij de betraande kus van Ezau ontvangen. Zo zullen ook wij uiteindelijk Bakkah, Mekka, bereiken in de daaropvolgende maand, de dulhijjah. Dan is de cirkel van de maanden weer rondgeworden en beginnen we weer bij de eerste maand, de muharram, waarin we zullen zien wat het daadwerkelijke verbodene is. Op de tiende dag wordt het Ashura feest gevierd, de dag waarop Israel tot de wildernis kwam in de exodus. Telkens weer mogen we in onszelf dit feest vieren. Het is een heilsfeit wat ook heel persoonlijk mag worden, en telkens weer opnieuw beleefd mag worden. Ook het binnengaan van Bakkah, Mekka, is een groot feest. Dit zijn allemaal nuttige, symbolische feesten binnen de mens zelf. Dat hoeft niet op gezette tijdstippen, zoals deze kalender dus ook een schuivende kalender is, de zogeheten maan-kalender. We mogen het metaforisch, filosofisch toepassen. Het Ashura feest van de exodus komt ook weer terug in het feest waarin Adam tot de Assur boom kwam, oftewel de boom van kennis. Zo kwam hij tot een diepere dimensie. De mens in de stad wordt namelijk vaak in de waan gelaten alsof hij zich in het paradijs bevindt. Zo bedrieglijk kan de stad zijn. Maar dan moet de mens tot de boom van kennis, de boom van Assur, komen, net als Adam, om van haar vrucht te nemen om te ontwaken, in de gnostische theologie. Sheda is op jacht. De mens slaapt. Alleen de enkeling zal ontwaken. De rest zal doorslapen. Wat is het een mooi en feestelijk moment als de enkeling die tot het einde toe heeft volhard dan een andere enkeling vindt, zoals Jakob en Ezau elkaar na lange tijd vonden en elkaar kusten onder tranen. De betraande kus draagt dan de gehele natuur van kennis met zich mee, en ze konden elkaar versieren met de hemelse filosofieën die ze hadden geleerd. Dan is de bedevaart tot Bakkah, Mekka, tot zijn doel gekomen. Alleen de natuur kan de één tot twee maken. De stad maakt hier altijd weer een karikatuur van door haar Shedaitische flutromannetjes van hoogmoed en overmoed. Worden de
armen erbij betrokken ? Neen. Altijd maar weer gaat het over de rijken en succesvollen die elkaar hebben gevonden. Aan de armen wordt niet gedacht. Die krijgen geen liefde. Het is alleen voor de Shedaitische elite. Dag en nacht staan ze voor de spiegel, geen haartje door de war. Zowel man als vrouw hebben tegenwoordig oma knotjes in. Vervroegd met pensioen gegaan. De natuur is vies. Gelukkig hebben ze hun luxe troep om hen tegen de natuur te beschermen. Hun knalfelle rode nagellak, en hun knalrode lipstick die je van vijf kilometer afstand al kunt zien als een waarschuwingsbord : 'Verboden voor de natuur.' Nee, in chemische, ziekelijke troep verlustigen zij zich, opdat ze aan de armen niet meer hoeven te denken. Totaal dement. En islamofobisch, want de belangrijkste boodschap van de islam was de armenzorg, de ontwikkelingshulp belasting, waardoor alles eerlijk verdeeld werd, oftewel het islamitische communisme. Nee, dat gaat te ver voor de shedaitische elite. Ze zouden er eens door besmet worden. De shedaitische elite is al totaal verkankerd. Zij willen niet meer genezen worden, want dat doet teveel pijn, en pijn is vies, want dan moet je de ander weer voelen. Ze voelen niet. Ze verbeelden slechts. Allemaal pretentie. Wie, waar of wat ? Het zal hen allemaal een rotzorg zijn. In hun rolstoel rijden ze overal naartoe met hun flutromannetjes waardoor ze zich de koning en de koningin wanen. Kakia is getrouwd met Sheda. Het perfecte huwelijk noemen ze dat. Getrouwd met een rol closetpapier. De hele dag maar op de wc zitten om alles eruit te poepen. Weg, weg, weg ermee. Wij verdiepen niets, wij willen dat allemaal niet. Weg ermee. Hup, poep het er maar uit. Lekker de hele dag doorpoepen op de wc, spiegeltje in de hand. Tekeningetje erbij. Hup, bedrieg de zaak maar. Lekker poepen op je troontje de hele dag door, over anderen heen. Geboren op de wc. Dan weer even wat flutromannetjes lezen. Hup, wat is het leven toch mooi. En maar weer poepen. Zo gaat dat daar de hele dag door. Dat is wat het grote bedrog van de stad doet. Ze zijn er blij mee. Hoeven ze ook niet na te denken. Het zijn kinderen die nooit opgroeien, en weer babies worden, als varkens rollende door de modder. Daarom vluchtte Ezau, en daarom was Ezau rebels. Daarom moest de islam komen, en daarom moet het christendom verzoend worden met de islam. Daarom moet een mens tot Bakkah komen, tot Mekka. Wat is het ? Jeremia zei : Vlucht zolang het nog kan. Het vreemde zal komen. Jeruzalem en haar tempels zullen branden. Maak dat je weg komt. Blijf niet staan of treuzelen. Wie geeft er gehoor ? Alleen de eenling zal gehoor geven, alleen de Ezauiet. De mens droomt, de mens waant, en het zijn allemaal parasieten, en de mens liegt, liegende totdat hij brandt. Jeremia kijkt op een afstand naar het brandende Jeruzalem en schudt zijn hoofd. 'Had ik het niet gezegd ?' Maar de mens leest liever flutromannetjes. De mens denkt dat hij in een koeken wonderland is gekomen en grijpt maar raak, van koek tot koek, en maar vreten en poepen. De hele dag door. Waak ervoor. Je wordt zo meegesleurd met deze smerige, stinkende rivier als je niet oppast. Zij leven niet meer. Het is de dood zoekende de dood. Wie is Sheda ? Er is maar een bepaalde tijd voor de mens aangesteld om dat raadsel op te lossen, anders zal Sheda ook die mens meesleuren in het verderf.
Hoofdstuk 29. Het Ezauitische pad in de vur Alles is netjes in de stad, alles is keurig en geordend in de stad, alles is op z'n plaats. Er kan niets meer bij, alles is al helemaal in een eigen hoekje betutteld, er kan geen vieze vreemdeling meer bij. Ook de natuur is niet welkom, daar gaat direct een gifspuit tegenaan. Ishmael en Ezau waren natuurmensen, en die kwamen nogal vaak onder de modder thuis. Altijd waren ze te vinden in de wildernis, en op een dag hoefden ze ook niet meer terug te komen. De stad had het helemaal gehad met hen. Toen kregen ze een stempeltje op. Het waren woestelingen, als een storm, de oerchaos. De stad had alles al in hokken en vakken verdeeld, alles was al in dozen, en iedereen had al een passend hoedje op. Dus waarom moesten Ishmael en Ezau dan roet in het eten gooien ? Ishmael en Ezau stonden voor de twijfel, de onzekerheid, het toetsen, want de zelfverzekerdheid en oververzekerdheid van de stad was vals en overmoedig. Oh, wat was de stad hoogmoedig en egoistisch. Ishmael en Ezau konden er niet meer tegen. Ze hadden lak aan al die rechten en wetten, en alle spelletjes van status en familie positie. Ze verlieten de veilige stad om op zoek te gaan naar de verloren en vergeten schapen in de wildernis, de armen, de verbannenen. Hiertoe bouwden ze Bakkah, de oorspronkelijke naam van Mekka, als een schuilplaats voor de verworpenen, de achtergelatenen, de vals beschuldigden. Daarom begint de Vur ook met het boek de Orkaan, oftewel de oerchaos, de oertwijfel, als wapen tegen de valse, overmoedige zelfverzekerdheid en oververzekerdheid van de stad. Het gaat over het wachten op de bijzondere, speciale nacht, over het geduld. Ongeduldigen hebben alles al geordend. Zij wachten niet, dus maken er zelf een potje van, bouwen zelf een feestje en nemen het recht in eigen handen. Geen tijd om te lijden, geen tijd om advies in te winnen, onderzoek te doen. Neen. Alles moet snel, snel, liever afgerafeld dan helemaal niet. Nee, deze dag is vals. Daarom moet de nacht komen. En dan zal de mens op zoek moeten gaan naar de bijzondere nacht, maar de mens zal het niet vinden, omdat de mens eerst aan zichzelf moet sterven. Daarom zegt de Vur ook : 'wie zoekt zal niet vinden.' Het kan niet geforceerd worden. Het is iets van de natuur. Daarom moet geduld geleerd worden. Alleen de geduldigen kunnen de zakaat betalen, de armenbelasting. Het is iets persoonlijks, iets diep binnenin, als een gewoonte, een natuur. Zij die zomaar een keer een goede daad verrichten, af en toe wat goede werken doen, zullen het niet halen. Het moet de persoonlijkheid van de mens zijn, het karakter. Goede daden op zich zullen weer vergaan. Het gaat erom je leven te geven, door in geduld aan jezelf te sterven. Alleen de oerchaos, de orkaan, kan hier doorheen komen, haar weg vinden, tot het paradijs, stelt de Vur in het eerste boek. Alle herinneringen die het mensenleven ziekelijk geordend hebben moeten het vuur in. De twijfel moet weer komen. Weg met al die valse zekerheden van dit is dit, en dat is dat, en die is zus, en die is zo. In de stad hebben ze altijd het hoogste woord en altijd wat op de ander aan te merken, in oppervlakkigheden : 'Oh, kijk eens hoe die zijn haar heeft zitten.' 'Oh, moet je die broek zien.' En ga zo maar door. Om ziek van te worden dat ze het altijd over uiterlijkheden hebben. Ook bij ons in de familie vroeger bij de tv. Het is alles waar ze het over kunnen hebben. Je zou wel met een geweer het beeldscherm aan flarden willen schieten. De stad aanbidt het boze oog, en ze hebben alles verdraaid. Het oog liegt. Sluit je ogen als je wil leven. We zijn in het oerwoud, en de roofdieren gebruiken gevaarlijke kleuren en vormen om de mens te verleiden en te bedriegen.
Geloof niet wat je ziet, want het is uitgezonden om je te doden. Een stuk vlees is alles wat je voor hen bent. Het zijn jachtspatronen. De mens is totaal gevloerd. Dan zitten de omaatjes breiend bij de tv. 'Nou zeg, moet je die lippen van die vrouw eens zien,' wordt er dan gezegd. Nee, zij hebben lekkere bekjes wouden ze zeggen, met hun oma knotjes in en hun uitpuilende ogen die altijd de ander naar beneden willen praten opdat ze zelf hoog en droog veilig zijn onder moeder's vleugels. Het zijn afweertaktieken. Ze praten over de ander, zodat er niet over hen gesproken kan worden. Als er dan wel iets over hen wordt gezegd, dan zeggen ze : 'Ik zei het het eerst.' Alsof het daar om gaat wie wat het eerste zegt, wie het eerst komt die het eerst maalt. Maar hiermee zijn ze shedaitisch geprogrammeerd dat het niet om de waarheid gaat maar om wie er het eerste wat zei of deed. Net zoiets als wie het eerste de ander door de kop schiet heeft altijd gewonnen. En zo lijden de geduldigen tijdelijk onder dit gedrocht. 'Get them before they get me,' denkt dit gedrocht, maar zo maak je natuurlijk geen vrienden, en zo zul je aan het einde geheel alleen en eenzaam overblijven, en is er niets meer voor je over. Je hebt alles in je overmoed weggemaaid, de schepen achter je verbrandt. Daarom : vuur in de herinneringen. Er is een pad van diepere dromen hier doorheen, stelt de Vur (1:21). Staar eens naar de vissen in de rivier in plaats van naar je herinneringen (1:22). Maar dat is een oorlog, want de herinneringen slaan dan weer toe, en dan moet de mens tot de oerchaos komen, de woeste rivieren, en komen tot de paardrijders, stelt de Vur in het eerste boek. In de tweede bijbelse mythologie reed Adam op het rode paard van Ezau, dieper de wildernis in. Ook in het boek Openbaring wordt dit rode paard getoond, wat zal komen om oorlog te brengen, de valse vrede van de aarde weg te nemen. Het zal rebelsheid brengen, zij die durven deze woeste rivier over te steken, contact te maken met het vreemde, als een brug tussen het christendom en de islam. De mens moet weer durven twijfelen, want dat is de enige brug over deze rivier heen. Zelfverzekerden zullen in deze rivier vergaan. Twijfel niet weinig, maar veel. De twijfel is de wever van de komende wereld. Dat is ook wat de stormbloem is in de Vur, het geheim van het alles achterlaten. Alleen als je dingen weer in twijfel durft te trekken zal dit gebeuren (boek 119). Ook Adam moest het pad van Ezau op, moest zijn eerstgeboorterecht verkopen, opgeven, zijn paradijselijke rechten, om de diepte van de kennis in te gaan, op het rode paard van Ezau, dieper in de buitenwildernissen van het paradijs. Hij verloor ook alles, en zocht het onder tranen, maar tevergeefs. De tranen brengen ware vruchtbaarheid. Eerst moet de mens sterven aan zichzelf en zijn herinneringen. Hoofdstuk 30. Ramadan – de spanning tussen pasen en pinksteren
Sheda is de stad van Kakia, die de mens geheel insluit. Je krijgt een huisje en daar ga je, tenzij je in de natuurlogistiek bent. Anders zullen de muren je opvreten, en dat doen ze toch wel. Hoe kan de mens uit Sheda ontsnappen ? Door de logistiek, de shawwal maand na de ramadan. Maar velen komen nooit door de ramadan maand van het vasten en minderen heen. Ze stoppen ergens halverwege. Zo komen ze tot de valse logistiek van Sheda. God is niet iets of iemand, geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord, een staat van zijn. David had een zieleworsteling met God in Psalm 39, en dat is wat het gebed is. 13 Hoor mijn gebed, Here, en neem mijn hulpgeroep ter ore, zwijg niet bij mijn geween, want ik ben een vreemdeling bij U, een bijwoner gelijk al mijn vaderen. 14 Wend uw blik van mij af, opdat ik mij wederom verblijde, eer dat ik heenga en niet meer ben. Hij noemt zichzelf een vreemdeling omdat hij in een vreemd land was gekomen, als een balling. Al het godsgebeuren was hem een beetje teveel geworden. 2 Ik had gedacht: ik wil mijn wegen bewaren, opdat ik niet zondige met mijn tong; ik wil mijn mond met een muilband bedwingen, zolang de goddeloze voor mij staat. 3 Ik was verstomd, sprakeloos, ik zweeg, verstoken van het goede; maar mijn smart werd heviger, 4 mijn hart gloeide in mijn binnenste, bij mijn verzuchting laaide vuur op; ik sprak met mijn tong – 10 Ik ben verstomd, ik doe mijn mond niet open, want Gij zelf hebt het gedaan. Hier zien we hetzelfde vuur als bij Jeremia die het niet meer kon tegenhouden. Eerst moet de mens door de ramadan ervaring, het vasten, het minderen, het hongeren, het verstommen, en dan zal de natuur vanzelf de mond openen wanneer het nodig is in de logistiek van de daaropvolgende shawwal maand. Je mond zal dan geopend worden op de juiste plaats, tegen de juiste persoon, op het juiste tijdstip, in de juiste hoeveelheid, en in de juiste verhouding. Dit zijn de vreemde tongen die de mens moet ontvangen, zoals op het pinksterfeest gebeurde. Echter, dit was in Israel het oogstfeest. Er wordt dan uit het boek Ruth gelezen, het boek van de oogst. Ruth sliep op de dorsvloer aan het voeteneinde van Boaz, en zij werd ervoor beloond dat zij niet met andere mannen was meegegaan, zoals Heracles aan de voeten van Areta sliep in de wildernis, en ervoor werd beloond dat hij niet met Kakia was meegegaan. Het zijn metaforische verhalen over geduld, over het volbrengen van de ramadan totdat het natuurzoete shawwal feest aanbreekt.
Hoe kan een mens iets doen of zeggen buiten het oogstfeest om ? Dat is wat Kakia de mens aanbiedt, maar het is vals en leidt tot de dood. Ruth trouwde met Boaz op grond van oogst principes, zoals ook Heracles omgang had met Areta op basis van oogst principes. Zonder de natuur erbij te betrekken en geduld te oefenen is alles waardeloos en geforceerd. Daarom leidde Calvijn de mens tot de put waarin de mens zijn eigen wil moest verliezen en onderworpen moest zijn aan de wil van de natuur, oftewel de oogstkennis. De uitverkiezing was dus in diepte gewoon puur een oogstfeest, en de relatie die de mens had met God. Zo werd het kaf van het koren gescheiden. Er is dus een groot verschil tussen het vuur van de stad en het vuur van de natuur. Het vuur van de natuur is meer een subtiele vurigheid. Ragnarok, oftewel de Noord-Germaanse ramadan, loopt over in de komst van Surtr, de komst van het natuurvuur. Surtr komt daarvoor op zijn schip met de doden en de bewoners van hel, tegenwoordig uitgebeeld door het sinterklaasfeest, wat ook gelijkstaat aan het suikerfeest ter afsluiting van de ramadan in de islam (id-al-fitr). In de Noord-Germaanse mythologie worden dan de bruggen tussen de goden en de mensen afgebroken, als een strijd tussen het kapitalisme en het natuurcommunisme. Dat is dan ook wat het surtr feest is, of het suikerfeest, dat de mens de context gaat zien, en dat er gelijkheid zal zijn, waarvan het communisme een symbool is. In Israel komt het oogstfeest dus na het paasfeest. In Israel is het pasen de viering van de exodus, waardoor het volk tot de wildernis kwam om te hongeren om zo los te komen van alles, en op het hoogtepunt daarvan was er het oogstfeest. Dat is in het christendom ook de spanning tussen pasen en pinksteren. Het laat zien dat er voor alles geduld nodig is. Ragnarok werd in het Zuid-Germaanse de godenschemering genoemd. Hierin zouden de goden ten onder gaan, opdat de mens de eigen verantwoordelijkheid zou leren. Ook de mens zou ten onder gaan. Er zou een andere schepping komen. Het is een beetje als de afgod van de stad die aan het kruis moest sterven opdat het vreemde zou kunnen komen, oftewel de spanning tussen pasen en pinksteren. Surtr is dus het pinksterfeest van het germanendom, waarin het natuurcommunisme de ware verzoening is. Het zijn uiteindelijk hele zoete momenten die maar kort duren, want daarna moet de mens de logistiek in van de shawwal maand. Er moet werk gedaan worden. Vandaar dat de mens zich niet blind moet staren op het suikerfeest. In het suikerfeest wordt er ook heel veel vernietigd, wordt er een offer gebracht voor de armen, opdat de natuur weer in balans komt. Surtr komt met het natuurvuur. De tweede bijbelse mythologie van de Vuh stelt dat het natuurvuur voort zal komen vanuit de oermelk. Het zal de dag zijn waarop het ijs zal branden, en dit is puur metaforisch natuurvuur. Het zal de gehele wereld op z'n kop zetten. De mens komt dus niet tot het suikerfeest door een jaartje ouder te worden, zoals het bespottelijke verjaardagsfeest stelt, maar alleen door het proces van de ramadan, de tocht door de wildernis, volledig te begaan. Hierin mag de mens dus niet sjoemelen, niet afrafelen, niet spijbelen, zoals bij het verjaardagsfeest. De mens moet stoppen de feesten van Kakia te vieren en moet terug keren tot de natuurfeesten van Areta in de wildernis. Dit zal geen letterlijke, vaste kalender zijn, maar een symbolische, logistieke natuurkalender. De uittocht door Mozes tot de wildernis ging maar half de wildernis in, en raakte toen vast in Kakiaitische afgoderij. Daarom stelt de Bilha dat de ware exodus behoorde tot het volk van Ismael,
die in diepe verworpenheid tot het vreemde land kwam (Bakkah, Mekka), in de diepte van de wildernis, de ramadan, oftewel de hongertocht, volledig volbracht. Dat is het ware suikerfeest. Zoals er dan een opname is in de shawwal maand na de ramadan door de shawwal godinnen in de exegetische islam, zo is dit de opname door de valkyries in het Noord-Germaanse en door de walkuren in het Zuid-Germaanse. Ook Heracles werd door zijn tocht in de wildernis, door het achterlaten van Kakia, opgenomen door de Aretaitische godinnen. Al met al is dit ook de ware opname in het NT waarover Petrus en Paulus spreken. Beiden waren zij Aretaieten die Areta verwachtten in de Griekse grondtekst. Dit is pure mythologie, want Areta betekent geoefendheid en initiatie, vaardigheden, wat dan ook de daadwerkelijke betekenis is van de opname. Zij die geen vaardigheden hebben aangeleerd op dit niveau zullen dus niet tot de opgenomenen kunnen behoren. Mozes mocht het beloofde land niet binnengaan, omdat hij het volk had laten vastlopen door zijn overmoed. Het volk moet dus verder gaan, door de Mosaische mythologie te overstijgen, te komen tot het pad van Ishmael die uiteindelijk wel Bakkah, oftewel Mekka had weten te bereiken, omdat hij diep genoeg op zijn hongertocht de wildernis was ingegaan, en niet overal kakiaitische offerplaatsen en vestigingen had lopen bouwen zoals Mozes dit deed. Ook Jeremiah wijst op het Ishmaelitische pad, het pad van het vreemde. Het paasfeest heeft me altijd geinteresseerd, wat dus oorspronkelijk het hongerfeest in de wildernis was in het Judaïsme, oftewel de Israelitische ramadan. Zo kon de oogst dus gezuiverd worden. De natuur brengt altijd een oogst voort door het minderen, door het sterven, niet door het meerderen. Dit in tegenstelling tot de kakiaitische stad, tot Sheda. Er is wel een soort van shedaitische ramadan in de stadse, shedaitische kalender van Kakia. Dit is strict een vrouwen-ramadan, alleen voor vrouwen dus, de nachteld genoemd, omdat het om een gescheiden kalender gaat, verschillend voor man en vrouw. In de islam is het suikerfeest pas na de ramadan, maar in de sheda religie van de stad is er een groot suikerfeest in het midden van de vrouwen-ramadan, om de ramadan te onderbreken. In de stad moeten de vrouwen minderen, de vrouwen hongeren. De mannen hoeven dit niet. Discipline is iets voor vrouwen, en zo ook uiterlijkheden. Schoonheid is iets voor de vrouw. Dat wil niet zeggen dat mannen niet ijdel zijn in de stad, maar het kan de kakiaitische vrouw vaak niet zoveel schelen, want alles draait om haar eigen kuisheid. Het moet zo kuis mogelijk, vooral in de vrouwen-ramadan. De man hoeft dat allemaal niet. De man moet vaak rijk zijn, stropdas om, grote auto, zodat de vrouw een goed suikerfeest kan vieren in het midden van de ramadan. Pure godslastering, maar onderdeel van de sheda religie in de stad van Kakia. Dit feest wordt uitbundig gevierd met veel felle rode nagellak, als snoepgoed gesmeerd op de nagels, en knalfelle rode lipstick op de lippen. Zo eert de vrouw het suikerfeest goed. Als een man misvormt is door zijn ramadanloze levensstijl in de vorm van uit de kluiten gewassen spierbundels, als karikatuur van de man, dan kan de kakiaitische vrouw dat ook niet schelen, want voor de man draait het toch niet om het uiterlijk, maar om zijn portemonee en zijn grote auto. Een groot huis is dan ook mooi meegenomen. Zo kan de vrouw ook nog eens uitbundig haar snoepfeest vieren. En omdat het de vrouw toch niet kan schelen gaat de man zich rustig te buiten in het opblazen van hemzelf, opdat hij met zijn grote misvormde spierbundels over de domme vrouw in de stad kan zegevieren. Alle ijdelheid en discipline, alle ascese, draait immers om de vrouw. De domme man denkt voor zichzelf dat kwantiteit gelijk staat aan kwaliteit, dus die blijft zichzelf opblazen als hij niet slim genoeg is voor de stropdas. Dan heeft hij in ieder geval wat,
denkt hij. Geen geld, dan maar grote spierbundels, maar zelfs veel kakiaitische vrouwen trappen daar niet in, want het laat vaak de luiheid zien van de man. Veel kakiaitische vrouwen willen gewoon geld zien. Er zijn verschillende ramadans voor de vrouw in de shedaitische kalender. Ook is er een rajab maand van ontwapening, want de vrouw moet wapenloos zijn en blijven. Wapens is iets voor de man. De kakiaitische vrouw schenkt geen aandacht aan de demonologie. Daarvan moet ze geheel ontwapend worden. Ook is er een shawwal maand van de stadse logistiek als een soort oogstfeest voor de vrouw. Bij de kakiaitische vrouw draait alles om het suikerfeest. Zoet moet ze zijn, en zoet moet ze blijven. Het suikerfeest wordt te pas en te onpas gevierd, het hele jaar door, en kinderen worden er ook bandeloos mee verwend. Het hoogtepunt voor de vrouw is dan ook de suikermaand zelf, de Jane Ewling maand, genoemd naar een klein meisje die verzot was op snoep en in allerlei gedaantes kon veranderen om dit te krijgen. Het is het absolute hoogtepunt van de shedaitische kalender, en wordt ook wel de bedevaartsmaand genoemd. De hele maand door wordt Jane Ewling uitbundig vereerd, en worden er vrome pelgrimstochten georganiseerd naar het graf van Jane Ewling ergens aan de rand van de natuur. Deze maand wordt voorafgegaan door de shaban maand, waarin de vrouw haarzelf afzonderd en haarzelf voorbereid op de suikermaand, de maand van Jane Ewling. Het is een belangrijke drie-eenheid voor de shedaiet : Kakia, Sheda en Jane Ewling. Jane Ewling is het snoepmeisje, als het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. Dat is wat de stad is, lieve mensen. Laat je niet, nee nooit, bedonderen. Kakia is op jacht, en heeft de mens al gevangen. Ook de suikerfeesten middenin de vrouwen-ramadans worden Jane Ewling feesten genoemd, de kleinere Jane Ewling feesten, en zo wordt haar feest het hele jaar door gevierd. Het is een bepaalde vorm van Kakia, als haar innerlijke verwende kind. Ik kan me herinneren dat ik op een economische hogeschool ging rondkijken vanwege beroepskeuze. Ik kwam er kotsmisselijk weer vandaan. Alles draait daar om geld. Daar moet je dan de hele dag mee bezig zijn. Puur zielsdodend. Maar velen kiezen hiervoor, ook in mijn familie. Die ging er naartoe, en die. In de stad draait alles om geld. Zo ook in de sheda religie van Kakia. Geld, geld en nog eens geld. De vrouw vast hiervoor, opdat zij een grote geldoogst zal hebben, in de vorm van de stadse man. Zo worden huwelijken gesloten, op die basis, en zo brengen zij geld-parasieten voort vanuit een zwart gat in het universum. Ontwaakt, gij die slaapt. De vrouw viert de nachteld maand, oftewel de vrouwenramadan, als een ijdele discipline, voortijdig onderbroken door het suikerfeest. Even bijkomen, even bijtanken. De man in de stad heeft al helemaal niks met de ramadan maand te maken. Dat is een werkpaard. Die moet verdienen, vermeerderen, niet verminderen. De kakiaitische vrouw zal er voor zorgen dat ze een goed werkpaard koopt. Kan ze geen stropdasman vinden, rijk, met grote auto, dan moet ze met minder genoegen nemen. Maar als alles mislukt dan kan ze altijd nog verwen-omaatje worden, en dat wordt ze toch wel, want ze houden er immers allemaal van om lekker vervroegd met pensioen te gaan. Al snel voelen ze zichzelf te oud om nog te leren. Daarom, hup, op jonge leeftijd al het oma knotje erin gooien, en de oma oorbellen in. En maar suikerzoet doen, want dat is immers vrouwelijk in de stad. Dan gaat ze zolang het nog kan op zoek naar haar gehoorzame, brave stropdasman, zo zeker van al zijn meegekregen waarden, en zijn geld. Wie zoet is krijgt lekkers. Zo kunnen ze heerlijk als jonge opa en oma vroeg met pensioen en gaan rentenieren. Maar lieve mensen : dat kan helemaal niet. Er zijn natuurregels voor. Deze stad zal vergaan.
Zo zeker zijn ze er allemaal van dat ze normaal zijn. Maar gehoorzamen is het woord shama in het Hebreeuws, maar dit komt van het Egyptische smai, de oerchaos, de twijfel, verbonden aan de oervruchtbaarheid, de sma, en verbonden aan Seth, de natuurmens, want eerst moet alles getoetst worden aan de natuurwetten. Voordat men tot het geweten gaat moet men eerst gaan tot de twijfelzone. Gij die meent te staan, ziet toe dat gij niet valle. Het geld liegt en geeft valse zekerheid. Vrouwen zijn er voor het uiterlijk, mannen voor het geld, in de stad. Maar als je zulke laagstaande principes hanteerd, dan wordt ook alle esthetiek tegelijkertijd verdraaid, die oorspronkelijk dus gewoon kennis was (kennis is de ware schoonheid, intelligentie). De mens weet het niet meer. De vrouw viert de ramadan uitbundig in de stad, voortdurend onderbroken met veel suikerfeesten, om de ramadan belachelijk te maken, en het is alleen voor de vrouw. De man hoeft dat allemaal niet, en daarom is de stadse vrouw een godslasteraar naar de eigenlijke ramadan, het hongerfeest, wat al in de exodus bestond, toe. Daarom is de stadse vrouw een aanbidder van Kakia. Kakia is het ziekelijke en hysterische ongeduld die de ramadan verstoort, voornamelijk in haar Jane Ewling gedaante, het kleine verwende meisje wat haarzelf een prinsesje waant. Suikeroompjes, en suikerpappaatjes is waar ze naar op zoek is, ja-knikkende opaatjes. Gehoorzame stropdasdragers die haar telkens weer verzekeren dat alles wat in de stad gebeurd zeer normaal is, zeer normaal. Wat is de stropdas dan ? Het is de geldpees van de man, de stadse suikerpees, de impotente geldpenis van de opa-man die vervroegd met mentaal pensioen is gegaan, zijn marktuintje heeft gebouwd, en nu maar is gaan rentenieren. Suikeropaatjes. De stad is nog steeds in de vijftiger jaren. Dat is wat de ramadan voor de kakiaitische vrouw is : vervroegd met pensioen gaan, opgaande tot het suikerfeest om de kleinkinderen te verwennen oftewel te vergiftigen. Suiker en geld is een heerlijke combinatie voor de kakiaitische vrouw. Ook voor de kakiaitische man. Die snoept lekker mee op de achtergrond. Ach, het is toch zo'n goeie sul, wordt er dan gezegd. De mens in de stad leeft nog steeds in de 50-er jaren. De vrouw is er voor het aanrecht. De man is een gehoorzame, brave suikerpees voor het stadse systeem. Er zit niks meer bij, geen creativiteit. Wat een saai consumerend stel. De ouwe sok heeft haar ouwe schoen gevonden. Toen kwamen de zestiger en zeventiger jaren, de flower power, gelijkheid voor man en vrouw, de terugkeer tot de natuur. De vrouw emancipeerde, maar de 50-er jaren boer moest het zo nodig weer afschieten. De mens komt niet ver. Kakia zit achter de mens aan. De sheda honden van de stadse religie zitten achter de mens aan. Daarom moet de mens weten wat de sheda religie betekent, wat het inhoudt. Ken uw vijand. Laten we beseffen dat vervroegd, geforceerd suiker gif is, zoals in de valse stadse ramadan en het stadse suikerfeest. De Vur stelt dat het ware snoep alleen in het verborgene te vinden is, in de verborgen kennis (boek 129). Het is een minderende, smeltende kracht (boek 127).
Hoofdstuk 31. Hoe Calvijn te overleven ? De hongertocht door de wildernis naar het beloofde land, oorspronkelijk was dit de hongertocht van de verworpen en verbannen Ishmael, tot nog veel dieper de wildernis in, totdat hij in het vreemde land Bakka kwam, de oorspronkelijke naam van Mekka. Dat is wat de oorspronkelijke ramadan was, en wat de Bilha weer rechtzet. De hongertocht van Mozes wordt namelijk ergens middenin afgebroken, omdat hij door overmoed een kakiaitisch altaar bouwt, waardoor hij dan ook het beloofde land niet binnen kon en mocht gaan. Zo ontstond de stad en de stadse sheda religie in dienst tot Kakia. De shedaitische kalender is een gescheiden kalender, een dubbele kalender, met verschillende indeling voor mannen en vrouwen. Zij worden strict gescheiden gehouden. De vrouw is er voor de ramadan, het minderen, terwijl de man er is voor het meerderen, als een ramadan-boer die de vrouw fokt op de ramadan velden, om zo grote oogsten binnen te halen. Op de suikerfeesten komen man en vrouw bij elkaar om dit te vieren. Dan heeft ook de man zijn grote oogst, zijn suikeroogst. Voor de man is dat de tuun maand, die gelijk valt met de bedevaartsmaand van de vrouw, oftewel de suikermaand. 'Tuun' is voor de man het sleutelwoord. Daar leeft hij altijd naartoe. Maar verder viert hij het hele jaar door de tuun feesten. Die vallen samen met de suikerfeesten van de vrouw, middenin de ramadans van de vrouw. De man is er maar druk mee. Het gaat bij de man niet om het minderen, maar om het werken en het meerderen. Hij werkt met vrouwen als zijn vee. Terwijl de vrouw de ramadan viert heeft de man zijn werkfeesten en zijn economische feesten, met veel alcohol, en daaruit voortvloeiende zijn stadse logistiek. Rajab, ontwapening, wordt niet gevierd. De man is altijd bezig te bewapenen, altijd weer meer en meer. De stadse man heeft nooit rust. Rust is iets voor vrouwen. De stadse man is een werkpaard. 'Tuun' zegt de stadse man, en hij heeft weer een rijke suikeroogst. Dan rolt het geld weer binnen in het laadje, waarvan de vrouw uitpuilende ogen krijgt en lange neuzen, en dan hebben ze ineens weer van alles op anderen aan te merken, opdat niemand een graantje van hen mee kan pikken. Dan zijn hun alarmen ineens superscherp, en overparanoide. 'Zeg, overdrijf je nu niet een beetje ?' wordt er dan gezegd tot zulke vrouwen, en dan hebben ze altijd weer hun smoesjes. 'Ja, ik heb menstruatie.' Nee, ze bewaken gewoon hun snoepgoed. Uitpuilende ogen en lange neuzen, die graag liegen, om de buit maar te kunnen behouden, net als Pinocchio. 'Een beetje paranoide.' 'Ja, maar ik heb menstruatie.' 'Wat ga je doen met het geld ? Oh, meer kinderen kopen ?'
Dan worden ze geirriteerd en gaan ze puffen, en nog meer liegen. De stadse vrouw, het is een hel, net zoals de stadse man overigens. Ze gebruiken elkaar gewoon als muntgeld. Ze zijn gescheiden maar doen net alsof ze bij elkaar zijn. Ze hebben elkaar nodig, want ze zijn beiden maar half werk. Ezau was hongerig. Hij hield het niet meer uit. Hij was moe van zijn werk in de wildernis, en zijn tocht. 'Mag ik wat van dat rode, dat rode daar ?' smeekte hij. Het was een beeld van de besnijdenis van zijn hart. Hij moest de macht die hij over zijn broer had opgeven, zijn status, zijn familie positie als eerstgeborene. Ezau was hongerig en koos het rode boven al het andere. Hij wilde mentaal en sociaal besneden worden. Ezau was in die zin de vurigheid zelve, en daarom wees Mozes ook op de vurige slang in de wildernis in de tweede bijbelse mythologie, als een beeld van Ezau. Hoe kon het dan dat Mozes hier later van afviel ? Hij kon er het geduld niet voor opbrengen. Hij wilde niet sociaal besneden zijn, en werd overmoedig. Het duurde hem allemaal te lang. Hij wilde niet volharden. Mozes was lauw geworden. Het radicale leven van Ezau was hem een te hoge prijs. In de vrijere kerken wordt het bijna niet geleerd : de oer-twijfel. Alles draait om het geloof, en wat je gelooft is bij toverslag de waarheid. Ja, zo kan ik het ook. Zo kun je alles wat krom is goedpraten door geloof. Je groeit dan op met de zekerheid des geloofs omdat je je toverversje hebt opgezegd dat je gelooft, dus ben je een kind van God en hoor je erbij en ga je naar de hemel. Toen Calvijn kwam met de uitverkiezingsleer was het één grote chaos, want velen wisten niet zeker of ze wel uitverkoren waren. Het geloof was ineens niet meer voldoende. Wie was er wel en wie was er niet uitverkoren ? De mensheid stond voor een groot raadsel, en Calvijn stelde dat de uitverkorenen het zouden weten van zichzelf, maar waarschuwde tegelijkertijd voor zelfbedrog, dus zo kon nog steeds niemand het zeker weten, alhoewel hij wel preekte over het verschil tussen de zekerheid van het uitverkoren zijn en het zelfbedrog. De tweede bijbel stelt dat de zekerheid alleen te vinden is in de heilige gebondenheid, en dit is altijd omgeven door de oer-twijfel, oftewel het toetsen, wat volkomen is geworden. 'Uw twijfel moet volkomen worden.' Ook gaat dit altijd gepaard met het minderen, de hongertocht. 'Uw minderen moet volkomen worden.' Zowel de twijfel als de honger leiden de mens tot een breekpunt waarin de mens aan zichzelf sterft, en zo opgenomen wordt tot de hemelen, wat zich dan uit in de heilige gebondenheid, en wat een innerlijke zekerheid geeft. Zo ontwaakt de levenskiem van de mens en vereeuwigt zich. Dan gaan de ogen van de mens open en dan ziet de mens de benodigde demonologie. Dat is pas het begin van de strijd. De mens ziet dan dat de hemel een school is, en geen lustoord. Vandaar het tweede bijbelse gezegde : 'alleen studenten gaan naar de hemel.' De hemel is dus het doorleren. Zolang je door blijft leren is er niets aan de hand. Wat de mens moet leren beseffen is dat het loon niet uitgeloofd wordt naar maatstaven van kwantiteit, zoals bij verjaardagen dat je kunt zeggen dat je weer een jaar langer hebt geleefd, dus mag je daarvoor cadeau's krijgen. Neen. Dat zijn spijbeltruukjes. Het wordt gemeten naar de maatstaven van kwaliteit. Het verjaardagsfeest is dus een suikerfeest ter onderbreking van de ramadan. Als je het snoep voortijdig aanneemt, dan stopt de tocht, en zul je niet kunnen aankomen in het beloofde land, net zoals Mozes. De mens moet niet denken alsmaar vergif te kunnen innemen en toch maar denken te kunnen leven. Vroeger was de oertwijfel juist heel belangrijk, opdat de mens niet losbandig zou worden. Het behoedde de mens voor de zonde. Alleen op het pad van de oertwijfel, van de onzekerheden, zal
uiteindelijk de ware zekerheid komen, wanneer de oertwijfel rijp is geworden. Buiten dit pad is er slechts zelfbedrog. Calvijn leidde de mens weg van de katholieke god, en bracht de mens door onzekerheden en twijfel tot een vreemde god, net zoals Ishmael. Dit was zeer zeker geen makkelijke god, geen sinterklaas. Deze god had iedereen bij voorbaat al verdoemd, maar sommigen waren ondanks alles toch uitverkoren. Dat had niets met een eigen wil te maken. De eigen wil zou de mens teveel in de weg kunnen staan. Het had te maken met een hogere wil van de natuur, een hogere wiskunde. De eigen wil moest juist sterven in de ogen van Calvijn, want die was veel te corrupt. Hij had het hier in diepte over de opgelegde katholieke wil die moest sterven. Er is dus zeker een zwaar dualisme te vinden in de geschriften van Calvijn, voor meerdere interpretatie mogelijkheden, niet alleen maar negatief. Daarom zeggen we ook telkens : Calvijn een kwartslag draaien. Hij heeft iets in zijn hand wat belangrijk is. Het moet alleen nog op de juiste plaats komen door de natuur logistiek. In de heilige gebondenheid heb je niets meer met een eigen wil te maken, want die heb je opgegeven. Hier heb je dus in eerste instantie wel eerst zelf voor gekozen, dus helemaal geen vrije wil hebben is natuurlijk onzin. Calvijn gaf een hele andere interpretatie aan de geschriften van Jezus en Paulus, en bracht grote verwarring. Hij gooide het hele katholieke wereldrijk op z'n kop. Hij was dus als Seth die was wedergekomen, de Egyptische oer-chaos, oftewel Smai, de wortel van Ishmail. Het stormde zwaar op het erf van religie. Buitenaardsen waren gekomen. Het was al met al een heel gevaarlijk heerschap, met heel gevaarlijk gedachtengoed, maar met groot potentieel. Nu was het dus belangrijk dat de exegese zou komen. We maken dus zwaar onderscheid tussen orthodox calvinisme en exegetisch calvinisme. Calvijn moest de ramadan wel herstellen in het christendom. Het christendom was al veel te ver afgedwaald. Het christendom had haarzelf een stad en een naam gebouwd, en was hierin geheel vastgelopen. Hoe uit het minderen in de ramadan zichzelf ? – In grote twijfel. En dat was juist wat het christendom zo nodig had. Ik lees dus liever geschriften van zwaar gereformeerde en bevindelijke predikanten die niets zeker weten dan dat ik overvolle zelfverzekerde evangelische geschriften lees die klinkklare leugens verkondigen vanwege het overmoedig grijpen naar meer en meer geloof en genade, zonder te voldoen aan de ramadanse voorwaarden. Durft de mens terug te keren tot de ramadan en zijn valse zekerheden los te laten ? Dat is de grote toets hierin. Het zal zeker niet stormlopen. Het is slechts voor de eenling. Calvijn brak de valse zekerheden in stukken, en leidde de mens terug tot de tranen van Ezau, terug de woestijn in. Het was een gesel in de hand van God om het volk te redden. Het volk was namelijk met het katholieke materialisme aan de rand van de afgrond terecht gekomen. Calvijn greep de mens in z'n kraag en trok de mens terug. Maar nu moest de mens nog de boodschap van Calvijn op diepte leren schatten. Calvijn was een theologische reus, als een komeet, maar niet zonder truuken. De mens was weer in een ander zeer gevaarlijk mijnenveld terecht gekomen. Hoe Calvijn te overleven was toen ineens de vraag. Het is een vraag die me vaak bezig houdt, een onderwerp wat me diep interesseerd, vanwege de diepe pijn, maar ook vanwege de diepe vreugde. Het is zeer zeker iets waar ik hele gemengde gevoelens over heb, maar waar ik wel een hele diepe waarde van inzie, een grote belangrijkheid en zelfs een noodzaak. Het is een gesel van grote wonderen en verdiepende kennis. Het is de verdieping van het pad van Ishmael en de verdieping van de islam. Calvijn heeft me altijd geboeid,
ook omdat ik zag hoevelen er onder Calvijn leden. Er moest een antwoord zijn. Het viel niet zomaar weg te snijden. Er moest iets mee gebeuren. Calvijn rijdt op zijn paard. Hij draagt tegelijkertijd het suikerfeest na de ramadan. Het is niet slechts de ramadan die hij brengt, de hongertocht. Hij gaat veel, veel verder dan Mozes, veel dieper de wildernis in. Waar anderen stoppen gaat Calvijn rustig door. Dat maakt hem een interessante persoonlijkheid. Levensgevaarlijk, maar interessant. Schaken met Calvijn. Het is iets wat ik graag doe. Ik wil meer van deze man weten. Ik wil hem leren kennen, zijn goede dingen en zijn slechte dingen. Het inspireert me, het waarschuwt me ook. Het opent werelden voor me, en ook sluit het werelden voor me. Ik moet mijn pad hier zien te vinden. We zitten allemaal tot onze nek in het calvinisme. Verdieping is de enige doorgang. Het is een moeras waar de mensheid niet zomaar uitkomt. De mens moet deze natuur leren kennen. Hoofdstuk 32. de bakker van het exegetische calvinisme in strijd tegen de stadse suikerfeesten Ezau liet zijn identiteit besnijden. De valse, opgelegde identiteit moest eraf. Zowel man als vrouw dienen door deze besnijdenis heen te gaan. Het is een besnijdenis van het hart. Daarom moet de mens de put van Calvijn in om de opgelegde wil af te leggen, de uitverkiezing door de stad, om zo tot de uitverkiezing van de natuur te komen, die alleen de eenling uitverkiest. De wil is in die zin altijd ondergeschikt aan de natuurkennis. Niet de wil, maar de natuurkennis. In die zin was Calvijn ook een na-middeleeuwse Ezau. Hoe lieflijk op de bergen zijn de voeten van hem die goed nieuws brengt, en zalig zij degene wiens voeten zijn geschoeid met de bereidvaardigheid van het eva-ngelie des vredes. Wat is dit evangelie dan ? Adam moest tot Eva komen om van de vrucht van de logistieke kennis te nemen, van de oogst-kennis, opdat hij niet meer door het suikervadertje beetgenomen zou worden. Ook Jezus zei : 'Het gaat om de kennis die de sleutel tot behoudenis is.' Daarvoor moet alles opgegeven worden. Daarvoor moeten we bereid zijn ons eerstgeboorterecht op te geven, zoals ook Jezus en Ezau eens deden, en ook Jeremia. Jeremia ging niet uitgebreid de verjaardagsfeesten van de stad vieren, de stadse suikerfeesten. Neen. Hij vervloekte zijn geboortedag. Jeremia 20 14 Vervloekt zij de dag waarop ik geboren ben; de dag waarop mijn moeder mij baarde, zij niet gezegend. 15 Vervloekt zij de man die mijn vader de blijde boodschap bracht: U is een jongen geboren, waarmede hij hem zozeer verblijdde; 16 die man zij als de steden die de Here onderstboven heeft gekeerd, zonder dat het Hem berouwde; hij hore des morgens geschreeuw en
des middags krijgsrumoer, 17 omdat Hij mij niet deed sterven in de moederschoot, zodat mijn moeder mijn graf ware geworden en haar schoot voor immer zwanger gebleven. 18 Waarom toch ben ik uit de moederschoot voortgekomen om moeite en kommer te aanschouwen en opdat mijn dagen in schande ten einde spoeden? Jeremia zag wel in dat het leven in de stad één grote leugen was, en dat hij aan zichzelf moest sterven, opdat hij een deel zou zijn van de hogere natuur. Hij snakte naar de natuurkennis, en gaf zijn valse identiteit op, net zoals Ezau en Jezus. De gehele religie die de stad had opgesteld was vals, en Jeremia vocht ertegen. Alles moest andere waarden krijgen, andere betekenissen. Jeremia moest het oog van de stad verlaten om te komen tot het oog van de natuur. Het oog van de stad loog altijd weer, en schreef die leugens ook op als richtlijnen voor de stadse mensen om naar te leven. Oh hoe armelijk en bedrieglijk waren die stadse geesten in de ogen van Jeremia. Jeremia kon het vuur van de natuur wat aan hem trok niet meer tegenhouden, een vuur waar ook Calvijn over sprak : Als je uitverkoren bent, dan kun je het niet meer weerstaan. Dat is de heilige gebondenheid waarover de tweede bijbel spreekt. Kan er dan nog zelfbedrog zijn ? Oh jazeker. Een klein beetje zuurdeeg maakt het gehele deeg zuur. Daarom moet de mens dieper gaan dan Calvijn, en er een waardig commentaar op geven, oftewel het exegetische calvinisme. Zo moet dat ook met de islam gebeuren en met het communisme. Hoewel Calvijn zwaar orthodox was gaf hij ook de sleutels om aan de stad te ontkomen. De cadeau's moesten nog uitgepakt worden. Dat is een missie voor de mens vandaag. De mens kan niet zomaar om de natuurdynamiek van Calvijn heen. Hij ging verder dan Jezus, Mozes en de katholieke kerk. Hij was een man ter paard. Hij ging door tot de vergeten en verloren paden van Ishmael en Ezau, dieper de wildernis in, tot het Kaïnsloon. Was de mens maar zo vindingrijk. Calvijn stak met kop en schouders boven de mensen uit, maar was ook een schurk. Hij had de schatten van de islam geplunderd. Abadja profeteerde er al over : 4 Al zoudt gij uw nest zo hoog bouwen als de gier, ja, al was het geplaatst tussen de sterren, vandaar zal Ik u neerhalen, luidt het woord des Heren. 5 Indien er dieven tot u kwamen of nachtelijke rovers – hoe wordt gij verdelgd! – zouden zij niet stelen zoveel hun genoeg was? Indien druivenlezers tot u kwamen, zouden zij geen nalezingen overlaten? 6 Hoe wordt Esau doorzocht, worden zijn verborgen schatten opgespoord! 7 Naar de grens zenden u al uw bondgenoten; u misleiden, u overmogen uw vrienden; wie uw brood eten, leggen u een valstrik. – Er is geen inzicht bij hem. 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau ? Calvijn diepte het gehele Ezau verhaal uit en bouwde zijn eigen wereldrijk, zijn eigen theocratie. Alle protestantse kerken vandaag de dag hebben hun fundament in Calvijn, of ze dat nu willen of niet. 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door moord worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. Calvijn had zijn eigen inquisitie. Hij stond bekend als de man die pauzen vermorzelde in zijn zwarte stalen vuist. Het is daarom belangrijk dit verhaal recht te krijgen. In de reformatie ging niets zo diep
als Calvijn, tot het punt dat een prediker het uitriep : Het is gemakkelijker de duivel uit een mens te krijgen, dan Calvijn uit de botten ! Het zit in de botten en het blijft in de botten, omdat de mens het niet begrepen heeft. De mens moet het leren vertalen, en over de terreur van dit wereldrijk heen zien te komen door deze puzzel op te lossen. Daartoe kwam ook het boek de Calvijn Code. 'Hoe Calvijn te overleven ?' Dat is tegelijk de vraag : Hoe Calvijn te leven. Calvijn was te groot en te diep om zomaar overboord te kieperen. Hij staat naast de groten zoals Jezus en Paulus in de kerkgeschiedenis. Ook staat hij naast Mohammed. De mens moet er zicht op krijgen. Wat zijn deze standbeelden ? Welke boodschap brengen ze ? Is dat zomaar iets zwart-wits, iets extreems, of is er meer gaande ? In de tweede bijbelse mythologie ging Adam op het rode paard van Ezau dieper de wildernissen van het paradijs in om het te doorvorsen, te doorzoeken, om te gaan tot het verborgene, het vergetene en het verlorene, ja, zelfs tot buiten het paradijs, waartoe hij van de vrucht van Eva nam. Dit was het oorspronkelijke pad van de gnostiek, maar het christendom heeft het gedemoniseerd. Calvijn plunderde de schatten van Adam en Ezau en diende het aan de kerk op met een christelijk sausje, anders zou niemand ervan nemen. Calvijn verzoette de boodschap niet. Integendeel. Hij verbitterde het. Vaak wat nogal krom wordt opgeschreven in de orthodoxie kan weer rechtgezet worden door de exegese, oftewel door commentaren die een vast pad kunnen laten zien door deze wildernissen, als een gids, een leidraad. Zij die ziek zijn geworden van de protserigheid en huichelarij, de orthodoxe roekeloosheid en botte onvoorzichtigheid van de overigens suikerzoete evangelische beweging mogen dan weer een schuilplaats vinden in het calvinisme nu Calvijn er zelf niet meer is. Het spul is allang van gedegen commentaar voorzien zodat de mens niet meer in de valstrikken van deze beweging hoeft te vallen. Het is opgesteld als de benodigde oerchaos, en zeker is het zo dat twijfel een mens voor vele zonden kan behoeden. Ware studenten blijven twijfelen en zoeken totdat deze twijfel rijp is geworden. Heb dan geen oogst voordat het rijp is, anders val je in de klauwen van de stadse suikerfeesten die de mens vergiftigen en meesleuren op een dwaalspoor. Het zijn verhalen. Deze realiteiten zijn neergezet opdat de eenling er iets van kan leren. Ik groeide op in zware orthodoxe gebondenheid, dus ik had de wat vrijere groepen nodig om wat balans te brengen, maar toen ben ik als medicijn nog dieper gegaan dan mijn al hele zware opvoeding, eigenlijk tot de nog zwaardere gebondenheid van mijn vriendjes en vriendinnetjes van vroeger die om ons heen woonden, de gebondenheid van Calvijn. De weg eruit is altijd dieper, zoals een tweede bijbels gezegde stelt, wat ook in mijn leven waar is gebleken. Alles verandert in de diepte. Alles krijgt nieuwe betekenis, en er gaat dan een zee en natuur van kennis voor de mens open. Kan Calvijn nieuwe betekenis krijgen in deze dagen ? Ja, het kan. En het moet. De mens is te diep afgedwaald in de stad, te roekeloos geworden. De mens zit geheel onder de giftige suiker, en daardoor zijn zijn zintuigen verdwaasd geraakt. Dan is het tijd voor de mens om weer terug te keren tot de bakker, want die kent alle ingredienten, en de juiste verhoudingen, en alle kook-regelementen voor zijn wonderbare kookkunst. Niets wordt te heet opgediend, en niets te koud, niets te vroeg en niets te laat. De bakker kent zijn tijd. Hij weet waar alles staat, waar hij alles kan krijgen wat hij nodig heeft. Hij kent de tovenaars die hiervoor nodig zijn. Hij heeft als doel gesteld, de mens te behoeden tegen het grote kwaad van overmatig eten, teveel nemen van het goede. Overdaad schaadt.
Hoofdstuk 33. Calvijn – de anti-sinterklaas Op de planeet Mintaka in de riem van Orion : Een natuurvrouw staat op een boot en aan de zijkant van de boot hangt een naker (een stadse vrouw geest) in feutus houding. De kakiaitische naker verstijft helemaal, versteent als het ware, en wordt weer tot vis en glijdt weg in het water. Iets in het gezicht van de natuurvrouw draait als een kalender. De mens is omringd door kakiaitische stadse vrouwen, omdat deze mintaka natuurlens hersteld moet worden. De hersenen vertalen de krachtige straling van de vissen als stadse vrouwen omdat de hersenen het nog niet kunnen verwerken. In de hersenen ontbreken namelijk vitale tussenstappen die zich in de mintaka natuurlens bevinden. Het is een bepaald slijmvlies op de ogen en over de hersenen waardoor de straling gefilterd wordt. Vandaar dat de mens in contact moet treden met de Mintaka planeet in de riem van Orion. Het katholieke rijk was zeer zoet orthodox materialisme, maar bitter naar andersdenkenen, zeer bitter. Het snoep was dus zeer elitair, en tot de tanden toe bewapend. Daarom kwam er iets nog bitterders : het calvinistische wereldrijk. De snoepkast ging toen op slot, maar er waren ook zekere snoepfeesten voor de calvinistische elite, de uitverkorenen. Die waren daartoe verzekerd. Er kwam een grote verbittering over de aarde. De mens wist het niet meer. De nieuwe machthebbers hielden de mens in grote twijfel. Geloof was de weg ten hemel niet, en ook geen goede werken, maar het uitverkoren zijn. De mens had niets meer in te brengen. Het snoep smaakte ineens niet meer zoals tevoren. De lapijnse honden van mintaka, van orion, waren gekomen. Zij waren bitterder dan het katholieke rijk ooit geweest waren. Dat had het overzoete gif van het katholieke rijk zelf opgeroepen. Er waren langharige honden gekomen, lapijnse honden, die geen spier vertrokken. Oh, wat waren zij bitter, want de aarde was veel te zoet geworden, en het zoet was aggressief. Denk maar eens aan het geweld van de katholieke inquisitie. Grafhonden waren er gekomen. Zo bitter waren ze dat de mens de toffee in de mond niet meer proefte. Het snoep had totaal zijn smaak verloren. Alles was bitter nu, en de eeuwige hel hing als het zwaard van Damocles boven het hoofd van de mens, aan maar een heel dun zijden draadje. Nee, van het snoep kon de mens niet meer genieten. Ook het materialisme deed de mens geen deugd meer. Een zwaar oordeel hing de mens boven het hoofd. Maar wat zei Calvijn eigenlijk. De mens begreep het niet, en hij zal het zelf ook niet begrepen hebben. Hij had een schat geroofd waarvan hij de betekenis niet kende. Hij moest en zou een einde maken aan het katholieke wereldrijk, met wat voor middelen dan ook. Oh, wat was die Calvijn bitter, alhoewel mysterieus. Geen snoepje kon er langskomen. Nee, daar had Calvijn een streng oog voor. Zij die snoep smokkelden kwamen niet ver.
Toch bouwde Calvijn ook nauwkeurig met snoep. Het mocht niet zomaar aangeraakt worden, en al helemaal niet zomaar gegeten worden. Het waren de muren van zijn kerk. Je kon ervoor hangen. Calvijn, wat een portret. Geen lachje kon eraf. Er was geen plaats voor grapjes, want die waren al veel te ver gegaan. Toch waren zijn preken wonderbaarlijk, voor hen die daarvoor oog hadden. Hij had immers een grote schat buitgemaakt. Calvijn was heiliger dan de paus in Rome. Hij was immers de baas van de lapijnse honden. Hij was zowel heiliger als bitterder dan de paus. Maar had de paus daar zelf niet om gevraagd ? Al dat mierzoete snoep had velen omgebracht. De snoepsoldaten van de paus waren van top tot teen bewapend en kenden geen medelijden met andersdenkenden. Het was waar : Calvijn had tegen heel wat op te boksen. Nu moest het dan maar bitterder dan bitter, bitterder dan het graf. Volgens Calvijn was er geen andere weg. En zo trok hij alle laden en registers van zowel de erfverdoemenis als de eeuwige verdoemenis los. Geen mens was onschuldig. Ieder mens was al bij voorbaat veroordeeld. Ieder mens hing al in de wieg, allen op weg naar de eeuwige hel. Begreep hij wel wat hij zei ? Het was weer zwaar religieus fatalisme met een kern van waarheid. Maar wat was die kern ? Ieder mens was al opgezet door het katholieke rijk. Ieder mens had al een stempel gekregen en een valse identiteit, en daar ging Calvijn tegenin, op zijn eigen manier. Er was een kleine elite die 't zou overleven, volgens Calvijn, en die elite zou het ook van zichzelf weten. Daarom als je het niet wist, dan zou je daarvan zwaar in de psychische problemen kunnen komen. Sinds toen zaten de psychiatrische ziekenhuizen ook propvol. De mens kon hier niet mee omgaan. De lapijnse honden renden door de straten, zonder medelijden voor mens en kind. De mens moest verlost worden van het valse snoep, en dat kon volgens hun baas alleen maar door de zware verbittering, een bittere god die geen snoepje meer kon zien. Het was al veel te ver gegaan, alhoewel Calvijn zijn eigen snoep had voor speciale bijzonderheden, zijn eigen natuursnoep, gewonnen in de wildernis. Calvijn legde een bitter pad van de ramadan aan voor de kerk, om het snoep te bewaken. Pas aan het einde van de ramadan zou er een snoepfeest zijn, net zoals in de islam. Voordat dat moment was aangebroken was het snoep verboden, want de mens moest eerst zaaien en minderen. Het snoep was dus alleen maar goed als een oogstfeest, als een loonfeest, niet als gratis genade-goed, en ook geen gemakszuchtig geloofsgoed. Het was alleen voor de uitverkorenen, en alleen op hele speciale momenten, met hele strenge voorwaarden waaraan strict voldaan moest worden. Calvijn maakte geen grapjes. Hij meende het. Met een streng oog keek hij naar het snoepgoed van het katholieke wereldrijk, alle snoeprestjes en snoeppapiertjes. Alles moest achter slot en grendel. Er was een nieuw tijdperk aangebroken, een vreemd tijdperk. Calvijn reed door de straten op zijn paard, als een hele strenge en donkere, bittere sinterklaas, als de teruggekomen Germaanse surtr na het grote ragnarok. Nee, hij zou niet zomaar snoepgoed brengen aan gehoorzame kinderen. Hij kwam slechts de roede, de gesel brengen om het kind her op te voeden. Hij was de bewaker van het snoep. Hij kwam om het snoepgoed van het kind weg te nemen, omdat het te gevaarlijk was voor het kind. Daarom kermde ook menig kind als Calvijn op zijn paard langskwam. Het was geen 'sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje.' Nee, de kinderen liepen huilend van hem weg. Het was geen 'heerlijk avondje is gekomen, avondje van sinterklaas.' Neen. Integendeel. Calvijn was gekomen. Niemand wist niks meer zeker. Het snoep smaakte niet meer als voorheen, en werd zo weggegrepen. Achter slot en grendel zou het gaan. Calvijn was de grote anti-sinterklaas.
Bitterder dan bitter waren zijn honden, genadeloos als hun baas. Om de mintaka natuurlens te herstellen moest de mens namelijk eerst de twee extremen zien. Alleen deze extremen zouden het nieuwe kind kunnen voortbrengen. De natuur moest het dus wel laten zien. Eerst moet de mens de twee kanten van de leugen zien alvorens de waarheid te kunnen zien. Toen Ezau van de rode soep van jakob nam was het zoet en streelde het zijn tong, maar later in zijn buik was het bitter, want hij had zijn eerstgeboorterecht verloren, en hij huilde bittere tranen. Hij was als het ware van suikerzoete katholiek geworden tot zwaarbittere calvinist. Als er dan geen weg terug meer is, dan maar de weg dieper. De mintaka natuurlens laat dus eerst de twee extremen van de leugen zien, waardoor je hart ongetwijfeld wordt verscheurd, want het moet diep genoeg gaan. Alleen zo zul je ontwaken tot de waarheid en zal de mintaka natuurlens het zicht in je herstellen. De leugen is dus altijd de heraut van de waarheid. De leugen zal in die zin niet kunnen ontkomen aan de waarheid, want ze dragen het slechts verdraaid binnenin zich. Vandaar : Ren niet alleen van de leugen weg, maar verwerk ook de leugen, werk ermee totdat het de waarheid wordt. Die potentie en dat medicijn draagt het diep van binnen, want ze hebben het slechts gestolen. De ramadan-sinterklaas, oftewel het suikerfeest na de ramadan. Het mag nooit te vroeg komen, en je mag het nooit te vroeg aannemen, want dan zal het je doden. De mensen die gewoon maar het hele jaar door de suikerfeesten te pas en te onpas vieren plegen hierdoor geestelijke zelfmoord. Het zijn dwazen. Openbaring 10 9 En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. 10 En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. 11 En er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen. Hoofdstuk 34. hoe de islam te overleven ?
De mens moet van alles een heel klein beetje proeven, ook van de slechte dingen, om anti stoffen te kunnen aanmaken. Dat doet de natuur, anders zou het immuniteits systeem van de mens zich niet kunnen ontwikkelen en zou de mens sterven. Moeder natuur zorgt dus goed voor de mens op deze manier. De mens krijgt echt niet teveel te dragen maar moet diep genoeg gaan voor de algemene ontwikkeling. Door het proeven ontwikkelt de mens zich, door van alles heel weinig te proeven, opdat de mens kan beoordelen wat goed en wat slecht is. Dit hoort bij het toets-proces. Ook moet de mens leren het te neutraliseren. Van alles moet er wel een bepaalde hoeveelheid zijn dus, maar de mens mag hierin niet over de limiet gaan. Het is voor onderzoeks-doeleinden. Niet het minderen voortijdig afbreken in de ramadan. Het minderen zal vanzelf zijn oogst hebben. Daar hoeft de mens verder niet voor te zorgen. De ramadan is iets symbolisch. De eigenlijke ramadan is veel langer, en loopt door tot de maand muharram, de eerste maand van het verbodene, wat de eigenlijke ontwapening is waardoor de mens aankomt in het paradijs. Dan worden er limieten aan de mens opgelegd. Dit is de hongertocht van Ishmael en Ezau die niet stopten voordat ze in het beloofde land waren gekomen. De ramadan moet helemaal doorlopen tot de eerste lente maand, waarin de duistere geboorte van Mohammed plaatsvind, als een wedergeboorte. De mens moet niet eerder stoppen met de ramadan, met het minderen. Het is geen opzegversje zoals in het christendom. De mens moet de hongertocht van Ishmael begaan tot wedergeboorte in Bakkah, Mekka, waar ook Mohammed geboren werd. De mens kan alleen maar wedergeboren worden door te volharden in het minderen. Zo komt de mens terug tot de moeder. Zo komt de mens terug tot de natuur, en zal een oogst hebben. Deze oogst is het komen tot het Woord, zoals Ra na zijn lange reis door de woestijn van Sokar kwam tot de grot van Sokar om daar wedergeboren te worden. Sokar betekent de opening van de mond, of de opening van het Woord. Ra ontving daar een nieuw lichaam, het lichaam van het Woord. Ik kwam tot deze grot, en deze grot was reusachtig groot en overal waren er hierogliephen op de muren van het oer. De ramadan is dus iets symbolisch. De eigenlijke ramadan moet het hele jaar door gevierd worden, geleefd worden. Het is de basis van het leven. Daarom is het ook één van de hoofd pilaren van de islam waarmee de mens telkens weer geconfronteerd wordt. De ramadan, het minderen, is de sleutel tot het leven. Het is de sleutel tot de natuur en de natuurkennis. De ramadan is dus ook de eigenlijke bedevaart tot Bakkah, Mekka. Het kan niet zomaar een maand zijn, maar moet een levensstijl zijn, de natuur van de mens. Zo niet, dan zullen de stadse geesten de mens grijpen. De ramadan is het centrum van de islam, zoals het het centrum was van de oertijd. In Mintaka, manataka, en de mintaka lens is het fundament van de ramadan weer hersteld. De ramadan werd verletterlijkt en ingeknot door de orthodoxe islam, daarom moet de exegetische (uitleggende) islam komen, de diepe islam, zoals ook de koran stelt dat de koran symbolisch is. De islam betekent overgave en onderwerping, maar de mens mag nooit te snel vertrouwen. Vertrouwen kan juist heel gevaarlijk zijn in dit mijnenveld waar de mens zich in bevindt. Het is dus juist belangrijk eerst te minderen en te toetsen, en dat gebeurt in de ramadan, in de hongertocht naar het beloofde land. Als de mens zich te snel overgeeft dan wordt de mens als Mozes en bouwt zo een afgodische tempel voor kakia in de wildernis, de valse stad. Er moet daarom een grote hervorming komen in de islam, een reformatie. Er moet ook een afsplitsing komen opdat de mens geen slaaf wordt van de stadse suikerfeesten. Zo is het voor de mens belangrijk een ramadaniet te worden in
het ramadanisme. Dan is de islam bekeken vanuit het oogpunt en de context van de aretaitische filosofie. In het nachtenboek moest Moedervlek tot de godin Ramadan komen. Dat is de kern. Het is niet zomaar af te schuiven op een maand in de kalender. Het ramadanisme is de gereformeerde islam. Het laat de mens weer twijfelen aan alle zekerheden van stad en religie. Hoofdstuk 35. het nagellakbeest – de anti-ramadan en de komst van de eeuwige ramadan De stad brouwt haar giftige, chemische drankjes maar door : nagellak in grote ketels, smerige lipstick, en ook het voedsel zit vol met chemische en ziekelijke rotzooi, het maakt de mens doodziek, maar de stad gaat rustig door, want de stad is een parasiet, een kannibaal, en leeft hiervan. Stinkende nagellak die je van kilometers ver al kunt ruiken, wat op de vingertjes van bedrogen kinderen wordt gedaan. Hup, oma knotjes in, vervroegd met pensioen, al op zeer jonge leeftijd. Kunnen ze ook geen bedreiging meer vormen voor het stadse systeem. Waar zijn de amazones ? Waar zijn de filosofische warrior women ? Ze bleken hun huid, opdat hun baarmoeder open en bloot ligt, opdat het kind sterft. Ze plegen zowel zelfmoord als moord, allemaal als een offer aan de stad, aan de heks Kakia. Haar beest, Sheda, haar alter ego, heeft ook honger. Er is een groot verschil tussen de Exodus van Ishmael en de exodus van Mozes. Mozes liep ergens vast in de wildernis, en ging zijn markt opzetten, zijn kakiaitische eredienst, terwijl Ishmael was verbannen door zijn eigen familie en in grote honger alleen maar meer begon te twijfelen en niks durfde aan te raken. De gevaren waren te groot, en Ishmael begon paranoide te worden en weende bittere tranen, net zoals Ezau. Ishmael werd geen orthodoxe islamiet, maar een ramadaniet. Het kon hem niet schelen wat mensen van hem dachten, want mensen waren al eens eerder zijn valstrik geweest. Neen. Ishmael was een vijand van ieder mens. De mens was te gevaarlijk in zijn orthodoxe vorm. De Bilha stelt dat Areta de moeder van Ishmael was. Zij was de geoefendheid, de initiatie, door de ramadan. Het was een deel van Ishmael, zijn gids. Hij kwam alleen tot haar door de ramadan, en die ramadan moest volkomen zijn. De mens kon het zich niet veroorloven om te gaan lopen sjoemelen. Er stond een hoge prijs op. En zie daar het resultaat : de stad. De mens was afgedwaald, had de ramadan ingeknot als een oma knotje, lange vakanties, vervroegd met pensioen, of ze hadden de ramadan geheel verworpen.
De lucht hangt vol met stinkende nagellak en doodsgiftige auto gassen, en fijnstof van vliegtuigen en ga zo maar door : een dodelijke mix voor de mens, maar de mens smeert het op de boterham. De één z'n dood is de ander z'n brood. De mens gaat lachend ten onder. De mens is een parasiet. Totaal ongrijpbaar. Er zitten geen handvaten aan. De orthodoxe mens is een creatie van Kakia. Die mens vertrekt geen spier om het leed van een ander. Ze doen er graag nog een schep bovenop ook. Spaart u ook zegeltjes ? Nog wat stickertjes erbij voor de kinderen ? De kleine een stukje worst ? Snoepje erbij voor de kleine ? Eet smakelijk en nog een fijne dag. Daarom moet de mintaka natuur lens komen, die doorzichtig groene driehoek lens, waarin de onderlaag van de waarheid alleen maar kan groeien door de twee zijdelingse wanden van de aan elkaar tegengestelde extremen van de leugen. Het is maar dat u het weet. Zoete moedertjes bij het avondeten, aaien de bolletjes van hun bedrogen kinderen. 'Fijne dag gehad, schat ?' Dat de kinderen worden vetgemest voor de slager wordt er niet bijgezegd. Het zijn de slaapliedjes die vooraf gaan aan de vernietiging. Daarom moet de ramadan komen, de langere ramadan, als laatste redmiddel voor de mens. Nee, geef je niet over. Nee, vertrouw hier niet. Geen islam, maar ramadan. Ook aan Areta kun je je niet zomaar overgeven. Je moet met haar worstelen, want er is ook de valse geoefendheid van de stad. Mensen die hun uiterlijkheden oefenen, hun maskers, maar het geestelijke oefenen ze niet. Ze zijn dood en witten slechts hun graven. Natuurlijk is het mooi voor hen. Zolang het dood is is het mooi. Hoeven ze ook niet na te denken. Joe sixpack is echt geen bedreiging voor het stadse systeem, hij die zijn misvormingen heeft geoefend. Mooi zo. Mooi domhouden, dat is wat de stad denkt. Geen bedreiging. We hebben ze. Daar staan ze met hun verkankerde spieren te protsen, maar wat valt er nog te protsen ? Hun brein hebben ze al verloren. Ze zijn verkocht. Kijk maar eens goed naar de oude mannetjes in stropdasjes die er omheen dansen. Maar Jakob werd door Areta geslagen op zijn heupspier op Pniel. Zijn spier moest slinken. Het was om zijn leven te redden. Hij moest de ramadan in. Waar zijn de warrior women ? Waar zijn zij die hun baarmoeder nog nat en donker houden opdat hun kind niet voortijdig zal sterven ? Waar zijn zulke ware moeders nog te vinden ? Zij houden de ramadan hoog om hun kind te beschermen. Zij hebben het snoepgoed hoog verborgen in de kast, achter slot en grendel. Zij lopen niet rond met knalrode nagellak en lipstick, want dat trekt de parasieten aan en de ratten. Zij zijn sober en eenvoudig, natuurvrouwen, dichtbij en in de natuur. En zij leren hun kinderen de natuur. Tough love. Discipline moet er vandaag de dag wel zijn, want er zijn teveel gevaren, teveel roofdieren. Waar zijn zulke vrouwen ? Of zijn er alleen nog maar stadse vaatdoeken ? Het heeft geen zin te zoeken naar zulke vrouwen. Ze kunnen er zijn of niet. Waar het om gaat is zelf zo'n vrouw te zijn, te zoeken naar die vrouw in jezelf, in de filosofie. Op anderen kun je nu niet gaan wachten. Dan kom je bedrogen uit. In de mintaka natuurlens zijn de kakiatische vrouwen die we om ons heen zien, van dertien in een dozijn, slechts vissen. Het brein kon het niet meer verwerken. De cirkel van de ramadan moet weer rondkomen, opdat de mens het overmoedig grijpen afleert, ook het overmoedig grijpen naar de wapens. De mens moet volkomen minderen, dus : niet de islam,
maar de ramadan. Er moet een reformatie komen in de islam. Stinkende nagellak op kindervingertjes. Het is een verschrikkelijk beest wat aan de oppervlakte is gekomen : de antiramadan. Dit beest is Sheda. Het heeft een spotbeeld van de ramadan gemaakt. Duizenden kindervingertjes met nagellak, met de stempels van de anti-ramadan, het zijn de schubben in uitsteeksels van dit monsterlijke gedrocht. Kun je het ruiken ? Het is het beest van de kakiaitische stad die de kinderharten bewaakt. Daarom moet de mintaka natuurlens komen, want het zijn slechts vissen. De hersenen moeten dieper de ramadan in om dit te begrijpen. Ieder mens moet persoonlijk dit beest overwinnen. Je kunt niet op anderen bouwen, het van anderen verwachten of van een superheld. Je kunt het niet verwachten van een Jan Sixpack, een Billie Biceps of een Theo Triceps, en ook een stropdas kan de mens niet redden, of veel geld of een grote auto. Dat zijn allemaal onderdelen van het beest. In de stad is het dom zoekt dom, en daar hebben ze allemaal hun gimmicks en gadgets voor, om elkaar te bedriegen en te bedotten. In de mintaka natuurlens zijn het allemaal vissen. In plaats van jezelf op te dossen met stadse troep en stadse drogredenen, stadse reclame-praatjes, kun je het beste terugkeren tot de ontbrekende hersen-links van de mintaka natuurlens van de riem van orion, tot herstel van de ramadan, het volledig herstel, opdat je de islam zal overleven. De man achter het stuur is allang de controle kwijtgeraakt. Dit ding rijdt op zichzelf. Spring eruit nu het nog kan. Nagellak rotzooi is dezelfde troep, dezelfde junk, als de sixpacks, allemaal als de kanker van het hamburger-eten. Het is een hamburger restaurant. De mens wordt geheel verkankerd en gegrild. Het is het sheda beest wat aan de oppervlakte is gekomen. Woest grijpt het om zich heen om mee te sleuren wie het kan meesleuren, mee de ondergang in. Dit beest haat de ramadan, bespot de ramadan, onderbreekt de ramadan voortdurend. Dit beest wil alsmaar meer, totdat het explodeert, en dan is er nagellak en zijn er gratis sixpacks, alleen voor idioten. Met brede grijnzen gaan ze de ondergang tegemoet. Ze zijn al dood. Ze smeren het op het behang. Hun hele huizen stinken ernaar, en maar televisie kijken totdat ze totaal gegrild zijn, en dan zijn ze zelf niets dan nagellak en sixpacks geworden, als een uit de hand gelopen voetbalwedstrijd. 'Broodje kanker, mevrouw ?' 'Ja graag. Ik ben toch al dood.' Een verrotte rivier van stinkende nagellak en sixpacks, en grote bluffende opgepofte borstspieren stromen uit de grote muil van Sheda voor de stedelingen. Het is spul wat op het randje van exploderen staat. 'Gehaktbal erbij, mevrouw ?' 'Ja hoor, ik ben toch al dood. Kan er nog wel bij.' 'Goedzo.' 'Krantje erbij ? Roddelblaadje ?' 'Ja, graag. Hebben de kinderen weer wat te lezen.' 'Die zijn ook dood ?' 'Tuurlijk.' Daarom moet de eeuwige ramadan komen, door de mintaka natuurlens, om dit te blussen. Dan zal de mens ook een duidelijker beeld krijgen van wat de ramadan precies is. De eeuwige ramadan is in gevecht met de anti-ramadan van de stad, het nagellakbeest. De eenling wordt door dit gevecht in de eeuwige ramadan geinitieerd. Zo wordt de eenling een aretaitische ramadaniet, en overleeft zo de islam.
De mens kent de wetten van zaaien, rijpen en oogsten niet. De mens grijpt maar raak. Ze zijn zo bang er niet bij te horen, het grote stadsfeest te missen. Alsof de natuur hen niets te bieden heeft. Het zijn natuurlasteraars. Maar de eeuwige ramadan reikt tot de natuur van mintaka in de riem van orion. Eerst moet de mens dan door het mysterie van de lapijnze honden van de oververbittering, oftewel de calvijnse honden, aan de rand van de mintaka natuur. Eerst moet de mens door de tegengestelden van de leugen om zo tot de waarheid te komen. Nagellak : overmoedige tekens van stadse logistiek. De stad speelt zo met de hersenen van de mens, als een piano speler, als een typiste. De mens wordt geprogrammeerd. Waak voor het nagellakbeest. Hoofdstuk 36. de riem van Orion Calvijn verklaarde de katholieke kerk en overigens de gehele mensheid failliet. De mens was verloren en had alles verloren. Calvijn was het helemaal zat, en stelde dat de mens helemaal niets had, en nergens trots op kon wezen. De mens was totaal verdorven, tot niets goeds instaat. De mens was totaal verdoemd. Calvijn bracht een bittere ramadan die ieder mens bij voorbaat al op het nulpunt neerzette. De mens had niets meer te verliezen. In het minderen wordt de mens beschuldigd, bedrogen en verworpen, zoals Ishmael en Ezau, om zo deel te hebben aan een hogere opname. Calvijn wierp elk mens in de put van het minste. Calvijn maakte ieder mens tot een eenling, opgesloten in zichzelf. Dat was de weg tot de uitverkiezing, alhoewel dat maar voor enkelen was, omdat het eenlingenschap volkomen moest zijn, de ramadan moest volkomen zijn. Het was iets symbolisch, niet iets letterlijks. De eeuwige ramadan zou de eeuwige hel vervangen, en een ieder die waarlijk calvinist was geworden zou daarmee ook te kennen geven uitverkoren te zijn. De erfverdoemenis was er om de mens te zuiveren. Kun je dat een Chinees uitleggen, de calvinistische leer ? Neen. Zij zijn zo abstract als Calvijn was, en Calvijn had het niet eens in de gaten hoe abstract hij wel niet was. Hij werd gedreven door het abstracte, het is dus ook dikke kul en onzin om al zijn tegenstrijdigheden letterlijk te nemen. Dat is alleen wat babies doen, zij die Calvijn niet kennen en niet op diepte kunnen schatten. Het gaat per slot van rekening om religie, wat in de kern al abstract is, omdat het een abstracte schrijver heeft die metaforen gebruikt om zijn filosofieen te ondersteunen en handen en voeten te geven. Religie is een symbolische kunst, net zoals een schilderij of een gedicht. Je moet het met een korreltje zout
nemen, en het beleven in zijn diepte, niet in zijn letterlijkheid. Zij die het letterlijk nemen zijn kunst-barbaren. Het begint vaak met jonge mensen die door hun ongeleerdheid en gebrek aan relativering en overzicht iets verkeerd begrijpen en dat dan aan nog jongere mensen doorgeven, waar ze dan helemaal niet meer uitkomen, en deze drama geeft grote stoeten volgelingen. Zo gaat dat door van geslacht tot geslacht, als een lange keten. Kettingreacties. Er is een exotische brug tussen de ramadan en het vreemde, tussen mintaka en alnilam in de riem van Orion. Mis deze brug niet. Houd vol tot het einde. Laat je ramadan volkomen zijn. Durf dingen weer in twijfel te trekken, ook al is iedereen om je heen er zeker van. Laat je niet bedriegen door de mechanische massa's. Ze zijn er om jou te testen. Bied weerstand, als een teken dat je een eenling bent. Dat signaaltje zal uitgezonden worden het heelal in, zodat ze het weten. Blijf op je strepen staan. Het tegenovergestelde zal je testen. Het zou niet best zijn als dat niet zou gebeuren. Er moet wel een contrast zijn om een afdruk te kunnen maken. Het vreemde zal je leiden tot het woord, tot alnitak, in de riem van Orion. Deze ontwapening is tegelijkertijd je wapenrusting. Zo neem je de riem van Orion in bezit. Zo draag je de waarheid. Efeze 6 14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid. Hoofdstuk 37. de germaanse exodus De sexuele daad is iets totaal onbegrepen van de natuur. Het gaat over de ramadan, over de man die de leegte ingaat, waarvan de vagina een beeld is. De man mindert, geeft zijn voorvocht, en dan aan het einde van de ramadan geeft hij zijn speciale gave, zijn zaad, en dan is er het suikerfeest. Zo komt de man tot het vreemde, waarvan de suiker een beeld is. Dit kan alleen voortkomen als de ramadan volkomen is, als de man volkomen de leegte, de vagina, heeft gepenetreerd. In de stad is alles losgekoppeld van de ramadan. De sexuele daad heeft zijn filosofie verloren. In Orion stelt de mintaka planeet de ramadan voor, en er is een brug tussen de mintaka planeet en de alnilam planeet in de riem van orion, als een brug tussen de ramadan en het vreemde. Deze brug is van de planeet saiphe, de energie ervan, die in een zuidelijke uithoek van Orion ligt. Saiphe is een zeer belangrijke planeet om de ramadan, het minderen, de leegte, volkomen te maken. Ik had als kind al veel dromen over Saiphe. Ik was daar aan een strand bij een camping, en ik raakte in gevecht met suikerclowns. Er was ook een stad dichtbij, waarachter een wildernis was, en in de wildernis waren allerlei markten. Die markten leidden tot een kloostergebied nog dieper in de wildernis, en daarachter was nog een speeltuin. Eigenlijk kwam ik daardoor niet in de vrije
wildernis. De stad floot me telkens terug. Ik moest spelletjes spelen, die waren verplicht, en de mens moest voortdurend gewassen worden. Maar de mens werd alleen maar vuiler. Ik ben toen terug gegaan naar het strand, tot de zee, en wist dat ik het op een andere manier moest spelen. Ik kwam toen in aanraking met een schip van muzikanten. Het schip inspireerde mij ook literair gezien. Als de mens door het vreemde wordt overweldigd dan begrijpt de mens het niet, en daarom moet de mens volkomen worden in het vreemde, zodat er een brug wordt gemaakt tot het woord, als de brug tussen alnilam en alnitak in de riem van orion. De brug daarvan is de planeet bellatrix. Deze maakt het vreemde volkomen, opdat de mens tot het woord komt. Moet de mens de sexuele daad letterlijk uitoefenen, of alleen in het geestelijke, of is het slechts iets zuiver symbolisch ? Hier zijn dus allerlei wetten voor verbonden aan de ramadan en de ragnarok, waarin de mens dus ook moet leren vasten in het sexuele, want de realiteit die de stad om de mens heeft heengebouwd is vals. Alleen de filosofische realiteit is de ware realiteit. De mens moet dus niet het sexuele als drijfveer hebben, maar moet dit beteugelen door de filosofie. Het is dus niet een plezierhof of sexueel paradijs waarin de mens terecht is gekomen, maar een school. Er is ook zoveel bedriegelijke sexualiteit dus daarom moet de mens leren erop te vasten, en er niet zomaar roekeloos mee omgaan. Laat de filosofie van de natuur je drijfveer zijn, want dan is er voor alles de juiste plaats en de juiste tijd. Dat is de logistiek. Heimdal is de germaanse wachter tussen de mens en de natuur, een brugwachter op de brug bifrost, tussen mens en godin. Heimdal werd geschapen vanuit negen godinnen, ontstaan vanuit het schuim van de branding. Hij is verziend en ook verhorend, want hij kan zelfs het gras horen groeien. Hij is ook de aankondiger van ragnarok, zoals de shaban (afzondering) dat is voor de ramadan. Heimdal blaast hiervoor op zijn hoorn die overal gehoord wordt. Hij woont in hemelberg, himinbjorg, een burcht aan de regenboogbrug (bifrost). Heimdal is eigenlijk dus de wachter van de brug tussen de planeten van de orion riem, oftewel van de bifrost. Deze brug leidt in etappes terug tot de natuur voor de mens, door de ramadan (mintaka), het vreemde (alnilam) en het woord (alnitak). De ragnarok begint wanneer Loki (vgl. logos, het woord, de context) samen met de reuzen de godenburcht, Asgard, aanvalt. De reuzen zijn ook een metafoor voor de grotere context, die dus tegen de goden, een beeld van het kapitalisme, strijdt. Tegelijkertijd is dat dus ook een grote exodus. Heimdal blaast op zijn hoorn, en dan is de ragnarok, de germaanse exodus, begonnen. De ragnarok betekent de ondergang van de goden en van de wereld. Ook zal de brug bifrost dan instorten, de brug tussen de mensenwereld en de godenwereld. Hel was in het germanisme de onderwereld en het verborgene, en naar de hel gaan, of naar hel gaan (een godin van de vruchtbaarheid) was soms ook om het verlorene terug te halen, zoals Odin naar Hel ging, en ook Heimdal ging naar Hel, als een shamanistische taak. Hel besliste dan of ze het gaf of niet, maar ook de tochten tot hel waren dan een soort van ramadan of ragnarok tochten omdat degene die de tocht maakte daarvoor alles moest achterlaten.
Hoofdstuk 38. Secret Doll Tech Elnio, een amerikaanse geest van onverschilligheid, de superziel chip van de sheda stad, die telkens de ramadan onderbreekt, verstoort, en hackt. Het houdt de stad in overtechnologie, overmoedig en gehaast, want Elnio wil de stilte niet. Elnio wil niet vasten. Elnio is ook praatziek. Hij kan niet stoppen. Hij roddelt om zijn doelen te bereiken, roddelt zijn weg naar de top. Elnio is het mechanische hart van Kakia, als een anti-hart. Als een dansende leprechaun gaat hij vaak en graag de stad in om de stadse mens te bezweren met zijn fluit. Dan dansen ze allemaal achter hem aan, in hypnose. Ze dansen Elnio naar de pijpen en worden ervoor beloond. Hij houdt ze allemaal graag aan de drugs. Soms is hij een afgehakte kop op een steen, of een hoofd van glas die kapotvalt op de rotsen, en dan de zee in druipt om de zee te vergiftigen. Rechtertje spelen, doktertje spelen ? Ga eerst demonologie studeren. De stad is totaal afgeweken van de demonologie, oftewel van de immunologie van de natuur, de regels van de logistiek. Dat komt door de Elnio superziel chip die de stadse mens afleidt. De stadse mens is lauw. 'Ik weet wel dat het verkeerd is, maar ik doe het toch.' De stadse mens is onverschillig. Overmatig auto gebruik, vlees eten, en ander materialisme. God houdt van ieder mens, en wil dat er geen mens verloren gaat. Dat is iets wat zelfs in de bijbel staat, en dat is waar. Maar de mens kan zelf kiezen, en dat maakt het eng. Hoe eng is het als eenling om te zien dat de mensen om je heen het niet zo nauw nemen en kiezen voor het verloren gaan. Ze denken dat ze alles zonder consequenties kunnen doen. Er zijn nu eenmaal natuurwetten dat de mens zichzelf ook kan vernietigen. Niemand wordt gedwongen om te leven. Dat maakt het eng voor een eenling, als je ziet hoe de mensen waarvan je houdt totaal ongestoord doorgaan met zelfvernietiging. Alles verdoezelen ze door zelfbedrog. Je krijgt lauwe mensen te zien in de stad, zeer lauwe mensen, niet radicaal. Altijd maar weer achten ze zichzelf hoger dan dieren, hoger dan andere mensen, en hoger dan de natuur. We kunnen klagen als we vernederd worden, maar het is ook om ons te beschermen tegen kapitalistische roofvogels van hoogmoed. Dan raak je los van het schip. Deze roofvogels zijn zeer subtiel. Hoogmoed is een zeer sluwe geest. Ook beschuldigt de geest van hoogmoed de vernederde eenling die zich afgezonderd heeft van hoogmoed. Zo dekt de geest van hoogmoed zich in. De geest van hoogmoed kan hysterisch worden als je uit z'n klauwen probeert te ontsnappen. Dan wordt je eigenwijs genoemd, want je moet je totaal onderwerpen aan de wijze van de geest van hoogmoed. Laat je niet bedotten door dit soort slinkse strategieen. In de stad is alles omgekeerde wereld. De geest van hoogmoed leeft door projectie. De geest van hoogmoed kan immers geen hoogmoed hebben. Dat is altijd de ander. En alles moet normaal zijn in de stad, vertrouwd, maar je kunt de stad niet vertrouwen. Alleen het vreemde zou de stad nog kunnen redden, maar daar staat de stad niet open voor. Alleen de eenling staat er open voor.
Oh, wat zijn we weer normaal, en de ander is altijd vreemd, en vreemd is negatief. Maar waar leef je dan voor ? Is de uniekheid van de ander er niet om je te inspireren ? Dit zijn ook weer allemaal truken van de trukendoos van de Elnio superziel chip van de stad. Het draait telkens zijn hoofd om om anderen te bekijken en te bekritiseren op oppervlakkigheden, en om anderen te stalken. Een leger van lauwe spijbelaars die een spijbelstad hebben gebouwd. Dat is wat de superchip van Elnio heeft gedaan. En zij noemden de stad Sheda. Kakia troont in haar hoogmoed. Oh ontwaakt, gij die slaapt. Laat de eeuwige slaap je niet meenemen tot de vergetelheid. Je bent een mens, je hebt verantwoordelijkheid. Gebruik het nu. Blijf je niet verharden naar moeder natuur, want op een dag zal je dan haar geklop niet meer kunnen horen. De mens maakt altijd weer excuses tegen moeder natuur, hele slappe vaak. Het komt allemaal van de Elnio superchip. Het maakt de mens hoogmoedig en betweterig. Spijbelen is een vorm van betweterigheid. Ze gaan hun eigen pad, dwars tegen de natuur in. De stad walst de natuur plat, onderbreekt de natuur, en beslist zelf wel wat wel en niet mag bestaan van de natuur, maar de stad heeft het bij het verkeerde eind. Het is omgekeerde wereld. Deze Elnio superchip zal afbranden. Het is een goede test om te zien wie een kudde dier is en wie een eenling is. De dode kuddes gaan de afgrond tegemoet. Ze worden gewoon meegesleurd met de rivieren. Ze zullen verpletteren op de rotsen. De val is groot en diep. Ik heb het gezien. Niemand gaat dat zomaar overleven. Wie nog geen hoogtevrees heeft zal hoogtevrees krijgen. Die diepte is niet normaal meer. De natuur zal het betweterige verstand van de mensheid gaan overweldigen. De mensheid staat nog maar aan het begin van evolutie. Alleen de eenling zal er doorheen komen. De rest zal als een mantel weggescheurd gaan worden. Het voorhangsel zal scheuren. Er is geen leven voor spijbelaars. Er is geen ruimte voor lauwheid. De eenling is altijd radicaal. De eenling doet geen water bij de wijn, sluit geen compromissen, maar is geen extremist zoals de massa's. De eenling is gecamoufleerd, en pronkt niet in de stad, maakt zichzelf geen naam. De eenling is geen materialist, maar werkt in het geestelijke, een beetje van dit en een beetje van dat. Er is geen overfixatie op één punt zoals in de stad. De eenling waait met zeer veel winden mee. De eenling is niet xenofobisch, maar xenografisch. Het kwaad kan niet bestaan. Toch bestaat het, dus hoe zit dat ? Het is niet zoals sommige extreme New Age groepen zeggen dat het kwaad helemaal niet bestaat, in geen enkele vorm, dus lang leve de lol. Dan ga je voortijdig met pensioen. Er moet gewerkt worden, want het kwaad is altijd een mogelijkheid, als een test, en nodig zodat je zelf je systeem gaat updaten om veilig te blijven. Daarom zijn bijen ook zo belangrijk omdat ze een anti virus bron zijn van de natuur. Hiervoor verzamelen ze honing en maken ze propolis. Daarvoor heeft de natuur allerlei lenzen voor alternatieve realiteiten die er puur voor zijn zodat de natuur kan ontwikkelen. Antistoffen kunnen alleen aangemaakt worden als de mens wordt blootgesteld aan het virus. Anders zou er dus helemaal geen leven zijn. Ingewikkeld allemaal, maar wel belangrijk om hiertoe te ontwaken. 'God heeft geen kleinkinderen,' wordt er weleens gezegd, want God, de natuur, de hogere kennis, wil met iedereen een persoonlijke relatie, niet via via. Maar de stadse mens gaat graag vervroegd met pensioen en laat het lekker de ander doen. Dat is een bepaalde lens, en een bepaalde projectie, die de mens dus nodig heeft om hiertegen antistoffen te ontwikkelen, weer jong te worden. Er is een water chip van secret doll tech die in de mens zich mag ontwikkelen, en dat is een biologische natuur chip. De stadse mens is al tot een pop gemaakt, maar dan op de verkeerde, geprojecteerde
manier, maar de mens kan dus weer hergeprogrammeerd worden, als de mens de technologie van de natuur wil kennen. Pfff, wat ingewikkeld allemaal, zeggen dan sommige gemakszuchtige, onverschillige stadsmensen, maar dan wel hun kinderen doodgooien met duffe, dode wiskunde en absurd ingewikkelde economie, en trots zijn als hun kleinkinderen raket technologie hebben gestudeerd. Het geestelijke willen ze begrenzen en belachelijk maken, maar als het om het materiele gaat, dan gaat geen brug hen te ver, en daar martelen ze hun kinderen graag voor dood. Het is een karikatuur, een projectie, en dat hebben we nodig om ware, goed ge-update poppen van de natuur te worden. Een pop worden we toch wel, maar blijf aan de juiste kant van het schaakbord. En onthoudt dus dat er geen anti virus programma is zonder het virus zelf. Hoofdstuk 39. Het Simson verhaal als typologie van het leven van Ismael Simson had een voorliefde voor vreemde vrouwen. Dat kun je negatief opvatten, maar ook positief, omdat het nogal dualistische, poetische teksten zijn, als psalmen, en die draaien en slaan om. Dan lijkt het alsof de deur openstaat, maar als je dan dichterbij komt dan blijkt de deur dicht te zijn, of net andersom. In de Hebreeuwse wortels betekent Simson 'de geopende' (shemesh), en ook shamasuni, wat hele diepe Egyptische wortels heeft. Shama is hebreeuws voor horen, luisteren en gehoorzamen. Dat moest Simson ook wel, want hij had een taak te volbrengen voor het Israelitische volk. Het was ook zeker niet het normale, het gewone, waar Simson van hield. Neen. Simson hield van het vreemde, en dan vooral van vreemde vrouwen. Dat kan natuurlijk riskant zijn, maar Simson dacht veel dieper. Het volk moest samensmelten met het vreemde, het hogere, om aan het normale te kunnen ontkomen. Het volk was aan het indutten in kudde mentaliteit. Dat zou het volk fataal worden. Daarom was Simson gekomen. Hij moest contact maken met een vreemd volk. Het was de enige hoop voor het volk Israel waar alles 'ons kent ons' was, en 'wat de boer niet kent dat vreet hij niet'. In het Egyptisch is suni degene die opent, de goddelijke jager, de pijl (sun, sunu), en dat zien we heel metaforisch terugkomen in het verhaal van Simson. Delila, de vreemde vrouw, want zij zorgde ervoor dat Simson niet meer wegkon. Ze lokte hem naar haar woning aan de grens tussen het Filistijnse land en de stam Dan, in Zorek, wat droog land betekent, of vreemde wijnstok, wildernis gebied. Shama komt van het Egyptische smai, oftewel Seth, de natuurmens, en betekent ook het zien in de diepte, en daardoor koppig naar het oppervlakkige en stadse. Het laat zich niet makkelijk temmen, is vijandig naar iedereen, toetsend. Daarom is het ook de wortel van i-smai-l, Ishmael. In de diepte is het verhaal van Simson dus het verlengstuk van het Ismael verhaal. Shama-suni, of smai-suni, is Ismael die tot de suni stam, de vreemde stam, komt, en wordt zo geopend. Dit gaat niet op een directe manier, zoals huisje, boompje, beestje. Neen. Het land van Zorek betekende het land van spot, en dan kunnen we denken aan de Judas kus. Delila had dus een soort Judas functie, en moest Simson inwijden in de geheimen van het spotkleed. Nu Simson tot het vreemde was gekomen, tot suni, de goddelijke jager, degene die opent door een pijl, kon hij niet meer weg. Hij
had de piercing ontvangen, en was nu slaaf tot het vreemde volk, een shama tot suni, een Ismael tot het suni volk. Ismael was geen slaaf meer tot het normale. Neen. Hij was geen slaaf meer tot het oppervlakkige en stadse. Delila, dll, liet hem niet meer teruggaan. Hij was tot de 'dul' maanden van de islamitische kalender gekomen, dat zijn de laatste twee maanden : dulqida – geoefenheidheid, bezit zijn, de kus van ezau dulhijjah – bedevaart naar bakkah, het vreemde, de ballingschap van ezau Dit verbindt dus ook Delila met Rebekkah (bakkah), zoals ook in de Bilha beschreven staat. Ishmael was dus nu bezit geworden van het vreemde, in ballingschap gegaan, toen Simson door de Filistijnen werd opgenomen. Simson ontving de Judas kus en was toen verkocht. Ook dit heeft diepe Egyptologische wortels. SN, suni, betekent ook neerbuigen om te aanbidden, kussen (sen, sena, senu). Simson werd toen opengesneden en afgesneden, en er werden lichaamsdelen van hem afgesneden, wat ook de betekenis is van sen in het Egyptisch, en sena betekent ook slager (suni, sn). Daarom was ook Simson een (lid van) shaphat, in het Hebreeuws niet slechts een richter zoals het vaak vertaald wordt, maar ook een slager, to erect, een oprichter of opgerichte (erectie), een opgenomene, een opnemer. De richteren waren een amazone slagersvolk die het volk moesten uitleiden. Simson was gezonden van het vreemde, maar kon het vreemde niet ontvluchten. Daarom had hij zijn bijzondere krachten. Dit was al voor zijn geboorte bepaald. In het Egyptisch was het slechts een beeld (sennu) van een hogere filosofie. Het gehele verhaal is metaforisch. De senu (suni, sn) waren een groep godinnen in de Egyptologie die Ra moesten voeden aan hun borst, en zij moesten er ook voor zorgen dat hij niet teveel nam. Zij bewaakten de voedsel voorraad. Zij hongerden hem ook uit, lieten hem de ramadan ingaan. Delila hongerde Simson sexueel uit in de hebreeuwse grondtekst, om hem haar zijn geheimen te laten vertellen. Zo kreeg ze hem op zijn knieen en hij weende voor haar. De senu is in het Egypte zij die doet wenen, het wenen, maar tegelijkertijd ook het zien. Zij moest hem namelijk inwijden in de hogere geheimen, hem leren diep te laten zien. Dat is een kenmerk van het smai volk in de wildernis, het volk van Ismael (seth). Zo kreeg Simson voorrechten en rechten (sennu, Egyptisch). De senu is in het Egyptisch de belasting, en degene die de belasting bepaalt, de waarde van iets, de toetser, als een inspecteur. De s-neh, sn, was in de Egyptologie het volk wat tot slaaf maakte, het onderwerpen door vermindering, uithongering, als een beeld van het reguleren en ordenen. Het was voor de doeleinden van registratie (s-nehi, sn), van de wortel sneh, vastbinden. De snehu was een bindtouw, al dan niet met veren. In het sneh ra feest werd de heilige gebondenheid van ra gevierd. De snehu was iets medicinaals, als verband. Het was tegelijkertijd een genezings feest, het zegevieren van de genezende krachten van de natuur door het samenspel van gebondenheid, verbondenheid en verband. De san waren geneesmiddelen in het Egyptisch, en sana was een woord voor alomtegenwoordige, allesomvattende kennis (van de context). Sanu was de prijs die er betaald moest worden. Daaraan ontkwam de mens niet. De sanu waren de snelle poortwachters, die ervoor zorgden dat niemand binnenkwam die de prijs niet had betaald. De volle prijs moest betaald worden. Er mocht niet gesjoemeld worden. Zij haastten zich om een snel oordeel te brengen over hen die hieraan niet voldeden. San is ook het inbrengen van het medijn door wrijven, wat ook een beeld is van de sexualiteit. Dit kan dus een heel bitter medicijn zijn, want het is ook de dorsvloer, het pletten van het graan. Ruth moest op de dorsvloer aan het voeteneinde van Boaz slapen, wat hier ook diep metaforisch over gaat, zoals Maria aan de voeten van Jezus zat om te luisteren, en Maria Magdalena
weende aan de voeten van Jezus, wat allemaal beelden zijn van de onderwerping van Simson aan de voeten van Delila, om door haar ingewijd te worden in het diepere, waar de voet een beeld van is. Zonder de belasting te betalen, zonder te buigen en te minderen, komt de mens niet binnen. Shama, horen, luisteren en gehoorzamen in het hebreeuws, komt ook van de egyptische wortel 'saham', wat de gevangene betekent, de geblokkeerde. Dit was de enige manier om de mens te verzoenen met het vreemde, het vergetene, het weggedrukte, het verlorene, om de één te maken tot twee. Twee is ook de betekenis van het egyptische san-nu. Dit komt allemaal terug in de soeni beweging van de islam die deze diepe cryptiek en etymologie draagt. In het Noord-Germaanse liggen deze geheimen voor de shamaan opgeslagen in de Zweedse bergen, want Zweden werden vroeger suiones genoemd (door Tacitus). Voor de Egyptenaren was deze filosofie de ware schoonheid, de s-an, het terugkeren. Dit was een werkwoord. Dit was het ware opmaken door de natuur. Dit was de schoonheid van ieder mens, een intellectuele schoonheid. In het Egyptisch werden woorden voor hetzelfde vaak op verschillende manieren beschreven, dit opdat allerlei aspecten ervan naar voren konden komen, en zodat het progressief bleef : s-un – wording s-un – openen, het maken van een opening sun, sunnu – verkopen sun – kennen, wijzen (vergelijk het volk van Ezau, temanieten) sunu – loon, kas (vgl. Judas) sunnun – verleiden, strikken, overtuigen, complimenteren, smeekbede suhen – onderwerpen senn – verspreken, liegen sen – het kussen van de voet, van de aarde, een vrouw Hoofdstuk 40. De aspecten van Ismael Er zijn een heleboel gehoorzamen in de stad, die horen en luisteren naar het stadse implantaat, een heleboel goedzakken, een heleboel brave hendrikken. Maar het probleem is dat ze niet verbroken zijn, en dat ze nooit waarlijk hebben gebogen. Ze zijn niet geopend. Er is geen pijl door hen hart gegaan. Ze hebben de prijs niet betaald, hebben de voeten van moeder natuur niet gekust, maar staan nog hoog en droog te protsen in de stad : 'Kijk hoe goed ik ben, kijk naar mijn slaafse stropdas, kijk naar mijn opgepompte spieren, hoe goed ik daarmee voor iedereen zorg, hoe ik de
stad bescherm, wat een held ben ik. Kijk naar mij, naar mij. Zie hoeveel geld ik heb, en hoeveel ik aan anderen heb gegeven. Door mij hebben ze nu een mooi leven.' Ze hebben valse shama, gehoorzaamheid, omdat ze geen suni hebben, geen nederigheid, geen verbrokenheid. Ze hebben niet gebogen en aanbidden slechts zichzelf, niet de hogere principes. Het ontbreekt hen aan genuanceerde filosofie, en daarom aanbidden ze hun vlees, hun dikke pakken gespierd vlees op hun buiken en borsten, hun armen, of als ze veel geld hebben en een hoge opleiding gehad aanbidden ze hun dure stropdassen en dure pakken, en natuurlijk hun dure auto's en hun dure huizen, en andere dure dingen. Het moet vooral duur zijn. Ze hebben geen suni, het zijn geen shama-suni's, geen simsons, geen ishma-suni's dus. Ishmael kwam tot Suni, tot de initiatie in het vreemde volk. Hij durfde uniek te zijn. Als je er eentje bent van dertien in een dozijn dan leef je niet meer. Dat wist Ishmael maar al te goed. We zijn hier aangekomen bij de bottenstructuur van het oude testament. De link tussen Ishmael en Simson is groot en rood, omdat Simson een diepe typologie van het leven van Ishmael is. Hier wordt de knoop gelegd. Veel mannen willen sterk zijn, en veel mannen willen rijk zijn. Oog voor filosofische esthetiek hebben zulke mannen vaak niet. Dan is religie nog een andere optie. Of drugs. Maar shama kwam tot zuni. Smai was de Egyptische Ishmael, een andere naam voor Seth, de wildernis mens. Suni is de noodzaak van het minderen. Ra kwam tot dit gezelschap van godinnen die ervoor zorgden dat hij minderde, anders zou hij de onderwereld niet kunnen doorkomen. Ook Aser, Osiris, was in de Egyptologie tot het Zuni gebied gekomen, en het werd zijn gebied. Hij werd hier opgenomen. Waar Sa de gids is van Ra in de onderwereld, daar was S-N, Zuni, dat voor S-R, Aser (Osiris), vandaar dat Aser ook verbonden is aan de Suni stam, wat via het Egyptische liep tot de Israelitische stam Aser, maar ook dit is een typologisch beeld van Ismael. Als we dan naar Eva kijken, dan zien we in het Hebreeuws dat er twee woorden voor haar werden gebruikt, Ishsha, als vrouw of getrouwde vrouw, en Havah als haar eigennaam wat leven en ook het minderen, het hongeren, betekent. Zij schenkt honger aan de man, als het pad tot de gnosis. Vandaar dat de god van het OT Jah-Havah werd genoemd, het pad van de wording (Jah) door honger (havah), wat ook tot uitdrukking kwam in de hongertocht van de Israelieten door de wildernis op weg naar het beloofde land, en de hongertocht van Ismael. De god van het NT is dan Yeshua, of in het Arabisch Isa, wat terugwijst op Eva als Ishsha, de vrouw, de godin, wat ook het uiteindelijke doel van de hongertocht is. We vinden daar dan de mythes van de wonderbaarlijke spijziging en de wonderbaarlijke visvangst, allemaal principes van overvloed door honger, het wonder van de baarmoeder, waarin de man door het gaan door de leegte van de vrouw komt tot de wedergeboorte van zijn innerlijk kind en het ontvangen van de kennis in de wederopvoeding. Ismael moest terug naar de tenten, om daar dienst te verrichten, terug tot de diepere wildernis, tot Rebekka, bakka, mekka, in de dul maanden van de islamitische kalender, om zo weer eigendom te worden van de moeder wildernis. Dit komt ook terug in het verhaal van Samuel, sml, dezelfde wortel als Ismael, sml, en wat ook een typologisch beeld is van Ismael. Samuel werd door zijn moeder verkocht aan de tabernakel dienst, oftewel de tentendienst. Telkens weer zijn de verhalen van het OT beelden van Ismael. Dit loopt dus ook door Aser heen tot de Egyptologie, als de bottenstructuur van het OT. Ook David die zijn psalmen opstelde voor Batseba, de badende godin, is een typologie van Ismael. Uiteindelijk kwam Ismael tot een wildernis rivier in zijn hongeren,
waar hij de godin zag baden, als in een honger visioen. Zij is een grote oorlogsgodin, ook beschreven in het eeuwig evangelie en in de verdere amazone filosofie. Haar naaktheid is het symbool van de openbaring en de ontmaskering, zoals ook in de grondteksten. Daarom gaat een man die haar naakt ziet in ballingschap, als een beeld van de heilige gebondenheid. Dit is een literaire, filosofische naaktheid, waarin de mens diepte gaat zien, dus geen oppervlakkige, letterlijke, stadse naaktheid, want die is bedrieglijk. Naaktheid is iets metaforisch. De mens heeft het niet begrepen. De mens grijpt maar raak. Hevig verrukt is de mens als hij pornografische naaktheid ziet, op de reclame borden van de stad en verder overal en nergens, maar het is allemaal om de mens te bedriegen en om het oordeel te brengen. De naaktheid van de vrouw is het oordeel. Laten we duidelijk zijn. Het toetst de mens, het brengt het hart van de mens naar boven. De mens zou er van weg willen rennen als de mens de ware naaktheid van god zou zien, in grote vreze, want het komt om de mens te tuchtigen en zijn ego te verwoesten. Kijk de mens eens rennen van de naaktheid van God. Heuvelen val op mij, roept die mens, bergen bedek mij. Daar durven ze niet meer met hun handen op te slaan. Ze kijken dan recht tegen een woeste amazone aan die haar speer op hen gericht houdt. 'Wil je me nog eens op de billen slaan ? Waar blijf je dan ? Toe, als je zoveel lef hebt ?' De stadse mens is als een bourgondische kabouter, altijd maar weer de toverfluit achterna lopen, altijd maar weer in sexuele sprookjes geloven, terwijl ze de ware demonologische sexualiteit niet willen leren kennen. Het hongeren leidt tot het mysterie van de vermenigvuldiging in het NT, verbonden aan Isa, oftewel ishsha, de vrouw, Eva, de oermoeder, en dit vermenigvuldigen is de ware beweging, de logistieke motoriek die het volk nodig heeft, oftewel de logistieke tocht door de wildernis. Daar mag de mens niet van afwijken, want dan stapt de mens op een bom, op een mijn, en dan is het afgelopen. Als de mens dan wakker wordt in de stad door de hogere filosofie en uit deze stad probeert te vluchten, dan zal de mens eerst de klauwen van een joker zien op zijn heupen, als de klauwen van een spin, lange klauwen met nagellak, jokerhanden, lang en dun. Dit monster bedroog de mens altijd weer, dus eerst moet het ontmaskert worden. Als de mens dan uit de stad is gegaan, dan is de mens nog maar aan de rand van de wildernis. Klop niet aan bij huisjes waar oude vrouwtjes wonen, want je weet waar dat op uit kan lopen. Het is heksengebied. Ga dieper de wildernis in. Ontwijk al die huisjes. Pas op voor de zielenvissers. Johannes was in die zin ook een typologisch beeld van Ismael, want hij zag de naaktheid van de godin en hij bewonderde haar, haar filosofische diepte, waarin ze het woeste beest had getemd, want naaktheid is een beeld van openbaring. Ismael kwam tot de naakte, badende godin, en stelde zijn psalmen op tot en over haar, vol van vreze, niet van lichtzinnigheid. Hij was niet als een bourgondische kabouter. Hij kwam niet tot haar met een dubbelgespierd lijf opgevoerd door steroïden, of met een dure, gladgestreken stropdas of een grote dure auto, een snelle ferrari ofzo. Ze zou hem zien aankomen. Er zou niets meer van hem overblijven. 'Wie denk je wel dat je bent om mijn melkklieren zo te bespotten ?' zou ze tegen hem zeggen, of ze zou niet eens iets zeggen en gewoon haar speer het werk laten doen, en haar pijlen. Branden zou hij. Totaal afbranden. Hoe zou hij naar haar billen durven te kijken ? Hij zou het niet overleven. Hij zou met ferrari en al de rivier ingekieperd worden, tussen de krokodillen. Hij zou aan de haaien gevoerd worden. Ze zou haar varkens vetmesten met zijn vlees. Dat is wat religie is : een verslaving geestelijke steroïden die alle geestelijke kanalen afsluit. 'Dus jij denkt met deze junk even de moeder roep durven te vervangen ?'
zou ze tegen hem zeggen, of ze zou gewoon alleen haar lasso en mes laten spreken. Hoe durft een mens zo de donkere, woeste, natte baarmoeder te benaderen ? Of dom met een mobieltje om haar heen gaan lopen om fotootjes te maken van haar naaktheid om het dan naar vrienden te zenden ? Vergeet het maar. Het mobieltje zou spontaan ervan in de fik vliegen en op de grond vallen. Fotootjes maken van een naakte, woeste natuur amazone, een totale vreemde voor deze wereld ? Nee, haar ogen doden. Als haar billen draaien dan ben je er geweest. Als je haar borsten ziet dan zal duisternis op je vallen. Het zijn filosofische principes. Een mens kan niet sjoemelen. Een mens kan niet even een vrouw kopen op de veemarkt of winnen op een bingo avond van de sjoel vereniging. Zonder honger kom je er niet in. Zonder honger kun je niet tot haar naderen. Een heleboel mensen proberen het wel, maar hebben allerlei reserves. De één wil nog dit, en de ander wil nog dat. Ze drinken de lijdensbeker niet leeg tot de bodem, maar laten er altijd nog een laagje inzitten. Hoe rekenen we met dit drama af ? Ken de aspecten van Ismael in de andere verhalen van het OT en NT. Hoofdstuk 41. Het instorten van de bruggen tussen de man en de vader Adam kwam tot havah-ishsha in de hebreeuwse grondtekst van het OT, tot Eva de vrouw, tot de god van het OT, jah-havah, en de god van het NT, yeshua, oftewel isa in het arabisch. Havah is de hongertocht, oftewel de ramadan, om zo uiteindelijk tot de vrouw te komen, de ishsha, oftewel Sa, de gids van Ra door de onderwereld, wat diepe amazone wortels heeft in het verhaal van Aser (Osiris) die door de Zuni geleid werd door de onderwereld. Het zijn aspecten van Ismael. Er is geen veilig pad tot een vrouw dan door de ramadan, door havah, de wildernis tocht van het hongeren, het minderen. De man, Adam, moet de leegte in, niet zomaar een zijweggetje inslaan om toch nog naar luilekkerland te kunnen. Adam moest in de hebreeuwse grondtekst komen tot de riem van vreze, zoals ook heracles deze riem moest bemachtigen. Adam is dus een aspect van Ismael en mag daarvan niet losgezien worden, omdat er teveel gevaren op de loer liggen. Het archetype van Adam kan alleen maar door diepte uitgezuiverd worden. Er is een orthodoxe adamitische cultus die gewoon onderdeel is van de nephilim. Er is een gevallen Adam, de orthodoxe Adam die over Eva regeerde. Maar de mens moet komen tot de Ismaelitische Adam, Adam als aspect van Ismael. Adam werd ook iysh genoemd, een woord voor man en ook voor slaaf. In Genesis 8:21 wordt in de grondtekst gesteld dat ra, vijandigheid, rebelsheid, in het hart van Adam, de mens, is, van jongs af aan. Daarom nam Adam ook van het verbodene, en dat is ook belangrijk als rebelse eenling, om je niet te onderwerpen aan valse regels. Adam doorbrak deze regels, omdat Ra in zijn hart was. Zo maakte hij een hongertocht door de onderwereld, met ishsha (Eva) als zijn gids, zoals Ra Sa als zijn gids had in de Egyptologie. In de
amazonologie is dit Zuni als gids. Deze rebelsheid is ook verbonden aan de Bellatrix planeet, wat ook energetisch een link is tussen Alnilam, het vreemde, en Alnitak, het woord, in de riem van Orion. De rebelsheid van Bellatrix is dus om het vreemde volkomen te maken. Dit is ook een aspect van Ismael, die vijandig was, rebels. Dit is een belangrijke eigenschap om te kunnen toetsen. Meelopers en hen snel van vertrouwen kunnen niet zuiver toetsen. Adam werkt het vijandige aspect van Ismael uit door van het verbodene te nemen. Hij laat zich niet intimideren. Ook Adam wordt dan tot een verworpene. Als een gebondene wordt hij door de slang meegesleurd, wat ook een beeld is van het hongertouw, de heilige gebondenheid. Zo wordt Adam de onderwereld ingetrokken. Hij heeft geen deel meer aan de pleziertuin. Hij lijdt zware, diepe honger op allerlei manieren. Hij zit diep in de put. Hij heeft Ra in zijn hart, wat ook in het Hebreeuws stress en depressie betekent. Adam is zwaar paranoide geworden. De jacht is op hem geopend. De naaktheid van God is naar hem op jacht, zoals in het boek Job de naaktheid van God de verwoester genoemd wordt, de godin Abadown, die naakt op jacht gaat, en nooit met lege handen terugkeert. Adam was verdoemd, ten dode opgeschreven. Terugkeren kon hij niet meer. Er was geen terugkeer mogelijk, geen ontsnapping. Hij was nu in ballingschap in een vreemd land. Hij moest een diepe slaap in om Eva te ontmoeten, een hongerslaap waarin hij hongervisioenen zou ontvangen, hongerdromen, net zoals Ismael in de wildernis. In de christelijke traditie wordt Adam veelal besproken als man, terwijl in de grondtekst Adam ook een volk kan zijn. In de amazonologie wordt Adam ook veel besproken juist als een volk van amazones. Ook wordt Adam gewoon als man besproken, vaak J genoemd in de amazone filosofie, zoals in de Hebreeuwse grondtekst Adam iysh wordt genoemd, J's, wat ook de door S (sa, ishsha, eva) geleide J is, zoals Jezus ook niks vanuit zichzelf deed. Het probleem van de orthodox Adamitische orde is dat ze Adam hebben losgekoppeld van de iysh die hij was, de mannelijke slaaf als beeld van de heilige gebondenheid, en zo maakten ze Adam tot de gevallen Adam die over Eva regeerde, de man die over de vrouw regeerde, als basis voor hun patriarchie. Daarom moet Adam terugkeren tot zijn iysh identiteit, tot de J in de amazone filosofie. Dan komt ook het Jezus, Isa, verhaal weer terug, waarin Jezus zich onderwierp aan zijn gids, zoals Ra. Adam moet weer buigen voor Eva, de natuur kennis. Alleen zo zal Adam door de onderwereld kunnen komen. Ook moet Adam weer terugkeren tot zijn Aser identiteit, zoals de boom van kennis een beeld was van Assur, Aser (Osiris). Adam, de rebelse iysh, de rebelse J's, oftewel de isra, wat de basis werd voor Israel. Alleen zo kon Jakob, Israel, op Pniel toetsen, door het vreemde volkomen te maken. Dat is het grote Orionse Bellatrix mysterie. Zo wordt de riem van orion uiteindelijk compleet en krijgt de mens toegang tot de Rigel planeet van Orion. Zowel Saiphe als Rigel zijn de voeten van Orion. Saiphe is ervoor om de honger volkomen te maken. Het heeft te maken met het voleindigen van de ramadan. Rigel is de logistiek van Orion, fundamenteel voor het bestaan van Orion en het zuiveren van Orion. Rigel is dus de robotische chip van Orion maar die komt eerst maar vaag door, en eerst wordt je weggeslingerd zoals ik eens lang geleden een droom had over Rigel, over een gokstad, en er was een hele grote clown met lang donker haar, en ik werd weggeslingerd door een wind, of alles vaagde weg. Ook de lagere stad heeft hier haar robotische chip dus die moet eerst overwonnen
worden. Hier heeft de lagere stad dus ook haar logistiek, haar complexe gevangenissen die zich als de aarde projecteren. Waar denkt de mens dat de ragnarok en de ramadan naartoe leidt ? Na de ramadan, na de speciale gift aan de armen aan het einde ervan, is er het suikerfeest, zoals in het hoogtepunt van de ragnarok surtr en hel terugkomen om de bruggen tussen de goden en de mensen af te breken, om zo een nieuwe wereld te bouwen, op een hoger niveau. De ramadan zal leiden tot een diepere ramadan, minder is meer. De ragnarok zal dus leiden tot een diepere ragnarok. Minderen zal leiden tot dieper minderen. Dat is het ware zoete, als je het minderen in het minderen kunt ontdekken. De mens moet na de ramadan dus niet met pensioen gaan ineens en een feestje bouwen en denken dat alles nu wel volbracht is. Het is geen simpel Jezus programmaatje van na drie dagen de opstanding en dan de hemelvaart en dan is het wel goed zo. Op het hoogtepunt van de ragnarok kwam Hel terug, de godin van de vruchtbaarheid, van de onderwereld, om de diepere poorten van de onderwereld te openen, veel grotere ragnaroks kwamen er toen. Hel, of 'el is slechts een afkorting van het amazone L-S, Lasso. Hel is dus de vrucht van de ragnarok, maar de mens moet een beter zicht op Hel krijgen. Surtr en Hel kwamen met een dodenschip. De vrucht is een diepere dood aan het ego, aan het zelf. Niet dat de mens dan ineens in luilekkerland aankomt. Het hoogtepunt van de ragnarok is scheiding, de bruggen die instorten. De mens wordt dan op zichzelf teruggeworpen, dieper. Telkens weer herhaalt zich dit. Het hoogtepunt van de ramadan is dus altijd de verdieping van de ramadan. Het is niet het doodwerkelijk stoppen van de ramadan, want die stopt nooit. Niet stoppen met minderen dus, maar het verdiepen van het minderen. Niet zomaar kris kras gaan lopen minderen, maar diep minderen, filosofisch minderen. Het is een heel creatief proces van decoratie, van nuance, niet van oppervlakkig, bot en extremistisch minderen. Surtr betekent zwart, als de zwarte oermoeder, zoals ook Hel is, wat verborgen betekent. Het zijn twee wildernis godinnen van het oer, die verdrukt waren, vergeten. Het hoogtepunt van de ragnarok is het ontwaken tot het verborgene. De mens is teveel in het licht, teveel in het openbare, het publieke, teveel een massa-dier, gefokt wordend als vee. Zo sluit de Vur ook af, met het boek het Verborgene : 129. HET VERBORGENE 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen 2. Het heilige snoep zit op de troon, De troon is het verborgene Dit spreekt over het hoogtepunt van de ramadan en de ragnarok. Zoals Amos naar het Noorden van Israel moest om daar te prediken. Het Noorden is in het Hebreeuws een beeld van het verborgene. Ook Amos is in die zin een typologisch beeld van Ismael. Het Noorden betekent het geheim, het sieraad, dus het wil niet zeggen dat je heel orthodox en extremistisch in het verborgene moet gaan, maar meer subtiel en dat je niet zomaar parels voor de zwijnen werpt. Het houdt in dat je je genoeg
camoufleert, en dat je eens andere paadjes inslaat dan de gewone paadjes. Je mag heel creatief met het begrip het verborgene omgaan, niet geforceerd en gedwongen. De verborgenheid is een filosofisch thema. Hierover mag gesproken, gelezen en geschreven worden. Het is vooral iets wat verdiept moet worden. De verborgenheid is niet iets zwart-wits. Het hoogtepunt van ragnarok, als surtr en hel terugkomen, is een beeld van de dubbele donkere baarmoeder, de vruchtbaarheid tussen vrouwen, die in de huidige wereld vrijwel weggekapt is. Dieper in de wildernissen van de onderwerelden en het oer zijn er zones waar vrouwen met elkaar kinderen kunnen krijgen zonder dat er een man aan te pas komt. Mannen hebben daar geen vaders, maar alleen moeders, zoals Heimdal in de germaanse mythologie. Vandaar dat de mens de shamaanse tocht door de onderwereld tot Hel moet maken, door de ramadan, de hongertocht, net zoals Odin en Heimdal dit deden. Vrouwen kunnen in dit soort zones weer wel vaders hebben, maar deze vaders zijn dus alleen voortgekomen uit moeders. Dit is heel belangrijk om de tegennatuurlijke patriarchische bloedlijnen te onderbreken en te reduceren. De ramadan leidt dus uiteindelijk terug tot de dubbele moederschoot waarin de man zijn vader verliest, want dit was slechts een beeld van de man en zijn innerlijke kind. De man moet zelf zijn innerlijke kind terugvinden, zichzelf, waardoor hij zijn vader dus verliest. Dat is een natuurlijke logica. Hel en Surtr moeten daarom wel terugkomen. Zij zullen de huidige mens lostrekken van de patriarchische banden. De bruggen tussen de man en de vader zullen instorten. Hoofdstuk 42. Exegese boek 31 van de koran – loqmaan De verborgenheid is de oogst van de ramadan, en ook van de ragnarok, want surtr en hel komen op hun dodenschip om de bruggen tussen de mens en de patriarchische goden te verbreken. Surtr betekent donker, en hel betekent het verborgene in het germaans. In de ramadan wachten de islamieten op de heerlijke of grootse nacht, als beeld van het verborgene. Hiervan is ook de geslachtsgemeenschap een beeld. Op het hoogtepunt gaat de man de vagina binnen als beeld van de verborgenheid. Zonder eerst door de ramadan heen te gaan kan de man niet de vagina binnengaan, en is alles slechts illusie. Het is niet zomaar leven, niet zomaar willekeurige gebeurtenissen. Er zit een filosofie achter, een plan, een verhaal. Het komt gemaskerd. De mens moet er doorheen prikken. Alleen de eenling kan dit. Verwacht het niet van de massa's. Zij houden het juist verborgen. Zij zijn het masker. In de Germaanse mythologie ging het over de tocht tot hel om dingen van haar gedaan te krijgen, maar de mens werd meer onderworpen aan haar. De mens verliest zijn eigen controle en wil, want
het gaat om 'uw wil geschiede', en niet de wil van de lagere mens. Hel is het verborgene, de verborgen kennis, en de mens moet van wil komen tot kennis. Hel's wil is dus ook onderworpen aan kennis. Hel loopt via el en allah in het midden oosten helemaal terug tot het amazone ila principe van de eenling, en is een afkorting van de amazone godin lasso, haar eerste letter, wat een bijnaam is van de amazone godin rebekkah, vgl. bakkah, mekka, het vreemde. Uiteindelijk kwam Ishmael tot haar, na zijn lange ramadan-tocht door de wildernis. Het vreemde is dus het hoogtepunt van de ramadan. Boek 31 in de koran is het boek lokman, oftewel crypto-etymologisch gezien : loki-amen, de logos van het verborgene, of loki-mehen, de heilige gebondenheid van de logos, oftewel de logistieke logos. Ila is een amazone bijnaam van rebekkah, dus hel is gewoon een bijnaam van rebekka, en in het boek lokman van de koran wordt het pad van ila, of allah in het arabisch, besproken. Ila is meer een titel van eenlingschap, de bevrorene, de amazone letter L, de koude godin, als een woord voor god. Areta heeft dus deze bijnaam, titel, ook. 6. En onder de mensen is iemand die door ijdele praatjes zonder kennis anderen van Allah's pad wil doen afdwalen en er mee de spot drijft, voor zulken zal er een vernederende straf zijn. Het pad van allah, ila, hel, het koude pad (ragnarok) is dus het pad van de ramadan, de hongertocht door de wildernis, en leidt tot allah, tot het vreemde, tot hel zelf, tot rebekkah, tot haar tenten. In de stad zien we dat de ramadan voortdurend wordt onderbroken en bespot. Het minderen, sober leven, met de natuur, is niet populair, maar het pad voor de eenling. Maar het boek laat zien dat deze typisch stadse kenmerken van de anti-ramadan onder het oordeel zullen komen. 7. En wanneer Onze woorden aan hem worden voorgedragen, wendt hij zich verachtelijk af alsof hij ze niet hoorde en zijn oren verstopt waren. Kondig hem daarom een pijnlijke straf aan. 8. Voorzeker, die getrouw zijn (amanu) en goede werken doen, zullen gezegende tuinen hebben. Het woord amanu is ook weer verbonden aan het egyptische amen, de verborgenheid. De getrouwen zijn dus zij die in de verborgenheid leven. Zij minderen (zakaat, ramadan) en leven met het natuurgebed, hun wil onderworpen aan de kennis (vs. 4,5). Zij die dus volhouden op het pad van de ramadan, zullen komen tot de tuinen, de natuur, waarvan het boek de Vur een beeld is. Het boek lokman stelt verder dat de onrechtvaardigen in dwaling verkeren (vers 11). Zij zijn tegen de schepping ingegaan en hebben een valse schepping gemaakt. Het zijn anti-scheppers op het pad van de anti-ramadan. Zij houden er meerdere goden op na, afgoden, in de zin van innerlijk verdeeld zijn. Ze dienen zowel het goede als het slechte. Ze doen water bij de wijn. Dat de islam dus waarschuwt tegen meergodendom, zoals het christendom dat ook doet, moet dus zuiver in deze zin opgevat worden, dat de mens niet god kan dienen en de mammon. Dat houdt dus niet in dat het goede zich niet op verschillende manieren kan uiten. Je kunt vele godinnen dienen die allemaal metaforisch zijn voor kennis, maar het is de ene kennis, het een zijn in veelvuldigheid. Pas dus op voor te letterlijke en orthodoxe interpretaties dat alleen maar een bepaalde god van een bepaalde cultuur de ene ware is, want dat is een religieuze anorexia geest, anorexia religiosa. Deze geest is vaak anti-moeder, patriarchisch, en maakt vrouwen heel dun, en mannen heel dik. Ook maakt deze geest vrouwen vaak heel wit, witter dan mannen. Dat doet deze geest om de baarmoeder tentoon te stellen, uit het verborgene te halen. Dieper in de wildernissen zijn vrouwen donkerder, en mannen bleker, een heel duidelijk contrast wat er moet wezen, alhoewel mannen zich wel weer kunnen
camoufleren met de donkere moeder aarde op hun huid. Als ze het er dan weer afwassen dan zijn ze weer met een blekere huid. Dit is iets metaforisch en filosofisch, niet iets letterlijks en racistisch. 13. Toen Loqmaan tot zijn zoon, terwijl hij hem raad gaf, zeide: "O mijn lieve zoon, ken geen medegoden aan Allah toe, afgoderij is inderdaad een grote ongerechtigheid.” 14. Wij hebhen de mens op het hart gedrukt betreffende zijn ouders, zijn moeder droeg hem in zwakte op zwakte, en zijn zogen nam twee jaren in beslag. Zeg Mij en uw ouders dank, tot Mij is de terugkeer. Dit is het pad van de ramadan, het terugkeren tot de moeder, van zwakte tot zwakte. Durft een mens deze filosofische zwakheid in te gaan ? Zwakheden leiden dus tot nog diepere zwakheden, zoals de ramadan tot de diepere ramadan leidt en zo tot de eeuwige ramadan. Durft de mens tot de eeuwige zwakheid in de baarmoeder van de donkere moeder terug te gaan ? Dit is ook een zeer christelijke, paulinische boodschap. Paulus zei : Weest zwak, want dan ben je sterk. Heb een behagen in zwakheden. Anders kan de moeder je niet vormen en niet herscheppen. Alleen in deze zwakheid kan de mens tot wedergeboorte komen. De klauwen van de joker van anorexia religiosa kunnen dan breken. Een moeder met een teer, zwak kind, dat is de oorspronkelijke basis van elk leven met een onmetelijke en onbeschrijfbare schoonheid. Zo kan zij haar kind opvoeden en tuchtigen. Zo kan zij haar kind vormen naar haar wil, onderworpen aan de kennis. Dit is een beeld wat de islam hier terugbrengt, als diepe amazone aretaitische filosofie. Ook de woorden van Jezus klinken dan door : Gij moet weer kind worden. Alleen kinderen zullen kunnen komen. Verhinderd hen dan niet. Wat een prachtige schoonheid van een moeder met haar kind, als tegengesteld aan de lompe, grove, afstotende beelden in de stad van overmatig zongebruinde mannen die hun spierbundels zo gekweekt hebben tot mentale magneten waardoor het ego wordt vastgehouden, want het zijn beelden van hebzucht, trots en egoïsme, veelvraterij. Het is een trombose en een kanker in de geestelijke kanalen. Daarom moet de mens terugkeren tot de diepere filosofie. Het kweken van overmatig grote spierbundels om aan de moeder opvoeding te kunnen ontkomen is als valse, overmoedige tuinen voor hen die de ramadan niet willen vieren tot het einde. Daar gaat het boek van loqmaan over. De islam spreekt juist heel duidelijk over de absolute noodzaak van de borstvernauwing voor de man, zoals ook de grondteksten van het christendom. De tuinen van de stad zijn illusies, grote valstrikken. Het zijn pleziertuinen, duivelse pretparken van druk maar op het knopje, dan gaat de deur vanzelf open. Kennen we dat niet ergens van ? 'Trek maar aan het touwtje, dan gaat de deur vanzelf open.' Het christendom zegt : Eer uw vader en uw moeder opdat uw dagen verlengt worden, wat dus in diepte over de geestelijke, filosofische opvoeders gaat. Vele christenen nemen het letterlijk. Maar het boek loqmaan zegt : 15. Maar indien uw ouders trachten u iets met Mij te doen vereenzelvigen, waarvan gij geen kennis hebt, gehoorzaam hen niet. Doch leef met hen samen in de wereld op een behoorlijke wijze en volg de weg van hem die zich tot Mij richt. Dan zult gij tot Mij terugkeren en Ik zal u inlichten over hetgeen gij deedt. Ouders hoeven dus niet altijd gehoorzaamt te worden. Uiteindelijk moeten niet de ouders gevolgd worden, maar degene die op god gericht is, om zo tot god terug te keren om kennis te ontvangen.
Jezus sprak dat de ware ouders hen zijn die de wil van god doen. Jezus was hierin zeer radicaal, want alles moest achtergelaten worden voor god, ook de ouders, en de vrouw moest aangehangen worden, als beeld van de godin. In het boek loqmaan, oftewel de verborgen logos, het donkere woord, als beeld van de bindende moeder kennis, komt het zoonschap weer terug, wat uniek is in de islam. Hier kan uiteindelijk weer een zuiver kindschap zijn tussen god en mens. Telkens weer spreekt loqmaan : Mijn lieve zoon. Hier begint de diepe band tussen god en mens zich te herstellen. 16. O mijn lieve zoon! Al zou het het gewicht van een mosterdzaadje zijn, en al zou het zich in een rots bevinden of in de hemelen of op aarde, Allah zal het zeker openbaar maken. Voorwaar, Allah is Aldoordringend, Alkennend. Een ware moeder zal haar verloren kind terugvinden, waar dit kind zich dan ook bevindt, waar het kind dan ook in terecht is gekomen. Op een moment is er het heerlijke moment dat een moeder haar kind terugvindt. Voor dat moment is de mens geschapen. Het kind zal dan huilend zijn moeder in de armen vallen. In boek 31 begint allah haar ware hart te tonen. Vandaar dat het een belangrijk boek is in de koran. 17. O mijn lieve zoon, verricht het gebed en beveel het goede aan en verbied het kwade en verdraag geduldig wat u ook overkome. Dit is een ernstige zaak. 18. En keer uw gelaat niet in verachting van de mensen af noch wandel in hoogmoed op aarde, want Allah heeft de hoogmoedige noch de pocher lief. 20. Hebt gij niet gezien, dat Allah alles wat in de hemelen en op aarde is in uw dienst heeft gesteld en Haar gunsten rijkelijk aan u heeft geschonken, zowel uiterlijk als innerlijk? En onder de mensen zijn er, die over Allah twisten, zonder kennis of enige leiding of een verlichtend Boek. Maar dit is dus voor de eenling, oftewel de hogere mens, want van de stad wordt gezegd : 21. En als er tot hen wordt gezegd: "Volgt hetgeen Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene volgen wat wij onze vaderen zagen volgen." Zelfs al zou de duivel hen tot de straf van het branden hebben uitgenodigd ? 22. Maar hij, die zich aan Allah onderwerpt en het goede doet, heeft inderdaad een sterk houvast gegrepen. Bij Allah rust het einde aller dingen. 23. En zij die niet getrouw zijn, laat hun ontrouw u niet verdrieten. Tot Ons zullen zij wederkeren en Wij zullen hen inlichten over wat zij deden, Allah weet heel goed wat in hun innerlijk is. 24. Wij zullen hen voor een poosje zich laten vermaken, daarna zullen Wij hen tot een strenge straf voortdrijven. De moeder troost hier haar zoon, bemoedigt hem na een lange ramadan waarin hij van geen troost wilde weten omdat zijn moeder er niet was. Hij wilde niet de valse troost van de stad aannemen, van de vader die de moeder had vermoord. Dat zou verraad zijn naar zijn moeder toe. 27. En als alle bomen op aarde pennen waren en de oceaan, met nog zeven oceanen aangevuld inkt was, de woorden van Allah zouden niet kunnen worden uitgeput. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs.
28. O mensen uw Schepping en uw Opstanding zijn slechts als die van een enkele ziel. Voorwaar, Allah is Alhorend, Alziende. Hier troost, bemoedigt en vermaant de moeder haar zoon verder : het is het pad van de eenling. De zoon zou een eenling blijven. Het verborgen woord is diep en eindeloos, terwijl het woord van de stad is ingekort. 31. Hebt gij niet gezien, dat de schepen op zee varen door de gunst van Allah, opdat Hij u Zijn tekenen moge tonen? Voorzeker daarin zijn tekenen voor een ieder, die geduldig en dankbaar is. Hier troost de moeder haar zoon met een beeld van schepen, dat alles goed zal komen, verdiept zal worden, als hij als eenling nomadisch zal blijven. 32. En wanneer de golven hen als schaduwen omhullen, roepen zij Allah oprecht zijnde in gehoorzaamheid aan, maar wanneer Zij hen veilig aan land brengt, volgen slechts enigen hunner de rechte weg. En niemand verloochent Onze tekenen behalve de trouweloze, de ondankbare. 33. O mensen, vreest uw Heer, en ducht de Dag waarop geen vader zijn zoon iets zal baten, noch de zoon zijn vader van enig nut zal kunnen zijn. Allah's belofte is zeker waar. Laat daarom het wereldse leven u niet misleiden, noch laat de Verleider u omtrent Allah bedriegen. Hier laat de moeder zien dat er een tijd zal komen waarin de vaderband tussen zoon en vader niet meer zal bestaan en niet meer zal baten. Hier loopt de ramadan dus op uit, dat de zoon het begrip 'vader' moet leren begrijpen, dat het iets in hemzelf is, en niet iets wat door de massa op hem geprojecteerd kan worden. Daarom moet de zoon zijn vader 'verliezen' om zo tot de moeder te kunnen komen, wat ook het moment beschrijft in de germaanse mythologie omtrend ragnarok, dat aan het einde van de ragnarok, het hoogtepunt, surtr hel terugkeert op hun dodenschip, oftewel het donkere verborgene in het germaans, als de terugkeer van de dubbele baarmoeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid, waarin de moeder haar zoon laat kennismaken met zijn bijmoeders. Dit is ook tegelijkertijd het hoogtepunt van het boek loqmaan. 34. Voorwaar, Allah alleen bezit de kennis van het Uur. Zij zendt de regen neder en Zij weet wat zich in de baarmoeder bevindt. Geen ziel weet wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet in welk land zij zal sterven. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alkennend. Hoofdstuk 43. de bulimia matrix De islam – een te groot en te machtig, te urgent, natuurverschijnsel om zomaar te negeren en te ontwijken. Er is een grotere buitenaardse realiteit die staat te dringen, en de aarde staat onder grote druk. De diepere boodschap van de islam moet dus begrepen worden, wat erachter ligt, want het is
slechts een masker van de aretaitische amazone filosofie. Net zoals de diepere kern van het christendom begrepen dient te worden. Daartoe is de exegese, oftewel de schriftuitleg, waardoor er ook een belangrijk verschil is tussen de orthodoxe islam en de exegetische islam, zoals er ook een groot verschil is tussen exegetisch christendom en orthodox christendom. De filosofie is namelijk gewijd aan exegese, en dat is niet slechts exegese van boeken, maar van alles in het leven van de mens. Ishmael kwam na zijn lange tocht door de wildernis tot Allah in mekka, tot El, of Ila, maar in het westen volgde men al snel een eigen transliteratie, en werd er meer aandacht geschonken aan vertalingen in de eigen taal dan aan de grondtekst, want to werd El als Hel gedemoniseerd, en dat terwijl Hel een belangrijke Germaanse godin was, en ook Arabische christenen god Allah noemen omdat dat nu eenmaal het woord voor god is in de Arabische taal. Veel westerse christenen, niet gehinderd door enige kennis, denken nog steeds dat Allah puur de god van de islamieten is. Ishmael kwam dus tot Hel. Laten we daarover duidelijk zijn. Het betekent het verborgene in het Germaans. Ishmael was zo diep in de wildernis doorgedrongen, zo ver weg van zijn eigen land, dat hij tot Bakkah kwam, tot Mekka, waar hij samen met Abraham een heiligdom voor Allah maakte, in de islamitische mythologie. Ook Jezus ging tot Hel in de westers-christelijke mythologie, zoals ook Odin en Heimdal tot Hel gingen in de Germaanse mythologie. Ishmael moest alles achterlaten. Zijn moeder leidde hem, zij kwam uit een vreemd land en werd door Ishmael's familie beschouwd als een soort slavin of dienstmaagd. Ook voor Ishmael's moeder was het dus een bevrijding, een exodus. Het was het pad van de ramadan, en het verborgene was de oogst, oftewel hel, allah. Hel is in het germaans ook een woord voor vruchtbaarheid en verzoening, en wordt ook wel uitgesproken als Hela. Het is verbonden aan de initiatie tot de natuurgeheimen waar ook Odin en Heimdal deel in hadden. Boek 31 van de Koran gaat over de diepe verzoening tussen moeder en kind. De baarmoeder is een beeld van de vormende tucht en opvoeding, wat de hel oorspronkelijk was, en de koran stelt dat de teksten diepere symbolische betekenissen hebben. Boek 32 is de ter aarde werping, de aanbidding, waarin het kind weer onderworpen wordt aan de liefdevolle en zorgzame leiding en terechtwijzing van de moeder. Zo moeten we ook de dualiteit van Hel beschouwen. Deels is het waar, maar in welke context ? Het heeft een opvoedende functie. Het is ter bescherming van het kind. De hel is de baarmoeder, de donkere verborgen, obscure baarmoeder, en dat moet ook wel. Hier wordt het kind in de exegese, oftewel de verdieping, ingewijd. Het is dus iets abstracts. 20. Maar het tehuis van de ongehoorzamen zal het Vuur zijn. Telkens wanneer zij er uit willen komen, zullen zij er weer in worden teruggedreven en hun zal worden gezegd: “Ondergaat de straf van het Vuur die gij loochendet.” Heeft de mens het nodig ? Jazeker. Het ego, het vlees, zal van de hel proberen te vluchten, maar zij kunnen niet ontsnappen. Ook zal de mens de hel moeten toetsen. God zal de mens altijd vinden. De mens kan niet vluchten voor God, de kennis. Dit is ook één van de wetten van het calvinisme, de vijfde pilaar, van de eeuwige volharding van de heiligen, de onontkoombaarheid. Een kind kan niet ontkomen aan zijn moeder. De moeder bouwt een beveiliging in, zet het kind in de box. Dat is de liefde van de moeder. De moeder is sterk, en het kind is zwak. Als het kind rebels is kan het de moederband daarom niet breken.
Daarna wordt er gezegd : 21. Wij zullen hen inderdaad de lichtere straf doen ondergaan vóór de grotere straf opdat zij zich mogen bekeren. De hel is er dus voor om de mens het belang van restricties en lijden te leren. Het is om de mens voor groter kwaad te behoeden. De baarmoeder is de hel, een liefdevolle, zorgzame moeder die het beste met haar kind voorheeft. Zo wordt dit ook in de grondteksten van de bijbel beschreven, als zowel tucht als genezing. Het is het medicijn voor de mens. Psalm 3 is een morgenlied van David op de vlucht voor zijn zoon Absalom. In de amazone filosofie was dit zijn dochter. B-salom is in het egyptisch-hebreeuws de vrede, volkomenheid en verzoening van de voet, als beeld van de exegese. B is namelijk de voet in het Egyptisch. In de amazone filosofie is David genaamd Ahn. Ahn kon niet vluchten van zijn dochter. De dochter is namelijk een belangrijk en onmisbaar principe. Uiteindelijk gaat de ramadan vrucht dragen, voor hen die volhouden, wat de na-ramadan is, de volkomen of volle ramadan, de eeuwige ramadan, waarvan de dochter een beeld is. De mens moet volhouden totdat er een nieuwe geboorte is. Als de mens voortijdig stopt met de ramadan en gaat vreten en vreten, dan is er een miskraam. Dat is de geest van bulimia, waardoor je uiteindelijk toch alles weer moet uitspuwen. Materialistisch, vraatzuchtig leven is dus geen daadwerkelijke winst. Pas op voor de geest van geestelijke bulimia. Richt jezelf op het hiernamaals, de na-ramadan, de volledige ramadan, en ga jezelf niet te buiten aan tijdelijke pleziertjes, want die misleiden en beroven je toch. De mens moet verlost worden van de materialistische geest van bulimia die hevig in de stad staat te pronken met zijn spieren en bling bling, al zijn rijkdom en wat hij allemaal gevreten heeft en wat zich in het lichaam heeft lopen ophopen. Alles moeten ze er weer uitspugen. We kunnen er op wachten. In die zin is de materialistische bulimia ook weer heel manisch. Het is heel hysterisch allemaal. Ze vreten en vreten maar, nemen en nemen, vermeerderen en vermeerderen, pompen zich helemaal op, en dan moeten ze ineens alles weer teruggeven, en dan kan het lijken alsof het hele goede mensen zijn die alles voor de ander over hebben, en dat kan heel grootschalig zijn, maar ze geven slechts terug wat ze hebben gestolen. Bulimia in de stad, het is als eb en vloed. Ik had een droom over een vrouw met een genezingsbediening, veel geprezen, hier in Nederland, een pupil van Kathryn Kuhlman. Het bleek in die droom dat haar genezingsbediening was voortgekomen vanuit geestelijke bulimia, het altijd maar meer willen en dan alles eruit moeten floepen om het zo terug te geven. Het was een rover. Vandaar dat ze ook in de Toronto beweging terecht was gekomen wat ook een soort van voorspoeds-evangelie is. Telkens maar meer en meer, en dan moeten ze alles ook weer uitkotsen en dat trekt natuurlijk veel bekijks, als een kermis attractie. Geestelijke bulimia is niet slechts een ziekte. Het is een afgod. In rap tempo was de mens gekomen tot het romeinse wereldrijk waarop later het christelijke wereldrijk werd gebouwd, wat een materialistisch christendom was, en wat gewijd was aan de moddervette afgoden van de stad en de dubbelgespierde afgoden zijn slechts een andere vorm van vet en vraatzucht, allemaal uitingen van geestelijke en materialistische bulimia. De mens zit
opgesloten in deze manische bulimia matrix als een gevangenis, en de mens kan de uitweg niet meer vinden. Daarom moest de islam wel komen. De mens heeft het niet begrepen. De mens heeft het niet verdiept. In boek 53 van de Koran wordt gesproken : 2. Bij de ster wanneer zij valt. 3. Uw metgezel is noch afgedwaald noch afgeweken. 4. Noch spreekt zij naar eigen begeerte. 5. Het is slechts de Openbaring die wordt nedergezonden. 6. Zij die grote macht heeft onderwees haar. 7. Die kracht bezit. Zo is zij volmaakt geworden. 8. En zij staat aan de hoogste horizon. 9. Zij naderde en kwam steeds nader. 10. En werd als de spanning van twee bogen. Ja, nog dichter bij. 13. Wilt gij dan met haar redetwisten over wat zij heeft gezien ? Kennis is te sterk. Dingen kunnen niet een eigen leven leiden. Ze zijn altijd een reflectie van iets. De islam maakte het minderen tot een van haar pilaren. Het westen wil nog steeds niet luisteren. Daarom zal er iets groters komen dan de islam, maar dit is alleen voor de eenling. Hoofdstuk 44. van dan tot zorek - exegese van boek 63 van de koran In de wildernis moet je net zo lang doorgaan totdat je in een gebied komt van onweerstaanbaarheid en onontkoombaarheid. Dat is de Jeremia ervaring, maar ook Simson had deze ervaring toen hij helemaal door de wildernissen van het Dan gebied kwam tot het Zorek gebied waar Delilah woonde aan de grens van het Filistijnse gebied. Zorek betekent droog gebied. Simson moest de weg van het toetsen gaan, dieper en dieper in de ramadan, in het minderen, om alles toetsend te wederstaan, totdat hij niet meer kon wederstaan, want de gnosis was hierin hem tegemoetgekomen. Het was de vrucht van de ramadan die hij niet meer kon stoppen. Wat een geweldige ervaring is dit. Het verhaal van Simson en Delilah staat symbolisch hiervoor. Simson werd gebonden in de gnosis, en zo ook verbonden aan de gnosis, en dit was een vreemde gnosis. Simson kwam hier door zijn rebellie tegen het normale. De onweerstaanbaarheid en onontkoombaarheid zijn ook twee pilaren in het calvinisme, de laatste twee pilaren. Het is als een soort opname na de hongertocht, na het verliezen van de wil van het ego, in ruil voor kennis. Kennis is hoger en belangrijker dan wil. Hiertoe zondert de mens zich af, is er een scheiding tussen goed en kwaad, wat ook weer een pilaar in het calvinisme is. Zo wordt de mens een uitverkorene.
Boek 63 in de Koran gaat hierover, dat zij die de minste willen zijn uitgedreven zullen worden door de aanzienlijken, die voor het meeste hebben gekozen. De minsten worden verworpen, net zoals Ishmael verworpen werd. Zij worden teruggezonden de wildernis in, en dat is maar goed ook, want wee u wanneer iedereen wel van u spreekt. Dat zou een valstrik zijn, zoals ze met valse profeten doen. Durf een verworpene te zijn, want als je aanvaard zou worden, dan zou het pas echt goed mis zijn, want waar is dan het offensief ? Als de duivel je aanbidt dan heb je pas echt je ziel verloren, als je op handen wordt gedragen door de massa's. Boek 63 gaat over de hypocrieten. Zij volgen het pad slechts halfgebakken, en haken dan af. Ze proberen de eenlingen te misleiden, en over te halen met hen mee te gaan. Dat kan heel subtiel gaan. Het is oorlog, en de vijand is gecamoufleerd. Ook het christendom gaat over de minste willen zijn, niet de grootste. Het pad van Jezus is dat van verworpenheid, net zoals Ishmael. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. Stop dus niet voordat je bij het minste bent gekomen. Leg alles af, opdat je dieper in de wildernis kunt komen, tot deze zones. Ga tot Zorek. Keer niet halverwege om. Ga door totdat het vreemde is gekomen, en worstel ermee, zoals Jakob op Pniel, want dan zal de gnosis je belonen, en je tegemoetkomen. Laat pijn of lust je niet weerhouden. Zet door, totdat je opgenomen wordt en je je er niet meer tegen kunt verzetten. Dat is de heilige gebondenheid, en de mooiste ervaring die een mens ooit kan hebben. Je bent dan daadwerkelijk een unieke eenling geworden. De mensen om je heen zullen dan over je liegen en je verkeerd uitleggen, zoals boek 63 ook stelt, maar jij hebt de ware rijkdom gevonden : 1. Wanneer de huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij getuigen dat gij inderdaad de boodschapper van Allah zijt." Allah weet dat gij Haar boodschapper zijt, en Allah getuigt dat de huichelaars inderdaad leugenaars zijn. 2. Zij hebben hun eden tot een schild gemaakt, zo leiden zij mensen van Allah's weg af. Hetgeen zij doen is zeker slecht. 3. Dat is omdat zij de trouw omhelsden en daarna verwierpen. Derhalve is een zegel op hun hart gedrukt en zij begrijpen niet meer. 4. En wanneer gij hen ziet, bent gij vol vragen en twijfels over hun voorkomen, en indien zij spreken luistert gij naar hen als naar aangeklede stukken hout. Zij denken dat ieder gerucht tegen hen is. Zij zijn uw vijanden, neemt u daarom voor hen in acht. Allah's vloek zij over hen. Hoe ver zijn zij afgewend van de Waarheid. 7. Zij zijn het die zeggen, "Besteedt niets voor degenen die met de boodschapper van Allah zijn zodat deze weglopen" - terwijl aan Allah de schatten der hemelen en der aarde behoren, doch de huichelaars begrijpen dit niet. 8. Zij zeggen: "Als wij naar Madinah terugkeren zal de aanzienlijkste er zeker de minste uitdrijven," maar eer behoort aan Allah, Haar boodschapper en de getrouwen, de huichelaars echter weten het niet. 9. O, gij die getrouw zijt, laat uw rijkdommen en uw kinderen u niet afleiden van de gedachtenis aan Allah. En wie dat doet behoort tot de verliezers. De verliezers zijn de onderbrekers van de ramadan. Zij sleuren velen mee in het verderf die ook de ramadan onderbreken. Daarom is de beveiliging van de heilige gebondenheid zo hard nodig. Jakob kwam tot de tent van Bilha toen zijn vrouw Rachel was gestorven. Hij nam bij haar zijn intrek, als een iysh, als een dienstbare man in het Hebreeuws. Hij was door de dood van zijn geliefde vrouw de
minste geworden. Hij had alles verloren waarvan hij hield. Bilha was een beeld van het vreemde waartoe Jakob moest komen, als een beeld van de heilige gebondenheid die hij op Pniel ontving als beloning na het toetsen. Cryptisch gezien is dit ook waar de Babylonische ballingschap voor stond. Jakob, als beeld van het volk Israel wat in balingschap ging, wat ook zijn naam was die hij kreeg toen hij de heilige gebondenheid op Pniel ontving. Israel betekent hij die met God heeft geworsteld. Jakob's heup werd uit de kom geslagen zodat hij kreupel werd, als een beeld van dat hij een gebroken man was, gevoelig geworden voor God. Babylon, Babel, is B-bl, oftewel de voet (Egyptisch, b) van Bilha (bl), waaronder Jakob terecht kwam, als zijnde een beeld van het onderwezen worden in de diepte. Dit komt dus ook weer terug in de Jeremia mythologie die een profeet was ten tijde van de Babylonische ballingschap. De mens moest terugkeren tot het vreemde. Ook Ruben, de oudste zoon van Jakob, ging tot Bilha's tent na de dood van Rachel (Gen. 35:22), wat een beeld is van het innerlijke kind van Jakob zelf. Jakob had altijd al iets met Bilha gehad, omdat Rachel in eerste instantie geen kinderen kon krijgen, dus gaf Rachel Bilha aan Jakob, die toen Dan en Naftali baarde. Het gebied van de stam Dan is dus het gebied om tot Zorek te komen, dus in dit opzicht van belang. Later baarde Rachel dus uiteindelijk wel Jozef en Benjamin. Jakob moest voor Rachel twee maal zeven jaren werken. Na de eerste zeven jaren werd hij eerst bedrogen en kreeg een andere vrouw in plaats van Rachel. Dit spreekt dus over een hele lange ramadan die eerst volkomen moet worden. Eerst moet de mens geconfronteerd worden met de leugen, om hem te testen, en pas daarna kan de mens tot de waarheid komen, maar velen geven halverwege al op. Daarom is Rachel een groot geheimenis van de vrucht van de ramadan, maar ook is zij een beeld van de ramadan zelf, omdat zij in eerste instantie niet vruchtbaar kon zijn. Pas nadat Bilha in het spel was gekomen, als beeld van de heilige gebondenheid, werd Rachel vruchtbaar. Rachel, als Ragl, staat voor de openbaring (gly, aramees) van Ra (egyptisch, de tocht door de onderwereld). Deze openbaring komt alleen als we tot het einde toe volharden. Zonder volharding kan Rachel dus niet bestaan. Bilha is dus een belangrijke sleutel in het Rachel verhaal. Het is een visioen wat Bilha tot Jakob zond, als onderdeel van haar. Rachel's dood moet dus meer gezien worden als een verdieping hiervan, als een overgang tussen twee gebieden, twee tijdperken, binnen de ramadan. Als er vruchten zijn gekomen van de ramadan, dan moeten die ook weer overgedragen worden aan de gnosis, aan God, aan de moeder, opdat er niet over limieten heen wordt gegaan. De ramadan zelf mag niet uit het oog verloren worden : 10. En besteedt uit datgene waarvan Wij u voorzien hebben voordat de dood één uwer overvalt en deze zegt: "Mijn Heer, waarom hebt Gij mij niet voor een wijle uitstel verleend, opdat ik aalmoezen zou kunnen geven en tot de rechtvaardigen behoren?" 11. En Allah geeft niemand uitstel wanneer zijn tijd is gekomen, en Allah is volkomen op de hoogte van hetgeen gij doet. Voor alles is er een tijd. Voor het behoud van de mens moeten deze tijden wel afgebakend zijn, anders gaat men over limieten. Vandaar dat er dus ook geen uitstel mag zijn. Hierover is veel verwarring. De mens wil geven, maar plotseling kan het niet meer, omdat de mens dan over een limiet zou gaan. Dit is ook zo met het nemen. Alles kan alleen maar met mate gebeuren. Ook de dag moet dus telkens sterven, en de nacht, zoals Paulus ook zegt : Ik sterf elke dag. Zo blijft de mens in de logistiek. Zo krijgt de geest van bulimia geen ingang. Uiteindelijk is de heilige gebondenheid slechts een beeld van de logistiek. Dat is de ware gebondenheid, dat je op de juiste plaats bent op de juiste tijd met de juiste mensen, de juiste producten, in de juiste hoeveelheden en de juiste
verhoudingen tegen de juiste kosten, op de juiste manier, enzovoorts. Dat is dus niet duf met een touw om je nek lopen overal en dan toch doen waar je zelf zin in hebt of allerlei willekeurig gedrag om maar aan school te ontkomen, zoals de stropdas mannen in de stad. De ware logistiek is een school. Die school moet in orde komen. Dan mag je loskomen van de dodelijke zonden van ijdelheid, hebzucht, vraatzucht en trots, om zo te werken aan een mooi karakter en een mooie rol in je leven. Dat is wat de ware schoonheid is. De rest is slechts illusie. Hoofdstuk 45. de steniging Ik piekerde me er als kind suf over waarom Simson zo dom kon zijn om zijn geheimen aan Delilah te vertellen, terwijl ze al had getoond dat ze niet te vertrouwen was. Suf piekerde ik me er over. In de grondtekst gaat het hier over de sexuele macht die Delilah over Simson had. Simson was aan haar verslaafd, dus deed er alles voor om haar te houden, ook al wist hij waar het op uit zou kunnen lopen. Tenminste als je het allemaal letterlijk moet nemen, maar nu neem ik het symbolisch. In boek 69 van de Koran, Al-haaqqah, gaat het over het komende oordeel, dat er weer een ark zal komen, en dat de hemelen zullen splijten, en dan zal de grote gebeurtenis plaatsvinden : 18. Dan zult gij worden bloot gelegd en geen uwer geheimen zal verborgen blijven. 30. Grijpt hem en boeit hem. 31. Werpt hem dan in de hel. 32. Bindt hem vervolgens met een ketting vast waarvan de lengte zeventig armlengten bedraagt. Dit gebeurde ook met Simson. Maar vers 43 zegt dat dit slechts een openbaring is van de heer der werelden, dus het is zeer abstract en symbolisch. Het is als in de germaanse mythologie over de ragnarok, het einde van de wereld, waarin op het hoogtepunt surtr en hel komen op hun dodenschip om de bruggen tussen goden en mens af te breken. In de ramadan dient de mens te wachten op de gezegende nacht, de grootse nacht. In boek 44 is dat de waarschuwer, de restrictie, na een tijd van droogte. Het is de overweldiging door het vreemde, die nieuwe limieten bij de mens aanstelt. Simson werd tussen de pilaren van de tempel gezet van het vreemde land, terwijl zijn krachten weer begonnen terug te keren, en zo verwoeste hij de hele tempel, die ook te pletter viel op hem. Simson werd toen bedolven onder de stenen van de tempel en versloeg meer vijanden dan hij ooit verslagen had. Zo kwam hij tot de oerverharding, die alleen maar in de oerverzachting kan komen. Zo komt
de mens in een nieuwe energie, een bevroren energie die niet noodzakelijk koud is, en die ila wordt genoemd in het amazonisme, wat ook een andere naam is voor Allah, El en hel. De mens gaat aan het einde van de ramadan door een periode van steniging, om ook zelf zo hard als steen te worden, hard tegen het ego. Het is een bepaalde dood die de mens aan het ego moet sterven. Zonder de steniging kan de mens nooit tot deze verstening komen. De mens moet eerst de steen voelen. Toen stefanus werd gestenigd zag hij de hemelen geopend. Als eerste maakt de steniging de mens lek, maar zal daarna zelf als de stenen worden. De mens moet wel een confrontatie met de stenen hebben, anders kan de mens de leegte niet in. Zowel in Openbaring 11 en 12 als Openbaring 16 en 17 wordt na het neervallen van de hagelstenen in grote plagen de vrouw zichtbaar. De vrouw is een beeld van de innerlijke bevrorenheid van de mens. De man is een beeld van de innerlijke verzachting van de mens, de luistervaardigheid. De vrouw is dus metaforisch gezien een beveiligingssysteem, een waarschuwer. De mens moet eerst de oerzwakheid in om hiervoor gevoelig te worden. Dit gaat door de geestelijke steniging, door de Simson ervaring. In zachtheid is de mens hard, en in zwakheid is de mens sterk. Dit is een natuurspasme die ervoor zorgt dat de krachtinspanningen niet te lang duren, maar dat er goede patronen van wisselwerking zijn. De stenen zijn een beeld van nieuwe, vreemde visioenen. De mens die eronder bedolven wordt blijft niet meer dezelfde, en de mens die er niet onder bedolven wordt en aan de zijlijn blijft staan begrijpt er niets van. Elke gestenigde is omringd met massa's begriploze mensen, rampentoeristen. De gestenigde zal merken dat door zijn zwakheid en verzachting, door de lekken, realiteiten in elkaar over beginnen te vloeien, omdat zijn muren doorbroken zijn, de muren tussen de werelden en realiteiten. De gestenigde voelt zichzelf dan tussen deze werelden inzweven, wat een heel vreemd gevoel kan zijn, en ook een heel vies gevoel. Alles wordt gemengd, en de gestenigde kan er niets tegen doen. Ook kan de gestenigde dan zich ziek voelen en pijn hebben. Allah wordt in de koran de heer der werelden genoemd. Blijkbaar zijn er dus meerdere werelden. Ook boek 19 van de Vur, de golf, gaat hierover. Er is een wereld in de steen, een draaiende wereld, het geheim van de tijd. Stefanus zag de hemelen geopend toen hij gestenigd werd. De martelaarsdood, het stenen graf van simson, is de weg tot het eeuwige leven. Als de duivel je heel heeft gelaten, dan is dat een teken dat je hem niet genoeg weerstand hebt geboden. Kakia met haar lange nagellakbedekte killernagels kan alleen verzwolgen worden door het graf van de gestenigden. Er zal een heel leger van gestenigden opstaan. Ze hebben de pilaren van de Sheda stad van Kakia, van de bulimia matrix, gebroken, waardoor ze bedolven werden onder stenen. Wat de eenling op aarde doormaakt zijn complicaties van de steniging. De eenling ijlt door zware doodshallucinaties zoals de stad en het dagelijks leven. Het is niet echt, maar de eenling moet er doorheen. Stenenwerpers zijn er in de wildernis. Als ze je zien, dan gooien ze je dood met keien. Het is onderdeel van de ramadan om leeg te worden. Het maakt de mens koud en hard tegen de zonde. Ila, allah, is een woord voor bevriezing, kou, hardheid, honger, als het mysterie van de ragnarok. Dit mysterie overweldigd de mens, overweldigd de eenling. Het splitst de mens in zoveel delen die allemaal verzameld moeten worden in het communisme. Ook de islam is communisme, natuur-communisme, door de zakaat, de armenbelasting. Alleen zo wordt het laatste verloren schaap teruggevonden. De schepen van het natuur-communisme kunnen de wildernis diep penetreren, ook
als ijsschepen in de ijsgebieden. Ila, allah, is een bijnaam van Areta, als onderdeel van het aretisme. In die context moet de koran dus gelezen worden, om zo niet in orthodoxie terecht te komen. De koran noemt zichzelf niet voor niets het boek van de moeder (umm-al-kitab, 13:19, 43:4). Zware krachten van de natuur staan te dringen. Ineens is de natuur dan in de stad. Ineens is de stad de natuur. Het ware communisme is dus het verzamelen van kennis, waardoor de ware logistiek bestaat. Het christendom was afgeweken, vervlakt, en daarom moest de koran wel komen. Maar de koran leidt terug tot de tuinen, tot de wildernis, waar telkens weer in de koran naar gewezen wordt, naar de komende vreemde vrouwen van het paradijs, oftewel de amazones. Dit zijn beelden van grote tucht en opvoeding. De mens moet terug naar de moeder. De koran wijst dus op de Vur. Hij die komt in de nacht, daar gaat de koran over. Hij zal op de deur kloppen van de eenling, en de eenling overweldigen en meenemen, dieper de koran in, terug tot de Vur. Hoofdstuk 46. De Freudiaanse Calvijn De koran is een cryptische buitenaardse code. Eerst was er Egypte, oftewel Geb-Ptah, de schepping (ptah) door de baarmoeder (geb), of schepping door de aarde, door de natuur, en toen kwam Israel, wat de worsteling met God betekent, oftewel zoals Jakob op Pniel streed met God, als beeld van het toetsen (er zijn namelijk zoveel valse goden). Daarna kwam het christendom, als beeld van het lijden, de beproeving, waardoor de mens klaar gemaakt werd voor de islam, wat overgave betekent, het gehoorzamen. De islam, slm, wijst terug op Salomo (slm), die de eredienst tot moeder god herstelde. Hij maakte tempels voor de godinnen van zijn vrouwen, symbolisch voor de natuurkennis. Jezus klopte aan de deur in de nacht, als een dief in de nacht, geheel onverwachts, om bij de mens binnen te komen, en de mens tot gehoorzaamheid, islam, te leiden, zodat de mens terug zou kunnen keren tot de Vur natuur, de natuur van kennis. In de islam is Jezus slechts een onderwijzer, geen god. Jezus, het lijden, is de brenger van kennis, een boodschapper. Het is een archetype binnen de mens zelf. Ieder mens moet daarom als Jezus zijn. Het is een gelijkenis. Ook de Vur is een code. Het zijn de tuinen, de wildernissen, die de islam beloofd heeft, waartoe de islam leidt. Het is een code van het paradijs, van de baarmoeders van de amazones waarin de eenlingen tot wedergeboorte en wederopvoeding komen. Heel voorzichtig mag de eenling deze tuinen binnengaan, deze codes ontvangen. Het zijn nieuwe installaties voor een nieuwe wereld. Dit begint in de wereld binnenin. Die wereld moet veranderen, die wereld moet verdiept worden.
Is de mens klaar ? Neen. Alleen de eenling is klaar. De massa's hebben zich gestort op het christendom, en een iets kleinere massa heeft zich gestort op de islam, die steeds groter wordt, als brullende raadselen van het komende communisme van de natuur, het communisme van kennis, als de verzameling en het volkomen worden van de kennis tot de geboorte van de logistiek, de heilige gebondenheid. Maar de grootste religie is niet het christendom of de islam, maar het materialisme, de dienst tot mammon, het hedonisme. Dat is de grootste religie, en deze religie beheerst de mensheid. Het is het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje, van Kakia. De bedriegelijkheden van de stad hebben de mens ingenomen, en alleen de eenling ontkomt aan hen. Blijf niet zomaar hangen in het christendom en de koran, maar zet je tocht verder tot de Vur. Wel zal de Vur deze religies verdiepen. Het kind mag niet met het badwater weggeworpen worden, of piraats overboord gegooid worden. Ja, het zijn piratenschatten, maar het zijn gestolen waren. De mens moet het terugroven, als een Robin Hood. Robin Hood gebruikt hiervoor de pijlen van Egypte, van Israel, van het christendom, de koran, want dat is wat de Vur leert. Ze liggen erin besloten. De boog is de Vur, en de pijlen zijn de religies. Het is een abstracte taal. De islam is de strategische en symbolische strijd van de armen tegen de rijken. De koran staat aan de kant van de armen. Het christendom was afgeweken in buitensporige rijkdom. Alles was materialistisch en hedonistisch geworden, ten dienst van mammon. Velen gebruiken het geloof in het christendom als een dekmantel om mammon te dienen, dus in wezen zijn het helemaal geen christenen, maar mammon-dienaren. Ze hebben grijpvingers, steken hun vingers in de pudding, en houden daar hun rode nagellak aan over. Ze hebben de plaksteen van mammon aangeraakt, en kunnen niet meer loskomen. Het is heel tragisch. Raak het niet aan. Vlucht nu je nog kan. Puzzelen, puzzelen en puzzelen. Het leven is een puzzel avontuur. Een grotere natuurrealiteit staat te dringen. Al die karakters en poppetjes rondom de eenling zullen vergaan. Het zal iets anders zijn. Het was slechts natuur die wazig doorkwam. De eenling zag niet wat het daadwerkelijk was. De eenling was gestenigd. De eenling ijlde slechts. Simson was onder hoge druk, en uiteindelijk verklapte hij zijn geheim aan de sluwe Delilah. Wat moet hij een wroeging gehad hebben daarna, belast met schuldgevoel. Aan het einde van de ramadan is de mens te zwak geworden, en kan de mens het niet meer inhouden, en dan begint de openbaring. Uiteindelijk werd er een geheim aan Simson verklapt. Het moet een vreselijk gevoel geweest zijn voor Simson. Misschien dacht hij wel dat hij van God was afgevallen, dat hij had gezondigd tegen de heilige geest, de onvergeeflijke zonde had gepleegd. Maar zonde kan nooit vergeven worden. Zonde moet rechtgezet worden, niet vergeven. Daarom was Simson de onvergevelijke, en moest zijn lot tegemoet gaan. Wat moet dat verschrikkelijk voor Simson geweest zijn, de afgrond in te gaan. Vandaar dat ieder mens onvergeven is en dus verdoemd, en gedoemd om te werken om dingen recht te zetten. Dit is waarom de fallus in de vagina dient te gaan, en het is een schande dat dit niet aan de mens wordt uitgelegd. De fallus is een beeld van de eeuwige verdoemde die niet vergeven kan worden, maar die moet werken, penetreren, om de zonde te verzoenen. Dan brengt hij zijn zaad voor nieuw leven. De baarmoeder is een beeld van de hel, een vruchtbare plaats, zoals in de oorspronkelijke germaanse betekenis. Ook de vagina is dus een beeld van de hel, als de tocht van de
ramadan tot wedergeboorte en wederopvoeding. Deze sexuele voorlichting wordt dus niet gegeven, en daarom rommelt men maar raak. Sexualiteit is gewoon tot koopwaar geworden. Het verhaal van Simson en Delilah geeft daarom inzicht in deze dingen. Dat is wat de put van Calvijn is. Calvijn stelde dat ieder mens verdoemd is, maar er is een weg doorheen door de uitverkiezing, en die was te herkennen door verschillende tekens. De germaanse uitverkiezing was voor de eenling die hard aan zichzelf was gestorven op het strijdveld. Zo was dit ook in de theologie van Calvijn. Freud stelde dat een jongen uiteindelijk zijn vaderbeeld zou overwinnen, om bij zijn moeder in te kunnen gaan, ook al zou dat een andere vrouw zijn. Het vaderbeeld is natuurlijk een beeld van het ego, dat wat in de weg staat, dat wat te snel tot de moeder in kan gaan, als de weg van genade, een beeld van het gemakszuchtige christendom, en de jongen strijdt hiertegen in het oedipus complex. Er ligt dus een duidelijke en belangrijke link tussen Calvijn en Freud, als herstel van de demonologische sexuologie. De put van Calvijn, de hel, of eeuwige verdoemenis, is gewoon de vagina, en daar hoeft niet overdramatisch over gedaan te worden, want in de germaanse filosofie is dat juist de doorgang tot het eeuwige leven, waarin de mens voor altijd het ego kan achterlaten. De fallus is de eeuwige verdoemde, de werkende, opdat hij niet in overmoedige genade terechtkomt. De fallus is dus filosofisch gezien de prooi van de vagina, maar tegelijkertijd de baby, het kind, het nieuwe leven. Dat komt ook in het verhaal van Simson en Delila naar voren, dat het kwade medewerkt ten goede. Ja, Simson moest sterven, maar kon zo de massa's van het ego overwinnen, oftewel het collectieve ego. Van kind af aan verbond ik sexualiteit altijd aan de dood. Elke keer als de mens sexualiteit heeft dan sterft de mens. De mens offert zijn leven aan moeder natuur. Zo mogen we ook de hel koppelen aan de sexualiteit, om het als iets functioneels te zien en niet als iets dramatisch. De hel is sex, wedergeboorte, vruchtbaarheid, nieuw leven. Wat is sex ? Het is een oorlog. Het kan alleen waarlijk plaatsvinden in de context van de filosofie. Het is een mijnenveld, en vandaar dat de logistiek de bewaker van de sexualiteit is. Wek het niet op voordat het haar behaagt, stelt het Hooglied. Het is voornamelijk iets wat door vrouwen gaat. Heimdal was de zoon van vele vrouwen, voortgekomen vanuit zeeschuim. De man moet dus minderen. De altijd en eeuwig op sex jagende man in de stad is een karikatuur van de natuurlijke ware man. De man moet dus diep het celibaat in, de sexuele ramadan, het vasten op daadwerkelijke sexualiteit, om meer tot een filosofisch beeld van sexualiteit te komen, de diepere processen. Overmoedige, overletterlijke sex is dodelijk. Het dooft de zintuigen uit. Sigmund Calvijn, achter zijn piano, om er nog iets van te maken, de ongelovelijke rommel in de stad van sexualiteit. Ik kan het niet, ik kan het niet – Je kunt het wel. Ik kan het woord sex niet meer horen. Neen, ik ook niet, maar je kunt er wel wat anders van maken. Hoe heeft de natuur het bedoeld ? Niet recht voor z'n raap, maar meer subtiel als een metafoor. Het vertelt een verhaal. Laat het verteld worden. Luister. Het doet pijn. Ik voel me verkracht als ik door de stad loop en de sex-getinte reclame borden zie, en de sex-gerichte muziek hoor in de winkels. Pure verkrachting. Ja, maar het is een fokkerij, en je moet het kraken, ontsnappen, veranderen, tot nut maken, verdiepen, en ga zo maar door. Het doet pijn, maar hier is het medicijn.
Mijn zintuigen zijn overbelast, ik kan niet praten. Alles doet pijn. Ik word dag en nacht verkracht. Ja, opdat de nieuwe sexualiteit zal komen, de terugkeer van Sigmund Calvijn. Het calvinisme zal freudiaans zijn. Wie oren heeft die hore. Ja, maar ik krijg de plaatjes niet uit mijn hoofd, die walgelijke plaatjes. Je moet afkicken van de drugs. De buitenaardsen zullen komen. Zij zullen helpen. Er zal een nieuwe drug zijn van de natuur, van de filosofie. De mens moet psycho-analytisch de sexualiteit benaderen, of geheel niet. Er is geen andere weg. Er zijn teveel gevaren op het pad. Het zijn fetishen, totems, die de mens niet begrijpt. Zo is ook religie opgebouwd. Een persoon die zonder psycho-analyse de metafoor Jezus aanbidt is op hetzelfde niveau van de mens die zonder psycho-analyse zijn sex zintuigen achterna loopt als een rund op weg naar de slacht. Juist waar de mens psycho-analyse aan de kant schuift en alles letterlijk en direct, oppervlakkig ondergaat, wordt de mens psychotisch, niet net andersom. De diepere mens is gefundamenteerd in psycho-analyse, in de filosofie van de natuur, en niet in psychose. Sexualiteit is een filosofische taal, een communicatie systeem van de natuur, onbegrepen door de mens, vanwege de geheime boodschappen, wat ook terugkomt in het verhaal van Simson en Delila. Er wordt een impuls uitgezonden, en de ander reageert daarop met een andere, vreemde impuls. Daarom onderwijzen ze elkaar, en brengen ze de puzzel delen bij elkaar waardoor er een nieuw puzzelstuk wordt toegevoegd. Het is een impuls, uitgezonden door een instinct, waarin geheimen worden blootgelegd, zoals in het Simson en Delila verhaal, opdat het geheim aangevuld kan worden, volkomen kan worden, compleet gemaakt. Het is de wisselwerking die belangrijk is voor de openbaring. Het vereist dat beide partijen meewerken. Het doet pijn, omdat het niet compleet is, en omdat het ene deel de pijn van het ander deel voelt. De twee delen worden samengevoegd. Dit kan een heel traumatische ervaring zijn, maar ook extatisch. Pijn kan niet losgekoppeld worden van extase. De hel kan dus ook niet losgekoppeld worden van de hemel. Dit zijn realiteiten die zich binnen de mens afspelen, niet buiten de mens, want dat is slechts projectie. Het zijn dus delen binnenin de mens, van de mens zelf, die met elkaar verzoend worden, als de twee hersenhelften die met elkaar communiceren en elkaar inspireren. Oedipus zou zijn vader doden volgens een orakel en trouwen met zijn moeder, daarom werd hij door zijn vader overgedragen aan een herder om hem naar de bergen te brengen. Uiteindelijk kwam Oedipus bij herders in Korinthe terecht. Ook het boek Korinthe in de bijbel gaat over de relaties tussen mensen die eigenlijk de samenwerking tussen de verschillende lichaamsdelen zijn. Het boek bespreekt het pad van het kruis als het pad tot het vreemde, en het kruis is goed om dingen te toetsen. Door een misverstand doodt Oedipus zijn vader, die hij niet herkende, en trouwt dan met zijn moeder. De vader was slechts een schaduw van de relatie die de zoon zal krijgen met zijn moeder. De sexuele overmaat die we om ons heen zien van op sex beluste mannen in de stad is een beeld van de vader van Oedipus die nog niet op z'n plaats is gekomen, omdat de zoon nog niet is teruggekeerd tot de moeder. Oedipus moest namelijk eerst een raadsel oplossen voordat hij tot zijn
moeder kon gaan. Nadat Oedipus tot zijn moeder was gekomen moest hij boeten voor wat hij had gedaan, en stak hij zichzelf de ogen uit, zoals ook Simson's ogen werden uitgestoken. De mens is dus in strijd met de valse vaderbeelden. In principe is de vader gewoon een innerlijk archetype van de climax van het zoonschap. De vader is de zaadlozing van de zoon, van de eeuwige verdoemenis, als het afsterven van het ego. Het is het toppunt van gevoeligheid, zoals Jakob gevoelig werd geslagen op Pniël. Het is het toppunt van overgave en onderwerping, door overweldiging. Het is de climax van demonologie. Het is dus puur de innerlijke vader in de zoon, als onderdeel van de zoon zelf, en in werkelijkheid bestaat de vader dus niet. Het is een filosofisch principe wat begrepen dient te worden. De vader van Oedipus blijft dus stalken totdat Oedipus dit raadsel heeft opgelost. Sexualiteit als een innerlijk communicatie systeem is dus onderdeel van het immunologisch systeem van de mens. Sexualiteit als metafoor, het ingaan van de leegte, is een middel om logistiek op te wekken, oftewel de heilige gebondenheid, de restricties die het immunologische natuurstelsel van de mens oplegt ter bescherming van de mens, wat ook terugkomt in het Simson en Delilah verhaal. Simson moest terugkeren tot de baarmoeder, door de steniging, waarin het collectieve ego verslagen werd. Hij mocht geen sexuele veelvraat worden. De mens moet bij tijd en wijle afstand durven te nemen van het sexuele om te zien wat het is, het loslaten in het celibaat om een diepere weg te gaan, terug tot de baarmoeder. Sexuele veelvraat dooft namelijk de zintuigen uit, en is een wezenlijk gevaar voor de mens. Vaak is sex in die zin de verboden vrucht. Het kan alleen plaatsvinden in de logistiek aan het einde van de ramadan, maar de mens moet minderen, ook in de suikerfeesten en sexfeesten aan het einde van de ramadan, om zo tot de diepere en eeuwige ramadan te gaan, die leidt tot wedergeboorte. De mens moet weer kind worden.
de contextuologie coab 2019 voorwoord Hoofdstuk 1. Het mandela effect in de vur en in ons leven Hoofdstuk 2. het raadsel van calvijn Hoofdstuk 3. het calvijn verschijnsel en het belang en nut van het homeopathische calvinisme Hoofdstuk 4. het schip van luther Hoofdstuk 5. het herstel van het homeopathische geheugen – bouw je eigen natuur chemie Hoofdstuk 6. het hoge hakken mysterie verklaard Hoofdstuk 7. Een andere kijk op het leven krijgen Hoofdstuk 8. Calvijn in de Rinde Hoofdstuk 9. De doortocht door de rode zee Hoofdstuk 10. Van Nietzsche terug tot Schopenhauer – de verzoeking op zee en in de woestijn Hoofdstuk 11. Schopenhauer en het beest van de wilszucht Hoofdstuk 12. De jaren 1700 en 1800 : de Duitse Verdieping – Het filosofische verlengstuk van religie Hoofdstuk 13. Kierkegaard en de schoonheid van de angst Hoofdstuk 14. De ongod van de duitse filosofen Hoofdstuk 15. de put van kierkegaard – van israel tot duitsland Hoofdstuk 16. Nederland : het duivelste land, en de noodzaak van de filosofische ondergrond Hoofdstuk 17. de kantiaanse exodus Hoofdstuk 18. newton's wereld Hoofdstuk 19. Niet : Er zij licht, maar : Er zij duisternis Hoofdstuk 20. bespreking boek 19 en boek 1 van de vur Hoofdstuk 21. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 1 Hoofdstuk 22. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 2 Hoofdstuk 23. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 3 Hoofdstuk 24. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 4 Hoofdstuk 25. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 7
Hoofdstuk 26. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 8 Hoofdstuk 27. het mysterie van dus Hoofdstuk 28. bespreking van het verhaal 'de oerwouds-bloem' Hoofdstuk 29. Mars tv en het mysterie van de marsiaanse logistiek Hoofdstuk 30. garazim en ebal Hoofdstuk 31. samen op weg, maar waar naartoe ? – bespreking van het verhaal : het zwemparadijs Hoofdstuk 32. de Nameïtische theologie Hoofdstuk 33. boze babies Hoofdstuk 34. het ontwakende rode Hoofdstuk 35. Het OT kruis Hoofdstuk 36. 1953 – de watersnoodramp Hoofdstuk 37. de tovermamma's – de nederlandse pedagogiek Hoofdstuk 38. de ontzegeling van nahum en jona Hoofdstuk 39. bespreking boek 53 van de koran, de voortijdse wortels Hoofdstuk 40. bespreking koran boek 2, de voortijdse wortels Hoofdstuk 41. nob en het hiervoormaals Hoofdstuk 42. de slag om de schelde – 1944 Hoofdstuk 43. zeeland - de mond van nederland Hoofdstuk 44. Hugo de Groot : de ontsnapping in een boekenkist Hoofdstuk 45. Verzetsstrijders tegen een ontspoorde kerk – het verborgen natuur nederland Hoofdstuk 46. het mysterie van calvijn en het oranje mysterie wat zou blijven voorwoord Ik wil beginnen met een verhaal : de koningin van de reuzen
Een meisje uit de klas had me verteld dat ze waren gekomen. Ze stonden bij het hek. Ze stonden hier al vele jaren, maar ze had het mij nog nooit eerder verteld. Ze sprak vaak met hen. Het hek stond aan het weiland. Ik ging er naartoe en zag hen daar staan. Ze hadden lange neuzen, ze waren lang als reuzen en dun. Ander Jan, Schone Jan en Klapper Jan heetten ze. Schone Jan sprak niet, nooit eigenlijk. Dat had het meisje verteld. Ander Jan nam het woord en sprak heel monotoon, als een robot. 'De oranje zon kan niemand verslaan,' zei Ander Jan. 'Het is de wilde zon van abstractie en symboliek.' Ik keek in de lucht en zag de oranje zon, wild blazende. Het was geen hete zon van vuur. Het was ander spul. Ik vroeg me af waarom ze het dan zon noemden. Maar het was de oranje zon. 'Je bent een getrouw soldaat,' zei Ander Jan. 'Pijn moet, maar we gaan je dronken maken.' Ik keek hem vreemd aan, onderzoekend. 'Niet van alcohol natuurlijk,' zei Ander Jan, 'maar van de oranje zon, of laten we het oranje bron noemen, de natuurbron van de reuzen. 'Ik heb teveel vijanden,' zei ik. 'Ze liegen allemaal over mij alsof het niets kost. Ze schieten me telkens overhoop met leugens. Hoe kan ik dan dronken worden van de oranje bron ?' 'Die vijanden zijn slechts steenkool, in onze fabriek,' zei Ander Jan. 'We kunnen het goed gebruiken.' 'Oh, als brandstof,' zei ik. 'Zoiets,' zei Ander Jan, 'voor de oranje bron van abstractie en symboliek.' 'Ik zie het,' zei ik. Toen ineens begon Klapper Jan als een gek op ons te schieten, maar de kogels deden geen pijn. We werden dronken, dronken van de oranje bron, de natuurbron van de reuzen. Ineens zag ik de grotere contexten, en zag ik de fabriek van steenkool. 'Ja,' riep ik. 'Ik zie het. Klapper Jan, je bent geweldig.' Ik was dronken van de reuzenbron, en het maakte me slim. Ik kon de symboliek van alle dingen zien, en het abstracte. Ik klom op een ladder tot de fabriek, en zag al het steenkool. 'Het is voor de oranje bron,' zei Ander Jan, 'niemand kan de oranje bron verslaan. We gaan er allemaal aan.' 'In de goede zin van het woord,' zei ik. 'Dat doet Klapper Jan nu altijd,' zei Ander Jan. 'Op het hoogtepunt van het gesprek.'
'Ik zie het,' zei ik, terwijl mijn dronkenschap een beetje begon te kalmeren. Ik werd toen wakker in de klas naast het meisje. 'Wat heb je me gegeven ?' vroeg ik, nog steeds een beetje dronken, nog steeds een beetje in een roes. 'Oh, klapperjannetjes,' zei ze. 'Lekkere snoepjes voor als de onderwijzer weer heerlijk saai is.' Ik keek haar aan, glimlachend. 'Dus jij kent ze ook, die drie Jannen ? Ander Jan, Schone Jan en Klapper Jan ?' vroeg ik. 'Oh ja,' zei ze. 'Ik heb zelfs een keer met ze gevoetbalt.' 'Zeg, waar koop je die dingen eigenlijk, die klapperjannetjes ?' vroeg ik. 'Oh, mijn moeder geeft ze me weleens mee,' zei ze, 'voor als de lessen te saai en te vervelend worden, maar niet teveel per week,' lachte ze. 'Wat lief van je dan, dat je mij ook zo'n klapperjannetje hebt gegeven,' zei ik, 'en dat terwijl je ze zelf ook zo hard nodig hebt.' 'Nou ja,' zei ze, 'mijn tante verwent me er ook weleens mee, heel stiekem, en dan geef ik ze vaak aan anderen, anders wordt het te bont,' lachte ze. 'Mijn moeder geeft ze me anders nooit,' zei ik. 'Ik ben blij dat ik naast jou in de klas zit. Ik had er nog nooit eerder van gehoord, maar waar worden die dingen verkocht, want ik wil niet afhankelijk van jou worden.' 'Mijn vader maakt ze,' zei ze. 'In een fabriek ?' vroeg ik. Ze knikte. 'Waar maakt hij het van ?' vroeg ik. 'Dat heeft hij me nooit verteld,' zei het meisje, 'maar Ander Jan zei van steenkool.' 'Van zijn vijanden dus ?' vroeg ik. 'Ja,' lachte ze, 'van hen die leugens over hem vertellen. Daar maakt hij steenkool van, en dan klapperjannetjes, tenminste dat zegt Ander Jan, en dan ben ik altijd dronken, in een roes.' 'Van die oranje reuzenbron ?' vroeg ik. 'Nee, van die klapperjannetjes,' lachte ze.
'Ja, maar dat doet Klapper Jan dan toch met zijn kogels van de oranje bron die geen pijn doen, maar dronken maken, en alle grotere contexten laten zien ?' vroeg ik. Ze lachte. 'Ja, dat is hetzelfde,' zei ze, 'maar dat zit in die snoepjes. Mijn vader verkoopt ze.' 'Is het duur ?' vroeg ik. 'Welnee,' zei ze. 'Als je een getrouw soldaat bent kom je er zo langs.' 'Langs wat ?' vroeg ik. 'Langs de fabriek,' zei ze lachend. 'Ander Jan zei dat ik een getrouw soldaat was,' zei ik. 'Waar is die fabriek ?' 'Als het goed is heb je die gezien,' zei ze. 'Het is de steenkool fabriek.' 'Ja,' zei ik, 'toen je me een klapperjannetje had gegeven. Kun je me er meer geven ?' En toen is ze me gaan chanteren en omkopen, allemaal voor meer van die klapperjannetjes. Ik moest allerlei dingen voor haar doen in ruil voor de klapperjannetjes. Ik moest ook mee naar haar kamer om daar op te ruimen, enzovoorts. Maar ja, zo kreeg ik dus wel meer klapperjannetjes, ook al was ik bijna haar butler geworden of lakei, want ze waande haarzelf wel ineens de koningin van de reuzen. Als ik met Ander Jan sprak klaagde ik er weleens over. Dan zei hij altijd : 'Pijn moet, maar we gaan je dronken maken.' En dan begon Klapper Jan altijd op het hoogtepunt van het gesprek te schieten met de kogels van de oranje natuur bron van de reuzen, en dan kreeg ik hogere inzichten, zag ik grotere contexten. Eigenlijk was het een heel aardig meisje, gewoon heel erg slim. Ze gaf me zo wat afleiding, en zo groeide ook ons contact. Het was gewoon eigenlijk heel erg zakelijk, maar beiden hielpen we elkaar wat, in dat verschrikkelijke gevecht op die verschrikkelijke school. Einde de contextuologie Context is een belangrijk woord om op te mediteren, want de mens leeft in tunnelvisie. Daarom zeiden de Germanen al dat de reuzen moesten komen in het ragnarok. De goden hadden de mensen bedrogen. De reuzen zijn een metafoor voor de grotere contexten. In dat opzicht is de contextuologie van belang. Daarom wachtten de germanen op het natuurverschijnsel van de oranje zon, of oranje natuurbron van de reuzen, waardoor je door de grotere contexten de diepere symbolieken en abstracties zou zien. Dat gebeurd dus in het afstand nemen, opdat je meer overzicht krijgt en meer inzicht.
Surtr zou komen, de wilde oranje reus, om de oude ordes af te breken, als het losbreken van de context die mensen in hun bekrompenheid, kiesheid en kuisheid hadden opgesloten. Dit zou alleen kunnen gebeuren op het hoogtepunt van de ragnarok, de tijd van ijs, oftewel van minderen en hongeren. De oranje zon wordt ook wel de plaats van de martelaren genoemd, van de gevallenen en de afgeslachten, oftewel zij die volkomen aan de wil zijn afgestorven en daartoe werden opgenomen door de valkyries, de germaanse oorlogsgodinnen, ook wel walkuren genoemd. Het is dus geen echte zon, maar meer een bron, maar soms zon genoemd omdat het een centrale plaats is voor de germanen. Als kind had ik dromen van de oranje zon die was gekomen, diep in de wildernis, achter het spoor. Het heeft me toen ook niet meer losgelaten. Nee, je komt niet tot deze wereld door meer te worden, meer te hebben, maar juist door het minderen, het afstand doen, het hongeren. De wildernis waar de oranje zon was gekomen was erg droog en dor, alsof er een bosbrand was geweest, maar het was een prachtige wildernis. Het is iets symbolisch voor de contextuologie. We komen het tegen in alle religies : Ieder mens moet symbolisch tot de wildernis gaan om te minderen, om zo het hogere te zoeken, de hogere contexten, bij de germanen is dat de ragnarok, bij de islamieten is dat de ramadan, bij de christenen is het het volgen van Jezus in de wildernis, het achterlaten van de kudde om het verlorene (de context) te vinden, en bij de Israelieten is het het volgen van Mozes in de exodus, de uittocht door de hongerwildernis, om zo tot het beloofde land (de context) te gaan. Het behoort dus allemaal tot de contextuologie. Er hoeven geen religieuze oorlogen over godsdienst te zijn. Het is allemaal hetzelfde, in verschillende talen en termen. In het Atlantis tijdperk, in de voortijd, werd het tijdperk van Surtr en de oranje zon ook wel het Zolt tijdperk genoemd, waarin de heersense ordes die bepaalden wat man en vrouw was zouden instorten. Dit zou een algehele verwarring zijn over wat man is en wat vrouw is, als een weg tot de daadwerkelijke betekenissen, doelen, en functies in de context, oftewel het nut ervan. Dit zien we nu al om ons heen, dat mensen niet meer weten of ze man of vrouw zijn, en dat is maar goed ook, want man en vrouw is iets wat binnenin ieder mens is, als principes. Alle menselijke ordes en de ordes van de goden zouden omver geworpen moeten worden. Daarom moest in het Atlantis tijdperk het Zolt tijdperk komen. Dit heeft allemaal te maken met de komst van de oranje zon, het opengaan van de oranje natuurbron van de reuzen, oftewel de hogere contexten. De mens die voldoende geminderd heeft tot het afsterven van de wil zal hierin opgenomen worden. Er zijn dus dingen die niet meer weggaan in ons leven, hoe we er ook tegen strijden. Het is dan van belang om naar de grotere contexten te kijken, en het te assimileren. We kunnen gelijktijdig variëren en aanpassen als een weg er doorheen. Dat is dan ook wat de daadwerkelijke uitverkiezing is, volgens Darwin. Calvijn bleef, het oranje systeem bleef, en het ging niet meer weg, was niet meer uit de botten te krijgen. Maar het waren tekenen van de komst van de oranje zon die de diepere symboliek en abstracties zou laten zien, de hogere contexten, als een nieuwe taal, een nieuwe terminologie. Je kunt sommige dingen in je leven misschien niet wegkrijgen, maar je kunt het wel draaien en bruikbaar maken. Je kunt het wel assimileren en je eigen invulling en betekenis aangeven, op een hogere, nuttige manier mee omgaan. Alles kun je zo tot sieraad strekken, als een weg door de dichte wildernis. Anderen kunnen dan volgen. Dat is waar de contextuologie over gaat.
Hoofdstuk 1. Het mandela effect in de vur en in ons leven Het leven om ons heen stroomt in vele lagen. Er is niet slechts één realiteit. Alles stroomt, er zijn vele zenders, vele vibraties die heel veel op elkaar lijken. Je kunt je dus je hele leven wel bezig houden over wat iemand over je gezegd zou hebben toen je er niet bij was, dus eigenlijk achter je rug om, maar het antwoord is dualistisch, want er zijn vele parallel realiteiten, vele werkelijkheden. Dat wordt ook wel het veelbesproken Mandela effect genoemd, waarin er meerdere geschiedenissen blijken te zijn. Alles loopt door elkaar heen en in elkaar over, wat ook de Vur stelt. Het regent keihard om ons heen. Alles is veranderlijk, subtiel, diep, voor meerdere uitleg vatbaar. De Koran wijst voortdurend op de Vur, oftewel op de openbaring van de tuinen, de wildernissen, en dat is ook waar het pad van de ramadan, het pad van het minderen, het kronkelige smalle pad door de enge poort naartoe leidt. De Vur zal ook de ramadan verdiepen. Op het pad van de ramadan, van het minderen, ligt er altijd het gevaar ergens in vast te groeien, daarom moet de mens voortdurend het gezichtspunt veranderen. Als de mens iets heeft gevonden, dan moet de mens het direct weer loslaten en er een ander gezichtspunt op krijgen, waar ook de bloemen een beeld van zijn in de Vur, oftewel het cirkelen. Zo komt de mens niet vast te zitten. Ook moet de mens van bloem tot bloem gaan, zoals bijen. Zo kan er een nieuwe honing komen, de honing van de Vur. Zo kan men langzaam tot de andere realiteit gaan. Dit wordt besproken in boek 124, de overstroming, en boek 125, de toren. De mens moet dit oefenen, vanuit de bloem, het draaiende gezichtspunt, alles te bekijken, en weer los te laten, want dit is belangrijk op het pad van het minderen. De daaraan voorafgaande boeken van de Vur bespreken het zogenaamde rode verschijnsel, soms voorgesteld als een vrouw met rode laarzen, die op de mens inslaat om de mens los te maken van zijn gezichtspunten, waardoor alles achter glas komt, alles wordt tot verhalen, als een terugkeer van de mens tot de bibliotheek wat daar ook een beeld van is, van het veranderen van gezichtspunt, want in de bibliotheek zijn er allerlei verschillende gezichtspunten te vinden. Het is belangrijk niet in de hoek van de roddelbladen te blijven hangen, maar naar de afdeling te gaan van filosofische boeken, en naar de afdeling van verhalen boeken. Als de mens vast blijft haken in slechts kortzichtig geroddel, dan blijft het rode op de mens inslaan, totdat de mens loskomt. Weer is dit dus een teken dat de zorg heel bruut moet zijn, als een soldaat. Het is oorlog. De stad wil alleen maar aaien en er gaan grote alarms aan als er iemand wordt wakkergeschud. (120:2-4) In de bijenkorf is honing van zoveel bloemen, zoveel gezichtspunten, Daar moet de mens zijn. De Koran had het belooft aan hen die de diepere boodschap van de koran zouden aannemen, want de
koran is puur symboliek. Het zijn gelijkenissen, zoals ook de verhalen van en over Jezus in zijn eigen woorden puur gelijkenissen waren. De Koran had de paradijselijke tuinen belooft aan de getrouwen. Het christendom ging over het lijden aanvaarden, en de koran ging over de gehoorzaamheid die dat zou bewerkstelligen, niet aan de massa's, maar aan de principes van de hogere natuur, wat vaak inhield dat je dan juist ongehoorzaam en rebels zou worden naar de stad. De Vur laat de strijd zien tussen de piraten van de stad en de wilden van de natuur. Dat is ook een beetje de ongehoorzaamheid van Simson die met een vreemde vrouw meeging, en zo was ik ook in mijn eigen leven met een vreemde vrouw meegegaan, want die kwam uit Suriname, en dat was op zich niet zo'n probleem, maar het ging mijn stadse familie te snel, en het bracht me na vijf jaar in de grootst mogelijke problemen, net als Simson, want dat is gewoon de prijs die je moet betalen als je een brug legt tussen twee culturen. Het werd een grote oorlog, ook al had ik al vanaf jongs af aan een Surinaamse achtergrond. Toch gaat het pad er dan doorheen, door de Simson ervaring. Na het ritje voelde ik me bedonderd en verraden. Het was een hoge prijs, maar het zaad was gezaaid en daar ging het om. Het was oorlog. En nog steeds is het oorlog. Maar de eenling is fragmentarisch, meervoudig en epileptisch, een thema wat steeds terugkeert in de Vur. De eenling mag niet in een gezichtspunt vastgroeien, dus er moet mee gewerkt worden. Het is als het staren naar een bloem, een lelie. Zoals de Vur dichtend zeg : 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom 6. Ik wacht op het schip. Neem me op, neem me mee met jou, Naar een plaats van witte sneeuw en dauw, Ik wacht op het schip, Langs satijnen voorhangsels (1:3-6) Er zijn allemaal parallelle realiteiten die langs elkaar heenlopen waarin deze dingen duidelijk worden. Waarom gaan we door dingen heen in ons leven ? Er moet net even iets anders tegenaan gekeken worden. Daarvoor is er het verhaal van de torens, dat de mens in een eindeloze toren is geboren, en dan hoger kan komen tot nieuwe realiteiten, maar toch is het binnen een bepaalde
realiteit, en dan is er een overstroming en dan mag de mens tot een geheel nieuwe toren zwemmen die net even iets anders is : 125. DE TOREN 1. In de toren klim ik van realiteit tot realiteit. Al deze realiteiten lijken tegen elkaar gekeerd te zijn, Deze toren is eindeloos, zonder begin en einde, We werden allemaal ergens halverwege geboren in deze toren 2. Ik kijk naar buiten, en alles wat ik zie is water, Dan breekt het door de ramen, Als ik dan tot een andere toren zwem is die toren precies hetzelfde, maar met een klein verschil, Het wonder van veranderingen De mens mag leven vanuit dit boek, de lijnen van de verschillende parallellen voor zich hebben, om zo nu en dan te kunnen overschakelen naar andere lijnen, net zoals het spelen van een harp. Dat wil dus niet zeggen dat een bepaalde realiteit waar we vandaan komen onbelangrijk is of was. Neen. Integendeel. In de parallelle realiteit die ernaast ligt zal het zich juist verduidelijken en zal het uitgroeien tot een wonderbare sleutel in ons leven. Ik kan me ontzettend druk maken over lauwe mensen die maar door blijven zondigen, die niet radicaal zijn en dan toch durven te beweren dat ze beter zijn dan andere mensen op hele oppervlakkige grondslag, en dan echt gemene dingen zeggen tegen anderen, wat ook vaak in de kerken gebeurt, en dan allemaal maar liegen en roddelen de hele tijd door, zo hypocriet. Het is daar vaak nog erger dan de niet-kerkelijke stad. Het orthodoxe, en voornamelijk ook het vrij-orthodoxe christendom is haast een versnelling van alzheimer, als een trigger van al het tegenovergestelde wat ze prediken. Het is pure huichelarij, en toch weet ik dat we dit nodig hadden, en dat het duidelijk wordt in de parallelle realiteit, waarin het net iets anders is. Wat is het dan ? Waar is het goed voor ? Alles wordt ontsluierd in de Vur. Het zou juist een motor moeten wezen, als extra duwtje in de rug, om de stad uit te gaan, de natuur in. Maar niet alleen dat. Het is ook op een andere manier nodig en belangrijk. Het is een tuner, het maakt altijd weer iets anders van dingen. Je loopt een kerk binnen, en je ziet mensen over elkaar roddelen, je ziet ze staren, en bij zichzelf denken : Wat kan ik nu eens gaan lopen roddelen. In buitenlandse kerken, zoals in de Surinaamse kerk waar ik kwam, waren de lichte donkeren bijvoorbeeld weer racistisch naar de donkerdere donkeren, en ook als je blank was werd je het pispaaltje. Natuurlijk zijn er enorm veel goede, lieve, gastvrije mensen in de kerk, en vooral ook in Suriname, maar ik heb ook het corupte deel gezien, en dat was eigenlijk nieuw voor mij. Voor mij zijn dat geen daadwerkelijke Surinamers. Surinamers behoren multi cultureel te zijn, eenvoudig, gastvrij, en nederig, maar ik zag ook de andere kant, en toch was dat dus weer belangrijk. Toch was dit onderdeel van het natuurverschijnsel. Het kwam als een storm, een stortvloed van leugens. Het gebeurt in iedere kerk wel bij tijd en wijle, ook in de kerk waarin ik opgroeide en de kerken waar we naartoe gingen. Ben je in een andere plaats of bij familie of op vakantie, ga je daar ook naar de kerk, en dan maak je heel wat mee. Mooie dingen, leuke dingen, bijzondere dingen, maar soms ook zeer slechte dingen. Het hoort er allemaal bij. Het zijn de cirkels van de bloemen. De bloem wil je iets laten zien.
Hoofdstuk 2. het raadsel van calvijn De Vur is natuurlijk niet voor een gat te vangen. Als je het woord toren leest hoef je niet eens te denken aan een letterlijke toren. In de Vur is de toren een soort bloem, zoals zelfs de stad een soort bloem is (87:1). Dit zorgt er dus ook voor dat je niet vastgroeit in een bepaald gezichtspunt. De bloem staat altijd voor het veranderende en meervoudige gezichtspunt. Wat is de bloem ? Het zit aan een touwtje vast aan de aarde, net als een marionet. Deze touwtjes zorgen voor verbondenheid aan de natuur, dat telkens het goede gedaan wordt, en zodat de bloem niet afdrijft naar slechts een gezichtspunt. De bloemen zijn een beeld van de poppen. Door hun meervoudige gezichtspunten blijven ze in de droomwereld. Daarom stelt de Vur : 'De wildernis schuilt achter het touw' (89:2) en 'We komen binnen door het touw' (124:1). De mens is losgeraakt van de natuurtouwen, en rotzooit nu maar raak. Ze grijpen en ze doen maar, allemaal zeer lichtzinnig en opvliegerig, hysterisch. Altijd rennen ze maar rond en trekken hun mond los bij het minste of geringste. De mens is afgedwaald van de natuurrust. De bloemen wijzen weer terug op de natuurtouwen. De Vur spreekt over een natuurbrug van touwen terug tot de wildernis. De mens was bedoeld als natuurmarionet, anders zouden er teveel gevaren zijn. De natuurtouwen zijn energieën die de mens leiden en beschermen. De mens dient gevoelig te worden voor deze natuur-energieën. Het zal dus een grote strijd zijn tussen de poppen van de stad en de poppen van de natuur. Ook de stad heeft haar eigen poppentheater. Ligt in de natuurtouwen dan ook het geheim van de metamorfose ? In de aarde is het geheim van de natuurtouwen. De mens heeft het niet gezien. Alleen de eenling komt tot het geheim. Calvijn had het erover dat in de diepte van zijn putten is het geheim van de onweerstaanbaarheid (de vierde pilaar van het calvinisme) en het geheim van de onontkoombaarheid (de vijfde pilaar van het calvinisme), twee karaktereigenschappen van het natuurtouw. Dit natuurtouw doet de mens altijd minderen (de eerste pilaar) en afzonderen tot een eenling (de derde pilaar), opdat de mens zo door de natuur uitverkoren kan worden (de tweede pilaar). De mens heeft Calvijn verkeerd begrepen, heeft de diepte van de boodschappen van Calvijn niet gezien, en hij zag het zelf ook niet. Wat zei hij eigenlijk, en waarom werd hij zo'n beetje de beroemdste theoloog die ooit heeft bestaan ? Ja, schurken gingen ermee op de loop, en bouwden ermee hun kerken, met de woorden van Calvijn, maar het kan ook zoveel beter en dieper. Er kan ook een zuivere en goede boodschap in gezien worden, zoals ook in het evangelie wat de mensheid in de greep houdt. Oh, wat een volle glorie predikte die Calvijn, als je maar even dieper durfde te kijken, even verder durfde te kijken dan je neus lang was. De mensheid heeft het niet begrepen, de mensheid heeft het niet verdiept, maar het raadsel van Calvijn heerste over de massa's. Het raadsel moet verstaan
worden. Daartoe is de Vur gekomen, en de prediking van het natuurtouw. Het is iets voor de puzzelaars, niet voor de religieuzen. Kijk, ik kan ook wel religieus gaan lopen doen, maar wat wordt ermee bedoeld ? Dat is veel interessanter, als je het op diepte gaat schatten, en het eindelijk eens gaat uitleggen. Uiteindelijk houdt je dan alleen de natuur nog over, en de natuur spreekt nu eenmaal graag in metaforen. Dus wie was Calvijn en wat was zijn boodschap ? Calvijn stond voor het volk zo'n beetje naast Jezus. Hij sprak erover dat de mens eigenlijk helemaal geen vrije wil had. De mens werd voortgedreven door de krachten van het kwaad, en de mens had hulp nodig. De mens was een speelbal geworden. De mens moest terug naar de hogere wil, naar de hogere kennis. Calvijn predikte het touw. De mens was gebonden door het touw van het kwaad, en moest nu terug tot het touw van het goede, oftewel het natuurtouw. Dat je Calvijn heel anders kan uitleggen is bekend, maar dit is dan even de rode draad die er doorheen loopt, en waar je jezelf aan vast mag houden. Calvijn is nooit letterlijk geweest, ook al was hij orthodox. Hij werd gedreven door abstracte krachten. De vrije wil kan juist zo gevaarlijk zijn, en kan de mens op het verkeerde pad leiden. Daarom is het belangrijk de vrije wil over te geven aan de hogere kennis, de kennis van de natuur, oftewel het natuurtouw. 'Ja maar ik wil dit en ik wil dat,' wordt er dan gezegd. Gaat het dan om wat je zelf wil, je vlees, of gaat het erom wat het beste voor je is ? De lagere wil van de mens heeft de mens in de grootst mogelijke problemen gebracht, en daarom is de boodschap van Calvijn, wanneer deze op waarde is geschat, van levensbelang. Het is niet zo dat een mens geen vrije wil heeft, maar de mens moet dus komen tot het punt van het afleggen van de vrije wil, opdat de hogere wil kan komen. Wat een heerlijke en veilige boodschap is dat. Dan komt er iets groots en heerlijks van de natuur wat we niet meer kunnen wederstaan en waaraan we niet meer kunnen ontkomen, want het is iets eeuwigs. Is dat dan een makkelijk pad ? Neen. Maar we zijn dan wel geborgen in God, wat we dan ook mogen meemaken. God heeft ons geen gemakkelijke tocht beloofd door het oerwoud, maar wel een behouden aankomst. Uiteindelijk is dat het belangrijkste dat we ondanks alles toch God's kinderen zijn. Het lijden wordt ons niet bespaard, maar het zorgt ervoor dat we in God blijven en geen slaven van de zonde zijn, en de wil van het vlees niet meer volgen. Vanuit ethisch oogpunt valt er heel wat aan te merken op de bijbel, de koran en ook de geschriften van Calvijn, maar de natuurtouwen lopen er dwars doorheen. Wij mogen worstelen met de bijbel, de koran en Calvijn, net zoals Jakob op Pniel vocht, vanuit het oogpunt van het toetsen : toets alles en behoud het goede. Wij mogen het kind namelijk niet met het badwater weggooien. Het was een erfenis, en we doen de voorouders geen recht en eer als we het zomaar klakkeloos aannemen, en ook niet door het zomaar weg te werpen, maar juist door het te verdiepen, tot sieraad te strekken, door een gedegen commentaar erop te geven, vanuit exegetisch oogpunt, de schriftuitleg. Zo kan de mens voor veel gevaren behoed worden in deze zware, dichte en woeste literaire oerwouden. Dat is een hele uitdaging, en dat is ook de reden waarom ik altijd van mijn vak heb gehouden. Daarom zeggen we ook omtrend het onderwerp Calvijn : Niet in paniek raken, maar even een kwartslag draaien. Het helpt soms om ook even wat andere geschriften van Calvijn erbij te halen om de context te kunnen zien. De stad heeft de boodschap van Calvijn nodig om de vrije wil weer te beteugelen. Calvijn is, wanneer je zijn boodschap hebt kunnen relativeren en niet jezelf te buiten bent gegaan aan het drinken van de wijn ervan, als een paardenmenner. Hij is geen geestelijke
sinterklaas, maar het kan zeer dankbaar werk zijn voor de puzzelaars die doorzetten in deze oerwouden. Het geeft niet makkelijk mee, en geeft zich ook niet makkelijk weg, maar er is een weg. Er is een orthodoxe Calvijn, maar ook een meer literaire Calvijn, als een dichter, die de geheime paden laat zien in de wildernissen van het bestaan. Ja, een groot rover was hij, een beruchte piraat en schurk in zijn tijd, en nog steeds, maar moeten de gestolen goederen dan niet teruggeroofd worden ? Calvijn is als een legende, een mythe, waar de mens niet meer van los komt. Het heeft te diep gegraven en gegrepen. Nu moet de mens het nog leren begrijpen en tot nut gebruiken. God kan ook met kromme stokken rechtslaan. Niets scheurde de wereld theologisch zo diep als Jezus, Mohammed en Calvijn. Paulus predikte slechts Jezus, maar Mohammed en Calvijn predikten zichzelf. Ze brachten een totaal nieuwe religie. Calvijn had zijn eigen theocratie opgericht. Predikers hebben weleens gesteld dat het bijna onmogelijk was om Calvijn nog uit de botten te krijgen. Het was te diep gegaan. En dan zeg ik : Dan moeten wij nog dieper. Niemand heeft het ooit zo extreem gesteld als Calvijn, niemand. Maar ook zijn geestelijke en theologische rijkdommen waarmee hij deze boodschappen bracht waren ongeëvenaard, en bezaten grote potentie. Het doet zeker niet onder voor de bijbel. Als ik soms zie hoe de stad misbruik maakt van de vrije wil, dan strek ik mij soms uit naar de extremen van Calvijn, niet letterlijk, maar symbolisch, want ik weet dat wij moeten manoevreren tussen extremen. Tussen de extremen ligt een pad, en wij zouden totaal machteloos zijn als de andere extreem zou ontbreken. Daarom is Calvijn van levensbelang om de strijd tegen de overmaterialistische en hedonistische stad te winnen. Temper de wijn van Calvijn zou ik zeggen, om deze paarden te temperen. In de juiste verhouding en de juiste hoeveelheid doet het wonderen. Onderschat Calvijn niet, onderschat de macht van de geschiedenis niet, om door deze oerwouden heelhuids heen te komen. We zijn in een doodsstrijd met de stad. Zonder Calvijn gaan we er allemaal aan. In zijn commentaar op de Psalmen stelt Calvijn dat het niet voldoende is te proberen niet te zondigen. Ja, de mens moet zich afscheiden van de zondaren, maar ook moet een mens afkeer hebben van de zonde. De mens moet walgen van de zonde, en niet alleen maar de zonde haten. (Psalm 1) Walgen wij al van de zonde ? Hebben wij er al zo'n grote afkeer van dat we er van gruwelen, zodat we de zonde niet meer doen ? Zo niet, dan moeten wij ons daarnaar uitstrekken en ervoor bidden. Het is dus ook van groot belang te weten wat nu eigenlijk zonde is en wat niet. Ook daarvoor mogen wij bidden, en het mag ons geopenbaard worden in de studie van de demonologie. Het is iets wat we moeten ervaren, in onze relatie met God, met de natuur, met de hogere kennis. Het kan niet zomaar in een boekje gelezen worden of zomaar van Jantje naar Pietje doorverteld worden zo van dit is dit en dat is dat. Neen. Het gaat om het hebben van een persoonlijke relatie met de hogere kennis waarin je offers moet brengen. Gesjoemel zal altijd leiden tot misleiding, dus vandaar dat de mens die het meent met de hogere kennis radicaal moet zijn. Calvijn stelde dat Ezra de psalmen had verzameld, of iemand anders, maar dat juist deze psalm als eerste was opgesteld had een bedoeling, namelijk de godvruchtigen terug te leiden tot het overpeinzen. Wees gegrond, doe niets zomaar oppervlakkig, maar heb er een diepe en getoetste reden voor. Het geluk van de goddelozen is maar tijdelijk, en is een waan, stelt Calvijn. Hoe erg moet het zijn als je aan het einde van je leven moet vaststellen dat alles slechts een waan is geweest, alles waar je voor hebt gewerkt, alle contacten die je hebt gebouwd, alle schatten die je
hebt vergaard, alle naam die je hebt gemaakt. Werk daarom alleen zuiver voor het goede, voor de hogere kennis, opdat je later niet bedrogen uit zal komen. Psam 1 zegt : Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, niet stil staat op de weg der zondaren, en niet zit in het gestoelte der spotters, maar zijn lust is in des heeren wet, en hij overdenkt hare wet dag en nacht. Bouw daarom je huis niet op zand. Dat is wat de dwazen doen. Zorg dat je fundament hebt. Heb je al fundament voor alles wat je zegt, denkt en doet ? Zo niet, dan bevind je jezelf op dun ijs. Calvijn waarschuwt dat waar iemand vrijwillig zijn slechte begeerlijkheden achterna dwaalt hij bedwelmt wordt door de gewoonheid der zonde, en dan vind er verharding plaats. Waar de zonde gewoon word daar begint de mens alles te vergeten, en daar valt de mens af van God, wat een zeer tragisch natuurverschijnsel is om de mens te testen. Vandaar dat het vreemde ook zo belangrijk is voor de mens. De mens mag door het gewone niet in slaap dutten. Calvijn stelt dat afkeer van deze zondige gewoonten de mens weer uit deze bedriegelijke slaap zou kunnen doen ontwaken. Afkeer van de zonde is het medicijn, want God heeft ook een afkeer van de zonde. Calvijn waarschuwt vervolgens tegen de ijdele blijdschap die het zondigen biedt wanneer deze afkeer ontbreekt. Blijf dus vechten tegen de zonde van de stad. Hoofdstuk 3. het calvijn verschijnsel en het belang en nut van het homeopathische calvinisme Ik had eens een nachtmerrie over dat ik achterna werd gezeten door afschuwelijke zonde monsters van het christendom en ook van de islam, en ik kon nergens heen dan naar de raadselachtige, abstracte geschriften van Calvijn, waarin ik veiligheid had, als in een wildernis. Ik zag daar een liefdevolle moeder die haar kind onderwees, maar het kind begreep het niet. Er waren teveel krachten tussen moeder en kind. De boodschap was dus verdraaid. De woorden van Calvijn zijn van een prachtige en onpeilbare schoonheid op vele punten, waarbij je je afvraagt hoe hij deze sieraden uit de hemelen kon roven, en waar, net zoals ik me dat bij Mohammed afvraag, die ook prachtige, diep geestelijke woorden schreef. Als je dan waardige vertaalsleutels hebt kun je het gebruiken, maar anders wordt je erdoor overweldigd, zoals mensen getrained moeten worden om met de leer van Calvijn te worstelen, opdat ze het tot sieraad kunnen strekken en niet in de strijd erdoor ten onder gaan. Velen gaan deze worsteling onvoorbereid aan, of groeien erin op. Vandaar deze gids door de wildernissen van Calvijn. Dat is wat het zijn : prachtige, diepgaande, geneeskrachtige wildernissen, maar met haar eigen eigenaardige roofdieren. De mens moet leren deze roofdieren te temmen, te verbeteren, en
soms is dat hard tegen hard, zoals ook David als herder hard moest optreden tegen de roofdieren die zijn schapen bedreigden. De mens moet leren deze roofdieren te beteugelen en ten goede te gebruiken. Zomaar roofdieren gaan lopen afschieten is natuurbarbaars. Er is een buitenaardse schoonheid in de woorden van Calvijn. In zijn commentaar op Psalm 4 stelt hij dat God getrouw is, dat God haar werk niet zal verlaten, maar in eeuwigheid beschermt wie Zij eenmaal omvat heeft. Wel moet de mens oprecht op deze weg voortgaan om in aanmerking te komen voor God's hulp, stelt Calvijn. Daarom is de volharding een voorwaarde, oftewel het natuurtouw. Calvijn was een grote literaire vorst die zijn eigen diep geestelijke woorden niet begreep en teveel verletterlijkte. Toch kon zijn religieuze materialisme niet tegen zijn eigen woorden op, want zijn woorden hebben vandaag de dag alleen maar meer aan betekenis gewonnen. Vandaar dat het aretaitische calvinisme het zegevierende calvinisme is wat haaks op het orthodoxe calvinisme staat. Calvijn's boodschap was altijd veel groter dan hemzelf. Calvijn stelde in zijn commentaar op psalm 106 dat de mens God niet de wet moest voorschrijven. Het hele religieuze systeem was corrupt, inclusief Calvijn's eigen systeem. Overmoed en gebrek aan nuance maakten het corrupt. Calvijn stelde dat zij die meer begeren dan hun veroorloofd is tegen God strijden in het vlees. Hoe belangrijk is het dan om de zuivere waarheid te prediken ? Daarvoor moeten we naar het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer. Ook Calvijn sprak soortgelijke woorden, toen hij stelde dat de mens in de stad was bedrogen en ontbloot was geworden van de afkeer tegen de zonde en het ijverig zoeken naar God. De mens was verstoken van elke ware stof tot roemen, maar was blind geworden voor zijn eigen naaktheid. De mens deed maar net alsof, en had geen ware stof om zichzelf te bedekken. Dit was volgens Calvijn een zeer tragisch en schandelijk schouwspel, maar van verre riep de kennis. Calvijn sprak dus over een vreemde en verre kennis. De stad was ondanks haar gewaande rijkdommen jammerlijk geestelijk gezien armoedig, volgens Calvijn in het tweede boek van Institutie. Calvijn stelt dat zij die dit meer en meer onderzoeken meer en meer gaan inzien hoe waar dit is, maar aan de andere kant mogen ze de eerste adeldom niet vergeten, de geestelijke adel die God oorspronkelijk aan de geestelijke mens had geschonken. Dat is de ware adel. Dit is dus een onsterfelijke adel. Dit zijn volgens Calvijn de overpeinzers, of zoals Plato het zou zeggen : de filosofen. Er is dus volgens Calvijn een groot verschil tusen hen die slechts voor zichzelf leven en hen die verantwoordelijkheid dragen. De zonde werd volgens Calvijn als een teer over de mensheid gespoten en ging van geslacht tot geslacht. Daarom moet de mens ook God's kant begrijpen die de zonde streng en ernstig moest straffen. Er ontbrande een vreselijke wraak van God over het gehele menselijke geslacht, want het gehele menselijke geslacht was besmet door de ziekte van de zonde. De zonde had de gehele schepping van God verwoest. Kunnen wij ons dan voorstellen dat God God niet zou zijn als Zij daar niet verschrikkelijk kwaad over zou zijn geworden ? En aan welke kant staan wij dan ? Aan de kant van de mensen die toch telkens maar weer door blijven zondigen, of aan de kant van God ? Aan welke kant staan we ? De zonde was in de ogen van Calvijn een zware misdaad. Dit kon niet ongestrafd gaan. Het was verfoeilijk. Calvijn was er zwaar verontwaardigd over. Hoe durfde de mens God dit aan te doen. Het was God's schepping. Calvijn noemde de zonde de gulzigheid van de mens, en die werd door de
grote massa aanvaard. Calvijn noemde het kinderachtig. De mens leefde niet op tot waar de mens voor bestemd was. De mens rotzooide maar raak, als een klein kind. De mens had alles van God gekregen, en er was slechts één vrucht verboden, die van de zonde van gulzigheid, en toch nam de mens hiervan. Je kunt het vergelijken met vlees eten. Er is zoveel voedsel op de aarde voor de mens, in zoveel soorten, en toch kunnen ze het niet laten om dieren te vermoorden en te eten. Het is de gulzigheid van de mens. Het is de verboden vrucht. In de grondtekst van het Hebreeuws kan de verboden vrucht ook vlees betekenen, wat in het calvinisme ook weer een benaming is voor de zonde. Calvijn stelde dat de mens niet meer kon groeien toen hij van de vrucht van de zonde van gulzigheid had genomen. De mens kon zich niet meer verder verheffen tot geestelijke adel. De mens verloederde, en verloor de kostbare geschonken kennis. Eerzucht en hoogmoed zijn in de ogen van Calvijn ook vormen van gulzigheid, en dit werd allemaal aan elkaar doorgegeven, van geslacht tot geslacht. Het hele menselijke geslacht was verrot. Ook noemt Calvijn nog ondankbaarheid als een vorm van gulzigheid die daaruit voortkwam. Aan gulzigheid werden handen en voeten gegeven. De mens kwam zo in de gevangenis van de duivel terecht, voortgetrokken door de gulzigheid. Oh, wat was de mens armelijk geworden geestelijk gezien, en oh wat was die Calvijn er woedend over, over wat ze God hadden aangedaan en haar schepping. God had de mens een juk gegeven om de mens te beschermen tegen de zonde, maar de mens was in de ogen van Calvijn een brutale vlegel die het ouderlijk juk had afgeworpen. In zijn gulzigheid wist de mens het altijd beter, zelfs beter dan God, de oorsprong van alle kennis. De mens had de waarheid verworpen, en had de leugen aangenomen, allemaal vanwege gulzigheid, stelt Calvijn, wat in zoveel vormen tot de mensen kwam, in zoveel bedriegelijkheden. Vandaar dat Calvijn stelde dat de mens een schandelijke en vervloekte misdaad had gepleegd. Dit kon niet onbeantwoord blijven in de ogen van Calvijn. De mens verloor zijn hemelse sieraden van wijsheid en waarheid en viel ten prooi aan blindheid, ijdelheid, onreinheid en ongerechtigheid, de erfelijke verdorvenheid die van geslacht tot geslacht werd overgeleverd, bij de kinderen werd ingeprent. Zij werden in deze ellendigheden verwikkeld en gedompeld. Calvijn noemde de zonde en het gevolg van de zonde ook wel de misvorming van de natuur. De zonde werd tot iets gemeenschappelijks. De zonde werd een tweede natuur van de mens. De moederschoot was voor de mens niet meer veilig, want reeds daar kreeg de mens al deel aan de zondige natuur. Daarom stelde Calvijn dat de mens wedergeboren diende te worden, opdat de mens weer deel zou hebben aan de hogere natuur. Calvijn stelde dat het gehele menselijke geslacht bezet gebied was geworden, bezeten door de zonde van de gulzigheid. Zo worden kinderen geboren, en het houdt hen niet werkeloos. Zij zijn slaven van de zonde van de gulzigheid. Daarvoor werken zij. Vandaar dat dit calvinisme standaard aan elk kind onderwezen zou moeten worden, opdat ze bevrijd zouden worden van de zonde van de gulzigheid. Allereerst moet deze zonde namelijk ontmaskerd worden. Calvijn stelde als kerkvader en kerkdokter een zeer goede diagnose, alhoewel het medicijn wat hij aanbood in sommige opzichten ietwat extreem was, maar in de homeopathie is het de regel dat al het kwaad juist wordt opgelost door verdunningen, want dan wordt het kwaad zo verzwakt dat andere belangrijke werkingen geactiveerd kunnen worden, zoals het aanmaken van antistoffen. Daarom mag theologie ook nooit te steriel zijn. In dit opzicht spreken we van het belang van homeopathisch calvinisme als de oplossing van zowel het zonde probleem als het orthodoxe, extremistische calvinisme zelf, dus eigenlijk twee vliegen in één klap. De homeopathie stelt dat de vijand alleen verslagen kan worden door verdunningen van zijn eigen wapens, oftewel de gelijksoortigheidstheorie. Dit is dus het tegenovergestelde van smetvrees en het
steriele. Je graaft dus zo in de gebieden van de vijand naar verloren sieraden en kostbaarheden. En hoe kan de mens ook anders sinds de mens in ballingschap leeft ? De ontsnapping moet nog plaatsvinden. Ook het werk van Jezus kan in sommige opzichten homeopathisch genoemd worden, sinds hij aan het kruis werd tot een verdunning van zijn tegenstander, de duivel, en zo het kwaad overwon. Is de homeopathie dan uiteindelijk de oplossing van het zonde probleem, de zondeval en de erfzonde ? Als we het over daadwerkelijk doeltreffende homeopathie hebben, dan hebben we het over het homeopathische calvinisme. Calvijn kwam tot de conclusie dat de mens moest terugkeren tot de voortreffelijkheid en adel van de ziel, en zo niet alleen genezen te worden van de zonde, maar te komen tot een geheel nieuwe natuur. Calvijn stelt dat er een zondvloed van de zonde was geweest die alle delen van de mens heeft aangetast. De mens werd van top tot teen verdorven, van hoofd tot voeten. Calvijn stelt dat de daadwerkelijke wedergeboorte alleen bestemd is voor de uitverkorenen, oftewel de enkelingen, de eenlingen, die zich totaal van de zondige wereld hebben afgezonderd, niet aanpappen met de stad. Dat is het teken van de uitverkorenheid. De uitverkorenheid staat dus voor een heel stelsel aan natuurlijke voorwaarden waaraan de mens moet voldoen alvorens wedergeboren te kunnen worden. Omdat mensen dit niet kunnen duiden en dingen over het hoofd zien mag dit nooit menselijk bepaald worden. Het wordt dus enigszins wazig gehouden. Calvijn beschrijft het een beetje als een product wat aan allerlei voorwaarden moet voldoen voordat het op de markt kan komen, en wat die voorwaarden precies in detail zijn is een beetje giswerk. Toch moet de mens hierin niet opgeven en bij de pakken gaan neerzitten, want de mens mocht eens uitverkoren zijn. Volgens Calvijn was er een weg om dit uit te dokteren, en zou de uitverkorene dit vanzelf van zichzelf weten, alhoewel er volgens Calvijn ook een valse uitverkorenheid was die de mens waande. Calvijn stelde het een beetje voor als een religieus gokpaleis waar de mens niks in te brengen had over zijn heil, maar aan de andere kant toonde hij ook weer de weg, het touw. Het was daarom een zeer dualistisch werk, niet voor een gat te vangen. Vaak sprak Calvijn zichzelf weer tegen. Vandaar dat iedereen die een tik van de molen heeft gehad door het in de kerk meedogenloos gepredikt calvinisme eens de geschriften van Calvijn zelf er op na zou moeten slaan om te zien dat de soep niet zo heet wordt opgegeten als het wordt opgediend. Ook is het hierbij van belang om de commentaren van de tweede bijbel op Calvijn, zoals bijvoorbeeld in het boek de Calvijn Code, erop na te slaan. Al met al heeft de ware uitverkorenheid veel meer te maken met het gaan tot de diepere natuurschool in het hele Calvijn verschijnsel wat in de jaren 1500, in de na-middeleeuwen, tot de mensheid kwam. Er is alleen uitverkorenheid in het gaan tot de hogere kennis, iets wat nooit door spijbelaars gevonden kan worden, en wat gewoon een metaforische natuurwet is. In sommige opzichten had Calvijn een goed inzicht in het Jezus mysterie. Hij haalde Johannes aan die sprak dat Jezus vanuit zichzelf niets kon doen. Jezus was dus in die zin als een voorbeeld opgesteld. Hij haalde Augustinus aan die sprak dat Christus, de willoze die leefde vanuit de hogere wil, of beter : vanuit de hogere kennis, de boom des levens is en de lagere wil de verboden boom is. De wil is de verboden boom, want het brengt de mens in de problemen. De mens moet tot kennis komen. Dit begint met het weten wat fout is gegaan. Het buitennatuurlijke was gekomen, en had de mens beroofd van het bovennatuurlijke.
Nu is het dus zaak om wedergeboren te worden in andere gezichtspunten, om wedergeboren te worden in de parallelle realiteiten, zodat verandering kan plaatsvinden door subtiliteiten, zoals de Vur stelt : 125. DE TOREN 1. In de toren klim ik van realiteit tot realiteit. Al deze realiteiten lijken tegen elkaar gekeerd te zijn, Deze toren is eindeloos, zonder begin en einde, We werden allemaal ergens halverwege geboren in deze toren 2. Ik kijk naar buiten, en alles wat ik zie is water, Dan breekt het door de ramen, Als ik dan tot een andere toren zwem is die toren precies hetzelfde, maar met een klein verschil, Het wonder van veranderingen Niet alleen is de toren een bloem, maar ook een touw, want de bloem zit net als de toren vast aan de aarde, en de mens mag loskomen van de touwen van de leugen om te komen tot de touwen van de kennis, de touwen van de waarheid. De mens mag diep mediteren op boek 125 van de Vur bij alles wat de mens meemaakt, om het zo te beleven vanuit de juiste vibratie en context, in het juiste ritme. Ook mogen we dit boek toepassen op de leerstellingen van Calvijn, opdat het tot sieraad gestrekt zal worden. Hoofdstuk 4. het schip van luther Maarten Luther streed voornamelijk tegen de aflaat en het materialisme van de rooms katholieke kerk, en wees daarbij op het pad van waarlijke boetedoening, het smalle pad van het minderen, en de geestelijke gaven. Het materialisme van de katholieke kerk was namelijk hoog opgelopen. Door de aflatenhandel kon je vergeving ineens kopen, voor zowel jezelf als voor anderen, zonder daadwerkelijk berouw te hebben en je te bekeren. Ook het hiernamaals kon gekocht worden. Het was een handel in gebakken lucht. Zielsgeluk kon gekocht worden. De katholieke kerk zelf was hierover verdeeld, want de bedelorden toonden juist dat armoede en de natuur de weg waren tot de hemel, en dat rijkdommen een valstrik voor de dwazen waren. Van het geld van de aflaat werden er nieuwe kerken gebouwd. Het monster van de aflatenhandel, van de verkoop van het geestelijke, was een afschuwelijke vorm van de verboden boom van gulzigheid in de middeleeuwen. Maar waarom wordt het geestelijke dan nog stil verkocht in de kerken, en viert het materialisme nog steeds hoogtij in stad en kerk vandaag de dag ? De verboden boom van gulzigheid is hoog gegroeid met allerlei
takken, en het is wurgend, en schreeuwt ten hemel. Waarom ? Waarom ? Gezondheid wordt vandaag de dag verkocht, en het recht wordt verkocht. Alles is voor de verkoop. Men denkt dat men God en geluk kan kopen en kan verkopen, om zo maar niet dat smalle pad tot de hemel behoeven te gaan, maar het is groot boerenbedrog wat ieder weldenkend mens wel op zijn klompen kan aanvoelen. Blijkbaar heeft de mens de boodschap van Maarten Luther en Johannes Calvijn dus niet begrepen en niet ter harte genomen. Hetzelfde als dat na D-day Nederland nog wel in grotere problemen raakte, omdat de mens d-day niet had begrepen. De verlossing moet nog komen. Maar het is allemaal wel heel logisch. Calvijn in de jaren 1500 en Darwin en Nietzsche in de jaren 1800 predikten allemaal dat het om de eenling ging. Darwin stelde dat de uitverkiezing iets van de natuur was, namelijk de natuurlijke selectie, en die nam alleen maar de enkeling, anders zou het niet werken. De massa's moesten namelijk een bepaalde druk vormen waaronder de eenling zich zou kunnen ontwikkelen, en dat is ook altijd de christelijke boodschap geweest, zoals de verzoeking van Jezus in de woestijn. De eenling moest beproefd en verzocht worden. De eenling moest getest worden, als een voorbereiding. Dus het schip van Luther en Calvijn kwam, maar slechts de enkeling ging daadwerkelijk mee. De rest waren gewoon meelopers. De reformatie was begonnen in 1517, toen Luther zijn stellingen tegen de aflaat op de deur van de slotkerk van Wittenberg hing in Duitsland. Dit was gericht tegen de aflatenhandel van Johann Tetzel. Iets kopen is altijd de makkelijkste weg, de weg van de minste weerstand, maar je bedonderd jezelf zo, en je bedonderd anderen, als het het geestelijke gaat vervangen. Gulzigheid maakt de mens koopziek. Vandaag de dag kun je alles kopen als je maar rijk bent, en de geestelijke paden van de waarheid, die je kunt begaan door het minderen, door soberheid, zijn ondergesneeuwd. Verwacht niet dat een ander hiervoor begrip heeft. De massa's verzoeken de eenling, altijd weer. Je kunt niet op de massa's bouwen. Alleen dwazen bouwen hun huizen op zand, en die zijn er genoeg, en die moeten er wel zijn om de eenlingen te testen. Daarom gaat het om het pad van het kruis. De massa's riepen : Kruisig hem, kruisig hem, en zo zal dat tegen iedere eenling zijn. Verwacht het niet van de massa's, en haal daar je waarheid niet vandaan, je bevestiging of goedkeuring. De massa's zijn er om je te bedriegen, om je in slaap te doen sussen. Het zijn de takken van de verboden boom van gulzigheid, en die krioelen om je heen. Wat voor zin heeft het dan de massa's naar de pijpen te dansen ? Wat win je ermee ? Dan heb je de hele stad gewonnen, maar je ziel verloren. Iedere Jezus kent zijn Judas, iedere Simson zijn Delilah, en iedere David zijn Goliath. Daar moet elke eenling doorheen. Jakob had zijn kreupelheid door wat er op Pniel was gebeurd, en Paulus had zijn doorn in het vlees, iets wat hem telkens met vuisten sloeg. En dan moet je kijken wat je nog over hebt. Het is niet veel, maar het is genoeg. En wie zaait zal ook oogsten. We mogen ons verheugen in de wetten van de vruchtbaarheid van de natuur. Het kruis heeft een bedoeling en is geen doel op zich. Het is een middel. Hoe kan het dan zo zijn dat de mens het kruis heeft vervangen door geld ? Het is maar een symbool, maar de mens heeft het letterlijk genomen : Voor alles betaal je een hoge en volle prijs. Zijn we bereid de prijs te betalen ? We moeten wel. We kunnen geen kant op. Alles gaat nu eenmaal diep. Aan de oppervlakte is er geen leven, alleen bedriegelijkheid, symbolische weerspiegelingen. Toen Jezus in Samaria was was hij vermoeid, en vroeg een vrouw om drinken bij de bron van Jakob. De vrouw was verbaasd want Joden gingen niet om met Samaritanen. Jezus sprak toen dat het niet om materiele dingen gaat maar om diepere geestelijke dingen. Jezus deed niet voor niets,
dus wat leren we hiervan ? Het had een diepere betekenis. Jakob was de kreupele als beeld van de gevoeligheid die hij op Pniel had ontvangen. Hij was zijn materialisme, zijn vlees, zijn zonde, kwijtgeraakt hierdoor, en Jezus ging tot deze bron, en vroeg toen een vrouw om drinken, als het terugkeren tot de moederborst, ook al ontweken de Joden de Samaritanen. Jezus wilde leren van het vreemde. Het was ook wel een beetje om de aflatenhandel teniet te doen dat Calvijn het telkens over de uitverkiezing had : Als je niet uitverkoren was, dan had al je geld je niets te baten, want elke plant die niet door God was geplant zou uitgerukt worden. Maar de uitverkiezing bracht grote verwarring onder de mens, en was dus ook bedoeld om de mens voorzichtiger te maken. Wat betekende de uitverkiezing eigenlijk ? Het was al een germaans begrip, namelijk dat als je hard aan je ego zou sterven op het strijdveld tegen het vlees, dan zou je uitverkoren worden door de valkyries, de strijdgodinnen, die je zouden meenemen naar het walhalla, de germaanse hemel. Ook Nietzsche en Darwin werkten dit begrip verder uit in de jaren 1800, dat het iets voor de eenling was, en iets van de natuur. Uiteindelijk was het de natuur die de mens uitverkoos, en daartoe moest de mens aan een aantal voorwaarden voldoen, met name aan het eenlingenprincipe. Kudde mentaliteit zou de mens juist niet uitverkiezen. Nee, de mens moest speciaal uitgeselecteerd worden, speciaal afgezonderd van de rest. Gij zult de massa's in het kwaad niet volgen. Zo kon de natuur zien of iets dood was of levend. Als iets dood was dan stroomde het gewoon met alles mee, maar als iets nog leefde, dan ging het dwars tegen de stroom in, en spartelde het tegen, en dan was het nog bruikbaar voor de natuur. Als je eeuwig wil leven wees dan uniek, en blijf uniek tot het einde, en steek in karakter en kennis met kop en schouders boven de anderen uit, en doe dat niet om naam te maken, maar in het verborgene. Laat je rechterhand niet weten wat je linkerhand doet. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Eigenlijk heb je alleen maar de ware rust in het natuurtouw, wanneer je verbroken bent op Pniël net zoals Jakob, waardoor je gevoelig bent voor de rest van je leven, wanneer je net zoals Jezus tot die Jakobsbron gaat om een vreemde vrouw om drinken te vragen, weer aan de moederborst te komen, wetende dat je door de vreemde natuurmoeder wedergeboren en wederopgevoed kan worden, en dat niets je uit haar hand kan roven. Waarom niet ? Omdat je aan het natuurtouw vast bent. De uitverkiezing heeft dus te maken met iets binnen de mens zelf, en heeft dus te maken met dat wat je zelf uitkiest. Kies voor het beste deel : de hogere kennis. De uitverkiezing is dus niets anders dan een natuurspiegel die je eigen keuzes laat zien. Laat het geen verkeerde keuzes zijn. Je wilt niet verkeerd op de natuurfoto komen te staan. Als de natuur een foto van je maakt, de hogere natuurkennis, hoe sta je er dan op ? Hoe wil je er op komen te staan ? Dan kun je nog zoveel stadse, materiele foto's van jezelf nemen en jezelf lopen bewonderen (bedonderen), van 'nou, mijn haar zit goed hier'. Wie beslist dat ? Moet je haar dan goed zitten, of heeft God liever dat je de wildernis in zou gaan gegaan om een verloren schaap te redden, en dat je haar dan misschien op een natuurlijke manier een beetje door de war zou zitten om te laten zien dat je goed gewerkt hebt ? Waar gaat het je om ? Moeten wij onszelf dan aanprijzen als halfgodjes, of gaat het puur om de anonieme boodschap ? Dan kom je later met een doos vol foto's aan bij de hemelpoort, maar het zal gaan branden in je handen, en dan zullen de natuurfoto's van je karakter door God laten zien worden. Al je materialisme en gulzigheid zal daarop te zien zijn, en wat het heeft veroorzaakt in de schepping. Zo
zul je dan de geschiedenis ingaan. Laten we daarom stoppen met dwaze spelletjes te spelen in de stad. De meerderheid volgen is ook een vorm van materialisme. Hoe meer zielen hoe meer vreugd, allemaal kudde mentaliteit, groeps dynamieken. Maar Luther kwam met zijn schip tot de enkeling. De mens was niet meer geleerd, maar spijbelend, al feestend over de paden van het materialisme en de gulzigheid. Daarom wezen Luther en Calvijn weer terug naar de boeken, naar het Woord. De mens moest weer opnieuw heropgevoed worden. Luther en Calvijn moesten de mens weer terugleiden tot de bibliotheken, tot de verloren fundamenten. De mens moest weer terug de diepte in. Alles was te oppervlakkig geworden, te gemaakt. Ze hadden hun steden op zand gebouwd. De stad is als een gulzig zeemonster in de zee, terwijl de eenlingen zich hebben verzameld op het schip van Luther en Calvijn, het schip van de reformatie. Waar nu naartoe ? Maar eerst moet dit monster verslagen worden. Het gulzig zeemonster zit diep in de mens zelf. Heeft de mens dit monster uitverkozen, of werd de mens door dit monster ontvoerd ? Dat is de vraag, en dat zal bij ieder mens anders zijn. Hoofdstuk 5. het herstel van het homeopathische geheugen – bouw je eigen natuur chemie De uitverkiezingsleer van Calvijn is heel dualistisch. Het is niet zo dat de mens helemaal niets in te brengen heeft, maar het is ook niet zo dat de mens even de uitverkiezing kan bepalen. De mens ziet dingen over het hoofd, sjoemelt en werkt door het vlees. Vandaar dat de uitverkiezing het vlees aanvalt als een vleesetende plant, en die haakt zichzelf helemaal in de mens in. Dat is dan metaforisch het natuurtouw. De mens wordt in de uitverkiezingsleer bedolven onder zulke weerhaken, de tanden van de vleesetende planten. Er is geen weg meer terug. De mens zit vast. Het is dan aan de mens om te kiezen tussen het vlees en de diepte, tussen zonde en uitverkorenheid. Als de mens slechts vlees is, dan zal er niks meer van zo'n mens overblijven. Daarom haat de stad ook Calvijn meer dan nodig is, want de uitverkiezing zorgt ervoor dat ze het zelf niet meer in de hand hebben en zichzelf niet meer materialistisch te buiten kunnen gaan. Calvijn is in hun ogen een grote spelbreker. In de vrijere kringen heb ik altijd de haat naar Calvijn gezien, en natuurlijk in bepaalde opzichten ook wel terecht, maar deze kringen werden te vrij en gooiden alles van Calvijn overboord, het kind met het badwater. Hup, weg, lang leve de vrijheid, lang leve de lol, alsof het allemaal niks koste. Daarom werd Calvijn voor mij ook wel weer interessant. De vrijere kringen waren te ver afgedwaald van het natuurfundament, en waren wars van dieper geestelijk onderwijs. Het was allemaal heel beperkt, en roekeloos. De mens was zelf tot god gemaakt in deze kringen. Dat is op zich niet erg, want zelfstandigheid moet er wezen, emancipatie, maar je kan er ook te ver in doordraaien dat alles zo snel en oppervlakkig gaat dat niet het ware zelf god wordt, maar het ego zelf, het lagere zelf. En ze gebruikten het om god over
anderen te spelen, dus Calvijn werd voor mij een onderwerp van onderzoek. Nee, ik neem het niet letterlijk, zoals ik de bijbel ook niet letterlijk neem, ook omdat ik de oorspronkelijke talen ken die het symbolisch gebruikten, als gelijkenissen. En zo zie ik het woord van Calvijn ook als gelijkenissen. In die zin heeft het nut, en doet het niet onder voor de bijbel, maar het verdiept de bijbel juist. Calvijn brengt weldoordachte nuances aan in zijn commentaar op bijbelteksten. Er kan zo een wereld voor je open gaan. Wel is het dan zo dat je Calvijn zelf ook weer moet nuanceren en symbolisch moet uitleggen, anders kun je ook weer vastlopen. Een commentaar op Calvijn is dus van levensbelang, zoals ook een commentaar op de koran dat is. Zoals gezegd ligt Calvijn te diep in de botten en de genen om het zomaar te kunnen verwijderen. Het moet verdiept worden, want er is geen andere weg. Deze vleesetende planten hebben zich diep vastgebeten in het zondige vlees van de mens en zullen niet meer loslaten. Calvijn is een geestelijke reus die de mens geheel schaakmat heeft gezet. De mens kan nergens meer naartoe. Dat is de reden waarom het verdiept moet worden en ermee gepuzzeld moet worden. Niemand kan uit dit labyrint ontsnappen. Het is een wezenlijk deel van de mens zelf. Het zijn woeste, ziedende vleesetende planten van de planeet Rigel van Orion die de mens hysterisch aanvallen en zich botvieren op het materialisme van de mens. Ze scheuren de vleselijke mens totaal in stukken, en verslinden ze. De materialistische mens begrijpt dit niet en wil dit ook niet begrijpen, want het betekent dat er een einde komt aan hun materialisme. In een wereld waar iedereen zijn eigen god heeft, en iedereen zijn eigen god is mag je het uitroepen tot de natuur : 'Natuur, leidt mij.' Er zijn ook zoveel verschillende scholen die met elkaar bekvechten over wat de waarheid is, en daarom mag je het uitroepen tot de natuur : 'Natuur, leidt mij.' De mens moet teruggaan tot de natuur, want in de stad heerst de bedriegelijkheid, de gulzige wanen van de mens die over de ander wil heersen, de mens die altijd gelijk wil hebben. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Wees een eenling, en probeer je gelijk niet te halen. Als iedereen wel van je zou spreken dan ben je ook weer een kind van de massa geworden, en een speelbal. Ga uit de gokpaleizen van de stad en de gokpaleizen van de kerk, en ga terug tot de natuur. 'Natuur, leidt mij.' Voor de uitverkorenen, oftewel zij die de natuur hebben uitverkoren, is de natuur zowel onweerstaanbaar als onontkoombaar. Hiervoor hongeren zij, hiervoor leven zij sober, minderen zij, opdat ze zo de natuur kunnen binnengaan, en de natuur in hen. Het materialisme zou dit allemaal tegenhouden. Weet dat als je dingen koopt die je helemaal niet nodig hebt, dat je dan daardoor ook weer dromen en visioenen gaat missen, geestelijk inzicht, want door alles wat je overbodig koopt aan luxe en hedonistische troep laat ook weer je geestelijke kanalen dichtslibben. Woedende, ziedende Orionse planten kwamen tot de aarde in de jaren 1500, Rigelse vleesetende oerwoudplanten, die het op het bespottelijke materialisme van de rooms katholieke kerk hadden gemunt. Deze planten zouden laten zien wat ware gulzigheid was. Ze maakten korte metten met het katholieke wereldrijk, maar ergens halverwege werden ze gestopt. Het materialisme ging rustig door in andere vormen. De vleesetende planten waren nog niet klaar. Het was slechts een strategie. Ze begonnen namelijk vlees te fokken. Zo lieten ze het materialisme rustig hoogtij vieren, als varkens die gefokt werden voor de slacht. Het calvinisme was tot de aarde gekomen. Napoleon zei ook al : 'Als de vijand een fout maakt, stop hem dan niet.'
Wat een grote en slechte vijand is het materialisme, maar het materialisme neemt zoveel drugs en vreet zichzelf zo vol dat het materialisme nooit ver kan komen. Deze vijand is daardoor al half verslagen. Een domme vijand is altijd maar half werk, maar dan moet je er natuurlijk wel voor zorgen dat je zelf niet dom wordt en indut. We hebben niet echt met een intelligente vijand te maken, maar we moeten natuurlijk niet zelf onze intelligentie verliezen. We hebben een vijand die nogal graag slaapt, maar we mogen zelf natuurlijk niet indutten. Blijf daarom waakzaam. Het zijn gulzige roofdieren die toeslaan wanneer ze kunnen, die wild om zich heengrijpen, ook al zijn ze blind. Juist ook dat maakt hen zo levensgevaarlijk. Er zitten geen remmen op. Toen kwam begin jaren 1900 het communisme opzetten, als een metafoor van de germaanscalvinistische uitverkorenen, en zij streden nog steeds tegen het overgulzige materialistische kapitalisme, zowel religieus als seculier. De mensheid had het niet begrepen. Het communisme moest ook direct verdunt worden, homeopathisch worden, want anders was het te sterk, te geconcentreerd, en hetzelfde moest gebeuren met de islam en het christendom. In zijn directe vorm zou het te gevaarlijk zijn. De mens moet daarom ook het homeopathische geheugen binnengaan, waarin de geschiedenis dermate verdunt wordt totdat het heilzaam is geworden. Ook het hedonisme, materialisme en kapitalisme moet dus verdunt worden, zodat het kan overgaan in zuiverdere, meer gebalanceerde vormen. Dit gebeurt allemaal in het homeopathische geheugen. Verdunnen, verminderen, is de boodschap, want alles is te sterk en te direct. Dit is ook de boodschap van de Vur, en vandaar dat de Vur ook de brug is tussen het christendom en de islam, en tussen het calvinisme en het communisme. Verdun, en herzie je gezichtspunt. Fragmentariseer. Er is alleen werkelijkheid in de aretaitische filosofie, die dus homeopathisch en fragmentariserend is. Je bouwt je wereld van verschillende verdunde onderdelen. Zo bouw je je eigen natuurchemie, de bestanddelen van je ziel. Hoe doe je dat precies ? Neem als voorbeeld de bij. Ze nemen niet de gehele bloem, maar ontrekken alleen bepaalde sappen van de bloem, en gaan dan naar de volgende bloem. Dus alle dynamieken die we om ons heenzien : calvinisme, christendom, islam, communisme enzovoorts, zijn bloemen waar de mens als een bij mee om mag gaan. Neem er niet teveel van, maar zeker ook niet te weinig. Neem het niet in z'n geheel en in directe vorm, maar verdund, om problemen te voorkomen. Maak gebruik van je homeopathische geheugen. Hoofdstuk 6. het hoge hakken mysterie verklaard
Alles komt te geconcentreerd op de mens af. Daarom zit de mens in diepe problemen. De mens heeft daarom een filter nodig, een homeopathische filter of lens die alles verdunt tot zuiverdere en heilzamere vormen. Religie is natuurlijk letterlijk gezien allemaal onzin, maar metaforisch en homeopathisch, oftewel verdund en speciaal geselecteerd, uitverkozen, kan het tot waarde en nut gestrekt worden en tot heilzaamheid. Dan kan het dus zelfs medicinaal zijn, en dat moet ook wel, want de islam is de snelst groeiende religie en we staan oog in oog met het extremisme ervan omdat het nu eenmaal niet verdiept is. Deze dreigende atoombom moet dus ontmanteld worden, gedecodeerd. De mens kan dus niet zomaar aan de islam ontkomen, maar moet er dwars doorheen, net zoals eertijds met het christendom. De mens moet het goede ervan nemen, en dan verder trekken, het kwade achter zich latend. Homeopathisch betekent ook subtiel, en het gebruiken van bepaalde onderdelen van de vijand om de vijand te verslaan, oftewel de vijand te verslaan met zijn eigen wapens, zij het in verdunde vorm. Daarom moet de mens wel veel afweten van de bijbel en de koran, anders kan het de mens als een extreme storm meenemen. Alles moet zich dus weer meer matigen en dat gaat alleen door kennis. Spijbelaars zullen bedrogen uitkomen. De natuur alleen is niet genoeg. De natuur onderwijst ook. Houd daarom je ogen open, en dut niet in. Blijf waakzaam. Het literaire gaat diep en is besprekend. Ook de bijbel en de koran worden besproken als onderdeel daarvan. De tweede bijbel is gekomen om een gedegen commentaar erop te geven vanuit de natuur. De mens had het namelijk niet begrepen. De natuur laat ook zien waar dingen niet zuiver zijn doorgekomen, waar dingen verdraaid zijn doorgekomen, en zet het vervolgens weer recht. Moet je goed opletten hoe we dat gaan doen. De grootste religie op het moment is niet de islam of het christendom, maar het materialisme, de dienst tot mammon. Het is een soort fetishism, het aanbidden van objecten, zoals de stropdas en de hoge hak. De stropdas zegt : 'Ik ben niet creatief. Ik heb gewoon een handeltje gemaakt.' Maar wat zegt de hoge hak ? Of liever gezegd wat houdt de hoge hak verborgen ? Genesis 3 : 15 God zei tot de slang : En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. De hoge hak is de vrouw die staat op de slang, op het geslachtsdeel van de man dus, want er wordt gesproken over zaad. Het is de vrouw die in opstand komt tegen de patriarchie. Oorspronkelijk was de man de boodschapper tussen god en mens, tussen vrouw en mens. Dat is ook waar het geslachtsdeel voor staat. Het is een kanaal. Het plugt ergens in, in de vagina, en spuit dan zijn zaad, brengt dan zijn boodschap. Hij kwam voort vanuit zijn moeder, vanuit god. Het was dus oorspronkelijk de boodschap van de moeder, oftewel een soort opvoeding. Boek 13 in de Koran is de Al-Arrad, de donder, of ila-areta in de aretaitische wortel, wat de ramadan van areta betekent, of het eenlingenschap van areta. Areta is de natuurvrouw in de mythe van heracles, en kakia was de stadvrouw die heracles met het materialisme probeerde te verleiden,
en waarna heracles Areta uitverkoos, het smalle pad door de wildernis, oftewel de ila-areta. Ila is ook een ander woord voor allah en el, en is meer een titel dan een naam. Allah betekent overigens gewoon God in het Arabisch, zoals christelijke arabieren god ook allah noemen. Vers 2 zegt dan dat Allah (ila, ila-areta) de boodschap duidelijk maakt, de tekenen uitlegt, opdat God ontmoet kan worden. In vers 3 spreidde Ila (Areta) de aarde uit en gaf het stevige bergen en rivieren, als een beeld van de borsten van de vrouw. De nacht zou de dag bedekken. De nacht is een beeld van de vrouw, van de donkere baarmoeder waaruit de boodschap geboren werd, de man, en zo is de man de dag. De man moet altijd door zijn moeder (god) bedekt zijn, want zij is de bron, zijn opvoeding. Anders zou alles verkeerd gaan. Daarom zegt vers 3 ook : Waarlijk schuilen hierin tekenen voor een volk dat nadenkt. De natuurverschijnselen hebben allemaal een diepere betekenis. 4. En er zijn op aarde aan elkaar grenzende streken en tuinen van wijnstokken, en korenvelden en dadelpalmen, met één wortel of met verschillende wortels, zij worden met hetzelfde water besproeid en toch doen Wij sommigen er van in vruchten boven anderen uitmunten. Daarin zijn tekenen voor een volk, dat begrijpt. Waarom is dit, dat sommigen uitmuntendere vruchten hebben dan anderen ? Juist omdat er verschil moet zijn tussen moeder en kind, want de moeder moet het kind opvoeden, dus moet wel uitmuntender zijn dan het kind. Het is gewoon de verhouding tussen onderwijzer en student, anders zou de mens nooit kunnen doorgroeien. Vandaar dat er dus verschil moet zijn voor het voortbestaan van de mens. Dit zijn verschijnselen binnen de mens zelf. De mens is zowel man als vrouw, zowel moeder als kind, zowel onderwijzer als student, dus dit mag niet al teveel naar buiten geprojecteerd worden, want dan gaan mensen in bepaalde rollen vastgroeien. Het zijn dus geen personen maar metaforen. 38. En Wij zonden inderdaad boodschappers vóór u en Wij gaven hun vrouwen en kinderen. En het is een boodschapper niet mogelijk een teken te brengen dan door het gebod van Allah. Voor elke periode is er een Goddelijk besluit. De boodschapper is dus de man, waarvan de fallus een beeld is die de vrouw ingaat. De slang had een valse boodschap gebracht, de man uit het verband gerukt, en ging over de vrouw heersen, dus de vrouw moest de kop van de slang wel vermorzelen. De vrouw moest dus de boodschap weer beheersen, in de baarmoeder, om zo opnieuw geboorte te geven. De vrouw moest weer een moeder worden. Daarom zegt Jesaja 52 : 7 Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning. De voet is een beeld van verdieping. Daarom zegt Efeze 6 : 15 Stelt u dan op, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes.
Dat is de ware betekenis van het staan op de slang, en de stad heeft daar een karikatuur van gemaakt, zoals met vele dingen. Nogmaals vers 38 van de Al Arrad : En het is een boodschapper niet mogelijk een teken te brengen dan door het gebod van Allah. Het gebod van Ila is de ramadan, het minderen, één van de vijf pilaren van de islam, niet het meerderen, niet de gulzigheid. Velen spreken hun boodschappen door gulzigheid, maar dat is dus niet mogelijk. Er kan alleen een boodschap gebracht worden door de ramadan, en dat is ook wat de geslachtsgemeenschap symbolisch uitbeeldt : de man moet de leegte in, de vagina, als een zaadje wat sterft, en dan is er nieuw leven. Zo behoort een boodschap te werken om de boodschap zuiver te houden. Luister daarom niet naar de dikke, gespierde varkens in de stad, want die hebben een vals beeld van de man gegeven. Het zijn mannen die de oermoeder van de natuur hebben verlaten. Alleen als de man mindert tot het punt dat hij in de wildernis is gekomen heeft hij daadwerkelijk wat te zeggen, en dit zal altijd vanuit de baarmoeder komen. Er is dus een strijd tussen het zaad van de slang, de patriarchie, en het zaad van de vrouw, van de moeder. Het speelt zich vlak voor je ogen af. Het zaad van de slang, oftewel de vrucht van de verboden boom, is het materialisme, de gulzigheid van de mens, waardoor de mens uiteindelijk zal stikken. Kijk de mens vreten en vreten en de ander vergeten. Ikke ikke ikke en de rest kan stikke, maar de mens stikt zelf. De mens heeft teveel gegeten. De mens heeft de stropdas eral voor aangetrokken. Het zijn de tekenen der tijden. God vraagt van de mens de ogen open te houden, er doorheen te prikken. De stropdas maakt het kruis bespottelijk, en de hoge hak maakt moeder wildernis bespottelijk. De hoge hak is ook niet gezond want telkens weer geeft het gezondheidsklachten bij vrouwen, die het vaak puur doen vanwege ijdelheid. Waarom zijn hoge hakken altijd en eeuwig weer verbonden aan dom zuipen ? Het zijn vrouwen die de voet niet willen verstaan, en die de natuur niet willen verstaan. Ze lopen dom te doen in de stad, weten niet eens wat het betekent, maar verbergen deze gnosis, hebben het verzegeld. Het zegel is verbroken. Waarom houden de materialisten de sleutel der kennis (gnosis in het grieks) verborgen ? Jezus sprak in Lukas 11 : 49 Daarom zegt ook de wijsheid Gods: Ik zal tot hen zenden profeten en apostelen en van hen zullen zij sommigen doden en vervolgen, 50 opdat van dit geslacht afgeëist worde het bloed van al de profeten, dat vergoten is sinds de grondvesting der wereld, 51 van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharias, die omgebracht is tussen het altaar en het tempelhuis. Ja, Ik zeg u, het zal afgeëist worden van dit geslacht. 52 Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden. Ze zijn dus dronken met het bloed van de profeten. Ze kunnen daarom ook best nog heel religieus overkomen. Dronkenschap imiteert namelijk. Denk aan de dronken hoer in het metaforische boek Openbaring. Dronkenschap is de grootste religie vandaag de dag, en in hun dronkenschap beschiet
men elkaar, totaal bezopen, en wordt er geen strijd gevoerd tegen het daadwerkelijke kwaad : het niet (willen) kennen. De posers in de stad willen niet terug naar de natuur, naar het paradijs, en willen anderen ook niet terug laten gaan. Daarom lopen ze met hun bedriegelijke stropdassen, hun opgefokte spieren en hun hoge hakken rond, rijden ze rond in hun stinkende machines met hun stinkende knalrode giftige, chemische nagellak alsof dat de norm tegenwoordig is. Volkomen verdwaasd. Omsmelten zou ik zeggen. Wat is het daadwerkelijk ? Wat is het daadwerkelijk ? Gorgelende, ronkende machines van de stad die de gnosis verdraaien. Ga er homeopathisch mee om, verdun het, verdun het, breng de hoge hakken terug tot de Jezusin opdat zij weer in de bossen kan rennen, stelt de tweede bijbel dichterlijk. Haar zoon kuste het mysterie, als een eekhoorntje die zijn eikels verzamelde voor de winter. Hoofdstuk 7. Een andere kijk op het leven krijgen Daarom is het goed om schrijvers te bestuderen, want zij beschrijven het leven en proberen er iets goeds uit te halen en het te veranderen door het oogpunt, het perspectief te veranderen. Dat gaat niet altijd goed. Ook schrijvers kunnen vastlopen, maar daarvoor zijn de lezers, om het dan toch op een andere manier te lezen en te bekijken, opdat er een andere kijk op het leven kan komen. Zo worden dan boeken die je misschien eerder wegslingerde weer heel interessant. De schrijver heeft het opgeschreven, en het is nu allemaal creatief materiaal voor de lezer. Laat de schrijver je niet bedotten, maar ga er creatief mee om. Probeer geheime deuren te vinden die de schrijver misschien niet eens had opgemerkt. De schrijver schreef het alleen maar op. Boeken zijn als kinderen. Ze moeten groeien en opgevoed worden. Zo mag je een vader of moeder van boeken zijn. Je kunt er alle kanten mee op. Een uitdaging is het bijvoorbeeld om juist naar de moeilijk opvoedbare kinderen te gaan, of naar de kinderen in de derde wereld, oftewel de boeken die niemand leest, die uitgehongerd zijn. Wil jij die boeken weer voeden met je aandacht en liefde, en ze op het juiste pad helpen ? Er zijn zoveel mooie boeken met groot potentieel die op de achtergrond zijn geraakt, of altijd op de achtergrond zijn gebleven, misschien wel totaal verloren en verlaten, verwaarloost. Ze kunnen sleutels bevatten die je nu of later nodig hebt om te overleven, en misschien wel belangrijk zijn voor het voorbestaan van de gehele mensheid. Kun je het boek ook van twee kanten lezen ? Soms door de ogen van de ogenschijnlijke schurk of vijand ? Is de schrijver wel altijd eerlijk geweest in het selecteren van de partijen, in het bestempelen van goed en kwaad, of zijn dingen soms gewoon omgedraaid ? Of bedoelde de schrijver het ook als een dualiteit, als een spiegel waar je aan twee kanten kunt staan ? Of maakte de schrijver gewoon een begin en moest de lezer het
maar oplossen ? Is de schrijver een maker van puzzels ? Of is de schrijver ook maar een verdwaalde puzzelaar die zijn weg probeert te vinden ? Hebben zij die veel geschreven hebben ook veel te zeggen, of zijn het slechts vakkenvullers ? Wat blijft er van boeken over als boeken een brug zijn over de wilde rivier van het leven. 'Hier was een woeste rivier waar je alleen maar over kon komen door over een brug gemaakt van kinderboeken te gaan. Hij ging de brug over, terwijl de woeste rivier hem probeerde te grijpen om hem van de kinderboeken brug af te sleuren. 'Nee !' riep hij uit in doodsangst. 'Oh, was ik er maar nooit aan begonnen.' Hij probeerde de kinderboeken te lezen en probeerde houvast te vinden in de woorden. Maar alles was nat, en alles lag door elkaar heen. Hij was blij als hij een heel woord kon lezen, maar vaak waren dat alleen maar losse woorden, en ook die werden weer weggespoeld.' Is dat niet wat het leven is ? We vinden allerlei fragmenten van verschillende boeken, en we begrijpen er zo niks meer van. Schrijvers proberen het weer aan elkaar te puzzelen, maar ook de lezers. Maar wat als dat niet makkelijk gaat ? Er zijn onbekende problemen, onbekende monsters, en belangrijke fragmenten ontbreken die juist bruggen behoorden te zijn tussen twee belangrijke delen, en ga zo maar door. In de stad wordt alles zo vast en dicht, en ze aanbidden hun speciale boeken en vergeten de rest. Niets dan problemen brengt het, maar daar leven ze van. Het is een markt, een boekenmarkt. En schrijvers verstenen en zo ook lezers, en sommigen proberen te vluchten tot de wildernis en verstenen halverwege. Wat een griezelig verhaal. Daarom zijn er schrijvers die een pseudoniem gebruiken, of gewoon anoniem blijven. Daarom zijn er ook schrijvers die nooit hun boeken publiceren, en die diep in het verborgene leven, en op zoek zijn naar het verborgene. Ze dragen grote geheimen. Want wie wil er nu tot steen worden in de stad ? De afgoden hebben nooit rust, en moeten in een glazen huis leven waar iedereen hun bekijkt. Zelfs hun toiletten hebben ramen. De ware schrijvers rennen en vluchten, redden wat er te redden valt. Want iets snelt achter hen aan. Het is het boekenmonster. Het boekenmonster vreet boeken, en vreet schrijvers en hun lezers. Waar is een schuilplaats tegen het boekenmonster te vinden ? Misschien moet er eens een goed boek over geschreven worden ? Of misschien vind je het verhaal slechts als je soms zo nu en dan een woordje tegenkomt, zodat het toch geheim en verborgen blijft, zodat het boekenmonster het niet kan vinden. Want het boekenmonster is op jacht naar boeken, en heeft er een neus voor. Misschien is het soms maar beter dat niet alles in boeken staat ? Of is het misschien belangrijk de kijk op boeken te veranderen ? De lezer kan veel en heeft een toversleutel. Die toversleutel is genaamd creativiteit. Maar natuurlijk is zulk toveren aan allerlei regels verbonden. Is het soms niet beter om wat afleiding te vinden ? Wat escapisme ? Maar de missie dringt, en de boog is gericht. De oorlog valt niet te ontwijken in oorlogstijd, maar er moet wel een pad komen tot een beter bestaan. En daartoe is het boek, hoe je het ook wendt of keert, daartoe is ook de schrijver en de lezer. Als je dan in de wildernis bent met je boek, en je neemt een diepe duik in het frisse boswater, kun je dan ook het boek vergeten en gaan tot de natuur waarover het spreekt, of de natuur die het verborgen houdt, en kun je daar helemaal in opgaan ?
Boek of geen boek, het is de afwisseling tussen land en zee. Het hoort bij elkaar. Daar waar het ene boek stopt gaat het verhaal in een ander boek verder. De hiaten tussen de boeken zijn interessant. Veel wordt er over geschreven, veel over gelogen. Is 'maar zie, ik schrijf slechts' dan een excuus voor de leugen ? Maar de lezer kan het weer rechtzetten, in de juiste context plaatsen. Er ligt dus een ware missie voor de lezer, en die zal dan ook onherroepelijk zijn eigen schrijver en herschrijver worden, zij het in het verborgene of meer openbaar. Maar vele valkuilen liggen er voor de lezer. Maar behoort dat niet slechts tot het verhaal ? Wat is een verhaal zonder valkuilen ? Is dan ook het verhaal een excuus voor de leugen ? Met wat lezers commentaar wordt het tot de waarheid, in de juiste context. Je moet niet … en dan volgt de leugen … dus is het als een waarschuwing, en dan is het weer de waarheid. Iemand vertelt een verhaal … Iemand ? Het leven … of een boek … een schrijver, of een lezer … of zomaar iemand … Iemand met een andere kijk op het leven … Een vreemdeling van verre, of iemand heel dichtbij die je eigenlijk nooit hebt opgemerkt … Iemand met een andere kijk op het leven, iemand die over het hek is gegaan, of altijd al aan de andere kant van het hek heeft geleefd ... Hoofdstuk 8. Calvijn in de Rinde De mens komt van moeder honger tot moeder eenzaamheid in de wildernis, wat ook de eerste en derde pilaren zijn in het calvinisme, en wat ook weer terugkomt in de zuilen van de islam. Dat is ook tegelijkertijd het recept voor de uitverkiezing, de tweede pilaar in het calvinisme, waarvan Calvijn stelt dat de mens zo een extra lijntje ontvangt naar God, of de natuur, en zo spreekt de natuur moeder in geheimenissen tot de mens. Zo komt de mens dus tot moeder obscuriteit. Dit komen we ook tegen in de zwarte driehoek van Napoleon. Een eeuwigbrandende hel voor ongelovigen ? Nee hoor. Het zal zijn zoals op aarde. Er zijn in het hiernamaals gevangenissen, psychiatrische ziekenhuizen, heropvoedings kampen en scholen, zoals nu al in de geestelijke wereld. Calvijn had net zoals velen van zijn tijd een religieus syndroom wat psychopathische vormen had gekregen in theologisch extremisme. Vandaar dat Calvijn zich nu bevindt in een reusachtig psychiatrisch ziekenhuis in de geestelijke wereld genaamd 'de Rinde.' Er is niet veel meer van Calvijn over. Sommige mensen worden in de geestelijke wereld nog wel ouder en takelen helemaal af, met alzheimer enzovoorts, totdat ze slechts een kasplantje zijn. Dat is waar religieuze syndromen naartoe kunnen leiden. Er is wel een geneesmiddel van de gnosis voor, maar sommigen willen dat niet. De zaak Calvijn ligt ingewikkeld. Hij was zwaar aan de religieuze drugs. Daardoor raakt de ziel ook ernstig beschadigd op den duur.
De calvinistische drugs ligt diep in het lichaam van de mens en kan niet zomaar geloosd worden, ook omdat er fundamentele stoffen tussenzitten. Het kan dus wel gezifd worden. Een Chinese acrobatengroep doet hun trapeze act, dodelijk gevaarlijk, zonder vangnet. Ze slagen erin en het wordt het christendom. Dan tijden later doen ze hun kunstje weer, maar ditmaal grijpt een acrobaat mis, valt naar beneden en breekt zijn nek, om vervolgens afgevoerd te worden naar de Rinde. Dit is waar het uiteindelijk eindigt voor zulke waaghalzen. Het zijn stuntmannen, en maar een klein foutje kan hen hun leven laten verliezen. Waar doen ze het eigenlijk voor, die atleten, die stuntmensen ? Is het het allemaal waard ? Het is als een drug. Het einde ervan is bekend. Er komt een punt in je leven waarop je de betrekkelijkheid van alles gaat inzien. Je kan er dan niet meer van genieten als voorheen, en gaat dan op zoek naar de vaste waarden van het leven, door het hongeren. Je kunt het oude niet vasthouden. Alles verandert, ook je gevoelens erover. De mens zal dan moeten gaan tot een nieuw leven, en tot een nieuwe manier van leven. Dat nieuwe leven is meer fragmentarisch, meer geselecteerd, en meer subtiel. In de mythologie van de Bilha wordt Irak besproken als een bondgenoot van Ismael, maar Irak werd ontvoerd door een stam van Babel. Later werd hij de vijand van Ismael. Op het hongerpad wordt de mens overweldigd en ontvoerd, zoals Irak. Het was een beeld van de opname, zoals in de Germaanse mythologie de walkuren de zielen van strijders die aan zichzelf waren gestorven opnamen van het strijdveld, als de uitverkiezing. Ook het hongerpad van Calvijn leidt hiertoe, en het hongerpad van de islam, de ramadan, als de nachtelijke overweldiging, wat het gebied is tussen slapen en waken, oftewel de tussenslaap. Dan is de mens in de wildernis tussen het slapen en dromen in. Het is dat wat de mens overweldigd vlak voor het slapen, dat wat komt in de nacht, als de mens zijn grip verliest, zijn duim wordt besneden. Dat is wat de rode nacht, of grootse nacht, de heerlijke nacht van de ramadan, daadwerkelijk is, wanneer de sluiers zijn weggeschoven, zowel de sluiers van de dag als de sluiers van de droom. Ook door de stam van Babel werd Irak toen verstoten, en hij had een gevecht met Ismael waardoor hij ook verstoten werd. Het gebeurt telkens met de mens. De mens wordt weer uit de tussenslaap gedreven tot de slaap zelf, en tot de sluiers van de droom, en dan tot de sluiers van de dag. De mens kan namelijk het directe niet aan, en daarom duiden de sluiers de tussenstappen en voorwaardes aan. Irak komt tot Rebekkah die hem haar dochter belooft waarvoor hij zeven jaar moet werken, maar dan merkt hij dat hij bedrogen is, want de dochter is al aan iemand anders geschonken. Ook wordt hij door Rebekkah verdreven, zonder antwoord te krijgen. Dan komt hij tot Areta die hem haar dochter schenkt, maar hij moest toen vluchten omdat zij twistziek was. Er zijn wat overeenkomsten met het Jakob verhaal in de bijbel, en ook neemt Irak van het rode, net zoals Ezau, wat een beeld is van de rode nacht, oftewel de tussenslaap, het heerlijkste van de ramadan, maar juist dat doet hem alles weer verliezen, en zo moet hij tot een nog diepere ramadan gaan, net zoals Ezau.
Hoofdstuk 9. De doortocht door de rode zee Ezau nam van het rode, en verloor daardoor ook zoveel, zijn sociale identiteit, grip en status. Het was als een grote besnijdenis van de duim waarmee hij de kom greep, met eenzelfde soort belading als de verboden vrucht in het paradijs. Ook toen Irak in de mythologie van de Bilha van het rode nam had dit grote gevolgen. Hij werd beladen met schuld en kwam onder God's toorn, net als toen Jezus de lijdensbeker moest leegdrinken. Toen werd Irak de wildernis ingezonden. Het rode is een beeld van de rode nacht, de grootse nacht van de ramadan, wat in principe gewoon een nachtgedeelte is, namelijk tussen waken en slapen. Het is het tijdsbestek waarin de mens loskomt van het aardse en de onderwereld ingaat. Zo komt de mens tot de diepere ramadan. Het is dus om het houvast te verliezen, de grip, als de besnijdenis van de duim, want de valse zekerheden staan de mens in de weg. Deze verliest de mens in de rode nacht, tussen waken en slapen. Dan wordt alles anders en gelden er andere wetten. Toen Irak van het rode had genomen toen verloor hij al zijn wetten. Zo komt klein duimpje, als beeld van de duim-besnijdenis, tot de reus, oftewel tot de grotere context. De mens verliest dan al zijn kortzichtigheid en bekrompenheid, al zijn betweterigheid, en moet buigen voor de hogere wetten die hem overweldigen. Waar zijn de kleinzielige wetten van de mens dan ? Daarom is boek 96 van de Koran ook zo belangrijk, want het heet de bloedklonter, als beeld van de rode nacht, de grootse nacht, waaruit de hogere mens geschapen wordt. Dit gebeurd door het onderwijs. In de rode nacht wordt de mens wedergeboren en wederopgevoed. In boek 96 van de Koran, van de bloedklonter, het rode, wordt de strijd tussen de betweterige, zelfgenoegzame mens en God beschreven. God zal die mens bij de leugenachtige, zondige voorlok grijpen. Het denken van de mens moet besneden worden. De mens moet gescalpeerd worden, naar de kapper. Om aan zo'n mens te ontkomen moet de eenling zich ter aarde werpen en tot God naderen, stelt de Koran aan het einde van boek 96. De mens moet terugkeren tot de rode nacht, de grootse nacht. Dat is een natuurverschijnsel wat op het hongerpad plaatsvindt, aan het kruis. Het is iets wat plaatsvindt tussen Simson en Delilah, een overweldiging. Toen de Israelieten tot de rode zee gingen was dit een beeld van het rode en van de rode nacht, de tussenslaap. Zo kwamen ze tot een andere werkelijkheid, een ander patroon. De mensen om ons heen zijn vaak geen personen, maar patronen, en dat is waar het ook om gaat. Wij zijn in diepte geen personen, maar patronen, van de natuur, die zich dan natuurlijk wel weer kunnen
personificeren. Het bewustzijn overdag en in dromen is versluierd en vaak vals, als reclames van de vijand. De mens zit vast. De natuur kan dit verstoren, met name door de rode nacht, de tussenslaap, waarin de mens elke grip op de valse werkelijkheid en valse zekerheden verliest. Het is het belangrijkste gedeelte van de nacht. Betrekkelijk is het maar kort voor de mens die gevangen zit in de stad, maar het is een teken van de natuur, dat de natuur toch zal overwinnen. De mens moet terugkeren tot de rode nacht, tot het rode, de grootse nacht. Daartoe was de ramadan opgezet, het hongerpad. Daarom moesten Ezau en Irak van het rode nemen, en moest Israel tot de rode zee gaan. Toen Irak van het rode nam, in de Bilha, werden alle valse wetten van het ego verwoest en ontheiligd. Ook nam hij daar moedermelk bij. Hij ontving toen een nieuwe naam en een nieuwe taal. Vannacht had ik een droom dat buitenaardsen van de rode nacht waren gekomen. Ze mengden zich heel subtiel in de stadse werkelijkheid, en alles was ineens veel ruimer. Ze brachten nieuwe items en nieuw voedsel tot de winkels, en het betaal systeem werd anders. Er waren hele lange rijen in de winkels voor de kassa's. Het liep door de hele winkel heen. Het ging dus om een vermenging van producten, dus de producten waren niet ineens volkomen zuiver. Het was nog steeds te zoet, maar minder. Alle producten van de stad waren geestelijk gezien zoet, ook al zat er bijna of geen suiker in. Dat ligt er gewoon ingecodeerd in, in de vibratie van de stad. Alles is zoeter dan het moet wezen, en het is gif, ook bijvoorbeeld moedermelk. Maar de buitenaardsen van de rode nacht konden dat voor de helft terugbrengen. Het gaat dus stapsgewijs. De mens moet naderen tot de rode nacht. Ik dronk wat sappen, fruit, en ook melk, en het was smerig, maar minder smerig dan het was, en het werd allemaal ruimer, zowel in mijn hoofd als om mij heen. De mens wordt door een overbewustzijn in de stad vastgehouden. Dit is een hypnotisch groepsbewustzijn. Het is niet echt. Het is een parasiet, een kwal die zich vast heeft gezogen in het hoofd van de mens, en met zijn tentakels aan andere mensen is verbonden. Hij voedt de hoofden van de mens met gif, verbonden aan een moederkwal. Hij geeft de mensen verschillend voedsel, zodat ze elkaar in de haren vliegen, en daar voedt de kwal zich weer mee. Allemaal door overbewustzijn. De rode nacht moet het overbewustzijn dus weer reduceren. Het is groeps-hypnose door valse zekerheden. De mens denkt dat wat hij denkt dat dat de waarheid is, en vaak denkt hij dat anderen het ook denken, alsof het de collectieve waarheid is. Dat is wat het overbewustzijn doet. Het maakt de mens krankzinnig. Iedereen bewaakt elkaar, en iedereen denkt dat hij door de ander wordt bewaakt. De Bilha stelt dat de mens slechts metaforen is, natuurprocessen, en dat het bewustzijn groot bedrog is. Er is een valse schepper aan de gang geweest. Daarom zal de rode nacht het ontwustzijn brengen. De mens is overbewust, overzeker, totaal verdwaasd. In de rode nacht staat de mens oog in oog met de natuur, en zal alles weer in balans komen. De ware mens zit slechts tussen mensen in, stelt de Bilha, als boodschappen van de natuur. De lagere, gevallen mensheid zal vergaan, en dan zal er iets anders zijn. De ware mens is slechts een verhaal. Men is in de stad overpersoonlijk, en dat moet weer gereduceerd worden tot meer natuurlijke vormen, terug tot de patronen. Door het overbewustzijn is er ook het overpuzzelen, waarin men met de verkeerde puzzels bezig gaat. Daarom brengt de rode nacht ook puzzel logistiek, waarin met de juiste puzzels bezig gegaan zal worden.
Hoofdstuk 10. Van Nietzsche terug tot Schopenhauer – de verzoeking op zee en in de woestijn De wonden door een vriend geslagen zijn oprecht gemeend, maar overvloedig zijn de kussen van de vijand - Spr. 27:5-7 De wereld om ons heen is de wil, en de diepere wereld is de kennis, waarvan de wil een verdraaiing is. Als de kennis niet genoeg verdiept is, neemt de wil weer over, en de wil is altijd weer in strijd met de wil van anderen. Het gaat niet zomaar om kennis te hebben om aan de wil te ontkomen, want er moet daadwerkelijke kern-kennis zijn, doelmatige kennis, de teleologie (telos, doel en logos, leer, leer der doelen), wat ook Aristoteliaanse filosofie is. De kennis mag nooit het doel uit het oog verliezen, anders wordt het pseudo kennis. Vandaar dat de gnosis gericht is op de telos. Zonder telos kan de mens niets doen. Het is als het verborgen manna. Het is de belasting van de hemel, om de valse banden van de wil door te snijden. De telos is een oproep aan de mens. Hebt gij doel in uw leven ? Waar leeft gij voor ? Als er geen telos is dan is uw wil niks waard, als er geen doel is dan is uw kennis niks waard. Dan is er geen ware gnosis. Daarom moet de mens zijn prioriteiten op orde krijgen. De telos is een medicijn in de kern van de gnosis. Het is een onderdeel van ons immuun systeem. Zonder telos, doel, zijn wij al levende dood. Laten we dit op een rijtje krijgen. Dit zijn dus allemaal griekse woorden. Belangrijke woorden. Daarover gaat de teleologie. Krijg je doelen op orde. Het is een middel om het gif uit ons leven te lozen, een middel ter ontgiftiging dus. Telos, doel, is een dieper monetair geestelijk systeem, wat dus een belangrijk wapen is in de strijd tegen mammon, de boze wil van het materialisme. Telos sloeg Jakob op Pniel zodat hij overwon. Wij worden geslagen opdat wij de boze kunnen verslaan. De liefde is zeer bruut. De liefde is doelgerichte kennis, de telos. Als we het boek Spreuken lezen dan spaart de moeder haar jammerende zoon niet, want zij moet hem beschermen tegen het zielsverwoestende materialisme, zijn wil. Zo wordt de mens ingewijd in de kennis. De wonden door een vriend geslagen zijn oprecht gemeend, maar overvloedig zijn de kussen van de vijand, stelt het boek Spreuken. Hebben wij wel in de gaten wat de overmatige verwennerijen in het westen zijn ? Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde, stelt Spreuken, en een verzadigd mens vertreedt honingzeem, maar voor een hongerige is al het bittere zoet. Bloedige striemen zuiveren het hart uit. Hebben wij al deel aan deze bloedige striemen, of hebben wij de
honger en het kruis verworpen en in de steek gelaten om zo welwillend bedonderd te worden door de hevig kakelende mammon van het westen, honigzeem vertredende ? Jakob werd geslagen door het hemelse doel en was zo gevoelig voor de rest van zijn leven, om zo de mammon te verslaan. Alleen zo zijn wij bewapend, als we eerst het wapen zelf voelen. Zo werd Jakob een ander mens. We kunnen dan naar de bank gaan op aarde, maar zijn we al bij de telos geweest, de hemelse bank ? Hebben wij wel gespaard, of hebben we alles zielloos en doelloos lopen verspillen ? Daartoe wil de telos ons besparen, en daarom zegt de telos soms : nee. De raaf komt ons hierin tegemoet, zoals de raaf de hongerende Elia tegemoet kwam, om ons zo uit het rijk van de mammon te leiden. Zodat de bloedbanden die wij hebben in de geslachten van mammon verbroken worden en wij deel hebben aan de bloedlijnen van de hemelse stammen. Dat is een belangrijke uittocht, een belangrijke exodus. De raaf gaat ons voor. Geld regeert op aarde, maar telos regeert in de hemel, als hemels geld. De telos kan ons rijk maken in alle dingen, en dat is een hele andere rijkdom dan aardse rijkdom. Waar het om gaat is een doel rijk leven te hebben. Leef er dus niet zomaar op los. Alleen door de honger en het kruis kunnen we waarlijk rijk worden, waarin al het bittere zoet is, oftewel we het bittere kunnen leren waarderen. Dat is het juk van Abraham. Ja, telos doet pijn, maar het draagt een boodschap, het draagt een doel, het draagt gevoeligheid. Dat is wat de mens nodig heeft : richting. En dat heeft een bepaalde prijs, en brengt een bepaalde belasting. De telos is de kern-kennis, maar de wil van de mens, oftewel de wil van mammon wil ons daar voorbij aan laten schieten. Daarom richtte in de jaren 1800 Nietzsche zijn filosofisch systeem van nihilisme naar het aardse toe op, en leidde de mens op een hoger pad. Eén van zijn leermeesters was de filosoof Schopenhauer, en een ander was Napoleon. Hij slikte hun filosofie niet voor zoete koek, maar gebruikte het kritisch op zijn eigen pad. Schopenhauer ontblootte het gevaar van de wil die zich boven de kennis had geplaatst in protszucht, gierigheid en hebzucht, vraatzucht ook, en de wil moest uitgeschakeld worden. De wil van de mens had deze bedriegelijke wereld geschapen van oneindige wreedheid en oneindig leed. Het had geen doel. Alles was zinloos. Daarom moest het uitgeschakeld worden. Vandaar dat Nietzsche een belangrijk fundament zag in Schopenhauer, die ook een Duitser was. De wil was slechts vormen, geen waarden. De wil was volkomen blind. Er was een veel hoger leven. De aarde was slechts een zinloze wilsmatigheid. Was dit de reden waarom Jakob een ladder zag tot de hemel ? Daarom riep Schopenhauer op tot wilsverloochening, zoals Jezus opriep tot zelfverloochening. Daarom riep Schopenhauer ook op tot ascese, sobere zelfbeheersing, zoals Jezus dit ook deed, en andere profeten uit de Israelitische mythologie, die oorspronkelijk uit de Egyptische filosofie kwamen. Altijd weer laat de natuur een waarschuwend geluid horen, ter opvoeding van de mens, om de mens te beproeven. Telkens weer. Schopenhauer ging voor het shock effect, de tragedie, omdat dat het enige was wat de mens wakker zou kunnen schudden en bevrijden. De mens moest met de neus op de feiten gedrukt worden, anders was er geen hoop meer voor de mens. De wil van de mens zou uiteindelijk de mens totaal vernietigen. Schopenhauer stelde dat zachte heelmeesters stinkende wonden maakten. De wil is dus een illusie, een voorstelling, en dat is wat we om ons heenzien. Daarom moeten we dieper kijken, door dingen heenprikken. Als je allerlei dingen wil dan ga je eraan. Het gaat om het kennen, en om de doelen, de telos, en dan zul je leven. Dat is dan een leven van restricties, maar het is als een moeder die haar kind beveiligd. Plato stelde dat de mens in een droom leeft, en dat alleen de filosofen wakker willen blijven. Daarom is de utopie van Plato ook een utopie van filosofen. Deze mocht ook nooit bepaald worden door democratie, omdat de meerderheid van de mens de
filosofie haat, maar zou bepaald moeten worden door de hogere filosofie, en door een hogere aristocratie van filosofen die blijven pionieren. Stilstaan is hierin de ondergang. Een ware filosoof leert altijd door, en blijft verdiepen. De wil van de mens groeit altijd vast op een bepaald punt. Daarom moet de wil uitgeschakeld worden. Daarom is het ook : Niet mijn wil geschiede, maar Uw wil, d.w.z. de hogere natuurkennis, de telos. Wat als we ineens wakker worden en alles blijkt maar een droom geweest te zijn. Hebben we dan niet onze tijd verspild ? Tijdverspilling hoort bij het materialisme. Het is het bouwen van luchtkastelen, en als de mens dan wakker wordt, dan is alles weg. Het was slechts niets. Het is als water naar de zee dragen, of een bodemloze put proberen te dichten zoals in de Griekse mythologie. Het is absurd. Maar dat is een eigenschap van de wil van de mens : zinloze gejaagde wilsmatigheid, allemaal tijdverspilling en energie verspilling. Straks is het allemaal weer weg, en wat dan ? Wat heb je dan bereikt ? Waar is het allemaal goed voor geweest ? Het is allemaal theater. Het laat dus zien hoe het niet moet. Het is slechts een waarschuwing. Hebben wij het door dat wij op de proef worden gesteld ? We worden allemaal door deze waanvoorstellingen verzocht in de woestijn. De mensen links en rechts om je heen zie je erin springen, erin tuinen, ook al noemen ze henzelf je familie. Wat zijn familie banden waard ? Jezus zei : Alleen zij die de hemelse wil doen zijn familie. Aardse familie banden zeggen dus niets en zijn waardeloos, zoals God ook geen kleinkinderen heeft. Je bent familie als je doel-kennis hebt, telos. En zulke familie moet je zoeken met een lampje. Zulke familie ligt niet voor het oprapen. Veel zogenaamde familie is allemaal een product van de wil van de mens, ziekelijke wilsmatigheid, als een sexueel overdraagbare ziekte, ja, als een miskraam. Ben je familie van de kennis of van de wil ? Dat is een groot verschil. Schopenhauer stelde dat er een hoger verstand was die de ware relaties en verbanden kon herkennen, een ingebouwd natuurverstand, wat ingegaan kon worden als de mens maar zijn wil zou verloochenen. Voor wie kies je ? Wil of kennis ? De wil protst en wil roem, en beruchtheid in het opleggen van de eigen wil op de ander, maar de kennis is vaak anoniem en verborgen. Wil ligt voor het oprapen, maar kennis is zeldzaam. De mens moet er de stad voor achterlaten om terug te gaan naar de natuur. Schopenhauer noemde dit scherpzinnigheid en doorzicht, en het had een hoge prijs die menig mens niet wil betalen. Dit natuurverstand is een speurder, stelt Schopenhauer. Gebrek aan dit verstand is domheid. En dat is tegelijkertijd de ziekte waaraan de wilszuchtige mensheid lijdt, als een gevolg van hebzucht en vraatzucht dus. Schopenhauer stelt dat het een bepaalde botheid is, een lompheid, een onvermogen tot verfijnde herkenning van oorzaak en gevolg. De mens ziet de lijnen niet meer, maar grijpt zomaar alles wat los en vast zit, allemaal vanwege de wil. Deze wil is ongetoetst. Dat het een wil is, een begeerte, is voor de mens bewijs genoeg. Allemaal cirkel redenaties dus. 'Ik wil het, dus moet ik het, dus is het goed, dus gebeurt het zo, en daarmee uit.' De mens is nog nooit volwassen geworden, gedraagd zich als een klein kind. De mens moet dus heropgevoed worden. Het moet een kind ingeprent worden dat waarde belangrijker is dan wil. Al van jongsaf aan moet het kind leren hoe gevaarlijk de wil is, opdat het kind een goed zintuig ertegen kan ontwikkelen, om zo te kunnen overleven in deze gevaarlijke wereld met zoveel wilszuchtige roofdieren en systemen. Wie geeft er tegenwoordig nog om een kind ? Schopenhauer stelt dat er in de diepte weer medelijden is, en verzoening, een diepere eenheid die zich zo uitdrukt. Een dom mens heeft volgens Schopenhauer ook geen zintuig om complotten te onderkennen, laat zich dus heel eenvoudig manipuleren en intimideren. Een dom mens doorziet niet dat mensen en systemen die ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar schijnen te werken toch een eenheid kunnen vormen in de vernietiging van de mens. Schopenhauer stelt dat de wil zo'n verstandsverlammende
werking op de mens heeft en de mens tot waanzin leidt. De wilszuchtige mens loopt vrolijk achter de muziek aan, zonder een idee te hebben van optische illusies. Als de wil het verstand van de mens leidt dan is zo'n mens niet open en niet voor daadwerkelijke rede vatbaar. Schopenhauer stelt dat een wilszuchtige allerlei belangrijke regels van de natuur overslaat, en hij vergelijkt zo een materialist met iemand die met zijn paard te water is geraakt, en dan zich met paard en al uit het water probeert te trekken simpel door aan de staart van het paard te trekken. Schopenhauer noemt het een staat van krankzinnigheid, maar dat laat goed zien hoe absurd het wilsmatige materialisme is. Hoe absurd zijn de mensen om ons heen. Je moet er niet te lang naar kijken. Trek verder als je je les hebt geleerd, want dat is het leven niet. Het is puur theater. Hij had dat stukje gehaald uit de Baron van Munchhausen, een boek uit de jaren 1700. In de natuurwetenschap is de materie dus een probleem, maar het is om de mens te testen. De materie moet de tegenwerkende kracht zijn, opdat de mens op zoek zal gaan naar grond, fundament, aarde. Hiertoe moet de mens dus telkens in het water geworpen worden, maar een techniek zoals van de baron van Munchhausen zal de mens niet baten. De mens moet hierin zien te overleven door een filosofisch schip te bouwen, net zoals Noach deed. Juist is de materie tegelijkertijd een restrictie wat er voor zorgt dat de mens richting zal vinden. Kan de mens werken met dit medicijn ? De mens moet het instrument leren kennen en leren gebruiken. Overdaad schaadt. Dat is de verzoeking in de woestijn, zoals Jezus ook door de duivel in de woestijn werd verzocht in de christelijke mythologie. Schopenhauer en Nietzsche werken deze mythes verder uit, verduidelijken ze. Het zijn metaforen die bruikbaar waren in de Duitse filosofie om te ontwaken uit de kerkelijke nachtmerrie. Duitsland droeg het medicijn, het medicijn wat later misbruikt en verdraaid zou worden door de nazi's. Vandaar : van Nietzsche terug tot Schopenhauer, zijn fundament (naast Napoleon). Schopenhauer was meer van het eerste deel van de jaren 1800, en Nietzsche van het laatste deel. Ook op zee wordt de mens verzocht door de drogredenen van de wilsmatige mensheid. Het is niet eenvoudig je schip te bouwen en te handhaven. Maar Schopenhauer was de Noach van de Duitse filosofie in de jaren 1800, en Nietzsche bouwde daar op voort. Beiden lieten een duidelijk waarschuwend geluid horen : het schip van de mensheid was gegrepen door een allesverwoestende draaikolk van illusies. De mens moest en zou de confrontatie met dit monster aangaan. Dat zou de eerste stap zijn. Alleen de nachtmerrie zou de mens wakker kunnen rukken op het schip. Daarom moest de mens getraumatiseerd worden door deze vreemde, absurde en zinloze wereld, opdat de mens uiteindelijk doel zou vinden, telos. Schopenhauer hield dit raadsel in zijn hand. Er lag een noodzakelijkheid aan te gronde. Schopenhauer riep de mens niet op om religieus te worden, maar om filosofie te studeren, om zo niet gerekend te worden tot de onnozele en bekrompen massa's. Schopenhauer deed dus een beroep op het slapende intellect in de mens, als poging om het te doen ontwaken. Hij noemde zijn tijd, de jaren 1800, de eeuw van de filosofie. Hier werden belangrijke fundamenten gelegd. Hebben wij dit evangelie verstaan ? Het was hard nodig in die tijd, en nog wel meer vandaag de dag. Hij riep de mensheid op om nauwkeuriger te worden, wat geboorte zou geven aan conclusies vol van noodzakelijke natuurdwang. Hij sprak dat er een rijpheid komende was die geoogst zou worden, net zoals Noach op zijn schip kwam tot een wijngaard na de zondvloed. Schopenhauer zag nieuw land in de verte. Hij was een visionair voor zijn tijd. Alles was volgens hem vastgelegd in abstracties, en de mensheid moest het nog vertalen. Het was er al, maar de mens zag het nog niet, was nog niet ontwaakt.
Hoofdstuk 11. Schopenhauer en het beest van de wilszucht Schopenhauer stelde dat de mens die voor kennis kiest in plaats van wil dan ook tegelijkertijd heel voorzichtig is, aarzelend, want dat is een eigenschap van de kennis, opdat er een verfijning plaatsvind waarin alle benodigde elementen van de kennis zichtbaar worden. Je moet dus wel langs dingen heen gaan kijken zo, naar het onzichtbare, het verdrukte. Hij stelde : Kijk maar eens om je heen, dan zie je allemaal onderontwikkelde mensen die alles heel snel kunnen doen (bijvoorbeeld atleten) en alles heel snel voor elkaar krijgen, maar wat heb je dan ? Als je allerlei belangrijke denkstappen hebt overgeslagen ? Zo steelt de mens de roem als ratten door de filosofie te verachten. Schopenhauer was woedend, staande op zijn schip. Hij zag de mensen om zich heen geestelijk zelfmoord plegen opdat ze snel materialistisch zouden kunnen leven, in een illusie, voortgedreven door een overhaaste, ziekelijk hysterische wil. 'Ik wil dit, ik wil dat, en ik wil het nu, en die wil aan anderen opleggen,' denkt de wilsmatige mens. Waar moet het heen ? vroeg Schopenhauer zich af. 'Nou, die heeft alles snel voor elkaar gekregen zeg, die heeft goed carriere gemaakt,' denkt dan de wilszuchtige mens over andere wilszuchtige mensen. Ze steken elkaar allemaal veren in de reet. Maar nee, het is een leugen. Het zijn gestolen goederen. Het is gesjoemel. Schopenhauer was als een woedende Noach, hard werkend aan zijn schip, want de zondvloed zou komen. Mensen zonder remmen, je moest ermee oppassen, stelde Schopenhauer. Ze hakken zo je hoofd eraf om ermee weg te rennen. Je bent zo de klos, want ze willen van alles, en dan krijgen ze je eronder. Het was dus hoogspannings gevaar. Die mens had veel te veel tot zich getrokken, en stond daar maar te protsen. 'Kijk naar mij, kijk naar mij.' Daarom was Schopenhauer pessimistisch, om zichzelf tegen dat soort types te beschermen. Hij deed niet mee met het valse optimisme van de onoplettende mensheid om zich heen. Daarom stond hij alleen, en daarom werd hij een belangrijk fundament in de filosofie van Nietzsche die net na hem kwam, allemaal in de jaren 1800. Op dat pad was de wil dus een gevaarlijke vijand, en de wil die rebelleerde naar de kennis had een heel leger van naïvelingen opgericht om de natuurkennis aan te vallen. Dit is een gebrek aan oordeelsvermogen, stelde Schopenhauer, als de definitie van naïviteit. De wil oordeelt dus heel snel, ook al vliegt het uit de bocht, terwijl de kennis juist heel voorzichtig oordeelt, omdat er zoveel fijne nuances zijn in de werkelijkheid. De kennis remt altijd weer af, en bouwt zo het diepere natuurvermogen van getoetst oordelen, en het oordeel begint altijd bij het zelf, wat ook een christelijke stelling is, maar waarvan de kerk is afgeweken. Als je heel diep in jezelf gaat kom je
uiteindelijk ook weer bij de ander terecht, maar dan op de juiste manier, als het spannen van een boog. Je kan je niet voor altijd alleen maar terugtrekken met jezelf, want op een gegeven moment is de maximale spanning van de boog bereikt en kan het niet verder naar achteren gestrekt worden, en dan schiet de pijl, recht op zijn doel af. Zo oordeelt de natuur, vanuit de diepere kern-kennis, vanuit de wilsverloochening. Maar met oordeelsvermogen heeft Schopenhauer het ook over het onderscheidingsvermogen. De mens moet leren tussen dingen door te kijken, achter dingen te kijken. De mens moest de werkelijkheid niet kapotmaken door de krachten van de wil er op los te laten. De wil verdraait alles, maakt van alles een rotzooi. De wil wil alles snel en niet diep, dus is er een overhaaste pseudo realiteit van de ratten, een illusie, een valse droom. De mens moet dus eerst weer vertragen om terug te keren tot de natuurkennis. Schopenhauer kwam tot de conclusie dat rovers het orgaan van kennis uit de mens hadden geamputeerd en wil ervoor in de plaats hadden ingespoten. Zo werd de mens geestelijk zwaar invalide. De wilszuchtige mens vierde dit als een overwinning over de kennis. De mens verkoos theater boven de natuur, oftewel een nabootsing, en raakte zo zijn benen kwijt. De mens liep liever op krukken. De mens houdt van schijn en bedrog, stelde Schopenhauer. Altijd maar weer worden er willekeurige gegevens verschaft aan de mens, en de rest wordt achtergehouden. Schopenhauer kreeg in de gaten dat de waarheid altijd door een achterdeur naar binnen kwam als bijkomstig gevolg van een bijzaak, van een misvatting. Zij die met doelen bezig zijn en bewijsvorming komen altijd bij die deur uit, omdat alle andere deuren gesloten worden. Maar de wilszuchtige mens schiet langs het doel heen en vliegt overboord. De mens was bedrogen door de zintuigen, maar er lag dus iets diepers in de mens te slapen wat moest ontwaken. Aristoteles stelde dat de kennis die ons tegelijkertijd zegt dat iets is en waarom iets is is veel genuanceerder en uitmuntender dan de kennis die het dat en het waarom van elkaar gescheiden leert. De wil draagt nooit verantwoordelijkheid, en legt het waarom niet uit, rafelt alles af, en houdt het bij het dat. Schopenhauer stelt dat het dat en het waarom moet samenvallen. Dat is wat de ware kennis doet. Het is mentale marteling dat de wil van de mens het dat oplegt aan de mens, zonder het waarom uit te leggen. Schopenhauer ging zo demonstratief op dit belangrijke Aristoteliaanse fundament staan, waarop hij zijn schip bouwde. Je moet dat wat je zegt kunnen onderbouwen, anders kun je beter je mond dichthouden. Vaak in mijn leven heb ik aan mensen gevraagd die mij een oor probeerden aan te naaien : Kun je dat eens wat helderder uitleggen en onderbouwen. Vaak werd het dan geheel stil, want ziet u : zij werden voortgedreven door hun eigen wil, niet door daadwerkelijke getoetste kennis van zaken. Dit is overigens wat bij anderen het bloed onder de nagels weghaalt. Zulke mensen staan in machtsposities, en wensen geen tegenspraak. Het zijn geen ware onderwijzers, maar dictators. Heel veel dictators verschuilen zich achter het woord familie of beroepsmatigheid, alsof daarmee alles gezegd is. Of ze verschuilen zich achter een meerderheid, wat dus allemaal drogredenen zijn. Schopenhauer stond recht voor dit meerkoppige beest van wilszucht, wat zich in allerlei bochten probeerde te wringen om maar op Schopenhauer's schip te kunnen komen en het over te nemen. Dit beest tikt, maar houdt zich verder stil. Het wil alleen maar. Pas op voor de willers die niet onderwijzen. Ze geven je niets mee, alleen maar hun wil. Ook aan mensen die alleen maar vriendelijk doen hebben we niks. Het zijn de overvloedige kussen van de vijand waar Spreuken
tegen waarschuwt. Het gaat om de onderwijzers, en dit moet uitvoerig zijn, gegrond, anders gaat er gesjoemeld worden. Er zijn een heleboel halfgebakken onderwijzers die na kantoor-uren niet meer bereikbaar zijn. De wil heeft zijn eigen onderwijssysteem wat je kunt herkennen aan zijn kortafheid en bekrompenheid. En je moet er nog zwaar voor betalen ook, en het maakt jou en je kinderen tot slaaf, slaaf van het beest. Je kunt van dat onderwijssysteem niet veel verwachten. Je wordt gewoon misleid met drogredenen die kant nog wal raken, en zo krijg je in principe niet veel mee. Ze willen gewoon voor een dubbeltje op de eerste rang. Ze leveren je prutswerk en je moet er nog zwaar voor betalen ook. Je hele leven maken ze kapot, en dan willen ze ook nog dat je hun dankbaarheid toont. Het is één van de grootste gevechten in de geschiedenis geweest, Schopenhauer tegen dit beest. Al krijsend probeerde dit beest Schopenhauer's werk te vernietigen. In het begin kreeg Schopenhauer dan ook geen poot aan de grond. De mensheid wilde het werk van Schopenhauer niet, want dat zou het einde betekenen van de wil van de mens. De mens wilde het Duitse evangelie van de filosofie niet. De mens was vies van wilsverloochening. Nee, de mens wilde vreten en dik worden op hun droesem, grote spierballen : 'Kijk, hoe ik me volgevreten heb, kijk hoe ik mijn vraatzucht gewoon door mijn lichaam kan bewegen, kijk, kijk, hoe grappig dat is, kijk hoe ik mijn buikspieren kan laten rollen als vetkwabben. Vinden jullie dat niet vrolijk ? Vinden jullie dat niet leuk ? Kijk hoe ik mezelf de vernietiging in vreet, en hoe ik in snelle auto's de bocht uitvlieg om het menselijke geslacht totaal te vernietigen. Dat is toch leuk ? Kijk hoe ik geestelijk en filosofisch snel met pensioen ga, al op achtjarige leeftijd, en hoe ik met oma sloffen door de stad sjouw, joint half uit de bek hangende. Is toch leuk ? Lekker roken, lekker mijn longen verkankeren, dan ben ik snel weg, hebben de kinderen een leuke erfenis, en kunnen dan ook lekker snel met pensioen, bla bla bla.' Mensen, te walgelijk voor woorden, maar dat is het beest van de wilszucht. Het is een beest, een monster, een zee gedrocht, en het was vastbesloten het filosofische schip van Schopenhauer in de zeedieptes te trekken. Je ziet het beest in de stad, op de reclame posters, jonge dames al op vroege leeftijd met de oma knotjes, en ga zo maar door. Het is de kanker die de stad heeft ingenomen. Te walgelijk voor woorden, en Schopenhauer heeft het zo verfijnd mogelijk beschreven. De mensheid was al in de klauwen van dit beest. Wie zou er op Schopenhauer's schip komen, die gezonden was als een Duitse Noach tegen het opkomende materialisme in het westen. Wie oh wie ? Je kan allemaal zo goed weten hoe dit en dat moet, maar weet je ook waarom ? Weet je ook wat er gaande is achter de schermen, welke afspraken ze hebben gemaakt met elkaar om het menselijke ras te bedonderen ? Het menselijke ras is al lang geleden verkocht !! Ja, Schopenhauer was een grote spelbreker, want hij stond op zijn schip daar als een Noach te schelden, preken van donder en vuur. Wat was die Schopenhauer woedend op dit beest, want hij had medelijden met zijn bedrogen medemens. In de diepte voelde hij dat er nog steeds een eenheid was, een verzoening, en daartoe streed hij. Hij had nog daadwerkelijke zorg voor de mens, terwijl er zoveel geindustrialiseerde pseudo zorg al begon op te rijzen in het systeem van het wilszuchtige beest van de zee, waar Napoleon ook tegen waarschuwde. Dit beest deinsde niet terug om mensen te martelen, al was het alleen maar om info los te trekken. Napoleon wilde de mensenmarteling afschaffen. In die dagen werd dat vaak allemaal nog als heel normaal gezien, om mensen te martelen om informatie los te weken of ze te doen bekeren tot een bepaalde groep of gedachte. Vandaar dat Nietzsche hem naast Schopenhauer als één van zijn leermeesters achtte. Vandaag de dag wordt de mens nog steeds gemarteld, erger dan ooit tevoren, ook mentaal, vanwege het onderwijs dat achtergehouden wordt,
het waarom. De mens wordt van alles opgedragen : dit moet, dat moet, maar er wordt geen reden voor gegeven, het waarom wordt niet uitgelegd. De mens is nog steeds in gevecht met het wilszuchtige zeemonster, en hierin heeft de mens Schopenhauer nodig die belangrijke filosofische fundamenten legde als geestelijk architect voor de mensheid. Vandaar dat dan de woorden : 'Eert uw vader en uw moeder' weer betekenis krijgen, 'opdat uw dagen verlengt worden.' Dat gaat om de ware geestelijke oorsprongen van de natuur die uit de grond opgespoten zijn. Waarom zouden wij zulke levensbelangrijke en noodzakelijke waterbronnen dempen ? Schopenhauer is zo'n bron. Het katholieke evangelie had de mens onder terreur-dictatuur gesteld waarin het geloof als excuus werd gebruikt om mensen te martelen en te onderdrukken, te onderwerpen aan het kerkelijke gezag, en het protestantse evangelie ging daar rustig mee door. Er moest daarom wel een nieuw en verdiept evangelie komen, en dat was het Duitse evangelie. Er stonden voortdurend in Duitsland filosofen op die een nieuw systeem hadden bedacht om het kerkelijke systeem te temperen. De wil gebruikt geloof om zichzelf te bevredigen, maar kennis gebruikt onderwijs en filosofie om de mens los te snijden van al te gemakkelijke zelfbevrediging die op zich doelloos is. De mens moet stoppen het beest te dienen en te bevredigen. Dit was geen gemakkelijke opgave voor de mens. Daarom zond God filosofen. Ditmaal kwam er een Duits evangelie, en die gooide niet zomaar het Israelitische evangelie overboord, maar verdiepte het, en dat is ook de uitdaging voor iedere prediker vandaag de dag. Het Duitse evangelie is het verdiepte evangelie. Dat wordt de Duitse verlichting genoemd, of het Duitse idealisme. Het geeft doel en richting aan het evangelie. Het brengt telos. Na Luther was het dus nog niet klaar. Er moesten meerdere reformaties komen. In Duitsland was er een filosofische reformatie. De mens moest het bedrog van het materialisme overwinnen, en daar stonden filosofische evangelisten voor op in Duitsland, na het kerkelijke tijdperk, en zij werden de filosofische voorvaders. Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden, oftewel verdiept. Schopenhauer stelt dat de mens moet oppassen met vertrouwen, met het bekende, met gewenningen, want voor de filosofie is alles even vreemd en problematisch, met potentieel gevaar. Vertrouwen zou de mens doen indutten, het bekende, het 'oh ja, dat ken ik'. Neen. Je kent het niet. Het is vreemd. En pas er maar mee op. Ik had een droom van een klein donker mannetje in het bos, dik, met een lichtgroen lichtblauwe monnikenpij aan. Hij danste bij een grote dennenboom waarin een grote vogel zat, om het te lokken. Hij had voer bij zich om de vogel te lokken. 'Kom maar, kom maar,' zei het mannetje, en veranderde toen in een omaatje met een knotje, een verwennend omaatje. Hij probeerde het vertrouwen te winnen van de vogel, die uiteindelijk kwam, maar toen was het mannetje weer in een monnikje veranderd, en greep direct de vogel bij de nek en liep ermee weg. Ergens in het bos kwam hij toen met de vogel aan bij zijn hol en ging toen over een laddertje naar beneden. Het mannetje begon met zijn hoofd te schudden, en schudde allerlei andere hoofden die hij had van zich af, en begon het van hem los te trekken, en toen begon hij ook lichamen uit hem te trekken, totdat hij een heel dun mannetje was geworden, nog steeds in die monnikenpij. Hij lokte dus wezens met vertrouwen en maakte ze zo als een deel van hem. Het was de geest van vertrouwen, een groot bedrog. Hij wrong zich in allerlei bochten, kon in van alles en nog wat veranderen, om andere wezens te strikken en deel te maken van zijn lichaam. Dat is wat wilszucht doet. Wij moeten niet vertrouwen, maar toetsen. Elke nieuw gevonden waarheid is ook weer een nieuw probleem, omdat het verkeerd gebruikt kan worden. De mens moet dus altijd voorzichtig blijven wat het ook is. Het is en blijft het vreemde en potentieel gevaarlijk. Elk nieuw gebied heeft zijn eigen valkuilen. Wees daarom op je hoede. Zelfs als er een nieuwe waarheid op je afkomt kun
je het nog verkeerd interpreteren. Daarom was Schopenhauer pessimistisch. In plaats van zomaar te vertrouwen moest de mens op zoek gaan naar de hogere contexten die antwoorden zouden geven, maar dan nog moest je op je hoede zijn. Je mocht niet blijven steken, maar je moest dan verder gaan naar de nog hogere contexten. Op de lagere aardes stond alles op zichzelf, maar in de hogere contexten zou alles meer op zijn plaats vallen, als op de Jakobs ladder. Het was dus een pionierend pessimisme die niet zomaar genoegen nam met het eerste het beste. De wereld bestond dus uit losgeslagen delen die waren verwilderd, en daarom was het zo'n zootje. De kunst zou het weer tezamen moeten brengen, en dan zou alles nieuwe richting krijgen. Daardoor zou de keten van de wil gebroken worden, wat ook weer onderdeel is van de Egyptische metaforische filosofie, waarin de krokodil de verstrooide delen van Osiris weer bij elkaar moest terugbrengen (met hulp van Isis en Nephthys). Schopenhauer gaf twee sleutels : ascese en kunst, om zo een nieuwe wereld te scheppen, en een nieuw zicht op de wereld. Hij was dus net als Nietzsche niet totaal pessimistisch, maar meer semi-pessimistisch. De mens moet steeds beseffen dat hij in een vreemde wereld is, in ballingschap, en dat het niets vertrouwds is en ook niet te vertrouwen. De mens is ver, ver weg van de bron, die overigens ook vreemd is. Het bekende zou de mens de nekslag geven, want dan dut de mens in. Daarom moet de mens het vreemdelingen besef ontwikkelen. Niets is zomaar logisch of vanzelfsprekend. Dat gedrag is de mens allemaal aangeleerd. De mens is tam gemaakt in zijn kooi. De mens is geconditioneerd door eindeloze proeven. Maar Schopenhauer stelt : alles is even vreemd. Denk niet dat jouw situatie normaler is dan die van een ander. Alles waarvan je denkt dat het normaal is is vreemd, en zeer problematisch. Wat denk je dat er gaande is ? Heb je wel goed door waar je bent ? Het is allemaal vreemd. Het is allemaal gevaarlijk. Als je dat gaat beseffen, dan kun je ook weer op je hoede zijn. Waakzaam blijven, en op dat fundament ook weer verder ontwaken. 'Ah, een vertrouwd gezicht,' zegt de wilszuchtige naïef. Nee, dat vertrouwde is slechts aangeleerd. Het is vreemd. Vertrouwen heeft vele gezichten om de mens ermee te bedonderen. Telkens weer komt het met andere koppen tot ons van de democratie, en als de mens die koppen denkt te kennen, dat het vertrouwd en bekend is, dan vergist de mens zich zeer. De mens laat zich graag bedonderen. Altijd maar weer. 'Ha, heb je hem ook weer,' zegt de wilszuchtige onnozele naïeveling, niet verhinderd door enige kennis. Nee, het is vreemd. Je kent het niet. Je weet niet wat het is. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Vertrouwen komt met vele gezichten, telkens weer. 'Ah gezellig,' zegt de wilszuchtige mens. Dat moeten we nog maar afwachten. Glazen heffen op oudejaarsavond met vrienden ? Wie zegt dat het je vrienden zijn ? Het zijn vreemden, potentiele vijanden, potentieel onderdeel van het complot. Wie gaat er breeduit lachen en vrolijk doen als zijn vriend aan de alcohol is ? De kussen van de vijand zijn overvloedig. Schopenhauer had zijn vinger in de lucht gestoken als de dreigende en waarschuwende Duitse Noach. Er zou een zondvloed komen van de losgeslagen wil van de mensheid. Die zondvloed is dan ook gekomen. Zijn we in het schip of hangen we er buiten ?
Hoofdstuk 12. De jaren 1700 en 1800 : de Duitse Verdieping – Het filosofische verlengstuk van religie Wiskunde, scheikunde, natuurkunde, kinderen worden er mee doodgegooid tegenwoordig. Met hysterische nauwkeurigheid beschrijven ze hoe, waar en wanneer alles zich manifesteert, stelt Schopenhauer, als de preciese beschrijving van het 'dat', maar ze falen erin het 'waarom' te beschrijven. Kinderen worden dus zo mentaal gemarteld op de scholen. Deze vakken vertellen niet het doel, de telos, en de reden van deze dingen. Ze houden zich doodstil als een kind om antwoord vraagt, maar beschrijven alleen dat het zo is, en daar moet het kind het mee doen. Het zijn drogredenen. Daarom zijn het ook niet de hoogste vakken, want de filosofie probeert antwoord te geven op het waarom, op de diepere lagen, de natuurziel. Kinderen worden zo dus totaal opgezet. Ze worden dood gemaakt van binnen. Daarom is de filosofie van levensbelang om het kind uit deze situatie te redden. Het is de reddingsboei de mens toegeworpen. Schopenhauer wijst dus weer terug op het Aristoteliaanse fundament waarin het dat en het waarom samenvallen, en dat kan alleen door de filosofie. Natuurlijk kan religie ook een antwoord geven op het waarom, maar dit is slechts metaforisch. Alleen de filosofie kan het instrument van de religie hanteren. In de handen van filosofie-loze gekken is het levensgevaarlijk. Belangrijk is het te beseffen dat als je je gaat richten op voorstellingen en vormen en niet meer het waarom, het doel en de diepte, dan gaan dingen zich ver-vormen en kom je in een hele andere pseudo-morfologie terecht zoals op aarde. Voorbeelden daarvan zijn donkere vrouwen die hun natuurlijke donkerheid verachten en hun huid gaan bleken om zo deel te hebben aan het arische nazi ras van de witte suprematie. Dit terwijl in de diepte van de filosofie de vrouw en de baarmoeder, als archetype, en als metafoor, juist donkerder is, om zo de vrucht te beschermen. De donkere huid van de natuur vrouw als drager van het kind is dus de natuur immuniteit, en daarom hebben vrouwen ook veel bredere heupen en bijvoorbeeld borsten om metaforisch het waarom te beschrijven, en niet zomaar het dat. Het is om het kind zowel te beschermen als te voeden. Bij de man is dit heel anders. Toch kunnen onfilosofische, wilszuchtige mannen dan hun natuurlijk kind zijn niet aanvaarden en vreten zichzelf helemaal vol of blazen zichzelf helemaal op om over de moeder proberen te heersen. Hevig aandachtsziek zijn zij. Dat loopt daar maar te pompen en te pronken, en maar alles opschrokken. De onfilosofische man komt tot de overvorm, omdat hij niets anders heeft, en zo gaat alles zich vervormen en misvormen. Moeder-haters zijn het. Het is het patriarchische materialisme, allemaal verdichte blaaskakerij. En maar pompen en spuiten. Pannelikkers zijn het, tafelschuimers, geen aandacht geven aan de natuurlimieten die de natuurmoeder heeft gesteld. Zij zijn ongehoorzaam aan hun moeders, vader-aanbidders zijn het. Families hevig trots wanneer hun kinderen wiskundigen zijn, maar filosofen worden veracht. Het gaat bij de materialisten om het dat, niet het waarom. Het waarom is hen te moeilijk. Het dat is de snelle weg. Komt dat zien, komt dat zien, ons kind is ingenieur, natuurkundige of wiskundige. Nou, dan heb je wat bereikt zeg. Waar is de natuurfilosofie ? Waar is de achterliggende gnosis ? Jezus zei dat de wetgeleerden de sleutel van de gnosis, van de kennis, hadden achtergehouden, zodat de mensen het koninkrijk der hemelen niet zouden kunnen binnengaan. Zij hielden de mens tegen. Is dat niet verschrikkelijk ? Daarom zei Plato dat het komende rijk een rijk zou zijn van filosofen.
Helemaal opgaan in het materiele, alle vormen kunnen beschrijven, zonder de normen en de waarden, is helemaal niet goed. Als je het dat weet, en niet het waarom, hoe arm ben je dan, hoe naakt ? Ze hongeren hun kinderen totaal uit tot de dood, filosofisch gezien, en dan worden ze gevuld met parasieten. Het zijn lopende lijken !! Wakker worden, mensen !! De mensheid is bedonderd !! De vervormde verschijningsvorm is niet het eigenlijke, wat Kant al stelde, waar Schopenhauer soms naar terugwijst, die dus een leermeester was van Schopenhauer. Kant leefde in de jaren 1700 grotendeels. Kant wrikte het eigenlijke los van zijn vervormde verschijningsvorm, terwijl Schopenhauer het eigenlijke los wrikte van de vervormende wilszucht. Ook Kant was een Duitser. De wil projecteert en vervormt dus, en heeft alles om ons heen gemaakt, maar laat het je niet bedriegen, en prik door tot het eigenlijke, het wezenlijke, het waarom en de waarde. Dat is het terugkomen tot de natuurkernen in de filosofie van Schopenhauer. Hij bouwde hierbij voort op het werk van Kant, waarop hij zeer kritisch was. Hij voelde dat het werk van Kant levensbelangrijk was, maar gereformeerd moest worden. Na Kant kwam Schopenhauer. Kant was in de jaren 1700 een soort filosofische Luther die de materialistische zekerheden van het oog en het bewustzijn aanviel, als een aartsvader van het Duitse idealisme. Hij moest een belangrijke poort openen : de realiteit om ons heen was vals, een illusie. Van daaruit ging zijn werk zich vertakken in latere Kantiaanse filosofen, die ook zeer kritisch waren, ook naar elkaar. Vergelijk het bijvoorbeeld met de strijd tussen Jeremia en Mozes en de strijd tussen Petrus en Paulus in de Israelitische religie. Zo had Schopenhauer een strijd met Fichte, een andere vertakking van Kant, maar zijn er ook duidelijke overeenkomsten en verlengstukken van elkaar. Fichte wilde het ik herstellen. Dit waren trouwens allemaal natuurverschijnselen die tot de aarde kwamen om de mens uit de kerkelijke nachtmerrie te doen ontwaken, zoals de filosoof Kierkegaard stelde dat de kerk een verzwakte vorm was van het oorspronkelijke christendom. Er moest weer richting komen, en daarom had hij zich ook afgezonderd. Fichte stelde net als Rousseau in de jaren 1700 dat de mens zich vaak als heer beschouwde over de ander, terwijl hij zo nog meer een slaaf is dan de ander. Hij die zichzelf heer over de ander waant is zelf een slaaf geworden. Een mens zou alleen waarlijk vrij kunnen zijn als hij alles om zich heen zou bevrijden. Fichte haatte het klasse systeem, en stelde dat iedereen gelijk was, dat dat het doel was van de perfectie. Iedereen die daar niet naar zou streven zou wegvallen. Iedereen heeft in de perfectie gelijke capaciteiten om die harmonie te benadrukken, als men volgens de rede zou leven, het waarom, de waarde. En dat zou het herstel zijn van de ik, die zo volle verantwoordelijkheid heeft genomen, als het hogere natuur-ik die dat niet zomaar meer op de ander afschuift. De mens moet zelf groeien en tot verantwoordelijkheid komen. De mens moet zelf goed zijn. Dan pas zou de mens de echte daadwerkelijke werkelijkheid binnengaan. Hij sprak dus over een noodzakelijke wedergeboorte en wederopvoeding van het ik. De mens mocht niet zomaar een baby blijven. Er was een absoluut ik, zoals er ook een vals ik was wat overwonnen moest worden, achtergelaten. Er is dus een groot verschil tussen het ego en het absolute ik. De mens was bestemd voor een hoger filosofisch ras, een Duitse wedergeboorte, die zeer belangrijk was na de Israelitische wedergeboorte. Dit was dus een filosofische wedergeboorte, geen materialistische wedergeboorte of religieuze wedergeboorte. De raszuiverheid was iets metaforisch, niet iets letterlijks, niet iets horizontaals zoals dat later bij de nazi's gebeurde die deze filosofieën van de natuur gingen verletterlijken en materialiseren.
Ik had een droom over een overleden popster van de jaren 80 die teste op Duitse raszuiverheid, dus in die zin was het een Duits nationalisme puur gebaseerd op filosofische principes die toegepast moesten worden. Ieder mens moest hierin ingewijd worden en wedergeboren, omdat het iets van de natuur was, voor het overleven van de mens, dus Israel moest verdiept worden door Duitsland, via de lijnen van de filosofie. De nazi's hebben dit later helemaal uit z'n verband gerukt. Nietzsche waarschuwde er al tegen dat er Duitse gekken zouden komen die alles zouden verletterlijken en deze natuurfilosofieën tot gort zouden slaan. Als we kijken naar het Duitsland van de jaren 1900 had het niet veel meer op met het Duitsland van de jaren 1700 en 1800. De mens moet daarom terug tot dit tijdperk. Fichte kreeg het dan ook zwaar aan de stok met de kerk vanwege al zijn uitspraken. De kerk wilde de mens in het lagere ik houden, onderworpen aan de kerkelijke supermacht die van het oorspronkelijke christendom was afgeweken. De wil van de mens was helemaal niet klaar voor deze dingen. Daarom moest eerst Schopenhauer komen om af te rekenen met de menselijke wil, en daarna zou de mens tot Fichte kunnen gaan, tot een nieuw natuur-ik. De menselijke wil wil altijd sjoemelen, altijd alles voor de helft van de prijs op de kop tikken, maar de natuur toont het volledige pad. Er mogen geen stappen overgeslagen worden. Nu gaat het er volgens Kierkegaard niet om om zomaar een onderwijzer te zijn, maar een getuige. We zijn er niet voor om allemaal maar door te geven wat anderen in boekjes hebben geschreven, zoals de kerk telkens maar weer doet, maar we zijn er voor om getuigen te zijn van deze diepere dingen. Daartoe kwam het Duitse filosofische evangelie, om de weg te banen voor het persoonlijke, want de mens was door de kerk vastgeraakt in voorouder verering, terwijl de voorouders er meer mee gediend zouden zijn als hun materiaal kritisch verdiept zou worden. Ook de voorouders waren vastgeraakt. Er moesten meer natuurdynamieken geopenbaard worden, de missing links. Dat is ook wat Fichte het verdeelde bewustzijn noemde. Wij kunnen dus alleen maar schrijven als wij tot de hemel zijn gegaan en zijn teruggekeerd. De mens zat door de kerk vast in kudde mentaliteit. Iedereen volgde de kudde maar, en dat moest. Van wie moest het ? Van de slager. De aarde is een fokkerij opgericht door kwade machten buiten het paradijs. Ieder mens moet hier doorheen als een test, en ieder mens moet hieraan ontsnappen door te breken met de kudde mentaliteit, met de kudde wil, want het is de onder dwang geinstalleerde wil van de slager. Er moeten wel tegengestelde krachten zijn, anders zou de mens niet overleven, zou de mens totaal verlammen, zou iedereen in een rolstoel rondrijden en zou alles uiteindelijk totaal vergaan en zou er niets meer zijn. Het is daarom ook een noodzakelijk kwaad dat de mens door zoveel wreedheid en lijden heenmoet. Degene die deze pijn niet voelt is een gemene ziel volgens Fichte, zonder empathie en medelijden met de ander. Het is iets universeels. Ook daarom moet de mens er dus doorheen. De Duitse filosofie komt de mens dan echter hierin tegemoet als een hulp, als een reddingsboei in woeste zee. Alles ligt in het zelf vastbesloten, stelt Fichte. De mens ontkomt niet aan het zelf, juist omdat het iets persoonlijks is, en persoonlijk is een metafoor van diepte, en dat moet perfectie bereiken. Kierkegaard stelde dat het beeld van perfectie in de samenleving corrupt was, zoals ook het beeld van god. Eerst moet dat ontmanteld worden. Eerst moet de mens door de diepte heen erachter komen dat de massa groot bedrog is, en pas na die confrontatie kan er een hele andere, een vreemde, perfectie komen, van de hemel zelf. Kierkegaard bracht weer een theologisch element in de filosofie, namelijk van de god van het individu achter de valse afgod van de massa's. Dat zijn allemaal natuurprincipes. Het één kan niet zonder het ander. Het houdt elkaar in evenwicht, en zo
kan het probleem zich uiteindelijk oplossen. Fichte stelde dat de mens zelf deel moest krijgen aan de goddelijke natuur, en dat het zich allemaal in de mens zelf moest voltrekken, zodat alles in allen in de mens zelf zou zijn, en zo in ieder ander mens, volgens de wet van de gelijkheid en het uniforme. Die pracht is nog steeds te zien in de natuur, in de kalmte, het serene, van de uitgestrekte vlaktes waar geen mensenhand aan te pas is gekomen, en ook is het te zien in de pracht van de dennenwouden. Wat heeft een mens dan nog in te brengen, want dit gaat hem volledig boven het hoofd. Een mens moet dus eerst stil worden en terugkeren tot de bron. Dat de massa's anders zijn en tegenwerken dat is een gegeven, en daar kan het zelf niets aan doen, maar juist in het hogere en absolute zelf ligt de oplossing omdat die gelijkheid schenkt aan ieder ander, vrijheid, opdat de mens zelf ook vrij kan zijn. Pas dan kan een mens boven de massa's uitstijgen om te komen tot de eenparige massa's van de hemel, wat natuurlijk iets metaforisch is. Er werd zo een eeuwig evangelie gepredikt ver boven het evangelie van de mens uit. Het zweefde als een vogel in de lucht, om zo alles weer op waarde te schatten. Veel valkuilen waren er op dit pad. De mens was er nog niet. Elke nieuwe gedachte van waarheid brengt ook weer een nieuw probleem, omdat het allemaal vreemd is, stelde Schopenhauer. De mens had een gids nodig, maar eerst was er een strijd tegen de ijzeren nazi. Eerst moest de mens de confrontatie aangaan met zijn lagere zelf, zijn lust tot wil en tot macht, zijn lust tot roem. Geld probeerde de mens te lokken, op alle hoeken van de straten. Nooit had de mens rust. De mens moest het gehele eeuwig evangelie kennen. Er waren alleen nog maar brokstukken binnengekomen, ruw materiaal. Zoals zoveel Duitse filosofen van die tijd stelde Kierkegaard, die overigens Deens was, dat niet alleen de subjectieve werkelijkheid boerenbedrog was, maar ook de objectieve werkelijkheid. Het bedrog ging dus diep, en de mens moest dus eerst loskomen van zowel de subjectieve als de objectieve werkelijkheid, om zo te komen tot de absolute werkelijkheid van het individu, de eenling. Alleen als de mens dus een eenling wordt door met kudde mentaliteit te breken kan de mens dus waarlijk zichzelf worden. De brullende massa's hebben alles gemaakt door de wil, en hebben dus zelfs een wilsmatige pseudo-kennis gemaakt, oftewel de lagere rede. De mens moest deze lagere rede die alles wilde bezitten overstijgen door het transcendente, en dan zou de mens dus tot een nieuwe subjectieve realiteit komen die niets meer te maken had met de van buiten opgelegde pseudo-objectieve realiteit. Uiteindelijk was de absolute werkelijkheid dan ook subjectief. Dat kwam omdat het puur persoonlijk moest zijn, doorleefd, als een getuige van al deze dingen. Uiteindelijk was taal ook iets abstracts, en moest de mens ook boven taal uitstijgen, want hiermee was de mens geprogrammeerd en hierdoor werden er dingen voor de mens verborgen gehouden. Kierkegaard vocht daarom ook met de taalmeesters. Persoonlijke filosofie ging veel dieper, en dan zou de mens komen tot een subjectieve filosofische taal in het natuurzelf. Fichte stelt dat het ego nooit van zichzelf bewust kan worden. Hij stelde dat er een punt van perfectie was waarin alles hetzelfde was, zonder verschillen, en dat dat punt een basis is, als het absolute.
In dit hele proces heeft alles dezelfde zekerheid en alles dezelfde waarde. Kierkegaard stelde dat de waarheid een samenstelling is van dingen die niet bij elkaar horen, zoals Spinoza's God van de atheïsten. De waarheid is dus het absurdisme, wat ook de taal is van de ware werkelijkheid. Juist door het absurde, oftewel het vreemde, te haten kwam de mens in een valse werkelijkheid terecht. De mens was niet meer vrij. De absurde werkelijkheid roept tot de mens, en zal alleen maar harder roepen, maar de koppige, wilszuchtige mens zal niet luisteren, want die aanbidt zijn naïviteit en verwendheid. De absurde werkelijkheid zal oprijzen als een storm, totdat deze mens als riet zal knakken, opdat de diepere, absurde mens, zichtbaar zal worden, de vreemdeling, het individu. De kudde mentaliteit zal dus knakken. Het is buigen of breken. Schopenhauer stelde al dat het masker niet al de tijd opgehouden kan worden, omdat het slechts een masker is en geen wezenlijk deel van de mens is. Daarom zal de mens in een onbewaakt moment zijn masker verliezen. Een popster uit de 60-er jaren sprak : 'Waar is je wil om vreemd te zijn ?' Dat zou dan de ware wil zijn die voortkomt vanuit kennis. Er is een wil die kennis maar wat graag wil overslaan. Het is zoals een moeder zegt tegen haar kind : 'Ik wil, ik wil ? Klap op je bil.' of : 'Ik wil, ik wil ? Je hebt niets te willen. Er valt niets te willen, alleen te kennen.' De wereld van kinderen is een totaal andere wereld dan de wereld van de volwassenen, maar deze werelden zijn dan ook weer totaal anders dan de wereld van de filosofen. Plato stelde al dat er een tijd zou komen waarin de filosofen de pedagogen zouden zijn. Volwassen zijn of kind, het houdt allemaal niets meer in, maar of je een filosoof bent. Voor Kierkegaard was taal het voertuig of het orgaan van de mogelijkheden, en daarom noodzakelijk om tot het absolute zelf te komen. En die taal was het absurde, oftewel het pionieren, het bruggen bouwen tussen dingen waar nog nooit bruggen tussen zijn gebouwd. Dat was de opdracht voor de eenling. De brokstukken van die bruggen waren er al. De mens mocht dus ook niet teveel overboord gooien, want het was creatief, potentieel materiaal. Daarom mocht de mens spoorzoeken in de psyche, want daar lag toch het pad. Hierin moest de mens de taal te slim af zijn. Voortdurend strikt taal de mens. De mens laat zich alles voortdurend uitleggen door taal, terwijl dat juist ook weer zoveel dingen verbergt en afdekt. Daarom moet de mens leren vindingrijk te zijn, en taal te gebruiken als een middel, als creatief materiaal, niet als een objectieve werkelijkheid. De mens moet leren transparanter om te gaan met taal. Taal zonder filosofie is een bedrieger, zoals de orthodoxe taal farizeeers die de hoofden van kinderen plunderen door het 'dat' en hen niet verder helpen met het waarom. Taal leraren kunnen op school het ergste tuig zijn wat er op kinderzielen wordt afgestuurd. Wat Kant al stelde was dat het verstand alles wil beredeneren en volkomen wil maken door louter rede, maar dat dit gewoon niet lukt, omdat er nog een andere dynamiek in het spel is, namelijk de ervaring, het bestaan, wat dan de mens eigenlijk tegemoet komt als de hogere rede, en dan de lagere rede moet afkappen. We kunnen eigenlijk stellen dat de hogere rede totaal vreemd is, en de lagere rede daarom geheel in de war moet schoppen. Deze krachten werken op elkaar in en dat gebeurt in vele lagen. Daarom moet de mens ook nooit te orthodox en nauwkeurig worden in taal, om zo het hogere vreemde niet te blokkeren. Daarom maakt een mens soms goddelijke 'fouten', en moet deze 'fouten' blijven maken, opdat de andere, hogere werkelijkheden doorkomen. De cirkels mogen dus nooit geheel rond zijn, maar moeten gebroken blijven, opdat er ingang is voor de andere, hogere cirkels. Telkens weer worden lagere processen door de hogere processen onderbroken. Een taal in zichzelf die volkomen zou zijn zou het bestaan niet meer zijn, maar een pseudo-werkelijkheid, terwijl er ook grond moet zijn voor het daadwerkelijke bestaan, het ervaren van de hogere natuurrede. Kant stelt dat dit juist weer afzwakt als de mens niet staat op de vaste grond van het absolute noodzakelijke. Kant wijst dus terug op de diepere robotische dwang van de natuur als een onverbrekelijk mechanisme wat het voortbestaan van de mens moet verzekeren. Kant stelt dat als in
dit proces niet de emancipatie van de eeuwige zelfverwezenlijking plaatsvindt de mens nooit tot het waarom zal komen. (Kritiek van de zuivere rede, 1781) Hij stelt dat toevalligheid en willekeurigheid zijn tegengesteld aan noodzakelijkheid, en daardoor dus ook noodzakelijkheid bevestigen. Er is dus ook geen ontkomen aan de noodzakelijkheid van het bestaan. Telkens weer onderbreekt de noodzakelijkheid het bestaan. Telkens weer worden wij in ons denken en spreken onderbroken. Als dat niet zou gebeuren, dan zouden we ergens in vastgroeien. De gave kon dus alleen maar half zijn, anders zou de mens zichzelf vernietigen. Kierkegaard stelde dat het leven een bitter medicijn was wat hij van druppel tot druppel moest drinken. Hoofdstuk 13. Kierkegaard en de schoonheid van de angst Fichte stelde dat er een abstracte eenparige en identieke werkelijkheid was waar alles uit voortvloeide. Alles bewoog daar op dezelfde manier met hetzelfde vermogen, omdat alles hetzelfde was, zonder verschillen, maar dit was slechts iets metaforisch. Schopenhauer was een student van Fichte in Berlijn, maar was ook in strijd met deze filosofie. Deze strijd is van belang. Schopenhauer stelde dat er een gevaar op de loer lag van sofisme. Sofisme is het rond willen maken van filosofische stof om er hapklare brokken van te maken voor de verkoop, voor macht, eer en roem. De wil is altijd overmoedig, en daarom was Schopenhauer ook een rem op dit systeem. Schopenhauer waarschuwde tegen het sensationalisme. Er lagen teveel gevaren op de loer, en daarom moest het pessimisme komen, waar later ook Nietzsche mee verder ging. Daarom is Schopenhauer ook een belangrijke brug en wachter tot het werk van Fichte. Kierkegaard sloot zich aan bij Schopenhauer. Beiden waren van het eerste gedeelte van de jaren 1800. Kierkegaard koos de kant van het pessimisme en de obscure filosofie tegenover de professor filosofie (sofisme). Beiden gingen het pad van de eenling tegen de grote massa's en de roemzucht die het brouwde. Op dit pad ging later in het tweede deel van de jaren 1800 Nietzsche verder. Na Nietzsche, in de jaren 1900, ging alles mis. De mens moet dus terug tot de verloren brokstukken van de fundamenten van Schopenhauer, Kierkegaard en Nietzsche. Kierkegaard tierde tegen de hoogmoedige protserigheid van de kerk die zich totaal te buiten gingen aan exclusiviteit, terwijl ze daartoe het pad niet waren gegaan. Ze kenden geen afzondering en geen ascese, en al helemaal geen gezond pessimisme. De kerk was gevaarlijk optimistisch geworden over zichzelf. Kierkegaard tierde tegen hun zelfaangemeten blindheid. Hij noemde het laf. 'Zo kan ik het ook. Ik kan ook met vervroegd pensioen gaan en opaatje spelen om zo op handen gedragen te worden.' maar
Kierkegaard koos de diepere, eeuwige weg, niet van tijdelijk genot ten koste van de grotere, eeuwige contexten. Hij was nog maar een jongen. Schopenhauer was al veel ouder, en hij trad in zijn voetsporen, alhoewel hij ook zeer kritisch was naar Schopenhauer, die als een soort leermeester was van hem. Kierkegaard had een worsteling met de angst omdat hij verschillende naaste familieleden verloor op jonge leeftijd, maar hij zag de angst als vrijheid. Het trok hem naar het vreemde, naar de andere wereld. Hij zag de angst als mogelijkheden, wat voor hem de schoonheid van de angst was, en hij gebruikte het tegen het oeverloze optimisme van de kerk. De dood lag altijd op de loer, en dat maakte hem filosofisch. Kierkegaard was als een Ismael, of een Jakob op Pniël, in een strijd met het algemene, het ingebakken, het uitgedokterde, het universele, door zijn angst en zijn relatie met de angst om zo te komen tot de vrijheid van de mogelijkheden, de andere verborgen werelden, de obscure uitzonderingen en afgezonderden. Kierkegaard streed hierin tegen het oververtrouwen van de samenleving en de kerk, tegen het al te makkelijk en snel verzoenen van de elementen, en dat was ook de reden waarom hij tegen Hegel streed die volgens hem te makkelijk een samenstelling maakte tussen tegenstellingen. Hij beschuldigde Hegel van overmoed, van snoepfestijntjes, waarin er niet diep genoeg was gegaan in de angst, de ascese en het pessimisme. Hegel maakte er volgens hem een rommeltje van. Het was net als Jeremia die Mozes ervan beschuldigde te snel de tabernakel te hebben gebouwd en gemeubilieerd, waarin niet aan de voorwaarden werd voldaan, en waarin het allemaal te letterlijk en materialistisch werd waardoor de diepere geestelijke betekenissen werden weggehaald. Kierkegaard voerde een dialectiek van uitzonderingen, en verfijnde het absurdisme, wat getoetst moest worden aan de angst. Als de mens geen gezonde angst had dan zou de mens tot het lagere absurdisme komen, het materialistische absurdisme. Kierkegaard richtte zich op het hogere, filosofische absurdisme, om zo het pad van de uitzonderingen te gaan. Hij was een paar eeuwen op zijn tijd vooruit. Daarom kon hij het ook beter vinden met Schopenhauer dan met Hegel. Kierkegaard was veel aggressiever, veel bruter, naar het beest van zinnelijk genot. Hij wilde de bedriegelijke kortaangebonden rede van dit beest overstijgen, door passie. Hiervoor had hij veel angst nodig en obscuriteit, anders zou hij ook door dit beest gepakt worden. Kierkegaard was daarom als een scheldend jongetje die voelde dat de wereld om hem heen niet klopte. Hij moest vechten voor zijn leven. Hij moest komen tot het pad van de uitzonderingen, anders zou hij één worden met de kuddes en zo verstenen. Hij voelde het mes van de slager voortdurend om hem heen. Het maakte hem paranoïde. Alles moest via het individu gaan, opdat het individu zelf verantwoordelijkheid zou nemen, en niet gewoon maar een speelbal is. Voor kierkegaard was het individuele dan ook hoger dan het universele, zoals hij stelt in zijn boek Vrees en Beven, omdat het individuele juist de poort is tot het persoonlijke en doorleefde. Het individuele krijgt eerst een relatie met het absolute, en dan pas daardoor met het universele, en deze volgorde mag niet omgedraaid worden. De kudde mentaliteit houdt de mens af van het absolute, opdat de kudde alleen maar een relatie heeft met de kudde en zo aan de slager is overgeleverd, die zich overigens voordoet als de goede herder van de kerk. Kierkegaard stelde dat het dialectische systeem van Fichte en Hegel, dus van stelling en tegenstelling komen tot samenstelling, alleen gevormd kon worden door het eenlingenschap, op het pad van de uitzonderingen, en dat het geladen moest worden met een gezonde dosis angst, wat dus voorzichtigheid als definitie heeft, maar niet slechts dat. Voorzichtigheid onstaat tussen muren,
tussen gevaren, dus angst is als een soort ontwaking, een wedergeboorte, en die trekt de mens tot de vrijheid van een ander leven, de verdiepte werkelijkheid. Het eenstemmige robotisme van Fichte begon de mens in te sluiten, maar het moest nog genuanceerd worden. Wat was het ? Het zou zich gaan verletterlijken, veralgemeniseren en materialiseren als het communisme in de jaren 1900, maar ook zou het zich gaan nationaliseren en monopoliseren als het nazisme. Het persoonlijke karakter zou totaal vernietigd worden, en ook de metaforische waarde ervan, en daarom kwamen Schopenhauer en Kierkegaard opzetten. Ook zij konden dit verval niet stoppen. Er was veel meer nodig dan dat, maar de mens zou wel terug moeten keren tot het Fichte apparaat door Schopenhauer en Kierkegaard. Verkooplustige criminelen waren namelijk met het Fichte apparaat op de loop gegaan. Niet dat Fichte hier niet tegen gewaarschuwd had. Fichte haatte het klasse systeem, en sprak dat zij die heer en meester willen spelen over anderen zelf tot slaaf worden. Fichte had het machtige visioen van de gelijkheid der mensheid gezien, als een natuurverschijnsel, maar de wet van de dialectiek eiste dat er dan eerst een tegenstelling zou komen, anders zou dit verschijnsel nooit overleven en zich nooit kunnen ontwikkelen. Fichte stelde dat in de dialectiek het ik als tegenstelling het niet-ik had, de massa's, die dus niet zelfstandig konden bestaan, maar alleen als een tegenstelling van het ik. Door deze tegenstelling ontstaat er dan kennis. Achter het niet-ik ligt ook weer een hoger ik verborgen, op een plaats waar alles hetzelfde is, alles op dezelfde manier beweegt, en alles dezelfde vermogens heeft, en zo dus alles gelijk is. Het heeft een robotische nauwkeurigheid, een natuurprecisie. Fichte kwam dus nogal met een apparaat aanzetten. Ook Fichte was ver voor zijn tijd en werd vaak niet begrepen. Wat een opschudding gaf dat in alle lagen van de bevolking, dat Fichte zomaar durfde te zeggen dat alleen het ik bestond, en niets anders. Ze dachten allemaal dat hij het over zijn eigen ik had, terwijl hij het over het ik als diepere dynamiek had, dat wat verantwoordelijkheid moest dragen, het persoonlijke, de zorg. Hij werd dus veel bespot om zijn stellingen. De mens was beledigd, omdat Fichte durfde te zeggen dat ze niet bestonden, slechts hij, hij alleen bestond. In de realiteit had Fichte het gewoon over een bepaalde vorm van bewustzijn. Fichte stelde in de overgang tussen 1700 en 1800 dat er een hoger ik was waarin alles was vastbesloten en dat er daarbuiten dus geen god was, maar dat dit ook in het hogere ik lag. Wat was er gaande ? In de jaren 1500 rekende Luther af met het materialisme van de katholieke kerk, zorgde ervoor dat de mens ontwende van de moederborst. Dat was de geboorte van het protestantse systeem. De man stond nu op zichzelf, en werd zelf tot vader. Het was een teken van de tijd, dat de mens na het metaforische tijdperk tot het eenlingenschap moest komen om deze metaforen te kunnen verdiepen in het zelf, de eigen verantwoordelijkheid. Dit liep dus uit op de komst van Fichte en het eenlingenschap van de jaren 1800. Kierkegaard schreef over Abraham die zijn zoon Izaak moest offeren, oftewel van de moederborst moest laten ontwennen. De moederborst moest hiertoe zwart gemaakt worden, oftewel duister, opdat het kind het niet meer zou vinden, opdat het kind alle kennis in zichzelf zou vinden en zo zou overleven en niet door projectie ten onder zou gaan. Zou dit niet gebeurd zijn dan zou het kind verlammen. Dit was dus geen daadwerkelijke offering, maar slechts symbolisch. De katholieke kerk, als beeld van de moeder, moest het kind dus wel loslaten. Met de komst van Fichte en de jaren 1800 kwam deze verstoting die al in de jaren 1500 gebeurde tot een hoogtepunt.
Hoofdstuk 14. De ongod van de duitse filosofen De Duitse filosofen stelden dat de mens in het denken dingen aan elkaar plakten die niet bij elkaar hoorden, en dat zo ook religie was ontstaan, en hun god. Het was een totaal pseudo-absurdisme, en daarom moest de mens leren wat het absurdisme eigenlijk was. Dat wat het was, dat was het eigenlijk helemaal niet, maar juist iets anders. Dat bracht ook een hele hoop onvertrouwen met zich mee, dus alhoewel de Duitse filosofen elkaar bewonderden en van elkaar leerden wantrouwden ze elkaar ook, en vlogen elkaar ook in de haren. 'Dat kan toch helemaal niet,' zeiden ze vaak van elkaar. Het was een totale oorlog van het denken waarin ze elkaar in het denken te slim af probeerden te zijn. Er waren dus dingen aan elkaar geplakt die niet bij elkaar hoorden, en zo had de mens god en religie gebouwd. Er moest dus wel een soort van ongod komen, en een soort van onbijbel. Het was allemaal veel te ver gegaan, en alles was uit de bocht gevlogen, maar de mens was aan het ontwaken, en Duitsland was het eerste land dat ontwaakte. Dat begon eigenlijk al bij Maarten Luther in de jaren 1500 die stelde dat er een andere god moest komen, omdat de mensheid had gebogen tot de bedriegelijke god van het materialisme, en dat ging toen verder met Leibniz in de jaren 1600 die een trappenstelsel van eenlingen bouwde, als een jakobsladder tot een hogere hemel dan de aardse hemel die de mens voor hem had gebouwd, wat ook direct de overgang was van de jaren 1600 tot 1700, waarin Kant kwam, wat doorliep via Fichte en Hegel tot Schopenhauer en toen Nietzsche, als een Duitse Jakobsladder van absurde eenlingen, als onprofeten en onevangelisten, als het onkruid buiten de kerk. Wat een belachelijke vertoning was het, maar niet belachelijker dan de kerk. Er moest een nieuwe definitie gegeven worden aan het belachelijke. Ze liepen als dronkaarden om de kerk heen, en riepen : Dat kan toch niet, dat kan toch niet, of toch ook weer wel ? En dat was precies de stelling van hun dialectiek, namelijk dat alles bestond uit een stelling, een tegenstelling en een samenstelling, maar dit moest dan wel weer aan allerlei ingewikkelde voorwaardes voldoen, want ze wilden niet zomaar zuipschuiten zijn. Het waren filosofen die nauwkeurig, of niet nauwkeurig, hun filosofische natuurmachines beschreven, om nu eens eindelijk de kerk plat te walzen of er nu eens eindelijk ware betekenis aan te geven. Het was dus heel dualistisch werk van haat en liefde. Ze waren verliefd op het denken, maar er ook mee in grote worsteling. Er moest een nieuwe god komen, niet zomaar een god, maar een ongod. De mens kwam namelijk veel te gemakkelijk weg met het begrip 'god'. En de goden die ze hadden gemaakt waren bespottelijk, allemaal als excuus om niet zelf verantwoordelijkheid te dragen, en het ging allemaal tegen de hogere natuurrede en natuurlogica in, of moest dat ook ? Telkens weer kwamen ze met slimmere redes opzetten om elkaar in de grond te stampen, die filosofen. 'Hoe heb ik het nou ?
Maar dat kan toch helemaal niet ?' zeiden ze van elkaar. En de ene verbaasde en verwonderde de ander nog wel meer. Waren dit slechts schijngevechten ? Ze deden elkaar in ieder geval niet op de brandstapel eindigen. Het was een totaal andere oorlog dan die van de religies. Ze vuurden elkaar aan, inspireerden elkaar, maakten iets moois van elkaar. De één werd het werk van de ander. Ze versierden elkaar. Maar vooral keken ze langs elkaar heen. Ze wilden helemaal geen nieuwe samenleving of nieuwe groep. Ze wilden een ongroep, een onreligie. Het waren eenlingen. Ze zochten de boodschap in de verloren dieptes van henzelf, want waar zouden ze anders zijn ? Was er dan ook nog zoiets als een on-ik, wat toch dan weer een ik was, maar dan een ander soort, een beter soort, een nuttiger soort, als een oorspronkelijk, authentiek natuur ik ? Ze waren huiverig naar wat taal kon doen, vooral als het door velen werd gesproken, want zo werden de massa's gecommandeerd. Maar toch wisten ze ook dat ze taal wel moesten gebruiken, en daarom zouden ze een nieuwe taal moeten maken, nieuwe definities moeten geven, als een filosofisch woordenboek : de ontaal. Was er een andere realiteit die ze over het hoofd hadden gezien ? En waren ze wel klaar voor die realiteit ? Zou die realiteit wel te stoppen zijn, of zou het hen grijpen en meesleuren ? De Duitse filosofen zagen grote golven komen die het denken zouden grijpen en meesleuren, maar waar naartoe ? Was dit de evolutie van het verstand ? Was de mens nu pas eindelijk aan het ontwaken na alle botte nachtmerries, of zou het slechts een nieuwe nachtmerrie zijn, of zo'n mooie droom die daarop uitliep ? Het zou altijd anders uitpakken dan je van te voren zou denken, want het denken van de mens was maar klein, zeer klein, met weinig voortekenen. Het zou een complete verrassing zijn. Een volwassene zou een kind niet veel duidelijk kunnen maken over de volwassen wereld, zoals de filosofen niet veel duidelijk konden maken aan de zogeheten volwassenen. Moest er een nieuw niveau komen, het niveau van de Duitse filosofen ? De Duitse filosofen waren zo overtuigd van hun werk, en van de waarde van hun twijfel en ontrouwen dat ze dit als een basis legden voor de wedergeboorte en ontwaking van ieder mens. De mens kon niet zonder de Duitse natuur die zich had geopenbaard. De mens was in die zin bestemd om Duitser te worden. Dat was niet iets letterlijks, maar iets metaforisch, iets abstracts. Het was als het Hegeliaanse sprookje van Alice in wonderland (1865) : Dat wat het is is het niet. Ze vierden geen verjaardagen, maar alleen hun onjaardagen. De mens ging namelijk ten onder met het uitvoerig en uitbundig vieren van de verjaardagen waardoor ze elkaar bedrogen en vervroegd met pensioen gingen. Ze werden snel oud, tot papier, opdat de onkranten daarop gedrukt werden. Het was iets zeer tragisch maar bruikbaar. Komt dat zien, komt dat zien, wordt snel oud, dan hebben we papier. Er was een filosofisch complot tot de aarde gekomen, een vreemde ongod, met een vreemde onreligie. Zij die het niet meer konden volgen gleden overboord. Het denken van de mens moest wel onderbroken worden met het ondenken. Er moest een nieuwe ontaal komen. Geen probleem was het als spijbelaars die taal niet wilden leren, want er was immers papier nodig om de onkrant te drukken. Kom, vier je verjaardagen, doe alles wat je wil, heb uitbundig en uitvoerig plezier in je oppervlakkig materialisme, stelde de Duitse filosoof. Doe alles wat God verboden heeft, want wij hebben deze tegenstellingen nodig om uiteindelijk tot samenstelling te komen. Ze begonnen dus eigenlijk satirische onreclame te maken. Kom dan ? Kom dan ? Trek maar aan de vinger van de clown. We hebben immers papier nodig. Wordt maar snel oud, dan zijn we van je af. Je zal je niet op ons niveau bevinden. We hebben je niet nodig, maar op deze manier dus wel, ben je goed bruikbaar. De vijand kreeg zo dus zijn plaats, was heel nuttig, als ruw creatief materiaal. Niets dan
papier zou hij zijn. De filosoof liet zich juist door zijn vijand, de materialist, inspireren. De oorlog begon zich dus steeds meer te verschuiven naar het denken, niet meer het lichamelijke. Er was iets veel beters. De filosofen hadden het niet over een letterlijk ik en jij, maar over bewustzijns-niveau's, over goed en kwaad. Ze hoopten juist dat door hun satire mensen tot inzicht zouden komen om afstand te doen van hun ego en oude denken. Maar eerst zouden ze er zoveel van moeten eten totdat het hun neusgaten uit zou komen. Je wil jezelf volvreten ? Nou, je kan het krijgen. Zo stelde de Duitse filosoof. Tot papier zou de mens worden, tot papier zouden de kerken worden, opdat daarop de hogere filosofische onkranten gedrukt zouden worden. Er werd niet gevochten met messen. Dat was barbaars. Er werd gevochten met humor, om de mens zin en onzin in te laten zien. Er werd gevochten met absurdisme, om te laten zien hoe onbenullig de grenzen van de mensen waren. Er begon zo een heel nieuw extremisme op te rijzen. Papier hier, zegt Holle Bolle Gijs op de Efteling. Holle bolle gijs kan het wel gebruiken. Alles vreet hij en nog steeds heeft hij honger. Alles maalt hij tot papier, en hijzelf wordt ook tot papier. Het is goede onreclame voor het materialisme. 'Doe dan, doe dan, spring er maar in, je bent goed te gebruiken. Wij weten wel raad met je.' De ongod zal komen, en papier is wat hij wil voor de onkrant. Zorg dat je er bij bent, zorg dat je paraat staat. De ongod weet er wel raad mee … Tot papier wordt het gemalen … Nee, de Duitse filosofen spaarden elkaar niet, en al helemaal niet het Duitse volk. De één wist het nog wel beter, of waziger, te vertellen dan de ander. Er was altijd weer baas boven baas, of baas onder baas, of in hun terminologie : de onbazen. Het ging niet om de roem, het ging er niet om berucht te zijn, maar om de anonimiteit, de onroem. Obscuur moest het wezen, want als je teveel zou definiëren zou je het juist ook weer kapot maken en er zoveel weer door verbergen. Daarom bleef Schopenhauer stellen dat er nog een ander zeer belangrijk element was : namelijk kunst. Zoals religie tot kunst werd verheven meer en meer, zo moest filosofie ook tot kunst worden verheven. Men moest dus durven niet alleen systematisch te zijn, maar juist ook onsystematisch. Het abstracte was juist het hogere concrete, het subjectieve het hogere objectieve, en de chaos een hogere orde, voor de ontwaakten. De slapenden zouden gewoon doorslapen, of er hevig van in de war raken, misschien wel als de naderende ontwaking. De ongod was gekomen. Niemand kon de ongod nog stoppen. De spelletjes van de goden die de mensen hadden gemaakt waren ten einde gekomen. Zij die nog steeds dachten god in een doosje te hebben waren alreeds bedrogen door de ongod, en waren slechts een speelbal in zijn papier industrie. 'The joke is on you.'
Hoofdstuk 15. de put van kierkegaard – van israel tot duitsland Het heeft geen zin om tegen het absurdisme te strijden, want het wordt alleen maar absurder, en in je strijd tegen het absurdisme word je zelf ook alleen maar absurder. Je denkt het slechts, het is niet waar, stelt de Duitse filosoof … De werkelijkheid ligt altijd genuanceerder … Als een sadistisch mens veilig van achter zijn krant of tv lacht om het leed van een ander, dan is hij het zelf die in de krant staat … Hij bedriegt slechts zichzelf alsof hij het zelf niet is, maar de ander … En zo blijft hij zichzelf bedriegen … omdat hij als opportunistisch materialist alleen waarde en waarheid hecht aan zijn eigen realiteit. Hij is geen twijfelaar. De Duitse filosoof liet zich niet bedonderen door het materiële. Het materiële was slechts een middel waar hij voorzichtig en gematigd mee omging. Een middel, niet de bron. Kierkegaard leefde in de tijd van Schopenhauer, en was iets jonger en kwam uit Denemarken, wat een verlengstuk van Duitsland is en zich dan weer opsplitst in Noorwegen en Zweden. In mijn dromen over Denemarken ging het vaak over de nachtkoorts, wat ook weer aan Kierkegaard verbonden is. Ik werd van de moeder afgescheiden. In Kierkegaard's boek 'Vrees en beven' (1843) stelt hij dat Abraham werd tot een monster om Izaak van de borst van Sarah te laten ontwennen, en waardoor Izaak zijn geloof verloor. In mijn kinderdromen werd ik ook losgesneden van de moeder, en de vader was een monster. Dit gaat dus over een periode in de kerkgeschiedenis waarin de mens wordt losgetrokken van de katholieke kerk, de moeder kerk. De vader, de protestantse kerk, is een monster die zijn kind op die manier offert, alhoewel dat slechts metaforisch is. Het kind moet namelijk de bron in zichzelf zoeken, zijn innerlijke moeder. Dat de vader een monster is is een beeld van de verbrokenheid van het kind die van de moederborst is losgetrokken. Volgens Kierkegaard was de moederborst voor dat doel zwart gemaakt. Het kind moest zo van geloof komen tot de rede, tot de hogere rede wel te verstaan, van het individu. Daarom liepen de paden van de kerk tot de filosofie. De vader is slechts een innerlijke dynamiek van het kind die er voor zorgt dat hij niet terug gaat naar een uitwendige moeder, maar op zoek gaat naar de inwendige moeder, oftewel het principe. Het kind moest gaan van Maria tot Moria, of tot mara, bitterheid. Maria is ook de naam voor god in het Aramese OT. Het kind moest hiervan loskomen om op zoek te gaan naar zijn innerlijke bron, niet meer een uitwendige god. Moria was de berg van dit offer. Hier verloor volgens Kierkegaard Izaak zijn geloof. Izaak keek naar Abraham's gezicht, stelde Kierkegaard, en het gezicht was totaal veranderd. Dit gebeurde nadat Abraham zich van Izaak had afgekeerd, was weggerend. Toen hij terugkwam was hij anders, als een monster. Abraham zei dat hij Izaak's vader helemaal niet was, maar een afgoden dienaar, en God had dit ook niet van hem gevraagd, maar het was slechts zijn eigen wil. Hij greep toen Izaak bij de keel en gooide hem op de grond en begon op hem te schelden. Hij noemde hem
een stommeling om te geloven dat hij zijn vader was en dat dit allemaal van God zou komen. Van schrik richtte Izaak zich toen tot zijn innerlijke bron, het hogere. Abraham was blij dat Izaak nu inzag dat hij een monster was, zodat Izaak zijn ware relatie met de ware bron niet zou verliezen. Ook Sarah was tot een monster gemaakt, haar borsten zwart gemaakt, opdat Izaak dus niet meer terug zou gaan tot het materiële. Hij zag nu wat het was, zoals ik ook eens een kinderdroom had over dat de vader en moeder in monsters waren veranderd. Zij waren henzelf niet meer. Er waren geen herkenningspunten meer. Izaak moest zijn moeder verliezen. Hij mocht geen moeder meer hebben, want die was alleen binnenin. Izaak kon niet spreken over wat er was gebeurd. Schopenhauer was als de Calvijn van de Duitse filosofie : de wil van de mens moest eraan. De mens moest zijn vrije wil weer inleveren, opdat de hogere uitverkiezing van de natuur, die uit principe zeer selectief was, zoals Darwin stelde, kon komen. Het was iets heel eigenaardigs, zoals Fichte al stelde. Het was niet het bekende, maar onbekende, het vreemde. Het zou tegen het denken van de mens ingaan. Het was dus meer iets metaforisch, niet iets letterlijks. Hiermee werd een oude waarheid van het germaanse opgegraven : de walkuren zouden alleen diegenen opnemen die aan hun wil op het strijdveld waren gestorven. Ze lieten zich hierin niet bedriegen door uiterlijke vormen, want dan zouden ze zelf uit de hemel vallen. Er zaten dus geen Miepen tussen de strijdgodinnen die vielen op stropdassen van de man, of een man uitverkozen als hij een grote auto had, of veel geld, maar ze keken ernaar of hij sober genoeg was geweest, ascetisch genoeg, of hij een eenling was die niet achter de massa's aansjouwde. De walkuren (of valkyries) waren dus gewoon puur de natuur principes zelf die de man in zichzelf moest ontwikkelen en moest oefenen. Dat is de ware betekenis van 'het hebben van een vrouw', zoals het deze diepere betekenis ook heeft in de islam waarin de strijder in het paradijs 72 maagden wordt beloofd. Laten ze zichzelf niet voor de gek houden hiermee. Dit zijn metaforen van filosofische principes die de mens in zich moet ontwikkelen. De vrouw bestaat dus helemaal niet, maar is slechts een metafoor ergens van. Niemand is zomaar vrouw of man. Er wordt hier een diepere filosofische taal gesproken, een ontaal. De mensheid heeft het niet begrepen en blijft maar achter schaduwen en weerspiegelingen aanrennen. Dat is de tragiek van de stad. 'Kijk nou eens wat voor vrouwtje ik me op de kop heb kunnen tikken.' … 'Ja, maar ben je ook innerlijk veranderd ?' Ben je gewoon volwassen, dan ben je nog gewoon een kind. De mens moet niet slechts volwassen worden. Dat is een domhoudertje en een zoethoudertje. De mens moet filosofisch worden. Ik zag een Davidster met een doodskop erin. Na Israel komt Duitsland. Na religie komt filosofie. Dat is het ware, metaforische offer van Izaak, om zo tot zichzelf te komen. De nazi's hebben dit verletterlijkt en zo totaal verkeerd voorgesteld, materialistisch. 1900 werd de eeuw van het materialisme wat hard, heel hard, terugsloeg. Daarom moet de mens weer terug tot de verloren fundamenten van de jaren 1500 tot de jaren 1800, van Luther tot Nietzsche. Daarin is heel wat te graven, daarin is heel wat te spitten. Heel wat te zaaien. Ja hoor, nazi's : Na Israel kwam Duitsland, maar hoe ? Nietzsche waarschuwde al tegen jullie. De put van Kierkegaard ging diep. Ik had een terugkerende nachtmerrie als kind zijnde dat ik in een put kwam tot een dal vol schedels en doodsbeenderen. Ik hoorde dan bellen, en zag kinderen geworpen worden in het water. Moeten we dan het kind met het badwater wegwerpen ? Dat hebben de nazi's gedaan. Ze hebben de Duitse klassieke filosofie verkracht. In die nachtmerrie waren de deuren van mijn slaapkamer heel ver weg. Stemmen als donder en bliksem. En vreemde gevoelens in mijn mond, in mijn gehemelte. Het begon allemaal
met iets wat ik moest drinken, en dan begon ik door de grond te zakken. Dan kwam ik in die put en ging helemaal naar beneden. Krijsende kinderen, gillende bellen. Als een school, en die school heeft bewust kennis lopen achterhouden. Zij waren zelf niet eens geschoold, en dan toch nog schooltje spelen over anderen. De put van Kierkegaard ging diep, maar zo ontwende de mens aan de moederborst. De vader was daartoe een monster geworden, en het kind kon alleen maar rennen, zijn geloof verliezende, want wat was uiteindelijk dit geloof ? De filosofie wacht op het kind. Kierkegaard stelde dat de ware vrouwelijkheid het vermogen is om waardigheid te versieren, wat ook tegelijk een definitie is van de opname. Het vrouwelijke kon dit alleen doen als ze zelf waardig was. Alleen waardigheid zou waardigheid kunnen versieren. Hoofdstuk 16. Nederland : het duivelste land, en de noodzaak van de filosofische ondergrond De Duitse filosofen stelden dat de materialistische, wilszuchtige mens alles door het onmiddelijke ervoer, maar de mens moest terugkeren tot het beleven door een filosofische lens. Ik had een droom waarin ik een gnostische bijbel las die stelde dat de eerste scheppingsdag niet goed was. Het christendom stelt dat de eerste scheppingsdag net zoals de andere dagen goed was. Maar ik zag in die andere bijbel dat de eerste scheppingsdag monsterlijk was, en dat God zo moest stellen dat het niet goed was. De mens moet ontwennen van de uitwendige moederborst, van het materialisme, om de inwendige, individuele moeder te vinden. Daartoe werden de moederborsten zwart gemaakt, en werden zowel Abraham als Sarah monsters in de geschriften van Kierkegaard. In mijn droom was dit wat er gebeurde in de eerste scheppingsdag. De mens moest ontwennen, tot onvertrouwen komen. In een kinderdroom kwam er eens glas tussen mij en de moeder, en de vader was een monster. Maar ook de moeder was een monster. Dit was een terugkerende kinderdroom, en ik ben er eigenlijk mijn hele leven over blijven nadenken. Kierkegaard had dus soortgelijke ervaringen. Hij verloor zijn moeder al op jonge leeftijd. Het gaat dus om de lens die tussen de mens en het andere moet komen, een filosofische belevingslens die het onmiddelijke afbreekt. Na de jaren 1700 en de jaren 1800 ging men de Duitse filosofie zowel negeren als verdraaien en werden dingen steeds onmiddelijker en gehaast en kwam er een veel materialistischere wereld. De wil moest onmiddelijk gehoorzaamt worden. De kennis werd bespottelijk gemaakt. In de overgang tussen de jaren 1900 en de jaren 2000, zowel een nieuwe
eeuw als een nieuw millennium, kwam er het tijdperk van de Nederlandse filosofie, oftewel de Aretaitische filosofie, waar we nu midden inzitten. Religie en filosofie wordt verzoend en van commentaar voorzien. Nederland heeft hele diepe Duitse, Franse en Spaanse wortels, en is ook Surinaams. Dat is in de geschiedenis zo gegroeid. Nederland is als het Suriname van Europe vanwege de multi-cultuur. Alles komt in Nederland samen. Dit alles komt samen in de tweede bijbel, de naam van het project. Waarom, zou je zeggen, waarom Nederland ? Omdat Nederland het duivelste land is wat er bestaat, vanwege chirurgische beroepsmarteling van de mens, wat juist subtiel gaat, verborgen, in het geheim, en hen die het is overkomen kunnen er niet vrijuit over praten, zoals verkrachtingsslachtoffers dat vaak ook niet kunnen. Deze chirurgische beroepsmarteling heeft zich verheven tot een soort van monnikenorde. Ze houden zich zelf namelijk ook zwijgzaam stil. Het gaat allemaal heimelijk. De doorsnee mens krijgt er geen informatie over. Het staat niet elke dag op de voorpagina van de krant. Ze kennen het niet, totdat het henzelf overkomt. Als kind zag ik de film 'Coma' waarin patienten telkens maar weer op een vreemde manier in een coma raakten door het medisch personeel. Het maakte toen als kind een enorme indruk op me. Er waren ook geheime zalen waar die lichamen geborgen werden. Dat is wat er in Nederland aan de hand is, en zij die hun mond zwijgzaam dichthouden wanneer hun medemens wordt onderdrukt, die is de volgende om onderdrukt te worden, maar ik zal het nog sterker vertellen : Als je buurman wordt onderdrukt en je denkt dat het jou niet is overkomen, dan is het je al overkomen. Geheel Nederland wordt in deze coma gehouden. Laat niemand zichzelf bedriegen. Geheel Nederland is al gezombificeerd door de geest van Mengele. Nederland is tegen populair geloofsgoed in het gevaarlijkste land ter wereld. Daarom moest ook wel de nieuwe filosofie juist uit Nederland komen. Hitler ging, Mengele kwam, en hoe. Met de dood van Mengele was het nog niet afgelopen, maar begon het pas, want hij zou net als Jezus door zijn heengaan zijn geest uitstorten. Natuurlijk vindt chirurgische marteling overal ter wereld plaats, maar Nederland is het land van de chirurgische marteling, bij uitstek. Ik heb in mijn werk al heel wat meegemaakt, tot het punt dat ik inzag dat alleen de Aretaitische filosofie de uitgang was, of doorgang. Areta is het pad van de geoefendheid van de eenling, wat al beschreven werd door de stoicijnen in bijvoorbeeld de Hercules mythes. Het is het pad terug tot de natuur, terwijl Kakia, het kwaad, de mens wilde verleiden terug te gaan tot stadse instellingen. Arete is een archetype van de inwendige moeder, de hogere mens zelf, de eigen verantwoordelijkheid. Kierkegaard stelt dat alleen in de eeuwigheid de mens volkomen tot individu, tot eenling, kan worden. Vandaar dat het belangrijk is de ervaring van de eeuwigheid te ontvangen en te ontwikkelen. Het individu, de eenling, is eeuwig. Er zijn geen reserves. Het gaat om de volkomen volharding totdat er geen weg meer terug is, oftewel de heilige onweerstaanbaarheid, en de heilige onontkoombaarheid, zoals ook gesteld wordt in het werk van Calvijn. Dit is dus niet zomaar een heilige gebondenheid, maar een eeuwige gebondenheid. Het moet dus diep genoeg gaan. De mens moet een ingebouwde automatische robotiek inbouwen zodat hij zichzelf niet meer kan bedriegen. De lagere, kudde volgende, mens bedriegt zichzelf al sjoemelende telkens weer. De mens moet dus tot een eeuwige worden om te kunnen overleven als eenling. Alle banden van tijdelijk materialisme moeten verbroken worden. Dat betekent werken totdat je niet meer kan werken omdat de nacht, of eeuwige nacht, is gevallen. Dat is waar alle ware oefening naartoe leidt : het automatisme, wat een soort natuur spasme is. Zo kan de mens niet door domme fouten uit het
schip vallen. Wel is er dus plaats voor het absurdisme, de heilige 'fouten' of eeuwige 'fouten' waarin de dwaasheid van de ongod wijzer is dan de wijsheid van de mens. Dat is een hele worsteling voor de onprofeet : 'Waarom maakte ik die fout ? Kijk wat het gedaan heeft.' Je moest die zogenaamde fout wel maken. De fouten van de ongod zijn namelijk beter dan de volmaaktheid der mensen. Dat is ook weer een onderwerp van de dialectische Duitse filosofie : de nauwkeurige keurigheid van schijnbare fouten. Nederland : het duivelste land, maar gelijktijdig het poortland voor de verdere Europese filosofische reformatie, want die moet er zeker komen. Dit is alleen iets voor de eenling. Het gaat dus om de filosofische ondergrond, zoals er altijd in de profetische beweging de profetische ondergrond was. De mens moet hiertoe een zekere inwijding ondergaan, geoefend worden door het Areta principe, diep in de mens zelf, wat terugleidt tot het Aretaïtische tijdperk van de natuurmens. Fichte stelde dat een eenling zich niet moest schamen voor zijn intelligentie, ook al zou hij de enige wijze zijn in een wereld van dommen. Maar hij die niet voor de waarheid kan lijden moet er ook niet aan beginnen. Natuurlijk vechten de dommen terug, en is de intelligentie van een eenling een belediging en bedreiging naar hen toe. Ze voelen zich zo in hun nakie gezet, bloot, verzwakt, onteerd, ontmaskerd. Maar de mens moet aandacht hebben voor wat er daadwerkelijk gaande is, en niet zomaar principes leren. Fichte streed tegen het zondaars-begrip dat iedereen een zondaar was en zo altijd zou blijven. Hij stelde dat een mens die dat van zichzelf zei dat ook wilde. Die mens wilde gewoon zondigen. Fichte had veel hogere idealen, maar werd daardoor arrogant genoemd. Hij raakte in grote strijd met de kerk vanwege zijn temperen van het zondaars-begrip. Fichte had veel hogere verwachtingen van het mens zijn. Natuurlijk had de mens zijn fouten, maar de mens moest zichzelf niet naar beneden gaan lopen praten de hele tijd, alsof het niet anders kon, want dat zou voor Fichte een teken zijn dat zo'n mens gewoon niet wilde veranderen. 'Denk je soms dat je beter dan ons bent ?' werd er tegen hem gezegd. Je kan het gewoon niet goed doen. Ook als je dan een beter mens wil worden wordt het gewoon niet geaccepteerd en wordt het hoogmoed genoemd. Maar zij zijn toch zondaren ? Dat geven ze dan toch toe dat ze door het vlees leven, en hoe kun je van zulke mensen dan godsspraak verwachten ? En is het dan niet hypocriet van die zelfaangestelde zondaren die van de zonde hun beroep hebben gemaakt ? De pot die de ketel verwijt ? Het is dus eigenlijk gewoon zondig in hun ogen om niet een zondaar te zijn. Je kan het nooit goeddoen zo. Eigenlijk moet je dan wel een zondaar worden om te breken met hun zondaarsbegrip. Er is dan geen andere weg. Dan ben je maar een zondaar in hun ogen, maar zij zijn dat toch ook ? Dat geven ze toch zelf toe ? Wat is het probleem dan ? De mens moest dus zondaar worden om met het bedriegelijke systeem van de beroepsmatigheid van de zonde te breken. Dat is wat de man is : een zondaar. Hij moest helemaal buigen tot de grond, en vuil worden, om zo tot de kennis te komen in plaats van tot geloof, om zo te belijden : Ja, ik ben een zondaar. Zo werd de man met schuld beladen. De man werd zondig verklaart omdat hij durfde met het systeem van de zonde te breken. Hij werd schuldig gesteld voor het aangezicht van de kennis. Was er een andere weg dan ? Ja, ik ben een zondaar, zei de man. Ik heb gerebelleerd tot het systeem van de aarde. Ik heb gebroken met de zonde, dus ben ik een zondaar. Mijn zondigheid wordt door
de vruchtbaarheid van haar kennis bevrucht, zodat er iets goeds uit voort kan komen. Nu tevreden ? Dat was wat de man zei. Hij was weggelopen van het systeem, nog steeds bevuild, en kwam zo tot de kennis, die woest was. Je zit er helemaal onder, jij zondaar. Hij had zich niet tegoed gedaan aan de zondige feestjes van de stad, maar had gehongerd. In de stad of net buiten de stad kruipen de van de zonde en gulzigheid dik geworden mannen naar de zonde toe en noemen het geloof. Ze kruipen door het stof, want zij zijn immers zondaren. Dat hebben ze geoefend, allemaal uitwendig. Ze hebben lopen pompen, hijgen, zweten, om maar uitwendige tekenen te ontwikkelen, omdat ze het inwendige hebben veracht. Het uitwendige, daar gaat het hen om, hun dikheid, hun rolmopserigheid, of hun gespierdheid is hun trots, en zo kruipen ze tot de zonde, want ze hebben hard gewerkt voor de zonde, klaar om hun beloning te ontvangen, en zo worden ze bevrucht. Nog ergere zonde zal er gebaard worden. Dat is een grote tegenstelling. Daar staan ze op stadse posters met veel stoom om zich tentoon te stellen, hun liefde voor de uitwendige zonde. Moet je dan zondigen om hiermee te breken ? Moet je fouten maken om te breken met een vorige fout ? De fouten van de ongod zijn beter dan het correcte van de mens. Het gaat over de relativiteit van fouten en van zonde. Wat voor de een zonde is is voor de ander het goede, en omgekeerd. Daarom moet de mens tot kennis komen. De mens komt tot kennis met allerlei onwetendheid, allerlei zonde, allerlei fouten. De kennis zal dan orde op zaken stellen. Dat is de kennis van goed en kwaad. Het begint in het innerlijke, en op een sobere manier zal dat gematigd naar buiten komen. Niet zoals de blaaskaken die zichzelf oppompen omdat ze zoveel lust hebben naar de zonde. Ze denken dat ze met al hun gepomp en geschrok de aandacht kunnen trekken van de zonde, maar wat is waarlijk zonde ? Ze werken zich hiervoor stuk in het uitwendige. Dan staan ze daar te pompen en te hijgen, en te pronken, maar hun intelligentie wordt steeds kleiner en vaagt helemaal weg. Het is het pad van de dommen. Snelle bevrediging door de zonde. Ze hebben niets anders. De zondaar had zijn excuus voor de zonde gevonden : hij zou altijd blijven zondigen. Fichte stelde hogere doelen. De mensheid kon zoveel meer zijn. Het werd hem niet in dank afgenomen. De mens bleef liever zondig. Hij wilde niet alleen theoretisch zijn, maar vooral ook practisch. Ik had een droom dat ik ergens was wat een mengeling was tussen het ouderlijk huis en mijn eigen gezin, een mengeling van twee families. Er was nogal een ingewikkeld sleutelsysteem waarbij je ook weer afhankelijk bent van de ander, en ik was blij dat ik zoveel familie leden had die altijd wel in de buurt waren, anders zou het systeem niet eens werken. Ik ging het huis uit, het oord, en ging over een overdekt terras, maar bemerkte ineens dat ik nog naakt was. Ik had me maar half aangekleed. Ik ging dus weer terug, en weer was er de opluchting dat de nodige familie leden in de buurt waren zodat het sleutel systeem zou werken en ik weer naar binnen kon. Bij de ingang was een kunstgedeelte met kunst van een vroegere levenspartner, die bij de familie hoorde, en het was allemaal fallische kunst. Het begon bijvoorbeeld bij een aap met een rechtopstaande staart wat een fallus uitbeeldde. Ook was er een rund die een fallus uitbeeldde en graaste, bedelende aan een rivier voor water en voedsel. Kant stelde in de jaren 1700 dat het kenvermogen van de mens de natuur vormt door de verbindende werkzaamheid, door de synthese, als onderdeel van de dialectiek, de driehoekslogica van stelling, tegenstelling en samenstelling. De natuur is dus in principe gewoon van binnen en niet van buiten. Nu is het zo dat de mens veel te snel tot de samenstellingen komt, de syntheses, veel te
snel conclusies trekt, ook veel te snel sex wil hebben en sex heeft. Het is allemaal parasitair, en er is geen oog meer voor de kunstvorm die erachter ligt. Weet de mens wat zijn voeten betekenen ? Weet de mens wat de fallus betekent, en de vagina, oftewel de Kant, 'cunt' in het Engels ? De voeten zijn de verzekeringen. Maar de mens verhinderd zijn voeten niet om zich daarin te verdiepen. Kant wees er op dat er een verborgen synthetische werkelijkheid was. Die kon de mens niet zomaar binnengaan. Alles moest maar snel snel bij de mens, en zo fabriceerde de mens een eigen werkelijkheid en drong dat aan de ander op. Ze drongen dus hun synthese op aan anderen, wat gelijkstaat aan mentale verkrachting. Kant stelde dat er daarom gekeken moest worden naar het object beseffende dat het niet de ware substantie was, maar een sluier. Deze revolutionaire benadering opende de poorten van de verborgen natuur, maar er kwam dan ook een pseudo-Kant die langs alles heenleefde. Je kan dus op twee manieren langs iets heenleven, door geestelijk, verdiepend, filosofisch te leven, persoonlijk, of door onpersoonlijk en onverschillig te leven, wat dan pseudo-Kantiaans zou zijn. Er werd dus een poort geopend, maar er gingen ook een heleboel valse poorten tegelijkertijd open voor geesten die de Kantiaanse filosofie zouden verkrachten en verdraaiien. Ze zouden zo een pseudo-werkelijkheid maken. Tijd en ruimte zijn synthetische verschijningsvormen, stelde Kant, maar niet het ding zelf. De mens moest dus door die sluiers heengaan. De wereld moest ontsluierd worden, en daartoe kwam Kant. Kant zei dat het kenvermogen tot een hoger niveau moest komen, namelijk de rede. Mensen hadden de zintuigelijke waarnemingen omgezet tot begrippen en zo tot oordelen, maar dat ging helemaal verkeerd. De mens moest boven deze objectieve kennis uitstijgen door de rede, wat in de gnosis de logos wordt genoemd, wat soms ook god genoemd wordt, of in dit geval juist de ongod, omdat er teveel pseudogoden zijn zodat je eerst een helder begrip moet krijgen van de ongod. Het gaat in Kant's filosofische stelsel niet om starre, dogmatische kennis, maar om reflecterende kennis, kenvermogen en oordeelsvermogen die ook religieus en ethisch geladen is. Newton stelde al dat er teveel muren worden gebouwd en te weinig bruggen. Daarom moet het kenvermogen kunnen reflecteren. Het moet een feedback kunnen geven aan alle bestaande systemen. Zo kunnen er ook weer lagere vormen wegvallen wanneer er hogere verbindingen komen. Door de reflecterende kennis kan er zo samenhang en context worden waargenomen. Alles moet telkens weer getoetst worden aan de hogere rede, en omdat de mens dat als zodanig niet kan moet de mens minderen tot robotisme. De mens moet komen tot het natuurautomatisme. Niet alle natuur automatismes zijn goed, dus daarom moet de mens eerst de absolute leegte in om aan zichzelf, zijn lagere vormen, te sterven, aan zijn wil ook, zoals Schopenhauer stelt. En Kierkegaard stelde dat de mens daarvoor tot gezonde vrees moest komen. De mens is te lichtzinnig en reflecteert er maar op los. De jaren 1800 moesten daarom gezonde voorwaarden stellen om het prikkeldraad te leggen om de Kantiaanse filosofie heen, want er werd inmiddels al flink misbruik van gemaakt, wat zijn hoogtepunt kreeg in de jaren 1900. De mens die niet aan zichzelf wil sterven kan geen ware filosoof worden, maar blijft gewoon een kind of een pseudo-volwassene, al dan niet pseudo-filosoof. Deze lijnen trekken dwars door de kerk en de new age heen. Niemand ontkwam dus nog aan het Kantiaanse fundament en model, zowel in goede vorm als in pseudo-vorm. De magie van Kant moest begrepen worden. Het begrip van potentieel gevaarlijke apparaten zoals die van Kant is essentieel. In intellectuele kringen werd Kant's filosofie standaard voedsel in de keuken. Dat ging ook niet zomaar meer weg, maar werd alleen maar verder verdiept. Immanuel Kant (1724-1804) was immers de grote verlichtingsfilosoof. Kant was zo'n beetje de Michael Jackson van de filosofie.
Kant ziet de filosofie als mentale architectuur. Alleen maar gelukzaligheid is niet het hoogste goed voor de rede, stelt Kant, want er moet waardigheid zijn, de juiste zeden, wat in de rede inbesloten ligt. De rede is dus niet hedonistisch, en de mens die het geluk wil mag zich afvragen : ben ik het waardig ? En wat is het ware geluk ? Is de ascese niet een weg die veel dieper gaat ? Kent de mens bijvoorbeeld het belang van pijn en verlies ? En is het geluk juist ook niet dat wat je aan de ander geeft ? Dit hoeft zeer zeker niet rechtsstreeks te zijn. Het kan ook heel subtiel gaan, maar vast en zeker. Het kan ook heel langzaam gaan, maar zeker. Wat is het ware geluk ? Volgens Kant is het een belangrijkere vraag voor de rede : wat is waardigheid ? Kant stelt in zijn Kritiek op de Zuivere Rede (1781), zo'n beetje de bijbel van de Duitse filosofische verlichting van de jaren 1700 en de jaren 1800, iets heel belangrijks. Kant schreef het toen hij achter in de 50 was. Hij stelt dat in de kinderjaren van de rede het als eerste dogmatisch is. Dat is ook niet zo vreemd, want het kind heeft nog geen begrippen om zichzelf uit te drukken, en gebruikt dan het weinige wat hij heeft of gewoon wat hem geleerd is. Dat kan dan heel bot overkomen, maar het kind heeft geen ander medium nog, dus de mens moet ook zeker door woorden heen kunnen prikken. Het kind spreekt dus in feite heel cryptisch en symbolisch, abstract. Dan komt de tweede fase waarin het oordeelsvermogen door ervaring voorzichtig is geworden en wijs, dus als tweede is het sceptisch. Maar dit oordeelsvermogen moet dan nog rijpen, volgroeien, door het toetsen en het vinden van vaste grond. Het is niet slechts getoetst, maar ook beproefd, dus eigenlijk zelfbeproeving. Dit houdt volgens Kant in dat niet de feiten van de rede beproefd en beoordeeld moeten worden, maar het vermogen en de deugdelijkheid van het systeem van de rede. Dat is volgens Kant de kritiek van de rede (A761 / B789), wat dus ook de naam is van zijn boek. Kant stelt dat de rede zich altijd moet onderwerpen aan de kritische rede. Zo niet, dan wordt de rede verdacht. Er moeten altijd weer kritische noten in de rede zijn, anders is het niet veilig. Kant stelde ook dat er een grotere eenheid is wanneer er een grotere verscheidenheid wordt toegestaan die elkaar ondersteunt. We zien hier ook de beginselen van een zeer divers natuur-communisme, die juist beter werkt door grotere verscheidenheid. Alles kan alleen in de juiste samenhang bestaan, in relatie tot (A683 / B711). Kant stelde dat juist in de grotere eenheid door de grotere verscheidenheid het doel zichtbaar zou worden. Kant stelt dan ook dat we de grootste eenheid moeten nastreven. (A676 / B704) Zo kan de rede zich als een bol loswrikken van elke valse grond. Kant stelde dat als er zo'n grote verscheidenheid is gekomen dat er niet meer de minste gelijkenis zou zijn, dan zou daarmee ook het klasse systeem niet kunnen bestaan. (A653 / B681, A654 / B682)
Hoofdstuk 17. de kantiaanse exodus Hegel (1770-1831), die min of meer door Kant was beinvloed, stelde in zijn belangrijke werk 'Femonologie van de geest' (1807), wat een vervolg is op Kant's basis boek 'Kritiek van de Zuivere Rede' (1781), dat tijd, alhoewel rusteloos en vloeiend, is ook tegelijkertijd de rust van de uitgebreidheid, als een metafoor van het onderscheidings vermogen van het denken. Tijd moet omgezet worden in begrippen. Tijd is leegte, voorwaarde, maar die moet verdiept worden. Tijd zweeft boven de wateren. De natuur, stelt Hegel, de tijd en de beweging, brengt het weten voort en zo het zelfbewustzijn, die gesplitst is in negativiteit, wat een reflectie is, als een onderscheidingsvermogen, en dit kan alleen het ik zijn door anders te zijn, en juist door het opheffen van het zelf is het het zelf. Hij stelt het in hoofdstuk 8, das abolute wissen, het absolute weten. Hij stelt dat deze zuivere negativiteit het splitsen is, en het begrip zelf, het zichzelf opheffende. Ook stelt hij dat het negatieve een abstractie is. Juist opdat het zich splitst is het het zuivere begrip. De materiële werkelijkheid is het ware leven niet. De materiële wereld is het grootste bedrog ooit. De mens wordt in een roes gehouden. Toch moet de mens door deze wazen de weg proberen te vinden. Drie jaar na de dood van Kant kwam Hegel met zijn femonologie van de geest als de aanvang van een nieuwe eeuw, de jaren 1800 (1807). Dit werk kwam om het werk van Kant te verdiepen. Kant was overleden en Hegel was opgestaan als zijn opvolger. Hegel stelt dat hoe meer contexten de mens gaat zien, hoe dieper de mens in het geestelijke wordt getrokken, terwijl de materialistische mens alles veruitwendigt en steeds meer in het uitwendige wordt getrokken en allerlei dingen vals voorstelt en zo ook het tegengestelde ervan wordt. De mens van de contexten wordt dus steeds geestelijker. Dit is in het kort waar hoofdstuk 8 over gaat. Hoofdstuk 7 gaat over religie, wat ook de naam van het hoofdstuk is. Meer zelfbewustzijn trekt ook dieper het geestelijke in, wat ook weer een herkenningsproces is, zelfs in tegengestelden. De mens bestaat uit tegengestelden en moet het toch leren herkennen als hetzelfde. Het religieuze bewustzijn is het absolute wezen die het onderscheid tussen het zelf en het waarneembare opheft. De mens moet het zich toeeigenen, inventariseren en assimileren, als onderdeel van zichzelf in een bepaalde vorm. We zien hier de mens dus als monster en roofdier op een meer aanvaardende manier. Het doet de metafoor van het roofdier in dit systeem inpassen, klaarblijkelijk. Dit is dus weer een zuivere negativiteit. Hierdoor wordt het weten zuiver innerlijk, wat het geheim is van het ontstaan van substantie. Hegel stelt dat er niveau's zijn waarop het goede niet het goede is en het kwade niet het kwade en dat ze op sommige niveau's samenvallen, in de zin dat het kwaad een abstractie kan zijn van het individu, het zelf, de eenling, en het goede een abstractie kan zijn van het zelfloze. Dit zijn niveau's waarop het goede en het kwade zijn opgeheven. Dit is volgens Hegel dus de zuivere negativiteit als
een onderscheiding. Hegel beschrijft het negatieve als het andere, als een andere, abstracte formulering van de werkelijkheid. Dit hele proces beschrijft ook het voor-zich-zijn, of jezelf weten in de andere. Hegel stelt dat het abstracte begrip religie dan van belang kan zijn om het zelfloze uit te beelden, wat ook een abstractie is van het goede. De mens moet namelijk ook hongeren om zichzelf te verliezen. Alles om ons heen is nog lagere vormen die afgeleid zijn van hogere vormen, dus dit al wel in zich dragen. Kant stelt in de Kritiek van de Zuivere Rede (1781) dat noodzakelijkheid zijn grenzen moet hebben, opdat er genoeg ruimte is voor afleiding, en dat de ware noodzakelijkheid altijd een grotere eenheid, oftewel een grotere context, als doel heeft (A617 / B645). De mens staat oog in oog met oneindig sluwe bacillen. Het gaat erom te werken en te bouwen aan het grote niets, omdat het iets vals is geworden, af is geweken, door de dictatuur van de kerk en het materialisme, die de materie als uitgangspunt heeft. Hiertoe schreef Kant zijn boek : de Kritiek van de Zuivere Rede, wat Schopenhauer het belangrijkste boek van de Duitse filosofische reformatie van die tijd noemde. Luther stelde dat er een nieuwe god moest komen, omdat de god van de katholieken materialistisch was en niet open voor het hogere geestelijke. Maar het protestantse systeem wat in de jaren 1500 kwam opzetten had veel meer nodig om los te breken. Met Kant kwam die nieuwe 'God', de Rede, wat al door de filosoof Spinoza was gesteld. Deze 'God' was zowel de Rede als de Natuur, niet meer de mens als centrum. Voor de mens die altijd zichzelf als God had gezien was dit een hele vreemde God die gekomen was, de Kantiaanse God. Maar deze God sloeg in als een bom. Niemand kon nog aan deze God ontkomen. Het was een buitenaardse werkelijkheid die zich opdrong aan de onderdrukte aarde. Het was een grote bevrijding voor de aarde en het denken van de mens. De Kantiaanse God was zelf-verantwoordelijkheid, maar dat was juist de poort tot vrijheid, want wie anderen zou bevrijden zou zichzelf bevrijden. Kant was dus een grote verzetsstrijder tegen de tirannie van de kerk en het materialisme. De Kantiaanse God kwam niet zozeer met profeten, maar met filosofen. Er was dus een tweede Luther gekomen, die ditmaal niet slechts zijn stellingen op de kerkpoort plakte, maar de kerkpoort openbrak. Kant rekende ermee af, met het hele sluwe kerk systeem van die tijd. Op dit fundament mogen wij nog steeds doorbouwen. Het was een historische doorbraak en overwinning. Er was een nieuwe bijbel gekomen, namelijk die van de filosofie. De Kantiaanse God wond er geen doekjes om : de hele werkelijkheid was slechts een verschijningsvorm, en vals, en daarmee ook de kerk. De kerk had bij voorbaat de strijd al verloren. Kant gooide de poorten van de kerk wagenwijd open en er was een grote uittocht. De filosofische exodus uit de gevangenschap van de christelijke kerk was begonnen, en niemand kon het nog stoppen. Wel waren er dus veel mijnen gelegd aan weerszijden van het pad, en zouden er als gevolg vele pseudo-Kantiaanse bewegingen ontstaan. Ook de Kantiaanse God zou verdraaid worden, en het zou zijn hoogtepunt hebben in de jaren 1900 en daarna de jaren 2000. De mens moest terugkeren tot de Kantiaanse God. De mens was van het pad afgeweken. De mens moest dus terugkeren tot de jaren 1700 en 1800. Hier lag een belangrijk fundament, een belangrijke oorsprong, waarvan de mens was afgeweken. De jaren 1900 en de jaren 2000 waren de jaren in de klauwen van de oneindig sluwe bacillen die het aardrijk opnieuw hadden bedrogen. In de jaren 1700 en 1800 ligt de mens tussen kerk en materialisme in. Hier tussendoor ligt een pad. De exodus moet zich verdiepen, dieper de wildernis in van 1700 en 1800, om zo niet net zoals Mozes overmoedig een stad te bouwen. De mens moest volhouden in het hongeren, totdat de mens aangekomen zou zijn in het Kantiaanse beloofde land.
Er kwam een nieuw begrip over god, want het oude begrip deugde niet. De Kantiaanse God als opperwezen had niets met een ik of jij te maken in eerste instantie, maar met de hogere natuur rede waaraan allereerst het zelf moest sterven. Uiteindelijk moest dit wel het hogere zelf zijn, maar dit was meer een abstractie, een bewustzijnsniveau en had weer niet met ik en jij te maken. De mens moest de valkuilen zien van het ik en jij. In het christelijke kerkelijke godsbegrip was god de grote jij of hij, maar stiekum het ik, het lagere denken van de mens zelf die alles op de ander projecteert om er vervolgens zelf mee weg te rennen. Het gebed is slechts symbolisch om jezelf af te stemmen op de Rede of Kantiaanse God, die dus ook al door de bijbel heenliep, omdat ook de profeten de mens al waarschuwden dat het materialisme een waan was. Maar materialisten beschuldigen vervolgens de geestelijke mens van wanen, en zo worden de profeten gedood door de monsterlijke mammon, oftewel in de bewoordingen van Kant een pseudo-rationaliteit. Kant beschreef deze pseudo-rationaliteit als een gemakszuchtig wegkieperen van de voorwaarden en dan het gebrek aan het begrijpen maken tot een volkomen begrip, net zoals een koopman zijn vermogen niet kan vergroten door een paar nullen achter zijn kassaldo te zetten. Hegel stelt dat de substantie zijn waarheid heeft in het eenvoudige, het simpele, ontdaan van alle voorwaarden, om zo onderscheid te maken wat dan weer in het innerlijk wezen wordt verdelgt, en dat deze verzekering van verzekerdheid zijn bevestiging heeft in vergeetachtigheid. Dit maakt men vervolgens toegankelijk door het openbare handelen, en zo ontstaat de wet van familie en staat, een zeer vroom wezen, zeer passief en doods, en daardoor een onverschillige onwerkelijkheid. Hegel stelt dat het een god is die zich absoluut niet vies wil maken, de schone god genoemd, die spreekt door een van de dubbelzinnige zusters van het noodlot, die de mens door valse beloftes tot misdaad aanzet, met een gespleten tong. Ze geeft de mens valse zekerheden en valse betekenissen. Alles werd verstrooid en vereenvoudigd, en daarom streden de intellectuele filosofen al sinds de oudheid hiertegen. De mens had afgedaan van het hogere systeem van de rede en betaalde er een zware prijs voor. Hegel sprak : Pas op voor de acteur en zijn masker, want die individualiteit kleeft er maar slechts heel oppervlakkig aan vast, zeer gedachteloos en inconsequent, als onwaardige toevalligheid en daardoor niet-wezenlijk. Kant stelt dat hoeveel het begrip van een object ook bevat, dat de mens er toch bovenuit moet gaan om er existentie aan te verlenen. De mens die dit niet wil gebruikt volgens Kant tautologieën, oftewel zegt telkens hetzelfde in verschillende bewoordingen en voert dat in zichzelf aan als bewijs, en deze verwisselende illusie is tegen vrijwel iedere correctie bestand. Vandaar dat Schopenhauer ook stelt dat de wil moet sterven. Er valt namelijk niet te discussiëren met een redeloos mens, omdat de redeloosheid vaak een kwestie is van de wil. Wel is het dus zo dat alleen kennis de wil kan onderwerpen, maar deze kennis moet allereerst op het zelf betrokken worden. Daarom is de filosoof vaak gedoemd tot geheimhouding, en mag zichzelf vaak niet verdedigen. Als we dan bidden om de uitstorting van de Kantiaanse God, dan bidden wij eigenlijk om een uitstorting van de Rede, wat in principe gewoon een afstemming is op de Rede. Wij mogen zo tot kanalen van de Rede zijn en ook gelijkvormig worden aan de Rede, opdat wij tot filosofen worden, wat de waarlijke uitverkiezing is. Toen Mozes ergens in de woestijn stopte om daar zijn eredienst te houden en tabernakel op te zetten in overmoed was het dus eigenlijk Immanuel Kant die hem stopte en zei dat het volk verder moest gaan tot het beloofde land, niet op te geven in het hongeren, want in Jesaja werd de komst van
Immanuel letterlijk geprofeteerd als degene die boter (melk) en honing zou eten, als een beeld van het beloofde land. Immanuel zou het volk leiden tot het beloofde land : Jesaja 7 13 Toen zeide hij: Hoort toch, gij huis van David. Is het u niet genoeg mensen te vermoeien, dat gij ook mijn God vermoeit? 14 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven. 15 Boter en honig zal hij eten, zodra hij het kwade weet te verwerpen en het goede te verkiezen. 16 Maar voordat de jongen weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land ontvolkt zijn. Mozes mocht namelijk vanwege zijn overmoed niet tot het beloofde land gaan. Immanuel zou de mens verder leiden, wat door de christenen werd gezien als de komst van Jezus, maar de Israelieten zagen Jezus als een afgod en valse profeet, dus voor hen was dat niet de vervulling van hun profetie. Het land zal ontvolkt zijn wil zeggen dat het alleen voor de eenling is. De Rede kan namelijk alleen ontvangen worden door de eenling die zelf-verantwoordelijk is geworden, alhoewel dit een bewustzijns-begrip is en niet een daadwerkelijke ik is. Het gaat hier dus om een principe als onderdeel van de Rede. Immanuël betekent 'God met ons', maar God, el, betekent in de wortel de omdraaiier. Het is dus inderdaad de Kantiaanse God die de pseudo-werkelijkheid door de filosofische lens terugdraaide tot de oorsprong. Mozes zei dus tot het volk : Laten we hier stoppen om ons een stad te bouwen en een naam, maar Immanuel Kant zei : Laten we verder gaan en blijven hongeren in de wildernis, opdat we uiteindelijk tot het beloofde land van melk en honing zullen komen. Treffender kan deze profetie niet zijn. De mens moest nog meer minderen en nog meer loskomen van het materialisme, want het was het pseudo-terrein buiten het paradijs. Je kon hier niets vertrouwen. Daarom moest Immanuel Kant de mens tot een groter niets leiden. De mens moest loskomen van het overbodige, het pretentieuze. Hoofdstuk 18. newton's wereld In Mattheus 1 in het NT is Immanuel verbonden aan de komende redding van het volk. Ik had een droom waarin ik in een Kantiaanse wereld was, een parallel wereld, waar ik vroeger ook veel over gedroomd heb. Er waren allerlei betrokken hulp organisaties die de mensen opzochten en de mens van hun verslavingen afhielpen, zoals ook sex verslaving en verslaving aan verkeerde boeken enzovoorts. Ze zochten mensen aan huis op. Het waren Kantiaanse hulp organisaties die niet star en
dogmatisch waren, maar juist fantasie rijk, want ze deelden ook bijvoorbeeld posters uit. Ik kon me herinneren dat ik ooit een grote poster kreeg wat een beetje leek op de wereld van Winnie de Poeh voor dertig procent, en misschien voor 40% op de wereld van Rayman. Het hing aan de linkermuur van mijn slaapkamer, naast een kist met wat andere spullen. Er waren veel oorden van die hulp organisaties, en er was telkens veel natuur omheen waar mensen konden wandelen. Er was ook een gebouw wat een hele lange gang had en helemaal doorliep tot de ingangshoek van het station. Aan het einde van de gang was de kamer van een meisje, en er stond daar een computer, en op het bureaublad was een foto van de ingangshoek van het station, maar je zag daarop gewoon de mensen die daar tegelijkertijd liepen, dus meer als een soort camera effect, een soort 'live' effect. Er begon toen een soort van tune te spelen waar ik even later ook mee wakker werd, wat ik beschouwde als Kantiaanse muziek. Mozes stopte te vroeg in de woestijn, en zei : 'Mensen, dit is het,' maar Immanuel Kant zei : 'Laten we verder trekken, mensen, dit is het nog niet.' Immanuel Kant zag het grote boeren bedrog, de leugen van de pseudo-realiteit die de kerk had opgezet, ook al hadden sommige kerkelingen een vleugje intellectualiteit. Het trekt door de bijbel heen. Het is soms zeer bruikbaar, maar de mens moet verder. Immanuel Kant stelde in de jaren 1700 dat er veel grotere parallelle realiteiten waren, en dat de mens door alle verschijningsvormen om hen heen moesten prikken, maar wat zal er nog overblijven van die mensen ? In hoeverre zijn de mensen zelf verschijningsvormen die weg zullen vallen ? 'Boter en honig zal hij eten, zodra hij het kwade weet te verwerpen en het goede te verkiezen. Maar voordat de jongen weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land ontvolkt zijn,' stelt Jesaja over Immanuel, dus wij komen alleen tot het land van melk en honing als wij los zijn gekomen van de massa's. De mens wordt dus tot het uiterste beproefd. Maar de mens wilde niet luisteren en volgde Mozes. Jeremia riep : Gaat uit van die stad, maar de mens wilde niet luisteren, en ze maakten zichzelf een Jezus, zodat ze niet meer hoefden te leren. Ze maakten zoals Immanuel Kant zei 'van hun gebrek aan begrip een volkomen begrip', gewoon door de leegtes in hun rede op te vullen met voortijdige begrippen. Waarom nog leren als je kon geloven. Ze volgden een rode joker met een rode slaapmuts die nogal snel stierf en snel weer opstond, om zo niet te hoeven hongeren. Ik zag deze joker in een droom, bloedend aan het kruis, en die kwam er ook weer snel af. Van deze snelle magie die niet mindert, die niet hongert, maakt de mens graag gebruik. Dood en leven is allemaal goed, maar graag geen honger. Dood en leven past allemaal perfect thuis in hun materialistische denkbeelden. De mens wilde niet ervaren en leren kennen. De mens wilde gewoon geloven. De Rede denkt in voorwaarden, waar het zintuigelijke met het onvoorwaardelijke als absolute denkt te beginnen, stelt Immanuel Kant. Hierin raakt de Rede allereerst verstrikt, in de pseudo-realiteit, in het schijnbare. Toch is de Rede dan bepalend en niet bepaalbaar, omdat de Rede een noodzakelijkheid is en het enige werkelijke. De Rede is niet onderworpen aan het tijdelijke en materiële experimenten. Dit is dus de vrijheid van de Rede. De Rede is haar tijd ver voor, omdat zij eeuwig is. De Rede is onafhankelijk van de zintuigelijkheid, wat Immanuel Kant stelt als de definitie van vrijheid. De mens is een verschijning, maar de Rede is dat niet. De Rede is ook niet slechts begeleidend, maar op haarzelf, ook wanneer het zintuigelijke dwars tegen haar ingaat. De voorwaarde die in de Rede ligt is niet zintuigelijk, dus heeft ook geen begin, en is daarmee ook niet onderworpen aan zintuigelijke pseudo-voorwaarden en aan bepalingen in de tijd door een voorafgaande oorzaak. De voorwaarde van de Rede zweeft hierboven als een bol. Ze is hierdoor ook niet onderworpen aan
chronologie, aan opeenvolging in tijd. Dit is hoe Immanuel Kant de Kantiaanse God beschrijft. Daaronder ligt de woeste zee van de pseudo-voorwaarden, waar ook de Rede in was geworpen en in verstrikt was geraakt, maar zij was er nooit een deel van geweest. Het was alleen om haar op te wekken. De woeste krachten van het geloof zijn dus slechts de brandstof van de kennis. Zij rangschikt en inventariseert alles en draait het tot gebruik en nut. Zoals de god El ook al de Draaier werd genoemd in de Hebreeuwse worteltekst, en in het Grieks is zij als logos de Rede in de beschrijving van god in het NT in het eerste hoofdstuk van Johannes. Ook in de Aramese grondtekst is god de Rede : Johannes 1 1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Aramees : In het hoofd was de Reden en de Reden was bij God en de Reden was God. Reden is mlh, en God is alah. Immanuel Kant stelt dat de Rede dus zelf de voorwaarde is voor iedere handeling waarin de mens zichzelf als verschijning manifesteert. De Rede volgt dus niet de orde zoals die zich voordoet in de verschijning, stelt Immanuel Kant, wijkt niet voor materiële regels en hun voorwaarden. De Rede is dus in dat opzicht een rebel tegen de verschijningsvorm, tegen de lagere pseudo-realiteit. We kunnen stellen dat de Rede zich dus ook niet onderwerpt aan bepaalde taalregels die de mens heeft opgesteld. De Rede bepaalt zelf welke taal zij gebruikt, en wanneer en hoe, en met welke voorwaarden. Ik heb er lang over nagedacht en gebeden hoe de poort tot het Kantiaanse werd geopend, en tot het Kantiaanse land, of wereld of parallel, waar ik al zo lang telkens over droomde. Ik kreeg toen een droom over Isaac Newton, een theologische natuurfilosoof uit de jaren 1600 en 1700 (1643-1727), die drie jaar na de geboorte van Immanuel Kant overleed. In de droom zag ik dimensies in elkaar overvloeien als regenbogen, buitenaardse stralen die elkaar kruisten en geboorte gaven aan nieuwe dingen, en vervolgens gaven vele filosofen van die tijd hun commentaren. Hij haalt 2 Koningen 17 aan : 15 Zij hadden zijn inzettingen veracht en zijn verbond, dat Hij met hun vaderen gesloten had, alsook zijn vermaningen, die Hij tot hen gericht had; zij hadden achter de ijdelheden aan gelopen, zodat zij tot ijdelheid werden, en achter de volken aan, die rondom hen woonden, ofschoon de Here hun geboden had niet te doen zoals deze. 16 Zij hadden al de geboden van de Here, hun God, verlaten en zich gegoten beelden gemaakt, twee kalveren; ook hadden zij gewijde palen gemaakt, en zich neergebogen voor het gehele heer des hemels en de Baäl gediend. Daarvoor staat er : 7 Dit nu is geschied, omdat de Israëlieten gezondigd hadden tegen de Here, hun God, die hen uit het land Egypte geleid had, uit de macht van Farao, de koning van Egypte, en omdat zij andere goden hadden vereerd 8 en gewandeld hadden naar de inzettingen der volken die de Here voor het aangezicht van Israël verdreven had en naar die, welke de koningen van Israël hadden ingesteld. 9 De Israëlieten hadden bedacht wat tegenover de Here, hun God, niet recht was: zij hadden zich
offerhoogten gebouwd in al hun steden, van de wachttoren af tot de versterkte stad toe; 10 en zij hadden zich gewijde stenen opgericht en gewijde palen op elke hoge heuvel en onder elke groene boom. 11 Daar, op alle hoogten, hadden zij offers gebracht, evenals de volken die de Here voor hun aangezicht had weggevoerd; zij hadden slechte dingen gedaan en daardoor de Here gekrenkt; 12 zij hadden afgodendienst bedreven, waarvan de Here tot hen gezegd had: Zo iets zult gij niet doen. 13 De Here had Israël en Juda gewaarschuwd door alle profeten, alle zieners: Bekeert u van uw boze wegen en onderhoudt mijn geboden en inzettingen, volgens de gehele wet die Ik uw vaderen heb geboden, en door mijn knechten, de profeten, u heb doen overbrengen. 14 Maar zij hadden niet geluisterd doch zich even hardnekkig betoond als hun vaderen, die niet vertrouwd hadden op de Here, hun God. 15 Zij hadden zijn inzettingen veracht en zijn verbond, dat Hij met hun vaderen gesloten had, alsook zijn vermaningen, die Hij tot hen gericht had; zij hadden achter de ijdelheden aan gelopen, zodat zij tot ijdelheid werden, en achter de volken aan, die rondom hen woonden, ofschoon de Here hun geboden had niet te doen zoals deze. Newton was unitarisch en ariaans, dus die zocht naar bruggen en geheime boodschappen in de bijbel, dus beschouwde het niet orthodox. We zien in bovenstaande tekst dat de exodus ergens halverwege vastgroeide en dat de Israelieten materialistisch bezig waren in hun steden en dieren offerden, wat wel zo barbaars en primitief was dat ze daarmee in wezen afgoden, demonen vereerden, en niet de rede. Newton zegt dan dat er verschillende lagen in de tekst zijn, trouwens net als in de grondtekst, en hij stelt dat de ware God werd aanbeden gewoon door middel van de twee kalveren, dus niet dat de twee kalveren nu zozeer God waren, maar een soort van medium, om tot God te komen. Het kan dus volgens Newton ook een mengeling zijn geweest van de aanbidding van de ware god en ook de valse goden. Hij redeneert zo ook een beetje vanuit Jerobeam's institutie die dan eigenlijk de lagere klasse van de bevolking, die dus geen levieten waren, aanstelde als priesters van die kalveren, en zo was dat dus niet zo'n zware zonde als dat van de heidenen die rechtstreeks de valse goden dienden. Newton stelde dus dat die twee kalveren er juist voor zorgden dat de ware God toch nog werd bereikt. Zo was dat nu eenmaal in hun natie dat de kalveren werden aanbeden als hetzelfde als het aanbidden van de ware god, stelde Newton. Zo was dit nu eenmaal gegroeid en het had diepere betekenis. Zij aanbaden dus de ware god in of door de kalveren, en niet de kalveren zelf. Het was een soort middel of instrument, wat voor betekenis het dan ook had. De kalveren waren dus slechts een soort van 'bij wijze van spreken', terwijl het slechts schijnbaar leek alsof ze die kalveren zelf aanbaden. Het had dus te maken met de taal en de metaforen van die tijd, de terminologie. In wezen, stelde Newton, waren die kalveren slechts toegewijd aan god. Newton legt dit vervolgens uit via Richteren 17, dat dit zelfs een heel erg bijbelse gedachte is, want Micha's moeder wijd daar elfhonderd zilverstukken toe om er een gesneden en gegoten beeld van te maken voor Jehovah, god. Later nam de stam van Dan deze goden weg, maar Newton stelt dat het om het principe van de ziel gaat, de motivatie erachter. Volgens Newton was het gewoon een kunstvorm als een herinnering, zoals de kalveren de mens moesten wijzen op de diepere, onzichtbare realiteit, en de exodus, dus het kon zowel goed als slecht gebruikt worden. Dan heeft Newton het erover dat zij die zouden offeren de kalveren moesten kussen, om zo onderscheid te maken tussen god en het offer. Ook de offers moesten god kussen. Hij haalt daarvoor Hosea 13 aan : 2 Zij maken zich gegoten beelden van hun zilver, afgodsbeelden, naar eigen inzicht, alles het werk van metaalbewerkers. Men zegt van hen: De mensen die offeren, kussen kalveren.
Dan stelt Newton dat in Hosea 4 Israel een hoer wordt genoemd. Newton stelt dat als de Israelieten afgodsbeelden maken vanuit hun eigen wil, dan is het verkeerd, maar als ze het doen om de ware god te dienen, dan is het goed, als God zelf het hen heeft opgedragen. Newton interpreteerde het boek Openbaring als de val van het katholieke systeem. Hij stelde dat hij was uitverkoren door God om de bijbelse profetieën uit te leggen, want die hadden een diepere betekenis, en hij stelde dat hij de sleutel daartoe had ontvangen. Hij schreef hiertoe niet alleen exegetische teksten maar ook alchemistische teksten gewijd aan de natuurfilosofie, en daartoe verzamelde hij ook andere alchemistische teksten, bijvoorbeeld van William Bloomfield, een alchemistische natuurfilosoof opgenomen in Ashmole's Theatrum Chemicum Britannicum van 1652. In zijn alchemistische teksten stelde Bloomfield op prozaïsche en psalmistische wijze dat de planeten op zich ons geen toegang zullen verschaffen, maar alleen de diepere betekenissen, en die zullen ons eerst door de hel leiden, en dan pas tot de hemel. De filosofische mens wordt eerst geleid tot een plaats tussen leven en dood waar over al deze dingen gediscussieerd wordt. Hier moeten dingen opgelost worden en gescheiden, ook onderscheiden, maar dit mag niet op een corrosieve manier gaan, op een manier waardoor dingen totaal vernietigd of onherstelbaar beschadigd worden, manieren dus die door wijze filosofen worden geweigerd. Newton's mandaat is : meer bruggen bouwen, minder muren. De mens moet op zoek gaan naar het potentieel van dingen, en niet alles allemaal bij voorbaat geheel afwijzen. De mens moet leren begrijpen en leren ermee werken, nut te vinden. Bloomfield stelde : Er lopen meerdere natuurlijnen door dingen heen, parallelle werelden zogezegd, dus we kunnen niet alles zomaar geheel wegkappen, want dan kappen we meer weg dan ons lief is. Zo is dat dus ook met de theologie : Leer de natuurlijnen erin te ontdekken en werk ermee, als met een medicijn. Dat is de boodschap van zowel Newton als Bloomfield, en dat werd later door Kant uitgewerkt : Kijk niet zomaar naar het object als een bestaand object, maar zie het als een verschijningsvorm en niet het eigenlijke ding, want dat ligt achter de sluier. De manier waarop we met dingen omgaan bepaald dus of het afgoderij is of niet, in Newton's woorden en exegese. Niet het ding op zich bepaald of het afgoderij is of niet. In 'Bloomfield's blossoms' stelt Bloomfield dat de mens geleid moet worden door de rede. De mens moet leren vanuit moeder aarde te werken om zo vrij te komen, want als natuur met de natuur werkt dan kent het werk voltooiing. Dan wordt er ware betekenis gevonden, en bereikt het het zaad. Als de monon (mnn, mn), oftewel de eenling, komt tot de draaier, el (Hebreeuws), oftewel de parallelle tuner, dan is dat de stoicijns-hebreeuwse betekenis van mn-el, mnl, oftewel Immanuel, maar het heeft veel diepere Egyptische wortels, de verborgen ondergrond van de stoïcijnshebreeuwse filosofie. Imman, met de mn-wortel loopt helemaal terug tot de dodentochten van ra door de onderwereld, waarin ra op zijn boot beschermd wordt door de mn-slang, de mehen (mhn, mn), wat de draaier betekent, en wat dus dezelfde betekenis heeft als el in de worteltekst. Juist door de mehen kon ra tochten maken door de onderwereld en sloten openmaken. Immanuel is dus de verbinding tussen de Egyptische draaier en de Israelitische draaier : mehen-el. Ook Mozes wijst op de slang in de woestijn, want de slang is een beeld van de draaier, oftewel de parallelle tuner, het veranderen van het perspectief. Hier ging het pad verder. Mozes wees op mehen-el, op Immanuel, als zijnde het diepere Egyptische fundament. Ook Osiris is beschermd door de mehen-slang in de onderwereld om zo de vijanden van ra te vernietigen. Je zou ook kunnen stellen dat de mehen en de monon in het Nederlands voorkomen als de mannin, een naam van Eva, die de man moest
beschermen om hem in haar gedaante als de draaier, de slang, door de kennis wedergeboren te laten worden in de parallelle wereld. Door mehen, mn, werd ra ook uiteindelijk tot amun-ra, oftewel de verborgen ra, amen-ra, de eenling ra, waardoor hij boven de massa's was uitgestegen, wat ook een Egyptische vorm en oorsprong is van Immanu-el. Dit uitstijgen boven de massa's komt in het NT terug in het boek Efeziërs waar de gemeente in Immanuel (Jezus) gesteld is boven de regeringen, overheden en machten van de lagere aardse gewesten. Dan staat de mens voor de zee van de jaren 1900 en 2000, en dan zal deze zee gesplitst moeten worden, opdat er een doorgang is tot diepere wildernis. Hoofdstuk 19. Niet : Er zij licht, maar : Er zij duisternis Ironisch gezien is dan Immanuel Kant, de grote draaier die aan het wiel der realiteiten stond, zelf ook een verdraaiing van iets. In het tweede bijbelse onderwijsboek 'Rigil Kent ontsluierd', stelt namelijk in hoofdstuk 3, de etro lens : 'Areta was het voortijdse babylonische Afrika, maar dit werd verdraaid van Areta, r'ta, rt, tot Thora, tr, de joodse wet. Op deze basis werd Name, nm, het voortijdse roshlandse Afrika, verdraaid tot man en manna, mn, oftewel de patriarchische verborgen kennis die je moet opkopen, en waarin mannen altijd voorrang hebben.' Immanuel Kant is dus een groot enigma van de jaren 1700 wat slechts een code is van iets veel diepers. Laten we kijken wat de verdraaide nm-wortel is. Dit wordt besproken in hoofdstuk twee van Rigil Kent ontsluierd : 'Nms, nhm, name is een Aramees woord voor wet, maar ook voor zintuig. Omdat er zoveel Egyptologie door de tijden heen verloren is geraakt ligt deze verloren kennis gecodeerd in de dochters, de vruchten, van Egypte : het Aramees en het Hebreeuws. Vandaar dat deze twee talen heel belangrijk en ondersteunend zijn om een beter zicht op het verloren gegane Egypte te krijgen, en dat is weer belangrijk om terug te keren tot het voortijdse Afrika. Dit is een tocht die de mens moet maken, terug tot de oorspronkelijke natuur, terug tot het paradijs, want nu leeft de mens buiten de poorten van het paradijs in het gebied van de trickster, de misleider. Er waren verschillende gebieden in het voortijdse Afrika, zoals Irad, Sur, Oan en het voortijdse Egypte deel. Nahme is ook
weer voortijds Afrika, wat nog deels bestaat als Nahm-ibia, Namibia in het zuid-westelijke Afrika van vandaag. Het betekende 'wet', net zoals in het Aramees, en ook de materie van de informatie, als een boodschap en een leger wat uitgezonden wordt, als het immunologisch systeem van de natuur, wat overigens ook in Egypte de diepere betekenis is van de wet. Het woord 'materie' is dus misleidend, selectief, natuurvrezend, een truuk van het Romeinse wereldrijk. Het Engelse wereldrijk bouwde daar vrolijk op voort, allemaal ten koste van de indianen. De 'namerie' ligt dus dichter bij de waarheid, want dan krijg je het totaal-plaatje te zien. Ben je een materialist, of een namerialist ? De namerialist ziet de diepere natuur en kennis die achter alles verborgen ligt, en is DAAR op gericht, de veel verfijndere natuur-namerie. Zo ziet de namerialist verloren gegane geschiedenissen en de voortijden, en kan daar zijn leven aan schaven, om zo raadsels op te lossen. Zo gaan de poorten van het paradijs wijd open, maar het paradijs is niet wat de westerse mens denkt dat het is. Het is niet religieus en het is geen luilekkerland, maar een school en een slagveld. De mens moet een tocht maken door de onderwereld en het verloren gegane paradijs ontdekken, de namerie. Wat een rijkdom is het, maar wat een hoge prijs moeten we daarvoor betalen. En daarom doen velen dit niet. Ze zijn materie-zoekers, geen namerie-zoekers. Daarom heb ik een grote liefde voor Suriname, niet alleen omdat ik met deze cultuur opgroeide, maar ook omdat hier nog steeds het voortijdse Afrika in is gecodeerd. Cuwr of Sur is namelijk het voortijdse Afrikaanse Israel, en Name is het voortijdse Afrikaanse Roshland, het land van de beginne (vgl. Rusland), wat een diepgaande en levengevende filosofie had over de namerie in plaats van materie. Suri-Name draagt nog steeds deze twee paradijselijke gebieden in zich. Helaas heeft het moderne materialisme veel Surinamers meegesleurd. Er zijn dus twee Surinames : het materialistische Suriname en het namerialistische Suriname. Groot verschil.' Name, nm, is dus de verfijnde, geestelijke substantie van de rede, wat nog steeds gecodeerd ligt in twee name-landen : Nam-ibia in Afrika, en Suri-name in Zuid Amerika.' El is dus de draaier in de Hebreeuwse wortel, die dus nm, de substantie van de rede, heeft omgedraaid tot mn, zodat het immanuel werd, in plaats van nm-el. El komt van ila, de honger, het minderen, de eenling, in de voortijd. Oorspronkelijk was immanuel dus nm-ila, het principe van het pad van de hongerende eenling die zo tot de verfijnde substantie van de rede komt, wat ook het principe van de draaier is. 'Zij draait haarzelf om om de honger te brengen.' Dit gebeurde toen Sarah de opgroeiende Izaak van de borst moest laten ontwennen. Vandaar ook : Suri-name. Suri is de Orionse of voortijdse naam voor Sarah. Het omdraaien van de moeder om haar borsten voor haar kind te verbergen is een onderdeel van de opvoeding, oftewel de pedagogiek, opdat het kind tot name komt, de substantie van de rede. Namibia, oftewel Name-b, is de diepte (b, voet, egyptisch, voortijds) van de verfijnde substantie van de rede. In het voortijds is de B niet alleen verbonden aan de voet, maar ook de billen en de baarmoeder, wat allemaal symbolen zijn voor de diepte, en wat 'tederheid' betekent. Ook de letter M kan in het voortijds de voet betekenen, als een soort vrouwelijke Mozes, als de godin van deuteronomium, een soort van wetmatigheid, wat ook weer terugkomt in het Egyptisch, want m, ma, is de wet. Deuteronomium staat ook voor de verdonkering van de vrouw ter bescherming van het kind, oftewel de duisternis, het verborgene, de obscuriteit. Zonder de verdonkering van de vrouw, en van de moederborst, zou het kind nooit kunnen ontwennen van de moederborst, en zou het kind zo geen eenling kunnen worden om zo niet tot de verfijnde substantie van de rede te kunnen komen. Dan zou er dus zelfs geen bestaan mogelijk zijn
geweest. Ik droomde over de eerste scheppingsdag die hiermee verbonden was, dus de eerste scheppingsdag zei niet : Er zij licht, maar : Er zij duisternis. En dat is de ware tederheid van de moeder, haar genuanceerdheid, om haar kind te beschermen. Wij mogen zeggen : Dank u wel, moeder, voor de duisternis in ons leven. Hoofdstuk 20. bespreking boek 19 en boek 1 van de vur De bedriegelijke m-n taalstring ging heersen als 'man' in het westen. Je wordt nota bene bedonderd waar je bijstaat weer. En dat terwijl de man oorspronkelijk het receptieve deel was van de rede, het luisterende deel. Een man staat niet boven een vrouw. Dat mag duidelijk wezen, en het is al vaak gezegd. De m-n taalstring was echter bedrieglijk en draaide nogal graag dingen om. De mens moet doorkrijgen hoe hij bedonderd is door taal, alhoewel de m-n al zo ingeburgerd is in de taal dat de mens het wel soms gemakshalve moet gebruiken. Maar het is belangrijk de oorsprongen te kennen. De mens moet de n-m stringen weer ontvangen, de verfijnde substantie van de natuurrede, de namerie. En wat een duffe, suffe man werd er als regeerder aangesteld over de aarde. Het ontbreekt hem totaal aan intelligentie, en alle stof is verdicht, geen greintje geestelijkheid, of slechts een vleugje om het toch wat te doen lijken. Er vind geen verdieping plaats. Hij heeft geen scheppend vermogen, en is gewoon conform aan de massa's en de voorouders, want wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Er valt niets te lachen, er valt niets te vieren, en al helemaal valt er niets te volgen. Hier zijn het de blinden die de blinden leiden. De mens moet beseffen dat alles metaforisch, als we even de bijbelse terminologie gebruiken, misging in Babylon, waarvanuit alles verdraaid werd als in een groot mysterie, wat terugwijst op een groot buitenaards event. De bijbel zegt : Genesis 10 8 En Kus verwekte Nimrod; deze was de eerste machthebber op de aarde; 9 hij was een geweldig jager voor het aangezicht des Heren; daarom zegt men: Een geweldig jager voor het aangezicht des Heren als Nimrod. 10 En het begin van zijn koninkrijk was Babel, Erek, Akkad en Kalne, in het land Sinear. 11 Uit dat land trok hij naar Assur en hij bouwde Nineve, Rechobot-Ir, Kalach 12 en Resen tussen Nineve en Kalach. Dit gaat over de oorsprong van Babel. Nimrod, nmrd, is Name-Areta, oftewel de geoefendheid van de volharde rede. Maar de mens die dit mysterie niet wilde begrijpen en erom heendanste om er iets
anders van te maken bouwde een toren tot de hemel, en vandaaruit werden alle talen verstrooid en verdraaid, en dat is wat we vandaag de dag op aarde zien. Het zijn allemaal fragmenten. Het zijn allemaal snippers die nog gerangschikt dienen te worden, waarin de mens ook moet oppassen om niet teveel te rangschikken, want dan groeit de mens weer vast. De mens moet het pad van het halve volgen. De hongerende mens die mindert komt vanzelf tot eenlingenschap en zo vanzelf tot robotiek om zo het mysterie van de uitverkiezing te kennen, en dan gaat alles door het halve. De Vur stelt als de mens het hele zou kennen dan zou de mens zichzelf daardoor vernietigen, en daarom kent de filosoof maar half, voor eigen bescherming. Er is ook zoveel kennis die de mens moet verliezen. Zoveel kennis vandaag de dag is overbodig. Babylon was de draaier, waar alles verdraaid werd, waar de dimensies in elkaar overvloeiden. Hierover gaat ook boek 19 van de Vur, de golf. Daar zien we ook Nimrod, oftewel Name-Areta, die haar pijlen schiet om de filosoof mee te nemen, te bevrijden uit de stad. Deze pijlen gaan dwars door het hoofd. Dan wordt het verleden gewist en anders gemaakt. Het gif van de religies druipt dan weg. Wie kent het geheimenis van Babylon, en wat ligt er voor de mens klaar ? De mens moet teruggaan tot de draaier, tot de orkaan, wat ook het eerste boek is van de Vur. Ook daar schiet Nimrod, oftewel Name-Areta, de stichteres van Babylon, haar pijlen. De pijl is ervoor om ons denken te veranderen. De mens zit vast in het denken. De orkaan komt om steden in te nemen, stelt vers 15. Zij breekt het glas. Het komt als een lied. Wat horen we in onze hoofden ? Waar luisteren we naar ? Het zal ons opnemen als een schip, stelt vers 16. De orkaan is als haar woeste haardos, stelt vers 17, waarin zich de sleutel bevindt. In vers 19 stelt ze dat ze sleutel en slot is, zowel de nachtmerrie als de paradijs droom. Maar dan vaagt alles weer weg, want het is allemaal slechts het begin van een verhaal. Weer worden er pijlen geschoten, in vers 18. De mens kan niet wegkomen. Dit heeft allemaal te maken met de ontwenning van de moeder borst waar het kind doorheen moet. Het is een ritueel wat het kind moet ondergaan om tot volwassenheid te komen. Het eenlingenschap ontstaat alleen in beproeving, en die beproeving gaat tot het uiterste om het volkomen te maken. Mozes wees op de slang in de wildernis, oftewel de draaier, Babylon. Daarom gingen de Israelieten uiteindelijk ook in Babylonische ballingschap. Dit heeft een diepere betekenis. De Israelieten hadden zichzelf een stad gebouwd en een naam. Daarom moest Babylon wel komen, het vreemde. Daarom moest Nimrod, Name-Areta, de jager, wel komen. Daarom moesten er wel pijlen door de hoofden gaan, oftewel door het denken. De mens moest terug tot de buitenaardse oorsprong. De mens moest wel door Nimrod, Name-Areta, meegenomen worden, terug naar de oorsprong, want de mens was ontvoerd door de bedriegelijke Roomse jager. Wat een verschrikkelijke oorlog is dit : Nimrod, Name-Areta, tegen de Roomse jager. We zien het elke dag. Calvijn stelde dat de mens geen vrije wil had, oftewel vrij vertaald had de mens niets in te brengen. Eigenlijk hing alles af van de pijlen. De pijlen brengen de mens tot wedergeboorte, tot onweerstaanbaarheid en onontkoombaarheid. Dat is de bescherming van een moeder die zij aan haar kind geeft. De m-n string wil zichzelf altijd laten gelden, heeft altijd een weerwoord, omdat ze de n-m string, de name, rede, onderdrukt en verdraait. Daarom moet de m-n string verbroken worden. De m-n string duivel drukt zichzelf uit in het woord man in het westen. Dat woord vindt de m-n string
duivel heerlijk om te zeggen, want het laat zijn heerschappij zien. Lekker onfilosofisch en onredelijk te werk gaan. Hoef je niet veel voor na te denken. Heerlijk vindt de m-n string duivel dat. Lekker veel zeggen terwijl je eigenlijk niks zegt. Heerlijk vindt de m-n string duivel dat, lekker raaskallen, en omdat het voor de verkoop is rolt het geld binnen. De m-n string moet verbroken worden. De n-m natuurstringen van de rede moeten terugkomen. Heerlijk vindt de m-n string duivel het om de mens totaal te verstrikken in tautologieën, dus eerst een of andere religieuze stelling neerzetten en die dan bevestigen met een soortgelijke religieuze stelling. De m-n string moet verbroken worden op gezette tijden. Man man man, zegt de m-n string duivel. Je zou dan kunnen zeggen : rede rede rede, of moeder moeder moeder, of vrouw vrouw vrouw. 'Hè gatsie,' zegt de m-n string duivel dan. 'Dat is gewoon goor. Man man man.' Dan zou je weer kunnen zeggen : rede rede rede, of moeder moeder moeder, of vrouw vrouw vrouw, want de m-n string duivel is verder niet voor rede vatbaar. 'Ummm, pardon me ?' zegt de m-n string duivel dan. 'Maar dat zijn niet echt populaire woorden. Daar koop je niks voor en verkoop je niks mee. Man man man.' Je zou dan kunnen zeggen : 'In de naam van de natuur rede verbreek ik je ontmaskerde m-n stringen, want het is alleen maar voor het geld.' 'Man man man, vrouw vrouw vrouw, okay, half om half dan,' zegt de m-n string duivel dan. Je zou dan kunnen zeggen : 'Er zal een nieuwe definitie komen voor man en vrouw, vanuit de natuur rede moeder, vanuit de n-m stringen.' De m-n stringen hebben van de mens duffe, suffe consumenten gemaakt die zich op iedere hoek van de straat laten bedonderen. Maar de mens mag terugkeren tot de n-m stringen van de natuur rede. De m-n stringen trekken de mens tot de verkoop telkens weer, door bedreiging, intimidatie, beschuldiging, stoken, door leugens. De m-n stringen blaffen als honden tegen de mens : woef woef, en springen kinderen zo in de nek. Ze moeten weer aan de riem.
Hoofdstuk 21. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 1 Psalm 1 1. Welzalig is de mens die niet wandelt in de raad van de zondaren, en ook niet stilstaat op hun weg, en niet zit met hen die het goede bespotten. 2. Maar zijn honger is de studie van het goede, en hij overdenkt het zowel bij dag als bij nacht. Calvijn stelt dat zij die het goede doen en sober leven, dus zich niet te buiten gaan aan materialisme, door het merendeel van de mensheid worden bespot alsof hun moeite maar tevergeefs is en zonder nut, maar toch hebben zij een schild want welzalig zijn zij die het goede studeren en leren. Hiervoor moet de mens dus wel wakker blijven om niet door de algemene zonde te worden meegesleurd, stelt Calvijn in zijn commentaar op deze Psalm. Dat is al een heel oud commentaar, namelijk uit de jaren 1500. Het volk was toen in een uittocht uit het materialisme van de katholieke kerk. Deze teksten horen dus bij wat we de reformatie noemen. Zij die blijven waken en blijven studeren in het goede, in het sobere, om aan het gevaar van materialisme te ontkomen, het alsmaar meer willen, komen tot de door God ingeschapen rede, wat in de voortijd Name werd genoemd, ook wel voorgesteld als een vrouw in de natuur, wat een beeld is van het scheppende vermogen van de mens, de baarmoeder. 3. En hij zal zijn als een boom, geplant aan zaadstromen, die zijn vrucht zal geven op zijn tijd, en wiens blad niet zal afvallen, en al wat hij zal doen zal begunstigd worden. Calvijn stelt dat het hier gaat om hen die zich niet op het tijdelijke, het voorbijgaande hebben gericht, niet op ijdelheden, maar op de dieper liggende, eeuwige filosofie die verborgen is. In de voortijd was er een geschrift genaamd 'de geschriften van Name', oftewel de geschriften van de Rede. Zij was het begin van alle dingen. Ook in de Bijbel komt dit terug in Johannes 1 in zowel de Griekse als de Aramese grondtekst : 1 In den beginne was de rede en de rede was bij God en de rede was God. 2 Dit was in den beginne bij God. In het Aramees is rede 'mlh'. In de voortijd was dit dus 'name'. De rede verstrikt, oftewel overtuigd, zowel wijzen als dwazen. Zij worden erdoor getrokken, iets wat Calvijn de onweerstaanbaarheid noemt. Wij worden door de rede van God overreden, en dat is uiteindelijk wat ons deze vastheid geeft. De baarmoeder is breed, donker en nat, om het kind voldoende te beschermen, zoals Calvijn al aangaf dat het in het verborgene ligt. Het is dus niet iets wat voor de hand ligt, maar de mens zal het moeten zoeken, wanneer de mens daar alles voor achtergelaten heeft. 4. Zo zijn de zondaren niet, maar als het kaf wat de wind wegblaast. Calvijn stelt dat de zondige materialisten, de gulzigen die het er altijd maar van nemen, altijd blij en lachend door hun tijdelijke leven heengaan, maar zij hebben die verborgen diepte niet waar het vorige vers over spreekt en die zo belangrijk is in een mensenleven. Op een gegeven moment is hun leven dan gewoon over en dan is alles over, want ze hebben nooit een geestelijk leven gehad.
Calvijn laat dus heel duidelijk zien hoe tragisch eigenlijk zo'n grenzeloos leven is, wat we dus eigenlijk niet zouden moeten wensen. Daarna laat Calvijn zien dat hun blijdschap eigenlijk over niets is, dat het eigenlijk een soort dronkenschap is waar ze later een flinke kater van zullen hebben. Het is het lege en tijdelijke genot van de zondaar. Zij hebben geen vastheid in hun leven. Calvijn stelt vervolgens dat ieder mens dus beproefd wordt. De voorspoed van de zondaren zal niet voor altijd duren. Het leven is maar kort. Laten we daarom de juiste keuzes maken. Calvijn geeft aan dat de zonde en de blijdschap van de zonde slechts een droom is waar de mens ook weer van wakker moet worden. God wil de mens hier tegen beschermen, stelt Calvijn. Het lijkt er soms op dat het goede niet helpt, maar toch is het goede zaligheid en moeten wij het toch blijven doen, omdat de mens hiertoe geroepen is, en het God's beroep is. Het lijkt er allemaal soms op dat de zonde maar altijd doorgaat en dat het niet gestopt wordt, maar toch zal als de tijd rijp is de zonde gestopt worden. Calvijn waarschuwt dan de mens dat de mens zich niet moet laten bedriegen door het schijnbare geluk van de zonde, omdat deze psalm de regels laat zien, en dat zijn regels van de natuur rede. Het leven heeft dus een zekere gebruiksaanwijzing waar de mens zich aan dient te houden. Zo zijn we aan het einde gekomen van de bespreking van deze psalm en Calvijn's belangrijke commentaar daarop voor hen die deelnamen aan de exodus uit het materialisme, dus ook voor ons vandaag. Hoofdstuk 22. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 2 Over psalm 2 stelt Calvijn dat David vele vijanden had die tegen hem samenzwoeren, en hij werd gekweld door angst in zware beproevingen. Toch bleef hij de roepstem van God, oftewel de rede, volgen. David zag zoveel zondaren zich tegen hem richten, dat hij hierdoor het bidden leerde, oftewel als een metafoor van het zich richten op de natuur rede ingeschapen in de mens. David moest aangevallen worden opdat de dwaasheid van de zonde getoond zou worden. De zonde moest als zodanig ontmaskerd worden. Het is, stelt Calvijn, onderdeel van de rede van God, en God speelt slechts met de zonde macht, zoals een roofdier speelt met zijn prooi. God liet de aanvallen op David toe met een reden, stelt Calvijn. God spotte slechts met de vijand, zoals psalm 2 dat ook beschrijft. God liet hen gewoon raak zondigen, opdat ze lieten zien hoe dom ze eigenlijk waren. God lachte hen uit. Ze moesten laten zien hoe dolzinnig ze waren. Zo werden de vijanden tentoon gesteld. Calvijn toont aan dat God al wel degelijk David aan het helpen was tegen zijn vijanden en dat het voor God een tijd van lachen was om hun domheid, alhoewel David in een tijd van wenen was, maar deze woorden zouden David juist moeten verzachten in de bitterheid van zijn smart, stelt Calvijn. Dit was natuurlijk ook goed om te weten voor de mens in de reformatie, want die mens was in een doodsstrijd met het materialisme van de katholieke dictatuur. De mens was in een gevecht
met een verschrikkelijk monster, en daarom kwamen de woorden van Calvijn over deze psalm op tijd. Ook voor vandaag is deze boodschap van belang. God houdt zich dus eerst bezig met voorspel, toont Calvijn aan. Waarom vreest de mens God, oftewel de natuur rede, niet ? Want dat is, stelt Calvijn, de enige en gezonde vreugde, in een wereld die zo vol van bandeloze, vleselijke vreugde is. 'God strijdt voor ons,' wordt er weleens gezegd, maar God is de natuur rede, dus we moeten dan wel toegewijd blijven aan studie en niet zelf aan de kant van de vijand staan, het materialisme, anders is het slechts projectie. Dit ook om niet te vervallen tot lichtzinnigheid, zoals de theologische filosoof Karl Barth stelde in zijn dialectische theologie dat in de eerste wereldoorlog beide partijen hun kanonnen hadden laten zegenen en hadden beweerd dat God voor hen streed. Daarom moest er eerst weer een grote tegenstelling komen tussen God en mens. De mens mag niet zomaar voor God spelen. Aan de andere kant moet de mens dan wel groeien en studeren om tot zuiver begrip te komen. De oorlog is trouwens niet materieel maar geestelijk, maar bovenstaande is dan ook weer zeer ironisch, want de mens die tegengesteld is aan God blijft ook weer valse godsbeelden hebben en God dus eigenlijk misbruiken naar de ander toe. Barth stelde dat God totaal anders is. De mens moet weten waaraan hij begint. Je kan God niet zomaar even in je broekzak doen of uit je portemonnee halen. De katholieke inquisitie is verschrikkelijk geweest. Allemaal omdat de mens God niet kende. Het waren de nazi's van die tijd. Nog steeds is de mens niet bevrijd geworden van het systeem van materialisme. Daarom moet de reformatie verdiept worden. De mens is totaal omsingeld door de zonde machten van het materialisme, de vijand van de mens. Waarom houdt God zich dan stil ? God is de natuur rede in de mens geschapen. De mens moet daarom komen tot de studie. God houdt zich stil en leeg, opdat deze vijand zichzelf verstrikt en ontmaskerd. Het materialisme is redeloos en roekeloos, maar God werkt met doordachte strategie. We kunnen ons soms afvragen : Waarom doet God nu niks ? Laten we dan het verhaal van Jezus herinneren die aan het kruis moest en ook niet sprak of terugvocht. De dwaasheid van het materialisme moest namelijk ten volle getoond worden. De vijand snijdt zich zo zelf in de vingers. God denkt altijd op lange termijn. De zonde macht van het materialisme zal dus vanzelf wegvallen door zijn eigen dwaasheid. Dit gebeurt dus niet zomaar. Wij moeten gewijd blijven aan de studie, aan het verdiepen van de reformatie, tot de exodus uit het materialisme, terug tot de natuurrede. Hierin mogen wij dus niet afhaken. Nog steeds is het oorlog. Nog steeds is de materialistische inquisitie gaande tegen alles wat geestelijk is, alles wat rede is, tegen de intellectuelen. Altijd weer zullen de dommen claimen dat God aan hun kant is, maar uiteindelijk zullen ze van deze droom ontwaken, stelt Calvijn, want zonde loont niet. Het is een bedrieger. Hoofdstuk 23. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 3
In psalm 3 is David in grote wanhoop, en klaagt dat hij vele verdrukkers heeft. Calvijn stelt dat David in zijn ziel was verwond door de vijand, maar dat zijn ziel versterkt moest worden met gebeden. Ik wil hierbij opmerken dat het gebed allereerst een stilte is, het luisteren naar de natuur rede. Gebeden kunnen ook verkeerd zijn. Denk aan de farizeeer die hooghartig bad en op anderen neerkeek en door de mensen gezien wilde worden. Wij moeten onze ene hand niet laten weten wat onze andere hand doet. Het gebed betekent dat je je richt op de natuur rede, om je eigen gedachten en wil los te laten. Het gebed betekent het minder worden, niet dat je tot God komt en God even gaat vertellen wat God allemaal voor je moet doen. Er zijn zoveel karikaturen van het gebed gemaakt. Hoofdzakelijk is het gebed een metafoor. Calvijn stelde dat David niet luisterde naar wat zijn vijanden zeiden, maar dat hij luisterde naar het woord van God, de natuur rede dus, en dat is precies wat het gebed is. Het is teruggaan naar de baarmoeder van de natuur rede, opdat wij opnieuw geschapen worden en opnieuw opgevoed. Hierin moeten we dus niet luisteren naar wat de mensen zeggen, opdat we niet door het materialisme worden opgevoed. De mensen hebben het helemaal verkeerd gedaan, en ook hebben ze verkeerde goden opgesteld. Wat mensen ook zouden zeggen, stelt Calvijn, David richtte zich op het Woord van God. David moest hiervoor vluchten naar de wildernis, want de mens moet zich ook niet laten bedriegen door mensen die dan toch nog zich voordoen als God en hun woorden als het Woord van God. Calvijn waarschuwt hier voor bijgeloof en vleselijke voorstellingen te hebben van God. Ook de wildernis waar David naartoe vlucht is dus nog vol met gevaren, vol met vijanden en roofdieren die hem en zijn denken willen bespringen. Calvijn waarschuwt de mens in de reformatie, in de exodus, de uittocht, voor blindelingse, ledige woorden die in de lucht zijn gestrooid. Er wordt nog steeds een jacht op de mens gevoerd als de mens als David in de wildernis is aangekomen. David moest op zoek gaan in de wildernis naar de tent van God. Als wij dan in gezonde vrees tot deze tent zijn gekomen, dan mogen wij in die tent ook rusten. Calvijn stelt dat we God's hulp niet met mensenmaat mogen afmeten, want al wat de mensen met veel moeite tegen God doen is zonder enige betekenis. Hoofdstuk 24. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 4 Bij de bespreking van psalm 4 vraagt Calvijn zich af hoe mensen met hun eigengerechtigheid voor God durven te verschijnen, sinds alle reinheid van de mensen slechts vuil is voor God. Het laat volgens Calvijn de onmetelijke bluf zien van de ijdele eigenwaan van de mens die zich zelfs op het religieuze terrein waagt.
David was een vluchteling in de wildernis, in bergen en dalen en vreemde landen, terwijl de vijand zo zijn relikwieën stal, stelt Calvijn, en zo misbruikten zij het geestelijke, want zij kenden het geestelijke niet, en konden er alleen op een uiterlijke manier mee omgaan, met huichelachtige plechtigheden, allemaal hooghartig bedrog. Zo dachten ze, dom als ze waren, dat God ook nog aan hun zijde zou staan. Zij hadden immers God gestolen. Zij zagen God slechts als een gebruiksvoorwerp. Veel mensen zien God ook als een woord, iets wat ze kunnen bezitten en veel gebruiken door er maar gewoon in te geloven en het uit te spreken, liefst op een traditioneel kerkelijke manier, maar God is de Rede. God is de hogere natuur-filosofie, die niet buiten de noodzaak van de studie omwerkt. Calvijn waarschuwt tegen ijdele en nagebootste plechtigheden waarin onoprechte vereerders van God slechts zichzelf behagen. Het is een droom, en de mens gaat ontwaken. Calvijn stelt dat de mens denkt dat God aan zijn zijde staat omdat hij iets in de hand heeft, maar het zijn slechts bedriegelijke uiterlijkheden, en ieder mens moet hiervoor op zijn hoede zijn, voor ijdel vertoon. De mens moet strijden en leren. Het komt de mens niet zomaar aanvliegen. Calvijn stelt vervolgens dat de mens als vreemdeling moet leven in deze wereld die door velerlei begeerten wordt gedreven, opdat de mens met volharding naar een beter leven streeft. De mens die niet zich zou afzonderen als een vreemdeling zou geheel wegzinken in de rust, de gemakken en het genot van het vleselijke, ontbloot van de wijsheid. De vreemdelingen echter leven in geduld, en dat is een betere bewaking dan de menselijke bewaking of bewaking van vrienden. Dat is een korte samenvatting van Calvijn's commentaar op psalm 4. Hoofdstuk 25. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 7 In het commentaar dat Calvijn geeft op psalm 7 springt vers 16 en 17 eruit : Hij heeft een put gegraven, en dien uitgegraven, en is gevallen in de groeve die hij gemaakt heeft. Zijn boosheid zal op zijn hoofd wederkeren en op zijn schedel zal zijn geweld nederdalen. De zondige bedrieger bedriegt dus alleen zichzelf. Calvijn stelt dat de zondige bedenkingen niet slechts hun doel niet zullen bereiken, maar dat ze het tegengestelde zullen bereiken. Het voorbeeld van de put en de groeve wordt gebruikt, als een gelijkenis, en daarna legt de psalmist het in eenvoudige woorden uit, dat namelijk de ongerechtigheid zal wederkeren op het hoofd van wie haar begaat. Het was al een spreekwoord bij de Hebreeën, stelt Calvijn, dat wie een put graaft erin valt : wanneer bedriegelijke mensen door hun eigen listen en bedriegerijen bedrogen worden. Daarom als iemand daadwerkelijk voor zichzelf wil zorgen, dan onthoudt hij zich van onrecht.
We kunnen hierbij opmerken dat een groeve niet alleen een graf is, maar ook een mijn. Hoe dan ook komt de mens die dat voor een ander graaft dan uit bij God, die verborgen is, oftewel de hogere rede die juist het kwade ontmaskert en verbiedt. Het kwaad zal terugkeren op hun eigen hoofd, stelt deze psalm, wat als een soort karma was bij de Israelieten. Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet, maar een stap verder zou dan zijn : Wat gij wil dat tot u gedaan wordt, doe dat ook tot een ander. Als de mens dan hevig in moeder aarde graaft om de ander kwaad te doen, wat zou zo'n mens dan in de aarde vinden ? We worden soms in zulke putten geduwd, zoals Jozef, en we worden soms aan zulke kruizen genageld, zoals Jezus, maar we komen altijd uit bij moeder aarde, we komen altijd weer dieper, en kunnen dan wortel schieten opdat we als struiken groeien. Wat dus ten kwade tot ons gedacht wordt zal God ten goede voor ons denken, wat Calvijn de verwonderlijke voorzienigheid van God noemt, maar wat dus ten diepste de eindeloze vindingrijkheid is van de natuurrede. Het ligt diep in onszelf verborgen. Daarom worden wij soms in putten geworpen om dat te vinden, en daarom mogen wij ook ernaar op zoek gaan, en ernaar graven, in deze onuitputtelijke natuurmijn van de rede. Daarom mag de mens studeren hierin. Waarom graven wij putten ? Waartoe ? Om anderen kwaad te doen, of om onszelf te onderwijzen over de verborgen wonderen van moeder aarde. Hoe we het ook wenden of keren : Wij gaan altijd in de putten die wij zelf graven. En hoe dan ook is het altijd om ons te laten zien zien wat wel kan en wat niet kan. Hoofdstuk 26. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 8 Het commentaar van Calvijn op psalm 8 is van een duizelingwekkende schoonheid. Nu is dat niet lichtvaardig gezegd, maar vanwege de enorme diepte van een stuk geopenbaarde natuur, wat de mens zeker nodig had in zijn uittocht uit de klauwen van het materialisme van de katholieke kerk in de reformatie van de jaren 1500. Elke psalm die Calvijn besprak was als een stap dieper de wildernis in, verder weg van de gruwelijke dictatuur die de katholieke kerk had opgericht. Is het wonderlijk verschijnsel van aarde en het leven onze moeder ? Vers 2 van psalm 8 spreekt : 'Hoe wonderlijk is Uw naam op de ganse aarde.' Calvijn stelt dat David niet slechts dankbaar wilde zijn naar de weldaad van God, wat overigens een zeer moederlijke weldaad is, maar David wordt vervoerd tot bewondering van haar. David had een lied voor haar geschreven. Het gaat de psalmist dan om de ruime stof van de orde in de natuur, maar meer nog om de eigen ervaring die de psalmist heeft, want dit is de meest schitterende spiegel, de ervaring van leven. In deze spiegel kan de psalmist God zien, oftewel de hogere natuurrede. Dit was volgens Calvijn geen passieve bewondering. Integendeel. Het was een oefening van godsvrucht. De psalmist wilde er deel aan hebben, en wilde er in opgaan, in het scheppingswerk van onschatbare waarde. Calvijn stelt terecht
dat de naam van God niet slechts God is. Daar neemt Calvijn geen genoegen mee. Nee, het is de kennis. De psalmist bewondert niet het redeloze, maar de rede, de kennis. De psalmist gaat zichzelf niet te buiten aan loze ervaringen. Het is de ervaring van studie, van het leren kennen van de hogere natuur. Calvijn merkt dan terecht op dat het niet om het wezen God gaat, maar om de werken, om de deugden. God is geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord, een principe. Hoofdstuk 27. het mysterie van dus De Rede ligt in het centrum van het heelal, als de kern van de proza planeet, oftewel de planeet van de literatuur, want die is er voor om de rede te beschermen. De proza is allegorie, codes, waarin de Rede veilig is opgeslagen. Het ligt dus niet voor het grabbelen. Daarom staat de tweede bijbel ook vol met verhalen. De kennis ligt opgeslagen in deze tabletten. Er kan dus van de kennis getapt worden door de commentaren op deze verhalen, wat in principe gewoon de leri is, oftewel de commentaren op de tweede bijbel. Zo is er een verhaal genaamd 'de dolken van mars'. Het is wel interessant om het te bespreken. Het gaat over een barbaar of wilde genaamd Barkas. Het barbaarse of wilde pad is belangrijk, want het rebelleert tegen de stad, en reikt tot de natuur. Hij was onbeschaafd, zegt het verhaal, ongetemd. Hij wordt beproefd door verschillende gimmicks en gadgets van de stad. De stad houdt de harten van zijn volk in gevangenschap door vreemde implantaten. Het is een klein oerwoud-stadje in het Richelidin gebied van Mars. Er regeerde daar een skeletten koning, een spin demoon, genaamd Grugdilio. Hij had ook een leger van aristocraten. Barkas was op weg naar de skeletten koning om zijn volk vrij te zetten, maar toen hij dichtbij het oerwoud-stadje was, bij de berg Perridor, werd hij plotseling door de spin aangevallen. Hij overleeft het, en de spin vertrekt weer. Hij ontmoet een oude man die hem het speervechten leert. Hij verwijdert de juwelen van zijn speer met zijn mes, en geeft ze aan een oude vrouw. Het is een beeld van dat we niet materialistisch moeten zijn wanneer we toets-wapens gebruiken, en ook niet opgeblazen moeten doen. Zelfs de oude man biedt hem een juweel aan wat een arend zou kunnen oproepen mocht hij het nodig hebben, maar Barkas wijst het af. De man wil hem ook mentaal trainen, maar Barkas vindt dat het verstand te gevaarlijk is, te vol van bedrog. Het enige waar hij aan vasthoudt is zijn speer, als een beeld van het eenvoudige toetsen. We moeten eerst in dingen prikken, er doorheen prikken, wat een metafoor is. Dit laat ook zien dat het verstand is onderworpen aan de hogere rede, die eerst dus alles toetst, onderzoekt. Het waren
gevaarlijke domeinen op de planeet Mars waar juwelen het verstand van zijn volk hadden overgenomen om hen tot hulpeloze, afhankelijke slaven te maken. Barkas herinnert zich dan de woorden van zijn vader die sprak over de god Dus, de onbereikbare. Die god kwam eigenlijk nooit, en Barkas had ook nooit tot die god gebeden, maar dit keer deed hij het. Dus is dus niet het gemakkelijke, want dat is bedrieglijk. Het was onbereikbaar, opdat je het zelf zou ontdekken, wat dus over eigen verantwoordelijkheid gaat. Het verhaal is dus symbolisch. Barkas moest dus de spin demoon verslaan door toch een soort contact met Dus te maken, de god van zijn vader, het onbereikbare, degene die niet zomaar kwam, die dus niet zomaar voor sinterklaas speelde. Zo zouden ook de harten van zijn volk vrijgezet worden waarover deze spin en zijn leger regeerden. Dus, de god van zijn voorouders, hielp hem dus niet, dus hij moest alles zelf doen, maar hij kreeg wel wijsheid en richting. Het ging dus niet door bedriegelijke genade, door liefdadigheid, maar door het eerlijk zelf verdienen. Hij herinnerde dat zijn vader hem vaak had verteld over de weg tot Dus, waardoor je steeds dichter bij Dus zou komen, maar je zou het nooit bereiken. Zijn vader had hem ook verteld dat het verstand een uitvinding was van de samenleving, een vreemde energie die hen tot slaven had gemaakt. Dat was waarom ze onbeschaafden waren, tegen de samenleving. Aan het einde van het verhaal moet hij zijn verstand geheel overwinnen, om zo contact te maken met zijn verloren geheugen. Hij moet hiervoor een bloem ontmoeten. Zijn vader had hem verteld dat als hij liefde zou geven aan een bloem dan zou zij in hem groeien en waardevoller in hem zijn dan een hart, en dat was door het geheugen. Hij ontmoette deze oerwouds-bloem juist door zijn diepere problemen. Uiteindelijk was dit zijn bevrijding, en dat is ook wat het pad van de onbeschaafden is. Maar nog steeds was het mysterie van Dus onopgelost. Hoofdstuk 28. bespreking van het verhaal 'de oerwouds-bloem' Bespreking van het verhaal 'de oerwouds-bloem' in de tweede bijbel, in de Vuh : Over een reusachtige stengel of zeg maar gerust staak, die ook nog eens heel stekelig was, ging hij in de diepte van Tartarus, de bodemloze put. Zijn handen en lichaam waren brandende omdat hij over deze stekende staak gleed helemaal naar beneden. Het was een rode staak van een
oerwoudsbloem. Hij kwam zo in een slijmerige kern, als een kokon of ei. Toen greep de oerwoudsbloem hem, en begon om hem heen te kronkelen. Hij zag veel meer van zulke rode oerwoudsbloemen. De oerwoudsbloemen begonnen hem te voeden, maar toen begon ook zijn buik branderig aan te voelen. Hij kwam toen in een computer capsule even later waar een communicatie netwerk was, ondergronds. Hier woonde ook een volk. Het bleek dat hij deze capsule had opengebroken waarin ze zaten opgesloten. Het is altijd interessant om te kijken naar de voordelen van ons lijden : we komen tot nieuwe gebieden, en komen erachter dat we het lijden droegen van anderen, die we zo konden bevrijden, en zij bevrijden ons. Eigenlijk was het de oerwoudsbloem die hen had vrijgezet, maar ze noemden hem de man met de sleutel. Ze kwamen in een vreemde extase waarin ze zichzelf begonnen te snijden. Het was een volk van wilden. Er bleek nog een diepere wereld te zijn, een diepere kern, waar ze een volk hadden opgesloten die ze als gevaarlijk beschouwden. Ze waren bang voor dit volk, vanwege de aggressiviteit van dit volk. Daarom hadden ze hun technologie ontwikkelt. Er was veel vrijheid in die kern, maar dat volk mocht er niet uit. Dat zou te gevaarlijk wezen. De kern wereld van Tartarus was een gesloten wereld, en zo moest dat blijven. Door hun computers kon hij die diepere kern bereiken. Toen kwam hij tot een verschrikkelijke ontdekking. Het volk wat daar leefde leefde in kooien, en er waren allemaal camera's in die kooien om hen te bespieden en telkens plaatjes van ze te maken. Die werden gebruikt voor films en magazines. Computers manipuleerden die plaatjes ook weer telkens. Het volk leidde een miserabel leven daar. Die camera's zaten vast aan buizen, en door die buizen te volgen kwam hij tot een nog andere verschrikkelijke ontdekking. Er werd een soort verf gebruikt om die plaatjes te maken, en die verf scheen allerlei soorten bloed te zijn. Dit volk werd ook gehouden voor hun bloed. Hij had het vertrouwen gewonnen van het volk in de laag boven de diepere kern, en had de sleutels van hun computers gekregen, en zo kon hij uiteindelijk ook het diepere volk wat zo misbruikt werd vrijzetten. Door de computers te bedienen kon hij hun kooien afbreken en hen over een trap naar boven leiden. Hij kon ook die computers herprogrammeren. Zo werden beide volkeren vrijgezet om tot de hogere lagen van Mars te komen, en tot de lagen van de Marsiaanse hemelen. Hij kon nu ook de agressie begrijpen van het volk wat in zulke camera bewaakte kooien had gezeten voor zo'n lange tijd. Ze waren nog steeds aggressief over alles wat hen was aangedaan. Het waren op zich goede computers maar het bleek dat ze een virus hadden : het varkens virus. Het varkens virus moest dus het volk in de diepere kern bewaken, maar het varkens virus zat dus zelf ook opgesloten in de computer, en het bleek dat het varkens virus opgesloten werd gehouden in de computer door een bizon virus. Het was dus heel gecompliceerd. Hij probeerde toen het virus af te breken, maar er werden zo allerlei geheime beveiligings programma's geactiveerd, zodat ze weer werden aangevallen en moesten vechten voor hun leven. Het virus scheen een soort communicatie systeem te zijn waardoor anderen communiceerden, een soort internet, en dat was er ook voor om het virus werkzaam te houden. In de diepte van het virus ontdekte hij ook een virtuele realiteit. Hier was een groot crimineel netwerk die breinen fokte, ook voor verf. Die moesten dat doneren. Dat was allemaal om hun computers te voeden, wat ook een soort breinen waren. Ze konden zo de illusie van tijd opwekken, en tijd was ook weer een slager van de breinen. Hij raakte hier helemaal in opgesloten en dacht dat hij zich hier nu vele jaren met deze dingen moest bezighouden, met al deze illusies, maar toen kwam de oerwoudsbloem hem ineens tegemoet. Het brak door alle lagen heen
met een snelheid die hij nog nooit eerder had gezien, en die sneller was dan de computers die hem opgesloten hielden. De oerwoudsbloem begon een verf af te scheiden waardoor alles waarin hij opgesloten zat begon af te breken. Zo begon hij los te komen uit een web van illusies, door de oerwoudsbloem. Het laat zien hoe gevaarlijk de macht van het materialisme is, en hoe gecompliceerd, want als je er tegen vecht, dan wordt je er onder bedolven. Wij moeten daar dus dwars doorheen. Maar de natuur zal ons dan tegemoet komen. Het verhaal eindigt waar hij vertelt dat hij een soldaat was in het leger, gebrainwashed met zoveel kennis, maar dat er iets groters was dan dat. Het was de Tartaarse bloem. Hij ontdekte dat zijn kennis niet van enige waarde was, want de oerwoudsbloem sprak in een andere taal, en deze oerwoudsbloem bracht hem tot tranen, want het kon zijn hart bereiken. Alles waar hij vandaan kwam was zo kunstmatig, maar de oerwoudsbloem liet hem een grotere natuur zien, zo fris en levend, zo diep en intens. Het had een natuurhart. Maar weer werd hij door diepere truken van de computers gegrepen, en zij bespotten hem en zeiden dat hij onzinnig was, irrationeel. Maar de oerwoudsbloem groeide in hem. Dit gaat erover dat het niet gaat om wat buiten ons gebeurt, maar wat van binnen in ons gebeurd. Hoofdkennis op zich is waardeloos. Het gaat om de hartskennis, de diepere kennis van het natuurhart, van de oerwoudsbloem, en wat er dan ook van buitenaf tegen ons gezegd wordt, hoe ze ook over ons liegen en ons willen brainwashen, het gaat erom wie wij van binnen zijn, ons contact met de diepere natuur van het oerwoud die ons voedt en beschermd. De Tartaren worden ook in het eeuwig evangelie besproken. Zij zijn de vruchten van het minderen, het hongeren, het sobere natuurleven, zoals de Tartaarse bloem ook tot hem kwam omdat hij volhardde in zijn strijd tegen het materialisme. Dat was dus iets in hemzelf. Hoofdstuk 29. Mars tv en het mysterie van de marsiaanse logistiek Barkas was een oerwoudsmens, een onbeschaafde, die in verschillende verhalen voorkomt van de tweede bijbel, zo ook in het verhaal 'de prins van zgavar'. Hij streed tegen het materialisme op Mars. Mars werd geregeert door de machten van chaos. Zij waren rechters die meer macht hadden dan dokters en keizers. Zij waren kunstenaren, film-makers, verhalen vertellers, en voerden een
bewind van zware mind control. Zij kwamen van Tartarus, de diepten van Mars. Zij waren van de Marsiaanse krant. Het waren dictators. Hun stemmen waren tot gedachten van de Marsianen en ze leefden diep in hun harten. Ze woonden en leefden in helicopters. Ook Barkas leefde diep in Tartarus, in de oerwouden, maar hij leefde ver van hen vandaan. Zijn god was Dus, de onbereikbare, de god van zijn vader. De god van zijn moeder was Soms, de zon van bloed, die maar eens in iemand's leven zou verschijnen, eens maar nooit meer. Net als zijn vader en moeder geloofde hij er niet veel in. Hij bad nauwelijks tot hen. Hij had geleerd dat hij het zelf moest doen. Op een dag hadden de golven van de Marsiaanse televisie zijn hoofd bereikt, en hij begon liederen in zijn hoofd te horen. Hij raakte in paniek en greep zijn mes, en begon in zijn hoofd te snijden en hij haalde er een lange plug uit, de tand van een slang, lang en bruin. In de nacht hadden ze het in zijn hoofd gestopt. Hij had nog steeds een wond, dus hij hoorde nog steeds gefluister in zijn hoofd van de Mars tv, en het vergif was diep in zijn lichaam nu. Hij was een slachtoffer van Mars tv, en wat voor een shows zouden ze laten zien ? Hij hoorde een stem zeggende : 'Welkom tot het oerwoud.' Hij voelde zich stervende, maar iets deed hem ontwaken. Het was een vrouw, een prinses. Ze kwam met zwarte panters. Ze vertelde hem dat Mars tv een zombificatie techniek was, maar dat zij hem zou vrijzetten. De Marsiaanse tv wordt dan besproken als een groot syndroom wat op de mensen jaagt, hebzuchtig als het is, ook vraatzuchtig. Het zijn de kaken van Mars die de massa's betoveren. Ze worden allemaal vetgemest door Mars tv en doen hun dansen van illusies. Zij zijn allemaal een deel van de tv, als het overleven van de meerderheid, als een machine van democratie. Zij met de meeste hoofden zullen winnen. Het gaat niet om mooiheid, of geleerdheid of religie, maar om de meerderheid die alles neemt … 'Op Mars vormen miljoen hoofden een glimlach, en miljard hoofden een grijns' zegt het spreekwoord. De vrouw toont Barkas dan een vrucht die ervoor zorgt dat er zoveel hoofden in iemand groeien, want daar gaat het om : meerderheden. Daartoe moet je je mond openen, en laten zien hoeveel hoofden je hebt. Het was een verboden vrucht, maar toch wist de prinses hem te verleiden ervan te eten. Toen vroeg ze hem samen met haar te regeren. Hij snakte naar adem toen hij ervan had gegeten, en ze gaf hem een kus. Hij raakte in paniek en rende weg. Wat had hij gedaan ? Wat had hij gegeten ? Was hij gevallen nu ? Of was het om hem te beschermen tegen de dictators van Mars ? Was hij vergiftigd ? Ze wilde ook dat hij een uniform zou aantrekken, maar hij verscheurde het. Hij wilde dat allemaal niet. Hij duwde haar weg, maar ze zei dat ze hem in slaap zou doen vallen en in veiligheid zou brengen in haar ruïnes. Wie was deze vrouw ? Of was zij ook slechts een onderdeel van Mars tv, één of andere zender ? Mars tv groeide in hem, maar door haar hoge stem kon ze de schermen breken. Ze was als een sirene. Hij bevond zichzelf op een Marsiaans schaakbord. Toen werd hij wakker van deze psychedelische droom. Hij keek regelrecht tegen de kop van een slang. Hij wilde niet nog een keer gebeten worden. Maar de slang beet hem weer. Er was een warme hand op zijn mond, en toen stierf de slang, en werd koud. De vrouw had de slang afgeschoten. Ze had een pistool in haar hand, en er was een luipaard bij haar. Ze zei dat de slang hem bijna had gedood. Barkas kon zich niet bewegen. Ze zei dat het een tijd zou duren voordat het slangengif uit hem zou zijn. Ze
bracht hem in veiligheid in haar domein, met haar panters. Ze sprak dat de slang genaamd was 'Mars tv', dat ze gevaarlijke zombificators waren, dat velen worden gedood door hun beten. Ze leidde hem tot de zee achter haar domein de dag erna, en ze maakten een lange strandwandeling, waarin zij vertelde dat er vaak piraten kwamen die bedriegers zijn, bedriegers van het verstand. Toen klapte ze drie keer in haar handen, en er kwam een man met een rode huid uit de zee. Hij had een donkere stem. Ze sprak dat hij het vergif uit hem kon nemen. De man drukte stevig zijn hand tegen zijn huid, terwijl de hand van de man zwart werd. Toen begon de man zwart water uit te spuwen. De man liet zijn hand zien waarin een tv scherm was. De man zei dat het allemaal inkt was, en dat het een lange tijd zou duren voordat alles uit zijn hoofd zou zijn. De man leefde door de inkt. Hij kan door de inkt te concentreren ook plaatjes zenden in de hoofden van anderen. Toen keerde de man weer terug naar het water en dook erin weg. Zo eindigt het verhaal. Het gaat dus om de strijd tegen het materialisme wat zich als een tv verslaving door de hoofden van mensen heeft vastgehaakt, door slangengif, wat mensen opblaast. Het geeft voortdurend impulsen en houdt de mens van de natuur af. Maar het is dus een inkt wat voor het goede gebruikt moet worden, door het minderen. Het kan dus niet zomaar in één keer uit de mens gehaald worden. Er moest veel van de inkt uitgespuwd worden, en dan zouden de kleine beetjes medicinaal kunnen zijn. Daarom moet een mens ook niet te extreem worden in het minderen, maar ook creatief worden om er op een juiste manier mee om te gaan, want helemaal eraan ontkomen kan de mens niet. Het doel is dat de mens zelf een schepper wordt, maar niet op een opgeblazen manier, dus met mate. De vrouw blijkt in het verhaal een soort beveiligings-systeem in Barkas te zijn, maar ook daarvan mocht hij niet teveel nemen, en ook dat moest hij toetsen. Hij mocht zich dus niet zomaar aan deze vrouw overgeven, aan de prinses. De vraag is dan ook in hoe verre de prinses waarheid is en in hoe verre misleiding, wat niet zomaar open en bloot duidelijk is in het verhaal. Er moet dus juist gezocht worden naar diepere patronen. Op een bepaalde plaats van het verhaal is zij namelijk gewoon een onderdeel van Mars tv, maar dan is het ook de vraag of de gehele Mars tv een misleiding is, of dat het ook weer een paradox is. Er is ook een spreekwoord dat alles potentieel goed is als je het maar in de juiste verhouding tot je neemt, in de juiste hoeveelheid. Alles met mate dus, opdat het niet corupt zal worden. Zo zal het kwaad dus ook uiteindelijk opgelost worden, in het mysterie van de Marsiaanse logistiek. Hoofdstuk 30. garazim en ebal Het boek Numeri is het verhaal van het volk Israel in de wildernis, na de exodus.
Het volk werd in tweeen verdeeld : De ene helft stond bij de berg Garazim, wat piercings, besnijdenis betekent, als een beeld van het minderen en hongeren en de andere helft stond bij de berg Ebal, naaktheid. Naaktheid is een beeld van profetische openbaring, profetologie, door het minderen. Toen Jozua Ai had verslagen, wat verdraaiing betekent, bouwde hij een offerplaats op de berg Ebal. Men komt dus telkens tot Ebal, profetisch leven, door Garazim, het minderen (besnijdenis). In Numeri 15 gaat het over de sabbatschending. De sabbat is de dag van het vasten op het werken, als beeld van het minderen. Ik zou zeggen dat dit een bewustzijns laag is van het minderen, van de leegte, waaruit een mens behoort te leven, en niet zomaar een dag in de week. Daarom wordt er ook gezegd dat het van belang is de eeuwige sabbath binnen te gaan, de eeuwige rust. Het is dus symbolisch, en zo ook de straf op de sabbathschender is symbolisch. Die werd ter dood gebracht door steniging, maar in de grondtekst is dit ook weer het sterven van de hongerdood. De steen doet ons minderen, maakt een lek opdat al het overbodige kan wegstromen. Het gaat hier dus over het meerderend, opgeblazen, overmoedige ego wat moet sterven. De eigenlijke exodus of uittocht, zoals bij Ra in de tocht door de onderwereld in de Egyptologie, is niet zomaar iets lijnrecht eruit gaan en dan maar door blijven rennen en niet meer omkijken, maar het is een cyclus, dus erin en eruit om het te verdiepen. En dat geeft ook een zekere rust, een zekere sabbathsrust, want de mens moet leren strategisch en creatief te minderen, en niet een op hol geslagen extremist worden in deze dingen. Het gaat dus niet om een 'ja' of een 'nee', maar om een 'hoe'. Dat is de logistiek. In het boek der poorten komt Ra net als de Israelieten in de wildernis terecht. Het is een verborgen plaats, verborgen van de aarde. Mozes liet het volk een paal met een slang zien in de wildernis, als teken van genezing en bevrijding, en die symboliek had hij in Egypte geleerd, waar hij was opgevoed. In het boek der poorten komt Ra tot een paal met een jakhalshoofd erop, wat heenwijst naar Anubis, de gids van de doden, de belofte van profetische leiding dus, en dan komt hij tot een paal met een ramshoofd erop, wat heenwijst naar Khnum, de schepper, als beeld van vruchtbaarheid : wedergeboorte en opvoeding. Ook de slang is bij Ra om hem op zijn tocht te beschermen, zoals de slang bij het volk Israel was voor dezelfde symbolische reden. De slang speelde een grote rol in de uittocht van het volk Israel. Denk aan de staf van Mozes die in een slang veranderde. De slang is een beeld voor het touw, oftewel de grenzen van de mens, de logistiek. De mens moet in verbinding staan met de hemel, de hogere wereld. Dan is er een poort bewaakt door verschillende slangen en met een heleboel messen, wat de besnijdenis inhoudt, oftewel het minderen. Alleen de mens die mindert kan door deze poort, dieper de wildernis in. Ook Ra ging hier doorheen. Uiteindelijk zal dit dus leiden tot diepere openbaring, want dat is altijd de vrucht van het minderen. De Egyptische teksten laten zien dat we alleen door deze poort kunnen gaan door veel geween, oftewel door verbrokenheid. Dat was ook het lijden van het volk Israel en het lijden van Jezus aan het kruis, waardoor hij door deze poort ging tot de diepere onderwereld, of diepere wildernis. Het touw waarmee de boot van Ra wordt voortgetrokken gaat dan heen door een buis met twee runderkoppen. Het rund is een beeld van dood en opstanding, tot dienstbaarheid aan de hemel, en hierdoor moet Ra heen, zoals later ook Jezus door dood en opstanding heenmoet ten dienste aan de
hemel. Wat in de verhalen van de bijbel gebeurde, gebeurde dus allemaal al in de verhalen van de Egyptische boeken die in hieroglyphen op de muren beschreven stonden. Het gaat om de diepere betekenissen hiervan. Hoofdstuk 31. samen op weg, maar waar naartoe ? – bespreking van het verhaal : het zwemparadijs De mens heeft alles in kannen en kruiken, alles overmoedig gedefinieerd, door talen alles vastgezet. Al heel snel denkt de mens : 'Oh, ik heb een fout gemaakt,' terwijl er eigenlijk een hogere realiteit staat te dringen. De mens ziet het vreemde als een fout. De mens wil conform zijn, is politiek correct en schools. Altijd maar weer wil de mens de goedkeuring van de buren, van de mens om hen heen. Altijd maar weer. De mens durft zo niet uniek te zijn. De mens durft niet op zoek te gaan naar diepere patronen. 'Oh, wat zal die en die er wel niet van denken,' denkt de mens veelal. Zo leeft de mens een heel erg saai leven, bedrogen door de valse realiteiten om hem heen. Wat voor andere werkelijkheden proberen de mens wel niet te bereiken, maar de mens ziet het niet en wil het niet zien, want oh, wat zal de ander daar wel niet van denken. De mens durft niet vreemd te zijn en uniek. De mens is geprogrammeerd conform te zijn aan de anderen om hem heen. Kudde dieren, allemaal voor de slager. De mens is gebrandmerkt. Wat denkt de mens dat de aarde is ? Een plaats om feest te vieren ? Neen. Het is een fokkerij. De mens wordt gefokt voor iets, maar de mens loopt de polonaise, dom als hij is, want dit is gewoon dom. 'Oh wat zijn we blij.' Zo gaat de mens de afgrond tegemoet. Nee, de mens laat zich niet wakker maken. De mens slaapt rustig door, want de anderen doen dat immers ook. Altijd maar weer denkt de mens dat de ander een goed excuus is. Het is maar een karikatuur natuurlijk, een bedriegelijke reclame. Maar zulke mensen bestaan, als wandelende voorbehoedsmiddelen. Nee, van vreemdelingen zijn ze vies. Voor de vreemdelingen is er geen plaats in de herberg, en daarom zal de dief in de nacht komen. Hoor wie klopt daar, kinderen ? Hoor wie klopt daar kind'ren. Hoor wie klopt daar zachtjes tegen 't raam. 't Is een vreemd'ling zeker, die verdwaalt is zeker. 'k Zal eens even vragen naar zijn naam. Nee, het is niet sinterklaas, en ook niet Jezus dit keer. Het is de onbekende vreemdeling, de vergetene, de weggedrukte. Niemand kent deze vreemdeling. Niemand heeft deze vreemdeling willen kennen. Het is de ongeborene, weggedrukt door het voorbehoedsmiddel van de maatschappij. Hoor wie klopt daar ? Of hoort niemand het kloppen ? Nee hoor, niemand hoort het kloppen. Daar hebben ze geen tijd voor. Ze luisteren wel naar wat anders. Wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Wil hij niks van weten. En daarom zal het komen als een dief in de nacht, omdat er geen plaats was in de herberg.
Het is als een droom : Oh, neem mij mee naar die andere wereld. Want zulke mensen zijn er ook nog : zij die dromen. Het is voor de dromers. Zij die nog durven dromen en dagdromen. Het is voor de kunstenaren : zij die dwars door alles heen een andere wereld zien. Hoor je het getrommel ? Soms hoor ik het, en dan vaagt het weer weg. Het gaat in en uit. Ik ben geen voorbehoedsmiddel zoals vele mensen om mij heen. Ik wacht op het ongeboren kind. Ik verwelkom het, de vreemdeling, de droom. Samen op weg, maar waar naartoe ? Ben je al op het schip gehesen of ben je de beste stuurlui die aan wal staat ? Ben je al vast aan het elastiek, of loop je zonder touwtjes ? Maar toch op batterijen ? Wie ben je en waar ga je naartoe, en met wie ben je ? Samen op weg, maar met wie, en waar naartoe ? Val niet voor de bedriegelijke reclame's van de samenleving en de families om je heen. Ze zijn hier neergezet om je vast te houden in deze realiteit, om je het product te laten kopen, het voorbehoedsmiddel, opdat de vreemdeling niet zal komen. Nee, ze willen niet dat je wegdroomt. Je bent van hen. Je bent slechts een ding in hun ogen. Ze voeren je het vlees van kind en dier, en zeggen : 'Het is goed, toe maar, eet maar.' Het schip wacht, maar wie zal aan boord gaan ? Als anderen van boord afspringen, doe jij het ook ? De ander is nooit een solide, goed excuus wanneer er een tornado recht op je af komt. Alleen de dromers zullen ontkomen. Zij die niet dromen zijn slechts de reclames voor een product wat allang achterhaald is. Ja, soms steken ze het in een nieuw jasje, alsof ze met de tijd meegaan, maar het is nog steeds hetzelfde oude product, dezelfde misselijkmakende truuk. Hoofdstuk 32. de Nameïtische theologie Name is de oervrouw van de mens, de hogere rede, die de lagere rede van de mens wil moest strikken, oftewel moest overtuigen. Soms wordt de mens daarom overweldigd door Name. REDE Grieks : logos Aramees : mlh Sanskrit : dharma Pali : dhamma Oer : name Telkens weer merk ik dat ik in de natuur cycles terugkeer tot mijn vak theologie, als geestelijke wetenschap die alles verdiept. Het kan medicinaal zijn. Als ik de boeddhistische canonieke geschriften uit India lees dan vindt ik ze prachtig, en dan kan ik de oer-theologie van Name er
doorheen zien. In principe moet het allemaal terugvertaald worden tot het oer, dus deze teksten dolen vaak rond als wezen, maar ik kan vanwege mijn achtergrond en studie zoveel van de oorspronkelijke Nameïtische theologie in terug zien, van de geschriften van Name. Ik ben me ervan bewust dat er een grote reformatie moet plaatsvinden in het boeddhisme. Het boeddhisme is in sommige plaatsen zo vastgegroeid, zo orthodox geworden, ook als een markt is geworden. Maar het heeft dus groot potentieel. Ik kijk er altijd met gemengde gevoelens naar, zoals ik ook naar het christendom kijk. Er moet een reformatie komen. Deze reformatie moet in onszelf plaatsvinden. Het is voor de eenling, niet voor de grote massa's. We hoeven geen popie jopie te gaan spelen. Het is iets persoonlijks. Name strijdt tegen de menselijke wil, om zo vanuit de hogere rede de richting te veranderen. Dat is ook het werk van het boeddhisme, om de wil uit te doven, opdat de mens komt tot de hogere leer, door de leegte, door het minderen. Het minimalisme leidt dus tot logistiek. Zo heeft de mens een doel, een richting. De mens kan zo ergens voor vechten, kan zo ergens voor staan, anders zal de mens voor van alles vallen. Het gaat dus om het kennen, niet om het willen, en de mens komt tot het kennen door te minderen in het willen. Het kan krachtige instincten opwekken : vrees, boosheid, twijfel, eenzaamheid, maar dit is allemaal onderdeel van de strijd voor de rede, de kennis. De mens moet klaarkomen met het boeddhistische enigma. Er ligt daar teveel oerkennis in opgeslagen om zomaar langsheen te leven. De mens kletst maar door, heeft nog geen Damascus ervaring gehad. Ook de Abhidhamma, de derde mand van de Pali Canon van het Theravada boeddhisme waarschuwt tegen de vrezeloosheid. De mens vreest niet voor de zonde, de mens vreest niet voor de overmoed. De mens is helemaal niet aan z'n ego gestorven, aan z'n wil. De mens is ook schaamteloos over de zonde. Ze vinden het allemaal doodnormaal. Maar de mens wordt erdoor bedrogen. De zonde, de wil, tekent telkens weer illusies voor de mens, stelt het boeddhisme. Ze leven onder een sluier van illusies. De vooruitgang is pijnlijk en de intuïtie is langzaam, stelt de abhidhamma, wat overigens 'de hogere leer' betekent, of de 'hogere rede' in het Pali. De mens is zo bedrogen door de vormen dat de mens terug moet keren tot de vormeloze hemelen, of het vormeloos begin, waarachter de oneindige intelligentie is. De mens krijgt dan een nieuw begrip van hoog en laag. De mens krijgt dan een begrip over de hogere idealen. De mens krijgt dan zicht op het pad. Hoofdstuk 33. boze babies Man en vrouw is een dualiteit : lijden, maar ook leiding.
Verzoeking, maar ook onderwijs. De zonde macht in de stad is deftig, pronkt rond als een mannequin. Zalig zijn zij die dit doorzien hebben. Er worden veel boze babies geboren, met een reden. Wie zou er niet boos zijn in zo'n wereld ? Alles moet vandaag de dag ook maar 'leuk' zijn, maar wat is leuk ? Is het niet beter dat het leerzaam is ? Soms kunnen dingen niet leuk zijn, maar nodig. Soms is dat zelfs om het leven van iemand te redden. Er worden veel boze babies geboren. Ze kunnen eigenlijk niets. Ze kunnen niet lopen, en hebben geen armkracht. Wel kunnen ze enorm boos zijn, op de wereld. Geef ze eens ongelijk. Ook in de natuur zijn zulke boze babies : slangen. Gifspuitende cobra's. Ze kunnen soms hysterisch zijn. Ze hebben dan geen armen en benen, maar hun kracht komt ergens anders vandaan. En hun kracht is boos. Man en vrouw, een dualiteit, tegenpolen, in een verdwaasde wereld. Soms gaat het goed, soms gaat het niet goed. En dan zijn er weer boze babies. Moet alles dan maar leuk zijn ? Wat is leuk ? Wat behoort het leven te zijn ? Het leven, wat is het ? Is het niet vaak een boze baby ? Man en vrouw, een dualiteit, Soms gaat het moeilijk, en dan zijn er boze babies.
Hoofdstuk 34. het ontwakende rode Misschien ben je weleens op een kermis geweest of in een fopwinkel of feestwinkel voor carnaval, en dan zie je soms van die plastic koppen of maskers die je kunt opzetten. Carnaval is meer iets katholieks, maar je ziet ze dan wel in de winkel etalages. Prachtig vond ik dat als kind. Ik zou wel graag zo'n masker willen hebben, van Donald Duck bijvoorbeeld. Maar ja, er waren ook van die koppen bij die je dan kon opzetten met bloed en slijm erop, als van een horror film, allemaal plastic natuurlijk. Als we het dan hebben over de massa's om ons heen, wat is het ? De Vur spreekt over een machine van democratie die gemaakt is van allemaal afgehakte koppen. Deze bloederige hoofden houden alles bezeten. De hoofden debatteren en discussieren, net alsof het allemaal echt is, en de mens tuint erin. 'Nou, de meerderheid zegt het, dus zal het wel waar wezen.' Toch was het een arena. Er vloeide heel veel bloed voor, meerderheden die minderheden afmaakten. Of sommige hoofden hadden gewoon een grote bek en konden hun rotzooi goed verkopen. In ieder geval verwekte dit bloed vele kinderen, stelt de Vur. Het begon allemaal met een koppensneller die de machine had gebouwd. Boek 56 van de Vur gaat over deze verschrikkelijke strijd tegen deze machine van democratie. Het schijnt dat degene die hier tegen streed ook al haar hoofd had verloren, en zelfs haar eigen hoofd hing er tussen in de machine. Hoe gaan we daar mee om ? We zijn deel van de machine, en ook strijden we ertegen. We willen ons hoofd terug, maar er zijn zoveel andere hoofden omheen die tegen ons strijden. Ons hoofd is van hen, denken ze. Dat is de arena van het leven. En daarom moet het allemaal ontmaskerd worden. De Vur stelt dat het een vreemde spiegel is op een vreemde kermis. De Vuh is het achtergrond boek van de Vur, waar in langere verhalen alles wordt uitgelegd. Het gaat over het bedrog van Mars. Er is buitenaardse energie mee gemoeid dus. Zou je niet schrikken als je op een kermis wandelt en je komt bij de kraam waar je lootjes kunt trekken om een pop of kop te winnen en je ziet ineens je eigen hoofd tussen de andere hoofden hangen ? Mensen om je heen kopen dan lootjes in de hoop je hoofd te winnen. Is dat niet wat de wereld van vandaag is ? Het is een loterij en ons hoofd is de prijs, ons denken. De kranten willen het bezitten, de roddelbladen, de scholen. Zoveel roofdieren om ons heen. En de spiegel kan niet zomaar ingegooid worden, want dan sijpelt ook de droom weg en meer dan ons lief is. Het gaat om de ontwaking van het rode, Het minderen, het verdiepen, het verhalende element, het creatieve … Toch wordt de spiegel soms ingeslagen door een hogere kracht, stelt de Vur in het boek 'de nachtmerrie'. Dan zijn er slechts herinneringen, en doet alles pijn … scherven … En dan lonken de echo's en zak je in het ijs … dieper en dieper …
Dan zijn de zeeen een sleutel tot synthese … een nieuwe schepping … Het rode is de poort tot de spiegelwereld, door de juiste kaarten, geordend … de rode logistiek … Het rode brengt alles achter de schermen, als een nieuwe spiegel, de rode spiegel ... Hiertoe is het rode onbereikbaar en altijd anders … Hier is de rode tijd, wat alles uitstrekt, alles loslaat .. alles verscheurt, als de cobra steen, de rode steen … De rode steen in het eeuwig evangelie gaat ook veel over het cobra medicijn … De Marsiaanse mythologie, die ook in de tweede bijbel staat, is er zeer duidelijk over : de massa's, oftewel de machine van democratie, is een onderdeel van een orakel, het zogenaamde Tirmis orakel. Een orakel geeft dus abstracte boodschappen door. Dit orakel is gebouwd door Diabrillis, een poppenmaker, die in allerlei gedaantes kan veranderen, en één zo'n gedaante is de koppensneller, Sharla. Om de geheimen van zijn systeem te beveiligen gebruikt hij wachters genaamd de piraten van Taroon, die mensen misleiden, afhouden van de geheimen van zijn wereld. Het ironische is dan weer dat ook Diabrillis door zijn eigen machine misleid wordt en vast wordt gehouden. Dan is er eigenlijk de Marsiaanse boodschap van dualiteit en alles verdiepen wat de enige weg eruit is, dus dieper erin. Hoofdstuk 35. Het OT kruis Een tijd terug waren er Arabische buren, daarna kwamen er Nederlandse buren. Vannacht had ik een droom dat er nieuwe buren waren. Ze waren van een stroming tussen het Jodendom en de islam in, wat gebaseerd was op een oudere versie van Job, die trouwens Nob heette, of wat ook wel als Noph uitgesproken kan worden, aangezien het Hebreeuws is. Het was een alleenstaande moeder met haar dochters. Ze hadden vaak hoofddoekjes om. Ze probeerden een glimp van mij op te vangen bij de achtertuin, en ik was me ervan bewust en wilde ze niet spreken. De tuin was wild begroeid en de gordijnen waren half dicht, maar toch bleven ze proberen een glimp van me op te vangen. Ze zijn toen begonnen met lange brieven naar me toe te schrijven, dat ze me wilden zien, anders zouden ze hoge pieten van hun religie inschakelen, en dan zou ik ook maar de hoge pieten van mijn religie moeten inschakelen. Het waren ellenlange brieven. Ik weet niet meer wat er allemaal instond. Het was wel een mooie droom, en het volk interesseerde mij ook, die religie. Ook die dochters probeerden glimpen van mij op te vangen, net als hun moeder. Ik had toen op een gegeven moment
geheel de gordijnen dichtgetrokken, en vandaar dus dat ik ook die brieven kreeg. Ik had ondertussen wel glimpen van hen opgevangen. Hoe komen we tot de Rede ? We kunnen nooit rechtstreeks tot de Rede gaan vanwege de loonsprincipes en belastingsprincipes. Er moet eerst een prijs betaald worden, een offer. Het gaat niet om de hoofdkennis, maar om de hartskennis, en die moet tot het hoofd stromen en door het hoofd stromen. Alleen door het hart komen we tot de Rede, maar dat is niet genoeg. Het gaat om de kruiskennis. Alleen door het kruis kunnen we tot de Rede komen. Hart en kruis zijn dus aan elkaar verbonden, als hel, hulda, holle, de oermoeder godin van de Germanen, die later eenzijdig en overmatig werd gedemoniseerd met de komst van de christelijke cultus. Nop of Noph, de oer-Job, de voortijdse Job, van veel oudere geschriften, ging ook aan het kruis, in de wildernis. In de grondteksten van het latere Job boek in het OT gaat Job ook tot de wildernis, tot de natuurvrouwen. Als eerste moet opgemerkt worden dat het kruis al iets is van het OT, van de psalmen, waarin David gekruisigd werd en ook werd er over zijn bezit gedobbeld, wat later werd gebruikt voor Jezus. Psalm 22 : 15 Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; 16 verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. 17 Want hyena's (hoeren, Hebr.) hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. 18 Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. Oorspronkelijk was het kruis dus een hongerkruis. Ook in het Aramees is David omsingeld door hoeren, en door wreden, bruten. In het Hebreeuws betekent 'yad' naast hand ook fallus, die dus doorboord wordt of besneden. Doorboren betekent in het Hebreeuws ook kopen of verkopen, of geven voor een feest. De betekenis is nogal duister, en is veelal te zwak gemaakt in de westerse vertalingen. David wordt hier als slaaf verkocht of gekocht, en het gaat hier om verkrachting, want zijn fallus (yad) werd gegeven tot een feest. Hij is ontbloot voor de vijand. In het Aramees gaat ook vers 18 over verkrachting, want toekijken kan ook aanraken betekenen en geslachtsgemeenschap hebben. David is in het Aramees overwonnen door de vijand. Dit zijn dualistische teksten omdat David ook de weg laat zien tot de moederschoot, zoals ook de teksten van Job. In Job 19 : 15 wordt het duidelijk dat ook hij een deel is van het verre vreemde volk als eigendom en balling. Job leerde gehoorzaamheid door het lijden, door het kruis. Job sprak door de bitterheid van de ziel.
Job werd geplaagd door dromen en visioenen die hem angst aanjoegen. Dit was zo erg dat hij de hongerdood en de wurging verkoos boven het leven (7 : 14-15). In het Aramees staat er dat hij naar Abbadown verlangde, de Hel, de verlorenheid, de Vernietiger. In het boek Job staat Zij naakt voor het Aangezicht van God. Wurging betekent in de diepte getemd worden, initiatie (inwijding) en overgave. Job verlangde naar de heilige halsketen, de heilige gebondenheid en de heilige slavernij tot God (Abbadown, Shadday). Hij wilde zijn leven verliezen hiervoor. Abbadown is ook de plaats van vernietiging. Job had een sterk doodsverlangen, en vernietigingsverlangen. In het boek Job zien we dat God als zodanig naar hem op jacht was, als Shadday, de almachtige goddelijke vernietiger (6 : 4). Dit gaat over het kruis van het OT, oftewel de duistere kennis. In de Egyptologie en Israelogie komt het kruis vaak voor in de T vorm, zo ook in de oudere versie van Job, over Nob of Noph. Het wil niet zeggen dat het kruis van het OT en van de oudere versie van Job altijd tot de dood leidt, want het wordt ook als restrictie paal gebruikt, en het Egyptische kruis is een T kruis met een halsketen erboven, als de Anaq, wat ook de naam is voor de OT halsketen. Spr. 1 8 verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9 want zij is een keten (anaq) voor uw hals. Deze anaq wordt dus ontvangen aan het kruis, de restrictie, als een symbool van profetische leiding. Zonder het kruis is er geen profetie. De halsketen brengt ook terug tot de tenten. Wat voor een god heeft de mens dan gemaakt ? Een sinterklaas ? Maar zelfs in het sinterklaasfeest hoort een roede thuis. God is het kruis. Wij moeten niet tot god naderen, maar tot het kruis, want dat is de ware God. In de vroegere versie van Job was dit genaamd Oru, en in de Job van het OT komt de Oru voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van het kruis. Het kruis was in het oer een vrouw met gespreide ellebogen waar de man naartoe moest voor wedergeboorte. Nob, Noph, kwam tot de Oru stam in de wildernis, zoals Job kwam tot de Urya stam in de grondtekst, als een beeld van het komen tot het hongerkruis. Hoofdstuk 36. 1953 – de watersnoodramp Getsemane betekende de olijfpers, maar het had een veel duisterdere betekenis, want de olijf was de kop van de slang, van de fallus, de kop van het ego, die vertreden moest worden in de profetie van
Genesis 3. Dit gebeurt zowel door de voet als de vagina, als beeld van de baarmoeder die vermorzelt en tot wedergeboorte brengt. Een zeer duistere betekenis dus. Oorspronkelijk kwam de kruiziging van David voor in de oudere teksten van het boek Job, oftewel de kruiziging van Nob, in psalm 22, waar oorspronkelijk ook bijstaat dat zijn fallus werd vertreden, en zijn zaad moest geven. 'Die mijn handen en voeten doorboren,' is in het Hebreeuws ook 'die mijn fallus (yad) doorboren, of tot een feest geven, en in de oudere geschriften van Oru over Nob, Noph, staat er ook 'die mijn fallus met hun voeten vertreden'. Zo diep gaat dus de betekenis van Getsemane, en ik heb vroeger vaak dromen over Getsemane gehad. Oorspronkelijk was het jachtsgebied. Jezus was als opgestane een beeld van de opgerezen fallus die eerst zijn bloed gaf en toen zijn zaad. De mens kan dit allemaal wel heel schijnheilig en vroom loskoppelen van de sexualiteit, maar de grondteksten en oerteksten laten juist de demonologische sexualiteit zien, opdat er daadwerkelijke vruchtbaarheid en wedergeboorte is. De mens wil heel graag God loskoppelen van sexualiteit, maar God heeft sexualiteit geschapen met een bedoeling, en ook de tegenstander gebruikt sexualiteit. Het is een oorlog van sexualiteit, om de betekenis ervan. Jezus moest aan het kruis. Hij wist dat er jacht op hem gemaakt zou worden in Getsemane, en toch ging hij er ongewapend naartoe. Hij keerde zijn andere wang toe. Hij aanvaardde het lijden, het kruis, oftewel Oru. Er is niets wat een fallus kan doen in de vagina, en het leidt uiteindelijk tot het geven van het zaad. Dan kan de mens een sinterklaas god maken, maar ook het sinterklaasfeest kent de roede en de zak. De mens is geschapen om tot de vagina te gaan, tot de hel, de baarmoeder, tot wedergeboorte, en daartoe moet de mens zich opofferen. De mens is geschapen om tot het kruis te gaan, anders is er geen leven mogelijk. De mens moet gemelkt worden, uitgeperst, als een olijf. De mens moet vertreden worden, en dat is een dualiteit, en sexualiteit is daartoe een metafoor. Dat is de theologische sexuologie. Judas is Grieks voor het Hebreeuwse Juda, wat komt van yad, wat ook fallus betekent, en de vernederde die zijn zonden belijdt (yadah). Jezus is de kop van de fallus, als de geperste olijf, en Judas was de nek, de gehangene, die Jezus verstrikte, als de nekketen. Het is de sexuologie van het kruis. Vannacht had ik een droom over de watersnoodramp van 1953 in Zeeland. Het was een dualistische cyclus, en heeft ook te maken met het oordeel over Nederland die haar kinderen martelt en zich doof houdt vervolgens. De watersnoodramp had dus twee kanten, want het had ook een diepere betekenis, en het staat ook voor een geestelijke vloed. Ik zag de engel van de watersnoodramp en dit keer werd heel Nederland overstroomt, maar het was iets theologisch, de terugkeer van iets. Dat moest wel terugkeren want het was ooit weggenomen. We kunnen ook denken aan de watersnoodramp in 1570 in Nederland, die nog wel groter was. Beide overstromingen hadden ook religieuze namen. 'Ik worstel en kom boven' staat er op de Zeeuwse vlag waarop een leeuw staat in de golven, om de strijd tegen de Spaanse overheersing uit te beelden. Nederland is nog steeds Spaans. Martelt nog steeds dieren, en martelt nog steeds kinderen, en doet dan net alsof er niets gebeurt is, en bouwt dan haar leugen industrie er omheen, allemaal roddel, om haar misdaden te bedekken. Maar God ziet alles. Nog steeds is de leeuw in groot gevecht met Spanje. Er ontbreken nog theologische elementen. Het werk is daarom nog niet af. Het moet nog verder verdiept worden. Het is dus zee tegen zee, en Zeeland heeft hierin een belangrijke sleuteltaak, wat ook weer terugwijst op Michiel de Ruyter die ook heeft bijgedragen aan de emancipatie van Nederland om los te komen van Spanje. De Ruyter heeft dus ook een belangrijke taak in het oordeel over
Nederland. Nederland is dus dualistisch en kan in twee stukken verdeeld worden : het hogere en lagere Nederland. Deze strijd is zuiver theologisch, literair dus, aan de hand van de Rede. We moeten hiervoor de geschiedenis in. De tachtigjarige oorlog (1568-1648) was een oorlog tegen de Spaanse wereldmacht, maar deze oorlog woedt nog steeds, en het enigma ervan moet opgelost worden. Uit deze oorlog kwam ook de zogeheten gouden eeuw voort van de jaren 1600, als de herleving van Nederland. Zo is ook hoe het oudere boek van Job, oftewel Nob, begint : met een overstroming. En Nob moest op zijn bootje dieper de wildernis in, waar ik over droomde. Ook ging de droom dus over de watersnoodramp in Nederland in diverse lagen. Mensen trokken tot de steden die nog niet ondergelopen waren, en ik was daar ook. Er hing in die steden nog zo'n sfeer van 'oh, er is hier niets aan de hand' en 'lang leve de lol'. Er waren allerlei broodjestenten waar je broodjes met veel suiker en vlees erin kon kopen. Natuurlijk mocht ik die broodjes niet nemen. Ik moest ze ontwijken. Dat is wat de Nederlandse geest is : 'suiker en vlees' om ze doof te houden, als drugs. De Ruyter, die uit Vlissingen kwam, strijd nog steeds tegen de Spaanse geest die Nederland bezet houdt. Hiertoe moeten vele geestelijke overstromingen komen, om de mens dieper de wildernis in te drijven. De mens moet de hogere theologie leren. Het is een studie en een puzzel. Ook de geschiedenis is dus van belang, maar niet zomaar overmatig, maar logistiek. In dat opzicht is na de reformatie van 1517 een andere overstroming van belang : de remonstrantie van 1610 te Gouda, waarin predikanten verweerschriften tegen de autoriteit van de gereformeerde kerk in Nederland hadden opgesteld. De remonstrantie was veel vrijzinniger, terwijl de orangisten het land orthodox calvinistisch wilden houden. In 1610 begon als het ware een bizonjacht tegen de uitwassen van de reformatie, tegen het extremisme ervan. Dit was hard nodig, en op die fundamenten is ook de hermitatische beweging gevestigd, wat beschreven is in haar artikelen in de hermitatische synode. Remonstrantie betekent tegenbetoog, verweerschrift, protest. Er moest in de kerk plaats zijn voor andere gezichtspunten, ook vreemde gezichtspunten. Dat is uiteindelijk ook wat de overstroming betekent in de Vur (boek 124). Er mag zo weer ruimte komen in de mens. Dat gebeurde ook in de droom bij de overstroming, dat er weer ruimte kwam, dat de mens weer ver kon zien en ook door dingen heen kon zien. De mens kon zo weer verbinding maken met de droomparallellen. Frankrijk maakte een einde aan de gouden eeuw door het optreden van Lodewijk de veertiende wat een zware klap was voor Nederland. De gouden eeuw leidde tot dit kruis, en daarna zou Napoleon nog komen. Wat stellingen van Napoleon : 1. Terug naar de moederborst 2. godsdienstvrijheid 3. Val van het medische rijk 4. komen tot de logistiek 5. komen tot je unieke individu, niet de massa productie 6. terug tot de natuur en de natuur limieten
7. afschaffing van de marteling om gedwongen informatie te winnen Er was nog veel werk te doen in Nederland. In dit opzicht zijn er verschillende steden, verdragen en jaren van belang, die ook toegepast en verdiept dienen te worden in de geestelijke strijd : Unie van Utrecht – 1579 – Verbond tussen diverse Nederlandse gewesten in de strijd tegen het Spaanse bewind. Vrede van Utrecht – 1713 – Einde Europese godsdienstige oorlogen, en verdeling van de gebieden voor evenwicht binnen Europa : onderhandeling met u, voor u, zonder u. Vrede van Nijmegen – 1678 – De Vrede met Frankrijk om een einde te maken aan de Hollandse oorlog, in de tijd van Lodewijk de veertiende Ook Napoleon werd in de jaren 1800 uiteindelijk verdreven, maar de Napoleonitische pilaren staan nog steeds, en de Napoleonitische overstromingen zullen blijven komen totdat Nederland uit het ei is gekomen. Dit is dus een natuur proces. Waar we nu tegenaan kijken in Nederland is slechts de eierdop. Daarom zal de watersnoodramp van 1953 blijven spreken. Nijmegen en Utrecht zijn hierin belangrijke enigma's tot het herstel van Nederland. In mijn dromen is Utrecht de sleutel tot het natuur-Nederland, en ook tot de hogere tweede bijbelse bibliotheek van Nederland, zoals dit ook voorkomt in de verhalen van de tweede bijbel zo nu en dan (De Bibelebonse Pap, Sobibor – de laatste jager). Er was al een eerdere, middeleeuwse Vrede van Utrecht als onderhandelingsvrede (hanze) met Engeland, in 1474, om de hanze oorlog met Engeland te beëindigen (1469-1474). Utrecht betekent doorwaadbare plaats wat ook weer heeft te maken met bepolderen en de splitsing van de zee voor de exodus, oftewel de overwinning over het water, de overwinning over Spanje. Vrede betekent dat er toch een bepaalde synthese kan zijn na of naast de nodige tegenstellingen. Hoofdstuk 37. de tovermamma's – de nederlandse pedagogiek Ik was in de stad van het voorgeslacht, van de voorouders, die daar verschillende woningen hadden, zoals ook vroeger bij de voorfamilie, waarin ik als kind van de ene naar de andere woning ging, door door de wijken ertussen heen te lopen. Dat was altijd een magische belevenis en in deze droom weer. Een voorouder had een woning ergens bij het station en liet mij een klapstoeltje van mij zien van vroeger. Ik was het allang vergeten dat ik het had, maar in de droom kwam dat zomaar naar boven. Toen ging ik door de wijken naar een andere woning van de voorouders, dieper in de stad, in een wijk buiten het centrum. Ik kwam toen kinderen tegen die op een erf aan het spelen waren
tussen de huizenblokken. Ik wilde ze iets geven, en zocht in mijn zakken en vond er nog snoep gemaakt van een oerwoudssuiker wat goed was voor de tandjes. Ik wist alleen niet meer hoe lang het al in mijn zak zat, en op de verpakking stond ook dat het koud bewaard moest worden, dus ik besloot het maar niet te geven. Wel zei ik tegen de kinderen dat ik de moonwalk van Michael Jackson voor ze zou doen. Ik kende verschillende moonwalken van hem, ook de minder bekenden, die overigens niet minder indrukwekkend zijn. Ik begon mijn favoriete moonwalk te doen, waarbij je dan gewoon op één punt blijft staan, en wat ik hem maar één keer heb zien doen in een concert, maar wat ik dus wel telkens terugspeelde om het te leren. De allereerste moonwalk, de hele bekende waarbij hij naar achteren loopt terwijl het lijkt alsof hij naar voren loopt, leerde ik ooit van een volleybalvriendje. In ieder geval kwam ik niet ver met de moonwalks in deze droom. Ik was als aan de grond gelijmd, alles ging in slow motion en ik kon mezelf bijna niet meer bewegen. Toen verschenen ineens tovermamma's om me heen. 'Ja,' zei mijn tovermamma, 'het kind mag niet overbelast worden.' Ik moest het dus niet overdrijven, alles met mate. De tovermamma's drukten altijd de knopjes in om hun kinderen niet over te belasten, niet teveel te geven van iets, en dat kon van alles zijn. We kunnen dan denken aan dingen die we helemaal verkeerd begrijpen, de zogenaamde misverstanden, of in het Engels : misunderstanding. Dit is een belangrijk thema in de tweede bijbel en de Vur, het telkens vertragen of wegsmelten, het misverstand. De hersenen pikken het dan verkeerd op, maar voor een reden, zodat we van iets niet teveel krijgen. Zoals bij bijvoorbeeld de zogenaamde waarheid. Wat is de waarheid ? Mensen kunnen de waarheid hebben, maar niet de waarde, maar wat heb je dan ? Er is ook een gevaarlijke materialistische waarheid, en daarom moet de mens op zoek naar de diepere waarheid : de waarde, en soms gaat dat gewoon door het misverstand, dat je ineens dingen op een hele andere manier ziet, wat dan misschien in de materie niet echt is, maar in het geestelijke wel, en dat is uiteindelijk veel belangrijker. Het gaat uiteindelijk om de waarde van spelletjes en verhalen, niet zozeer om de orthodoxe, letterlijke, saaie zogenaamde waarheid, want die waarheid is vals, door de mensen gemaakt. Maar dan kun je naar het kruis kijken : mensen die vervelend doen of eens een nare opmerking maken, of onverschillig doen, enzovoorts, of mensen die uit je leven worden weggenomen die je iets langer had willen houden, dan is dat voor een reden : De tovermamma's bedienen de knopjes en zullen ervoor zorgen dat hun kinderen niet overbelast raken, niet van een bepaalde stof teveel krijgen, want dat zou rampzalig zijn. De hersenen interpreteren het als iets vervelends, in een misverstand, want ze doorzien dan niet de bescherming van de tovermamma's. Soms moeten de hersenen het ook verkeerd begrijpen, want anders zouden ze van een bepaalde stof teveel binnenkrijgen. Er zijn dus ook goede fouten. Het is een belangrijk thema in de poëzie van de tweede bijbel, bijvoorbeeld in 'misunderstanding from the lion's tea'. De tovermamma's zullen ervoor zorgen dat hun kinderen niet geprogrammeerd worden door verkeerde realiteiten, verkeerde waarheden. Er is dus een diepere waarheid van de waarde, en die is eeuwig. Soms hoeven dingen dus niet waar te zijn, zoals in verhalen en spelletjes, maar wijst het op een diepere betekenis, en dit is belangrijker dan de ingeburgerde valse waarheden van de mensen. Waarheid is dus een relatief begrip. Daarom moet de mens op een tocht naar de echte waarheid, die van de waarde. Dit gaat dwars door alles heen. We zagen dus de opleving van de filosofie in Duitsland na de middeleeuwen, en de volgende stap komt uit Nederland zelf, en dat is de pedagogiek, de opvoedkunde, en dat gaan de tovermamma's
doen. Nederland en ook de omliggende landen, zijn namelijk helemaal verkeerd opgevoed, met valse waarheid. Natuurlijk was dat ook het werk van de tovermamma's die de knopjes drukten om hen kinderen niet teveel van iets te geven. Soms als het net leuk begint te worden moet het kind naar bed, en dat allemaal voor een reden. Waar de mens nu doorheen gaat zijn dus kindernachtmerries, want het kind is nog niet klaar voor de grotere dingen, de grotere spelen. Wat er om de mens heen gebeurd zijn de grotere spelen, en dat zijn oorlogsspelen en andere ingewikkelde spelen die het mensenkind niet begrijpt en helemaal verkeerd opvat, en dat moet ook, want er is een diepere waarheid, een waarde. Daarom moet het kind door het misverstand heen. Hier gaat de Vur uitgebreid over. Hierom moet het kind vertraagd worden, anders gaat het kind te snel. Het is het werk van de tovermamma's, de Nederlandse pedagogiek. Diepere waarheden, diepere lagen, diepere waarden kan het kind nog niet direct gegeven worden, dus eerst moet het kind met minder genoegen nemen. Dat is voor de bescherming van het kind. Het kind is nog klein en kan niet teveel aan. Zomaar met een roze bril gaan rondlopen is levensgevaarlijk, als drugs. Het kind moet aan de voorwaardes voldoen. Het kind moet naar de school van de tovermamma's, om pedagogiek te leren, en daarbij is zelf-pedagogiek zeer belangrijk : leer jezelf opvoeden. Hoofdstuk 38. de ontzegeling van nahum en jona We kunnen stellen dat het christendom de grootste religie is in deze wereld, en zij hebben hun boeken opgesteld die over de hoofden van de mensen heersen, zowel berucht als beroemd, en ze doen alsof ze heiliger dan de paus zijn. Daarom moet er een nieuwe theologie komen, want deze boeken zijn allemaal vastgeroest, en zijn afgeweken van de bron, veelal misvertaald, en ook de grondteksten zijn afwijkingen van veel oudere teksten en eerdere tijdperken, dus we gaan kijken hoe dat is verschoven. Nahum komt van het oerwoord Name, en alhoewel er dus een mannelijke Nahum is, en dit in vele opzichten een waardevol boek is, wijst het terug op een ouder boek over de natuurvrouw Name als een beeld van kennis. Kennis is god, stelt Johannes 1 in zowel de griekse (stoicijnse) als aramese grondtekst. We kunnen ook denken aan het boek numeri wat een latijns woord is, en wat in het hebreeuws bemidbar is, in de wildernis. Numeri komt van nameri in de oertaal, wat dus de geestelijke stof van de kennis betekent, als tegengesteld aan materie. In het stoicijns (grieks) is het arithmoi, tellingen, wat komt van areta-ma, de wet (egyptisch) van areta (geleerdheid).
In het boek Nahum wordt de tegenstelling tussen Nahum en Ninevé weergegeven. Hier gaat de voortijd dus achter schuil, want dit gaat om de worsteling tussen Name, kennis, en Noph, de voortijdse Job uit de geschriften van Oru (een voortijdse benaming voor het kruis). Grondteksten hebben dus altijd weer hun grondteksten in de voortijd. Ninevé, nnv, Noph (of Nob), had dus een soort Pniëlitische strijd met Name, om zowel hem als haar te toetsen. Dat is waar het boek Nahum in de diepte over gaat. Name overweldigt hem, en hij wordt zo net als Jakob verbroken, opdat hij gevoelig is voor haar voor de rest van zijn leven, voor de kennis dus, oftewel voor profetische leiding : Nahum 1 1 Godsspraak over Nineve. Boek van het gezicht van Nahum, de Elkosiet. In het voortijds is dit dus de godsspraak over Noph. Boek van Name, kennis. Elkosiet is Hebreeuws voor verstrikker, valstrik. In het Aramees is de godsspraak een wond die toegebracht wordt. Nahum 2 7 En het is beslist: zij wordt ontbloot, weggevoerd en haar slavinnen klagen als met duivestem, terwijl zij zich slaan op de borst. 8 En Nineve was als een vijver vol wateren, zolang het bestaat; nu lopen deze weg. Staat, staat. doch niemand keert zich om. 9 Rooft zilver, rooft goud. eindeloos is de voorraad, een overvloed van allerlei kostbaarheden. 10 Woestheid, woestenij, verwoesting. en verslagen harten en knikkende knieën; kramp in alle lendenen en hun aller aangezicht van kleur beroofd. Blootheid is een beeld van ontmaskering, mindering en openbaring. Noph gaat dus in ballingschap. Nahum 3 5. Ik til uw slippen op tot aan uw aangezicht, en Ik laat aan de volken uw naaktheid zien, aan de koninkrijken uw schaamte. 6 Ik werp vuil op u, Ik maak u te schande en stel u ten toon, 7 zodat al wie u ziet, van u wegvlucht en zegt: Verwoest is Nineve. Dit ging dus allemaal over de verbrokenheid van Noph, een grote beproeving, te vergelijken met die van Jakob en Job, in de voortijd. 10 Toch is het gevankelijk in ballingschap gegaan, toch zijn zijn zuigelingen verpletterd op alle hoeken der straten; over zijn aanzienlijken heeft men het lot geworpen, en al zijn groten zijn in boeien geklonken. 13 Zie, uw manschappen binnen u zijn vrouwen; voor uw vijanden hebben de poorten van uw land zich wijd geopend; het vuur heeft uw grendelbomen verteerd. Dit wijst erop dat de bedriegelijke mannelijke goden van de stad worden vervangen door de natuurvrouwen, wat in de tweede bijbel wordt beschreven als het Zolt tijdperk.
19 Geen herstel is er voor uw breuk, ongeneeslijk is uw wonde. Allen die de mare over u horen, klappen over u in de handen, want over wie is uw boosheid niet voortdurend heengegaan? De gevoeligheid door verbrokenheid is dus eeuwig, opdat de mens niet zal ontsnappen uit de kennis, wat dus ook weer terugkomt in de leer van Calvijn, in de vijfde pilaar. Het gaat om de geleerdheid, het komen tot Areta, de onontkomelijke. Daarom werd Job ook in de bijbel beschreven als volkomen, wat terugwijst op de voortijd. Ook in het boek Jona gaat het over Ninevé, oftewel in de voortijd over Noph. Jona is in de voortijd dan ook vrouwelijk, als Jani, wat wijst op de urim en de thummim van die tijd (jana en jani). Jani is dat wat tot volkomenheid, geleerdheid (Areta) strekt, en weer was Ninevé daarmee in strijd, maar zij gaven eigenlijk zich direct over. Dit gaat dus over de overgave van Noph aan Jani. Jani is de onweerstaanbaarheid, als de vierde pilaar van Calvijn, die tot onontkoombaarheid leidt, tot de vereeuwiging. Jani is de volkomen gebondenheid die de urim en de thummim bewerkstelligen. Jona kwam vanuit de teoom opzetten in de grondtekst, oftewel de oerafgrond, wat dus een diepere betekenis had. De vis, of het vangen van de vis, is een beeld van de opname en de uitverkiezing, wat Jona dus moest uitoefenen op het volk Ninevé, wat terugwijst op het werk van Jani in de voortijd. Jona 4 11 Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn, die het onderscheid niet kennen tussen hun rechterhand en hun linkerhand, benevens veel vee ? De uitverkoren zijn dus hen die hun linkerhand niet laten weten wat hun rechterhand doet. Hoofdstuk 39. bespreking boek 53 van de koran, de voortijdse wortels 'Oh nee, Liesje mag niet vies worden,' maar de oerwoudvrouw van de voortijd liep niet rond met gelakte schoentjes en keurige witte sokjes niet door enig vuil aangetast. Neen, de voortijdse oerwoudsvrouw was blootvoets en die voeten waren vuil, in contact met de aarde, want er was nog zoveel om op te graven, ook vandaag. Natuurlijk is dat metaforisch.
Kennis slaat haarzelf op door de medeklinkers. Daarom is het belangrijk naar de medeklinkers te kijken en de weg terug te volgen. Zo liggen ook de lijnen door de bijbel gecodeerd. Een voorbeeld hiervan is Ruth en Na-ami. Judea was in hongersnood, en Na-ami en haar gezin trokken naar Moab, waar zij Ruth ontmoette, die haar schoondochter werd. Zowel Na-ami als Ruth werden weduwe, en zij trokken terug naar Judea. De hongersnood is een beeld van het minderen. In de voortijd ging het zo : Ruth, rt, staat voor de aretaïet, rt, en Na-ami staat voor Name, de kennis. Ruth ging naar de dorsvloer en legde zich neer aan het voeteneinde van Boaz, en viel daar in slaap, als de OT Maria die aan de voeten van Jezus zat. Boaz was de losser voor een zwagerhuwelijk, sinds haar eigen man was overleden. Boaz is ook de naam van één van de pilaren van het voorste gedeelte van de tempel van Salomo, de tempel van de moeder, als beeld van de moederschoot. Ruth betekent 'lust tot kennis, gnosis' in de worteltekst. In het Aramees is dit vallen van Ruth het vallen in de oorlog, als een beeld van de man die in de amazone oorlog valt aan de voeten van de vrouwelijke krijger, om zo door haar ingewijd te worden tot de gnosis. Dit is dus ook weer een Pniëlitische metafoor, wat we dus kunnen vergelijken met Jakob op Pniël. 'Nee, Liesje's voetjes mogen niet vuil worden, want dan lijkt ze op een neger,' en daarom kijkt het nogal typische verschijnsel 'de christen' niet verder dan z'n neus lang is. 'Oh, het staat in het boekje, wordt overal gebruikt, dus zal wel waar wezen.' Het zijn belangrijke boeken, komen telkens weer langs, maar de christen kent de diepere betekenis niet. De christen kent de voortijden niet, want de schepping is nogal jong, en werd in zes letterlijke dagen geschapen, terwijl het in het Hebreeuws ook tijdperken kunnen zijn. De christen houdt zichzelf ongeleerd, anti-areta, blijft aan de oppervlakte 'waar het niet vies wordt'. De ontzegeling van Esther : str, zaad-oru : zaad is een voortijdse naam van de godin die haar ellebogen heeft gespreid als een kruis waarin de man wedergeboren kan worden. Oru komt in de bijbel voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, in het boek Job, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van het kruis. H'man is de verdraaiing van nm, Name, en die wil dat iedereen voor hem buigt, en omdat de Joden dit niet deden moesten ze uitgeroeid worden. H'man kwam echter aan zijn eigen paal te hangen. De ontzegeling van Habakuk : H'bakuk, of H'bakkah, de oorspronkelijke naam van mekkah, wijst ook terug op Rebekkah, het Woord. Habakuk 3:3 (Septuagint) : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela. Zijn Areta (geleerdheid) bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Habakuk 2:14 : Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, kabowd, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken.
Habakkuk heeft de BK wortel die wijst op verschillende Afrikaanse godinnen en Bakroe (BK-R) in de amazone gnosis, Rebekkah. In de Bilha komt zij ook voor als de godin Delilah in de Simson mythe. Toen Jakob de rivier de Yabboq (YBK) was overgegaan had hij een worsteling met een engel. Yabboq betekent leeg worden. Dat is ook wat de wortel bqq betekent, geheel leeg worden, leeg maken. Dit is dus een beeld van het toetsen. Het boek Habakuk (ybk) is dus de rivier waarover Jakob moet gaan om te toetsen, om de worsteling te hebben met God. Jakob moet over die rivier gaan om tot diepere betekenissen te komen, om zo een ontmoeting te hebben met de godin. In het Hebreeuws betekent Rebekkah de verstrikster, de valstrik. Dat is ook wat er gebeurd in de hongerput van Calvijn, de eerste zuil van het calvinisme, waar de mens zijn wil verliest en tot een soort verdoemenis gaat. Ieder mens is hierin verdoemd, maar er zijn vandaaruit stappen om tot diepte te komen. Habakuk 2 1 Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat de Here tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Hij is over de rivier de Jabbok gegaan, dieper de wildernis in, en hij worstelt met de Moeder God. Hij wil haar niet laten gaan. Hij is aan zichzelf afgestorven, aan zijn ego, en hij wacht op de verbinding met het Woord. Hij is waakzaam en op zijn hoede. Hij weet dat juist ook in diepe wildernis zoveel gevaren zijn die hem kunnen afleiden van het doel. In het oerwoud overleven maar enkelen. Hij worstelt niet alleen met God, maar ook met zichzelf. Jakob is tot Pniël gekomen, achter de Yabbok rivier. Het eist van hem volkomenheid, het geheel afleggen van het ego. Dit moet hij overwinnen. Hij moet bovenal zichzelf overwinnen. Hij is geplaatst in de arena. Hij strekt zich uit tot de hemelse leer, en toetst deze. De ontzegeling van zacharia : Zacharia = Zukki-Oru, oftewel het kruis van de Zukki stam in de voortijd. De mens moet worstelen met de bijbelboeken, net zoals met de boeken van de koran, om het op diepte te schatten. Dat is een Pniëlitische oproep aan de mens. Er zit teveel kennis van de eeuwen en eeuwigheden, van de voortijden, om zomaar weg te gooien. Hele volkstammen willen de mensheid brainwashen met de bijbel en de koran, daarom is het belangrijk de oorsprong van deze teksten te kennen en contact te hebben met de natuurprincipes en godinnen in deze teksten opgeslagen en verborgen, wat een onderdeel is van de theologische immunologie. De mens dient dus bewust te zijn van de etymologie, taal oorsprong, van deze boeken. Het zijn de heersende boeken op aarde, en ze heersen omdat de mens ze niet kent en niet begrijpt. De mens moet komen tot de oorsprongen ervan. Het Koran boek 53, de ster, namj, geeft een schat van informatie over Name, de oerkennis, die de voortijdse oorsprong is van het boek namj. De Name gaat onder als een ster, en spreekt niet vanuit
de wil, omdat het om de kennis gaat. Het is de openbaring. Zo komt de mens tot geleerdheid, en het komt steeds dichterbij de mens. Dat is hoe de openbaring werkt. (vs 1-10) Dit kan alleen begrepen worden en opgevangen worden door het hart. (vs. 11) In vers 25-26 wordt er weer gesteld dat de mens niet alles krijgt wat hij wil, want God kijkt naar het hiernamaals en de voortijden. De mens moet zich niet richten op het aardse tijdelijke. God stelt dat de mens zich niet alleen maar moet bezig houden met mannelijke wezens, zoals God zich niet alleen bezig houdt met vrouwelijke wezens. Verderop wordt gesteld dat de mens er mee op moet houden de vrouw als een dienstknecht te zien, want zo komt de mens niet tot het hiernamaals. De vrouw is immers de baarmoeder waaruit de mens voortkomt, en in de baarmoeder weet de mens niks, dus moet de mens zich niets voorstellen. (vs. 21-32) De engelen, malakin (53:26), malaikata (53:27), zijn in dit opzicht verbonden aan de slaaf, mamlukan (16:75), waarvan de mens niet moet denken dat het vrouwen zijn. Het boek stelt in vers 32 dat de mens voortkomt uit de aarde en de baarmoeder, en dat de mens zich daarom niets moet inbeelden. In vers 35 wordt gesteld dat de mens alleen kan zien als de mens kennis heeft van het ongeziene. Weer is Name dan de voortijdse bron, wat in de titel van het boek ligt. Aan het einde van het boek wordt dan ook gesteld dat de mens zich weer ter aarde moet werpen, wat dus ook een beeld is van het teruggaan tot de baarmoeder (vers 62). Hoofdstuk 40. bespreking koran boek 2, de voortijdse wortels De Koran is ervoor om de bijbel te verdiepen, terug te leiden tot de voortijden, als een soort katalysator. Zekaryah, zkr, is hebreeuws voor Zacharia en betekent Jehovah herinnert, herinnering aan Jehovah, waarvan Yah een afkorting is, dus voluit zou het dan zijn : zekarjahava of zekar-hava, zekar-eva, de herinnering aan eva, aan de oergodin, oermoeder. Hierover gaat ook boek 43 van de koran : zukruf, zkrf.
vers 5 : Zullen Wij u dit dan niet in herinnering brengen, omdat gij een buitensporig volk zijt ? Ook in dit boek wordt er gesteld dat vrouwen geen dienaren van de mannen zijn : vers 19 : En zij maakten de engelen, die dienaren zijn van de Barmhartige, tot vrouwelijke wezens. Waren zij dan van hun schepping getuige ? Hun getuigenis zal worden opgetekend en zij zullen tot rekenschap worden geroepen, zullen worden ondervraagd. Zacharia = Zukki-Oru, oftewel het kruis van de Zukki stam in de voortijd. Zukki is in de Bilha die de stam door de wildernis leidt. In de visioenen van Zacharia wordt in het Aramees dit kruis besproken, of paal : Zacharia 1 (Aramees) 8 Deze nacht heb ik een gezicht gehad: zie, een man, gezeten aan een donkergekleurde paal, en staande tussen de bomen in de diepte, en achter hem rode (donkere), gevlekte en witte paarden. 9 Toen vroeg ik: Wat betekent dit, mijn heer? en de engel die met mij sprak, zeide tot mij: Ik zal u tonen, wat dit betekent. 10 Hierop antwoordde de man die tussen de bomen stond, en zeide: Dit zijn zij, die de Here heeft gezonden om de aarde te doorkruisen. 11 En zij antwoordden de Engel des Heren, die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij hebben de aarde doorkruist en zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust. De man aan de paal wordt ook in de Psalmen genoemd, als David, en in het NT als Jezus, maar het komt vaker voor in de grondteksten van het OT, en het is symbolisch het pad om de eeuwige rust in te gaan. De wil kan zo sterven, opdat de mens tot kennis komt, en door kennis geleid wordt. In het tweede visioen gaat dit verder : 18 En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, vier horens. 19 Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Wat betekent dit? Hij zeide daarop tot mij: Dit zijn de horens die Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben. 20 Vervolgens deed de Here mij vier timmerlui, geleerden (Aramees) zien. 21 Toen vroeg ik: Wat komen dezen doen? En hij zeide: Dat waren dus de horens die Juda zo verstrooid hebben, dat niemand zijn hoofd kon opheffen; maar zij zijn gekomen om hen te verschrikken, om neer te slaan de horens van de volken, die hun horen hebben verheven tegen het land Juda, om het te verstrooien. De timmerlui zijn een symbool voor het doorboren. Zij sloegen David aan de paal, Jezus, en vele anderen, om het volk te verstrooien. Dit is in het Aramees metaforisch voor geleerden, voor kennis. Alleen kennis doet de wil afsterven. Geleerdheid is Areta, oftewel de inwijding in het boek Ruth, rt, waarin de mens in slaap valt aan de voeten (voortijd) van de losser. Alleen in de diepte komt de mens tot geleerdheid, tot Areta. In het Hebreeuws wordt Job ook Jove genoemd, dus in die zin is Zekeryah of Zekerjove ook de herinnering aan Job, die zo diep moest gaan om tot de natuurvrouwen te komen, tot de Uryah, de leeuwinnen in het Aramees, of de Oru in de voortijd, als beelden van het kruis. In de voortijd is dit dus de herinnering aan Nob of Noph. Deze herinnering komt ook terug in Zacheria 12 : 10 – Zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht aanheffen als de
rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene. Zomaar gedachten zijn levensgevaarlijk. Ze moeten getoetst worden aan de hogere kennis. Het gaat niet om gedachten, maar kennis, en kennis komt in structuren, in het Woord, Rebekkah, waarvan tenten en kampen in de wildernis ook een beeld zijn. Hier gaat het derde nachtgezicht van Zacharia over : Zacharia 2 1 En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer (Aramees, swt) van psalmen in de hand (beoordeling van psalmen, heilige literaire structuren). 2 Toen vroeg ik: Waar gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn. 3 En zie, toen de engel die met mij sprak, naar voren trad, ging een andere engel hem tegemoet, tot wie hij zeide: 4 Snel heen, spreek tot die jongeling: als een open plaats zal Jeruzalem daar liggen vanwege de menigte van mensen en vee daarin. 5 En Ik zelf, luidt het woord des Heren, zal haar een toets-muur (Aramees, urim-muur) zijn rondom, en een psalm (Aramees) binnen in haar. Dit is de tot standkoming van het Woord, door het toetsen. Het Woord bestaat uit psalm-structuren die de mens verbinden met de wilderniskennis, waarin de wilderniskennis is opgeslagen. Als de mens niet leert toetsen en meten, komt de mens nooit tot het Woord. In het Hebreeuws komt het hier neer op het meten van de leegte (breedte) en het geduld (lengte). Rebekkah, of Bakkah, als de oorspronkelijke naam van Mekka, is hiervan een beeld, waar Ishmael uiteindelijk naartoe ging toen hij verstoten was en op hongertocht door de wildernis ging. Dit Woord is in diepte strijdvaardig en strategisch, als een oorlogsgodin, ook wel Bakroe genoemd in de Bilha. Het is het bindende element, wat ook als Delilah wordt beschreven in de Bilha. Delilah staat voor de verstrikking door de natuur. De mens is stads geprogrammeerd, geconditioneerd, en is laks. Delilah staat voor de grote verwarring, maar de mens moet er doorheen om tot de diepere schepping te komen, de diepere natuurcodes. Delilah is een jager, een strikster, wat ook de woordbetekenis is van Rebekkah. Rebekkah, of Bakroe, wordt in de Bilha beschreven als de oudste dochter van Bilha. Daarom gaat het vierde nachtgezicht van Zacharia ook over Jozua wiens edele deel (rosh) gebonden wordt, wat door hoofd vertaald kan worden, begin, of geslachtsdeel, waar ook het boek Jozua over gaat, over het rode touw aan de toren. Het geslachtsdeel van de man moet weer gebonden worden, richting krijgen, want de mannelijke en vrouwelijke waarden waren omgewisseld. Dit wordt ook door de Koran gesteld, en daarom moet het Zolt tijdperk komen, zoals de tweede bijbel stelt, voor de ware betekenissen en waarden van man en vrouw. Dit tijdperk zal beginnen met de grote verwarring. In de Koran komt Bakroe of Rebekkah als de voortijdse wortelen van boek 2, Baqara. Dit boek stelt dat geduld de weg is om binnen te gaan (vers 45). Het boek stelt ook dat de Koran werd gezonden in de ramadan maand als richtsnoer. De ramadan maand is de honger maand, de maand van het minderen (vers 185). Zo kwam Ismael uiteindelijk tot Bakkah, mekka, oftewel tot Rebekkah, het vreemde Woord. De mens moet de hongertocht van de ramadan geheel volbrengen en kan dan pas tot de vrouw ingaan (vers 187). Eerst moet dus de nacht vallen, als beeld van het kruis. Zonder het
kruis komt de man niet tot de vrouw. Het kan alleen in de duisternis. Het is een symbool van de mens die tot het Woord komt. Laat de mens niet denken dat de mens door een wapen op te heffen de ander kan verslaan, of intimiteit kan hebben door bij een vrouw in te gaan. Neen. Dit zijn slechts illusies, en het is slechts symboliek. Er moet aan geestelijke voorwaarden voldaan worden, en de mens moet de betekenissen begrijpen. Alleen door het kennen kan de mens ergens binnengaan, en overwinnen. Vers 188 – En verteert uw rijkdommen niet onder elkander door valse middelen en probeer je hiermee ook geen toegang te verschaffen tot de rechters, opdat gij een deel der rijkdommen der mensen in zonde, onrechtmatig, kunt verteren, tegen beter weten in. De koran is dus een symbolisch boek. Alleen de luien en ongeestelijken, de overmoedigen, nemen het letterlijk, en komen daardoor in de problemen. Belangrijk is het dus om naar de voortijdse wortels te gaan. Er is een hiernamaals, en een hiervoormaals. De koran beveelt om niet om te gaan met hen die alleen maar voor het huidige tijdperk leven. De mens moet dus ook een goed begrip krijgen van wat de bedevaart daadwerkelijk inhoudt, want ook dat is niet letterlijk, maar geestelijk, tot deze dingen, symbolisch dus. De mens moet in de bedevaart komen tot zowel het hiernamaals als het hiervoormaals. Zonder het hiervoormaals is er geen hiernamaals, want in het hiervoormaals liggen de sleutels, en daarvan is de mens afgeweken. De koran en de bijbel wijzen dus alleen maar terug. Vers 212 - Het leven dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend gemaakt en zij bespotten de godvrezenden. Maar de godvrezenden zullen boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah schenkt gaven overvloedig naar de hogere wil (oftewel die van kennis). 223. Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt daarom tot uw akker, zoals het u behaagt en doet goed voor uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan de gelovigen. Daarom moet de mens de natuurwetten en natuurvoorwaarden kennen, en weten wat vrouwen zijn, want dit zijn dus principes en geen daadwerkelijke personen. De mens komt nergens met personen, alleen maar met principes. Personen zijn illusies. Rokkenjagers zijn dus zelfbedriegers. Daarom zal het grote Zolt komen waarin de mens niet meer zal weten wat man en vrouw is, want het zal volkomen door de war gaan, en dan zullen de godvrezenden opnieuw onderwezen worden over de diepere betekenissen van het principe man en het principe vrouw, want dit zijn elementen in de mens zelf. 224. En verschuilt u niet achter Allah met uw eden om u te onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig handelen en het stichten van vrede tussen de mensen. Allah is Alhorend, Alwetend. Hier wordt dus duidelijk dat de mens niet op god moet projecteren. De mens mag niet zich achter ingebeelde goden schuiven, maar moet zelf verantwoordelijkheid dragen. Ook god is een element binnen de mens, een principe, een werkwoord, geen zelfstandig naamwoord. 225. Allah zal u niet ter verantwoording roepen voor uw ijdele eden, maar Allah zal u ter verantwoording roepen voor hetgeen uw hart heeft verdiend.
238. Waakt over uw gebeden en het tussengebed en stelt u ootmoedig voor Allah. Ook religie, gebeden, zijn dus aan allerlei tussenvoorwaarden verbonden zodat het niet corrupt wordt. De mens mag dus god niet voor z'n karretje spannen. De mens moet waakzaam zijn voor het grote bedrog van religie. Zodra religie letterlijk is geworden dan is het een materialistische valstrik. 242. Zo zet Allah geboden uiteen, opdat gij zult begrijpen. Dit is dus de bedoeling van de god in de mensen, oftewel de kennis in de mensen. Deze geboden dienen te onderwijzen, niet zomaar 'gij zult niet dit en gij zult niet dat', maar de diepte van de dingen. De geboden dienen het kwaad te ontmaskeren. Het moet mensen tot begrip leiden. 256. Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, het juiste pad is van dwaling onderscheiden. Hoofdstuk 41. nob en het hiervoormaals Sefanja 1: 11 – Huilt, gij inwoners van de Vijzel, want al het kramersvolk gaat te gronde en alle geldwegers worden uitgeroeid. Geld mag dan symbolisch een onderdeel zijn van de kennis, omdat het voor het loonsprincipe staat, maar dit is niet letterlijk en materialisch, en niet verheven boven de kennis, maar ondergeschikt. Er zijn mensen die van geld hun religie hebben gemaakt, en die religie zal ten onder gaan. De mens die voor geld kiest boven de kennis is een materialist. Zij zijn altijd bezig met letterlijk geld en vergeten de symboliek. Economie moet altijd ondergeschikt zijn aan de kennis, anders is het corrupt. Hier predikt Sefanja tegen, tegen de dienst tot mammon. 12 Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en doet geen kwaad. 13 Hun rijkdommen zullen zijn ter plundering en hun huizen ter verwoesting. Al bouwen zij huizen, zij zullen ze niet bewonen; al planten zij wijngaarden, zij zullen de wijn daarvan niet drinken. Geld houdt de man dik, opgeblazen, heersende over vrouwen, terwijl kennis terugleidt tot de baarmoeder, tot de wildernis, waar de natuurvrouwen geemancipeerd zijn en natuurprincipes uitbeelden.
18 Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des Heren. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal de Heere alle inwoners der aarde bereiden. 3:12 – En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des Heren. Dit is in het kort de boodschap van Zefanja. De Hebreeuwse wortel is (t)zaphan, het verborgene. Als we dan naar de Egyptische wortel gaan, waarvan er verschillenden zijn, bijvoorbeeld Sa-Afu, oftewel de kennis (sa, onderscheidingsvermogen) van Ra die een tocht door de onderwereld gaat (afu), dan is Afu ook dat wat werd tot Jehovah en Jove (Job), dus de kennis van Job, oftewel in de voortijd de kennis van Noph of Nob. Deze lijnen moeten dus geheel doorgetrokken worden tot de voortijden, tot het hiervoormaals. In de Koran is boek 61 : Saff, de rangschikking. Er zijn veel meer verwijzingen naar Nob in de Koran. We kunnen hierbij denken aan boek 78 : Naba, nb, de aankondiging. 6. Hebben Wij de aarde niet als een bed gespreid? 7. En de bergen als palen opgezet ? De mens moet begrijpen dat het bed verbonden is aan het kruis, zoals het bed verbonden is aan de nacht, de duisternis. 8. En hebben Wij u niet in paren geschapen? 9. En hebben Wij uw slaap niet tot rusten bestemd? 10. En hebben Wij de nacht niet als een mantel, kleed, gemaakt. Dit gaat over het spotkleed van Jezus, David en Job (Nob). Hier zijn vele verhalen omheen gebouwd, daarom wordt er gesteld : 20. En de bergen (palen) verdwijnen en worden tot een luchtspiegeling. 11. En hebben Wij de dag niet voor het zoeken naar levensonderhoud gemaakt? Dit vers gaat over het hongeren. Nabi, nb, is het Arabische woord voor profeet en de titel van boek 21, wat ook verwijst naar Nob, nb, in de voortijd. In het boek worden ook de kwellingen van Job besproken. Het boek gaat over de spot en de hoon die boodschappers van God moeten doorstaan, dat ze beschuldigd worden van wardromen en wanen, omdat de mens niet wil horen dat de aarde niet gemaakt is voor vermaak. (vs. 16) De aarde is gemaakt voor de kennis, voor de waarheid, en die stelt zich op tegenover valsheid, om de leugen in stukken te slaan, het te ontzegelen dus. (vs. 18) Job moest tot de Urya komen in de wildernis, in de grondtekst (Aramees), wat leeuwinnen betekent, een eigenschap van de wilde natuurvrouwen, zoals in de voortijd Nob moest komen tot de Ora, het kruis. Het is van belang te kijken waar de leeuwin voor staat :
De leeuwin is een belangrijke voorstelling in het toetsen, want dit gaat namelijk over het heilige verzetten. Je kunt niet zomaar jezelf laten meesleuren in de leegte. Er zijn ook bedriegelijke leegtes. Je mag je nooit zomaar overgeven. De leeuwin is de worstelaar. Je moet je dan ook weer verzetten tegen het verzetten en komen tot het diepste verzetten. Het medicijn van de leeuwin gaat dus heel diep. De leeuwin is niet zomaar een vechter, maar een vechter met het vechten, enzovoorts, totdat de leeuwin is gekomen in het ultra-vechten. In dit vechten is er dus een grote loslaat factor. Nob werd dus niet zomaar door de Ora stam van natuurvrouwen aanvaard, en hij mocht ook niet zomaar de Ora stam aanvaarden. Testen gaat vooraf aan alles, en het kruis test eerst. De leeuwin is tegengesteld, vijandig, strijdend. De leeuwin springt niet overal zomaar in, en strijdt ook tegen zichzelf. Het is geen overmoedige strijder, want zij strijdt ook tegen het strijden. Zij houdt zich dus strak, hard en gespannen, maar dan in de diepte, want dit laat zij ook allemaal weer los. Leer de leeuwin kennen, hoe het leeuwinnenmedicijn werkt, en leer de leeuwin te bereiken. De leeuwin toetst alles en neemt ook geen vals loon aan. Zij laat zich niet voortduwen op de golven van de leegte. Zij gaat er dwars tegenin. Ook de leegte moet getoetst worden. Er is altijd weer een diepere leegte, en die onstaat door het verzetten. Er moet tot bloedens toe verzet worden in het toetsen. De leeuwin neemt niet zomaar geschenken aan. De leeuwin brult en houdt zich op een afstand. De leeuwin toetst allereerst zichzelf. Zij slaat alleen toe als zij niets anders kan en door de situatie wordt gedreven. Nu moet zij ingrijpen, anders sleurt het haar mee. Zij verzet zich er tegen ten bloedens toe. Zij houdt niet ergens halverwege op. Zij is een doorzetter. De leeuwin zal geen overmoedige wapens gebruiken. De leeuwin verzet zich tegen ieder wapen, in een diep toetsen. De leeuwin is voorzichtig en laat zich alleen overweldigen door haar instincten als zij het niet meer tegen kan houden in het ultra-toetsen. Zij neemt alles wat tot haar nadert, al haar gedachtes als krijgsgevangene, en onderwerpt het aan de oneindige kennis (II Korinthe 10:5). Nob kwam tot deze principes die hij in zichzelf moest toepassen. Dit was dus een Pniëlitische ervaring. Hoofdstuk 42. de slag om de schelde – 1944 De bevrijding is nog niet gekomen van de nazi's. De mens zit nog steeds vast in 1940-1945. Pionierende intellectuelen die een exodus op gang proberen te brengen worden zonder pardon afgeschoten en komen in de ingewikkelste situaties terecht. De nazi's betuttelen de kinderen die nog van niets weten, alsof het allemaal heel normaal is. Maar ook de kinderen worden al voorbereid voor de slacht. Ze worden bewerkt op de scholen en de medische centra, allemaal om getrouwe volgelingen te worden van het nazi systeem. Prettige feestdagen !
Pioniers die een waarschuwend geluid laten horen, een ontwaak bel, en de mens oproepen tot de exodus worden belachelijk gemaakt. De nazi's hebben daar een hele lange etiketten reeks voor. Wie niet denkt zoals zij denken wordt ziek verklaard, eigenwijs, hoogmoedig, enzovoorts enzovoorts. Als je te 'verdacht' handelt, dan sluiten ze je op of schieten je af. Simpel. Zij bedienen de knopjes. Zij manipuleren de grote massa's. Iedereen die de oorlogsgeschiedenis kent weet van de lange, moeizame bevrijding van Arnhem, waarvan de traagheid ervan ervoor zorgde dat het noordelijkere Nederland eerst door de hongerwinter moest. Arnhem was het knelpunt. Velen moesten Arnhem verlaten en gingen naar de noordelijkere veluwe, waar ze vaak werden ondergebracht in boerderijen. De oorlog is geestelijk, ondergronds. Ook nu zitten we nog in de hongerwinter. De daadwerkelijke bevrijding is nooit geweest. Wie vrolijk zijn bevrijdingsfeesten en verjaardagsfeesten viert is flink verdwaasd. De mens wordt bedonderd waar hij bijstaat. Het is slechts reclame voor de nazi markt, en we weten allemaal dat feestvarkens slechts dom worden gehouden voor de slacht. Zowel de voedsel industrie als de medische industrie vergiftigd de mens, opdat de mens niet zal ontwaken. Fluor werd al in nazi Duitsland gebruikt om het bezette gebied koest te houden, en dit wordt vrolijk voortgezet door nazi Nederland, maar dat is slechts het topje van de ijsberg. De oorlog is geestelijk. De hersenen van de kinderen worden totaal verminkt door fluor, een zeer gevaarlijke gifstof, een afvalstof, wat ik niet slechts uit boekjes heb, maar ik heb er dromen over gehad wat het met de hersenen doet van een kind. Ook heb ik er dromen over gehad over wat er met mensen zal gebeuren die hun kinderen met fluor vergiftigen. Zij hebben veel bloed aan hun handen. Denk je eens in wat er gaat gebeuren als ze door het universum ter verantwoording worden gehouden voor hun misdaden, wat er dan met hun dikke, volgevreten koppen gebeurt die zich jarenlang hebben lopen volvreten met de hersenen van kinderen, wat wel hun delicatesse is. Parasieten zijn het, en parasieten gaan verdelgd worden. Dat zal gebeuren als het universum hen ter verantwoording roept. Karma. Karma duurt lang, neemt de tijd, want als er onmiddellijk karma zou zijn dan zou iedereen slechts het goede doen uit valse motieven, en dan zijn het nog parasieten. Daarom moeten de martelaren wachten voordat hen recht wordt verschafd. Het is beter een martelaar te zijn deze dagen dan vrolijk mee te lachen met de bezetters van dit land. Nederland zal haarzelf wel genezen, en dan heb ik het over natuur Nederland, het tegenovergestelde van nazi Nederland. We zijn dus ergens vastgelopen, lieve mensen. Arnhem is nog niet bevrijd, en daarom moeten we de hongerwinter in. Althans zo is dat gebeurd. We hebben dit hele proces besproken in vorige onderwijsboeken. De slag om Arnhem was één van de grootste operaties in de oorlog in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Daarom is het van belang nu de grootste operatie te bespreken. Dit was de slag om de Schelde, in Zuid-Nederland. Hier was ook België mee gemoeid. We gaven het al aan in vorige onderwijs-boeken dat de mens zuidelijker moet gaan voor diepere bevrijding. Deze lijnen liggen door het menselijk lichaam heen, als codes. Duitsland was in de jaren 1600 tot de jaren 1800 met een natuur theologie gekomen, maar nazi Duitsland sloeg hard terug met een nazi theologie. De slag om Arnhem was mislukt om Nederland te bevrijden. Nu was alles gericht op de slag om de Schelde, zuidelijker in Nederland, en in België. Het ging zwaar moeizaam vanwege de vele mijnen, en vanwege regen en modder, en hardnekkige Duitse tegenstand. Er werden toen oorlogsboten ingezet en er werd een brug gelegd. Over de westerschelde dieper in het eerste stuk Nederland te komen wordt soms weleens de tweede D-day genoemd. Er was een hysterische verdedingsaanval door de Duitsers waarbij vele geallieerden
sneuvelden. Ik heb deze geesten vandaag de dag nog gezien, die hysterische nazi verdedigingsaanvallen, omdat de oude orde zijn macht niet wil verliezen. De oorlog is nog niet voorbij. Nog steeds is er een strijd om de westerschelde en de aanliggende gebieden. De nazi's willen niet loslaten, maar ze zullen wel moeten, want we gaan het verdiepen. Tweede D-day zal verdiept worden. Het is nog steeds gaande en nog niet klaar. De exodus is nog maar net begonnen. De nazi troepen leider en zijn nazi's zullen in de zee vergaan die hen geheel zal omsluiten. Het is belangrijk contact te maken met de westerschelde. Ik heb er vele dromen over gehad in het verleden. Er is daar nog steeds een zware geestelijke strijd gaande. Laten we in ons hart ook verbonden zijn met degenen die in deze strijd sneuvelden. Zij vechten nog steeds mee. Zij zullen niet stoppen voordat deze taak is volbracht. Een voorvader die ik het langst heb gekend had altijd veel oorlogsboeken in zijn kamer. Hij was slachtoffer geweest van de nazi's en was in een werkkamp geplaatst. Hij had die oorlogsboeken dus niet zonder reden. Hij wist ook als geen ander dat de oorlog nog steeds doorging. De bevrijding was nog niet gekomen. Het Schelde gebied was voor de Duitsers belangrijk en strategisch, omdat het ook havengebied was. Er werd ook een zeer zware strijd om Antwerpen gevoerd, waar de Duitsers hysterisch over waren, omdat het zo'n belangrijke en strategische haven was. Laten we ook weer beseffen dat havengebied ook vissersgebied is, symbolisch voor de uitverkiezing, en dat is ook iets wat de nazi's maar al te graag willen verletterlijken en materialiseren, want dan hebben zij de knopjes in de handen om de mens als poppen te bestuderen om ze zo de markten op te drijven voor het overconsumerisme, oftewel overmatige koopdrangen en koopziektes. De nazi uitverkiezing werkt door meeste stemmen gelden en het recht van de sterksten wat allemaal verdraaiingen zijn van het de natuur uitverkiezing, want dat werkt door hele andere wetten. De mens wil niet wachten op de natuur en gaat dan sjoemelen, de kantjes er vanaf lopen. Het nazi systeem heeft alle waarden van man en vrouw omgedraaid en bezoedeld, opdat de vruchtbaarheid van de oorspronkelijke natuurvrouw vernietigd zou worden. Schelde wijst terug op het voortijdse woord Zolt, wat het herstel is van de oorspronkelijke waarden van man en vrouw. Deze tijd zal weer terugkomen, en is nu al in volle gang. De mens is verward over zijn identiteit en over het begrip man en vrouw. Er zal dus nieuw onderwijs komen. Toen het Schelde gebied eindelijk was heroverd konden er weer voorraden aangelegd worden en aangevoerd voor de bevrijding van de rest van Nederland. Hoofdstuk 43. zeeland - de mond van nederland Ik had een droom over schelde-nazi's, oftewel de nazi's van het Schelde gebied aan de NederlandsBelgische grens (Zeeland). Het waren zwarte slangen die vacuums creeërden in de hoofden van
mensen en daarin gingen wonen om de mens te koeioneren en te besturen. De Nederlandse mens is niet van zichzelf, maar van deze nazi's, als een product. Hallo, wakker worden. Deze geesten, deze buitenaardse energieën zijn veel slimmer dan de doorsnee Nederlander, die gewoon als een zombie wordt gebruikt. Deze slangen houden zich dus schuil in deze vacuums die dus niet met het blote oog te zien zijn. Nederland is verkocht. Nederland is nooit bevrijd geweest van de nazi's, omdat het om een buitenaardse energie ging, en die ging gewoon vrolijk verder als nazi Nederland in andere vormen. Nederland is bedrogen. Daarom is het ook zo'n zootje, en er is nog steeds zware nazi dictatuur in dit land. Nederland is een zwaar criminele drugsrepubliek, en deze drugs wordt op de Nederlandse mensheid gedwongen door zowel de voedsel industrie als de medische industrie. Er worden zowel in voedsel als in medicijnen levensgevaarlijke stoffen gebruikt, vaak in hoge mate, waardoor er van drugs gesproken kan worden. Het zijn hersenbeinvloedende middelen, en ja, daaronder verstaan we ook vlees, wat een hormonale drug is die de hersenen aantast, het hart, en andere organen. Laat je niet bedriegen. Je wordt zelf een lijk als je lijken eet. Ook worden tanden hier in Nederland ontdaan van zenuwen, doodgemaakt dus, en dan mag het slachtoffer met dood bot rond gaan lopen, wat de meest verschrikkelijke parasieten aantrekt, die zich dan in het hele lichaam gaan huizen met alle gevolgen daarvan. Prettige feestdagen ! De schelde-nazi's zijn onder ons. De bevrijding is nog nooit gekomen. Het menselijk ras is ingenomen door parasieten, en worden tegen elkaar opgezet, allemaal voor de markt. En die parasieten vechten om elk vierkante centimeter van het menselijke lichaam. Prettige feestdagen ! In het land der blinden is éénoog koning, wat een truuk is, want die heeft gewoon een apparaat gestolen. Naar demonologen wordt niet geluisterd, want dat is een bedreiging naar hun bedriegelijke industrie van de dood. Prettige feestdagen ! Tante Truus dient een schaaltje kanker op naar ome Jan. De kinderen krijgen ook een stukje. Prettige feestdagen ! Wie in deze dagen nog niet door heeft dat hij bedonderd wordt is zelf een bedonderaar. De NSB is nog steeds een feit, en het is geclassificeerd als lafaarden. Zij die geen verzetsstrijders zijn zijn alreeds NSB of nazi. Prettige feestdagen ! Daarom : de exodus. Daarom : de slag om de Schelde, het fundament van de Nederlandse bevrijding. De mens moet leren overgaan van nazi Nederland tot natuur Nederland, en daartoe de rivier overzwemmen. 'Kom ik om, dan kom ik om.' Je wil namelijk niet als één van de nazi's bestempeld worden door het universum. Mensen kunnen het vaak niet meer navertellen. Ik heb veel dromen over het voorgeslacht. We hebben onze loopgraven. De oorlog is nog in volle gang. Moet je dan strijden ? Onze wapens zijn niet vleselijk in ieder geval. De vleselijke oorlog is onderdeel van de markt. Verder met de droom : De mensen liepen rond met die zwarte slangen in hun hoofd, en die kronkelden om hen heen, en die zwarte slangen, schelde-nazi's dus, gingen zich ook voortplanten, en werden tot lichaamsdelen van
de mens, en gingen zich toen camoufleren, dus ze werden tot armen en benen, vingers en tenen, en kregen gewoon de kleur van die mensen zodat het niet opviel, maar als je goed keek zag je het wel. Het was ook een enorme stank, en al met al had het toch een aparte kleur, alsof het toch niet helemaal een geheel werd. Je kreeg er ook nare gevoelens van in je buik. Je wist dat het niet klopte. Je kreeg er ook een rare smaak van. Het was echt vies, echt goor. Het groeide in de mens als kanker. Het fluisterde in de hoofden van de mensen : 'Ja, koop dit maar, koop dat maar.' De mensen dachten gewoon dat het hun eigen gedachten waren, en hun eigen wil, maar het was de wil van de zwarte slangen, van de schelde nazi's. Walgelijk was het. En het werd helemaal tot mode industrie, ook om die geesten weer te camoufleren. Het waren dus allemaal oorlogstaktieken van de bezetter. En die mensen begonnen allemaal te braken, en het ging door heel Nederland heen, en gaf ook weer geboorte aan anderen, als een duivels zwart zaad, van valse wedergeboorte. Zo werden de mensen duivels gelukkig, door deze parasieten, om ze koest te houden, opdat ze geen bedreiging zouden vormen. En maar kotsen, ze kotsten hun organen uit. Er was geen mechaniek, geen ziel meer in hen, dat hadden ze allemaal uitgekotst. Zo kregen de zwarte slangen nog meer ruimte in de mens, want de mens had immers zichzelf uitgekotst. Ondertussen leren de mensen dingen die helemaal niet ter zake doen, om carriere te maken, rijk te worden, enzovoorts, terwijl ze moeten weten wat demonologisch gezien met Nederland aan de hand is. Ze houden zich bezig met bijzaken. Ze worden afgeleid. Ze hebben een product, en willen dat jij het koopt. Zo niet, dan maken ze dat jij het koopt, en als dat ook niet lukt dan dwingen ze het, of smokkelen het. Ze hebben hiervoor allerlei slinkse manieren. Het is als een virtual reality chip of plug waarmee ze je de werkelijkheid willen laten beleven zoals zij dat willen, zoals zij het zich voorstellen. Het scheidt een bepaald hormonaal poeder af wat je onder hun hypnose houdt. Stel je maar eens de beet van een zwaar giftige slang voor, wat dat allemaal met je kan doen. Het kan al je hersenvibraties omvormen. Zwarte schelde-nazi's, zwarte buitenaardsen, zwarte slangen, zwaar parasitair, die in de hoofden van de mensheid zijn binnengedrongen, die hun wil opleggen, hun begeertes. En de mens moet in die wil geloven en zich eraan onderwerpen. Zo niet, dan starten ze hun inquisitie. De mens is geestelijk blind, en toch een grote bek hebben dat ze alles allemaal zo goed weten. Dat is een verdacht teken. Deze mensen zijn bezeten met schelde-nazi's, als een afweersysteem. Zo'n mens is het meest belachelijke verschijnsel in het universum. Ze hebben het uit een boekje of van hun pappie of mammie, en denken dan dat ze ineens als bij toverslag alles beter weten dan de ander. Ze kunnen dit verder niet onderbouwen. Ze praten voortdurend in cirkeltjes, en zo kun je zo ook herkennen. Dit is een planeet van parasieten die zich verlustigen in illusies, ten koste van anderen, maar daadwerkelijke kennis ontbreekt. Ze denken dat zolang iets materieel is dat het dan echt is. Als het tasbaar is is het echt. Dan kennen ze de bedriegelijkheden van het leven nog niet, of erger nog : ze zijn zelf zulke bedriegers. Laat je daarom niet kisten door zulke drogredenaars. Het zijn wolven die je gebruiken voor hun markt-statistieken. Oh, ze doen aardig en persoonlijk naar je toe ? Dat zegt niets. Dat kan allemaal onderdeel van de reclame truuk zijn : het schijn-persoonlijke, het schijn
aardige, om je te paaien. Ze loeren op je bloed. Ze zullen je dit soort dingen niet onderwijzen, en zo kun je zo ook ontmaskeren. Ze vertellen je de waarheid niet. Ze draaien om de hete brij heen. Ze onderwijzen je niet over de dingen die er echt toe doen, en daar staan ze verder ook niet open voor. Wee de ouders die hun kinderen niet waarschuwen over deze zogenaamde 'maatschappij'. Het is een maatschappij van moordenaars, criminelen, bedriegers. Allemaal zo uit de losse hand, of met een doekje over hun vingers. Ook het mes en de messteek worden heimelijk verborgen gehouden, goed gecamoufleerd en afgedekt. Niemand mag zien dat er zich een misdaad heeft afgespeeld. Wie denkt de doorsnee Nederlander nu eigenlijk voor de gek te houden ? Verder met de droom : Ik was in een grote zaal, en zag in de verte een hele grote zwarte slang aan de muur, vertikaal. Ik had een soort pistool, en schoot erop. Toen ik schoot merkte ik dat toen ik het raakte direct iets wits achter mij bewoog. Alles was dus aan elkaar verbonden, zowel zwart als wit. Het was één geheel, maar gewoon in verschillende vormen, als gecamoufleerd. Ik bleef schieten op de reusachtige dikke, lange zwarte slang in de verte, en die kwam toen op mij af. Ik bleef erop schieten, en hij had zich inmiddels in mijn ballen vastgegrepen. Ik voelde alleen niks. Alleen een soort zwaarte of verdichting. Toen was het beest eindelijk dood, en begon zijn grip op mijn ballen ook langzaam af te sterven. Waarom is en was Zeeland, het Schelde gebied, zo belangrijk voor de nazi's ? Omdat het de mond van Nederland is, waar om het zo maar eens te zeggen 'de vis binnenkomt', symbolisch voor het hele verkiezingssysteem, als het knopjespaneel. Het beslist wat er wel en niet inkomt. Daarom zijn tandartsen ook zo hevig geinteresseerd in de mond, niet in jou, maar je mond, en zijn ze er hevig geinteresseerd in om daar al hun apparatuur in te stoppen en hun haken … Niet slechts hevig geinteresseerd … zeg maar gerust geobsedeerd, panisch en hysterisch geobsedeerd … De tandarts, die je al helemaal opmeet en afmeet voor je begrafenis … je tandarts, je begrafenisondernemer … Ja, dik zul je ook moeten betalen voor het gif wat hij allemaal plaatst en er vervolgens niet uit mag … Er kan alleen nog meer bij, maar dat beslist allemaal deze beul … Hij is al besmet met de cholera, en wil vervolgens anderen ook besmetten … Er kan nog meer bij … Prettige feestdagen ! Kinderen in een coma leggen doet hij rustig … Geen geweten die hem tegenhoudt … Hij wordt er immers voor betaald … Geld is altijd een alibi tegenwoordig … Het hebben van een beroep ook … De Schelde nazi's smokkelen en camoufleren, want ze willen het land niet loslaten … Nazi's zijn het, geen natuurtheologen … De mens is voor hen gewoon een afvalplaats om grof vuil te dumpen … hun grof vuil … Prettige feestdagen ! De mens heeft dus geleerdheid nodig, moet zelf een geleerde worden, anders wordt de mens door zogenaamde geleerden bedonderd, en is dan helemaal hopeloos verloren. Geleerdheid is in de stoïcijnse taal 'arete' of 'areta', en vandaar de aretaïtische theologie, waarin theologie slechts een metaforisch model is, precies : een taal dus, een bepaalde terminologie. Wees dus zelf geleerd. Laat dat niet slechts aan de anderen over, want dan wordt je bedonderd. Je moet zelf ontwaken en zelf veranderen. Een ander kan dat niet voor je doen. Nee, de mensheid is
nog niet van de nazi's (ongeleerdheid, valse geleerdheid) bevrijd. Alleen de geleerdheid, oftewel Areta, kan de mens van de nazi's bevrijden. Ik ontmoette Areta in mijn dromen als een natuurvrouw. Zij aapt anderen niet na, maar is geëmancipeerd, en staat voor de emancipatie van het zelf in de mens. Areta is dus een potentieel in ieder mens. Areta mag in ieder mens die daarvoor open staat ontwaken. Zo mag de mens terugkeren tot het paradijs. Dit is zoals we weten een lang en slopend gevecht. Areta komt ons niet zomaar aanwaaien. Ze komt ook niet zomaar als sinterklaas op een paard bij ons op de deur kloppen. Toch klopt zij, maar wie doet open ? Geleerdheid staat aan de deur, maar wie zal openen ? Als we dan open doen dan zien we slechts een weg, een lange weg, van leren, van vallen en opstaan. Dat is vandaag de dag de exodus uit deze 'kant en klare koffie' maatschappij. Ben je op zoek naar echtheid, dan duurt het lang, dan moet je het echt zoeken, ervoor strijden en werken, maar als je op zoek bent naar valsheid, dan staat het je al op te wachten om de hoek. Het kan zo door een raam naar binnen springen. Valsheid is overal te vinden als een grabbelton. Grabbelen maar. Hoor wie klopt daar kinderen ? We kunnen toch niet verwachten dat het allemaal zo maar ons in de schoen wordt geschoven ? Hoofdstuk 44. Hugo de Groot : de ontsnapping in een boekenkist Materialisten denken dat het materiele en tastbare de waarheid is. De bevrijding komt niet door het materiele maar in het geestelijke, in de diepte, anders bedrieg je jezelf, en de zogeheten Nederlandse bevrijding is één van het ergste soort boerenbedrog ooit. Het heeft de mens in slaap gesust. De leeuw is een beeld van de verzetsstrijder, terwijl de muis een beeld is van degene die de bezetter blindelings volgt zonder weerstand te bieden. De leeuw is dus de toetser, de onderzoeker, de kritisch denker, ook naar zichzelf. De leeuw is ook in grote worsteling met zichzelf. De muis doet dat allemaal niet. De muis slikt zijn of haar gedachtes voor zoete koek, toetst niks, alleen maar aan de bezetter, de meerderheden en meer van dat soort drogredenen. Daarom is de leeuw of Nederlandse leeuw nog in groot gevecht. Nederland is nog niet bevrijd. Dat is alleen voor een geestelijk mens, de eenling. Een muis kan zichzelf afzonderen van de menigtes en denken dat hij een leeuw is, omdat hij de massa's niet meer volgt, maar als de muis nog steeds openstaat voor zijn eigen wil en zijn eigen gedachtes vertrouwt en niet doorheeft dat hij nog steeds door de massa's wordt bestuurd op veel slinksere manieren, via omwegen en bedrog, dan is hij nog steeds een muis. Nederland zit vol met zulke muizenvolkeren, muizenstammen en muizenclans. In
dat opzicht werkt de muis samen met het varken als beeld van hebzucht. Het materialisme kan in vele vormen komen. Voor de daadwerkelijke bevrijding van het Schelde gebied en Zeeland en zo van heel Nederland moeten we veel dieper gaan dus. Het probleem is veel ingewikkelder. Daarvoor moeten we terug de geschiedenis in. In de jaren 1500 was er de reformatie en toen kwam in de jaren 1600 de remonstrantie opzetten, verzetsstrijders tegen extremisme, orthodoxie, materialisme en andere uitwassen van de reformatie. Dit was hard nodig. De remonstrantie wilde alles wat verdiepen, vrijer maken, vrijzinniger, meer aandacht voor symboliek en diversiteit, als verweerschrift tegen het keurslijf van de ingebakken, ingedutte reformatie. Het was dus een protest beweging. Hierdoor ontstonden er in Nederland twee groepen : de oranjen en de witten. De oranjen waren de orthodoxe calvinisten, terwijl de witten de progressieven, meer vrijzinnigen waren, voor de vrijheid. De witten kwamen voort onder Johan de Witt die raadspensionaris van Holland was, en ook zwaar gemoeid was met Zeeland en daar Michiel de Ruyter had aangesteld. Je zou kunnen spreken van een inquisitie want witten werden vervolgd en vastgezet, soms vermoord, zoals Johan de Witt ook werd vermoord, en wat de val betekende voor het witte systeem, waardoor het oranje systeem definitief overnam. Dit is hele ingewikkelde materie. Er lag een groot gevaar dat leidinggevende figuren vanuit de reformatie die extreem was geworden, orthodox calvinistisch (in plaats van vrijzinnig, symbolisch, progressief calvinistisch), hun macht zouden doorgeven door de erforde, dus niet door het verdienen, door geleerdheid en beproefdheid, waar de witten op gericht waren, maar gewoon door het te erven, wat heel bedrieglijk is, want dan kun je gewoon over wat ruggen heenstappen om ergens te komen zonder dat je er zelf iets voor hoeft te doen of te wezen. Nederland ging dus de afgrond tegemoet, en het oranje huis werd tot een soort gevangenis, want ze mochten zich niet verdedigen, werden van geboorte af aan voor een bepaalde taak bepaald, die ze geerfd hadden, en leefden zo de rest van hun leven in een glazen kooi. Dat is pure mentale marteling. Nederland is hier zwaar schuldig aan. De mens had een les moeten leren van de witten, maar nee, zowel Johan van Oldebarneveld als Johan de Witt werden om het leven gebracht door de oranjen in die tijd, en Hugo de Groot werd in de gevangenis opgesloten, die later in een boekenkist ontsnapte. Zij waren remonstranten en witten, progressieve geleerden en intellectuelen, dus daar werd door de kerkelijke macht mee afgerekend. Er mocht geen verdere exodus komen voor Nederland. Wit moest hier stoppen. Oranje zou doorgaan. Ik had hier een droom over. Kuizingen werkten door de oranjes heen, en sloten ze op. Kuizingen zijn buitenaardse wezens die de exodus willen tegenhouden, die dus kuis zijn naar de diepte. 'Kies en kuis,' als muizenvolkeren, vasthoudend aan de oude orde. De leeuw is dus in de golven, worstelend, zoals op de vlag van Zeeland. Het witte mysterie en de witte oorlog, daar spreekt de tweede bijbel ook over. Johan de Witt is zowel betreurd als vergeten door Nederland. Het is een symbool van de bevrijding, die dus ligt in de remonstrantie, oftewel het verzet van geleerdheid tegen ongeleerdheid en erfzucht. In een droom zag ik de moord op Johan de Witt, en ik zag er een natuur achter met een natuurvrouw, een wildernis, maar die tuin werd toen afgesloten voor Nederland. Het ging allemaal achter slot en grendel. Tegelijkertijd is het voor hen die diepte zien de ingang tot een vergeten tuin en wildernis. Theologie is poëzie. Ik heb er altijd de schoonheid van ingezien, de bevrijdende waarde, en daarom is het ook mijn beroep geworden destijds, maar de mens heeft van theologie zoiets gruwelijks gemaakt, zo verletterlijkt, de tuin dichtgegooid, een stuk natuur verwoest. Maar ook dat kan tot poëzie worden. Er ligt een taak voor de dichters om van
Nederland weer iets moois te maken, een taak voor de verhalen vertellers. Dat is voor mij wat ware theologie is. Ik had er eens een droom over : Hugo de Groot's ontsnapping in een boekenkist. De droom was ineens in een veel grotere context. De mens zat opgesloten in een kasteel. Ik zat opgesloten in een kasteel. In een boekenkist smokkelden engelen mij er toen uit. Dat ging heel snel. Het is een beeld van de exodus. Razendsnel ging die boekenkist door het kasteel en toen eruit, over de greppel, over de brug, met engelen aan weerszijden. Het is al gebeurd in de geschiedenis. Hugo de Groot is er niet voor niets doorheen gegaan. Ook wij mogen in deze boekenkist ontsnappen. Hoofdstuk 45. Verzetsstrijders tegen een ontspoorde kerk – het verborgen natuur nederland Mensen die andersdachten, die uitzonderingen waren, werden ook vroeger zonder pardon vastgezet of zelfs vermoord, zoals Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt die streden tegen een ontspoorde kerk als verzetsstrijders. Hugo de Groot werd levenslang opgesloten, maar hij ontsnapte in een boekenkist via Gorinchem naar Parijs. Nederland moest oranje worden. Er was geen plaats voor witten. De remonstrantie moest uitgedoofd worden, deze verwilderde tuin moest dichtgegooid worden. Liesje mocht niet vies worden. Liesje moest kies en kuis blijven. Arme Liesje. Vandaag de dag is het niet anders. Pionieren en predikanten die activisten zijn tegen het grote kwaad van de ingedutte samenleving, de ontspoorde kerk, de vleeshandel enzovoorts enzovoorts worden zonder pardon geexcommuniceerd, verleugend en krijgen een hele etikettenreeks op hun dak als een poging van de nazi's om hun gedachtengoed te stoppen. Zo wordt er karaktermoord gepleegd, en krijgen ze de ene leugen na de andere leugen op hun dak, allemaal om hun invloed en geloofwaardigheid te breken, want Nederland wil niet heropgevoed worden. Het is een bedreiging tot de heersende oude orde en de markt die ze hebben opgezet en die verdedigen ze door over lijken heen te gaan. Elke dag weer wordt Johan van Oldenbarnevelt onthoofd, en elke dag weer wordt Johan de Witt vermoord. Het is nu in 2019 vierhonderd jaar geleden dat Johan van Oldenbarnevelt werd onthoofd op het binnenhof door het kerkelijke apparaat. Ze wilden de remonstrantie niet. Alles moest bij het oude blijven. Hij werd in 1619 onthoofd. Godsdienstvrijheid die hij predikte werd niet geduld. Nederland moest onder mind control blijven. Daarom werd ook Johan de Witt in 1672 vermoord. Dit zijn dus belangrijke jaartallen, poorten tot deze afgesloten en verborgen gehouden tuinen en wildernissen. Ook 1621 is in dit opzicht belangrijk, het jaar waarin Hugo de Groot ontsnapte uit zijn levenslange gevangenisstraf in een boekenkist. Het is dus een drietand van 1619 – 1621 – 1672 om weer tot deze wilde tuin en wildernis terug te keren, tot het natuur Nederland wat werd dichtgegooid.
De Nederlander en zijn stukje vlees. Kom er niet aan, want dan is het goed mis met je. Je mag niet eigenwijs zijn, want het gaat allemaal om hun wijze. Johan van Oldenbarnevelt werd onthoofd, zodat ze door konden blijven wanen. Ieder mens die anders denkt dan hen is gek in hun ogen. Koningin Beatrix zei : de leugen regeert, en koningin Juliana haatte altijd het protocol en zocht het ook meer in het alternatieve. Zij werden in een glazen kooi gestopt door de kuizingen, zwarte buitenaardsen. In het witte is er weer bevrijding. Johan van Oldenbarnevelt werd onthoofd als een Nederlandse Johannes de Doper, maar hij roept nog steeds vanuit de wildernis. Ik kreeg in een droom een zware mentale siroop te drinken, medicaals, omtrend deze dingen. Ik leer mensen niet zomaar jaartalletjes, maar laat hen de diepere betekenis zien, zoals 1619 – 1621 – 1672, belangrijke jaartallen in de levens van drie intellectuele voorvaderen van Nederland, of gewoon 19 – 21 – 72 wat een belangrijke code is terug tot het natuur Nederland. Ik heb met velen van hen contact in dromen, en de oorlog gaat nog steeds door. Er is een geheime samenleving ondergronds, een verborgen wereld van het natuur Nederland, in dromen. Er is een zware geestelijke oorlog gaande omtrend Nederland. De doden leven voort en strijden door. Er zijn vele dimensionale lagen onder Nederland. De mens moet hierop vat krijgen in plaats van allemaal hun leven te verdoen met materiele dingen. Er zijn veel belangrijkere dingen gaande. De vijand, de kuizing, de zwarte parasiet, wil de mens opgesloten houden in het materiele. Je kunt contact maken met het verborgen natuur Nederland. Dit is niet iets simpels, maar vergt meditatie, volharding en studie, veel studie. De natuur is nu eenmaal ingewikkeld en aan vele voorwaarden onderhevig. Het bovengrondse Nederland is een misleidende glitterwereld. Het verborgen natuur Nederland is overal doorverwoven, voor de oplettende. Hoofdstuk 46. het mysterie van calvijn en het oranje mysterie wat zou blijven De harde kern van Calvijn, de zogeheten uitverkiezing, zeer berucht, was dus niet weg te krijgen. Predikers klaagden erover : 'Het is makkelijker de duivel uit het lichaam te krijgen dan Calvijn uit de botten.' Zou het niet een diepere betekenis hebben ? De uitverkiezing stelde dat God maar een heel klein groepje mensen uitkoos, en dat de menselijke wil daar totaal buiten stond, dus de mens kon die uitverkiezing met geen mogelijkheid beïnvloeden, maar we moeten niet vergeten dat Calvijn net na het katholieke tirannieke systeem kwam, en in dit systeem kon je gewoon je weg naar de hemel kopen, en je kon ook anderen de hemel inkopen, dus het was eigenlijk alleen iets voor de rijken. In Calvijn's systeem van de uitverkiezing gold dat dus niet meer. De bedriegelijke wegen van
de menselijke uitverkiezing waren afgebroken. De mens had niets meer in te brengen, niets te willen. Het ging allemaal erom of ze aan God's voorwaarden voldeden, niet of ze aan de kerkelijke voorwaarden voldeden. Later begon de mens het beter te begrijpen, want ook Darwin stelde dat de natuur telkens maar hele kleine groepjes uitverkoos, genaamd natuurlijke selectie, en dit was om corruptie te voorkomen. Natuurlijke selectie werkte door dat wat zich kon variëren, wat anders kon zijn, en toch zich ook op een bepaalde manier kon aanpassen, zodat er progressie was. In die context moeten we ook het leerstuk van Calvijn zien. De uitverkiezing is dus niet letterlijk, maar natuurlijk en symbolisch voor een natuurmechanisme van overleving, anders zou alles hetzelfde blijven, niet groeien en dan afsterven. Het is dus vanuit de context van de natuur. In het germanisme zou de ragnarok komen, oftewel de oorlog tussen de goden en de reuzen. Hugo de Groot had al gesteld dat zelfs God bepaalde gegevens van de natuur niet zou kunnen veranderen, en wees op Aristoteles die sprak dat sommige dingen nu eenmaal zo vaststaan dat niemand daar iets aan kan doen. En dat moest ook wel, want de mens had zijn eigen corrupte goden gemaakt, zowel in het katholieke als in het calvinistische, en Hugo de Groot was van de remonstrantie. Als dan de uitverkiezing van mens tot God is verschoven, dan moet het dus nog verder schuiven, namelijk naar de reuzen, want die beelden de grotere contexten uit. Ook de goden zijn nog een product van de mensen, en daarom zou de grote godenverwarring moeten komen in het Ragnarok, oftewel de reuzen die de godenwereld zouden aanvallen, om de gebouwde bruggen tussen goden en mensen af te breken. Zo zouden er dus veel hogere uitverkiezingen zijn vanuit de natuurlijke contexten. Ook in het amazonisme is dit een feit, als de terugkeer van de amazones voor dit doel, wat in principe gewoon vrouwelijke reuzen zijn, de grote natuurvrouwen, als beeld van de grotere natuurcontexten. Dat is dan ook wat taal is. Het staat te dringen op de mens, en de mens weet vaak niet wat het is. Hiervan is zeeland een beeld, waar alles binnenkomt, als de mond van nederland, waar de grotere contexten, of reuzen, binnenkomen. Dat is wat taal is. De mens moet het leren begrijpen. Voortdurend werken de grotere contexten op zeeland in. Zeeland vangt daarvan de signalen op. Ineens ga je dingen tussen de letters doorzien, ineens krijgen woorden een andere betekenis, en krijgt de uitverkiezing van Calvijn waarde. Hij kon er zelf ook niet aan ontkomen. Het moest even een kwartslag draaien. De mens had dus geen vrije wil volgens hem, maar dat betekende alleen dat de mens daar naartoe zou moeten gaan, de wil af te laten sterven aan de kennis. Niet : 'mijn wil zal geschieden, maar uw kennis.' De reuzen, daar gaat het uiteindelijk om in het germanisme, en dan storten zowel de menselijke als de goden werelden in. Niemand kon hier voor vluchten, ook Calvijn niet. Calvijn zag het komen, maar beschreef het verkeerd, onbeholpen, maar het bleef desondanks, omdat het begrepen moest worden. Darwin gaf toen een accuratere beschrijving vanuit de natuur. Toen werd het duidelijk. Grote contexten kwamen, als golven. Daarom werd Zeeland overstroomd. Wat noemen de mensen om je heen zich. Ze noemen zich vader, moeder, dokter, leraar, enzovoorts enzovoorts, maar het zijn vaak tovermannetjes. Nu is het niet zo dat elke vader of moeder of leraar per definitie slecht is, maar velen wel, laten we eerlijk zijn. Ze bedonderen hun kinderen, en vertellen hen niet wat voor zieke wereld dit is, en wat voor gevaren er op de loer liggen. Nu is het zelfs niet zo dat ieder tovermannetje slecht is. Maar ik heb het over bedriegelijke energieën die heel snel en behendig zijn, die grijpen met hun armpjes, en de illusie kunnen geven dat ze een vader zijn, een moeder, een dokter of een leraar. Geestelijk gezien kunnen ze zo in een leeuw veranderen om je op te slokken. Ze lopen daar rond met een brede glimlach al klaar om je te bedriegen. Ze verwennen
je misschien om je hart vet te mesten en je verstand te doven. Je wordt omgekocht, gepaaid. Maar het zijn tovermannetjes, met snelle armpjes die alles wat los en vastzit van je wegstelen en dan in een leeuw veranderen geestelijk gezien om je te verslinden. De mens ziet het niet eens, wil het niet zien, of wil het verborgen houden voor anderen. Deze wereld is dood en doodziek en levensgevaarlijk. Dat leren ze je niet op de scholen ! Demonologie is een veracht vak ! En dat terwijl het het belangrijkste vak zou moeten zijn in een mensenleven ! Ik heb die tovermannetjes gezien, ook in dromen. Je moet heel goed oppassen met mensen. Vaak zijn het niet eens mensen. De mens is behekst ! Daarom moeten de reuzen komen, de grotere contexten ! De mens is bedonderd en blind gemaakt door valse afgoden, door hun materialisme, of ze zitten zelf al in het complot om je te bedonderen ! Vele ziekelijke geesten om ons heen die ons mee willen sleuren in het verderf van het bedriegelijke materialisme. Ze willen je geestelijke zintuigen doven hierdoor. Daarom moet je als je op pad gaat altijd jezelf geestelijk goed bewapenen. Dat staat zelfs in de bijbel in Efeziërs 6. Doe je geestelijke wapenrusting aan en ontmasker en wedersta de duivel en zijn duivelse machten en krachten, die in allerlei vormen gecamoufleerd tot je komen ! De duivel is een meesterbedrieger ! Dit is de wereld buiten het paradijs ! Oppassen geblazen dus. De duivel komt niet alleen maar als een brullende leeuw, maar ook als een engel des lichts of als een lammetje, om jou te misleiden. Oh, wat een lief lammetje, maar pas op, het kan je zo als een slang in je nek springen. Daarom moet ragnarok komen. De goden die de mensen zich gemaakt hebben moeten aangevallen worden. Het zal een tijd zijn van ijs en nacht om de mens los te branden van deze bedriegelijkheden. Misschien vraag je je af waarom sommige mensen zo onverschillig zijn ? Totaal zonder empathie naar dieren, totaal onverschillig over het leed wat ze anderen aandoen en daar rustig mee doorgaan zonder blikken of blozen ? Heb je er weleens bij stil gestaan dat het hoogstwaarschijnlijk niet eens mensen zijn, maar tovermannetjes ? Denk aan stierenvechters en tandartsen die van martelen hun beroep hebben gemaakt, en denk aan de velen die dit soort duivels tuig de hand boven het hoofd proberen te houden ? Vaak zijn het geen mensen maar tovermannetjes. Ze lijken ongrijpbaar, maar als de reuzen komen zullen ze opgesloten worden. Voor de germanen is het duidelijk : zowel de mensenwereld als de godenwereld zal instorten. Er is teveel bedrog, teveel slechtheid. Wanneer en hoe het zal gebeuren weet niemand, maar dat het zal gebeuren is een feit. Koninkrijken komen en gaan, ook die van de mensen en de goden die ze zich gemaakt hebben. Als kind had ik al dromen over de komst van de reuzen. Dan waren de muren van mijn kamer ineens heel ver weg, en ook de deur. Dan werd ik opgenomen. De mens laat zich gemakkelijk bedriegen, door complimentjes, door aardigheid, door verwennerijen. Nou, dan moet het wel goed zijn. De mens zal zich verbazen als het ontmaskerd gaat worden. 'Oh die ! Dat had ik nooit verwacht !' Alle maskers zullen afgenomen worden. Het einde van het rijk van de tovermannetjes is in zicht. De reuzen gaan komen. Niet alle tovermannetjes zijn slecht. Ik heb het over de tovermannetjes die toveren met geld. Altijd zijn ze druk in de weer met geld. Altijd zijn ze materialistisch. De mensheid is behekst door geld. Altijd maar lachen, altijd maar vrolijk doen, altijd weer feest, en natuurlijk veel roddelen. Ze hebben altijd wat op de ander aan te merken, met hele oppervlakkige redenen. Het gaat altijd om dingen die er totaal niet om doen. En dan donderen ze er even een religieus sausje overheen om het toch nog een beetje vroom en goed te doen lijken, of ze doen heel aardig. Ze strooien veel zoetigheid door hun gif om mensen te paaien en gepaaid te houden. Maar de reuzen gaan komen en dan is hun spel uit. We zullen weten
wanneer het is gebeurd wanneer het is gebeurd. Het is al gebeurd in de geschiedenis, maar de mens moet er nog toe ontwaken. Het uitverkiezingssysteem zou dus uitverkiezen dat wat anders was, vreemd was, verloren. Bij de Germanen was het uitverkorene dat wat op de strijdvelden geheel aan zichzelf, aan de eigen wil, was gestorven. Zij werden opgenomen of uitverkoren door de valkyries of walkuren, oftewel de oorlogsgodinnen. Het uitverkiezingssysteem verliet dus zowel bij Calvijn als Darwin de meerderheden, om op zoek te gaan naar de minderheden, oftewel de verlorenen in de wildernis, het vreemde, het vergetene. Het boorde zich een weg onder de grond, de onderwereld in, de aarde in. De Germanen leefden met moeder aarde, oftewel ertha, h´retha, of aretha, en waren dus net als de stoïcijnen aretaieten. Aretha is een stoicijns woord voor geleerdheid. Onze germaanse voorouders kenden de tovermannetjes, en werden gedwongen door de tovermannetjes om christen te worden. Onze germaanse voorouders werden tot het christendom gedreven met het mes op de keel. Maar in de grondteksten waren zelfs petrus en paulus en de OT profeten aretaieten. Het calvijn mysterie ging niet meer weg, zoals ook het oranje mysterie in Nederland niet meer wegging als de vertegenwoordigers ervan. Het was de wilde oranje zon van de symboliek en de abstractie. Alles zou vergeestelijkt worden in de grotere context. De reuzen zouden komen. De wilde oranje zon was de natuurbron van de reuzen die zouden komen in het ragnarok. Het was dus niet letterlijk, maar abstract. Het mysterie van de uitverkiezing trok alles tot de grotere reuzencirkels van de grotere contexten en zo diepere betekenissen. Daarom ging het niet meer weg. Daarom zeiden de predikers dat Calvijn niet uit de botten meer wegkon.
Voorwoord RGG Deze verzameling is onderdeel van het vuh onderwijs in de tweede bijbel, en wordt ook wel de sukki genoemd, wat volharding betekent in de voortijdse taal, in de oertaal. Het vuh onderwijs is in verschillende hoofdnoemers onderverdeeld, wat begint met de halal, wat het oude onderwijs is (de series), wat ook weer onderverdeeld is in de levitische, ismaelitische en surinaamse bijbel, oftewel het amazone dodenboek, en halal is dan de grens-gevoeligheid of honger, honger kennis in de voortijdse taal, in de oertaal. Daarna is er dus het nieuwe onderwijs, de boeken, vanaf de calvijn code, en dat heeft ook weer hoofdnoemers en is dus ook weer onderverdeeld, zoals het begint met de kainitische bijbel, wat dan eindigt met de logistieke filosofie wat de sluitsteen is, en dan gaat het dus verder in iets anders, en dit is onder de hoofdnoemer : de name, wat oerkennis betekent (er zijn verschillende woorden voor de kennis, omdat er verschillende vormen van kennis zijn, want de vur is dan ook een woord voor kennis, als natuurkennis, en de vuh is dan de oorlogskennis, enz.). Dus eigenlijk dat de honger, het minderen (door grensgevoeligheid) moet leiden tot de name, de oerkennis, wat dus een beweging van regressie is (wat na de reformatie komt), dus een terugleiding, tot bronkennis. De name loopt door tot en met de contextuologie (boek 13), dus daar hoort ook de aretaitische filosofie nog bij, wat dus twee boeken nog zijn na de kainitische bijbel onder deze noemer. Daarna loopt het over in de sukki, vanaf de recyclocratie. Daarna komt de suri nog : 1 halal 2 name 3 sukki 4 suri Sukki betekent volharding in het voortijdse, in de oertaal, dus heeft ook met eeuwigheid te maken en suri betekent overgave of verbrokenheid, wat dus op deze weg kan ontstaan, dus dat is ook een beeld van de hemelse gebondenheid. Ezelsbruggetje hiervoor is : door ezechiel, sukki-halal, wordt suri-name hersteld. Ezechiel is altijd aan mexico verbonden die dus ook de poort is tussen noord en zuid amerika om vele raadsels op te lossen. Deze verzameling is dus de sukki, deel 14-19 van de boeken van de paradijs aarde : 14 de recyclocratie 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus 16 ragnarok ontsluierd 17 het kehatitische verschijnsel 18 de venezuela muur 19 leven op de paradijs aarde De vorige verzameling is dus genaamd de name (deel 1-13 van de boeken van de paradijs aarde) : 1 de calvijn code 2 de afrika code
3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie de recyclocratie YOU WILL BE RECYCLED. coab 2019, 2020 voorwoord Hoofdstuk 1. de slapers Hoofdstuk 2. het hartsbezit van hans en grietje Hoofdstuk 3. Volwassenen, blinde volgelingen van de heks Hoofdstuk 4. de hogere dood Hoofdstuk 5. De zin en onzin van pinksteren Hoofdstuk 6. de verborgen bronnen van het kerstfeest Hoofdstuk 7. leven in het vlees of in variatie ? Hoofdstuk 8. het voortijdse alfabet Hoofdstuk 9. de voortijdse wortels van het boek Jozua Hoofdstuk 10. Calvijn over Ezechiel, Jeremia, en Jesaja Hoofdstuk 11. Calvijn en de besneden harde werker
Hoofdstuk 12. de gruwelijke betekenis van openbaring 20 – de koude oorlog tussen het vleselijke en het geestelijke Hoofdstuk 13. het machiavelli enigma Hoofdstuk 14. de florentijnse muizenkoningen Hoofdstuk 15. het zoonschap Hoofdstuk 16. het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan Hoofdstuk 17. de link tussen arius, de islam en de jehovah's getuigen, terugvoerend tot de voortijdse oorsprongen Hoofdstuk 18. jehovah's getuigen onder de loep Hoofdstuk 19. wat hebben de jehovah's getuigen en calvijn met elkaar gemeen ? Hoofdstuk 20. commentaar psalm 22 Hoofdstuk 21. het kruis van samuël Hoofdstuk 22. de voortijdse boeren oorlogen Hoofdstuk 23. darwin Hoofdstuk 24. de bacteriologische oorlog om de zielen Hoofdstuk 25. We will be back Hoofdstuk 26. de molon bacterie Hoofdstuk 27. de christelijke rolstoel – voor ware gelovigen Hoofdstuk 28. de misdaad regeert Hoofdstuk 29. het belang van 1953 Hoofdstuk 30. 1991-2001 – Joegoslavië in oorlog Hoofdstuk 31. het dodelijke labyrint van de 70-er jaren Hoofdstuk 32. de leeuw is los – terug naar de jaren 30 – de strijd tegen de hypnotische slang van 1979 Hoofdstuk 33. waar mensen zijn is misdaad Hoofdstuk 34. harrisburg 1979 - de oudere zus van tsjernobyl Hoofdstuk 35. van harrisburg tot toronto tot gsm Hoofdstuk 36. brave new world Hoofdstuk 37. stranger in a strange land Hoofdstuk 38. de vuil stormen van de dertiger jaren – de amerikaanse exodus Hoofdstuk 39. het alcohol verbod van de twintiger jaren Hoofdstuk 40. alcohol – de titanic van de twintiger jaren Hoofdstuk 41. 1918 – het einde van het duitse rijk
voorwoord Ik zeg het zo nu en dan tegen mensen : 'Krijg een goed beeld van wat mk ultra betekent en de matrix.' Dit is een mind controlled wereld, totaal gezombificeerd. Er is een weg uit, als je maar diep genoeg in de biologie en de geschiedenis gaat, om onderzoek te doen, te ontmaskeren. Als je een gebondenheid hebt aan het kwaad dan kan alleen een nog sterkere gebondenheid aan het goede deze keten doorbreken, maar hoe gaat dat ? 'Het is niet eenvoudiger dan raket technologie' zeggen we vaak. We leven in een robocratie en moeten gaan tot de hogere robocratie. Het is robot tegen robot, of de robot oorlog. Aan welke kant van het schaakbord sta je ? Weet wel dat wanneer de robot invasies zullen plaatsvinden - en ik heb daar heel veel dromen over gehad - dan zullen de onderdelen van robotten vervangen worden, en de oude onderdelen van de robotten zullen gewoon teruggaan naar het laboratorium om ge-update te worden. Ze worden in ketels uit elkaar getrokken, en er komen nieuwe schakels, nieuwe onderdelen worden ervan gemaakt. We kunnen daarom niet het kind met het badwater weggooien want het is allemaal bruikbaar op een bepaalde manier, maar neem voldoende afstand. Ken de regels van het recyclen. YOU WILL BE RECYCLED. Recycling is een vak, een wetenschap. Alleen de beste recyclers zullen overleven. De rest gaat gerecycled worden en zullen dus ook overleven. Recycling betekent dat alles zal overleven uiteindelijk, maar in andere vormen, juiste vormen. Dit is dus een hoopvolle boodschap. Het gaat niet om hemel of hel en daar een dogmatische 'lul' over te worden, maar het gaat om recycling. Zijn wij klaar voor de recyclocratie ? Er mag hierin geen menselijke, vleselijke inmeng zijn. Dat gaat allemaal gerecycled worden. Het vlees gaat dus niet 'voor eeuwig branden in de hel', maar robo-recycled worden, door de machines van de recyclocratie. Deze zijn niet lomp, log en orthodox, maar genuanceerd en ongewoon. Dat wat in geen denken is opgekomen. Boven denken, daar stroomt het, komende vanuit het hart boven het hoofd. Draag jij je hart al op je tong, en heb jij je hart al boven je hoofd staan ? Laat je hart spreken. Recycling betekent afstand nemen, onderzoek doen, om overzicht te krijgen, om te zien wat je nu eigenlijk aan het doen bent, aan het doen was. Ben je nog besmet met mk ultra ? Laat jezelf ontsmetten. Het gaat niet buiten de intellectualiteit om. Er komt niet even een grote tovenaar naar beneden dalen met een toverstokje die ineens alles goed gaat maken, terwijl je al die tijd lui hebt zitten wachten. Dat zijn ook allemaal sprookjes en fabeltjes die gerecycled moeten worden, op hun zinnebeeldige waarde geschat moeten worden. Het letterlijke gaat gerecycled worden, opdat de poorten tot het geestelijke opengaan. We hebben het dan over het robo-geestelijke wat al gerecycled is, wat dus vanuit de toekomst stroomt. Ik heb soms zoiets van : 'Lul jij maar lekker raak, maat. Alles zal gerecycled worden.' Telkens weer moeten wij als geestelijken de andere wang toekeren, maar dat wil niet zeggen dat we het er mee eens zijn. Het wil ook niet zeggen dat het altijd zo doorgaat. Ergens zijn er grenzen en ergens breekt het kruis af en is er een opstanding, een recycling. Jezus keerde niet alleen maar de andere wang toe, maar greep soms ook de zweep om orde op zaken te stellen. Ook vergaf Jezus niet altijd, want toen ze hem een etiket op probeerden te plakken sprak hij zelfs dat ze niet vergeven zouden worden,
nu niet, en niet in het toekomende tijdperk. Harde woorden zul je denken, maar wat betekent het ? Wij als geestelijken hebben deze teksten geleerd uit te leggen. Misschien gaat het helemaal niet om vergeven worden, maar dat je dingen zelf moet goedmaken ? Rectificeren ? Recyclen ? Er ligt in die tekst een opdracht voor de overtreder : Maak ervan wat je er van kan maken, maak er het beste van. Wat je ook doet : YOU WILL BE RECYCLED. Alles zal tot hogere vormen gaan. Daarom wachtten de Egyptenaren in de nacht altijd op de komst van Kheper, de mestkever, het beeld van recycling. Dit is een attribuut van Ra, rw, wat ook een Aramees woord is wat gebruikt wordt voor het heilige geestelijke. De christenen moesten het heilige geestelijke ontvangen, en daarna moesten ze zich uitstrekken naar de gebondenheid in het heilige geestelijke, maar daarna moet de mens ook nog tot de recycling door het heilige geestelijke komen, de voleinding waarop alles uitloopt, en een nieuw begin. Dit is dus gebouwd op het Socratische beginsel van 'de ware kennis is te weten dat men niets weet.' Hiervoor moest Socrates de gifbeker drinken, want de sopho-farizeeers van de betweterige pseudo-kennis wilden niet van hun voetstuk af, en veroordeelden zo Socrates hiertoe. Ook vandaag worden de socratischen veroordeelt tot de gifbeker, en wel door de Herodus-taktiek : 'Vermoord hen allemaal, zodat degene die wij zoeken in ieder geval wel dood moet zijn.' Dit gebeurt door de tandartserij, want je wordt bij voorbaat al als kind veroordeeld tot het verplicht dragen van al dan niet dodelijke gifstoffen in je mond die je naar de afgrond willen trekken. Nog elke dag wordt Socrates zo vermoord, omdat ze zijn kennis niet willen horen. Vandaar de recyclocratie. YOU WILL BE RECYCLED. Socrates will rise. Hoofdstuk 1. de slapers Ze zond mij naar een ander stadsdeel omdat het bed kapot was. Ik moest daar iets halen om het bed te vernieuwen. Dat is jaren geleden. Ik kende dat stadsdeel niet, maar sinds toen ben ik daar allerlei dromen over gaan krijgen. Ook over een natuur eiland. Vannacht had ik een droom over een zanger (*) waar ik vroeger veel naar luisterde, waar ik dus eigenlijk mee opgroeide. Hij had het weer over dat stadsdeel, en noemde het het bed. Het lag in tussen waar we eerst woonden, en waar we toen naar gingen verhuizen. De zanger liet me toen een album zien van hem in die droom, genaamd 'zes dagen van slapen' of zoiets. Ik kon me nog herinneren toen we pas in het eerste huis woonden, na onze theologische opleiding, dat we veel in bed waren en daar ook studeerden, en veel praten. Er was een slaapgewas waar de hommels kwamen voor bestuiving, om te spinnen en te weven, door hun borst heel snel te laten bewegen. Dat is tegelijkertijd ook een ontlading. Ze houden zo geen overmatige energie binnen. Zo werd de onkrant gemaakt, als een natuurkrant, van zuivere natuur. Of het waar is weet ik niet. Het was maar een droom.
Oh ja, de namen van de hommels : ze werden brommertjes genoemd, of slapers, of schone slapers, of gewoon hommels. voetnoten : (*) phil collins Hoofdstuk 2. het hartsbezit van hans en grietje De stad is als het huisje van de heks van Hans en Grietje, een heel groot huis. Nu is eten natuurlijk op zich niet slecht, maar er zijn natuurvoorwaardes aan verbonden. Hoe te eten ? En dan altijd met mate. Zo is dat ook met andere dingen, zoals wassen en schoonmaken, conflicten. De mens moet het vooral niet overdrijven, want daar leent de natuur zich niet voor. Daarom zijn er allerlei natuurlimieten, maar in de stad kan je voor veel geld altijd weer over de natuurlimieten heen. Je kunt wassen totdat je een ons weegt, maar het helpt allemaal niet, want je moet van binnen veranderen. Ken je de diepere natuurwaarden van de dingen, of laat je je door dingen op zich bedonderen. De stad is als het huisje van de heks van Hans en Grietje. Weet je wat je eet, weet je wat je grijpt ? Je kunt hier van alles kopen, zowel goedkoop of duur. De mens heeft van alles nodig, maar vergeet het belangrijkste. Ik heb ingezien dat het leven bedrog is. Ik zie de nieuwkomers ronddansen alsof ze in luilekkerland terecht zijn gekomen, recht in de val van de heks, maar ze willen niet gewaarschuwd worden. Ze willen het niet horen. Zo sta ik aan de poort van het grote theater, en toch blijven de mensen naar binnenstromen. Ik heb gezien dat het leven bedrog is. Daarom houdt ik zo van sprookjes omdat ze gegeven zijn door moeder natuur om niet alleen de mens te waarschuwen, maar om ze ook een waar leven te geven, in de diepte van de natuur. Hans en Grietje is voor mij puur symbolische schoonheid, wijze levenslessen, als hartsbezit, wat ik ook altijd aan de kinderen heb uitgedeeld. Je mag een kind inwijden in deze geheimen. Dat is beter dan als een doldwaze sinterklaas kinderen te smoren met nietszeggende rotzooi. Geef ze iets waar ze daadwerkelijk wat aan hebben : hartsbezit, natuurpuur, iets wat hen op het gevaarlijke pad van het leven mag leiden. Ja, het sprookje zorgt ervoor dat het kind niet zomaar op mijnen stapt. Het is één van de betere dingen die een ouder zijn of haar kind kan geven. En er zijn nog veel meer sprookjes voor dit doel. Het mag een heel sieraad van aaneengeregen sprookjeskralen zijn, vol wijze lessen, om het kind te beschermen. Je kunt een kind nog geen moeilijke wiskunde uitleggen. De scholen maken kinderharten dood met rotzooi. Geef ze daarom sprookjes, vertel ze verhalen. Dan hebben ze creatief materiaal om door het moeilijke leven heen te komen. Het wekt hun eigen scheppingsvermogen op, als het geprikkeld wordt. Er is zoveel mogelijk met hulp van de andere wereld, die gewoon de diepere wereld is, wat in de diepte op ons wacht, en wat het ware leven draagt.
Hoofdstuk 3. Volwassenen, blinde volgelingen van de heks Hij weet helemaal niet wat het betekent. Hij draait er wat aan, en dan maakt hij er een touwtje aan en laat hij het helemaal doorgaan naar de andere kant, en maakt het touwtje daar dan ook vast, maar hij weet niet wat het betekent. En dan doet hij nog wat dingen, haalt hij er van alles bij, en maakt het aan elkaar vast. Hij weet niet wat het betekent, maar achteraf ziet het er toch wel functioneel uit. Je weet niet wat het is verder, maar hij heeft er toch wat moois van gemaakt. Zo zijn kinderen. Ze doen dingen die ze niet begrijpen, en die wij niet begrijpen. Zij zijn van een andere wereld. Hij draait eraan, maar weet niet wat het is. Toch stijgt het ding dan even later op en je weet niet hoe hij het gedaan heeft. Dat zijn kinderen, onnavolgbaar, maar het is toch functioneel. Zij kunnen dat soort dingen nog, dat is nog ingebouwd. Volwassenen kunnen dat niet. Waren de mensen allemaal maar kinderen, maar nee, de heks is gekomen. De heks draaide alles om, gaf alles een naam, en de mens weet het niet meer. Zelfs de kinderen weten het niet, maar ze kunnen het nog wel. Misschien dat het later nog allemaal goedkomt ? Ik kijk ernaar en hij heeft het goed gemaakt. Maar niemand weet wat het is, ook hij niet. Hij doet het gewoon. Het is ingebouwd. Ze dragen nog veel met zich mee van de andere wereld, de diepere wereld. Nee, de volwassenen kunnen het niet. De heks kwam. Volwassenen, blinde volgelingen van de heks. Alleen het kind heeft de sleutel, het kind in jou en mij.
Hoofdstuk 4. de hogere dood Vraatzucht kan in vele vormen komen. Er is sexuele vraatzucht, religieuze vraatzucht, materialistische vraatzucht, enzovoorts. Er is eerzuchtige vraatzucht, vraatzucht naar aandacht, eer en roem. Doe wat je doet in het verborgene, niet voor het oog van de mensen. Mensen zijn toch altijd ontevreden, en zullen toch altijd alles wat je doet omdraaien en beroddelen, enzovoorts. Ze zullen over je liegen, eigenlijk tot het punt dat ze het niet eens waard zijn allemaal. Waar doe je het dan voor ? En van dat soort mensen wil je een lintje ? Vraatzucht kan komen in vele vormen. De mensheid is ondankbaar. Het goede zullen ze niet eren, maar het kwade eren ze volop. Het kwaad komt vaak niet eens als een brullende leeuw, maar als een bedriegelijke oplichter, en de mensheid is opgelicht. Lang geleden al. Werk daarom in het verborgene, zolang het nog dag is. In de nacht kan niemand werken. Verspil je tijd niet. Er is niet veel tijd. Maak er het beste van. Vraatzucht komt in vele vormen, ook de letterlijke vorm. De mensheid is aan de hormonale drugs : het vlees van dieren. Lijkeneters worden zelf tot lijken, vol van de parasieten. Als mensen tot je spreken zijn het vaak die mensen al niet meer, maar de parasieten die in hen huizen. Ja, ook de christenen doen hier aan mee, de van zichzelf overtuigde, zelfbelangrijke, alleswetende christenen. Vannacht had ik een droom dat ik in een gebouw ging, en ik hoorde al wat stemmen van vraatzuchtige christenen die ik vroeger kende. Toen ik binnen kwam kwam er een blank, slank meisje op me af met sluik donker haar, en ze zei dat ze de verlover was, en mijn verloofde. Ik had toen even een herinnering dat dit niet zo lang geleden ook al was gebeurd in een ander gebouw van vraatzuchtige christenen, maar toen was het een ander meisje, alhoewel ze wel veel op elkaar leken. Ik zei het toen ook tegen haar dat iemand anders dat ook al tegen me had gezegd. Ik voelde dat er iets niet in de haak zat. Ik zei het ook dat dit niet klopte, en toen ben ik weggegaan. Gelukkig liet ze me gewoon gaan. Maar dit is hoe kerken werken. Ze hebben allemaal hun eigen heilige geest waarmee je een verbond moet hebben, een verloving. Het is het dogma van de heilige geest, wat je moet geloven om christen te zijn, maar de christelijke groeperingen zijn allemaal met elkaar in oorlog over wie de heilige geest daadwerkelijk heeft. Daar kunnen we niet op gokken, lieve mensen. Die mensen worden willens en wetens dom gehouden. Het wordt hen niet uitgelegd wat het is. Eerst moet de mens sterven aan zijn vraatzucht. Eerst is er dus een dood nodig naar het materialisme, anders blijf je de oplichter volgen. Er is een weg die veel hoger leidt dan de dogma's van de kerk. Wacht niet op de ander, maar ga zelf tot de hogere weg. Het feest van de vraatzuchtigen komt er weer aan, wat om alles gaat behalve de ware betekenis. Vraatzucht komt in vele vormen. Zorg dat je de weg tot de wildernis vindt. De mens moet de hogere dood sterven.
In de stad is het bijna weer kerstfeest, dus hoog tijd om het eens over het pinksterfeest te hebben. Voor hen die de betekenis willen weten van de pinksterbeweging die aan het begin van de jaren 1900 begon. De zin en onzin van pinksteren. En wat schuilt er achter ? Bespreking van het boek 'stem roepende in de wildernis' (1910) van Charles Parham, van de losbreking van de pinkstergolf aan het begin van de vorige eeuw. Het onderwerp werd ook besproken in ons tijdschrift 'het profetische info-blad - de vloedgolf' in 1994, wat ook heel even genoemd wordt en waarvan dit artikel ook een soort vervolg is. Hoofdstuk 5. De zin en onzin van pinksteren Het medische is geen koopwaar. Schurken verkopen hun medicijnen op de markt. Dat is geen ware zorg. Als geld zich gaat bemoeien met het medicinale dan wordt het hekserij, oplichterij. Geld is te onheilig om zich met zoiets heiligs als genezing te bemoeien. Zo is dat ook met het recht en het geestelijke. Dan kom je aan het hart van God. Ik groeide in een kerk op die de genezing van God verbood. Daar werd niet over gesproken. Je moest gewoon naar de dokter, en die forceerde onder dwang troep in je botten. Dat je zenuwstelsel hier kapot aan ging kon hen niets schelen. En toch moest je je hiervoor scheel betalen, voor deze schurken. Het zijn dronken marktkooplui die niets maar dan ook niets om God en ware genezing geven. Als ze geld krijgen voor hun zogenaamde geneesmiddelen, natuurlijk wordt het dan corrupt, en natuurlijk gaan ze het dan dwingen, want het is hun inkomen. Zij hebben van moord hun beroep gemaakt. Ze staan rechtlijnig als heksen en schurken tegenover ons als predikanten en intellectuelen, net zoals in de tweede wereld oorlog, en toen trokken wij ook al aan het kortste eind, want velen van ons werden in dat tijdperk door de nazi's vermoord. Trek je met God dan aan het kortste eind ? Het is een groot offer. Ons wordt vervolging niet bespaard, en met alle aanvallen op mijn leven van dit soort is het een wonder dat ik nog leef, en daarom ben ik ook bezadeld met een opdracht. Ik moest dus vluchten uit die kerk waarin ik opgroeide, want ik kon nergens naartoe met mijn verhaal. Als je nagaat dat al mijn nachtmerries van mijn kinderjaren zijn uitgekomen, en dat ik in die nachtmerries al werd gewaarschuwd, en ik niet geloofd werd door hen waar ik opgroeide, dan moet je het toch ergens anders zoeken, daar waar ze me wel serieus namen, en zeiden dat God wel degelijk kan spreken door dromen en nachtmerries en op vele andere manieren. Maar nee, in de kerk waar ik opgroeide was God koud en afstandelijk en sprak niet, alleen in een boekje wat op duizend en één manieren uitgelegd kon worden en waar ze elkaar telkens over in de haren vlogen ! Het is toch bij de zotten ! Natuurlijk, natuurlijk, denk ik nu, want dan komen ze bij de dokter terecht die weer veel erbij kan verdienen. De kerk en die dokter hebben een soort handelsverbond. Het zijn heksen, schurken, dronken marktkooplui die geen stuiver om je geven ! Het was een komplot, en mijn kindernachtmerries waarschuwden mij al met naam en toenaam. Het is allemaal uitgekomen,
dus wie denk je dat ik vandaag de dag geloof ? Door mijn dromen die ik van God heb gekregen leef ik nog ! Maar nee, dat mag niet in die kerk. Waar vluchtte ik toen naar toe aan het einde van mijn tienerjaren ? Naar de pinkstergemeente, want daar werd je in ieder geval serieus genomen. Ze kwamen bij ons aan de deur, god zij dank, en voor die tijd was dat gewoon echt mijn redding, en het waren fijne mensen. Ik werd er zelfs geknuffeld, wat er bij ons thuis echt niet gebeurde hoor. Ik werd toen deel van een echt, warm, liefdevol gezin, en de predikant daar adopteerde mij, en ging gewoon naast mij zitten op de bank en vertelde mij honderd en één verhalen. Ik voelde me ineens zo bijzonder. Dat had ik nog nooit in de kerk meegemaakt waar ik was opgegroeid. Voor die tijd was het voor mij belangrijk. Dat wil niet zeggen dat ik in de pinkstergemeente ben gebleven, want de pinkstergemeente heeft z'n eigen problemen, en niet iedere pinkstergemeente was zoals degene waar ik naartoe ging. Het was gewoon een tussenstation, en ik leerde er weer veel dingen bij, die ik tot op de dag van vandaag gebruik. Mijn hartsbezit werd aangevuld. Aan het begin van de jaren 1900 bleek er een soort pinksteruitstorting te zijn geweest om de mens los te schudden uit de oude kerkelijke ordes, want de reformatie was ingedut. Eén van de pinksterpionieren was Charles Parham uit Kansas. Hij schreef een boek genaamd : Stem roepende in de wildernis, in 1910, waarin hij stelt dat God het ware heeft, maar dat de mens vervalsingen maakt zoals de medische wetenschap die op hun manier ook aan het geestelijke sleutelen, het psychische, maar dan vals. Hij noemt het hekserij, verwaande, zelfverheerlijkende hekserij (wat dus niet wil zeggen dat elke heks verkeerd is, want er zijn ook goede heksen, zoals in het sprookje van de tovenaar van oz, maar dat even terzijde). Dan heeft hij het over het verhaal van Mozes die de slang oprichtte in de woestijn waardoor mensen genezen werden. Dat is wat hij pinksteren noemt, de genezing van God, en hij zei dat hij jaren hiervoor heeft gebeden dat zij de staf van God's waarheid net als Aaron konden neerwerpen om de medische heksen het eens van die kant te laten zien. Zoals we weten werd in dat verhaal de staf van God op de grond geworpen om in een slang te veranderen, en die vrat de slangen op van het systeem wat hen in slavernij hield. Daar bad Parham voor. Hij haatte die menselijke systemen die de mens hadden opgesloten. Alleen de hemel kan ons genezen. De mens kan ons niet genezen. Die willen er ook altijd weer voor betaald worden, en leiden mensen om de tuin zodat ze nog meer geld kunnen verdienen. Het corrupte spel van geld is het spel van de heksen. Charles Parham zei dat de schapen zo ondervoed worden dat ze elkaars vachten beginnen aan te vreten. Er moest dus wel wat gebeuren. Als dokters je onderzoeken, dan zoeken ze naar je geld. Maar waar het volgens Charles Parham om ging was het binnengaan van de onderwereld, net zoals Jona drie dagen in de buik van de walvis was, om zo deze dood te leren, want dat is het ware medicijn. Maar ja, de pinksterbeweging is ook verschrikkelijk orthodox en je wordt daar ook gewoon vroeg of laat in een doos gestopt, dus dan moet je verder, en daadwerkelijk de hogere doden sterven. Soms is het medicijn een diepere dood. Want wat is het leven waard als het leven vals is ? Als er dan een uitstorting is geweest dan moet het ook weer gezifd worden, want er zit zoveel rotzooi tussen, en dan gaat het om het verdiepen en verder trekken. Every level has it's own devil. Zo kwam ik tot zes belangrijke regels :
1. Het gaat erom toegewijd te zijn aan de zaak. Dat is het belangrijkste. 2. Doe alles in het verborgene. Maak jezelf geen naam, ga niet voor de eer, geef niet om je status. Laat de doden de doden begraven. 3. Geef je niet over aan doelloosheid. De doellozen zijn op een dwaalspoor. 4. Herinner je de eerste drie regels en zorg dat je de eerste drie regels houdt. 5. Alleen door grote verwarring kan er ergens gekomen worden, door niet met een overmoedig antwoord genoegen te nemen. 6. Het doel heiligt de middelen. Hierop kon ik een nieuwe wereld bouwen. Ik moest hierin dus de hogere dood aanvaarden naar de oude wereld. Dat is dus geen zwart-wit extremisme maar een pad van ziften, herzien, nieuwe betekenissen geven. Ik wilde mijn verleden afsluiten, want het wurgde me. Ik had toen een droom over een opgehangen jongetje, diep onder de grond, tussen muren. Het is symbolisch voor het verleden. Ik moest het jongetje dus ook aanvaarden, in mijn hart aannemen, ook zijn dood. Dan pas zou het jongetje weer kunnen leven. Als iemand dan ons een stuk geestelijk leven wil verkopen, dan kunnen we ook zeggen : 'Nee, dank je. Ik sterf liever een diepere dood.' Waar is het medicijn ? Het is juist een diepere dood. Vals leven willen we niet hebben. Maar als we dan de diepere dood naar dat soort dingen aannemen dan mag er ook weer een dieper leven zijn, mag het jongetje dat opgehangen was weer beginnen te ademen. Charles Parham stelt dat Salomo met verkeerde vrouwen omging die dokters met zich meebrachten. Medici die buiten God om werken mengen drugs en gif, en dat terwijl God's volk daarvoor geen dokters had. Parham gebruikt hiervoor bijbelverzen van Jeremia : 'Gij hebt geen genezende medicijnen.' (30:13) 'Gebruik van medicijnen is allemaal ijdelheid.' (46:11) Oh, wat haatte die Charles Parham dokters, en niet zonder reden. Ook Napoleon haatte hen, en zei dat ze voor heel wat verantwoordelijk zouden staan voor de troon van God, voor zovelen die zij hadden bedrogen en gedood. Hij haatte de medische industrie, en zwoor bij het natuur medicijn : water, lucht, en hygiene. Hij stelde dat dokters in het hiernamaals verantwoordelijk zouden staan voor meer verlies van levens dan generalen. Hij wantrouwde al hun vreemde medicijnen waarmee ze massa moorden pleegden op het volk. De medische wereld was een pseudo-wetenschap die het volk had misleid, die de mens had losgetrokken van de natuur en gevangen had gezet. Daarom moest allereerst de pinksterbeweging wel komen, maar het ging al snel mis. Het werd al snel een nieuwe orthodoxie, een nieuwe gevangenis, een nieuwe markt. De pinkster reformatie was vastgelopen. Er moest eerst een diepere dood komen. Dan gaat Charles Parham verder met zijn oordeel op de medische wetenschap : 'De medische wetenschap en haar beoefenaars worden genoemd door het OT en NT in verbinding met hen die schuldig zijn aan de vuilste en gemeenste, laaghartigste zonden tegen God en de mensheid.' Hij stelt dat de beoefenaren van de medische wetenschap in het Hebreeuws en Grieks heksen zijn die drugs en gif mengen. Het zijn dus helemaal geen medicijnen. Ze beheksen mensen. Ze dragen hun giffen naar de mens toe om het daar te dumpen. Het heeft niets met God te maken. Parham noemt het een altaar aan de Moloch, de octopus god, oftewel de god van de kinderoffers. Het is een altaar van misbruik. Ook ik heb mijn familie er destijds van beschuldigd dat ze hun kinderen aan de Moloch hebben geofferd, aan Jim Jones. God ziet alles. Er waren dus ook goede dingen in de pinkstergolf, waar we ook over spraken in ons profetisch info-blad 'De Vloedgolf' in 1994. Deze golf ontstond
aan het begin van de vorige eeuw. Maar we stelden ook heel duidelijk dat er nieuwe golven moesten komen om alles verder te zuiveren en te heiligen. We bespraken toen de drie golven die al geweest waren, en een nieuwe golf, waarover we zeiden : 'Er zal een wereldwijde golf komen van zelfverloochening en heiliging; de vierde golf. Deze golf zal zo verschrikkelijk hard inslaan op het menselijke vlees dat velen zullen afhaken en het als 'belachelijk' bestempelen. Vele predikers en christenen die fanatiek meededen en meejuichten met de eerste drie golven zullen geen deel uitmaken van deze vierde golf.' En dan bespreekt hij dat als je buiten God om dingen wil gaan doen je eigenlijk een valsemunter bent, want alleen God is het ware. Zo is dan ook het hele medische systeem een crimineel systeem van valsemunterij. De mens moet eerst sterven aan zichzelf om tot het ware leven te komen. Dat is de sleutel, maar die sleutel is vertrapt en vervalst door het medische systeem. Charles Parham stelt dat hier een hele zware straf op ligt. Hij vergelijkt het met Judas die dertig zilverlingen ontving voor zijn verraad en moord. Dat is wat de medische wereld boven de nek hangt ! En deze moordenaars zoeken, stelt Parham, slechts het applaus en de eer van meer lafhartige boeren en een imbeciele natie. Het is de opening van de kaken van de hel, stelt Parham, allemaal om vraatzucht. Daarna stelt Parham dat we ons open moeten stellen voor de hogere adoptie, wat in principe gewoon de overgang is van het vleselijke naar het geestelijke. Hij ontmoette een wezen genaamd verlossing, maar in wezen was dit de adoptie. Dan heeft hij het over dat de engel Michael zal opstaan en zal komen voor de kinderen, omdat hij de beschermengel van de kinderen is, wat in het boek Daniël staat. In Openbaring staat er geschreven dat er een kind geboren zal worden om dan tot God genomen zal worden, wat volgens Parham een beeld is van de opname, allen die worden opgenomen, wat we overigens geestelijk nemen, als de geadopteerden. Ik moet dan ook weer denken aan het opgehangen jongetje. Als theologie niet meer om het kind draait, dan is het hopeloos geworden. In het boekje over het opgehangen jongetje wat ik in de hemel las heette het jongetje trouwens Theo Logie. Theo was zijn voornaam en Logie was zijn achternaam, maar zie wat de mensen van theologie hebben gemaakt. Ik ontmoette hem in een droom. Ik vroeg hem of hij ook een moeder had, maar die had hij niet, alleen maar bij flitsen in de nacht. Hoe hij was opgehangen ? Door grauwe theologen in de nacht, door piraten. Lieve mensen, theologie is vaak Theo loog in plaats van Theo sprak de waarheid. Ook de piraten vereerden hun eigen gehangen jongetje, als monument. Daar voerden ze handel mee op hun schepen. Het hemelse boekje zei hierover : 'Hij zag schepen op zee, piratenschepen, zulke rijke schepen, met grauwe figuren … Zij predikten theologie om gezien te worden, om naam te maken, om steden te bouwen. Zij roofden op zee. Zij vereerden het hangende jongetje, maar zij luisterden niet naar de regels. Zij verkochten alles wat met het hangende jongetje had te maken. In de steden werden grote vreetfeesten gevierd omtrend het hangende jongetje …' Er zijn volwassen die zo 'volwassen' zijn geworden dat ze het kind totaal, maar dan ook totaal uit het oog zijn verloren. 'Oh, wat zijn we weer volwassen, oh wat zijn wij belangrijk.' Ze zijn zo 'volwassen' geworden dat ze het kind hebben gedood, het jongetje hebben opgehangen. Wie oren heeft die hore. De stem roept nog steeds in de wildernis.
In 1995 hadden we in ons blad 'apostolisch frontnieuws - de orkaan' (een zuster blad van ons tijdschrift 'profetisch info-blad - de vloedgolf) een artikel genaamd 'de verborgen bronnen van de geestesgaven.' We gaan verder met dit onderwerp in het nu volgende artikel. Wat wordt er eigenlijk door het kerstfeest verborgen gehouden ? Hoofdstuk 6. de verborgen bronnen van het kerstfeest Het kerstfeest komt eraan, maar wat is het ? Het feest der gaven ? We kunnen het dan beter over de geestelijke gaven hebben, maar wat zijn dat dan ? Dat kwam eigenlijk altijd tijdens of na het pinksterfeest. Waar het om gaat is van het materialisme weg te komen. Het heeft wel symboliek en diepere geestelijke betekenissen, maar men maakte het te orthodox, te letterlijk, te materialistisch. Er zijn dus een heleboel geestelijke gaven, zoals kennis, profetie, onderscheiding, genezing, enzovoorts. Maar wat houdt dit allemaal in ? Het is natuurlijk wel een interessant onderwerp voor mensen die willen loskomen van het materialisme. Je kunt niet zomaar tot de gave van kennis komen. Allereerst is het niet zomaar een gave, maar iets wat je moet verdienen en leren. Maar tot de gave van kennis, wat dus een loonsgave is, kom je alleen maar door de gave van profetie, en ook dat is een loonsgave en betekent dat het van boven moet komen, zodat je niet in vleselijke, aardse, materialistische kennis terecht komt, want die is vals. Om dat dan vervolgens weer goed te doen moet je tot de loonsgave van onderscheiding komen, wat je dus ook weer moet leren en wat niet zomaar in je schoot wordt geworpen, want er is zoveel bedrog. Oplichters op elke hoek van de straat, dus leren, leren, leren, en eerlijk verdienen allemaal, dat is de enige weg. God spreekt tot de mensen, of het hogere spreekt tot de mensen, het hogere intellect, en dat wordt weleens profetie genoemd in de theologie. Het is een theologisch woord. Theologie is een bepaalde taal, een bepaalde terminologie. Het komt uit het land van de theologen. Na het pinksterfeest komen de gaven, de charismatische gaven, of charismatische stroming, wat ook een golf was in de vorige eeuw, in het midden ervan, na de grote pinksteruitstorting aan het begin van de vorige eeuw. Het werd de tweede golf genoemd, waar ons tijdschrift 'profetisch info-blad – de vloedgolf' ook over ging in 1994. Er werd toen gesteld : 'profetisch leven of vleselijk leven ?' Dat was de keuze waar de mensheid voor stond. Eigenlijk dus : leven vanuit de hogere kennis, of vanuit de lagere kennis. Heel veel mensen nemen er genoegen mee een 'mavo-schaap' te blijven wanneer het aankomt op geestelijke scholing, om het maar even metaforisch te zeggen, dus ze blijven lekker gezellig 'middelbaar', hoeven niet veel na te denken, en gaan niet voor de hogere geestelijke scholing. Zo bedonderen ze dan anderen. Ze begrijpen een heleboel niet van hoger opgeleiden in het geestelijke en gaan dan hun etiketten plakken. Met God moeten wij niet op mavo-niveau blijven,
maar naar hoge school niveau gaan, anders worden we bedonderd. Dit heeft dus niets met aardse scholen te maken, maar met geestelijke, hogere, oftewel profetische, kennis. In ieder geval moet dan alles getoetst worden, waar we veel over hebben geschreven. Voor de gave van onderscheiding komt heel wat kijken, anders wordt je bedonderd waar je bijstaat. Daarom is hoge school niveau demonologie onmisbaar. Er liggen teveel gevaren op de loer. Geestelijke 'mavoschapen' komen hier niet doorheen. Nogmaals : dit heeft niets met aardse scholen te maken, want dat zijn gevangenissen en de kinderen leven daar in ballingschap. Er moet daar een grote uittocht komen. Of je nu op zogenaamd lager of hoger onderwijs bent ingedeeld is allemaal bedrieglijk, want het gaat om je relatie en toewijding tot God, oftewel de hogere kennis. De mens moet loskomen van menselijke mind control en allerlei menselijke instanties die alles omdraaien en altijd weer de 'geschoolde' dommen een lintje geven. Dat zijn getrouwe schapen voor hen, dus die worden daarvoor beloond, en die misleiden ook weer andere domme schapen. God kan dus in al die lagen van aardse scholen mensen gebruiken, juist ook in het zogenaamde lagere onderwijs, want die mensen zijn vaak niet aangetast door het systeem. Maar als je geestelijk gezien, dus in je relatie met God, bij het lagere onderwijs blijft hangen, of het middelbare onderwijs, als een geestelijk 'mavoschaap', dan pas heb je echt een probleem. Je moet namelijk hogerop komen met God, anders wordt je bedonderd, en bedonder je ook weer anderen, enzovoorts. Die kettingreacties van geestelijke mavo-schapen blijven maar doorgaan, en ze worden gefokt, dus ze hokken ook weer door. Maar goed, als je dan de gave van onderscheiding wil hanteren om te komen tot ware profetie, dan heb je dus een grote dosis voorzichtigheid nodig, wat in de theologische taal ook wel 'de heilige vreze' wordt genoemd, en 'de heilige depressie', zodat je eerst mindert, en geen overhaaste beslissingen neemt. De mens heeft dus niet zomaar een uitstorting nodig van 'de heilige geest', of 'het heilige geestelijke', maar zoals in het verhaal van het opgehangen jongetje : de heilige dood, dood naar de onkunde, het materialisme, het bedrog, en dan kan de mens verder. De mens moet dus eerst aan zichzelf sterven, zoals het jongetje. Dat is de basis voor iedere verdere geestelijke gave. Hoe gaat dat dan verder in het verhaal van het opgehangen jongetje ? Het jongetje heeft de heilige dood ontmoet, en wordt dan met haar meegenomen tot de eerste gave, en dat is de gave van de grens-gevoeligheid. De mens gaat telkens over de grenzen heen, omdat de mens die grenzen niet kent, niet ziet. De mens is blind. De mens voelt de grenzen niet, omdat de mens zwaar dronken is. Daarom moet de mens eerst gevoelig worden voor de grenzen. De mens moet komen tot de hemelse douane, of het blaf feest. De mens mag om deze gave bidden, en deze gave leren. Hoe gevoeliger je wordt voor de grenzen, wat op allerlei gebied kan zijn, hoe meer de grenzen onder stroom komen te staan, dus als je dan te dicht bij zo'n grens in de buurt komt, dan wordt je door een bepaalde voltage weggestoten. Dat wordt het blaf feest genoemd, want de mens wordt dus zo beschermd. Het is dus een soort schokdraad. Als de mens die gave ontwikkelt, dan komt de mens tot de tweede gave, de gave van de gevoeligheid voor ingewikkeldheden, waarin de mens dus overzichten krijgt, als landkaarten, en waarin kennis opgeslagen kan worden. Zo werkt het eigenlijk een beetje. Eerst moet de mens de grenzen leren, en dan is het veilig genoeg om tot de hogere ingewikkeldheden te komen, en daar gevoelig voor te worden. De mens wordt dus zo tot een soort hemelse computer.
Het is dus een pad van de gaven. Doordat het jongetje de grenzen leerde ontstond dit pad er, en zo wordt de mens dus over dat pad, wat ontstaat binnen de grenzen, veilig geleid door het leven. Het blaf feest ligt dus verborgen onder het kerstfeest. De mens moet weer kind worden en komen tot de verkeersregels, tot de verkeersvoorlichting. Dat is een spel van grenzen, niet alleen in ruimte, maar ook in tijd, ook in bezigheden, in bezit, enzovoorts enzovoorts. Op alles moet deze gave toegepast worden. Om ons heen zijn tekenen om dit te leren. Daarvoor mag de mens gevoelig worden. Grensgevoeligheid is een belangrijk zintuig en fundamenteel om van het leven het beste te maken. Pas dan is de mens dus veilig genoeg om zich te wagen aan de hogere ingewikkeldheden, en zal de mens gevoeligheid hiertoe ontwikkelen, het belangrijke tweede zintuig, de tweede gave. Hierin kan zich dan doel-gevoeligheid ontwikkelen, zodat de mens meer en meer de doelen onder ogen kan komen om daar op gericht te zijn, het derde zintuig of derde gave. Zo onstaat hierdoor een vierde zintuig : volgorde-gevoeligheid, zodat de mens niet meer voortdurend de volgordes van het leven omdraait, en zo niet meer bedrogen wordt. Er zijn dus vier zintuigen, vier gaven : 1. grens-gevoeligheid 2. ingewikkeldheids-gevoeligheid 3. doel-gevoeligheid 4. volgorde-gevoeligheid Waarom is dit zo belangrijk ? De kerken hebben alles omgedraaid, en zijn niet gevoelig voor de volgordes en de voorwaardes, allemaal vanwege hun materialisme en eerzucht, hun verkoopzucht. En dat komt omdat het fokkerijen zijn. De schapen vallen voortdurend ten prooi aan de wolven. Daar leven ze van. Ze zijn niet strategisch. Ze gooien alles door elkaar, zoals wanneer hun kinderen door de vijand worden afgemaakt vallen ze de vijand niet aan, maar gaan de vijand bij voorbaat al lopen vergeven, en dan staan ze erbij en kijken ze ernaar, als de NSB ! Ze weten niet eens wat vergeving is, laat staan geestelijke oorlogsvoering. Als je kinderen voor je ogen gemarteld worden dan is vergeving van de vijand wel het laatste wat je als ware ouder zou doen. En dan hebben ze jarenlang de geestelijke gaven lopen afwijzen en het bestaan van demonen. Nooit nemen ze hun kinderen serieus. Nooit. Ze staan aan de kant van de vijand. 'Gegroet,' moet je dan zeggen tot zulke kerken, en rennen zo hard je kan, en zo lang je kan. Anders ga je eraan. Dat heb ik moeten doen. Pinksteren redde mijn leven, en ik kwam toen in de charismatische beweging. Niet alles is daar koek en ei, maar voor toen was het mijn redding. God gebruikte het, maar every level has it's own devil, dus ook daar moest ik op een gegeven moment weer van wegrennen. Het was nog maar het begin. Ik denk er dus met gemengde gevoelens aan terug. We mogen het kind niet met het badwater weggooien, maar we mogen ook zeker niet door valse, overmoedige 'vergeving' de vijand vrij spel geven om onze kinderen uit te moorden ! Dat zijn allemaal luie excusen om geen geestelijke oorlogsvoering te hoeven voeren. Lekker makkelijk. Dat soort onstrategische zetten in geestelijk schaken komen van de tegenstander zelf. Men rotzooit maar wat aan. Vandaar dat het belangrijk is de geestelijke gaven te ontvangen en te ontwikkelen, als wapen hiertegen. Er zitten teveel parasieten hier in de lucht. En wie gooit nu zomaar wijd de deur open en laat alle parasieten binnen, alle inbrekers en laat ze iedereen uitmoorden, om dan te zeggen : 'En ik vergeef jullie allemaal.' Wie doet dat ? De mensen die dat zeggen slapen trouwens wel met een
honkbalknuppel naast hun bed, 'voor als er inbrekers komen.' Dus als het om henzelf en hun huisje gaat, dan vergeven ze ineens niet meer zo snel. Haha, wat een huichelaars. Geef mijn portie dan maar een fikkie. Ik weet dat we met nazi's te maken hebben en met nsb-ers, en dan is het beste wat je kunt doen je kinderen al vroeg waarschuwen. Ken je grenzen. De mensen moeten de voorwaarden voor alles weer leren kennen, en hun eigen stomme bureacratie overboord gooiten. Het gaat om de hemelse voorwaarden, niet de aardse voorwaarden. Daarom mag de mens voorwaarden-gevoeligheid ontwikkelen. Dit komt ook weer tegemoet aan de grenzengevoeligheid, want het laat zien waarom er grenzen zijn. Uiteindelijk komt de mens dan tot de reden-gevoeligheid, zodat de mens het hoe en waarom begrijpt. 1. grens-gevoeligheid 2. ingewikkeldheids-gevoeligheid 3. doel-gevoeligheid 4. volgorde-gevoeligheid 5. voorwaarden-gevoeligheid 6. reden-gevoeligheid Hierin zijn teveel afleiders en uitdovers, en daarom moet de mens als basis de heilige dood blijven sterven, en moet de heilige dood op dit pad de gids blijven, zoals ook het opgehangen jongetje deze vrouw als zijn gids had, als symbolische voorstelling daarvan. Net zoals bij het christendom de heilige geest, of het heilige geestelijke de christen leidt op het pad van de geestelijke gaven, als basis en bron. Er zijn dus duidelijke parallellen, maar hier wordt het verdiept. De christenen, met name de westerse christenen die daadwerkelijk van toeten noch blazen weten, zijn vastgelopen. Vandaar het hemelse verhaal over het opgehangen jongetje, wat in dromen tot mij kwam. Zes regels, zes gaven, als de zes dagen van een nieuwe schepping. Hij ging dieper en dieper in de grottenstelsels onder de grond, om te zoeken naar geheimen. De heilige dood leidde hem. Hij was op zoek naar de zevende dag, de rust. Zes dagen zult gij arbeiden, maar de zevende dag is de rustdag. Dat is natuurlijk symbolisch. Uiteindelijk vond hij de rustdag die was opgeborgen in een grot, maar deze rustdag werd bewaakt door een heks die zeven schoenen droeg. Ze begon haar schoenen uit te trekken en naar hem toe te gooien. Ze had geroepen dat als hij door één van haar schoenen geraakt zou worden, dan zou hij voor eeuwig verstenen. Uit alle macht probeerde hij toen weg te komen en de schoenen te ontwijken, maar helaas werd hij toen toch door een schoen geraakt, en versteende voor eeuwig. Arm, arm jongetje, hij was zo dichtbij gekomen, maar nu eeuwig verwond door een heks. Voelen wij ons ook niet zo soms, alsof we door iets voor eeuwig verwond zijn geraakt, alsof we er maar niet van kunnen genezen ? Dan mogen we terugdenken aan het versteende jongetje. Hij was al zo dichtbij, en toen leek alles uit zijn vingers weg te glippen. Voor velen zal het zo herkenbaar zijn. Hij moest weer een hogere dood sterven. De heilige dood kwam tot hem. Het was een eeuwige dood die hij ditmaal moest sterven, eeuwig afsterven aan het materialisme, de vraatzucht, en alle leugens en bedrog wat daarbij komt kijken. Alleen zo zou hij de eeuwige rust kunnen binnengaan. Hij kon zich niet bewegen, en hij stond daar als bevroren. Ook de heks was bevroren, versteend,
want ze betaalde immers een hoge prijs om dit het jongetje aan te doen. Overal begon het te sneeuwen en het werd winter. Het standbeeld van het jongetje kwam helemaal onder de sneeuw. En hij moest wachten totdat het lente werd. Toen begon hij weer te ontdooien, en kon hij zich weer langzaam bewegen. Maar de heks ontdooide niet. De heks was nog steeds van steen. Heel voorzichtig is hij toen langs de heks heengegaan, door de opening van de grot waar de eeuwige rust was. Hij viel daar in een diepe slaap. De heilige dood en het pad van de geestelijke gaven had hem geleid tot de eeuwige dood, en zo kon hij uiteindelijk de eeuwige rust binnen gaan, en zo werd hij het dromende jongetje. Hoofdstuk 7. leven in het vlees of in variatie ? De luie, vraatzuchtige mens denkt heel makkelijk over de gnosis, over de kennis. Hij wil alsmaar meer kennis, zonder deze kennis daadwerkelijk te beveiligen. Hij wil dus ook het pakpapier om de kennis niet, en verdere beveiligingsdozen. Hij wil niet puzzelen, maar het kant-en-klaar hebben, recht voor z'n raap. Dikke boeken houdt hij daarom niet van. Het moet kort en simpel blijven. Verhalen houdt hij ook niet van, want dat is volgens hem niet to-the-point. De mens moet eindeloos variëren met bestaande kennis om het uit te werken, te verdiepen, te beschermen, opdat de mens verder kan. Alle bestaande kennis moet daarom wel gewikkeld worden in verhalen, omhuld worden, anders gaan de parasieten de blote kennis aanvreten. De mens moet weer zorgdragen voor de kennis, zoals bijen dat doen in hun korven met dat wat ze van de bloemen hebben genomen. Het wordt uitvoerig bewerkt, uitvoerig gevarieerd. Daarom is variatiegevoeligheid zo'n belangrijk zintuig. Er moeten dus een heleboel vormen komen van hetzelfde. Ongevarieerdheid is een zwakheid. De mens moet leren variëren, ook in hetzelfde, en daarom is herhaling belangrijk, telkens net op een andere manier. Zo komt de mens los. Zo wordt de mens en de kennis beveiligd. Telkens komen er laagjes overheen. Is de mens open voor deze natuur laagjes ? De mens moet werken met de kennis : spinnen en weven, zoals de hommels en de bijen, ijverig zijn als mieren. De mens kan dus veel leren van de insecten wereld. De mens is ingedut en wil alles vlak houden, alles simpel. Lekker makkelijk. Maar dit kost de mens z'n kop. De mens wordt zo makkelijke prooi. Ik heb veel mensen in de gnosis zo zien indutten. Er liggen allerlei gevaren op het pad van de gnosis, van de hogere kennis, allerlei mijnen. Daarom blijf ik hierover prediken en
onderwijzen. Er zijn mensen die na een paar jaartjes gnosis wel vinden dat ze genoeg gestreden hebben, en maken zichzelf dan wijs dat de demonen nu wel verslagen zijn zo'n beetje. Ze zijn vervroegd met pensioen gegaan. Ze updaten hun computers niet meer, terwijl de vijand rustig doorgaat. Ik blijf daarom zeggen : de gnosis is niet makkelijker en simpeler dan raket technologie. Als je je neerlegt bij het zijn van een geestelijk mavo-schaap, dan heb je gewoon de oorlog al verloren. Dan ben je ingenomen en dan wordt je voor de gek gehouden voor de rest van je leven. Het bourgondische leven trekt de mensen. Lekker feestvieren. Lekker makkelijk. Lekker dom blijven, niet meer doorstuderen. 'We hebben nu wel genoeg gestudeerd.' Maar je bent nooit te geleerd om verder te leren. Overal stoppen mensen om je heen met leren om er een marktje van te maken. Laat je er niet door bedriegen. Leren variëren, zodat het materiaal veilig is. Leren beveiligen, leren omhullen, zodat het overlevingskansen heeft. Als je een stuk kennis hebt gevonden moet je er wat voor doen. Dan begint de oorlog pas, want dan zullen de parasieten het aan gaan vallen, in al hun slinksigheid. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Ga creatief om met de kennis. Herhaal het over en weer en giet het in allerlei vormen, op allerlei manieren, zodat het tot een leger wordt, en de kern beveiligd is. Laat het niet open en bloot liggen. Ga er niet eenzijdig mee om. Bouw er een kast omheen, een verhaal, een doolhof waar de parasieten het niet zomaar kunnen weggrijpen. Blijf het omcirkelen, blijf het uitbroeden, blijf het verwarmen en koesteren. In de variatie mag de mens dus niet indutten, maar moet de mens komen tot de eeuwige variatie. Uiteindelijk moest het jongetje dat ontvangen na de eeuwige dood te hebben ontvangen. Variatie is de manier om los te breken, eindeloze variatie. Neem niets zomaar eenzijdig wat op je afkomt. Varieer het eindeloos, en breek los van de opsluitende, dogmatische, orthodoxe parasieten. Ze willen je fokken, en dat kan alleen maar door je eenzijdig te houden, oncreatief, ongevarieerd. Denk aan de bloemen die alles warmbloedig omcirkelen, die alle natuurdraden weven en spinnen, blijven omhullen totdat het beste eruit voortkomt, een trap naar een nieuwe verdieping, en dan doen ze hetzelfde. Ze stoppen nooit. Ze gaan eindeloos door. De mens rafelt alles af. De mens wil alles snel-snel, kant en klaar. Ze kennen het bloemenleven niet, en het leven van de bijen en de hommels niet. Het zijn grauwe, fletse figuren geworden. Altijd kibbelen ze, maar ze werken nergens voor. Ze willen alles direct op tafel hebben, en hebben altijd alles op anderen aan te merken, alleen maar over oppervlakkigheden. Ze leven in het vlees, niet in variatie. Ik wil afsluiten met een artikel van ons van vroeger, genaamd 'de chemische kerk' : Een kerk die zo parallel loopt aan wereldse praktijken, een kerk met kunststoffen in plaats van het kruid der wildernis. Hoe zou God daarover denken ? Het kruid komt met de doorn en de angel, terwijl de kerk een chemisch goedje voor de binnenstromende massa heeft. Velen zijn bang voor de wildernis, bang voor de lijdende God. Gods noodkreten en lijdenskreten zijn onverdragelijk, en ook de strijdkreten en wee-kreten van zijn engelen. Een kerk die oordoppen uitdeelt, een chemisch middeltje in strips uitdeelt, dat het bloed van Christus wordt genoemd, en de zalving van de Heilige Geest. Een kerk met roddel-magazines, met plastik bijbels, speelgoed-bijbels, een kerk die zijn hart ergens anders aan heeft verloren. Een kerk met dienaren als politieke ministers, met stropdassen zo duur mogelijk, om als dood en goed gestropt te zijn tegen de noodkreet van hongerend Afrika. God hongert niet, want de
chemische kerk heeft voedsel genoeg. Dure kleding als harnassen tegen de geur van de wildernis en het kruis. Een kerk met hoge kronen en hoge tronen, want God regeert immers. Met het avondmaal is de wijn zwart geworden, het brood verkleurd. Als de verboden appelen ligt het daar, een chemisch mengsel. De boom des levens verbannen naar de wildernis. Een kerk met zoveel kleuren, maar de kleur van het kruis kennen ze niet, een chemisch middeltje smeren zij op de hoofden van hun patienten. Even lijken de patienten op te fleuren, de kerk heeft hen gered, met dure woorden, maar dan storten zij al gauw neer, of klimmen hoog op om samen met de hoge heren feest te vieren. Er is feest in de stad, en er is feest in de kerk, niemand zal de roep van de wildernis nog horen. Maak lawaai, gebruik veel kleur, beweeg de vlaggen. De marionetten zijn gemaskerd, dodelijk speelgoed voor de kinderen. Toe pappa, toe mamma, laat me nog even spelen, want morgen is alles weg, en staat de chemische kerk me in de weg. En de dienaren van de chemische kerk, bestuurd door de laatste mode, de wapenrusting van de wereld en de schijnbewegingen van de grote kermis, sluiten de put der wildernis. Het is over nu, het gegil van God niet meer horende. Nu zal iedereen ingespoten dienen te worden met de spuit van de chemische kerk, of diep in de put belanden. Ja, de chemische kerk lacht, hoog tronende op zulk een macht. De inquisitie leren zij, treiterende hun slachtoffers met eeuwige hel. Dienaren van de chemische kerk, mode-agenten, maar er is niets moois meer. Diep in de wildernis bloeit een bloem, met de bloesem van verloren dromen. Maar zij van de chemische kerk zijn te ver weg, hun ogen gesloten. Hoofdstuk 8. het voortijdse alfabet Honden aan de ketting
Je mag niet leven, je mag niet denken, je mag niet studeren. Je mag helemaal niets in die vuile familie kerken. Het enige wat je mag is zoals hen zijn. Zo niet, dan krijg je een etiket op. Dat beslissen zij, de laag opgeleide, labiele types, verstrooide warhoofden, die alles maar dan ook alles uit roddelblaadjes halen, en blindelings dronken marktkooplui volgen over de ruggen van hun kinderen heen. Het is de kanker die woedt in de samenleving. Pap er niet mee aan want het springt zo op je. Het zijn parasieten die in de mens willen huizen, nestjes willen bouwen in hun hoofden. Je wordt totaal gebrainwashed. Ze hebben allerlei smerige taktieken hiervoor. Slijmen en aardig doen om hun doel te bereiken is hen niet vreemd. Maar als ze konden zouden ze de botten van je lijf afvreten. Ze kunnen een bepaalde streep niet over en ze worden in de gaten gehouden. Tot hier en niet verder ! Het zijn honden aan de ketting. Kom niet te dichtbij. Het zijn verbale messentrekkers. Door veel slijmen weten ze hun cultussen echt wel groter te maken en mensen dom te houden. Ze kunnen niet tegen creativiteit, ze kunnen niet tegen intelligentie. Alles moet volgens hun laag opgeleide, kortzichtige boekjes gaan. Als ze iets niet begrijpen dan is direct grote paniek, en halen ze hun etikettendoos erbij om mensen als zwarte schapen te brandmerken. Zijzelf zijn het hogere ras. The end. Nou, dat was een interessante film, zeg. 't Lijkt wel alsof we naar een tweede wereldoorlog film hebben gekeken. Een onsmakelijke horror film is er niks bij. Het spookhuis zou er voor op de loop gaan. Lieve mensen, de duivel heeft de ergsten van de ergsten op ons afgezonden, en dat was ook wel te verwachten. Er mocht bij ons vroeger niet over de duivel gesproken worden. Dat was een verboden onderwerp. Ik heb altijd geweten waarom. De duivel wil namelijk niet ontmaskerd worden. En je kan een kind uit zo'n kerk halen, maar hoe haal je de kerk uit een kind ? Het is een levenslang trauma, als een eeuwige wond. Het moet genoemd worden. De opgesloten mens die om hulp roept moet weten dat er voor hem of haar gestreden wordt. Daarom blijf ik het noemen. De strijd gaat door. Voor nu hebben we de wonden nog, om verbonden te blijven aan hen die nog vast zitten. Deze wonden zijn onze zintuigen en zelfs onze wapens. Ook herkennen we elkaar aan onze wonden. Variatie De Egyptenaren varieerden al. Ze schreven hun teksten van links naar rechts, van rechts naar links, van beneden naar boven en van boven naar beneden, en op vele verschillende manieren, wat een manier was van zowel beveiliging als opslag. Tegenwoordig raakt men helemaal in paniek als iemand een schrijffoutje maakt. Dat is toch wel het einde van de wereld, terwijl het eigenlijk levensbelangrijk was, voor de variatie, om hen te redden. Als je niet meer kunt varieren, en je durft nooit een schrijffoutje te maken, dan ben je dus eigenlijk al dood. Dan hebben ze je al. Het systeem moet gebroken worden. Ze willen de mens eenzijdig houden door de papieren paus uit te hangen. Durf je tong uit te steken. Beschrijf je kennis op vele manieren, in verschillende lagen van symboliek en in verschillende talen, in grote gevarieerdheid, opdat het zal overleven. Eenzijdigheid en kortafheid is een kou die het vruchtje zal doden. Daarom zijn religies, verschillende religies, belangrijk, om verschillende lagen van symboliek te creeeren voor beveiliging en vruchtbaarheid. Daarom gaat de christen die
zich boven de islamiet waant het ravijn tegemoet. Als de christen in Arabië zou zijn geboren dan zou de christen islamiet zijn geweest. Laat geboorte dus niet bepalen wat je bent, maar varieer. Werk de kennis uit in vele lagen en talen. Zo kan de kennis opgevoed worden en overleven. Eenzijdige kennis zal sterven. Parasieten zullen het vinden en doorboren en verteren. Wees een goede broedster. Verlaat het nest niet voortijdig om ergens anders nieuwe eieren te maken terwijl je nog niet eens je eerdere eieren hebt uitgebroed. Wie het kleine niet eert is het grote niet weert. De mens is niet daadwerkelijk warm en amoureus, maar koud en onverschillig. Hebberig. Ze willen alles weten, nieuwsgierig als ze zijn, maar ze achten het van geen waarde. Ze lezen het als de krant en donderen het weer weg. Ze koesteren geen boeken, geen kennis. Het zijn slechts opgezette vogeltjes. Ze hebben het helemaal laten bevriezen, laten verstenen. Ze hebben er met de schoen naartoe gegooid. Ze hebben God in een te nauwe doos gedrukt. De mensheid is een bizarre karikatuur. Als je er te lang over nadenkt ga je eraan. Daarom : varieer. Leer symboliek te gebruiken, zeg het met andere woorden, benoem het in andere verhalen, in andere terminologieën, zodat er deuren geopend worden. Er zijn andere werelden dan dezen, maar de zintuigen van de mens moeten er open voor gaan. De mens moet er gevoelig voor worden, maar eerst is dan de gevoeligheid voor variatie belangrijk. Om je heen klot alles samen en wordt ongelovelijk koud. Ga daarom naar binnen tot de warmte van variatie. Verwacht het niet van mensen. Mensen kunnen zo ineens verkillen en alles gaan afrafelen, zodat ze niet eens meer zien wie je echt bent. Ze trekken je omhoog op hun lange torens, maar als je er dan bijna bent laten ze je vallen. Het is een truuk. Verwacht het niet van mensen. Ze kunnen heel lang met je meegaan, en dan ineens is het afgelopen omdat ze te lui zijn om je te begrijpen. Altijd loop je weer op eieren. Ze zijn te lui om navraag te doen of je om uitleg te vragen, en dan zelf hun verhalen over je verzinnen en toeteren alles door. En mensen zijn goedgelovig. Als ze zonder enig bewijs geloven wat hun ouders hen met de paplepel hebben ingegoten, zelfs op late leeftijd, dan zullen ze ook datgene geloven wat anderen over jou vertellen. Variatie is adem. Variatie is leven. Halal Het Hebreeuws bestond oorspronkelijk alleen uit medeklinkers, en de klinkers zijn er later bijverzonnen, dus vandaar dat de klinkers net zo goed anders kunnen zijn, en wat soms gewoonweg ook veel meer duidelijkheid geeft. Er was altijd al verschil vanwege verschillende dialecten en transliteraties. Als we het hebben over Sarah of Suri en Abraham, dan komen we ook bij Egypte uit, en bij de voortijd. En dat moet ook wel, want Egyptisch is de moedertaal van het Hebreeuws. Veel Hebreeuwse oorsprongen liggen in Egypte verborgen. Sa-rah is de gids (sa) van Ra door de onderwereld. In de voortijdse theologie gaf Suri een besmeurde, met bloed bevlekte lendendoek aan Abraham om zijn naaktheid mee te bedekken. De mens kan volle openbaring niet aan, en daarom is er het met bloed bevlekte voorhangsel. Hosea komt van het Hebreeuwse woord os, sterkte, alertheid, s, wat ook weer terugwijst op de sa gids van Ra in de dodenwereld, dus ook op sarah, op Suri. De godin Suri is dus verscholen achter
het boek H-os-ea wat haar voorhangsel is. Calvijn noemt Hosea een voorbeeld van geduld. Soms kunnen we van de vrouwelijke Hosea, oftewel sa, sa-rah, Suri uitgaan, en soms van de mannelijke Hosea. Calvijn stelt in zijn commentaar op het boek Hosea dat Hosea het volk met de toekomstige wraak had gedreigd, want Israel was zichzelf te buiten gegaan aan rijkdom en macht, onder Jerobeam. Voorspoed had het land totaal dronken gemaakt, en daarom trad Hosea er tegen op. Het volk werd door God verworpen. De boog van Israel zou verbroken worden. De voortijdse godin Suri bestaat uit de voortijdse letters S, de Aso, de proza, een vrouw met een kind aan haar borst in de rivier, en R, de Oru, het kruis, een breedheupige natuurvrouw. Deze letters afzonderlijk zijn ook godinnen, natuurvrouwen, natuurprincipes. Juda, het tweestammenrijk, is de fallus van Israel, het tienstammenrijk, in de Hebreeuwse wortel (yad). Calvijn stelt terecht dat Juda de machteloze was, hebbende anderhalve stam, in zijn commentaar op het boek Hosea. Ze waren geplunderd door Israel. Er was zwaar onheil gekomen, en daarom waren ze verzwakt. Juda was tot grote armoede gebracht, tot honger, waarvan Juda ook een beeld is : de honger, de fallus. Israel minachtte Juda. Juda was niet groot in aantal en niet sterk. Daarom zou God zich over Juda ontfermen. Calvijn spreekt dan over dat de Heere het volk zal ontbloten als een grote ontmaskering. Dit is dus weer iets wat Suri doet. De Heere zal hun feesten doen ophouden, en ze zullen niet door drogredenen de kastijding kunnen tegenhouden. Ze zullen niet van de Heere kunnen ontsnappen, stelt Calvijn, sprekende over het tweede hoofdstuk van Hosea. Calvijn stelt dat zij zo tot de honger werden geleid. Hierdoor zullen ook de akkers tot wildernissen worden. Calvijn stelt dat in de wildernissen een honger heerst die leidt tot een duizenderlei dood, en dat was wat het volk nodig had : een diepere dood, maar in het dal van Achor zal er vruchtbaarheid zijn. Calvijn stelt zoals Hosea dat de verlossing niet door wapens, strijd en ruiters komt, dus mensen zouden in hun dwaasheid tevergeefs op eigen kracht vertrouwen, maar dat God zelf zou verlossen, dus eigenlijk als iets moederlijks. In Arabië is god genoemd ilah en allah, en in Israel alah (aramees) en el (hebreeuws, kanaanitisch), en de Germanen noemden het hel, als de moeder godin van de vruchtbaarheid, de baarmoeder, en we zien telkens weer de letter L terugkomen in verschillende vormen, wat helemaal terugleidt tot het voortijdse halal (ila), wat ook weer vandaag de dag in Arabië wordt gebruikt als het leven binnen de natuurgrenzen, oftewel de grens-gevoeligheid. Dit is verbonden aan het ijs en de honger, aangaande de restricties. Het is allemaal hetzelfde, en de voortijdse godin Halal verschuilt zich achter deze verschillende vormen. Zij is zeer krachtig. Halal is naast de ramadan een veelgebruikt woord in de islam, maar denk ook aan het judeo-christelijke 'halalluja', wat ook te maken heeft met het profetische leven, het blijven binnen de hogere grenzen. Halal moet natuurlijk symbolisch genomen worden. De mens moet de godin Halal weer leren kennen, en haar woorden leren interpreteren. Dit is dus de naam van de letter L in het voortijdse alfabet. In de Hebreeuwse bijbel wordt God ook wel Halal genoemd : 'Ik zal de heere roepen, die het waard is halal te zijn.' (2 samuel 22:4) Wil je dus tot god komen : blijf dan binnen de grenzen, wees grensgevoelig. Daar gaat het over. God wordt op dezelfde manier Halal genoemd in Psalm 18:3. Ook in Psalm 113:3 is de naam van God 'halal' :
'Van het oosten tot het westen, zij de naam des Heren halal.' Alleen door halal kunnen we tot god komen, omdat halal de grenzen betekenen waaraan we ons moeten houden, en god is dus een metaforische voorstelling van de grenzen. God betekent dus grens, of grenzen. Kunnen wij daarmee leven ? Dan hebben wij god daadwerkelijk gevonden. Telkens weer wordt god in de hebreeuwse bijbel samen genoemd met halal. Zij horen bij elkaar. De laatste zes psalmen, van 145-150, zijn halal psalmen, waarin halal veelvuldig wordt genoemd en voorkomt. Wikki Vannacht had ik een droom over dat ik met kamp in Duitsland was, maar daar scheen ik ook te wonen. En er werd gewoon Nederlands gesproken. Het was natuurrijke omgeving, en ik was daar in de natuur, en kwam wat mensen uit Denemarken tegen die hier waren gekomen en weer terug zouden gaan, maar ze hadden het over een oorlog in Denemarken. Er werd met kanonnen geschoten. Ik vroeg toen of er hier in Duitsland ook oorlog was, maar dat was niet zo. In Duitsland was het veilig. Ik ging weer terug naar het kamp. Mijn vrouw in die droom was een levenspartner van lang geleden. Onze kinderen waren klein, en mijn vrouw deed een soort mededeling, en ik wist het al : een scheiding. Ja, want ze wilde haar jeugd terug en ik was veranderd. De kinderen begonnen toen te protesteren naar hun moeder. Ik was exorcist. Ik zag dat ze niet haarzelf was, omdat er een demoon in haar was gevaren. Ik zei : 'Demoon, wie ben je.' Toen sprak de demoon heel zacht door haar heen : 'Wikki.' Ik zei toen : 'Wie ?' 'Wikki,' sprak de demoon weer door haar heen, toen wat duidelijker. Ik verbrak toen die geest, opdat ze zelf kon kiezen. Deze demoon hield haar wil bezeten. Wikki was een veel groter systeem, een zwarte walvis. Het kamp was dichtbij een voorouderlijke stad die normaal gesproken in Nederland ligt, maar in de droom lag het in Duitsland. Dat komt omdat ik ook Duitse voorouders heb die toen naar Nederland zijn getrokken. Wie of wat is Wikki ? Het is een systeem, een verstrooid systeem wat alles omdraait. Het heeft ook zijn eigen straf-systeem, en loon-systeem. Het is een systeem van mind control. Wiki komt uit Denemarken, het land van Kierkegaard die diep bezig was met de Sarahitische theologie, oftewel met Suri (het Suriitische). Wikki bewaakt de poorten tot de voortijden en het voortijdse alfabet. Het is een vals adoptie systeem, kinder roof en kinder offering. De kinderen worden met giftige moedermelk vergiftigd, zwarte melk. Die adoptie systemen of ontvoerings systemen werken door allerlei soorten instanties : school, medische bedrijven, kerken, families enz. Ze willen het kruis niet om tot de waarheid te komen, maar de dronkenschap om tot de leugen te komen, om zo anderen ook in dat systeem in te wijden, zodat ze geen last van hen hebben. Het is dus oorlogs strategie. Het is de narcose en hypnose van de vijand. De beste aanval is altijd de heimelijke infiltratie, zodat ze van binnenuit alles omver kunnen werpen.
Hoofdstuk 9. de voortijdse wortels van het boek Jozua Jozua heette eerst Hosea, maar Mozes noemde hem later Jozua. Het heeft in de voortijd de asogodin als wortel. Aso is de naam van de voortijdse letter S. Zoals Jozua het volk leidde, leidde de godin of natuurvrouw Aso ook het volk, wat in Egypte tot sa werd, de gids van Ra door de onderwereld. Calvijn stelt dat Jozua de overwinning niet kreeg door eigen kracht, niet door de boog, want dan zou de mens al snel door hoogmoed worden verblind. Het kwam van boven, zoals psalm 44 ook stelt, en deze verhalen moeten allemaal symbolisch genomen worden, omdat het over de geestelijke strijd gaat : 4 Want niet met hun mes hebben zij het land verworven, niet hun arm heeft hen gered, maar uw rechterhand en uw arm en het licht van uw aanschijn, omdat Gij in hen een welbehagen hadt. 7 Want niet op mijn boog vertrouw ik, en mijn mes verlost mij niet. We doen het dus niet door het vleselijke, maar door het geestelijke. Niet door het lagere, maar door het hogere. Het is iets moederlijks. Het leidt terug tot de voortijdse bronnen van de natuur. De stad kan het niet doen, maar de natuur. Calvijn noemt in het commentaar op het boek Jozua de eigen wil en de verkeerde omgang waardoor de mens besmet wordt het vleselijke. Calvijn stelt terecht dat als de westerse vertalingen spreken : wees sterk, dat deze sterkte oprechte ijver betekent, en een volhardende gehoorzaamheid aan het hogere. Als we dit niet hebben, dan kunnen we niks van God afdwingen. En deze gehoorzaamheid betekent volgens Calvijn niet afwijken ter rechterhand, en ook niet ter linkerhand, dus de grenzen in achtnemen, zoals dat ook in Jozua 23:6 en Deut. 5:32 wordt gesteld. Dit is dus volgens Calvijn niet voor huichelaars en lichtvaardigen. Het gaat dus om de gave van grens-gevoeligheid ontwikkelen, anders werk je voor niks, buiten de grenzen. De ijver moet dus gericht zijn, in het geestelijke, niet dat je als een materialist als een dwaas heen en weer gaat rennen. Er moet contact komen met het diepere geestelijke, waar de mens zich op mag richten, op de binnenwereld. Zowel de bijbel als Calvijn moeten we symbolisch nemen bij het lezen. Calvijn stelt dat de ijver altijd gematigd moet worden door niet hardnekkig aan te dringen en door niet te blijven bij vooroordelen. De mens moet voor rede vatbaar zijn. Calvijn stelt dat de geest van huichelarij overmoedig is en leeft in vooroordelen terwijl het vasthoudt aan de eigen wil. Dit noemt Calvijn de vrije teugel van lichtzinnigheid. Ze worden zo losbandig gedreven door de ziekelijke eigen wil. Calvijn stelt dan dat de ware God hoger is dan alle valse afgoden die de mens heeft gemaakt. We kunnen stellen dat hen die niet waarlijk aan hun eigen wil sterven en niet worden wedergeboren in de hogere, hemelse rede, telkens weer voor zulke afgoden vallen. En deze afgoden zijn zeer bedrieglijk en zeer heimelijk. Wanneer gaat de mens beseffen dat de kunstmatige realiteit om hem heen bedrog is ? Wanneer gaat de mens ontwaken ?
Als we kijken naar de voortijdse godin Aso, de wortel van Jozua en Sa in Egypte die Ra leidde door de onderwereld, dan is zij niet slechts een gids die de mens door de wildernis leidt, maar ook de opvoedster van de mens. Het Wikki systeem wat de mens hypnotisch onder narcose houdt heeft ook een satelliet, genaamd Afhole, een arend. In een droom zag ik de arend, een zeer praatgrage arend, en een afleider. Als mensen het Wikki systeem proberen te ontmantelen probeert hij hen af te leiden en om te kopen. Hij is zeer sluw. Laten we goed beseffen dat dit via het gedachtenleven gaat. Deze mensen, deze vuile families, willen over anderen heersen, denkende dat ze geestelijk van een hoger ras zijn, terwijl ze tegelijkertijd het geestelijke 'de ver van mijn bed show' noemen, en niet eens weten wat er in hun eigen boek, de bijbel staat. Ze worden helemaal overstuur als mensen iets zeggen wat ze niet kennen. 'Maar het staat in de bijbel,' zeg je dan. En deze mensen die denken dat orthodoxe christenen het hoogste ras zijn, en mensen die in de medische wereld werken, zijn vaak aan de alcohol in meerdere of mindere mate. Als je alcohol neemt kun je al niet eens meer helder denken. Daarom zijn ze ook zo volgzaam. Ze volgen altijd de massa's, altijd waar het geld rolt. Ze laten zich bedonderen door certificaten en andere zogenaamd waardevolle papiertjes, en die hebben ze gewoon gekocht of gestolen. Daarom moest Jozua komen. Het volk had verdere verlossing nodig. Daar gaat het boek Jozua over. Het gaat symbolisch over de strijd tegen de boze machten. De mens moest terugroven wat van hen geroofd was, en zo werden er weer grenzen gesteld en werd het land verdeeld. De mens moest in de voortijd in de wildernis heropvoed worden door Aso, en zij leidde tot de grenzen, tot grens-gevoeligheid, oftewel tot halal, net zoals Jozua, waarvan zij de voortijdse wortel is. De mens heeft een moeder nodig, als een gids en opvoedster in de wildernis, om tot het beloofde land te komen. Die moeder is slechts een metafoor van een principe, wat diep in ieder mens ligt. Het Wikki systeem rooft kinderen om hen op te sluiten in de kerk en medische dwang. Ook worden ze in scholen geplaatst om hen te brainwashen en af te leiden van de demonologie. Omdat ze zo de theologie maar halfgebakken leren en niet weten wat het betekent, gaan ze het letterlijk opvatten en hebben niet meer de macht om het symbolisch te zien. Ze krijgen niet voldoende tijd, worden altijd weer opgejaagd door het materialisme. Het Wikki systeem doet het kind ten onder gaan in het consumerisme (vraatzucht, koopzucht), waar de arend Afhole hen inlokt, steeds dieper en dieper, als in een fuik. De voortijdse moeders roepen de mens terug. Deze codes liggen nog verborgen in het boek Jozua, in de diepe etymologie (leer der taaloorsprongen) die terugleidt tot de voortijd. In een droom had ik een gevecht met Afhole. Dit was meer een koude oorlog dan een gevecht, want ik mocht hem niet zomaar aanvallen. In deze koude oorlog kwam Siva mij tegemoet uit de theologie van India. Dit was echter een diepere code : S-Eva, Aso-Eva. Eva is de wording, dus dan betekent het de zelf-opvoeding. Wees voor jezelf een moeder. Zorg voor jezelf.
Hoofdstuk 10. Calvijn over Ezechiel, Jeremia, en Jesaja Want het leven van kinderen is toch niks waard, dus maar witte plastic in hun botten donderen, denkt de tandarts, wat op hetzelfde niveau is als het chinese voetbinden wat vele eeuwen lang in stand werd gehouden. Dit is niet waar het kind om vraagt, maar wordt gedwongen. De mens is onder zware hypnose. Op scholen moeten de kinderen ook verplicht de meest domme onzin leren. Het menselijk geslacht is behekst. Het is nog erger dan zomaar reclame, want het wordt de mens opgedrongen. Eens zullen ze voor God's troon moeten verschijnen voor hun misdaden. Het lichaam is de tempel van God, ook een kinderlichaam, maar de afgoden worden onder dwang in het kind geplaatst. Het is tempelontwijding, een verkrachting van de natuur. Er is een dag tegen alles wat hoogmoedig is en trots. Ook in de theologische wereld is het geen koek en ei. Van Jezus hebben ze een afgod gemaakt, en dat wordt ook gedwongen, terwijl het gewoon een bepaalde taal is, en het is goed om er iets vanaf te weten, zonder in allerlei terroristisch extremisme te vallen. Ook is er helaas een criminele hoek in de theologie, maar dat is eigenlijk met alles zo. Hoe dan ook blijft theologie een interessant onderwerp, en is het altijd mijn vak geweest. Het is belangrijk te zien hoe de medeklinkers codes doorlopen via de etymologie terug tot de voortijden, door de Calvijn codes. De bijbel en Calvijn letterlijk lezen of symbolisch, abstract en in code is nogal een groot verschil. Calvijn moet dus herzien worden en op code geschat, anders gaat de wereld eraan door deze bom. Om tot de andere wereld te komen moet de mens ook cryptosofisch leren denken, om de oude programmeringen te verbreken en te vervangen. De vijand programmeert namelijk door taal. Calvijn stelt in zijn commentaar op Ezechiel 20 dat de goddelozen verschillende wijzen van geloof hebben, maar dat ze geen rekening houden met God. De mens kan God niet aanbidden buiten de leer van God om, oftewel het onderwijs, de kennis. De mens moet God dus leren kennen en niet bazelen over geloven. Calvijn strijdt op vele punten tegen geloof. Het moet van boven komen, niet door het vleselijke. Ook als de mens offert vanuit het vlees worden de offers afgewezen. Natuurlijk is dat symbolisch. Het menselijke mag geen inmeng hebben. Het moet van boven komen. Calvijn noemt het vleselijke offeren ijdele verbeelding, die herkend kan worden aan halfhartigheid. Halve offers en halve aanbidding worden afgewezen. Aanbidding is iets metaforisch. De ware aanbidding is de gehoorzaamheid aan de hogere kennis. Hoe bedrieglijk is het als je zomaar een ander wezen letterlijk gaat aanbidden, terwijl je niet de hogere principes hanteert, want dan is het slechts luie projectie. Dat is wat de lofprijs van de mens vaak waard is. Deze lofprijs is van het vlees. De mens moet allereerst tot stilte komen en leren luisteren. De mens moet dus eerst de ballingschap tot de kennis ingaan, waarvan Juda een beeld is, zoals Calvijn stelt dat Juda een plaats van ballingschap is. En Juda is een beeld van de fallus in de wortels (yad). De fallus is een beeld van het natuur spasme, het niet leven vanuit het directe van de eigen wil en controle, maar vanuit de natuur controle. Zo moet de mens dus ook komen tot het natuurspasme van de hersenen. Calvijn stelde dat de kracht van boven alleen kon komen als de gevangenschap bitter zou zijn. Ik moet dan ook denken aan Job die niet de geest moest ontvangen, maar de bitterheid van de ziel (9:18 ; 10:1).
Calvijn stelt dat Ezechiel gekomen was om bijgeloof te bestrijden wat van geslacht tot geslacht werd overgeleverd. Ezechiel, yecheskel, met de S-L wortel, in de voortijd Aso-Halal, oftewel het opgevoed worden tot grens-gevoeligheid. Jeremia, oftewel Oru-ma, de wet (ma, egyptisch) van het kruis (oru, voortijds), werd volgens Calvijn opgesteld om vijfendertig jaren lang te roepen tot een volk van doven en krankzinnigen, en wat een groot kruis was, en toen werd Ezechiel als zijn opvolger aangesteld, in de Babylonische ballingschap. Dit stelt Calvijn in zijn commentaar op Ezechiel 1. Calvijn stelt dat Ezechiel net als Jeremia was uitgezonden tot een bijgelovig volk wat besmet was met hebzucht en een hang naar luxe. Het was een verdorven volk. Calvijn stelt terecht dat Jeremia en Ezechiel tot het hardnekkige volk moesten blijven dreigen, maar dat alle dreigementen ijdel zijn als er geen uitzicht en inzicht wordt geboden. Het dreigen moet doel hebben, en mag alleen toegepast worden in de context van onderwijs. Daarom is orthodox calvinisme al in zichzelf onzin en ijdel, omdat ze dreigen met letterlijke eeuwige verdoemenis. Wij prediken daardoor het natuur calvinisme, oftewel het symbolische calvinisme, wat hard nodig is in deze starre dagen van extreem en crimineel geworden orthodoxieën. In die zin heb ik dus een haat-liefde verhouding met de leringen van Calvijn. En dat moet ook wel. Er moet blijven gezegd worden dat ironisch gezien Calvijn zich niet aan zijn eigen leer hield. Het steeg boven hem uit. Hij had een hemel te verkondigen, maar verletterlijkte het teveel, wat dus alleen heilzaam kan zijn in symbolische zin. Een symbolische Calvijn, daar gaan wij voor. In Ezechiel 1 ziet Ezechiel een hemels verschijnsel met wielen vol ogen. Het is volgens Calvijn een tegenstelling tot de stad waarin de mens blindelings het fortuin volgt en daardoor overhaast wordt voortgedreven, terwijl de hemel daar is waar er alertheid is (ogen) en daardoor alles wordt bewogen (wielen). De mens wordt zo afgeleid door personen en persoonsverheerlijking, persoonsbehaging, dat de mens moet terugkeren tot het niemand-bewustzijn. Het persoonlijke is slechts een metafoor. Er is helemaal niets. Iemanden zijn illusies. Ik had een droom over de stenen die Calvijn had geroofd. In die stenen waren werelden. Het waren bruine stenen, grote stenen, in een onderaards grottengebied. Hier woonden de voortijdse natuurvolkeren. Het gebied moest opnieuw ingenomen worden, opnieuw gekend worden. Dit gebeurde vannacht in een droom, dat er een tunnel tot deze ruimte werd geopend, en de rovers die dit gebied waren binnengetrokken moesten weer vertrekken. Het ging om stenen die lenzen waren, natuurlenzen, bruin in allerlei tinten, ook gelig hier en daar, maar altijd in een bruine context, als natuurkleur. In zijn commentaar op Jesaja 66 stelt Calvijn dat de mens is ingenomen en opgeblazen door ijdel vertrouwen en zelfvleierij. Hij stelt dat dit duivels is en vervloekt, en dat ze zo God bespotten. Ze hebben god vervangen door een afgod. Ik werd zwaar aangevallen toen ik met het commentaar van Calvijn op Jesaja bezig ging. Dat begon al met Jesaja 1, en toen ben ik maar eerst naar Jesaja 66 gegaan, maar daar werden even later de aanvallen ook zo sterk dat ik op de bank ben gaan zitten, en toen eerst van een afstand profetisch ben gaan bidden over alle hoofdstukken, tellend van 66 tot terug. Toen ik bij hoofdstuk 60 was aangekomen zag ik in een visioen een stel criminelen, rovers, theologische rovers, van Calvijn zelf, die vanuit de hoogte naar beneden keken, om een soort put heen. Ze hadden donkere, zwarte klederen aan, met mutsen. Ik zag toen dat hier de roversgeesten van Calvijn zich schuilhielden, en ben toen naar dit hoofdstuk, hoofdstuk 60, gegaan. Het ging over
de 'God alleen' leer. Dat kan natuurlijk al snel misgaan, want dan kan er al snel gesteld worden dat alles van genade afhangt, maar ik zou het dus symbolisch zo interpreteren dat een mens alleen tot God kan komen als hij zichzelf in het God alleen principe verliest en komt tot zijn hogere zelf, dus het is wel degelijk afhankelijk van zijn eigen keuze, maar die keuze moet dus gelijkworden met de goddelijke keuze, anders heeft het geen zin. Het gaat dus om waar God en mens elkaar kruizen. God is slechts een principe. Het is dus niet zomaar een geschenk, of iets wat je kunt roven. De mens moet het zelf worden, zelf zijn, anders heeft het allemaal geen zin en is het slechts projectie. God en mens zijn dus in de mens zelf, als onderdelen van de mens, waarin de mens het kanaal is. Het kanaal moet geopend zijn. Dat hangt dus van de mens af, anders is het slechts dwang, en dan is het niet meer echt. Zo kan de mens dus geadopteerd worden, stelt Calvijn. Hij geeft zelf het antwoord al : Slechte mannen misbruiken de gaven van God voor luxe en onmatigheid, en bederven hen, voor zover in hun macht ligt, door onwaardige vervuiling. En : Daarom moet worden afgeleid dat we niet echt tot de Heer kunnen worden bekeerd zonder al onze vermogens aan te bieden; want deze zijn 'geestelijke offers' (1 Petrus 2: 5), die God eist en die niet kunnen worden geweigerd, als uw hart oprecht en aan de Heer wordt toegewijd. (Romeinen 12: 1) Calvijn stelt vervolgens hierover : 'Slechte mannen wachten op mijn ziel', dat wil zeggen 'ze leggen strikken voor mijn leven' (Psalm 56: 6) Hoofdstuk 11. Calvijn en de besneden harde werker Hosea 5 : 14 – Want ik ben als een leeuw voor Efraïm en als een jonge leeuw voor Juda. Ik zal roven en heengaan. Ik zal wegnemen en niemand redden. De kennis komt niet om te redden maar om te roven. Er valt niets te redden. Calvijn stelt dat als mensen zich tegen de toorn van God verzetten die toorn alleen maar meer opgewekt wordt. Calvijn noemt het verzet tegen God's toorn ijdel zelfbedrog. In zijn commentaar op Mattheus 1 stelt Calvijn dat alleen de besnijdenis tot het beloofde land leidt (Romeinen 15:8). De mens moet dus worden tot een dienstknecht van de besnijdenis, waarvan Jezus een beeld was. Calvijn stelt dat dit door de afscheiding gaat (Efeziers 2:14). Het gaat hier om een werker, een harde werker, maar om die harde werker te worden moet de mens eerst de leegte in, zodat hij geen werker wordt naar het vlees, maar een geestelijke werker. De mens moet dus ook de gedaante van de werker aannemen door de leegte (Filippenzen 2:7). En deze werker komt niet om geloofd en geprezen te worden, maar om een smaad te zijn en veracht, stelt Calvijn, om uiteindelijk de vervloekte dood van het kruis te ondergaan. De werker is dus de vervloekte, de verdoemde, niet de goddeloze die hoog en droog in
zijn gouden woninkje staat te pronken en zegt : 'Wat heb ik het toch allemaal fijn voor elkaar,' en vervolgens neerkijkt op hen die zwaar zwoegen buiten in het vuil. De werker moet wel in het vuil werken, want daar is veel werk te doen en daar ligt zoveel verborgen. De gepensioneerde komt daar niet. De gepensioneerde heeft smetvrees, dus die zal ook deze waarheden niet aanraken, en zal zijn leven niet inzetten om hierin te studeren en te werken, omdat het allemaal teveel is, en leeft liever uitbundig bourgondisch in plaats daarvan. In die zin heb ik het wel met Calvijn, omdat hij ook een harde werker was, ook al was dit in groot religieus en geestelijk materialisme, verletterlijkte, dichtgekoekte orthodoxie met vele woeste verscheurende dogma's als een stel theologische overdreven opgefokte waakhonden die iedere voorbijganger naar de keel vliegen, en wat dus nu verdiept moet worden om het een kwartslag te kunnen draaien. Ergens was alles vastgelopen. Daarom is de tweede bijbel ook als een tweede Calvijn. Calvijn stelt dat de komst van de werker niet direct aan een groot aantal mensen verkondigd mocht worden, maar het moest grotendeels geheim en verborgen blijven. Het was alleen voor de waardigen. De paarlen mochten niet voor de zwijnen geworpen worden. De werker mag ook niet pronken met zijn komst. Het gaat erom in het duistere en verborgene te werken, niet voor het oog van de mens. De werker werkt voor een hoger loon dan dat van de mensen. Calvijn stelt dus ook dat dit een grote beproeving is. We mogen hierin ook dat grote visioen zien, aan het begin van Mattheus, waar een amazone staat aan de hemelpoorten om de besneden mens binnen te roepen. Deze mens is een werker, niet naar het vleselijke, maar naar het geestelijke, in het verborgene. De hemel is een verborgen plaats van grote duisternissen waarin er gewerkt moet worden. Dat kan alleen vanuit de leegte, vanuit de honger. Daarom roept de amazone op tot het hongeren, om binnen de grenzen te blijven, oftewel tot halal. Er is dus een groot verschil tussen de besneden werker en de onbesneden werker. Calvijn stelt dat adoptie plaatsvindt op de basis van de besneden werker. Dat de werker voortkwam uit een maagd is een symbool van de adoptie. Calvijn stelt heel terecht dat we niet helemaal moeten opgaan in de dankbaarheid naar dit voorbeeld van de werker toe, alhoewel het belangrijk is ons te richten op de hogere, geestelijke werker, maar tegelijkertijd zijn we ook geroepen deze werker zelf te zijn door de vrucht te verzamelen en te ontvangen. Deze werker zou zich onderwerpen aan het kruis, zich laten onderwijzen door de tucht, om zo niet overmoedig naar de wapens te grijpen en anderen te onderdrukken vanwege zijn eigen tuchteloosheid, kruisloosheid en leerafkeer, wat in principe gewoon een welvaartsziekte is. Alleen keiharde studie, door de tucht te aanvaarden als leermeester, doet de mens overwinnen. Studie, studie en nog eens studie, maar dit komt voort vanuit de leegte, vanuit de honger, dus het is niet een vleselijke studie, maar een geestelijke studie, en die is in het verborgene. Ook hierin moet de mens zijn grenzen kennen. De mens moet komen tot de grensgevoeligheid, tot halal. In de lagere aardse gewesten is alles erop gericht om te bedriegen en te bedonderen. Daarom moet de mens niet stoppen met studeren anders komt de mens er door om.
Hoofdstuk 12. de gruwelijke betekenis van openbaring 20 – de koude oorlog tussen het vleselijke en het geestelijke In een droom leidde de gnosis mij tot Openbaring 20 : 1 En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; 2 en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, 3 en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten. Dit gaat over het zogenaamde duizenjarige vrederijk van de christenen. Ik werd door de gnosis geleid tot een afgrond. Ik moest stoppen aan de rand, en ik zag allemaal vuur in de afgrond. Ik mocht niet verder lopen. Het was een reusachtige afgrond. Ik moest even wachten en toen was er een smal bruggetje waar ik op kon gaan lopen, en verderop werd het bruggetje steeds wijder. Ik zag toen groot dik glas over de afgrond komen, wel verschillende meters dik, en ik kon dus overal over het glas heenlopen en naar beneden kijken door het glas heen. Er was veel vuur onder het glas, in de diepte van de afgrond. Er kwamen toen ook metalen frames door het glas heen, zodat ik niet alles kon zien. Het glas werd ook steeds dikker. De gnosis begon toen te vertellen over Openbaring 20, over het zogenaamde duizendjarig vrederijk wat zou komen. De gnosis bepaalde me erbij dat het om vrouwen ging in de put, zoals Openbaring 9 over de vijfde bazuin gaat over vrouwen uit de afgrond (vers 8), die verder heel symbolisch beschreven worden. De afgrond in Openbaring 20 is een symbool van de voet, van de vrouwenvoet, die in China voor duizend jaar werd opgebonden. Vrouwen werden zo onderdrukt opdat de man kon regeren. Het liep van de Tang dynastie tot de Qing dynastie en toen de Chinese republiek kwam werd het afgeschaft. Toen werd Eva of satan, dat wat tegenwerkte (de natuurvrouw) weer losgelaten. Dan gaat Openbaring 20 verder : 7 En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, 8 en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. 9 En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen, 10 en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.
Toen de duizendjarige vrouwenvoet onderdrukking was beeindigd begin jaren 1900 kwamen de eerste en de tweede wereldoorlog die uitliepen op de koude oorlog waarin een nieuwe gruwel ontstond : 11 En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. 12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. 13 En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. 14 En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. 15 En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs. De nazi's gebruikten al fluoride in de tweede wereldoorlog om het verzet te verlammen. Het verzwakte en verstoorde namelijk het zenuwstelsel. Dit was de heraut voor de witte vulling, de grote witte troon die zou heersen. De witte vulling is van een lagere dichtheid dan bot, en wordt er ook voor dezelfde nazi redenen geplaatst om de zenuwen te verzwakken en te verstoren. Het boek of woord wat geopend wordt op de witte troon is namelijk een beeld van de mond. De mensheid is ingenomen door demonen. In Openbaring 19 zagen we : 17 En ik zag een engel staan op de zon en hij riep met luider stem en zeide tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods, 18 om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen, die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten. 19 En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen zijn leger. 20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. 21 En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees. Dit gaat over de gruwel van het vlees eten. De afgrond die ik zag in mijn droom was de afgrond waarin ieder geworpen zou worden die door zou blijven gaan vleselijk te leven in plaats van geestelijk. Er is nu nog een koude oorlog gaande tussen het vleselijke en het geestelijke. Zorg ervoor dat je aan de juiste kant van het glas bent. De mens wordt gezombificeerd door de vijand, door de witte vullingen, om zo ook tot vleesetende parasiet te worden. Zo wordt de mens in het leger van de vijand ingelijfd, om als een levend schild gebruikt te worden, om uiteindelijk zelf ook geassimileerd te worden. Ontwaakt gij die slaapt. Wie oren heeft die hore.
Kijk om je heen. Mensen vertonen haast geen ruggegraat. Ze zijn al dood. Vraag jezelf af in hoeverre je zelf nog leeft. Deze wereld is een enge, enge plaats. De witte vulling, bijna niet van bot te onderscheiden, en als ze klein zijn niet op de foto's te zien. Als ze dan problemen veroorzaken straalt het door naar andere plaatsen. Het is dan bijna niet meer uit te zoeken waar het vandaan komt. De witte vulling is één van de grootste medische misdaden aller tijden. Het zusje, de amalgaam vulling, is inmiddels veel verboden, maar de witte vulling regeert nu in dit tijdperk van de witte troon. De boeken worden geopend, oftewel de monden, die de woorden van de vijand moeten spreken. Daartoe zijn ze gebrandmerkt. Mensen worden door vullingen en wortelkanaalbehandelingen en andere troep zoals fluoride geestelijk, psychisch, mentaal, emotioneel en lichamelijk doorgemarteld, wat een valse christelijke hel is, en een kruis voor de martelaren. Ook dieren worden in fokkerijen en slachthuizen doodgemarteld voor hun vlees en hun pels. De grote witte troon is de tandarts terreur gebouwd op het duizendjarige rijk van de vrouwenvoetbinding. De mens moet wakker worden. Op het moment is de mens niet van zichzelf. De mens eet en wordt gegeten. De tandarts terreur is gedwongen plastische chirurgie in de mond, door de schoonheidswaan van het westen. Allemaal luxe troep moet de mond in, ter onderdrukking van de natuur mens. Zo kan de mond zichzelf niet meer herstellen, en is de mond overgeleverd aan de tandarts, de witte troon. Wie oren heeft die hore. De mens is een slaaf van de tandarts. De ruggegraat van de mens is door deze smooth criminal gebroken, zeer heimelijk. De mens aanbidt de tandarts afgod en de vlees afgod, omdat de mens daartoe is gedwongen, bang om anders uit het boek des levens geschrapt te worden. Hoe kan de mens hieruit ontsnappen, als de ontsnapping de hel betekent, als ketter bestempeld te worden ? Zij die waarlijk van de gnosis zijn tellen hun leven niet, maar denken alleen aan de natuur, en zullen daardoor eeuwig leven. Wie zijn leven tracht te behouden zal het verliezen. Er is nu een koude oorlog gaande. Alleen de geduldigen zullen overwinnen. Hoofdstuk 13. het machiavelli enigma De koude oorlog liep van 1945 tot 1991 als de gewapende vrede tussen het kapitalisme en communisme. De schrijver George Orwell gebruikte de term al in 1945 en hij waarschuwde tegen de komst van twee of drie grote superstaten (In het tijdschrift 'de tribune', in zijn artikels 'as I please'), en dat deze staten gevormd zouden worden op het al aanwezige massale platform van algehele berusting, het zonder protest accepteren ervan. Hij wijst terug op het boek 'de bestuurlijke revolutie' van James Burnham (the managerial revolution, 1941) over de komst van deze superstaten. Orwell beschrijft dit boek in het kort, dat zowel het kapitalisme als het communisme
niet zal heersen, maar dat er grote superstaten zullen komen die bestuurd worden door managers. Er zal dus geen ware democratie zijn. Dat is slechts schijn, want de managers zijn de poppenspelers die de touwtjes in de handen hebben. Maar deze superstaten zullen elkaar niet overwinnen, en zullen vechten om gebieden, territorium, terwijl de samenlevingen hierarchisch zullen zijn. Piramide schema's dus. Hij beschrijft daarmee direct het volgende boek van Burnham genaamd : de machiavellianen : verdedigers van de vrijheid. Het machiavellisme stelt dat alles is toegestaan om macht te krijgen en te behouden. De piramide zou dus machiavelliaans zijn, oligarchisch, oftewel in de handen van weinigen, op basis van erfelijkheid, status, of vermogen. De macht van de oligarchie berust dus op dwang en fraude. Het boek stelt dat het allemaal slechts een machtstrijd is, maar dat men hiervoor maskers gebruikt. Het zijn allemaal ambities van een bepaalde klasse, ook al kunnen er soms 'goede' motieven zijn, en ook al is men zich soms niet van bewust wat er daadwerkelijk gaande is. Ook dit boek beschrijft Orwell dus in het kort. Het komt er op neer dat partijen worden besproken die machtszoekers zijn en daarvoor de hoop van de massa's gebruiken om een bevoorrechte positie te winnen voor zichzelf. Orwell waarschuwt als intellectueel tegen het aanbidden van macht, van power, want het verstoort politieke beoordeling, omdat het leidt naar een geloof dat tijdelijke trends voor altijd zullen bestaan. Orwell wil van de politiek een kunst maken, door schrijversschap. Hij waarschuwt dat er vele gevaren op de loer liggen in de politiek, waarover hij ook zijn boek '1984' heeft geschreven (1949). Het boek gaat over gedachten-politie, totalitarisme, waar ook de stelling 'big brother is watching you' vandaan komt, want big brother was de leider van de dystopische superstaat Oceanië in het boek. Het is in het boek een superstaat van voornamelijk Amerika, Engeland, Australië en het zuidelijke Afrika onder de Congo rivier tezamen. De rest van de wereld is dus omsingeld door deze superstaat. Daarnaast zijn er nog de superstaten Eurasia en Eastasia. Eurasia is Europa en Rusland, en Eastasia is China en Japan. Grote broer is de topmacht van Oceanië, het masker van de Partij. Er mag niet zelf gedacht worden, want dat is ketterij. Iedereen moet zoals de partij denken, en er mag geen verzet daartegen zijn, want dan ben je krankzinnig. Totale gelijkvormigheid, eenvormigheid en goedgelovigheid wordt gepredikt. Alles wat de Partij zegt moet geslikt worden. Daar is de denkpolitie voor. De denk politie bestrijdt de denk misdaad. James Burnham stelt dat Machiavelli (1469-1527) van de politiek een wetenschap maakte, en daarom was hij ook een grondlegger van de politieke wetenschap. Er moest een bepaald mechanisme voor komen. De vos moest er zijn om valstrikken te herkennen, en de leeuw moest er zijn om de wolven te verjagen. Machiavelli stelde dat als er vrede was, dan was dat een gelegenheid om over de oorlog te leren, en alles draaide om oorlog. De mens moest het goede kennen om het goede te doen, en de mens moest het kwaad kennen om het kwaad niet te doen, te vermijden. Hiervoor had de mens dus de vos en de leeuw nodig, wat later ook door Napoleon werd gepredikt. De mens kon niet alleen maar vos zijn of alleen maar leeuw. Volgens Machiavelli moest een mens niet alles van God verwachten, maar zelf deze principes leren, want God had de mens een vrije wil gegeven, en de mens moest ook zelf tot glorie komen. Dat wilde God de mens niet ontnemen. Machiavelli wilde niet de status quo behouden, maar wilde het omverwerpen. Regeringen waren een groot gevaar voor de mens. Het doel heiligt de middelen. De misleiders moesten zelf misleid worden. Altijd moest de mens in termen van oorlog denken, anders zouden anderen voordeel op hem behalen. Zonder gevaar zou er ook nooit iets groots bereikt worden. Politiek leven is ook altijd veranderen, niet statisch. We kunnen Machiavelli alleen maar symbolisch nemen in de zin dat de ware politiek van binnen is waarin de mens zijn ego onderwerpt aan de hogere kennis door middel
van geestelijke oorlogsvoering, oftewel waar de mens de natiologie leert : het ware verschil tussen hoog en laag, vertikaal gezien en niet horizontaal gezien, en dit is iets symbolisch. Dit is dus het verschil tussen het ego en de kennis, of tussen de wil en de kennis, als het verschil tussen het vleselijke en het geestelijke. Het gaat dus om een geestelijke oorlog, de demonologie, die zo wordt tot natiologie, de kennis van de natie, wat tegengesteld is aan het loze nazisme. De natiologie kwam opzetten in de jaren 90, na de koude oorlog, met name in het jaar 1993 toen de heilige gebondenheid tot de aarde kwam. Dit was de uiteindelijke basis voor het opstellen van de tweede bijbel, wat een natuur verschijnsel was van de kennis. Het nationalisme of nazisme moet dus een kwartslag draaien, van horizontaal naar vertikaal, tot natiologie. De ware natiologie is wanneer je je ego gaat doorkrijgen en dat leert ontmaskeren en beheersen. In de koude oorlog was er een muur tussen het oostblok en het westblok. Er was geen toekomst voor kapitalisme en ook niet voor communisme, maar voor tussenvormen, in het manageriale, de afgezonderde kleine elite van de oligarchie, waar Mosca ook over schrijft. Mosca (1858-1941), een politieke wetenschapper, waarschuwde tegen het bedrog van de democratie omdat het geen voorwaarden kent, geen limieten. Het is totaal losgeslagen. Hij is vrijzinnig en voor variatie, maar deze democratie zou juist de mens opsluiten en ten val brengen. De mens moest aan iets hogers onderworpen worden. Hij was een volgeling van Machiavelli, die ook al stelde dat een mens niet moet uitgaan van vooronderstellingen, maar vanuit feiten. De mens moest zich dus baseren op onderzoek en niet zomaar wat de massa's zeggen of wat men altijd heeft gezegd. Democratie wil de mens onderwerpen aan de macht van de massa's, niet aan het hogere, zoals Plato ook al stelde dat er wijzen opgesteld moesten worden die zouden zorgen dat de dwazen niet door meerderheidstruukjes de samenleving kapot zouden maken door hun dwaasheid. Natuurlijk kan dat helemaal uit de hand lopen, want wie bepaalt wat wijsheid is en dwaasheid. Altijd liggen er gevaren op de loer, dus moet de mens zich richten op het hogere, binnenin. Dan kom je uit bij de gnosocratie, de heerschappij van de gnosis, en alleen weinigen komen daartoe, de eenling. De enige heerschappij is die van kennis, van de gnosis, en die komt allereerst verdraaid door, corrupt, in de lage vormen. Toch heerst dus de gnosis. De eenling moet hiertoe ontwaken om zo de gnosis door alles heen te zien, en het juiste pad te volgen, in geestelijke oorlogsvoering, als natiologische rebel tegen het ego. Een mens moet niet denken dat hij letterlijk de wereld kan besturen. Dan zou de mens gek worden. Het is de illusie van macht en controle. Het gaat om de gnosis, en in die zin gaat het dus niet om heersen, maar om kennis. Geen macht, maar kennis. Macht is een valstrik voor de dwazen. Vandaar dat nazisme moet sterven aan natiologie. Er moet kennis komen over wat macht is, diepte. Zowel Machiavelli als Burnham stellen dat elk pushen van doctrine en orthodoxie hetzelfde is als tyrannie. Status quo moest vallen. De mens moest niet vallen voor de heerschappij door het overgesimplificeerde, want het zou leiden tot despotisme. Er moet daarom ook een flinke, gezonde dosis zijn van anarchie, wat overigens ook de stelling van Mosca was. Burnham stelt dat politiek progressief moet blijven, net zoals Mosca, en Mosca verwacht ook niet dat politieke systemen hetzelfde zullen blijven. Burnham stelt dat politiek een science moet blijven, een wetenschap dus, in feite onderworpen aan de hogere kennis dus, wat volgens Machiavelli ook het kostbaarste bezit is. Burnham stelt dat omdat het om de kennis gaat politiek geen wens mag zijn. De natuur werkt niet door wil of wens, maar door kennis. Wil en wens zou juist de kennis in de weg kunnen staan, en daarom moet het afsterven. Mosca zag dat er iets van de gnosis was doorgekomen, iets goeds, een
hoger mechanisme, in de regeringen van de jaren 1800, maar het zou daar niet bij blijven. Alles zou zich in de politieke wetenschap blijven door ontwikkelen. De mens moest zijn ogen openhouden en niet vallen voor zomaar één politieke kracht, maar moest komen tot genadeloze kritiek op het sociale systeem die een top had waar macht werd misbruikt, stelde Mosca. Hij zag in de jaren 1900 ook de diepe crisis waarin de wereld was gevallen door de eerste wereldoorlog, wat nog meer extremisme zou oproepen, waardoor er eigenlijk maar een heel klein beetje optimisme toegelaten zou mogen worden, en veel, heel veel pessimisme. Deze ideeen schrijft Mosca in zijn boek 'de heersende klasse' (1898). 'Een tragische bestemming is die van mannen,' stelt hij, want altijd zijn ze weer op zoek naar een bepaalde interpretatie van een dogma, om daarvoor anderen af te slachten die niet zo denken als zij. Het was in zijn ogen allemaal te kortzichtig en te direct. Altijd maar weer. Daarom was hij pessimist, zoals Machiavelli, Napoleon, Kierkegaard en Nietzsche dat ook waren. Toch zag hij ook heil doorkomen in bepaalde structuren, als een visionair. Veel pessimisme, en een druppel optimisme. Politiek is slechts symbolisch. Wat we om ons heen zien is cryptisch gezien gewoon weer de gnosis. Hoofdstuk 14. de florentijnse muizenkoningen De koude oorlog tussen het oostblok en westblok, tussen communisme en kapitalisme, de gewapende vrede, van 1945 tot 1991. Dat was een lange tijd van grote spanning, als het splitsen van de zee voor de exodus : op naar de negentiger jaren. De twee superstaten konden elkaar niet overwinnen. Het ging tussen Rusland en Amerika. Men begon het kapitalisme en communisme op te geven, want het werkte niet. Zo begonnen eenlingen zich te richten op de oligarchie, oftewel de macht in handen van een kleine groep. Overal begonnen zulke kleine groepen te staan die vonden dat ze hogere, betere of slimmere principes hadden dan anderen, Het waren veelal eenlingen die zichzelf met kop en schouder boven de rest vonden uitsteken, goedschiks of kwaadschiks. De massa's waren dom, maar dit waren de intellectuelen, de machthebbers, hoog opgeleiden, voorbeschikten, uitverkorenen, of gewoon slimmerikken. Sommigen wilden macht, en anderen wilden gewoon vrijheid. Ze waanden zichzelf regeerders, zij die de touwtjes in handen hadden. Sommigen hadden grote plannen. Sommigen wilden meer zorg voor de domme massa's, beter onderwijs, terwijl anderen corrupt waren. De oligarchie is een neutraal principe wat gebruikt en misbruikt kan worden. Eenlingen met grote plannen ontmoetten elkaar om een elite op te richten of al dan niet geheim genootschap. Sommige plannen waren goed, andere plannen minder goed, en weer anderen gewoon bar slecht. Allemaal wilden ze loskomen van de massa's, met kop en schouders. Ze waren of communistisch, of kapitalistisch of een tussenvorm, maar waar het om ging
was dat ze oligarchisch waren, als uitverkorenen, of die regering nu letterlijk en materialistisch was of puur symbolisch. Was er een hogere macht, een hogere regering ? Kon je daar aan deelhebben, en wat hield dat in ? Kon de aarde een betere plaats worden, of zou het slechts de deur openen voor nog meer chaos en extremisme en allerlei tegenacties ? Waar ging het naartoe ? Kan de mens het kruis ontlopen ? Moet de mens gesteld worden 'boven alle overheid en macht' ? (Zie Efeze) Of gaat het pad van het kruis juist hier doorheen, om een eenling te worden en deel te krijgen aan een soort oligarchie, oftewel een overblijfsel ? En wordt dit overblijfsel in veiligheid gebracht, of moet dit overblijfsel dwars door de grote verdrukking heen ? Het gaat niet om macht, maar om kennis. Deze demonologie of natiologie is zeer ingewikkeld. Voor de huidige jaartelling werd het Etruskische rijk ingenomen door het Romeinse rijk, wat zeer groot werd en toen overging in het Rooms-Katholieke rijk. Het Etruskische gebied, ook in Italië, sloeg later terug met de renaissance, vanuit het Toscaanse gebied, beginnende in Florence. Dit was niet zozeer iets geheel nieuws, maar meer een wedergeboorte van de middeleeuwen. Uiteindelijk kwam vanuit de renaissance ook de reformatie voort, maar de reformatie liep ergens vast. Het is dus belangrijk om terug te gaan tot de bron van de renaissance, en dan komen we al snel bij Machiavelli uit. Dit is zeer problematisch materiaal, want zijn stelling 'het doel heiligt de middelen' is natuurlijk dubbelzinnig. Het Romeinse rijk, en dus ook het Rooms katholieke rijk, was gebouwd op de fundamenten van het veroverde Etruskië, waartoe ook Toscane behoorde, dus daar komt ook het hele Machiavelli probleem bij kijken, wat dus ook het fundament is van het gehele roomse rijk. De mens moet dus van Rome komen tot Florence om dit probleem op te lossen. Ook Machiavelli was een Florentijn. Ook de hedendaagse politiek is gebouwd op Machiavelli. Machiavelli stelt in zijn boek 'de heerser' dat de mens niet zomaar zich in de lage klasse moet bevinden en de hoge klasse, maar in beiden. Alleen vanuit de ondergeschikte klasse kan men een goed zicht hebben op de hogere klasse, en alleen vanuit de hogere klasse kan men een goed zicht hebben op de lagere klasse. Hij vergelijkt dit met het staan op een berg om het landschap te kunnen overzien, en het staan op de grond, onderaan de berg, om de berg te kunnen overzien. De mens moet dus aan beide kanten van het schaakbord staan, anders zou dit een valstrik worden voor de mens. Het klasse systeem is dus in principe gewoon onzin, maar de mens moet het tot nut zien te maken. Het is iets onvermijdelijks. Je zou kunnen stellen dat deze klassen alleen er zijn als symbolen, als onderdelen van de mens zelf, binnen de mens, als principes. Uiteindelijk moet de mens komen tot het beheersen van het ego, en dat kan alleen door tot begrip te komen, tot kennis, en is dus niet zomaar een machtsstrijd. De mens moet dus de diepte ingaan, en het probleem oplossen. Het is een puzzel. Machiavelli richt de aandacht op de kennis, of kennis van de daden van de groten van de tijd, als het kostbaarste bezit, dus niet materialisme. Het gaat om het diepere geestelijke, intellectuele bezit. Ook stelt hij dat hij gewoon moet schrijven wat hij moet schrijven, niet uitvoeriger dan nodig, ook niet met een opsmuk aan opgezwollen woorden en uiterlijk vertoon. Hij wil zijn geschriften geen gewicht geven met materialisme, maar gewoon eenvoudig blijven en sober. Het komt aan op de kennis, en niet op zichzelf. Hij wil dat het of zomaar zal wegzinken in de vergetelheid zonder enige eer, of dat de verscheidenheid van het schrijven en de ernst ervan opgepakt zal worden. Hij stelt dat voorkomen beter is dan genezen, dus er moet toekomstzicht, vooruitzicht zijn, zodat problemen die eventueel in de toekomst kunnen ontstaan tegemoet getreden kunnen worden met beleid en behendigheid om deze tegen te gaan. Zo niet dan worden de artsen corrupt en de ziekten erger dan nodig. Men moest dus met strategie te werk gaan. Oorlogen waren
onvermijdelijk. De mens moest voorbereid zijn, niet slechts voorzichtig. De mens moest leren besturen en beveiligen. De mens moest niet in slaap dutten. De mens moest leren gronden en behouden. Ik had vanacht een droom over muizenvolkeren met muizenkoningen en koninginnen die allemaal veel te makkelijk dachten. Ze waren niet alert, en ze kwamen pas in actie als het al te laat was. Toen werd er geroepen : Keer terug tot het gele. Keer terug tot Florence. De mens moest vluchten uit Rome. Machiavelli stelde dat men door gebrek aan daadkracht en door compromissen de kerk nog meer wereldlijk aanzien zou geven, waardoor de kerk nog meer geestelijke macht zou hebben. Dan komt de oligarchie in zicht, oftewel het overblijfsel, een elite of groep uitverkorenen, wijzen die het land kunnen onderwijzen. Weer is het belangrijk dit binnen jezelf toe te passen, om niet ten prooi te vallen aan materialistische valstrikken. Mensen die Machiavelli bestuderen lopen dan ook door een gevaarlijk mijnenveld. Ooit ging de Roomse kerk in dit veld de mist in. Zij begonnen te grijpen en te grijpen, gulzig als ze waren, eerzuchtig en machtslustig, en kwamen zo aan de andere kant van de munt terecht. Velen trokken zij met zich mee. De oligarchie is dus puur geestelijk en symbolisch, als het verzamelen van de principes van kennis in een zee van drogredenen. In jezelf moet je op zoek gaan naar je eenlingen. Er moet vruchtbaarheid en progressie zijn in Florence, waar de rivier de Arno een beeld van is, waar Florence aan ligt. Machiavelli stelt dat elke politiek die opgericht is door omkoperij zal vallen. De ware politiek is dus een veel diepgaander en natuurlijker proces, terwijl omkoperij slechts een uiterlijk vertoon is wat geen diepte heeft en geen houvast, geen standvastigheid. Het heeft geen eeuwigheids-waarde. (de heerser, hoofdstuk 7, 1513-1515, 1532) Omkoperij zal nooit een organisch geheel vormen. Dan is het gebouwd op bedrog. Machiavelli stelt dat wreedheid alleen bij noodzaak toegepast mag worden, en niet overmatig, en dat verkeerde wreedheid zal vallen. Hetzelfde geldt voor weldaden. Ze mogen niet overmatig zijn want dan wordt het niet meer gewaardeerd en verliest het zijn smaak. Het mag alleen komen in kleine hoeveelheden. Hierbij valt hij dus ook het materialisme van de roomse kerk aan, wat ook het fundament werd van de reformatie. In hoofdstuk 10 komt heel duidelijk de demonologische aard van Machiavelli naar boven en legt hij zijn vinger op de zere plek : de macht van de godsdiensten, de geestelijke vorstendommen. Hij beschrijft ze als dronkenschappen die het menselijk verstand te boven gaan, krachten die ervoor zorgen dat vorsten hun tronen behouden, hoe ze zich dan ook gedragen. Ze hoeven zich niet te verdedigen vanwege de oneindig heilige instellingen van hun godsdienst, oneindige macht. Ze hoeven hun onderdanen niet te besturen, want dat doet de godsdienst, en ze worden ook niet aangevallen. Het volk denkt er niet aan over hen te twijfelen, want het is hun veiligheid en hun geluk. Zodra een mens dit zou durven aan te vallen zou het wel heel overmoedig en verwaand zijn. We kunnen bijvoorbeeld denken aan de heilige onaantastbaarheid van de psychiatrie en de tandartserij die heiliger dan de paus in Rome zijn en waar de doorsnee mens niet over nadenkt, laat staan oordeelt. Het zal allemaal wel goed wezen. Ze doen maar. Het zijn de ergste mammon godsdiensten vandaag de dag.
Zowel macht als klasse en status quo moet sterven aan de kennis. Uiteindelijk wordt daarin alles opgelost. Zo kan de mens tot de ware natiologie komen in zichzelf, wat niet om mensen gaat maar om principes. Alle belangrijkdoenerij, eerzucht en erfzucht, en goedgelovigheid wat dat met zich meebrengt moet daaraan afsterven. Dat is niet zomaar lomp afsterven maar een studie proces. Mens, ken uzelf. Mens, ken uw vijand. De ware vijand is onwetendheid. Het is een drug waar de mensheid aan verslaafd is vandaag de dag. Het gaat niet om materie, maar om kennis. Het gaat ook niet om woorden, maar om kennis. Materie en woorden moeten afsterven aan de kennis. Wat moeten we dan in Florence doen ? Het is een oorlog tegen de Florentijnse muizenkoningen waar ik een droom over heb gehad. Het zijn vaak grotere witte muizen die er angstaanjagender uitzien en die ook mensen aanvliegen. Een paar vlogen mij aan, en zetten hun nagels in me. Ze huizen vaak in de moderne boeken en in dozen in de woningen van de mens. Ook in schoenendozen. We hebben het dan over het fundament van Rome, van bedrog, van 'het doel heiligt de middelen'. De koude oorlog in de jaren 1900 liet zien dat er geen hoop was voor zowel kapitalisme als communisme. Ze waren in hun orthodoxe, materialistische, letterlijke vormen totaal vastgevroren. Dit liep door tot de negentiger jaren waar toen het hermitatisme kwam opzetten, en de Terminator cultus van de visionair James Cameron, wat over een jongetje gaat die in de toekomst een groot oorlogsleider wordt en oorlogsrobotten naar het verleden zendt, ook naar zichzelf in het verleden, als een grote beweging van het verzet, maar de tegenstander doet hetzelfde en het komt tot een grote confrontatie, als de strijd tussen de robotten. Er is dus een zone waarin toekomst en verleden elkaar tegemoet treden met een onvermijdelijke confrontatie. Ik had een droom dat het jongetje ook ruimteschepen zond tot de aarde vanuit de toekomst, ruimteschepen vol met robotten. Dit is geen materiele connectie, maar een geestelijke connectie, die de mens zuigt tot de hogere dimensies. Calvijn stelt dat in Kolossenzen Paulus ons leert, dat we in alles opnieuw moeten oproepen tot dankbaarheid. Trouwens, hij waarschuwt ons, door zijn voorbeeld, met dankbaarheid niet alleen die dingen die de Heer ons toekent te erkennen, maar ook die dingen die hij anderen toekent. Hierbij moeten we erkennen dat alleen het zoonschap ons tot de ware God leidt, want zo ontstaat er een ware verbinding met de hemel, als wij opnieuw worden geboren. De kerk is niet dit zoonschap, maar het moet van binnen gebeuren. Calvijn stelt dat dit zoonschap zich uit in zowel dankbaarheid als gebed. De mens moet communiceren met de kennis. Er moet een band zijn met de kennis, door het zoonschap. Calvijn stelt dat we hierin moeten mediteren op het hemelse leven. Dit was de enige remedie voor het versterken van de Kolossenzen tegen alle valstrikken, waardoor de valse apostelen probeerden hen in de val te lokken : om nauwkeurig te begrijpen wat Christus was. Christus is de zoon, maar ook de werker, en hij werd ook Glyl genoemd, Galilia, van gly, openbaring, de balling, de naakte. Hij was ook de gekruisigde. Calvijn stelt dat hiervan kennis genomen moest worden, zoals Jezus het ook stelde dat alleen de gnosis de sleutel zou zijn, en niet slechts het gegeven op zich, het dogma. Het gaat niet om dogma, maar om het kennen. Hij noemt hierbij Hebreeën 13:9 – Laat u niet medeslepen door allerlei vreemde doctrines. Men moest het Christus principe leren kennen, waar het daadwerkelijk in diepte voor stond. Hij stelt in principe dat de doctrine geestelijk moet zijn, vertikaal, en niet zomaar horizontaal. Je kunt een heleboel weten en toch niet kennen.
Calvijn stelt dat God in zijn naakte majesteit onzichtbaar is, niet alleen voor het oog, maar ook voor het begrip van de mensen, en dat de mens alleen begrip krijgt door openbaring, door het Christus principe. De mens moet de dood aan het zelf sterven, aan het ego, totaal, voor eeuwig, en Christus is dan een beeld van de eerstgeborene uit de dood, die zo de gehoorzaamheid heeft geleerd vanuit zijn lijden en sterven. Het kennen van Christus is dus ook het kennen van de verworpenheid. Het is een model wat men steriel heeft gemaakt, gestileerd, maar Calvijn wil het openbreken. De katholieke kerk had Jezus als een muis in een doos gezet. De renaissance zou het fundament van de middeleeuwen niet geheel verwijderen, maar vernieuwen, door een wedergeboorte. Hieruit kwam de reformatie voort. De mens was in het materialisme van de middeleeuwen vastgegroeid. Dit is een strijd tegen verschillende muizenkoningen. Calvijn stelt dat het om de diepere basis prediking gaat, en dat men niet de mensen en kerken naar de mond moet praten. Predikt men voor roem, of predikt men voor de kennis ? Alle roem moet sterven aan de kennis. Ook dit is een gevecht met florentijnse muizenkoningen. Ik had een droom over 'big brother', de heersende macht van Oceanië in het boek '1984' van George Orwell wat eind veertiger jaren uitkwam. Big brother had een snor en was in het pak met een stropdas, maar ik kon ook zijn ziel zien, zijn essentie, en dit was een krankzinnige, geweldadige dronkelap. Hoofdstuk 15. het zoonschap Calvijn stelt dat in Kolossenzen Paulus ons leert, dat we in alles opnieuw moeten oproepen tot dankbaarheid. Trouwens, hij waarschuwt ons, door zijn voorbeeld, met dankbaarheid niet alleen die dingen die de Heer ons toekent te erkennen, maar ook die dingen die hij anderen toekent. Hierbij moeten we erkennen dat alleen het zoonschap ons tot de ware God leidt, want zo ontstaat er een ware verbinding met de hemel, als wij opnieuw worden geboren. De kerk is niet dit zoonschap, maar het moet van binnen gebeuren. Calvijn stelt dat dit zoonschap zich uit in zowel dankbaarheid als gebed. De mens moet communiceren met de kennis. Er moet een band zijn met de kennis, door het zoonschap. Calvijn stelt dat we hierin moeten mediteren op het hemelse leven.
Hoofdstuk 16. het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan De muizenvolkeren, in hun blindelingse volgzaamheid en goedgelovigheid, komen in een grote dronkenschap terecht waarmee ze uiteindelijk bewapend worden om deze smerige drug te verdedigen. Kom niet aan hun heilige drugs, want dan vliegen ze je aan, en zetten ze hun nagels in je. Ze zijn snel afgeleid, verstrooid in de rommel van roddel die ze volgen, verzot op nieuwtjes en geruchten. Onwetendheid is hun waarheidsstempel, gebrek aan onderzoek hun ja-knikkende getuige en notaris. Ook Calvijn bespreekt zulke muizenvolkeren uitvoerig. In zijn commentaar op Jesaja 10 stelt hij dat mensen een brutaal gezicht hebben gekweekt waardoor ze denken dat elk excuus hen beschermt. De zwakkeren en de armen worden onderdrukt en zij zijn onbeschermd zodat ze makkelijk te plunderen zijn. Alles staat gewoon open. Toch moeten de zwakken en armen dit verdragen, omdat ondanks het kruis wat ze dragen God voor hen zorgt. Zij komen juist zo in contact met God. Calvijn stelt dat de mens door zulke beproevingen heenmoet. Er zijn altijd degenen die dan slapen. We kunnen stellen dat God het gebruikt om de mens te tuchtigen, zoals Jezus ook de gehoorzaamheid leerde door zijn lijden, en door zijn lijden was weggetrokken van de aardse zonden. Zo gaan ook de zintuigen open, iets wat voortdurende welvaart en voorspoed niet kan doen. De eenling zoekt dan ook vaak deze duisternissen op om zichzelf te kastijden en testen. Alles wijst dus terug op de gnosis. Niets staat op zichzelf. Calvijn stelt dat de mens niet is overgeleverd aan de grillen van slechte mannen, maar aan de ondoorgrondelijkheid en voorzienigheid van God die alles buigt naar de wil van de kennis. Eén van de centrale boeken in de renaissance was Dante's goddelijke komedie. Het is aanbevolen het symbolisch te nemen en niet letterlijk, want het is in dichterlijke taal geschreven. Het kan je al gauw op het verkeerde been zetten, daarom heeft het boek dringend interpretatie nodig. Als Dante in zijn dichterlijke beschrijving van de hel zegt : En zo zij vóór het Kristendom al leefden, aanbaden zij toch God niet als 't betaamde; en ach, ook ik ben één van deze geesten. Om dit gemis en niet om andere zonden zijn wij verloren, maar ons enig lijden is: zonder hoop te leven in verlangen. Groot leed beving mijn hart, toen ik dit hoorde, want ik begreep, dat in dit Voorgeborchte veel grote geesten hopeloos verlangden. O -zeg mij, Meester, zeg mij toch, Gebieder, dus hief ik aan, daar 'k zeker wilde wezen van dat geloof, dat alle waan vernietigt. Het Voorgeborchte is de eerste hellekring, de limbus, de voorhof, waar ook eens hen van het OT zich bevonden, maar deze zielen werden later opgenomen. Door het christendom, of kruizendom. Zonder hoop te leven in verlangen gaat over de verlangens van het vlees die nooit bevredigd mogen worden maar die moeten sterven. In het hoogtepunt van de honger, of dieptepunt, is de opname. Het
vlees moest dus naar de limbus van honger, opdat het zou sterven, opdat de mens zo uiteindelijk tot het kruis zou komen, tot opname. Het is als het winnen van Rachel door Jakob na jarenlang zwoegen. Dan beschrijft hij de orkaan van de hel die zielen meesleurt, als een natuur verschijnsel. Hij kwam daar door af te dalen tot de tweede cirkel van de hel. Er was hier een eeuwige duisternis. De orkaan van de hel had nooit rust, maar was altijd wild en woest. Het beukte altijd tegen de golven van de zee. Er was hier een strijd tussen kennis en wil. Maar de orkaan van de hel was als de kennis die de wil overal mee naartoe sleurde. Hij was ook al op een plaats geweest waar willen gelijkstond aan kunnen, maar hier moesten zowel willen als kunnen sterven aan de kennis. Zovaak gaat de liefde nog tegen de kennis in. Ook de liefde moet hier afsterven, omdat die vaak zelfzuchtig is en hoogmoedig. Het is de aardse liefde. Die liefde is zeer selectief, en beoordeeld alles naar het bedriegelijke vlees. Die liefde is zeer vraatzuchtig en hebzuchtig. Die liefde is een strik. Daarom moest de orkaan van de hel komen. Die liefde wil het kruis ontlopen, van geen tucht en onderwijs weten. Die liefde wil niet meegenomen worden door de orkaan van de hel. Die liefde wil alleen maar, maar wil niet kennen. Die liefde wil alleen maar liefhebben. De orkaan van de hel is rumoerig, lawaaiierig, zodat de zielen de doofheid zoeken, maar ze vinden het niet. Hij gaat dan via de zee van kennis tot de rivier van bloed. Dan komt hij tot een woud, en een zee van zand, en daarna tot een plaats van slangen, waar geworsteld wordt met slangen, waar slangen de mens omkronkelen als touwen, totdat hij verandert in een vos. De slang is de heilige gebondenheid en de vos is de spion die daaruit voortkomt, de toegang tot de geheimen. Het hele verhaal begon toen Dante af begon te dwalen in een duistere wildernis, woest en onheilspellend. Geen ziel zou levend uit deze wildernis ontsnappen. Hij komt dan tot Acheron, de rivier van het lijden, waar hij de veerman ontmoet, Charon, een vergrijsde oude man die roept : 'Wee u, verdorven zielen !' En zie, daar kwam ons nader in 'n bootje 'n man door ouderdom vergrijsd van haren, die luidkeels riep: 'Wee u verdorven zielen! Voedt toch geen hoop de hemel ooit te aanschouwen. Want halen kom ik u naar de andere oever, naar vuur en ijs en eeuwge duisternissen.' Voordat hij daar kwam ging het over de uitverkiezing en vrouwen, wat allemaal duidt op Calvijn die zou komen. Dante leefde in de jaren 1200 en 1300, en Calvijn in de jaren 1500, maar die besprak dus ook verder de uitverkiezing en de put van de verdorven zielen, ook als zijnde een veerman tot die werelden. Er is een doorgang van de hel tot het vagevuur die de goden niet kennen en waardoor ze verward raken. Ook Dante gaat tot het vagevuur, waar hij een schim tegenkomt die tot de Archiaan was gegaan, een zijrivier van de Arno lopende door het Arno dal. 'Bij Casentino's heuvlen bruist door het dal 'n stroom, de Archiaan geheten, die bij de Kluis ontspringt in de Apennijnen. Daar waar de stroom geen naam meer heeft kwam ik te voet gevlucht, de keel doorstoken, en overal de grond met bloed besmeurend.'
Zijn lijk, verstijfd, vond in z'n monding de schuimende Archiaan en werd toen naar de Arno gesleurd. Hij werd gesleurd langs de oevers en de bodem, tot het wier en het slijk. In het vagevuur heeft Dante een worsteling met een sirene die door haar liederen hem probeerde te verlokken en te verstrikken. Sirenes doen scheepslieden verdwalen op zee. Hij was in een droom, maar een hemelse vrouw ontmaskerde de Sirene en deed hem ontwaken. Toen hij weer tot bewustzijn kwam bevond hij zich tot aan zijn nek in de Lethe, de rivier van vergetelheid. Hij werd toen ook gewassen in de rivier de Enoe. Opdat zijn herinnering aan het goede terug zou komen. Dan zegt hij : 'Ik keerde weder vanuit de heilge golven, herboren als gewassen in de lente.' Hij bevindt zich dan in het paradijs. Er wordt hier gejaagd met pijl en boog, die rede zijn, om de rede te verheffen. Als een pijl een valse lust is dan zal die pijl direct naar beneden vallen en niet ver komen. Alleen hierop kan geofferd worden, waarbij het gaat om het voorwerp en het verdrag. Als ervan wordt afgeweken, dan wordt het gedwongen. Het gaat hierin om een ruil wat zelf-onderricht meebrengt. Hierin moet de mens geen dwaas vee zijn, maar mannelijk, wat betekent dat men niet als een lam moet zijn wat van moeders melk wegdartelt. Waar een pijl het doelwit raakt wordt het koord weer strak gespannen. In rust moest de mens verstijven. De eenzamen moeten het pad van marteling begaan, tot de geheimen van het kruis. Zij zijn niet bezweken voor een overmacht van wil. In de tempels kopen en verkopen de goddelozen op tekens van marteling. De arme Ethiopiër leeft dichter bij God dan de rijke christen, wanneer de boeken worden geopend. De ene is voortdurend rijk, terwijl de ander eeuwig hongerend is. Maar in de boeken staat hun schand opgeschreven. De sferen draaien om hen af te scheiden. De godvrezenden worden door het Woord opgenomen. De hebzucht is blind, en een waan. Hoofdstuk 17. de link tussen arius, de islam en de jehovah's getuigen, terugvoerend tot de voortijdse oorsprongen Dante was afgeweken van het voetpad en kwam terecht in een donker woud. Als hij de hel beschrijft is dat niet letterlijk, maar een beeld van hoe de samenleving was verworden. Het woud was wild en woest, dicht en donker, en zou nog vaak terugkomen in zijn dromen om zijn angst te doen herbeleven. Hij wist niet meer zeker hoe hij daar was gekomen, maar wat hij wel wist was dat slaap hem had overmeesterd. Hij komt dan in aanraking met wilde beesten. De mens is zo naïef. Ik maak het telkens weer mee. Ze denken dat er geen wilde beesten zijn, want ze zien die immers niet. Wat ze vergeten is dat het zinnebeelden zijn. Maar ze willen niet nadenken.
Wachttoren (WT) commentaar 1918 Ezechiël Hoofdstuk 1. 1 Nu geschiedde het in het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfde dag van de maand, terwijl ik te midden van de ballingen aan de rivier de Keebar was, dat de hemel werd geopend en ik vervolgens visioenen van God zag. De WT noemt Ezechiël de vervulling van Mattheus 24 : 45-47 45 Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 46 Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt. 47 Voorwaar, ik zeg U: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen. (Nieuwe Wereld Vertaling) Ezechiel is dus aangesteld over het voedsel en dus ook over de honger, wat ook weer overeenkomt met de voortijdse wortels van Ezechiel : Zukki-Halal, Zukki-L. Zukki is in de Bilha de stam die het volk door de wildernis leidt, tot het land Nod. Zukki is de stam van de hoofd-besnijdenis, oftewel de besnijdenis van het verstand, van het denken. L of Halal is de grensgevoeligheid, oftewel het hongeren (ila). Het volk Israel moest door de hongerwildernis tot het beloofde land gaan, en in de Bilha is dit ook het volk van Ismael wat tot het land Nod ging, het land waar ook Kaïn naartoe ging, ook als beeld van Mekka. De islamieten waren arianen voortkomende vanuit de reformator Arius die in de jaren 200 en 300 leefde, en die stelde dat Jezus ondergeschikt was aan God. Ook de Jehovah's getuigen kwamen voort uit Arius in de jaren 1870. Arius wordt in de WT genoemd als één van de zeven grote reformatoren, naast Charles Taze Russel, de oprichter van de Jehovah's getuigen (JG's). Jehovah is gewoon een woord wat voortkomt vanuit het voortijdse Vuh. Vuh is in de voortijdse taal de heilige oorlog in de onderwereld, de ziel. Vuh betekent ook wijsheid en vertaling. De Vuh is het eerste grote hoofddeel van de tweede bijbel. 2 Op de vijfde dag van de maand — het was in het vijfde jaar van de ballingschap van koning J jachin – 3 kwam het woord van Jehovah tot Ezechiël, de zoon van de priester Buzi, bij de rivier de Kebar in het land van de Chaldeeën. Daar kwam de hand van Jehovah op hem. o̱ In de WT wordt hier Charles Taze Russell (1852-1916) vergeleken met Ezechiel, en genoemd in het rijtje van reformatoren, naast Arius, Waldo en Luther. De kerk was in het tijdperk van Laodicea gekomen, als de slapende kerk die niets wil leren. Charles Taze Russell (CTR) streed tegen het idee van de letterlijke eeuwige hel. Dat zat diep in de kerk vastgebakken en vastgeroest, en was niet eens bijbels naar de grondteksten. JG's zijn altijd veel ijveriger geweest in de studie van de grondteksten en de kerkgeschiedenis dan de doorsnee christen gewoonlijks. De WT stelt dat CTR alles had opgeofferd voor God en dat hij arm stierf in 1916, totaal centloos, maar rijk in God. Het is aan te raden de leerstellingen van de JG's niet letterlijk te nemen, maar symbolisch, hetzelfde als bij het calvinisme. Het moet allemaal een kwartslag draaien. 4 Terwijl ik keek, zag ik een stormwind aankomen uit het noorden. En er was een enorme wolk met flitsend vuur, omgeven door een helder licht, en midden uit het vuur kwam iets dat leek op elektrum.
De WT zegt over de betekenis van het Noorden : Jesaja 14: 13 – Wat u betreft, gij hebt in uw hart gezegd: Ten hemel zal ik opstijgen. Boven de sterren Gods zal ik mijn troon verheffen, en ik zal mij neerzetten op de berg der samenkomst, in de meest afgelegen streken van het noorden. De WT stelt dat het noorden de betekenis heeft van een geestelijke fase. Er zou een tijd komen van oorlog, revolutie en anarchie, die alleen begrepen zou worden door hen die het aardse hadden verlaten, niet door de aardse leiders. CTR had zichzelf afgezonderd om op de wachttoren te staan om het hemelse woord te ontvangen. (Hab. 2:1) 5 Erbinnen was iets dat leek op vier levende wezens, en elk zag eruit als een mens. De WT stelt dat in het overdenken van de wolk van verwoestende verwarring en chaos er juist begrip zal komen. 6 Elk van hen had vier gezichten en vier vleugels. De WT stelt dat de vleugels verschillende bijbelgeschriften zijn in twee verschillende wegen. We zouden kunnen stellen dat we met bijbelgeschriften zowel boven de schelp als onder de schelp kunnen werken, zowel tegen als voor, om het te verdiepen, en ook te ontmaskeren. Van belang is het om tot de diepere grondteksten te komen, in de etymologie (woordoorsprong), helemaal terug tot de voortijden waarin de mens dichter bij de natuur leefde, en nog in de natuur. 7 Hun voeten waren recht en hun voetzolen waren als die van een kalf — ze glansden als gepolijst koper. De WT stelt dat de voeten een beeld zijn van het contact tussen de hemel en de aarde. Het kalf is een beeld van volkomenheid. 8 Aan hun vier zijden hadden ze mensenhanden onder hun vleugels, en alle vier hadden ze gezichten en vleugels. De WT stelt dat de hand doelmatigheid voorstelt. Aan het doel kan ook altijd het vlees afsterven. Ook de wil moet onderworpen worden aan het doel. Dit doel ligt in de hemelse kennis opgeslagen. Deze handen worden bestuurd door het hemelse woord, de vleugels. Dit is een hemelse dwaasheid en geen aardse, vleselijke wijsheid. De mens moet dus gaan tot het hogere profetische doel, en niet eerzuchtig zieltjes proberen te winnen. Het gaat om de 'dwaasheid van de prediking' stelt de WT (1 Korinthe 1:21). Het kan niet begrepen worden door het vleselijke, maar alleen door het geestelijke. Het geestelijke praat de mens en de kerk niet naar de mond. Het geestelijke gaat het smalle pad door de enge poort, het pad door de hongerwildernis. 9 Hun vleugels raakten elkaar. Ze draaiden zich niet als ze zich voortbewogen. Ze gingen elk steeds recht vooruit.
De WT stelt dat dit de volharding van het hemelse woord is. Het zal alles volbrengen en voleindigen. 10 Hun gezichten zagen er zo uit: elk van de vier had een mensengezicht met rechts een leeuwengezicht en links een stierengezicht, en ook had elk een arendsgezicht. De WT stelt dat de rund een beeld is van geduld, ook geduld in het gebruiken van kracht, dus met een enorme gematigdheid en grensgevoeligheid. De leeuw brengt het hemelse woord van de dood (van de wil van het vlees), om dat wat tegen de hemelse stem of het hemelse woord ingaat te doden. De arend is het beeld van dat wat boven alles uitstijgt, alles overziet en doorgrondt, en verdiept. Het is de hemelse wijsheid. Hoofdstuk 18. jehovah's getuigen onder de loep Ezechiël 1 commentaar door de Wachttoren (1918) 10 Hun gezichten zagen er zo uit: elk van de vier had een mensengezicht met rechts een leeuwengezicht en links een stierengezicht, en ook had elk een arendsgezicht. De Wachttoren (WT) van 1918 stelt dat de mens soms door moeilijkheden gaat om het kwade te leren kennen. We kunnen stellen dat het belangrijk is de vijand te kennen. Dat is een onderdeel van de oorlog. Het commentaar op Ezechiël kwam oorspronkelijk uit het boek 'Het voleindigde mysterie', het zevende deel van de serie 'Studies in de Geschriften', wat vlak na de dood van Charles Taze Russell (CTR) uitkwam en wat deels door hem was geschreven. In het voorwoord staat dat CTR de boodschapper was gezonden tot de kerk van Laodicea, die altijd bestempeld wordt als de lauwe kerk, het tijdperk waarin we vandaag de dag zijn. Ze slapen. Ze zijn niet warm of koud te krijgen. In 1879 werd de WT opgericht door CTR. De delen van 'Studies in de Geschriften' worden beschreven als de sleutels tot het hemelse plan. Voor zijn dood zei hij dat iemand anders het zevende deel moest samenstellen. Het zou een commentaar op het boek Ezechiël bevatten, wat was geschreven in een symbolische taal, en daarom moest het uitgelegd worden. Het zou gaan over de kerkgeschiedenis, voornamelijk de voleindiging van de kerkgeschiedenis. God zou de fraude en de misleidingen ontmaskeren, de valse praktijken van de kerk, zowel van de katholieke als de protestante. De kerk had namelijk een corrupte verbintenis met de politiek in schaamteloos onrecht, waarin ze in grote voorspoed en zelfvetmesting parasiteerden op de armen. Deze systemen moesten aan de kaak gesteld worden, ontbloot worden, en hun verwoesting zou aangekondigd worden, en dat zou allemaal versleuteld liggen in het boek Ezechiël. Er zou hiervoor
een tijd van grote moeilijkheden komen, zoals werd aangekondigd ook in de beginjaren van 1900. Nog nooit was er zo'n tijd geweest en daarna zou er ook nooit meer zo'n tijd komen. Er wordt gesteld dat CTR de publicatie van het boek niet meer heeft mogen meemaken, maar dat hij het in principe wel geschreven heeft. Anderen hebben het samengesteld, bij elkaar geraapt, de laatste boodschappen van CTR. Er wordt gesteld dat God de sleutel zou hebben gegeven aan CTR om het hemelse mysterie uit te leggen. Het verstand van de mens moest weer toegerust worden, want de mens was in de dwaling van de letterlijke eeuwige hel, en meerdere dwalingen. De mens moest weer terugkeren tot soberheid. 11 Dat waren hun gezichten. Hun vleugels waren boven hen uitgespreid. Elk had twee vleugels die elkaar raakten en twee vleugels die hun lichaam bedekten. De arend is in het commentaar van de WT een beeld van de verziendheid, het zien aankomen van dingen, wat ook een gave is, of profetische gave. De vleugels zijn ervoor om te vliegen, te dragen, af te zonderen en te beschermen. 12 Ze gingen elk steeds recht vooruit, overal waarheen de geest ze dreef. Ze draaiden zich niet bij het voortbewegen. Ze gaan recht op het doel af, als een beeld van het hemelse woord. Het hemelse woord is dus niet zomaar de bijbel, maar de hogere natuur in het hart, wat zich natuurlijk wel kan projecteren door de bijbel of door ander studie materiaal. Het was diepe, duistere nacht, waarin de kerk en de mens geloofde in fabeltjes zoals de letterlijke eeuwige hel, waarmee kinderhoofden mentaal werden gemarteld. Maar het ware hemelse woord zou terugkomen. Nog steeds gelooft een groot deel van de christelijke wereld in de letterlijke eeuwige hel, en worden vele kinderhoofden mentaal ermee gemarteld, om hen te brainwashen. Het commentaar van de WT zegt over dit vers verder dat het hemelse woord voort wordt gezonden vanuit de hemelse kennis. Het gaat niet zomaar buiten de geleerdheid om. De mens moet opgroeien in kennis en niet vast blijven houden aan kinderachtige fabeltjes, die overigens een veel diepere betekenis hebben dan wat de mens ervan heeft gemaakt. 13 De levende wezens leken op brandende, vurige kolen. Iets dat eruitzag als heldere vuurfakkels bewoog heen en weer tussen de levende wezens, en er schoten bliksemflitsen uit het vuur. De WT stelt dat er alleen ware kracht is in wijsheid, en zo is dat ook in de oude talen waarin kracht eerder vertaald moet worden als onderscheiding, alertheid. De WT stelt ook dat de ware kracht geduld is, waarvan het rund een beeld is, in voorgaande verzen. Het begrijpen van de attributen van God geeft ook de mogelijkheid om visioenen van God te zien. Dit is een eigenschap van het hemelse woord. Het geleid de voeten van hen die ook de voeten zijn. CTR had het gezien. Op en neer, overal ging het. We komen dit ook tegen bij degene die komt bij nacht, in de Koran, van de hemel naar de aarde en terug, als op de ladder van Jakob. 14 En als de levende wezens heen en weer gingen, zag dat eruit als bliksemflitsen.
Als er grote problemen zijn dan zijn er plotseling glimpen van hemelse wijsheid, stelt de WT. In de duistere wolken zijn ook verborgen wolken van inzicht. 15 Toen ik naar de levende wezens keek, zag ik op de aarde één wiel naast elk van de levende wezens met vier gezichten. De WT stelt dat de aarde symbolisch is, en dat de hemelse attributen in cycli of tijdperken het hemelse plan laten zien, en de mechanismes waardoor deze plannen worden uitgevoerd. 16 De wielen glansden alsof ze gemaakt waren van chrysoliet, en ze zagen er alle vier hetzelfde uit. Ze waren zo gebouwd dat ze eruitzagen als een wiel in een wiel. Vannacht had ik een droom waarin ik CTR ontmoette. Het was al een wat oudere man. Het was aan een bosrand. Hij zei : 'Berust je in je grenzen,' een beetje als vaderlijk advies. Hij zat niet meer vast in de eerste bijbel, maar was ook opgenomen in de tweede bijbel, in het leger, en hij sprak ook over een tijdschrift genaamd Vuh Getuigen. Vuh is het eerste grote hoofdboek van de tweede bijbel. Vuh betekent wijsheid en oorlogsstrategie. Wij moeten getuigen zijn van de hogere dingen voordat wij spreken. Dat is dus iets profetisch. We spreken niet zomaar vanuit een boekje, maar moeten zelf deel hebben gehad in deze dingen. Ik vertelde hem over de strijd die ik met iemand had uit het verleden. Hij zei dat hij ook met dezelfde persoon een strijd had gehad, en dat het hem moe en ziek maakte. Hij wilde mij toen een advies geven. Hij zei : 'Be gentle.' Wees vriendelijk. En dan bedoelde hij vriendelijk naar anderen, want dat is een wapen juist om los te komen van de verkeerde personen. Hij noemde mij verder een vriendelijk persoon, maar hij wilde het gewoon extra noemen als algemeen wapen, ook omdat hij weet dat ik artikels schrijf voor andere mensen. Hij wilde mij iets meegeven, voor het tijdschrift. Als we pijn zijn gedaan door bepaalde mensen dan is het belangrijk ons juist op anderen te richten en hen wat mee te geven. Dat was eigenlijk wat hij zei. 'We moeten iets nieuws maken,' zei hij toen. Toen zijn we samen het bos ingegaan. Hij scheen het hier een beetje te kennen, dus ik liep gewoon met hem mee. De WT zegt over de steen van dit vers dat het doorzichtig is. De wielen zijn de aangestelde tijdperken die in verbinding zijn gesteld met de vier attributen van de hemel. De hemelse operaties zijn niet slechts aan één tijdperk, wiel of manier verbonden, maar draaien binnen een wiel, en tijden draaien binnen tijden. 17 Wanneer ze gingen, dan gingen ze steeds op hun vier respectieve zijden. Ze wendden zich niet in een andere richting wanneer ze gingen. Calvijn stelt in zijn commentaar op deze verzen dat sommige commentators de kleur van de wielen die als een zeldzame steen was vertalen als 'zee'. Calvijn stelt dat het was gezonden tot Ezechiël om hem afleiding te geven, hem te leiden tot verborgen hemelse geheimen. Ook Calvijn stelt dat de wielen in elkaar zijn zodat het lijkt dat ze elkaar soms tegenspreken, maar toch horen ze bij elkaar, want het is slechts de hemelse gevarieerdheid. Juist omdat de mens wordt blootgesteld aan zoveel veranderingen komt het verstand van de mens niet tot rust op aarde, maar juist daarom moet de mens de hogere hemelse dingen zoeken. In de hemel vinden wij ware rust.
18 En wat hun velgen aangaat, ze hadden zulk een hoogte dat ze bevreesdheid wekten; en hun velgen waren vol ogen rondom, alle vier. De WT noemt Jesaja 55:9 'Zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn Mijn wegen en plannen hoger dan die van u.' Het plan van de tijdperken geeft de hemelse doelen aan. Calvijn stelt dat de hemel ons soms gewelddadig naar zich toe moet trekken, want anders wordt de mens traag en lui. 19 En als de levende schepselen gingen, gingen telkens ook de wielen naast hen, en als de levende schepselen van de aarde werden opgeheven, werden de wielen telkens opgeheven. De WT stelt dat de wielen worden geoefend door soms door hemelse dingen te gaan en soms door aardse dingen. Calvijn stelt dat de wielen worden bestuurd en geleid door de hemelse ondoorgrondelijkheid. 20 Overal waarheen de geest geneigd was te gaan, gingen zij telkens, daar de geest geneigd was daarheen te gaan; en de wielen zelf werden vlak naast hen telkens opgeheven, want de geest van het levende schepsel was in de wielen. De WT stelt dat er een hemelse kracht in het centrum is, waarvan al eerder was uitgelegd dat dit het geduld is. Het gaat hier dus weer om grens gevoeligheid. De mens moet zich leren berusten binnen de grenzen. Zo zal ook het pad zichtbaar worden, en het plan. Hoofdstuk 19. wat hebben de jehovah's getuigen en calvijn met elkaar gemeen ? Ezechiel 1 Wachttoren commentaar (1918) 21 Wanneer zij gingen, dan gingen ook deze; en wanneer zij stilstonden, dan stonden ook deze stil; en als zij van de aarde werden opgeheven, werden de wielen vlak naast hen telkens opgeheven, want de geest van het levende schepsel was in de wielen. De Wachttoren (WT) van 1918 stelt als commentaar dat wanneer een hemels attribuut of tijdperk zou wegvallen, dan zou alles wegvallen. Elk onderdeel is dus belangrijk. 22 En boven de hoofden van de levende schepselen was wat geleek op een uitspansel gelijk het geglinster van ontzagwekkend ijs, uitgestrekt boven over hun hoofden.
Calvijn noemt dit zeer obscure verzen. Hij stelt dat het kristal als ijs zeer vreselijk is, gewelddadig, omdat anders de mens in slaap zou dutten, lui zou worden. 23 En onder het uitspansel waren hun vleugels recht, de een aan de ander. Elk had twee vleugels die aan deze zijde bedekten en elk had er twee welke aan die zijde hun lichaam bedekten. Calvijn noemt dit ook weer een obscuur vers, als een herhaling van het voorgaande. Het gaat om een extra benadrukking van dat wat gaande is. Het is een manier om aandacht te vragen voor het hogere, het hemelse woord. 24 En ik kreeg het geluid van hun vleugels te horen, een geluid gelijk dat van uitgestrekte wateren, gelijk het geluid van de Almachtige, wanneer zij gingen, het geluid van een tumult, gelijk het geluid van een legerkamp. Wanneer zij stilstonden, lieten zij steeds hun vleugels neerhangen. De wateren zijn ook de hemelse waarheden door mensen heen, stelt de WT. Er zijn dus kruispunten tussen het menselijke en hemelse, zoals ook Calvijn stelt in zijn commentaar. Wij moeten gevoelig worden voor de punten waar het hemelse woord en de menselijke stem elkaar raken. Wij mogen innig en ernstig naar zulke punten zoeken in verschillende boeken en organisaties. Zowel hemel als aarde zijn vol van hemelse beweging, stelt Calvijn. 25 En er klonk een stem boven het uitspansel dat boven hun hoofd was. Wanneer zij stilstonden, lieten zij steeds hun vleugels neerhangen. Bij de bespreking van dit vers raakt Calvijn helemaal in paniek, en gaat tekeer als een orthodoxe bezetene naar mensen die het net even iets anders uitleggen dan hij, allemaal nutteloze zaken, allemaal kleinigheden, verschillende perspectieven. Het gaat niet om de letter, maar om het geestelijke. En het is allemaal meerzijdige symboliek. Calvijn is hier echt op zijn tenen getrapt en draait helemaal door, iets wat hem soms ook gevaarlijke uitspraken deed maken. Dat is ook de reden waarom we niet orthodox calvinistisch moeten zijn, maar neo-calvinistisch. Hij is te belangrijk om zomaar weg te werpen, maar je moet hem niet op de voet volgen. Calvijn symbolisch nemen, Calvijn een kwartslag draaien, is weer het mandaat. 26 En boven het uitspansel dat boven hun hoofd was, was iets dat eruitzag als saffiersteen, iets dat geleek op een troon. En op datgene wat op de troon geleek, was iets dat geleek op iemand die eruitzag als een aardse mens erop, erbovenop. De WT stelt dat de zoon is onderworpen aan het hemels ouderlijk gezag, aan de moeder dus. De hemel is niet zomaar iets vaags, of de ene persoon boven de ander gesteld, maar de hemel is de rede. Het is zinnebeeldig. 27 En ik kreeg iets te zien gelijk de gloed van elektrum, gelijk de aanblik van vuur rondom daarbinnen, vanaf wat eruitzag als zijn heupen en opwaarts; en vanaf wat eruitzag als zijn heupen en neerwaarts zag ik iets dat eruitzag als vuur, en hij had een glans rondom. De WT stelt dat God, oftewel de hemelse rede, zich bevindt in de hemelse natuur, en de mens kan niet zomaar tot deze natuur naderen, maar moet volkomen zijn. Calvijn is in de bespreking van dit
vers iets gekalmeerd, maar nog niet helemaal. Hij stelt in ieder geval terecht dat Ezechiël binnen zijn grenzen moest blijven, in de hemelse restrictie, anders zou dit visioen hem kunnen verwoesten, zoals het ook engelen die afweken zou kunnen verwoesten. 28 Er was iets dat eruitzag als de boog die in een wolkgevaarte verschijnt op de dag van een stortregen. Zo was hetgeen eruitzag als de glans die er rondom was. Het was hetgeen eruitzag als de gelijkenis van de heerlijkheid van Jehovah. Toen ik dat te zien kreeg, viel ik terstond op mijn aangezicht, en ik hoorde voorts de stem van iemand die sprak. Als er hoogspanning is dan moeten er regels zijn, anders gaan er dingen verkeerd. Theologie is er dus niet voor om moeilijk te doen, om een mensenleven te verzwaren, maar om leiding te geven in deze ingewikkelde materie zonder welke geen leven mogelijk is. Theologen zijn in die zin hemelse electriciens. Er is hierin natuurlijk groot verschil tussen de pseudo-theologen van de markt en de natuur theologen. Een theoloog moet vakkundig zijn in het spreken van zijn taal, de theologische terminologie. Het is zuiver zinnebeeldig. In de WT van 1920, 2 mei, gaat het over de jongen, Samuël. Het stelt dat er vleselijke en geestelijke interpretaties zijn, maar het komt er op neer dat toen Samuël ontwent was van de moeder borst hij naar de tent van Eli werd gezonden. Als we het over geestelijke betekenissen hebben in de grondteksten en andere versies, dan moeten we in de Vuh zijn, het eerste grote deel van de tweede bijbel, waarin de amazone theologie wordt beschreven. Samuël werd overgedragen aan een andere vrouw, om in de tent te dienen, in de grondteksten en in de amazone theologie. Hofni en Pineas waren de dochters van de vrouw. De WT stelt dat Eli zijn zonen niet tuchtigde, niet tegenhield. In de Rabijnse literatuur waren deze zonen, of in het geval van de amazone theologie : dochters, niet noodzakelijk slecht. In de Vuh vielen zij Samuël lastig. Zij waren een gesel in God's hand, om Samuël grens-gevoelig te maken. In de amazone theologie zijn er ook versies waarin niet Eli zijn nek breekt, maar Samuël zelf, of zijn rug, waardoor hij verlamd of kreupel raakt, door toedoen van Hofni en Pineas, die hem ergens vanaf duwden. De WT stelde in 1920, 9 mei, in het artikel 'Eli en zijn zonen' dat Hofni en Pineas immoreel waren. Shama-l of shama-halal is het gehoorzamen (shama, hebreeuws) van de grenzen (halal) oftewel het binnen de grenzen blijven, grens-gevoeligheid. In de amazone theologie komt hij dus terecht in een soort Pniël situatie waarin hij verbroken wordt opdat hij die gevoeligheid heeft voor de rest van zijn leven. Als mensen ineens hun interesse in je verliezen of ineens afstandelijk doen of afgeleid of ineens niet meer behulpzaam naar je zijn dan is dat gewoon een missing link. Het heeft geen zin te schelden of zomaar te denken, maar dan moet je speuren in het hemelse woord. Het is een natuur verschijnsel. De mens moet deze patronen weer leren kennen. Het is belangrijk terug te keren naar de bron voor de missing links. Ook wanneer het aankomt op de Jehovah's getuigen (JG's). Terug naar wat ze oorspronkelijk hadden ontvangen. In de WT van februari 1880 is er een artikel van de pentateuch, over de schaduwen ervan. De mens staat niet op zichzelf maar is onderdeel ergens van. Het artikel stelt dat de pentateuch heel gedetaileerd is, maar niet omdat er ook maar iets goeds in was. Het was slechts een schaduw. De
WT stelt dat het zinnebeelden zijn van de realiteit. Dat geldt dan ook voor de offerdienst. Het was niet letterlijk, maar symbolisch. De kleur van het bloed is de meest eeuwige, stelt de WT. Het was een beeld van de vernietiging van het vleselijke. Calvijn stelt dat sommigen beweerden dat er koppen werden afgehakt in de grondtekst. We kunnen stellen dat dit een beeld is van de besnijdenis. (Leviticus 1) Calvijn stelt dat de offerdienst erop wijst dat onze woorden een zuiver offer moeten zijn, dus dat wij hemelse woorden spreken. Het is de vrucht van de lippen. De WT van maart 1880 stelt dat de offerdienst ook allegorisch is voor het lijden wat tot de volle maat moet komen om tot God te kunnen komen. Het lijden moet namelijk op hetzelfde niveau komen als dat van de gekruisigde. Degene die dit niet hoort zal afgesneden worden. Ook Calvijn stelt dat het het lijden van de mens uitbeeldt om de mens geduld te leren. Ook was het volgens Calvijn om de overmoed te beteugelen. Het bleef zich maar herhalen en ging door tot in de kleinste details omdat het een hogere betekenis had, stelt Calvijn. We kunnen stellen dat juist dit de mens grens gevoelig zou maken. Calvijn stelt dat God telkens weer het vet opeist en beveelt het te verbranden. Dit is om de mens tot matigheid te gewennen stelt Calvijn. Calvijn stelde dat sommigen in zijn tijd ook stelden dat de offerdienst gewoon een beeld is van het afsterven van het vleselijke, en hij stelde ook dat de offerdienst geen enkele betekenis op zichzelf heeft, maar dat het moest wijzen op de voorwaarden om tot God te kunnen komen, dat er een prijs betaald moest worden. Het vlees moet gekruisigd worden stelt de WT, en daarom wordt de mens ook vervolgd. De offerdienst is ook een beeld van de vervolging. In de uitleg van Leviticus 2 van maart 1880 stelt de WT dat de offerdienst ook een beeld is van het doen van de hemelse wil, waarvan we weten dat dit kennis is. Omdat de offerdienst zo diep gaat en zo grondig is, is dit volgens de WT een beeld van het voleindigen van de hemelse wil, oftewel van de kennis. Deze offerdienst ging diep en was een kwelling : Psalm 22 15 Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; 16 verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. Tot het punt dat de Psalmist uitriep : Mijn god mijn god, waarom hebt gij mij verlaten. De offers mochten niet verzoet worden met honing. De mens mag zichzelf niet behagen, stelt de WT. Er moest zout gaan in de wonde. Het lijden mag niet voortijdig afgebroken of verzoet worden. De dood aan het vlees moet geheel intreden.
Hoofdstuk 20. commentaar psalm 22 In de Wachttoren van 1979 in februari wordt het verhaal van David en Salomo besproken. David was in een moeilijke situatie terecht gekomen. Zijn zoon, Absalom, had veel meer aanzien gekregen in het volk dan hijzelf : Het hart van de mannen van Israël is achter Absalom gekomen. II Samuel 15:13. Zoals in Psalm 3 wordt beschreven rezen velen tegen David op. David moest vluchten van Absalom. De WT stelt dat David blootvoets ging, wenend, met gebogen hoofd in grote vernedering, en verwijst naar II Samuel 15:30 waarin hetzelfde wordt gesteld : En David besteeg de helling der Olijven, terwijl hij onder het opgaan weende; en hij ging barrevoets, en al het volk dat bij hem was, en zij klommen omhoog, wenend onder het opgaan. De amazone theologie stelt hierover : 'Psalm 3 is een morgenlied van David op de vlucht voor zijn zoon Absalom. In de amazone filosofie was dit zijn dochter. B-salom is in het egyptisch-hebreeuws de vrede, volkomenheid en verzoening van de voet, als beeld van de exegese. B is namelijk de voet in het Egyptisch. In de amazone filosofie is David genaamd Ahn. Ahn kon niet vluchten van zijn dochter. De dochter is namelijk een belangrijk en onmisbaar principe. Uiteindelijk gaat de ramadan vrucht dragen, voor hen die volhouden, wat de na-ramadan is, de volkomen of volle ramadan, de eeuwige ramadan, waarvan de dochter een beeld is. De mens moet volhouden totdat er een nieuwe geboorte is.' De mens moet dus geduld leren, gesymboliseerd als de dochter, de vrucht. In de amazone theologie was het niet Absalom die met zijn haren in de boom bleef hangen en werd gespietst, maar dit was een beeld van David die gekruisigd werd, van Psalm 22 dus. Hij werd gekruisigd door het volk van B-salom : 1 Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten? Waarom zijt gij verre van mij te redden, Verre van de woorden van mijn gebrul? 2 O mijn God, ik blijf roepen overdag, en gij antwoordt niet; En ’s nachts, en er is geen zwijgen van mijn zijde. 3 Maar gij zijt heilig, Wonend onder de lofzangen van sraël. 6 Maar ik ben een worm, en geen man, I̱
Een smaad voor de mensen en verachtelijk voor het volk. 7 Wat allen betreft die mij zien, zij bespotten mij; Zij blijven hun mond opensperren, zij blijven hun hoofd schudden: 8 „Hij heeft zich aan Jehovah toevertrouwd. Laat die hem ontkoming verschaffen! Laat die hem bevrijden, aangezien hij behagen in hem heeft gevonden!” 9 Want gij waart het die mij uit de buik getrokken hebt, Die mij vertrouwen liet terwijl ik aan de borsten van mijn moeder lag. 10 Op u ben ik geworpen vanaf de moederschoot; Vanaf de buik van mijn moeder zijt gij mijn God geweest. 11 Blijf niet ver van mij, want de nood is dichtbij, Want er is geen andere helper. 12 Velen die jong zijn hebben mij omringd; Ja, de sterken van Basan hebben mij omsingeld. 13 Ze hebben hun muil tegen mij opengesperd, Als een verscheurende en brullende leeuw. 14 Als water ben ik uitgestort, En al mijn beenderen zijn van elkaar gescheiden. Mijn hart is als was geworden; Het is gesmolten, diep in mijn inwendige delen. 15 Mijn kracht is verdroogd als een scherf van aardewerk, En mijn tong blijft aan mijn tandvlees kleven; En in het stof des doods zet gij mij. 16 Want hyena's hebben mij omringd; Ja, de vergadering van boosdoeners heeft mij ingesloten. Als een leeuw hebben zij het gemunt op mijn handen en mijn voeten. 17 Ik kan al mijn beenderen tellen. Zijzelf kijken toe, zij staren mij aan. 18 Zij verdelen mijn klederen onder elkaar, En over mijn kleding werpen zij het lot. 19 Maar gij, o Jehovah, o blijf niet ver. O gij mijn sterkte, snel mij toch te hulp. 20 Bevrijd toch mijn ziel van het zwaard,
Mijn enige uit de klauw van de hyena; 21 Red mij uit de muil van de leeuw. 22 Ik wil uw naam aan mijn metgezellen bekendmaken; Ik zal u loven. 23 Gij die Jehovah vreest, looft hem. Al Gij zaad van Jakob, verheerlijkt hem. En weest bevreesd voor hem, al Gij zaad van Israël. 30 Ja, een zaad zal hem dienen. Calvijn stelde in zijn commentaar op deze psalm dat overal waar David ook keek hij niets dan duisternis zag van de nacht. Hij stelt dat de mens hierin geduld leert. Calvijn stelt dat alhoewel David zo'n voortreffelijke werker was hij toch zo diep vernederd en beproefd werd door God, zodat hij zelfs geen plaats had onder de meest verachten van de mensen. Calvijn haalt daarbij Jesaja 53:3 aan : 'Hij was veracht, en wij hebben hem niet geacht. Hij was een man van smarten. Hij had geen gedaante, noch heerlijkheid, zodat een ieder zijn aangezicht voor hem verborg.' Hij was beneden de mensen verlaagd, als een afgesnedene uit het getal der levenden. De zoon werd zo diep vernederd dat hij tot de onderwereld is afgedaald. Absalom had het volk tegen David opgezet. Het hele volk verachte hem. Hij werd vervolgd door het volk. Er was geen vrijheid van mening en godsdienst. In de amazone theologie zijn er verschillende versies van Absalom, want het kan ook gewoon David's vrouw zijn of een andere vrouw, die het volk tegen hem opzet. Absalom heeft de voortijdse sl wortel, aso-halal, oftewel de opvoeding tot grensgevoeligheid. De b die ervoor staat is dan de diepte, de volkomenheid. Absalom's verstrikking met zijn haren in de boom is dus een beeld of schaduw van wat in de amazone theologie ook de gebondenheid van David aan het kruis kan zijn. De vrouwelijke absalom wordt in de voortijd ook wel Bejè-salome genoemd. In 2 Samuel 18 zien we Absalom aan zijn haren hangen in de boom, maar in Psalm 22 zien we David hangend aan het hout, zijn handen en voetenj doorboort, wat later door het christendom werd overgenomen voor Jezus. Ook David had zijn eigen Judas, namelijk Achitofel, zijn eigen raadsheer, die hem later verraadde door Absalom aan te hangen in een staatsgreep. De dood van Absalom, wat heenwijst naar de metaforische dood van David in Psalm 22 is een metafoor van het begrijpen. Absalom raakte in zijn plannen verstrikt met zijn lange haren in de takken van een boom toen hij daar met zijn rijdier onderdoor reed, zoals het verhaal vertelt, maar in het Aramees gaat dit om het komen tot begrip, tot de grotere context. Deze boom werd genoemd "de boom van wonderen". Absalom kwam zo in een nieuwe dimensie, in een nieuw gezichtspunt. In het Hebreeuws kwam Absalom tot de Sowbek, een netwerk van takken. Sowbek is verbonden aan het Egyptische Sobek, de krokodillengod van de oorlog en de wedergeboorte. Het netwerk van takken is een beeld van het
perspectivisme wat ruimte geeft voor allerlei symbolische betekenissen en metaforiek in verschillende lagen. Hoofdstuk 21. het kruis van samuël Dat wat om de mens heen gebeurt is de zinnebeeldige taal van het kruis die een boodschap heeft voor de mens. Heeft de mens deze boodschap al opgepikt ? Ook de mens zelf is een onderdeel van deze zinnebeeldige taal van het kruis. Letterlijk gezien is het allemaal heel erg deprimerend, maar het zijn zinnebeelden. Dus toch maar leren en geduld hebben. Er zit niets anders op. Wanneer Samuel tot Eli komt, dan kunnen we dat ook zinnebeeldig opvatten. In het Hebreeuws betekent Eli de hemelvaart, het opgaan, ook het gaan tot de grenzen, en het verruimen van grenzen, wat inhoudt dat eerdere grenzen doorbroken worden. Om tot de hemelse grenzen te komen moeten we aardse grenzen doorbreken, achter ons laten. Eli of L wijst in het voortijds ook op Ila en halal, de grensgevoeligheid. Als Eli dan zijn rug of nek breekt is het puur zinnebeeldig voor deze dingen, en heeft dit dus betrekking op Samuël zelf, als de verbrokenheid van Samuël opdat hij gevoelig is voor niets anders dan de hemelse grenzen. Dat is dus het Pniël van Samuël waarin hij worstelt met god, met godsbeelden en met deze zinnebeelden. Dat is ook wat Samuël betekent : Shama-l of shama-halal is het gehoorzamen (shama, hebreeuws) van de grenzen (halal, ila, arabisch, voortijds) oftewel het binnen de grenzen blijven, grens-gevoeligheid. We spreken dus van het kruis van Samuël wat vooraf ging aan het kruis van David. Dit is erg belangrijk, dat we de diepere betekenis van het Samuël verhaal kennen want in de kerk en op aarde is hij degene die Saul en David tot koning maakte, en toen begon alles. Hij wilde dit helemaal niet, en had het volk zelfs gewaarschuwd, maar het volk wilde een koning. Daarom is het goed om terug te keren tot de bron. Een gebroken nek kan invaliditeit, verlamdheid, coma of de dood als gevolg hebben, allemaal zinnebeelden. Grenzen of beperkingen zijn ook weer zinnebeelden van verborgenheden en geheimen. Samuël ging door zijn grens-gevoeligheid tot het verborgene. De heerschappij is een zinnebeeld van het verborgene, dus dat heeft ook weer betrekking op Samuël zelf. Hier ergens ging het mis, want hier ging de mens alles verletterlijken. De mens wilde een letterlijke heerser, terwijl profetische, visionaire mensen zoals Samuël meer obscuur waren en fragmentarisch. In het stoïcijns is de heerser de voet, oftewel het contact met de onderwereld. De mensheid had het dus verkeerd begrepen. Zij waren doof.
Het kruis van Samuël, het is dus iets heel duisters, maar zinnebeeldig. Hoofdstuk 22. de voortijdse boeren oorlogen In de voortijden waren er veel oorlogen tussen de boeren en de natuurvolkeren, ook wel de boerenoorlogen genoemd. Zo werden de natuurvolkeren teruggedreven, en de boerenvolkeren waren de mediums tussen platteland en natuur. Hier ontstonden dus uiteindelijk de markten. De boeren dragen dus belangrijke sleutels. In een droom vannacht was ik op mijn eerste bijbelschool in Doorn. Ik moest van de school wegrennen, de natuur in, prachtig natuurgebied, wat ik altijd heb gevonden. Ik rende door totdat ik op het platteland kwam, bij boeren. Het waren buitenaardsen. Ze lieten me binnen, en lieten me boeken zien. Deze boeken gingen over de voortijdse boerenoorlogen. Ze stelden dat ze het belang inzagen van de natuurvolkeren, maar dat sommige natuurvolkeren ook te wreed waren, en dat er dingen gebeurden die het daglicht niet konden verdragen. De boeren moesten daarom veiligheid inbouwen. Er was hier een bovennatuurlijke rust. Ik zei dat ik de boeken zou lezen, want ik was geinteresseerd in de voortijdse geschiedenis. Ik mocht bij hen blijven. De boeren leefden bij het principe 'een beetje van dit en een beetje van dat,' en 'soms'. Ze waren van een hogere natuur. Voor nu moesten ze op het platteland leven omdat in de bossen het te gevaarlijk was. Ze spraken over bepaalde bacterieen die het op de mens hadden gemunt, de mens fokten. De mens kweekte die bacterie in zijn eigen mond door het vlees eten. Maar die bacterie kweekte dus hen. Het was een lijkenparasiet die zich steeds meer en meer kon ontwikkelen, in en door de monden van de mensen. Het was ook zwaar besmettelijk. Het sprong zo over van de één op de ander. De mens werd gegrild door deze bacterie. Ook ging het door de mobiele telefoon. De hersenen van de mens werden zo in een vorm van alzheimer gehouden. Ze waren onder hypnose door deze bacterie. De bacterie plantte zichzelf voort als een razende gek. De boeren wezen me op plaatjes aan de muur waarop het ook te zien was. Het verspreidde zich zo tot de voeten van de mensen zodat ze geheel in hun wandel werden bestuurd door deze bacterie. Het was een lichtende bacterie, blauw groen zacht licht, wat zich om de mond verspreidde, en wat zo naar beneden liep tot de voeten om de voeten te besturen. De mens was zo tot een robot geworden van deze vleesparasiet. Deze parasiet zette ook een soort denk en droom politie op, zoals ook in het boek 1984 van George Orwell (1949). De mens mocht niet meer vrij dromen en denken, want dat werd beheerst door de vlees-parasiet, en alles wat daarbuiten kwam werd opgesloten in scholen, psychiatrieën, gevangenissen, ziekenhuizen, enzovoorts. Daar hadden de vlees-parasieten een heel arsenaal voor
om de vluchtelingen mores te leren. De vluchtelingen hadden paranormale gaven die deze parasieten ontmaskerden, en daarom waren de parasieten kwaad. Dat mocht niet. De vluchtelingen kwamen bij de boeren terecht. Daar konden de vluchtelingen onderduiken en werden ze opgevangen. De mensen waren geestelijk ziek. De bacterieen verspreidden zich op de matrassen, de kussens, het bestek, de borden, enzovoorts, allemaal als gevangenis van de mens. De mens moest losbreken, maar ze werden verdoofd gehouden. En allemaal volgden ze het toverstafje van de tandarts. De boeren waren er woest over, maar ze wisten dat ze het ook niet rechtstreeks konden aanvallen. Daarom studeerden ze veel, maar zorgden voor genoeg afwisseling en afleiding, anders zou de bacterie hen ook vastzetten. Ik voelde de dreiging van die bacterie. Het sloot op. Het werkte ook door de sex industrie. Het was heel smerig. De mens werd zo bedrogen. De vrouwen hadden een vreemde schurft, en ze wilden zich voortplanten, en daartoe brachten ze hun bedrog, daar afleidingstaktieken, door drogredenen. Ze lieten de mens plaatjes volgen, en zo stopten ze ongemerkt hun implantaten in de anussen van de mens, om hen af te tappen, en voor vruchtbaarheids doeleinden. Zo plantte die bacterie zich voort. Het waren anale implantaten, staafjes metaal, en dat ging van binnen zich vertakken, door het zenuwstelsel heen, door het bloedvatenstelsel, en de mens werd voortgedreven door het gif en de straling die het afgaf, en zo werd ook de zaadproductie geregeld. De mens moest een soort eieren leggen. Het was allemaal te walgelijk voor woorden, maar dat stond ook allemaal in de boeken van de boeren beschreven. Het waren hele dikke boeken. Ze hadden er echt werk van gemaakt. Er waren telkens veel plaatjes bij om het uit te leggen. Maar andere boeken hadden juist weer heel weinig plaatjes of helemaal geen plaatjes. Ook het gebruik van plaatjes had weer gevaren en was aan grenzen onderhevig. Hoofdstuk 23. darwin Darwin stelde het al : Om te kunnen overleven is er aanpassingsvermogen nodig, camouflage vermorgen, variatie vermogen, flexibiliteits vermogen. De mens moet dus geen fanatiekeling worden die geheel in totaal isolement gaat leven, want dat trekt juist ook weer de parasieten aan. De mens moet strategie gebruiken, beleid. De buitenaardse boeren leven met tussenvormen.
Hoofdstuk 24. de bacteriologische oorlog om de zielen De natuur werkt door ingewikkelde organismes, terwijl de mensheid werkt met simplistische organisatorische bureaucratie. De bacterie Loesia-B : lijkenparasiet, gebruikt/ hackt palletto kaleidoscopia, verziekt het, door alles af te buigen en te verleugenen, voor vernietiging. sterk als leeuwen, tandartsen systeem, sterk als honden. wreed, hardvochtig, onverschillig. asperge syndroom. splitst en vermenigvuldigt zichzelf snel, vormt massa's, zwermen, overvalt mensen, overweldigt ze. vraatzuchtig, vreet hun weerstand weg door fluoride, witte vullingen, andere soorten vullingen, wkb's enz. opwekken honger gevoel, simuleren. ontzettend sluwe krengen. lokken de mens in valstrikken waar ze niet meer uitkomen. kleverige, kleffe bende. anti stof : lukturen, geven de mens autonomie over zichzelf, onderwijzen de mens, zitten in bomen, geven de mens weer moed en durf om met het systeem te breken. brengen de mens onder natuur hypnoses om de verslavingsketenen af te breken. hechten zich aan de loesia-b bacterie, en laten die niet meer los, om ze af te breken. loesia-b is een hyper-intelligente en hypersluwe bacterie die de mens intimideert, bedreigt. programmeert de mens met dwangmatig geluid, zoals harde muziek bij de buren, in de straat of op het werk, wat gewoon puur mk ultra programmatie is. laat de mens gericht zijn op uiterlijkheden, de vormen, in plaats van de dieptes, laat de mens gericht zijn op de organisaties in plaats van het organisme. is enorm controle zuchtig, controle ziek, anti-minimalisme, maar daarbij zeer kortaf. medische kortafheid die dwingt, niets uitlegt. valt de longen van de mens aan, zodat ze zich niet kunnen verdedigen. steekt de mens met een bijtend, aggressief gif, om de mens slaperig en gewillig te houden, onder hypnose aan het systeem. werken op de emoties. maken mensen bang, boos, of emotioneel. besturen de mensen als poppen. Ziekelijke bacterieën zijn het, de families die denken het altijd beter te weten. Ze laten hun tanden, hun botten dus, van binnen leeg maken, halen de zenuwen eruit, zodat het bot sterft, en dan gaat het parasieten channelen, wat ze dan het christendom noemen of wat voor geestelijk of religieus systeem dan ook. Ze vermoorden dus de natuur om leeg te zijn, maar het ware leeg zijn vermoord de natuur niet, en is geen materiele luxe. Je gaat naar binnen, om een geestelijk, leeg kanaal te zijn. De natuur werkt door je heen, en maakt gebruik van je eigen natuur, want je bent een stuk natuur. De tandarts wil dit koloniseren en zijn pionnen op je zetten, zijn vlaggen, om je zo meer en meer in te nemen door anti-natuurlijke, luxe troep zoals boven beschreven. Het is de loesia-b parasiet, bacil, bacterie. De mens mag terugkeren tot de natuur, tot de luukturen. Loesia-b bacteriën kunnen zeer confronterend zijn. Het is dan zaak om wat stappen terug te doen, minimalistisch te worden. Tandartserij is gedwongen materialisme. Je moet met hun luxe troep in je mond lopen. Iedere
tandarts is anders natuurlijk, en sommigen zijn bereid compromissen te doen, maar zij hebben de touwtjes in de handen. Tandartsen zijn van slecht tot minder slecht, waar je uit zou moeten komen bij een natuur tandarts die geen rommel gaat lopen dwingen. De mens is er niet op gebouwd om met die rommel in zijn lichaam te lopen. Er worden zo levensgevaarlijke risico's genomen door een mens te laten komen tot implantaten in de mond die er niet uitkunnen. Deze bacterieën zijn zo bedrieglijk dat sommigen zelfs ontkennen dat vullingen implantaten zijn. Ze doen alsof het in de mond hoort. Dat moet een alarm zijn. De tandarts is zo'n bacterie. De tandarts doet net alsof het allemaal zo hoort, maar het is allemaal aangepraat. Vroeger gebeurden dit soort dingen niet. Het is een moderne ziekte, en het heeft de mens in de grootst mogelijke problemen gebracht. Oh, een probleem in het lichaam ? Gewoon even een implantaat er tegenaan gooien en klaar. Voor de moderne mens is het een koud kunstje. De moderne mens is ook bedrieglijk ijdel, want een gat in de mond zoals het genoemd wordt is natuurlijk geen gezicht, wat ook allemaal aangepraat is. Kijk naar de natuurvolkeren. Die missen soms ook kiezen, maar die zijn tenminste nog gezond, terwijl de moderne mens ziek is gemaakt door die luxe giftige schoonmaakproducten genaamd vullingen en wkb's die de natuur in de mond ernstig verstoren. Het bot kan zich na de gelegde vulling namelijk niet meer herstellen, en het lichaam gaat dan zware chemische signalen afgeven, omdat het lichaam onderdrukt wordt en gemarteld. Luister dus goed naar je lichaam. Je lichaam is levende natuur. Het gevolg van vullingen is dat de pijn op andere plaatsen gaat doorstralen, wat zelfs in de mond kan gebeuren, en wat het gebit veel gevoeliger kan maken, en het kan leiden tot tandenknarsen waardoor je je hele gebit kapot gaat bijten, of door de vullingonderdrukking van het lichaam kan het leiden tot overmatig hongergevoel ter compensatie, waardoor je blijft eten, of waardoor je vlees wil, suiker of zout, zodat de voedsel industrie ook weer overmatig aan je verdient, en de medische wereld weer lekker aan symptoom bestrijding kan doen om haar zakken te vullen. Deze industrieën werken met elkaar samen onder één hoedje, als een parasitair complot. Het is een bacteriologische oorlog om het lichaam, om jouw lichaam. Bacteriën willen in jouw lichaam wonen om jouw vlees te gebruiken voor voortplanting om zo bacterie ketens te maken, en ze voeden hun kinderen met jouw vlees. Dit soort bacteriën kunnen zware hallucinaties opwekken, zoals de tandarts, de psychiater, de betaalde dokter, de slager, de suikergoed winkel, enzovoorts enzovoorts. Deze bacteriën komen dus vermomd, en doen zich voor als mensen, maar het zijn rovers, sluwe rovers. Ze hebben de mens al omsingeld en ingenomen. Als ze dit lezen zullen ze dan ook of lachen of protesteren of het negeren, want het ontmaskerd ze. Daarom hebben ze ook bijvoorbeeld de psychiatrie als denk en droom politie opgericht, want ze zijn bang voor de ontmaskering. Ze willen niets van de demonologie weten en ook niet van bacteriologie. Om de haverklap worden mensen in de gezondheidszorg met een bacterie probleem door mavo-schapen beschuldigd van wanen, dat het allemaal tussen of achter de oren zit, terwijl huisartsen en andere artsen al hadden vastgesteld dat er een bacteriologische infectie was. Vaak zijn gewoon algemene lichamelijke artsen veel minder erg dan hen die een handeltje hebben gemaakt van de geestelijke gezondheid en de tandartsen, de zogeheten mond gezondheid. Daar huizen juist deze bacterieën, maar shamanen hebben deze bacterieën al aangesproken en waarschuwen ertegen. Shamanen zijn hen die zich gespecialiseerd hebben in het contact met de natuur, het diepte onderzoek. Dat zijn dus ook demonologen en andere naturopaten. Zorg is geen koopwaar. Er valt met dit soort bacterieën niet te praten, want ze zullen alles wat je zegt omdraaien en tegen je gebruiken. Ook zullen ze dingen doen en zeggen die je irriteren en waardoor het alleen maar erger wordt. Geef ze een vinger, en ze nemen je hele hand. Niet doen dus. Hoe moeilijk dat ook is. Je moet omwegen nemen. Eerst gaan tot de natuur, tot de luukturen. De loesia-b bacteriën werken met
drogredenen, zoals dat ze macht over je hebben en over je beslissen omdat je in hun patientenbestand zit, of omdat de meerderheid het zo heeft bepaald, of de wet of wat dan ook, terwijl ze dat zelf allemaal verzinnen en zichzelf gewoon gevierendeeld hebben. Zij doen dat allemaal. Zij zijn de massa's. Meeste stemmen gelden is een drogreden, gemaakt om je te ontdoen van je eigen autonomie. Het enige medicijn is dan terug te keren tot de natuur en de natuur principes om je daaraan te onderwerpen. Dan zul je de bacteriologie moeten leren, die dus demonologisch is. Loesia-b zijn hysterische, aggressieve bacteriën, die de schijn kunnen wekken vriendelijk te zijn, en de schijn kunnen wekken het met je eens te zijn, maar dat is alleen maar ten dele, opdat je erin trapt. Ze doen namelijk aan omkoperij, ook door de touwtjes wat te laten vieren, wat zoetigheid door het vergif. Maar het is hysterische, aggressieve energie. Laat je daarom niks wijsmaken. Ook hebben ze het altijd over taal, juiste grammatica, juiste spelling, om je te onderwerpen aan hun systeem. Ze willen je in hun programma's houden, opdat ze je kunnen programmeren. Het is dus ook de taal politie. Het vreemde zien ze als bedreiging, want het kan hun ondergang betekenen. Hoofdstuk 25. We will be back territoriale bacteriologie bacterien die over grotere gebieden zijn aangesteld, de heersende bacterien texas = tadik engeland = molon, vuurspuwende bacterie, laad zichzelf op, oplaad systeem, recharger, groot systeem, neemt energie op, via de ruggegraat, via slokdarm, longen, ogen nederland = molon-flictine belgië = molon-wulps india = rikake frankrijk = kalon rusland = stolkin china = kamin zweden = kramin noorwegen = molkin amsterdam = tuza rotterdam = tuzein den haag = plutan afrika = ratakan toronto + suriname = raswin assen = licht bacterie
De molon bacterie die razendsnel vuurspuwt en zichzelf oplaad, wat een heel groot systeem is, is de top van deze paraplu. Het is het Engelse wereldrijk, maar tegelijkertijd wordt hier ook zoveel opgesloten gehouden. Wat ze gemaakt hebben is het leven niet, maar het leven zit er wel in verborgen, wat dus ook zo in het christendom zit. Het is het leven niet, maar het leven zit er wel in opgesloten. Daarom gooien we het christendom niet zomaar geheel weg. Het is een bepaalde taal, maar de betekenissen moeten nog komen. De taal wordt verkeerd gebruikt en verkeerd uitgelegd. Dat is het probleem. Dan moet je je voorstellen : iemand op een lange, eenzame weg door het bos, zeer koud, bijna hopeloos, en alles waarmee ze opgroeien, hun enige vocabulaire is die van het christendom, waarvan je ook niet mag afwijken, want je staat op die weg onder zware bedreiging van de eeuwige hel. Dan gaat het er niet meer om wat iemand voor taal spreekt, maar wat de taal van zijn hart is. Zomaar plat alle christenen veroordelen omdat ze christen zijn is materialistisch. Wij groeiden zelf ook op die manier christelijk op, terwijl ons hart toch altijd zoekende was, en we gewoon roeiden met de riemen die we hebben. Het is ook een soort Stockholm syndroom dat je niet anders kan, maar de gnosis hoort je dan toch, omdat je hart het uitroept naar diepte. Dus iemand roept het uit tot Jezus, so what ? Dat is misschien het enige woord wat hij kent en mag gebruiken. Matthew Henry (1662-1714) schreef in zijn bijbelcommentaar over Openbaring dat Jezus eigenlijk gewoon het punt is waarop God gepersonificeerd wordt, oftewel 'vlees wordt', wat dus eigenlijk gewoon een principe is van de gnosis. Ook noemt hij Jezus als een getuige van God, dus eigenlijk hebben we het dan over het toetsen. Het moet iets persoonlijks zijn, dus om Jezus zomaar als projectie object te gebruiken is sowieso al onzin. Het is iets wat we zelf moeten ondergaan. De zeven geesten in Openbaring worden door MH beschreven als de karakter eigenschappen van de natuur van God, dus ook gewoon principes. Hij stelt terecht dat de mens niet alleen ijverig moet zijn, maar ook lijdzaam, en dat dit weer aan het Jezus principe is verbonden. Hij stelt dat de werkers grote lijdzaamheid moeten hebben met geduld, dus wachtende lijdzaamheid, zodat de wil van God volbracht kan worden en zij het woord kunnen horen. Dit houdt ook verdraagzame lijdzaamheid in om de beledigingen te verdragen. Er kan met het christendom, met de symboliek ervan, veel worden uitgelegd, zoals we vroeger vaak hebben gedaan en dit nog steeds doen, maar dit is een smal pad. MH stelt dat de werkers in het werk en op de weg op moeilijkheden stuiten, maar dat de lijdzaamheid de werkers zo voort kan laten gaan en alles goed kan laten voleindigen. Hij stelt er terecht wel bij dat dit niet betekent dat we zomaar de zonden moeten aanvaarden, maar dat we tegen de zonden moeten strijden. We moeten hierin een grote ijver hebben om de zonden aan de kaak te stellen, zoals ook ons artikel 'De Kracht van God's Tranen' uit 1994 stelt : 'We moeten weten om welke Liefde het gaat: 1. De mede-strijdende liefde 'Hieraan hebben wij de Liefde leren kennen, dat Hij zijn leven voor ons heeft ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten'. (1 Joh. 4:16) 2. De mede-lijdende liefde
'Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de Liefde Gods in hem ? (1 Joh. 4:17) Een ware soldaat van God vecht voor z'n volk tot het uiterste toe en vangt daarbij ook alle klappen op. Hij gaat tussen het volk en de vijand instaan, om te strijden en ook te lijden voor zijn volk. Dit is de Ware Liefde vanuit het Soldaten-hart van Christus. Deze Liefde zet z'n hele wezen in om de barrieres tussen God en mensen te vernietigen. Daarbij omhult en beschermt ze hetgene wat ze liefheeft vol vuur en zelf-opoffering. Alleen deze Liefde brangt Eenheid en Verzoening. Alleen deze Liefde brengt de Warmte en het Volle Geluk van Gods Eeuwige Paradijs. Deze Liefde is de Liefde van het Kruis.' Het gaat dus niet om een soort van new age geloven van alles maar verdragen en alles gaan lopen vergeven, want er is ook een strijd te voeren. Het artikel gaat verder : 'Hij is onze Vrede, die de twee een heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, (...) om in Zichzelf, Vrede makende, de twee tot een nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot een lichaam verbonden, weder met God verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft'. (Efez. 2:14-16) Alleen de dragers van dit kruis zullen overwinnen, als de machten der hel opstaan om de wereld te overspoelen. Alleen de dragers van dit kruis zullen een sterke en stevige brug hebben om de overkant te bereiken, in Gods Zaligheid. 'Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan Mijn discipel niet zijn'. (Luc. 14:27) Willen we een hartsrelatie met God gaan ontvangen, dan zullen we Zijn Strijdend en Lijdend Hart moeten gaan leren kennen en aannemen. Als uw man of vrouw geen oog heeft voor uw worstelingen en verdriet, is uw relatie dan goed ? Als een kind geheel voorbij gaat aan de strijd en het lijden van z'n vader of moeder, is dat dan een goede relatie ?' Hierin moet dus balans zijn. Veel christenen slaan door naar de ene of andere kant. Het kruis is beiden. MH stelt dat zonde niet door de vingers gezien mag worden. Ook mag men het niet toestaan. Hij noemt Openbaring 2 : 2 : '2 Ik weet uw werken en inspanning en uw volharding en dat gij de kwaden niet kunt verdragen en hen op de proef gesteld hebt, die zeggen, dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat gij hen leugenaars hebt bevonden.' Hij stelt dat ware ijver, demonologische ijver dus, die zowel lijdvaardig als strijdvaardig is, gegrond is op kennis en ook voorzichtig is. Hij stelt dat deze ijver ook onpartijdig is. Zij die onpartijdig zoeken naar waarheid zullen haar vinden en leren kennen. Daarom, stelt MH, moet de mens terugkeren tot zijn 'eerste liefde'. MH noemt dit ook 'de vorige ijver'. Hij bespreekt hoe mensen snel lauw en lui kunnen worden, gemakszuchtig, onvoorzichtig, koud en partijdig, allemaal doordat ze hun eerste liefde, hun eerste ijver hebben verlaten, hun radicaliteit. Hij noemt ze de nalatigen. De
eerste ijver moet herwonnen worden, opnieuw aangewakkerd, een nieuw verlangen naar het eeuwig leven. MH noemt dit ook de eerste ernst en tederheid. Als je waarlijk een 'christen' wilt zijn, of volgeling van Jezus, symbolisch, dan is dit volgens MH een strijd tegen de zonde. Dat is wat het christelijke leven is. Zo hebben wij dat vroeger ook altijd beschreven : het is de demonologie, de oorlogskunde, want zonde verwoest alles. Mensen die het niet zo nauw hiermee nemen worden door de vijand ingenomen, en worden zo valse christenen. Vaak is het christendom dus geen strijd tegen de zonde, maar een strijd tegen God, tegen de gnosis. MH stelt : deze strijd moeten we strijden tot het einde, dus standhouden, anders gaan we eraan. Er kunnen geen spelletjes gespeeld worden. Radicaliteit en nauwkeurigheid, volharding, is ook altijd onze boodschap geweest, en die boodschap kwam van de gnosis. Dit is een roeping. Lauwe mensen hebben altijd en eeuwig een bedreiging gevormd, en worden zo je vijanden. Als iemand tegen mij zegt dat ze lauw zijn geworden, en dat is nogal eens gebeurd, dan weet ik precies hoe laat het is, en dan houd ik ze strict in de gaten. De duivel zal ze dan als kanalen gebruiken, tegen mij, tegen het werk, dus ik ben op mijn hoede. MH stelt dat we nooit voor onze geestelijke vijanden mogen wijken. Ja, soms moeten we vluchten, maar de strijd is niet over. We gaan door met de oorlogsstrategie. 'We will be back.' Hoofdstuk 26. de molon bacterie Matthew Henry die in de jaren 1600 en 1700 leefde, als bijbelverklaarder, een belangrijk vak, zag in psalm 1 de oorlog tussen het zaad van de vrouw en het zaad van de slang, waar Genesis ook over gaat. Hij stelt dat de slang zeer listig is, en dat de goddeloze volgelingen van de slang dit ook zijn, en zeer ijverig. Velen worden verstrikt en verlokt. Zij die op het recht pad zijn moeten hier ver van blijven. Niet in de kring der spotters zitten moet gezien worden als weerstand bieden tegen dit soort gespuis, en niet samen met hen de rust opzoeken, want met hen kunnen we geen ware rust hebben. MH roept dus op tot strijd. De zonde zit achter de mens aan, en de mens moet er niet aan toegeven en er geen ongelijk span mee vormen. MH maakt een verbinding met psalm 69, waar de spotters dronkaarden worden genoemd. De mens kan zich dan beter richten op de studie, op onderzoek. Dronkaarden onderzoeken niet, of onderzoeken maar half, om dan een handeltje op te zetten. Onderzoeken bij dag en nacht, volledig, daar gaat het om, om zo bij het richtsnoer te komen.
MH noemt deze dronkaarden vruchteloos en onnuttig, maar vol van de wijndruiven van Sodom. Sodom is het beeld van overmoedig en overmatig aan elkaar plakken, oversocialiteit, in plaats van rijpen in de afzondering. Iemand dronken door de wijndruiven van Sodom zal dus altijd zijn geestelijkheid proberen te verkopen en naam proberen te maken. MH noemt ze lichtzinnig en ijdel. Ze zijn als kaf in de wind. Ze schatten zichzelf heel hoog in, maar voor God hebben ze geen waarde. Ze hebben namelijk geen substantie, geen degelijkheid. Ze zijn zo geworden door zonde en dwaasheid. Ze kunnen herkend worden aan hun kinderachtige excuusjes. Zeer onbenullig, stelt MH. Wij moeten niet slechts ijverig zijn, zoals de dronkaarden alleen maar ijverig zijn en zo hun doel missen omdat het geen diepte heeft, maar we moeten ook lijdvaardig zijn, dus strijdvaardig en lijdvaardig. Het moet zintuigelijk zijn, niet zomaar vanuit een boekje, zoals allerlei overijverige christenen en goddelozen. Deze oorlog zien we ook dwars door het christendom heentrekken. Het is niet slechts één pot nat, maar bevat ook de sleutel. Altijd maar weer als ik mensen vanuit mijn vakkennis de sleutel van de gnosis aanreik denken ze hiermee ineens het gehele christendom te kunnen verwerpen, wat gewoon een leugen is, want de gnosis loopt dwars door het christendom heen, en het christendom is gewoon een bepaalde taal die ook weer over de gnosis spreekt. Het is hetzelfde als wanneer Jezus mensen geneest, in het verhaal, dat die mensen dan ineens nergens meer te bekennen zijn, pure ondankbaarheid. Dit heeft verder niks met Jezus te maken, maar met een principe. Het één sluit het ander niet uit. Hoe dan ook is er een strijd tegen het christendom, om het weer recht te zetten. Vannacht had ik daar een droom over, over de molon bacterie die heerst door het Engelse wereldrijk, ook door het christendom. Het Engelse wereldrijk verdraaide het oorspronkelijke christendom waardoor we hier te maken hebben met het vuile, verachtelijke westerse christendom, wat dus wel degelijk een grote vijand is. De droom ging over weer één van de vrienden van mijn vader, ditmaal de Engelse leraar. Mijn vader was namelijk leraar op een college en had zo veel vrienden die ook weer leraren waren, en ik kwam soms bij hen in de klas terecht, zo goed en kwaad als dat ging, maar deze meneer Engelse leraar was een ware sadist die er van genoot kinderen tot janken te drijven door zijn manipulatie en doodgravers mentaliteit. Ja, het moet ook wel het einde van de wereld zijn als je een 4 hebt voor een Engelse repetitie. Alles moest op zijn tempo, op zijn manier, en ik heb zijn leugens later wel kunnen ontmaskeren, want het was slechts zijn interpretatie van het Engels en zijn beperkte vocabulaire. Ik was in die droom weer zo kwaad op hem, en de gnosis zei me dat hij 'opgepakt' zou worden, opgedoekt zou worden, en dat moest ik middenin de nacht naar mijn vader, die toen sliep, vertellen. Ik ging naar de kamer van mijn vader en riep wat er met die Engelse leraar zou gebeuren. Hij greep een soort pistool, zwart, als een paint bal pistool, maar er kwamen hele grote zwarte kogels uit die in golfbewegingen op me af stuiterden. Ik bleef het maar doorschreeuwen wat er met die Engelse leraar zou gebeuren. Mijn vader was in de molon gedaante, de bacterie die heerste via het Engelse wereldrijk, ook door het christendom, het Engelse christendom. Ik moest hem dat pistool afhandig maken, want dit pistool zou juist het anti stof bevatten tegen de molon bacterie. Dat lukte. Het is een beetje het beeld van het christendom, dat het ook weer het anti stof bevat. Het christendom is dus in twee kampen verdeeld : dat van de gnosis, het meer grondtekstelijke christendom van de oorspronkelijke diepte wat terugvoerd tot de voortijden, en aan de andere kant het slappe dronken christendom van de oppervlakkige vertalingen, wat slechts hun eigen interpretatie is wat ze tot marktgoed hebben gemaakt en waardoor ze heersen zogenaamd, het Engelse westerse christendom dus, een verbastering dus.
Nu, waar gaat het om. Er werd tegen mij geroepen vanuit de gnosis : Het gaat om de vader, daar zit iets fout. De molon vader wil geen zoon zijn, daarom projecteert hij alles op Jezus, de zoon, en dat mag hij zelf niet zijn, en wil hij ook niet, want dan zou hij macht verliezen. Misschien ken je die christenen wel, die altijd en eeuwig zichzelf strict afgezonderd houden van Jezus in hun identiteit. Zij zijn de zondaren, en Jezus is dan wat anders, de zoon van God bla bla bla, en dat kunnen zij nooit zijn. Neen, want zij willen geen zwakte. Zij willen zonde, heersen (zogenaamd). De zonde geeft namelijk de illusie van tijdelijk te heersen. Dat willen ze. Daarom vallen ze iedereen aan die het heeft over dat we als Jezus moeten zijn en grotere werken dan Jezus zullen doen. Ja, dat staat ook in de bijbel, en ik hield er altijd van als theologisch student vroeger om dat te noemen, soms ter grote irritatie van protserige bijbelleraren, waarvan er één eens zei toen hij naar het koffie apparaat liep voor zijn dagelijkse bakje leut : 'Zit je weer met je theologieën te spuien,' toen hij het mij hoorde zeggen tegen andere studenten, over het grotere werken doen dan Jezus, wat dus letterlijk in de bijbel staat, zelfs in hun kostbare, dierbare, westerse vertaling. Nee, want het ging allemaal om zijn theologie, de molon theologie. Zij mogen niet als Jezus zijn, en al helemaal niet groter dan Jezus. Dat is ware godslastering enz. enz. Ja, want zij willen blijven heersen over de zoon, dus ze willen geen zoon zijn. Zij willen het vuile werk niet opknappen. Dat moet Jezus doen, de zoon. Zij wanen zichzelf de vader, door deze molon bacterie. De balans tussen vader en zoon is dus zoek. Ze kunnen wel zeggen dat ze kinderen van God zijn, maar dat ware zoonschap dat hebben ze niet en willen ze niet. Vandaar hun projectie. En dat terwijl de vader juist een climax ervaring van het zoonschap is, de verbrokenheid van de zoon, waardoor hij gevoelig wordt, en gehoorzaam, zoals Jakob op Pniël, maar zij hebben allemaal weer andere definities of proberen deze dieptes weg te moffelen. Ook moet er dus balans komen tussen vader en moeder, want in het westerse christendom is het vooral in het protestantisme meestal over de vader. Er moet dus weer een balans komen tussen vader en moeder. Vader is slechts de climax van het zoonschap, maar die gaat ook weer terug in de baarmoeder, en het is heus niet zo dat dit machtsverhoudingen zijn tussen personen, alsof we dan feministisch moeten worden, of letterlijk matriarchisch, want dat zou te materialistisch zijn. Neen. Het is een verhouding van principes binnen de mens zelf, niet tussen personen. Als de mens niet moederlijk wil zijn dan is dat gewoon een probleem. En dat komt in het verbasterde christendom te vaak voor. Dus : balans tussen vader en zoon, en balans tussen vader en moeder. De mens moet weten waar deze principes voor staan, want de molon bacterie heeft de ware definities verkapt, onder een zeil. Loop niet met de gnosis weg het christendom totaal verlatende, want het gaat er dwars doorheen. Het christendom moet verslagen worden, oftewel begrepen. Je moet niet meer weggooien dan je lief is, want dat zou smetvrees zijn. Ja, we weten allemaal dat het christendom walgelijk is, voornamelijk in het westen, allemaal plakkerige, ziekelijke zooi, maar het is allemaal geroofd spul. In deze bacterie ligt ook de antistof verborgen. Het is een cultuur, en er liggen wijsheden in opgeborgen. Het moet teruggedraaid worden, want alles was verbogen. De molon bacterie is zeer vraatzuchtig, zoals mijn vader ook altijd was. Dan moet je met een vader opgroeien die altijd van andermans borden eet, vooral ook van mijn moeder, en die dan protesteert, maar hij gaat gewoon door, en dan berust ze zich er gewoon in alsof het zo hoort, en ze blijven gewoon de dikste vrienden, en houden elkaar altijd de hand boven het hoofd, ook als ze niet bij elkaar waren, dus niet konden weten wat de ander had gedaan of gezegd, en als kind wordt je niet geloofd. Maar dit waren standaard taferelen bij ons thuis, en zo zal dat ook de geschiedenis ingaan. Ze zullen hier niet aan ontkomen. Mijn nachtmerries hebben altijd de waarheid tot me gesproken over wat ze met me
zouden doen, en het is tot op de kleinste details uitgekomen. Die vader, zogenaamde vader, was een beeld van vraatzucht, wat om me heen lag. In mijn nachtmerries was hij ook heel vet, en hij smoorde me bijna, wurgde me, en mijn moeder was heel dun en ver weg, als een sprite. Die was altijd heel luchtig en geloofde me nooit, want ze hield altijd de hand boven het hoofd van haar man. Die lachte altijd alles weg, verdoezelde altijd alles, wuifde alles weg, totdat je niet meer sprak. Het heeft toch geen zin om zo nog te praten. Het zijn bacterieën. Dus er moeten antistoffen zijn. Die lerarenvriendjes van hem waren als begrafenisondernemers. Alles moest op hun manier, en het was het einde van de wereld als je niet mee kon komen. Dan keken ze je aan alsof je al dood was. En ja, dat waren dan 'aardige mensen' in de ogen van de zogenaamde vader. Het was een groot nazi complot. Ze martelen kinderen mentaal, emotioneel en psychisch helemaal dood. Er blijft niets meer van je over. Een kasplantje willen ze van je maken. Alles moet altijd maar, en altijd op hun manier, want zij weten alles beter. Alles. Ze laten je molesteren door hun grote vriendenbestand en door alles wat ze hebben ingehuurd en ze verdedigen je niet. Alles wordt goedgepraat. Dat is wat die bacterie doet. Oh ja, en die bacterie wil er altijd 'goed' uitzien, altijd alles wat los en vastzit opvreten, dikke vleeskwabben. Velen kotsen ervan, maar ze zijn in de waan dat het zo hoort. Het is de levensstijl die hen bevalt, en ze moeten het toch kunnen goedpraten dat ze hun kinderen al die jaren groeistoffen en bouwstoffen hebben gegeven van vermoorde dieren, de vlees industrie, wezens die ook recht op een bestaan hadden. Nee, maar het gaat allemaal om hen. Zij zijn het. Daar gaat het om. Als ze een kik geven dan moet direct de verbandtrommel erbij, de ambulance, nood-helicopter, en wordt het de hele familie doorgebazuind die het moeten weten en die dan mee moeten jammeren en moeten helpen, maar als het iemand anders overkomt, een dier of hun eigen kind, dan eten ze rustig hun stukje vlees alsof er niks gebeurd is. Die grote ambulances komen trouwens ook niet in de derde wereld. Het zijn clowns. Met loeiende sirenes gaan ze door de straten zolang de mensen waarvoor ze rijden maar rijk zijn. Belachelijk allemaal, maar een bacterie. 'En maar volvreten,' denkt de molon bacterie, 'lekker dik mannelijk vlees, kwabben aan de borsten hangend, want dat is vaderlijk, dan heb je een alibi, hoef je niet een zoon meer te zijn, want zonen zijn slank, teer, teder, nog pril, enzovoorts. 'Nee, nee, niet bij mij zijn hoor, ik ben dik en volgevreten, heb mijn vleesjes binnen, kijk maar, hier en daar, ik heb een beetje meer van dit en een beetje maar van dat vergeleken met de rest, dus niet bij mij komen hoor. Ik ben al met pensioen gegaan. Ik hoef geen zoon meer te wezen.' Lekker dik kwabbig vlees, zodat ze niet aan Afrika hoeven te denken, niet sober hoeven te leven, want veelvraten hebben een vrijkaartje voor alles, komen overal binnen en overal weet uit. De molon vraat bacterie laaft zichzelf aan zonenvlees, moordt zijn zonen uit voor zijn peperduur leventje waarin alles maar dan ook alles om hemzelf draait. Daar worden ook hun Jezussen voor geofferd, die gaan voortdurend aan het kruis. Oh ja, ze lijden zelf ook. Ze zijn zo onbegrepen. Men moet maar meer begrip hebben voor hun vraatzuchtig leven en hun moorden, hun bloedgeld, hun bloedbanen enzovoorts. Dat is het westerse christendom. Maar het is slechts één kamp. We mogen het andere kamp niet vergeten, wat ook dwars door het christendom heenloopt, maar het loopt terug. Het moet een uitdaging zijn om het evangelie, oftewel de goede boodschap, van de gnosis, van de eeuwige en oneindige kennis, te brengen in de christelijke terminologie, in de christelijke taal, want
dat is wat het is : slechts een taal, oftewel een middel om een boodschap over te brengen tot een bepaalde groep. Het is de natuur dat een vrouw dikker is dan mannen, zoals het ook de natuur is dat een vrouw donkerder is dan een man. Waarom is dit ? Het is vrij simpel. Een vrouw heeft borsten, om kinderen te voeden. Een man heeft geen borsten en hoeft ook geen borsten. Een vrouw heeft een baarmoeder, en door haar brede heupen beschermd ze zo het kind. Dat hoeft een man niet. Toch willen sommige mannen dikker zijn dan vrouwen. Waarom ? Omdat ze zo hun vraatzuchtig en heerszuchtig, vaderzuchtig leven kunnen ondersteunen en bevestigen : 'Zie maar, dus het is zo. Kijk dan, dan zie je het, dus is het zo.' Ze praten krom in cirkelredenaties, vervroegde alzheimer, want dat is wat de molon bacterie doet. Het vreet de hersenen aan, en daarom zijn zulke mensen ook vaak aan de alcohol. Vrouwen moeten emanciperen, en daarom zegt de molon bacterie juist dat de vrouw minder moet zijn dan hem, zwakker, enzovoorts, net als zonen, opdat hij kan heersen. De molon bacterie wil niet dat de vrouw emancipeert. Maar dan even terug naar het vlees probleem : Kinderen in het westen groeien op door de vlees industrie, krijgen hun vitamines, bouwstoffen, groeistoffen, vetten, alles wat hun lichaam vormt, van vermoordde dieren, dus die lopen met die tekenen in hun gezicht en in hun lichaam, een lichaam wat niet van hen is, en waarom gestreden wordt door de zielen en hun families van wie het geroofd was. Alles heeft zich hieruit lopen ontwikkelen : je botstructuren, zenuwstructuren, enzovoorts, hersenen, organen, alles, allemaal van vermoorde dieren, geroofd spul, en daar loop je dan mee rond als een target, als een magneet die alle parasieten naar zich toetrekt. De mens ziet het niet en is stekeblind. Hun lichamen zijn niet van henzelf. Ze maken hun kinderen van andermans vermoorde kinderen. Wat een zottigheid ! Omdat een ander het doet is het normaal ? Zo praten ze zichzelf vast. Ze zijn slechts massa productie, zijn niet geemancipeerd, denken niet voor henzelf. Iemand anders denkt voor hen, de molon bacterie, het engelse, westerse, wereldrijk. Grote dikke mannen en tegenovergesteld dunne vrouwen, en die plaatjes worden telkens weer door deze bacterie aan elkaar geplakt, en dan wordt er een teer zoontje ondergezet van wiens vlees de allesvretende vader ook kan leven. Het is een karikatuur, een bacterie, allemaal opgepompt door de vlees-industrie, als motor, het instand houdende, en dat gaat rustig door het christendom heen. Zij gebruiken die hele reeks aan bijbelpersonages hiervoor. Daarom moest Jezus sterven, aan het kruis, enz. enz. en de vader zit lekker hoog en droog in zijn hemeltje. Het is altijd weer de zoon die het vuile werk moet opknappen, en van een moeder wordt al helemaal niet gesproken, dus die hangt er al helemaal buiten, zoals in mijn droom. Het gaat om de dikke logge vader die zijn zoon in een wurggreep houdt, en zijn zoon kweekt, om zichzelf te goed te doen aan het vlees van zijn zoon, het dier. Het is een gepensioneerde vader, wil niks van de gnosis weten, maar gooit weleens een wijs balletje op om niet geheel verdacht over te komen. De molon bacterie is sluw en van alle markten thuis. Paaiend gaat hij door de straten, langs de huizen. De molon bacterie wil vrouwen wit houden en dun, als slaafje van de dikke man, de dikke allesvader, de veelvraat, en dit gebeurt door de vlees industrie. Teer zoontje erbij. Dat is wel het gezinsplaatje van het westen. Prachtig kindje, maar wordt geheel kapot gemaakt door de vlees industrie, om zo later als zijn vader te kunnen worden. Het lichaam van het kindje wordt samengesteld vanuit vermoorde dieren, die ook levensrecht hadden. Prachtige, intelligente dieren. Er ligt maar een dunne lijn tussen de vlees industrie en kannibalisme. Ondergronds worden er kinderen gefokt voor het kannibalisme. Er ligt maar een dunne lijn tussen. Het kan zo omslaan in een legale markt. Dan ligt er kindervlees in de winkels. Of dat ze het vlees van hen in de gevangenis
gaan gebruiken, als een soort doodstraf. Het kan allemaal gebeuren. Deze maatschappij is ziek genoeg. Waarom zeg ik dit ? Omdat de molon bacterie een vals giftig schoonmaakmiddel is, waardoor donkere natuurvrouwen hun huid gaan lopen bleken om aan het valse westerse schoonheidsideaal te voldoen. Complete waanzin. Mensen worden gedreven tot gevaarlijke plastische chirurgie allemaal voor het corrupte schoonheidsideaal van deze bacterie. Het zit in de hoofden van de mens, tussen de oren. Ze horen iemand wat zeggen en denken dat het wereldnieuws is of de bijbel, het Woord van God. Zoals mijn vader die vroeger ons deed geloven dat iedereen dacht zoals hem, en dat onze denkbeelden daarom uitzonderlijk waren en dus niet waar. Allemaal mind control. Ik heb vaker zulke mensen gekend. Er zijn veel van zulke mensen. Het zijn machtsspelletjes waarin meerderheden worden ingebeeld in ingeprent, die er dus helemaal niet zijn, en waar het dus ook al helemaal niet omgaat. Meerderheden gebruiken als argument is een drogreden. De meerderheid zegt het, dus zal het wel goed zijn. Meerdere mensen waren bij deze ontvoering betrokken, dus was het gerechtvaardigd. Het zou kunnen dat er meerdere mensen bij waren, al dan niet ingehuurd. Het zegt verder niets. De mens is aan het ijlen. Het zijn vraatzuchtige bacterieën die zich verstoppen achter meerderheden die ze zelf ingebeeld hebben. Allemaal bedriegelijke propaganda, valse reclame. Donkere vrouwen zijn de meest vervolgde vrouwen, en ook breedheupige vrouwen die dan dik of vet worden genoemd, en daarom kom ik voor ze op. Zo zit ik in elkaar, zo zit de gnosis in elkaar. De gnosis sprak dat net zoals de aarde bomen nodig heeft om te kunnen ademen, zo heeft de aarde donkere vrouwen nodig om te kunnen ademen. Het is dus een natuurverschijnsel, wat dus niet wil zeggen dat iedere boom of donkere vrouw goed is, maar het is iets van de natuur. Ik moet altijd als ik naar de winkel ga de literatuur afdeling ontwijken want er liggen daar geen literaire geschriften maar roddelblaadjes die over uiterlijkheden gaan, en de dames die altijd op de voorkant staan zijn altijd blond en blank, zo blank mogelijk, het dunne vrouwelijke superras, altijd de nadruk leggend op de dunne schoonheid van de vrouw, de vrouw met de mooie lange dunne benen, blank, die heerst over het donkere vrouwenras van de natuur. Hoe kun je daar mee leven met zulke discriminatie ? Frank Boeijen had daarom een lied in de tachtiger jaren over denk niet wit of zwart, maar de kleur van je hart. Daar hebben we het over. Was de mens maar gewoon blind. De mens heeft zijn ogen misbruikt, maar als het even kan kom ik voor de vervolgden en onderdrukten op, want wij als geestelijken en predikanten worden ook onderdrukt, dus wij weten precies wat het is. Wij komen dus niet helpen van bovenaf, maar van onderaf. Mensen van de gnosis zijn ketters voor zowel de orthodoxe christen als de orthodoxe atheist. Ik weet dus alles van vervolging en belediging af, en sta wat dat aangaat niet boven mijn donkere medemens !! Ik houdt van de donkere natuurvolkeren, kom altijd voor ze op, houdt van het shamanisme, en kleur heeft me nooit geinteresseerd, maar ik moet als plicht opkomen voor deze kleur. Ook omdat het diepere betekenissen in de gnosis heeft. Ik wil graag de ware definities van de kleuren, rassen en geslachten laten zien, zodat de mens weer weet waarom hij zo is. Walgelijk, mensen die het altijd over het uiterlijk hebben. Het uiterlijk zegt niks. Ik wil dit voor eens en voor altijd vastleggen voor het nageslacht : Hoe walgelijk is om het altijd over het uiterlijk te hebben, te denken in uiterlijkheden, mensen naar de ogen te zien, want mensen zijn zielen. Als je een mens gezien hebt ben je al dood. Je mag een mens niet zien. Je mag alleen maar zijn ziel zien. Blindheid is de boodschap. De gnosis is blind. Als je allemaal rondloopt zo van : Oh die is dit en die is dat, dan heb je het spel al verloren. De gnosis is diepte.
Oh, een vrouw is iets donkerder en dikker dan de andere vrouwen om haar heen. De molon bacterie raakt helemaal in paniek, want hij ziet haar als bedreiging. Hij wil alles open en bloot, en dun, dus het moet blank blijven, en dan heeft hij meer overzicht, dus er gaan honderden alarms af. Nou jongens, de molon bacterie is in paniek. Ik heb het zelfs in Surinaamse kerken gezien en Surinaamse gezinnen, dat de lichteren de donkeren discrimineren, en dat vrouwen hun kinderen waarschuwen niet 'met iets nog donkers' thuis te komen, niet met 'zwarten'. Dat terwijl ze zelf ook donker zijn, maar zij discrimineren dan 'de zwarten' (nee, zij zijn dat dan niet in hun ogen, want zij zijn gewoon gekleurd, of donker). Kakelende kerkse donkere vrouwen gaan dan een huwelijk van iemand anders bespotten en zeggen : 'kijk eens naar dat zwarte beest.' Wow. Ik kon mijn ogen niet geloven, mijn oren niet geloven, toen ik dit allemaal hoorde. Ik was zo verontwaardigd, en zij noemen zichzelf christenen ? Ja, zeer zeer christelijk om mensen te gaan discrimineren op hun uiterlijk wat ze van God hebben gekregen en waar ze niks aan kunnen doen. Oh niks aan kunnen doen ? Wacht eens even. Daar is toch plastische chirurgie voor tegenwoordig, peperduur ? Dat is nu precies wat de molon bacterie wil. Die wil dat mensen hun kop gaan verbouwen voor hem, en hun lichaam, zodat hij ze onder zijn macht krijgt, kan hij ze met zijn plastic afstandbediening besturen. Belachelijk ! Wat een karikatuur ! Als exorcist werkte ik op een gegeven moment onder die mensen. Soms mocht ik niet eens van de gnosis aan bepaalde mensen werken omdat hun hart niet goed was, en dan zou het met de kraan open dweilen zijn. Maar soms schreeuwden die demonen door mensen heen : 'Ik ga je vernietigen !' Die demonen werden dan wel uitgedreven en die mensen werden dan wel bevrijd, maar die demonen gaan dan wel versterking zoeken en proberen terug te komen, en proberen de exorcist het betaald te zetten, enzovoorts. Daarom is territoriaal exorcisme ook zo belangrijk. Dit is een wetenschap op zichzelf. Dat is niet na een zesjarige studie afgerond. Neen. Je hele leven door blijf je studeren. Als je ogen niet in de gnosis zijn, en je laat je verlagen door vooroordelen te hebben met uiterlijkheden, wat puur projectie is en het werken voor een bepaalde markt, voor een product dus, dan zullen die uitgerukt worden. Zij die hun ogen misbruiken zullen in een volgend leven blind zijn, wat dus niet wil zeggen dat blinden in dit leven dit zijn omdat ze hun ogen hebben misbruikt in een vorig leven. Dat zou weer een gemakkelijk vooroordeel kunnen zijn. Sommige mensen zijn blind opdat ze voor de gevaren van het zien worden bespaard. Voor vele zonden worden ze zo bespaard. De ziende mens is in een mijnenveld. Bewaak je ogen. Dus wat bedoel ik als ik zeg dat het de natuur is dat vrouwen donkerder en dikkerder zijn dan mannen. Dat zeg ik niet, dat zegt de natuur, dat zegt de gnosis. Dat komt omdat de vrouw dus borsten heeft, en bredere heupen vanwege de baarmoeder. Een man heeft geen baarmoeder. De baarmoeder is een ruimte waarin het kind verborgen wordt, in donkerheid. In die zin is de vrouw dus donkerder. De vrouw moet haar vrucht donker en nat houden om het tegen parasieten te beschermen. De vrouw is in die zin ook natter dan de man. Daar mogen geen misverstanden over komen. De vrouw is donkerder, dikker, natter dan de man. Dat heb ik gezegd. Niet omdat ik het zeg, maar de natuur zegt het telkens weer, telkens weer, de gnosis. Het heeft dus een reden. Dat wil dus niet zeggen dat ik heb gaan lopen rondkijken. Sommige mensen hebben rollende ogen. Altijd zijn ze op zoek naar wat ze op iemand z'n uiterlijk kunnen aanmerken, juist omdat ze geen diepteonderzoek willen doen. Ze willen niet studeren, en daarom leven ze in vooroordelen. Maar wat ik, of de natuur, de gnosis, heb gezegd is wat anders. De vrouw is donkerder, dikker, natter, niet zomaar een persoon, maar zinnebeeldig, iets wat in ieder mens zit, en waardoor de mens weer tot zoonschap kan komen. Hard nodig met al die overmoedige en overmatige, vraatzuchtige vaders waarvan ik er ook één had. En die Engelse leraar had twee kinderen, een jongen en een meisje, vriendje en vriendinnetje van me, gingen we samen mee op vakantie in Friesland, op watersport vakantie. Zij
verloren al jong hun moeder. Ik ben daar nooit overheen gekomen. Dat vond ik zo erg voor ze, en ik werd er zelf ook depressief van. Als ik het meisje, wat net iets ouder was dan ik, erover vroeg, dan zei ze niks. Dat was te moeilijk voor haar. De moeder moet dus terugkomen. Ik heb hun moeder overigens nooit goed bewust gekend. Ik was nog heel jong. Teruggaan naar de moeder. De man moet hiervoor minder worden, terrein teruggeven. Niet alsmaar vreten en vreten, maar geven, zorgen voor de armen. De moeder is donker, oftewel haar baarmoeder, en dat moet ook wel. Zij is donker, opdat we beschermd zijn, in de diepere, donkere natuur. Hier ligt het anti stof tegen de molon bacterie. Ik was eens met een donker meisje bij andere donkeren, op een feestje, heel lang geleden. Niks mis met het meisje, dat even voorop, maar komt er zo'n dun oud vrouwtje, veel dunner dan haar (niet dat dat er toe doet, maar even voor het voorbeeld uit mijn verleden) en zegt dan : nou, je bent wel heel erg dun geworden zeg, bla bla bla. (niet in positieve zin dan, maar in negatieve zin. bij veel blanken zou het een compliment zijn voor een vrouw want dat kan nooit dun genoeg zijn, maar let wel : we waren hier bij donkere mensen, en daar zitten soms mensen tussen die altijd naar stokken zoeken om anderen te kunnen beledigen, zelfs als het om iets goeds zou gaan. glas is half leeg of half vol zullen we maar zeggen). Was ik met datzelfde donkere meisje bij iemand anders, ook een donkere, die dikker was dan haar, krijgt ze te horen dat ze veel te dik was en maar eens oefeningen moest gaan doen. Dat is de hypocriete molon bacterie met rollende ogen. Pure dwaasheid. Die mensen maken elkaar gewoon helemaal gek, opdat ze niet tot de gnosis gaan. Zombies die zich dan ook nog met uiterlijkheden gaan bezig houden, terwijl ze geen innerlijke substantie hebben, en daardoor verdwaasd zijn. Op de computer noemen we dat screen resolution, dat sommige computers zijn afgestemd waarop je alles dik ziet, en op andere computers zie je alles dun, en dat geeft op virtual reality hetzelfde effect, dat mensen elkaars avatars op deze voorgeprogrammeerde persoonlijke instellingen gaan lopen afkraken. Totaal zot en misleidend. Dit zijn echt mensen die daadwerkelijk met pensioen zijn gegaan en niets anders meer te doen hebben. Ik zeg het nogmaals : Dit zijn gepensioneerden, lieve mensen. Trap er niet in. Alleen de gnosis kan je vertellen wie of wat je bent. Bij de molon bacterie is het altijd te dik of te dun, te donker, te dit, te dat, maar dan zou hij zijn eigen computer eens onder handen moeten nemen, zijn screen resolutie, zijn kleur instellingen etc., alhoewel de molon bacterie gewoon liegt. Het zijn allemaal verhaaltjes. Hij is gepensioeneerd en renteniert nu. Heeft niets anders meer te doen. Volgens David Bowie kreeg Mick Jagger eens te horen van iemand in het publiek : 'Cut your hair !' Volgens Bowie zei Jagger toen iets wat de toekomst zou bepalen : 'And look like you ?' Houd je met de armen bezig, met de gnosis. Allemaal duffe opmerkingen over het uiterlijk van andere westerlingen maken laat juist zien dat je al met pensioen bent gegaan : demente oude opa met zijn stok maakt de hele dag luie opmerkingen over andermans uiterlijk. Het Eeuwig Evangelie, De Nieuwe Handelingen II, 17 37. Gij hebt dan geen idee wat dik of dun is, daar uw ogen verblind zijn. Zoekt dan het oog des Heeren. 38. Want het dikke Gods is dikker dan hetgeen in de wereld is, en het dunne Gods is dunner dan het riet der rivieren. 39. Hij die dan niet met deze dingen rekent, met hem worde niet gerekend. 40. Gij dan die in de Heere zijt bent genaderd tot het dikke Gods door Spricht. 41. Zij dan die hun ogen gebruiken om anderen te misbruiken, de Heere zal uw ogen uitrukken.
Hermitaten 28 2. Gij piekert op hoge bergen, opdat de Heere u bespare, zodat u niet groot wordt op de vlaktes van Babylon. Het dikke des heeren dan is dunner dan het dun der mensen. 3. Het dunne des heeren is dan dikker dan het dik der mensen, en dit geheimenis is groot. Gij dan hebt acht gegeven op het woord des heeren, en met zuivere maat gemeten. Ja, gij zijt meters voor zijn aangezicht, en de heere uw God heeft u geheiligd vanaf den beginne. Hoofdstuk 27. de christelijke rolstoel – voor ware gelovigen Er ligt maar een hele dunne lijn tussen zonde en het goede, wat dus eigenlijk het verschil is tussen het vleselijke en het profetische, waarover wij spraken in het eerste nummer van het profetische info-blad 'de vloedgolf' in 1994, waarin de noodzaak werd besproken dat de kerk profetisch zou worden, en als dat zou gebeuren zou dit ook automatisch uit de kerk wegleiden om tot de hogere kerk te komen, maar in die tijd was het belangrijk dat er profetische kerken zouden komen, en wij hadden er ook één, en toen barstte wel echt de bom, want stortvloeden van de hel werden over ons uitgestort, 'alle hel brak los', omdat de gevestigde orde woest was. We stelden dat er gekozen moest worden tussen profetisch of demonisch. Het profetische zou door het oog van de naald leiden, door de enge poort, want het vleselijke, het menselijke, kon dat niet doen. Profetisch betekent door de gnosis ingegeven, dat je geleid wordt door de hogere kennis, om zo niet in valstrikken terecht te komen. Dit is een school. Profetie is een school, en dan gaat het niet om het raden van de loterij enzo. Ook is het zo dat zij die in de lagere klassen blijven hangen, en dus niet doorleren en lauw worden de hogere klassen zullen aanvallen, en dat is ook gebeurd. Het profetische is namelijk niet te begrijpen door het vleselijke, en het vleselijke zal altijd het profetische aanvallen. Omdat het profetische geheel tegen de gevestigde orde en het zogenaamde 'normale' ingaat, als de dwaasheid van God lijkt het vaak op zonde of zelfs op waanzin. Daarom worden profetische mensen die hoog begaafd zijn vaak ook zwaar vervolgd en hen wordt een hele etikettenreeks opgedrukt. De profetische 'wilden' zijn dus ook een vervolgde minderheid die tegen de massa's ingaan, maar het is een teken dat ze nog leven. Op het hogere profetische pad worden je vrienden ineens je vijanden, want zij willen niet zo ver gaan als jij, en ze roepen je dan terug en beginnen op je te schelden, want je moet zoals hen blijven. De mens wordt door het profetische ook op de proef gesteld, en het profetische moet ook getoetst worden, en dat leer je op de profetische school, wat iets tussen jou en de gnosis is. Er is dus een dunne lijn tussen het profetische en zonde. Hosea moest gaan tot een vrouw van hoererijen als
een beeld naar het volk toe, om het volk te overtuigen van zonde, zo van : 'kijk, dit doen jullie.' Gaat ver, hè ? Zo moest Jesaja naakt en barrevoets gaan als een zinnebeeld van wat Assur met de mens zou doen. Gaat ook ver, hè ? Natuurlijk zijn dit verhalen, maar het is een beeld van dat het profetische zo kan gaan. Het kan heel sarcastisch zijn, en heel bedrieglijk, zoals Machiavelli die zijn vijanden om de tuin leidde door te doen alsof hij dood was, en David leidde zijn vijanden om de tuin door te doen alsof hij een gek was. Het profetische is spionage. Ik heb mijn ogen altijd uitgekeken op de profetische school, want het was altijd totaal onvoorspelbaar en onverwachts. Het is niet voor simpele zielen. Stop alsjeblieft met lezen als je simpel wil blijven, want dan is dit niet voor jou. De profetische mens, zoals Hosea, houdt de vleselijke mens dus soms een spiegel voor, zodat het lijkt alsof de profetische mens 'zondigt', terwijl hij juist de zonde ontmaskert. De profetische mens moet soms rondlopen met een masker. Bij de indianen is dat heel normaal, dat zijn de heilige dwazen, die alles achterstevoren doen om mensen te laten nadenken. Het zijn komedianten. Ze doen alles tegendraads. Ze infiltreren ook. Maskertje op, maskertje af. Het zijn kameleonen. De profetische mens geeft voortdurend tekenen, zoals Hosea door de namen van zijn kinderen de straf aankondigt over de zonde van het volk, waar hij zelf ook deel aan lijkt te hebben, maar het niet daadwerkelijk heeft, omdat hij een opdracht heeft. Het is iets zinnebeeldigs. Daarom moet de mens voorzichtig zijn in het oordelen van profetische mensen, want die leven door een hogere intelligentie. Die gaan en staan waar het bloed niet kan gaan. Die komen overal. Ze spelen het spelletje soms gewoon mee, zijn niet voor een gat te vangen. Je kunt ze niet in een doosje stoppen. Als je denkt dat je ze bedonderd hebt, dan hebben zij jou al bedonderd. Het zijn meester toneelspelers. Profetische mensen zijn al dood en liggen al op het kerkhof, maar hun zielen zijn terug gestuurd met een code waarvan ze niet kunnen en mogen afwijken, anders zouden ze opgeblazen worden. Wat voor de kortzichtige kerk zonde is, zoals in de dagen van Hosea, is geen zonde voor de gnosis. Het doel heiligt de middelen. Waarom doet iemand iets, daar gaat het om, niet wat iemand doet op zich. Het gaat om het motief, het doel. Twee mensen kunnen dus ogenschijnlijk hetzelfde doen, terwijl de ene het doet voor de zonde, en de ander het profetisch doet voor een doel. Oordelen, de mens kan niet oordelen, en moet het eerst loslaten. De mens is te kortzichtig om te kunnen oordelen, helemaal als het ook nog eens voor geld is, voor steekpenningen dus. Alleen het profetische kan oordelen, maar het profetische is zeer gevaarlijk. Aan het begin van mijn profetische loopbaan kreeg ik dat al te horen : geesten van valsheid liggen op de loer. Eerst moet de mens leren toetsen, maar er zijn ook zoveel geesten van vals toetsen, en daarom moet ook het toetsen getoetst worden, en moet je ervoor naar een toets school. Het is een vakkundigheid niet minder gevaarlijk en ingewikkeld dan rakettechniek. Profetische mensen zijn al dood en liggen al op het kerkhof dus, en hun zielen zijn teruggestuurd met een code waarvan ze niet kunnen afwijken. Ze komen onder hoge voltage die hen weer terugduwt mochten ze teveel naar links dreigen te gaan, of teveel naar rechts, teveel naar voren of teveel naar achteren, te snel of te langzaam. Over dat profetische niveau spreek ik. Dan ben je een cyborg. Met minder moet je geen genoegen nemen. Alleen een hemelgestuurde cyborg komt door deze waanzinnig ingewikkelde en absurde mijnenvelden heen, alleen computerbestuurde hemelpiloten. Voortdurend krijg je optaters van hoge voltages zodat je geen kant opkan, en dat is je beveiliging.
Dat het profetische dus altijd vakkundig demonologisch moet zijn mag duidelijk zijn. Het gaat erom hier hoog in opgeleid te worden, anders is het een verloren zaak en wordt je bedrogen door demonen. Matthew Henry stelt in zijn commentaar op Numeri dat de telling van de strijders symbolisch is. Mensen met hoge leeftijd werden niet geteld. Zij die zich gedragen alsof ze met pensioen zijn gegaan zijn geen strijders. Ook blinden werden niet meegeteld, wat dus over profetische blindheid gaat, dus mensen die alles naar het vlees bezien, en niet naar het profetische, en dus zo ook geen strijders kunnen zijn. De telling moest volgens MH plaatsvinden, opdat de strijders hun stempel zouden drukken in de geschiedenis, hun sporen zouden nalaten. De buitenwereld had een vals etiket gemaakt, maar zij moesten daarom ook een etiket maken, een profetisch etiket. Ga dus niet zomaar geruisloos door het leven, maar laat een spoor na zodat anderen kunnen volgen, en zodat de vijand door dit spoor ook buitengesloten kan worden. Jezus sprak dat er na hem nog iets groters zou komen en dat er grotere werken gedaan zouden worden. Hij had het over de gnosis waar hij op wees, dat dat de ware sleutel tot het leven was, maar dat de kerkleiders deze hadden achtergehouden. Het waren meer godsdienstleiders in die tijd, en later kwamen de echte geloofsleiders die vies waren van werken, want het ging allemaal om geloof en genade, lekker met pensioen gaan. Het is de opa en oma cultus, lekker met de luie stok anderen de zak geven. Lekker vanuit de luie stoel de hele godganse dag over uiterlijkheden en vormen praten en anderen bekritiseren, en dan de hele luie dag vanachter de geraniums lekker lopen zappen met de afstandbediening door alle christelijke channels. Zij weten het beter, en alles is al volbracht. Over demonen mag niet gesproken worden, maar als het moet dan zijn zij er als de kippen bij om anderen te demonizeren, zij die anders denken dan zij. Lekker vanuit de luie stoel, met de luie stok. Hun benen hebben ze verkocht aan de afgoden van genade en geloof, en zo rijden ze in hun rolstoeltje overal naartoe. De christelijke rolstoel, voor iedere ware gelovige. Snel lekker hup met pensioen gaan. De duivel bestaat niet meer, die is al verslagen door Jezus, dus er mag ook niet meer over demonen gesproken worden eigenlijk. Nee, dan zouden ze namelijk zichzelf ontmaskeren. Daarom worden ze overstuur als het over de grotere werken dan Jezus gaat, terwijl het letterlijk in hun bijbeltje staat. Ze aanbidden hun christelijke rolstoel, hun gouden kalf, waarmee ze vrolijk overal naartoe rijden, bestuurd vanuit hun kerk. Er zit een knopje op. Kunnen ze soms ook uitzetten. In het boek Numeri worden zij niet meegeteld, want zij strijden niet meer, maar wanen de hele dag door, aan de christelijke drugs. Religie is de opium van het volk. Maar de oorlog gaat door, en wij zijn in lijdvaardige en strijdvaardige verwachting van de gnosis die zal wederkomen. Ook Jezus was in die verwachting. Hij wees op iets anders. Bij Jezus stopt het dus niet, en dat was ook nooit het onderwijs van Jezus alsof het daar zou stoppen. De sleutel van de kennis, de gnosis, daar ging het uiteindelijk om in de grondteksten, en dat was wat Jezus verwachtte, en wat de mens zou moeten verwachten. Dat is niet zomaar de uitstorting van de heilige geest, want pneuma betekent ook kennisvervuld, dus het is het geestelijke verbonden met de kennis, niet zomaar het vage spirituele en new age wat ten onder gaat in het spijbelen en ook allerlei snelle pensioenfondsen etc. Ruh is het woord voor geest in het Aramees, in de grondtekst, en rwh, rw, wat van het Egyptische rw komt, Ra, en wat richting betekent. Over Egypte gesproken : Als we kijken naar het Hebreeuwse woord voor profeet, nabi, navi, wat komt van het Egyptische nefu, wat zeevaarders zijn, of riviervaarders, en van nubiu, wat de zwemmers zijn over de rivier van het dodenrijk, de onderwereld, de tuat, zij die dus aan zichzelf gestorven zijn, van het woord nubi, zwemmen, zeevaren. Dit leidt helemaal terug tot de voortijdse Job, Jove, die Nob, of Noph werd genoemd, de gekruisigde in de wildernis. Het oudere, voortijdse boek van Job,
oftewel Nob, begint met een overstroming. En Nob moest op zijn bootje dieper de wildernis in. Het heeft ook verbindingen met het Noach verhaal. In de Egyptische context was het zo dat de mens over allerlei rivieren in de onderwereld moest zwemmen om zo tot profetische kennis te komen. Dat is ook waar de godin Nephthys weer aan verbonden is, die ook het woordje navi (hebreeuws) en nefu (egyptisch) in zich draagt, als Nefu-thys, als zij die de rivieren van de onderwereld heeft overgezwommen, tot de dieptes is gegaan, of zij die uit de diepte van de onderwereld kwam, en zij trok ook Ra tot deze dieptes. Het profetische is dus ook het leren werken met het Nephthys medicijn. Hoofdstuk 28. de misdaad regeert Wat is macht ? Dat is ook weer zoiets. Macht kan als een drug zijn. Soms heeft de mens liever macht dan het kruis. Macht kan ook weer het vervroegd met pensioen gaan zijn, anderen voor je laten werken, slavenmeester zijn. Misschien ken je ze wel, de volwassenen, dronken van macht, vervroegd met pensioen gegaan. De demonologie kennen ze niet, profetie kennen ze niet, en zo starten ze hun bedrijfjes om macht uit te voeren over anderen met hun medicijnen en recht, enz. Het is voor hen een drug om anderen de vernietiging in te helpen. Dan voelen ze zich beter over zichzelf, want dan hoeven zij niet. Neen. Want zij zijn met pensioen gegaan. Die hele zwaarwichtige, zelfbelangrijke stemmen, heiliger dan de paus, zijn overal, die volwassen stemmen. Je wordt er moe van. Het is één groot machtsspel van alzheimer patienten. Ze slaan elkaar de hersenen in met hun apparaten, hun gehele alzheimer arsenaal. Ze komen op hun rolstoelen op je af als je je niet aan hen onderwerpt, of ze geven je gewoon de koude douche, negeren je dood voor de rest van je leven. De zaken zijn immers gedaan. Ze hoeven zichzelf niet te herhalen denken ze. Tijd met hen is duur, veel te duur. Hun woorden zijn goud met diamanten randjes. Die verspillen ze niet zomaar aan jou. Kom maar op hun niveau, dan willen ze wel met je praten. Kom maar met een rolstoel van hun merk, een gehoorapparaat van hun merk, een blindengeleide haai van hun merk enzovoorts. Kom niet aanzetten met een tas van de concurrent, want dan raken ze in paniek. Het zijn hele debiele en labiele mensen. Het zijn autisten op troontjes met een asperge syndroom. Het zijn sociopaten, totaal contactgestoord. Ze zijn met pensioen gegaan. Ze leggen niets uit. Hun wil is wet. Daar hebben ze ook geen argumenten voor, maar die verzinnen ze gewoon als het echt moet. Liegen en bedriegen is hun vak, van alzheimer tot alzheimer. De stem van macht, het is een clown in een rolstoel, die nogal is opgehypt tot een rolce royce of ferrari, en die zou wel even over jouw leven bepalen door wat knopjes in te drukken op dat onding. Hevig gieren, lachen en brullen als ze weer een mens met hun knopjes de vernieling in hebben gebracht, want ze weten dat het een domino spel is. Ook de families van die vernielde mensen gaan er zo aan, wat de lol alleen maar groter maakt. Wie houdt er nu niet domino effecten ? Maar is het niet om te kotsen ? Het went nooit. Want dit is pure misdaad. Zij die met pensioen gaan in het demonologische profetische van
de gnosis worden automatisch lid van een criminele organisatie. Het is misdaad, lieve mensen. De misdaad regeert. De misdaad heeft de macht gegrepen. Deze mensen worden snel oud. Ze komen en gaan weer, maar ze slaan eeuwige wonden. Je komt door dit soort types helemaal vast te zitten in de tijd. Ze komen om hun misdaad te verrichten en zijn dan weer weg. Ze hebben zichzelf geheel ingedekt. De medische misdaad heeft ervoor gezorgd dat het legaal is, en dat terwijl naar demonologisch profetische maatstaven van de gnosis het zwaar illegaal is. Waarom doet de gnosis dan niks ? Waarom, waarom ? Al die ellende op aarde. Al die misselijk makende figuren om je heen die een groot spel spelen, die met pensioen zijn gegaan. Denken ze dat ze na hun paar jaar tellende opleiding er zijn. Het demonologische profetische van de gnosis gaat nooit met pensioen, nooit. Er is teveel werk te doen, teveel om te leren. Maar waarom doet de gnosis dan niks ? Waarom regeert de misdaad, en niet de gnosis ? Waarom is de gnosis nog niet teruggekomen om deze mafkezen een lesje te leren ? Je kan bidden en studeren en mediteren tot je een ons weegt, en ze gaan gewoon door, en vaak wordt het alleen maar erger lijkt het wel soms. Het kan je soms erg boos maken, of erg verdrietig, misschien wel depressief of nog erger. Zo was dat wel in mijn leven. Ik ken alle gaten en hoeken van deze worsteling, deze strijd. Maar de gnosis laat een dieper pad zien : het smalle pad door de enge poort, het pad van het kruis. De gnosis laat het kruis zien. Daar gaat het om, want die weg gaat dieper, en op die weg ga je niet met pensioen. Als het kruis er niet zou zijn, dan zou je automatisch met pensioen gaan en dan was je verkocht. Het kruis is de reden waarom velen dan maar liever opa en oma willen spelen, verwennen van de kleinkinderen, heerlijk genieten van het leven op de oude dag. Bla bla blaaaaa. Ik wil daar niet bijhoren, dat heb ik nooit gewild. Waar is dan je hart, je empathie, je strijdlust ? De mens moet ontwaken en niet in slaap dutten. Ik roep : Vecht ! Ik roep : Oorlog ! Deze wereld wil ik niet, want het gaat recht tegen de gnosis in. Met hun zwaarwichtige stemmen, oh ze zijn zo belangrijk, lekker belangrijk doen, met hun loodzware stemmen als zwarte giftige stalen smoordekens, hun gepensioneerde rolstoel stemmen. Lekker bassen als gepensioneerde man, lekker hoog van de toren blazen, algemeen beschaafd nederlands praten. En hun vrouwen kunnen er ook wat van. Ik roep : Vecht ! Ik roep : Oorlog ! Laat je niet met dit tuig in. Koop geen rolstoelen van hen. Er worden rolstoelen uitgedeeld in de kerk, op de wielen van geloof en genade. Makkelijk praten. Vroeg met pensioen gaan. Waarom nog studeren en groeien ? We hebben immers geloof en genade. Matthew Henry stelde in zijn commentaar op Genesis dat het scheppingsverhaal symbolisch wees op de herschepping van de mens, die eerst woest en ledig was. De mens moet niet ijlen, stelt MH, maar wedergeboren worden, een nieuwe schepping, want alle schoonheid is immers alleen in God en alleen in God te genieten. Er is geen ware schoonheid buiten God om. We kunnen stellen dat de enige schoonheid de gnosis is, oftewel de diepte. Alleen de diepte kan waarlijk verzadigen. De valse schoonheid is de oppervlakkige smetvrees. 'Ha ! Het is schoon !' wordt er dan geroepen als het goud der dwazen is gevonden. Nee, het vuil is slechts afgedekt. Er is een bedrieglijk gepensioneerd laagje overheen gegaan, de rolstoel is er bij gekomen, de oren zijn gedoofd, en blindheid is gekomen. Het zijn de oh-wij-zijn-zo-schoon zombies.
MH wijst hierbij op Jeremia 4 : 23 – Ik zag de aarde, en zie, zij was woest en ledig; ik zag naar de hemel, en zijn licht was er niet. Het hele stuk is vermeldenswaardig van Jeremia 4: 22 Want onverstandig is mijn volk, Mij kennen zij niet; dwaze kinderen zijn het, en inzicht hebben zij niet; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar van goed doen weten zij niet. 23 Ik zag de aarde, en zie, zij was woest en ledig; ik zag naar de hemel, en zijn licht was er niet. 24 Ik zag de bergen, en zie, zij beefden, en alle heuvelen schudden. 25 Ik zag, en zie, er was geen mens, en al het gevogelte des hemels was weggevlogen. 26 Ik zag, en zie, de gaarde was woestijn, en al zijn steden waren in puin gestort, voor de Here, voor zijn brandende toorn. Ook Jermia sprak over het pre-existentialisme, dat de ware schepping er nog niet was, en dat de ware mens er ook nog niet was. MH legt ook een verband met Ezechiël's dal van dorre doodsbeenderen (Ez. 37). Hij wijst dan op Psalmen en Job waarin het scheppingswerk wordt verricht. Hij stelt dat de schepping pas daadwerkelijk begint daar waar er kruispunten zijn tussen de hemel en de aarde, tussen de hemel en de mens. We zouden kunnen stellen dat dit de kruispunten van de gnosis zijn, als wedergeboorte en ontwaking. Bij de schepping van dag en nacht stelt MH dat God de Heer is van de tijd, en dat zal zijn totdat dag en nacht tot hun einde zijn gekomen en de stroom des tijds verzwolgen wordt in de oceaan van de eeuwigheid. De ware schepping gaat dus door het kruis, stelt MH. De mens wordt gemaakt vanuit de aarde, vanuit de diepte. De mens werd in de natuur geplaatst, stelt MH, en de natuur was versierd door de natuur, niet door kunst, niet door gebouwen. De mens moet helemaal niet trots zijn op zijn hoge gebouwen, want zo was het oorspronkelijk niet. De mens was in de natuur. De staat van onschuld was de mens in de natuur, en nu is de mens schuldig en niet meer in de natuur. MH stelt dat de huizen gelijktijdig kwamen met de kleren, en zo ook gelijktijdig met de zonde. En dat terwijl het dak van Adam's huis gewoon de hemel was. En de aarde was zijn vloer. De mens is dus bedonderd, stelt MH. De eerste mens had als afzondering de schaduw van de bomen. MH roept de mens op terug te keren tot deze soberheid en zich niet over te geven aan de kunstmatige verlustigingen, opdat de mens zo terug kan keren tot onschuld. Hij stelde dat de kunstmatige verlustigingen waren uitgevonden om de hoogmoed en de weelde van de mens te strelen. De natuur is met weinig tevreden, maar de hebberigheid van de mens is met niets tevreden. Zoals het nu is is ten gevolge van de zondeval en de zondvloed, stelt MH. De eersten zullen de laatsten zijn, de laatsten de eersten, daar werd ik vandaag mee wakker. MH stelde dat omdat van alle schepselen Adam als laatste werd geschapen omdat hij het uitnemendste was, zo is Eva nog wel uitnemender, omdat zij na Adam werd geschapen. MH stelt op basis van I Korinte 11:7 dat de vrouw de heerlijkheid is van de man, als de hoofdtooi. MH stelt dat de man van verfijnde stof was, maar dat de stof van de vrouw dubbel verfijnd was, een graad verder van de aarde. Hij stelt dat Eva uit Adam's zijde werd geschapen opdat ze gelijk zouden zijn, niet vanuit zijn hoofd om over hem te heersen, of vanuit zijn voeten om door hem vertreden te worden. MH maakt de verbinding met Jezus aan het kruis, de tweede Adam, die ook in zijn zijde werd gestoken, waardoor bloed en water voortkwam, waaruit de kerk voortkwam, de bruid. Alleen door het kruis komt de mens tot de bruid, zijn hogere zelf, de gnosis.
Hoofdstuk 29. het belang van 1953 Vannacht droomde ik over het belang van 1953 : 1. de dood van Jozef Stalin 2. scheuring binnen de gereformeerde gemeente 3. de watersnoodramp Ik droomde van een bacterie genaamd hamnam, een hysterische kip die overal razendsnel haar eieren legde en het volk niet wilde laten gaan in de exodus, maar dat 1953 de mens tegemoet kwam in de vorm van een raaf die haar kinderen verzamelde, als de gnosis die boven de woeste zee zweefde. Dit was een hoger verbond tussen mens en gnosis, om de valse banden tussen mens en kerk af te breken, want de mens was onder hypnose, onder mk ultra mind control. Hamnam is de overmatige verslaving aan de Jezus afgod, die gelijk oploopt met de vlees verslaving. Daarvoor hoef je niet eens letterlijk in Jezus te geloven. Atheisten kunnen ook een vlees verslaving hebben, oftewel een verslaving aan een zondebok die alles voor je draagt en alles voor je regelt, waaraan ze ziekelijk afhankelijk zijn. Dat kan van alles zijn, iemand in de familie, iemand op het werk en ga zo maar door. Het moet in de juiste context komen en in de juiste mate. De dictatuur en het narcisme van Jozef Stalin moet afsterven. Kijk wat ze in de kerk doen : ze eten het vlees van Jezus, wat puur kannibalisme is. Het is een beeld van de vlees industrie. Het is een parasiet. Jezus wees op de gnosis, op de sleutel der kennis (Lukas 11), en op de volle waarheid die na hem zou komen (Johannes 16) en er zou iets groters komen dan Jezus, grotere werken (Johannes 14). Het staat letterlijk in hun bijbel, maar de kerk blijft Jezus overmatig verafgoden. Ja, Jezus kan metaforisch gebruikt worden in de juiste context, en je kan Jezus volgen, het pad van Jezus, het pad van het Kruis, maar het kan ook zo verletterlijkt en gematerialiseerd worden dat je langs de boodschap van Jezus voorbij vliegt en dat het tot een stuk vlees wordt. En dan heb je een vlees verslaving, hoe je het ook wendt of keert. Dan ben je een kannibaal, en dat kan heel subtiel gaan, want deze dingen kunnen door elke religie of ideologie werken, zelfs door het atheisme, dus het gaat om het hart. De mens moet de gnosis ontvangen, de volle waarheid en stoppen met kerkelijke Jezus spelletjes te spelen. De orthodoxe kerk moet scheuren en Jozef Stalin moet sterven, opdat er plaats komt voor de gnosis. 1953 moet komen.
Ik wacht, Ik wacht op de gnosis, Ik volg het pad van de gnosis, Ik wordt de gnosis, Want de wereld zal vergaan, Een nieuwe wereld zal er zijn, Alles door een tijdelijke sluier, Het glijdt af, Opdat het verbond met de gnosis zichtbaar wordt Hoofdstuk 30. 1991-2001 – Joegoslavië in oorlog Geen democratie, geen bureaucratie, allemaal veel te gevaarlijk, maar : een profeto-demonologocratie of gnosocratie. 1953 was het einde van de Koreaanse oorlog, wat niet betekende dat de Noord-Koreaanse dictatuur was gevallen, maar symbolisch gezien was het wel de opening van de mond. De mens had weer godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Dat kon niet door een kortzichtig politiek apparaat beslist worden zoals hier in Nederland, wat ook een Noord-Koreaanse dictatuur heeft in de vorm van de psychiatrie en de tandheerskunde om de monden te beheersen. Er is geen godsdienstvrijheid in Nederland en ook geen vrijheid van meningsuiting. Laat je niet voor de gek houden. Psychiatrie en tandheerskunde zijn twee hysterische alarms die alles in de gaten houden. Maar 1953 is een symbolisch jaar van het einde van deze tirannie : de dood van Stalin, de scheuring binnen het calvinisme, de doorbraak van de dijken en het einde van de Koreaanse oorlog. 1953 is niet zomaar een jaartal wat voorbij is. 1953 leeft. Het is een dynamiek van de gnosis. De ravin die boven de steden vliegt op zoek naar haar kinderen. In 1953 ben je bovenop de puinhopen gekomen, heb je weer oog op de wildernis. De stad is ingestort, verwoest, en nu heb je weer zicht en wacht je op de ravin zoals Elia in de wildernis. Waar is het overblijfsel ? Wie is er nog over ? De ravin draagt hen met zich. Vandaag de dag heeft men een bacteriologisch vuilnis probleem, want omdat de demonologie ontbreekt, en men alleen gericht is op democratie, het recht van de meerderheid, blijft het vuilnis zich ophopen en wordt niet verwerkt. Dit geeft verschrikkelijke complicaties van bacteriën die zich zo overmatig vermenigvuldigen waardoor alles uit balans raakt. Met vlees eten is het zo dat het lichaam er niet op gebouwd is deze vleesvetten te verwerken, en er komt telkens meer bij, aan de
lopende band, en dit gaat om het hart en de organen drijven, niet alleen om mensen overmatig vet te maken, maar ook om de organen te verstoren en levensbedreigende situaties te brengen. Het vuilnis wordt niet verwerkt, blijft in de stad, en valt de mensen aan. De vijand is zo binnen de muren gekomen en blijft daar. Dan krijg je de verschijning van vrouwen die zichzelf 'mooi' wanen, muizenvrouwen, de manier waarop ze henzelf bewegen, de manier waarop ze hun lippen bewegen, koket, oftewel ijdel, schoon, want ze hebben zich niet vies gemaakt, vol van smetvrees, panische smetvrees waarvan ze in een shock zijn, ondemonologisch, paranoïde naar de demonologie toe, vies van de demonologie. Oh ze zijn zo mooi, keurig en schoon, maar de realiteit is dat ze vol zitten met stinkende vuilnis, omdat ze de demonologie hebben veracht. 'Mooi' is één van de vele vormen van het Egyptische woord 'ma' wat waarheid betekent, kennis, oftewel gnosis, grensgevoeligheid. Maar ze zijn juist vies van kennis en hebben hun eigen anti-kennis tot kennis verheven. Het zijn muizenvolkeren. Ze blijven binnen de grenzen van de stad. Ze zullen niet buiten komen, niet tot de wildernis, de natuur gaan. Nee, want dat is vies en onschoon. Ze spreken 'proogs' en 'hoog proogs', de talen van afwimpelende ijdeltuiten die strijden tegen de demonologie. In de geestelijke wereld is het daarom een rotzooi. Kom niet in zulke steden, want je kunt er niet ademhalen. Het vuilnis stapelt zich op omdat ze de demonologie niet willen. De vuilnis stapelt maar op, zodat het vuilnissteden zijn geworden. We spreken dus van een vuilnis-dystopie waarin de tandartsen het vuilnis zelfs proberen op te slaan in de monden van de mens. De mens wordt zo zelf tot een levende vuilnisbelt, ook door de vlees industrie waardoor hetzelfde gebeurt : het vuilnis blijft zich maar opstapelen, blijft zo zich vermenigvuldigen en parasieten aantrekken. Wat willen ze bouwen ? De breinen van de mens smelten helemaal weg onder deze druk, vervormen helemaal door het afval gif en dementeren vroeg. Muizenvolkeren zijn het. Kijk hoe snel ze alles kunnen, hoe kundig ze de blokfluit spelen, maar het zijn slechts dansende parasieten in hun breinen. De medische industrie schenkt visioenen van valse gezondheid, maar ze zijn op sterven na de dood. Ze zijn aan het ijlen door alle vuilnis. IJlen op de vuilnisbelten, want de demonologie willen ze niet. Daarom komt 1953 de mens tegemoet, tot het overblijfsel, die zich een weg hebben gebaand door deze puinhopen heen. De wildernis is weer in zicht. De ravin verzamelt haar kinderen. Er is leven na de vuilnisvloed. Buitenaardse volkeren willen hun vuilnis kwijt maar niet door het kruis en de demonologie, dus zo dumpen ze het bij de domme aardlingen. Dit gaat door de vlees industrie en door de medische industrie en de verdere voedsel industrie, allemaal codes. Buitenaardsen weten heel goed hoe hun vuilnis op te slaan in de domme aardlingen. Daar staat de aarde om bekend : er woont daar dom op dom, heel makkelijk prooi voor de sluwe buitenaardsen, en zo kunnen bacteriën voortplanten. Wat willen ze ? Muizenbacteriën, de waan van alles snel snel, terwijl ze al dood zijn, en de waan van alles schoon schoon, terwijl het een leugen is. Spiegeltje spiegeltje aan de wand. Wat willen ze ? Waar is het hen om te doen ? Ze wanen zichzelf alwetend, alle kennis hebben zij, en zij zijn zo professioneel en deskundig, oh zo belangrijk. Zij zijn wel als de roos die op de vuilnisbelten groeit, als een vuilnisroos. En maar door blijven wanen, want de demonologie willen ze niet. Nee, dat is allemaal teveel werk. Ze hebben liever het grote bedrog. Snel is de mode, snelle communicatie, mobieltje altijd bij de hand, hart in je hand. De bacteriën zijn er maar druk mee, en maar vuilnis verschepen. Hun eieren leggen ze overal. Wat bouwen ze, wat willen ze ? Iedereen willen ze onderwerpen aan hun droom. Zoveel vuilnis, ze handelen erin. Wie kan de ander het best bedriegen, dat is het spel wat ze spelen. De demonologie willen ze niet, dus doen ze het op andere manieren. Wat bouwen ze, wat kweken ze ? Waar gaat het naartoe ? Alles moet maar lawaaiierig, want de stem
van de gnosis, van de demonologie willen ze doven, de stem van het geweten. Luisteren willen ze niet. Stads lawaai is hun vreugde. Ze brouwen een alcohol, een drugs voor de doden. Ben je gestikt op de vuilnisbelt, in je krottenwijk, geen probleem. Zij hijsen je wel op. Minder denken, meer drinken. Niet toetsen en onderzoeken, maar alles wegdrinken. Vuilnis en alcohol. Hup de rolstoel in, voortijdig met pensioen, maar met een flinke vuilnisneut kun je tot het paradijs gaan. Vuilnis is hun drugs. Ze verkopen het graag. Zij zijn de vuilnisroosjes, dealers in vuilnisdrugs. Hoe erger de vuilnis, hoe beter, en dan maar lozen. Geen demonologie, maar plezier en pensioenfondsen. Vuilnis helpt hen graag om zeep. Het is hun verzekering, hun paradijs. Daar sjokken ze door de stad met hun joint half uit hun bek hangende. Vuilnis is hun god. Maar demonologie is vies in hun ogen. Vuilnis is hun schoonheid. Oh, wat ben je mooi. Oh, wat ben je goed schoon. Je huid helemaal van je lichaam geschraapt. Gehakt voor de slager. Gevild door het vuil. Ze spreken Proogs en hoog Proogs. De schoonmaakmiddelen klotsen door hun mond. Maar het is gevaarlijk buitenaards vuilnis. Kiezen mogen dood. Ja, dat mag wel, want de tandarts heeft het gezegd en die is god. Die heeft er voor gestudeerd, dus die zal het wel weten. Goedgelovige muizen. Vuilnisroosjes. Lekker aan de drugs. Lekker voortijdig met pensioen, met rooskleurige oma visioentjes op het toilet stinkt het al een stuk minder. Je bek is door de tandarts tot een muizentoilet gemaakt, waar de parasieten heerlijk in krioelen, maar de tandarts zal het wel weten. Vullingen worden dekseltjes genoemd. Nu hebben de vuilnisbakken ook dekseltjes. Goed voor de vuilnis dystopie. Vergeet de kernoorlogen maar. Dit zijn vuilnis oorlogen. Wie dumpt z'n vuilnis bij wie. Zware gepensioneerde rolstoel stemmen in het parlement houden de mensen onder hypnose, goedgelovig als ze zijn. Zware verdovende toilet verfrissers bij oma thuis. De vuilnis spreekt. Iedereen moet zich stil houden en luisteren, anders kop eraf. Het leger is hier met pensioen gegaan. Allemaal op hoge hakken. Rolstoelen op een rij, maar het deert niet. Zij hebben immers paradijselijke drugs. Waar gaat het heen ? Ergens knapt het zaakje af. Het is 1953. Waar de ravin vliegt, op zoek naar land na de zondvloed. Stalin is dood, zeggen de kranten, de Koreaanse oorlog is beeindigd, en het calvinisme is door een scheuring gegaan. De zee is gesplitst. Het volk kan nu de wildernis ingaan. Maar wie volgt ? Wie is er nog overgebleven ? Waar is er nog een kloppend hart ? Het laffe hart heeft het in ieder geval niet overleefd. 1953, de dijken breken door. Zeeland, de mond van Nederland, werd opengebroken. Het overblijfsel was op de top van de vuilnisberg gekomen om door de 1953 ravin opgenomen te worden. Zo hadden ze een overzicht over zowel de vuilnis gebieden als de wildernis. En toen zagen ze dit : de grote vuilnis oorlog, 1955-1975, de vietnam oorlog, als onderdeel en zij-effect van de koude oorlog. De strijd tussen het westen en het communisme was hoog opgelopen. Vietnam was als de vuilnis die Rusland en Amerika als pionnen tegen elkaar gebruikten in een vuilnis oorlog. Waar moesten ze naartoe met al hun vuilnis ? De demonologie wilden ze niet. Zovelen werden geofferd aan deze Moloch. Kinderen werden al jong op transport gezet om te vechten in Vietnam. Vuilnis tegen vuilnis. Het communisme nam daar over, het grote schakelende systeem, en kinderen gingen weer dood of invalide terug. Toen waren er nieuwe vuilnis oorlogen, de Joegoslavische oorlogen in de 90-er jaren (1991-2001), die onafhankelijkheids oorlogen waren. De mens wil loskomen van de vuilnis die anderen door hun mik heen proberen te werken, maar de bezetter geeft niet zomaar op, en dan is er oorlog. Zo is dat ook met de tandarts die veelal waant dat hij heerst over de mond van iemand anders en dat iemand
anders niets over zijn eigen mond te zeggen heeft. Het zijn tandkolonisten die de monden bezet houden om hun vuilnis daar te kunnen dumpen, legaal, en denk aan ouders die hun kinderen verplicht lijken voeren, en aan mensen die van de vlees industrie, wat ook een vuilnis industrie is, af proberen te komen maar merken dat hun lichaam protesteert, en dat er dus zo een onafhankelijkheids oorlog moet plaatsvinden, oftewel een Joegoslavische oorlog. Deze oorlog is dus nog niet voorbij, lieve mensen. De Joegoslavische oorlog is nog maar net begonnen. Dit is dus weer een strijd tegen het Noord Koreaanse machts syndroom, van vuilnis dwang. De mens mag niet spreken. De mens heeft geen godsdienstvrijheid en geen vrijheid van meningsuiting. Daarom heeft de mens 1953 nodig. 1953 is het grote ravinnen medicijn. We zitten nog steeds in deze oorlogen. Elke dag en nacht vechten we nog steeds de Vietnam oorlog en de Joegoslavische oorlogen. Maar 1953 komt ons tegemoet, als een ravin boven zee. Verwacht haar. Sluit geen compromissen. De opgehoopte vuilnis heeft de mens oud gemaakt. Door de profeto-demonologocratie kan de mens weer terugkeren tot het kind zijn. Alleen kinderen kunnen van deze vuilnisbelten ontsnappen. Ja, er kwam uiteindelijk onafhankelijkheid, en je kan een kind uit de Joegoslavische oorlog weghalen, maar hoe haal je de Joegoslavische oorlog uit een kind ? Het is een trauma wat alles verwoest, alles wegvreet. Misschien ken je dat soort oorlogen voor onafhankelijkheid wel in je eigen leven. Als je dan de vrijheid hebt bereikt uiteindelijk wil dat niet zeggen dat je van binnen vrij bent, want het heeft je ziel en je hart verwoest, en de herinnering knaagt door, als een trauma, en zo blijf je in de gedachten doorvechten. Dat komt omdat we er ook nog niet zijn. Het moet ook nog in de diepte gebeuren, en betekenissen moeten bekend worden. Dingen moeten op z'n plaats vallen. Iedereen heeft wel zulke Joegoslavische oorlogen in zijn leven of gehad, dat je als een slaaf ergens van probeert te ontsnappen, maar dat het op je blijft jagen, vandaar : Joego-slavië, de jacht op de slaven. Heel diep is dit ook weer de vijfde wet van Calvijn dat je eigenlijk nergens aan kunt ontkomen, maar het alleen maar kunt verdiepen. Het is de vloek van de onontkoombaarheid. Het was oorspronkelijk een beeld van de gnosis die op de mens jaagt, waaraan de mens niet kan ontkomen. Daarom blijft Joegoslavië voor eeuwig geprint in het brein van de mens. We kunnen niet ontkomen aan de dingen die onontkoombaar zijn. De mens heeft een kruis te dragen niet zonder reden. Het kruis is uiteindelijk wat de mens tot de eeuwigheid brengt, en zij die het kruis verwerpen zullen daardoor sterven. Neem daarom je kruis op, en wees lijdvaardig, maar ook strijdvaardig. Kruis en demonologie gaan met elkaar samen. Vertikaal gezien kunnen wij niet onafhankelijk zijn, want we zijn altijd afhankelijk van de gnosis, maar horizontaal kunnen wij onafhankelijk zijn. Het is daarom heel dubbel. Blijf daarom lijden en strijden, niet alleen maar lijden, en niet alleen maar strijden, maar beiden. Dat is wat het overblijfsel is. Wees hierin creatief als een kind, en ga niet met pensioen.
Hoofdstuk 31. het dodelijke labyrint van de 70-er jaren En de nazi's zagen de mens als vuilnis, zoals het medische systeem ook de mens als vuilnis ziet. Als je voor je gezondheid moet betalen en anderen bepalen over je lichaam, dan weet je precies hoe laat het is. Dan hoor je : Heil Mengele. Verzamelwoede kan flink uit de hand lopen. Je kan denken dat je de verzameling compleet wil hebben, terwijl je misschien een hoger ontbrekend stukje uit het oog verliest, iets dieper geestelijks. Verzamelwoede kan uitlopen op smetvrees en Pietje preciesheid. Als psychiaters vanuit hun geroddel en hun vooroordelen een overmoedig, ondoordacht etiket op iemand plakken zonder dit te hebben onderzocht, dan zetten ze een prijs op iemand z'n hoofd. Het zijn trofee-jagers, premiejagers, koppensnellers, voor hun verzameling. Alles snel snel. Ze willen hun verzameling compleet hebben. In de 70-er jaren werden diepe fundamenten hiervoor gelegd, waardoor we ook in strijd zijn met deze jaren. Psychiatrie, een uit de hand gelopen verzameling, zoals ook de tandheerskunde dit is. Het is het voortijdig met pensioen gaan. Ze hebben lage doelen, geen hoge doelen. Het vleselijke kan en wil het geestelijke niet verstaan. Na een paar jaartjes heel selectief studeren vanuit een boekje zetten ze hun praktijk op. Dan zijn ze uitgeleerd, met pensioen gegaan, en gaan lekker verzamelen, lekker trofee jagen, head hunters. Dan gaan ze paas eieren zoeken. Dan sjokken ze aan de drugs door de straten. Als zombies. Ze nemen je niet serieus. Ze zijn slechts op jacht, aan het verzamelen, door list en bedrog. Ze weten je te vinden. Het is de denk en droom politie die George Orwell al voorspelde. Ze zijn orthodox en verketteren de geestelijken en intellectuelen. Deze mongolen, ze hebben geen onderzoek gedaan in de charismatische beweging en het shamanisme. Als ze iets niet begrijpen gaan direct hun overgevoelige alarmen af en zijn ze hevig op hun teentjes getrapt, om zo direct hun etikettendoos erbij te halen. Nederland moet verlost worden van de ketenen van psychiatrie, de denk en droom politie, van de ketenen van de zeventiger jaren. De psychiatrie haalt de zenuw uit de mens, doodt de zenuw. Empathie mag er niet zijn, creativiteit vormt een bedreiging voor hen omdat ze zelf creatie-loos zijn. Ze kunnen niet scheppen. Symboliek mag niet, en geestelijk mag niet. Iedereen moet zoals hen zijn, als fletse bureaucraten. Ze zijn de denk en droom politie, zwaar aan de drugs, als de wkb van de tandarts die de kiezen doodmaken zodat er parasieten in kunnen wonen als een vervanging van de zenuwen. Zo kan de dood door de onderwereld heen communiceren. Dat moet allemaal snel, als de mobiele telefoon, wat de lijm is van hun snelle wkb rijk. Het is allemaal dood bot. Er zit geen leven in. Het enige leven is de parasiet. Contact met god, de gnosis, mag niet. Maar contact met de mensen moet. Zo kan de mens het geestelijke niet bereiken. Ze houden elkaar tegen. Daarom kwam de eerste wereldoorlog opzetten. De mens begreep het niet. De mens zocht naar onafhankelijkheid van de grote systemen. Die grote allesbeheersende rijken moesten instorten. De
mens zocht naar isolatie. Zo ontstond Joegoslavië, en dat werd later verder onafhankelijk en geisoleerd in de Joegoslavische oorlogen van de 90-er jaren. Oorspronkelijk was dit een geestelijke oorlog, maar het kwam te lomp door, zoals de eerste wereldoorlog. Ten tijde van de eerste wereldoorlog en daarna kwamen de Tarzan boeken opzetten, van de mens in de wildernis. Het oerwoud riep de mens terug, maar het kwam te lomp door. Daarom heb ik ook altijd een haat-liefde gehad naar de Tarzan boeken. Nooit kan de mens geheel loskomen, want de gnosis zit de mens op de hielen. Het komt vaak verkeerd door de menselijke lenzen heen, daarom moet de mens het verdiepen. Wat is er nu daadwerkelijk gaande ? Wat betekent de geschiedenis ? Grote rijken moesten vallen in de tweede wereldoorlog, zoals het Duitse rijk en het Oostenrijk-Hongaarse. En toen kwam het overblijfsel van Duitsland opzetten in de tweede wereldoorlog, want die pikten het niet. De mens mocht niet ontsnappen. Maar weer begreep de mens het niet. Er gebeurden dingen op de tafel waar de mens alleen maar de broodkruimels van opving. Alleen de demonologie heeft een antwoord, en dat is een geestelijke oorlog die op aarde verdraaid wordt. De jaren van de tweede wereldoorlog zijn nog steeds gegrifd in het brein van de mens. De mens kan niet ontsnappen. Waar kan de mens dan niet van ontsnappen ? In een droom zag ik het jaar 1943 als een natuur vrouw in de diepe wildernis, met brede heupen. Ik zag haar alleen van de achterkant. Ze had veren op haar hoofd. Ik zag hoe dit jaar tot de aarde kwam, maar het ging verkeerd door de menselijke lens, en het bracht patriarchie. Het rommelde met de families door vaders. Schurken stelen verhalen en dromen, en verdraaien ze dan. Dan beginnen ze een handeltje. Wat is de psychiatrie dan ? Dromendieven. Hoofdstuk 32. de leeuw is los – terug naar de jaren 30 – de strijd tegen de hypnotische slang van 1979 Waarom is de tandheerskunde zo geobsedeerd met het doodmaken van kiezen, en de psychiatrie oftewel breinheerskunde zo geobsedeerd met het doodmaken van het hart, van het geestelijke en het intellectuele, en ook van de baarmoeder, het creatieve ? Er zijn zelfs psychiatrische medicijnen waardoor een man zijn vermogen tot het hebben van een zaadlozing verliest. Maar waarom zijn ze zo geobsedeerd met dode, niet levende, stof ? Omdat dode stof beter te manipuleren is. Zodra je nog pijn, angst en woede kunt ervaren naar al deze mind control is het een teken dat je nog leeft en bij
het verzet bent. De dode massa's kunnen dit niet meer. Hun zenuwen zijn uitgedoofd door het systeem, en ze zijn nu getrouwe slaven. Vele mensen willen af van hun wkb's, maar het is of te duur voor hen, of ze zijn te bang nog om die stap te zetten, of ze hebben nog niet een persoon gevonden die het wil doen. Er zijn ook tandartsen die zelfs geen wkb's verwijderen, of zo erg de persoon erop aanvallen dat zo'n persoon er maar niet meer over begint. Vele mensen zijn nog steeds onder hypnose van de tandarts, onder een vloek dus, een beheksing. Tandartsen verdienen ook heel veel aan de wkb en aan het vernieuwen van de wkb. Voor hen zijn wkb's goudmijntjes, net zoals gevulde kiezen. Ze denken totaal niet aan de gezondheid van de mens. Zolang je nog verzet hiertegen merkt leef je nog. Tandarts zijn is geen intellectueel beroep. Het is geen exacte wetenschap. Het is een pseudo-wetenschap. Ze negeren doelbewust de vele getuigenissen van mensen over hoe negatief al die zogenaamde behandelingen hun leven hebben beinvloed. Tandartsen halen alles uit hun boekjes, die hebben ze gekocht. Ze doen geen onderzoek. Ze nemen klakkeloos aan wat hun hogeren zeggen. Ze noemen zichzelf tandarts, maar dit heeft geen basis in de demonologie, en is ook niet legaal in de demonologie. Het zijn korte termijn denkers want ze hebben de eeuwigheid niet. De mens moet lange termijn denken. Als kind in de jaren 70 : Ik voelde dat er iets niet klopte, al heel jong. Ik had veel nachtmerries. De jaren zeventig waren als wurgende slangen in een oerwoud. Het waren de jaren van verzamelwoede, maar de mens moest juist minderen. De jaren 70 waren ervoor om de jaren 30, oftewel de grote depressie, de crisisjaren, te verbergen. Al vele jaren had ik een strijd met de geest van 1979, een gigantische wurgslang. De jaren 70 zijn een grote illusie. Ik had een verstrooide moeder, die als aan de drugs was, altijd vaag en wazig. Ik voelde dat er iets niet klopte. Ik was geboren met een grote gave. Toen ik later predikant werd hield ik genezingsdiensten waarin velen genezen werden. Het was zo krachtig dat ik soms gewoon dwars door de mensen hun hoofden kon heenkijken om hun kankertumor te zien, en het begon gewoon weg te smelten. Ook heb ik mensen uit coma gerukt. Er ruste een grote bovennatuurlijke kracht op mij. Ik kwam ook bij leidinggevende gebedsgenezers van Nederland in huis waarmee ik bevriend was. Ik was in gevecht met zware territoriale demonen, waaronder 1979 die Nederland niet wilde loslaten. Ik zag dat 1979 iets verborgen hield. 1979 was een verzamelaars drug, een illusie. Het had Nederland gegrepen. Hypnotische ogen heeft dit kreng. Het verborg het boek Tarzan de Onoverwinnelijke, uit 1931. Het verborg 1931 in de grote economische depressie. Juist dit jaar is zo belangrijk, omdat de mens moet minderen. Psychiatrie is een valse vorm van communisme waarin iedereen moet zijn zoals hen. Uniekheid van persoon mag er niet zijn. Dat is bedreigend voor hen. Het boek 'Tarzan de Onoverwinnelijke' gaat over de strijd tussen de diverse natuur en het communisme wat de natuur wil plunderen. De psychiatrie wil net als de tandartserij de zenuwen doven en wegnemen, opdat hun parasieten ervoor in de plaats komen. Alles moet dood, zodat het tot robot gemaakt kan worden, tot zombie. Spontaniteit mag er niet zijn. Er werd teveel rommel geimplanteerd in de 70-er jaren. Alles moest maar. De mens was niet meer van zichzelf. De mens werd gedwongen met luxe troep, en daarom moet de mens terug naar de 30-er jaren, naar het minderen. De psychiatrie heeft smetvrees naar alles wat anders is. Anders dan zijzelf zijn. God zij dank dat er anderen zijn, maar de psychiatrie is paranoïde naar alles wat anders is dan hen. Je mag niet voelen, je mag niet ervaren. Neen. Het moet dood. Etiketten moeten gedrukt worden voor de markt. De mens wordt zo tot een merk. Ze komen er zelf voor uit dat het een bedrijf is en dat zij een product
leveren. Zorg wordt vandaag de dag een product genoemd. Dat komt door alle overmechanisering en modernisering. De mens is zichzelf niet meer. De mens moet terug naar de 30-er jaren. Nee, iets klopt er niet. De mens is tot steen geworden. Maar als je nog een kloppend hart hebt, ren dan voor je leven. Vertrouw dat wat om je heen gebeurd niet, al die vrolijke gezichten en misschien zelfs aardige mensen. Je bent omsingeld door parasieten, totaal ingesloten. Alleen de gnosis is de weg eruit. Allereerst sober worden, minderen, stoppen met drugs. Teruggaan naar de jaren 30. Schud de 70-er jaren van je af, al die wurgslangen. Psychiatrie is vakjesdenkerij. Maar ze zullen in hun eigen vakjes vallen. Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in. Ouders die alleen maar emotionele druk op hun kinderen brengen en hen niet onderwijzen. Psychiatrie brengt druk maar geen onderwijs, want hun gelijkheidsdrang is zo hysterisch geworden dat alles is dichtgeslipt en de creativiteit heeft gedoofd. Dat is vals hypercommunisme wat tegen de natuur strijdt. Als gelijkheid zo extreem wordt dat het geen diversiteit en uniekheid meer aanvaardt, en niet meer openstaat voor het vreemde, zoals in de psychiatrie, wat puur racisme is, dan dooft het het diepste van de ziel van de mens uit. Dat is wat fundamentalistisch, extreem communisme zoals de psychiatrie kan doen. Ook hebben we het dan over de mondheerskunde, die hetzelfde doet, en de mens onder dwang implanteerd. Iedereen moet gelijk zijn, zodat zij kunnen heersen. Iedereen moet gedwongen met hun troep lopen. Zo ga je geen winkel in. Het zijn criminele winkels waar je troep wordt aangesmeerd, gedwongen, en je verlaat hun winkel niet meer zonder hun troep in je mond. Vaccins worden gedwongen, als rijkeluiskinderen die op een joyride zijn en wel even voor anderen beslissen. Ze hebben hun apparatuur gewoon ingekocht en terroriseren er nu anderen mee. Het zijn mond en brein terroristen. De luxe die de mens heeft binnengehaald is tot vloek geworden. Daarom terug naar de 30-jaren. Stap je in de winkel van de crimineel, de breinheerser of mondheerser, dan kom je die winkel niet meer uit. Er zijn alleen maar ingangen in die winkel. Nooit zul je die winkel in ieder geval levend verlaten. Waarom geen natuurvaccin maken die geen kinderen om zeep helpt ? Maar nee, hun medicijnen moeten zo gevaarlijk zijn om veel slachtoffers te maken. Allemaal boerenbedrog. Ja, de dokter zal het wel weten, en ondertussen moordt hij je hele familie uit. Vele ouders die hun kinderen aan deze Moloch offeren staan schuldig als de NSB. Al die vaccins en antibiotica zorgen ervoor dat het lichaam geen antistoffen meer aanmaakt. Het verlamt het immuunsysteem. Ze hebben het niet via de demonologie gedaan, maar via hun gevaarlijke terroristische ingrepen. En dan vinden ze het gek dat kinderen wegrennen. Er moet een nieuwe wereld komen. Terug naar de jaren 30, terug naar de natuur. Het terrorisme van de dwang. Alles moet maar, iedereen moet zoals hen zijn, maar ze onderwijzen niet, omdat ze de gnosis niet hebben. Ze hebben slechts iets geroofd wat ze zelf niet begrijpen. Het zijn de hypercommunisten van de psychiatrie, van de breinheerskunde, en van de mondheerskunde. De natuurmens streed er tegen, zoals in Tarzan de Onoverwinnelijke, van 1931, maar ook de natuurmens staat bloot aan vele verzoekingen, verleidingen en beproevingen. Tarzan de Onoverwinnelijke gaat over hypercommunisten die Opar willen plunderen, een verloren kolonie van Atlantis verborgen in het Afrikaanse oerwoud. Ze willen Afrika socialiseren door
dwang en dwang verpleging, met behulp van de schatten van Opar. De hypercommunisten zijn dus kolonisten, en goudzoekers. Ze zijn op zoek naar het goud van Opar. Tarzan heeft hun plan door. Hij weet dat ze Afrika in een bloedbad willen veranderen. Hij wil zo snel mogelijk naar Opar om daar de wilden en hun aanvoerster te waarschuwen. Het is een vestiging van wit gesteente, rood en goud, diep in het oerwoud. Het is een ruïne. Er wonen wilden. Maar niet alle wilden zijn Tarzan goedgezind. Sommigen wachten hem daar al op binnen de muren. Ze bespreken al dat als Tarzan binnenkomt hij nooit meer eruit kan. Tarzan's aapje ruikt al onraad. Als hij daar aankomt schijnt iemand anders de heerschappij overgenomen te hebben, en hij wordt gevangen genomen door haar wilden. Ze willen hem dan offeren aan hun goden. Tarzan wordt opgesloten in de putten van Opar. Dan komen ook de hypercommunisten. Tarzan weet los te raken ondertussen en komt uit zijn cel door zijn mes wat ze vergeten waren van hem weg te nemen. Hij zet op zijn ontsnapping ook een leeuw vrij die daar is opgesloten. Ook vindt hij dan de aanvoerster die was opgesloten, en zet haar vrij. De leeuw valt inmiddels de wilden aan. Ook vinden ze dan een oude man van Opar. De man zetten ze ook vrij. Hij is een helper van de aanvoerster, en de aanvoerster neemt zijn mes en wil wraak nemen als de nieuwe heersers hun offerdienst houden tot hun goden. Tarzan gaat dan naar buiten en drijft de hypercommunisten weg door grote stenen naar beneden te laten rollen van een heuvel. Het komt tot een groot gevecht later, want ook de communisten schijnen innerlijk verdeeld te zijn, en sommigen kiezen de kant van Tarzan als ze de ware plannen van hun leiders ontdekken. Tarzan helpt hen, maar wordt dan ook even later neergeschoten. Het wordt zo erg dat hij gered moet worden door een olifant en ook zijn aapje helpt hem. Als het gevecht dan even later weer verder gaat wordt hij ook geholpen door andere wilden. De aanvoerster keert zo terug naar Opar, en het blijkt dat de nieuwe heersers alweer zijn verdwenen. Hoofdstuk 33. waar mensen zijn is misdaad Hypercommunisme : Alles moet dood, al het bot moet dood, makkelijk te programmeren. Grote machines die ieder mens onder handen nemen om het hart te doden. Breinheerskunde en mondheerskunde werken samen. Zorg als koopwaar. En wat voor een zorg … Ze willen de mens voortijdig met pensioen laten gaan, geheel de mens verlammen als prooi voor hun larven. Het is als een metalen wesp. Oh, wie wil er niet demonologisch ontwaken ? Er zijn vele vijanden van de ziel, maar de mens trekt liever de oma sloffen aan. Daar sjokken ze door de straten met de joint half uit hun mond hangende. Ze studeren niet meer. Ze zijn high, aan de drugs. Ze verheerlijken de drugs. Alles moet dood, voor de wespen-parasieten om
alles over te nemen. Zo hebben hun larven genoeg te eten. Wie oh wie wil er nog ontwaken ? Het zullen er niet veel zijn. Alles moet gelijk zijn en recht, geen afwijkingen. Ouders van het verzet worden van hun kinderen losgesneden zodat de hersenen van de kinderen geen zuurstof meer krijgen en sterven, opdat de parasieten ook de hersenen van de kinderen kunnen overnemen. Je ziet het recht voor je ogen gebeuren. Vecht tegen die metalen hysterische wespen ! De mens is niets anders dan voer voor hun larven ! De mens is ingenomen ! Hier spreekt de stem van het verzet ! Als je vreet van een lijk wat op je bord ligt, waar vul je je lichaam dan mee ? Wat voor je ligt is alleen nog maar een hoop parasieten die staan te popelen om in je hersenen te leven. Het duizelt van de parasieten, maar de mens ziet het niet en eet het gewoon. Als je vreet van het lijk wat op je bord ligt zul jij het volgend lijk zijn. De één zijn dood de ander ook zijn doodsbrood en zo zijn dood, zullen we maar zeggen, als galgemaal. De metalen wespen doven het zenuwstelsel uit voor totale zombificatie. Het geeft alleen maar de schijn dat je leeft, maar je bent dood. Het zijn dementors, de hersendoden, de alzheimer politie, deze betaalde takken van de zorg. En wat voor een zorg … Je krijgt meer dan je had gevraagd, gedwongen nog wel, en ze slaan er nog een gat bij. Het is 'kip ik heb je' daar. Ze hebben genomen van een corrupte onsterfelijkheidsdrugs, valse drugs van eeuwige schoonheid en gezondheid. Hierover gaat ook het boek Tarzan's waagstuk uit 1936. Ze zijn onder een zware hypnose, hebbende hun ziel verkocht. Het is vreselijk dat mensen dit soort drugs verkiezen boven de gnosis, maar in zulke tijden leven we. Tarzan zei dat overal waar mensen zijn is misdaad. De mens had geen idee wat de eerste wereldoorlog was wat tot de aarde kwam. De mens wilde loskomen van de grote systemen, rennende tot de wildernis, tot onafhankelijkheid en isolatie om tot de innerlijke gnosis te komen. Daaruit voort kwamen de Tarzan boeken. Ik heb er een stapel van op een boekenkast staan, hele oude boeken. Ik kijk er vaak naar. Ze inspireren mij. Altijd spreekt de gnosis dat daar belangrijke antistoffen liggen. Het is het oerwoud. In de dertiger jaren kwam het tot een hoogtepunt. Dat waren de jaren van daadwerkelijke mindering, de grote economische depressie, of crisis jaren, waardoor de mens kon terugkeren tot de wildernis, contact maken met de wildernis. In het boek Tarzan's waagstuk is de corrupte drug een elixer gebrouwen van het bloed van jonge vrouwen. Het is een kinder offer en vrouwen offer cultus. Zo pompen die afgoden zichzelf op. Het is een goede ontmaskering van hoe de psychiatrie en de valse mondzorg werkt. Eigenlijk roepen ze de dood gewoon over zich. Simon Carmiggelt zei eens dat de medische industrie zichzelf om zeep helpt, dat het zelfmoordenaars zijn. Als een dokter een mens voor geld behandeld is hij eigenlijk bezig zichzelf op te hangen. Ze kopen de illusie van onsterfelijkheid, ten koste van zoveel mensen, terwijl deze drug hen doodt. Het is een genadeloze boemerang : dat wat je een ander wezen aandoet doe je jezelf aan.
Hoofdstuk 34. harrisburg 1979 - de oudere zus van tsjernobyl Ze willen dood bot, niet levend. Dat wil zowel de breinheerskunde als de mondheerskunde. De hele dag willen ze tegen dood bot aankijken. Het is een obsessie. Hun hele leven draait om dood bot wat absoluut niet mag leven. Het moet gewoon daar hangen als een bot orakel. Daar halen ze hun informatie uit, hun inspiratie. Het zijn orakel lezers. Hierom zijn zij ook trofee jagers, want ze hebben veel bot nodig. Het bot doodmaken doen ze met hun instrumenten en medicijnen. Maar dit is niet volgens de regels van de demonologie. Neen. Deze mensen zijn dement en hebben nooit een opleiding gevolgd in de demonologie. Het is helemaal niet ethisch wat hier gebeurd. Deze mensen zijn criminelen. Ze bouwen hun werelden van bot, dood bot, want dan hebben ze rust. Ze willen geen weerwoord. Ze willen in hun waan leven. Daar hoort ook de vlees industrie bij, want door het vlees weg te eten wordt het bot zichtbaar. Altijd maar weer : bot, bot bot. En ze zijn zelf ook bot. Het zijn skeletten. Bot orakel lezers zijn het, maar niet via de demonologische regels. Ze zijn niet profetisch, maar dement. Alles moet door de veroudering, het vroeg met pensioen gaan. Ze willen niet leren en werken, maar gewoon het ergens kunnen kopen, omdat het rijkeluiskinderen zijn, of ze roven het ergens, of ze willen het gewoon lui erven. Ze willen gewoon makkelijk geloven en het is genade van hun goden, alleen voor hen. Het is een heel exclusief clubje. Het demonologische en profetische willen ze niet. De gnosis willen ze niet. Ze willen niet leren en werken, alleen heel selectief en tijdelijk voor de schone schijn. Het zijn heksen, ketters, beunhazen. Het is zwarte magie. Ja, zwarte magie. Ze spreken niet veel, leggen niet veel uit. Het is een duister genootschap. Ze willen zichzelf niet verraden. Zo brouwen ze hun duivelse medicijnen en maken hun duivelse instrumenten, om zo het volk onder dwang verpleging te brengen. Het zijn zwermen botvliegen die vlees eten tot op het bot. Dan landen ze neer op het bot om dan het bot te lezen. En ze laten niet meer los. Ze komen met zwermen om alles kaal te vreten. Het zijn kaalvreters. Ze doen de oogst mislukken. De mens wordt deze vervolging niet bespaard. De mens moet het kruis dragen. Na de eerste wereldoorlog kreeg Europa hulp van Amerika, maar in de dertiger jaren sloeg de grote economische depressie toe. Dit stroomde vanuit Amerika over de hele wereld. De kaalvreter was gekomen. De mens moest met dit kruis leven. De mens bekeek de wereld nu met de ogen van depressie. De grote superhelden waren neergestort. De muren waren kaal, met vreemde kleuren, gehavend, oud. Alles ging trager en trager. De mens was door de botvliegen aangevreten tot op het bot. Hun lichamen waren stijfgestoken. Er was niets meer van Amerika overgebleven. De grote supermacht, de grote hulp, was er niet meer. Amerika leek van de aardbodem verdwenen. Europa moest het nu alleen doen, maar kon het niet. De kaalvreter ging niet meer weg. De dertiger jaren waren gekomen. Er waren geen echte, volle kleuren meer, alleen maar verbleekte, gehavende, vreemde kleuren, vreemd geel, vreemd rood. De
mens was depressief. Er waren geen vrolijke mensen meer. Er waren geen gezellige tuinfeesten meer. Je kon niet meer gezellig bij iemand op visite gaan. Er waren geen thee tantes meer. De botvliegen waren gekomen, en ze vraten alles kaal. Er was alleen nog maar wildernis. Huizen waren wildernissen geworden, verlaten, eenzaam. Iedereen was nu vele meters of kilometers van elkaar verwijderd. De economie was ingestort, de markt was ingestort. De mens kon het allemaal niet meer betalen en niet meer handhaven. De mens moest het nu alleen doen. De botvliegen waren gekomen. Ze vraten door tot op het bot, en staken. Er was geen leven na de dertiger jaren. Hier hield alles op. De mens zag er als een berg tegenop. Hier kon hij niet verder. Hier hield de mens op te bestaan. Het was teveel. De botvliegen waren gekomen. Voor hen waren de mensen slechts stukken bot. De mondheerskundige en breinheerskundige gebruiken de mens als dood bot, als mobiele telefoons waarmee ze contact kunnen maken met hun duistere wereld. Het lijkt allemaal veel op elkaar, maar er is een groot verschil. De botvliegen zijn met elkaar in oorlog. Er wordt gevochten om het bot. De mondheerskundigen en breinheerskundigen zijn fascistische necromancers, oftewel nazinecromancers. Zij aanbidden de dood om de dood. De dood is hun doel. Het zijn tragische figuren. De mondheerskundige en zijn patient, als de telefoonverslaafde met zijn telefoon. Dat is wat het zijn : telefoonverslaafden. Ze leven niet meer. Er is geen substantie daar, geen inhoud. Wat doe je dan de hele dag ? Alleen maar een beetje in bekken staren, naar dood bot. Waar leef je dan voor ? Leren willen ze niet. De demonologie en het profetische verafschuwen ze, maar het zijn bot orakel lezers, waners, roddel tantes. Het zijn gewoon van die flauwe tijdschrift horoscopen, gewoon je tijd vollullen. Verwaande paragnosten die er gewoon voor het geld zitten, kwakzalvers die jou wel eens denken te kunnen vertellen wat het leven is en de realiteit en daar vervolgens niet veel woorden aan vuil maken, want ze zijn alweer hard op weg naar de volgende patient, oftewel slachtoffer. Het is een domino spel. Ze hebben geen tijd voor je. Het zijn botvliegen, kaalvreters, die je vlees vreten tot op het bot. En dan beginnen ze met het bot, want het is hun kunstwerk. Hevig bewerken met gevaarlijke, dodelijke psychotrope medicijnen, hevig boren en hun giftige metalen installeren, of gewoon de gaatjes vullen met plastic. Valt niet op. Ze maken er een zootje van. Alreeds vroeg moeten ze de kindermondjes geheel mollen. Ze hebben hun eigen speudo-realiteit gebouwd, hun eigen namaak realiteit. Er is niets meer van de natuur. Maar botvliegen zijn op weg om ook hen tot een botten orakel te maken. Er is altijd weer baas boven baas. De boemerang is onverbiddelijk. Het kaatst altijd weer op de mens terug in de tijd. Je kan er de klok op gelijk zetten. Daarom wachten wij op de gnosis. Kaalvreters, kaalvreters ja, maar die zullen zelf ook kaalgevreten worden. De botvliegen zullen komen. Telefoonverslaafden, je kan er geen speld meer tussenkrijgen. Ze praten slechts tegen henzelf, mompelen maar wat. Het is onverstaanbaar. Wat zeggen ze dan ? Waar hebben ze het over ? Waarom leven ze ? Ze hebben oordoppen in of koptelefoon op, zodat ze niet hoeven te luisteren,
alleen maar lullen. Telefoonverslaafden, en hun patienten kunnen de hoge rekening betalen voor hun psychoses, voor hun wanen, voor hun dure pensioen-reisjes. De patient betaalt hun rolstoel, hun pacemaker, hun rollator, hun peperduur hotel. Het zijn telefoonverslaafden. Met wie ze spreken weet niemand, maar het is niet goed. Ze hebben telefoon contact met de duivel. Die kauwt hen alles voor. Hoe ze moeten leven, wat ze moeten doen, wat ze moeten zeggen. Allemaal parasieten. Ze hebben een telefoon-contract met de duivel wat ze ondertekent hebben met het bloed van hun patienten. Ze schilderen met het bloed van hun patienten. Het zijn demente vampieren. Telefoonverslaafde gespot op vijf hoog. Brandweer erbij. Spuiten, jongens. Telefoonverslaafden horen eigenlijk niet meer thuis in deze samenleving. Ze zijn een gevaar voor anderen en voor de natuur. Daar staan ze met hun mobieltje, met hun dood stuk bot, maar met wie spreken ze ? Met wie spreken ze nu eigenlijk ? Wat komt er door ? Het zijn allemaal parasieten. Ze lullen slechts in henzelf. Deze roddel wereld is één grote leugen. Alles gaat al veel te snel om nog te kunnen leven. Botvliegen op het bot. Wat doen ze ? Ze lezen de tekens. Ze hebben hun eigen taal. Telefoonverslaafde op vijf hoog. Het heeft brand veroorzaakt, wat zich al begint te verspreiden. Het is een lek in de demonologie, een lek in het profetische. Ik had er een droom over vannacht. Illegale magie is het. De brandweer moest komen. Het verspreidde zich tegenover mij in een flat, en ik woonde ook in een flat in die droom, en daar was het ook al. De brandweer had een eigen afdeling in onze flat, en belde ook bij mij aan. Ze hadden wat apparatuur van mij nodig, een soort energie. Ik had een heel paneel van allerlei soorten energie. Laat het maar borrelen op de achtergrond. Zo maakt de mens antistoffen. Alleen zo komt er nuance. Wees maar blij dat het er is, anders was je al met pensioen gegaan. Maar ze zijn onder telefoon hypnose, onder de hypnose van de 1979 slang. 1979 was het jaar van een kernlek in Harrisburg, Pensylvania, Amerika. Er kwam zo radio actief gas vrij in de atmosfeer door een kernongeval in een kernreactor, als de oudere zus van Tsjernobyl (1986). De mens houdt ervan gevaarlijke spelletjes te spelen. Deze mongolen zijn aan zware drugs. Ze weten niet met wie ze spreken en hebben geen tijd voor je. Ze zijn onder de telefoon hypnose van de slang in het 1979 paradijs, een pensioen paradijs, waar de giftige appel hangt met allerlei vrome beloftes. Zo kwamen ze nog dieper in het pensioen paradijs. De aarde smolt nog meer samen met Rigil Kent en zo werden de tachtiger jaren geboren. Uiteindelijk kwam toen Tsjernobyl. Harrisburg legde het fundament hiervoor. Er ging iets drastisch fout in de hersenen van de mens door deze kernramp. De mens was in de wurggreep van de 1979 slang en was slechts aan het ijlen. Meer telefoon, meer telefoon, en het profetische wilden ze niet. Nu is er dan daadwerkelijk een telefoongekte. De mens kan niet meer zonder z'n telefoon. De mens draagt z'n telefoon nu op z'n rug. Het is het hart van de mens geworden. Het profetische kan er geen speld tussenkrijgen, want de mens is aan de telefoon. De mens heeft geen tijd voor het profetische. De mens voelt zich oh zo belangrijk weer aan de telefoon, echt wel
nieuws om over naar huis te schrijven. Het demonologische willen ze niet. Dat zou de spelbreker zijn. De mens heeft van de giftige appel van 1979 genomen. Belangrijke tussenstappen en patronen van de hersenen zijn weggebrand, en nu zijn ze verslaafd aan de dementen-telefoon. De pensioentelefoon, daar gaat het vandaag de dag om. Harrisburg leeft. Voor demonologie heb je een inventaris nodig. Blijf bouwen aan je inventaris, opdat je verbanden kunt leggen. Hoofdstuk 35. van harrisburg tot toronto tot gsm Harrisburg 1979, een grote kernramp. Een buitenaardse invasie. Het drong pas echt tot de schedel van de mens door met de Toronto zegen. Het was een pijl op de mens afgeschoten. In zoveel vormen kwam het. Wat was het daadwerkelijk ? De mens wilde het vreemde niet, de exogamie. Wat de boer niet kent dat vreet hij niet, en zo kwam er inteelt. Toronto komt van Harrisburg en het is inteelt. De gnosis gaat over de exogamie, het komen tot het vreemde, de wildernis in. Alleen zo kan de mens overleven. De mens wil het geestelijke niet, gaat zich met gevaarlijke aardse straling bezig houden, ermee spelen, allemaal voor macht en de markt, en uiteindelijk brengt dit valse geestelijke uitstortingen voort zoals die van Toronto, waarin het leren opzij wordt gedrukt en alles gevoelsmatig moet gaan, gericht op de sensatie : Oh god, kietel me even hier, kietel me even daar. Ze gebruiken god als een hoer en willen geen relatie met de gnosis aangaan door school. Daarom noemden wij toronto altijd al het grote spijbelfeest. Ze gaan niet op ontdekkingstocht, maar grijpen de eerste de beste die op straat langskomt, en willen plakkerig zijn. Dat is dan meestal hun broer of zus, en zo ontstaat er inteelt. Dat verklaart ook de hebberige gsm drangen die de mensen hebben, waar ze mee naar bed gaan en weer mee opstaan. Ze bewaken elkaar, houden elkaar gevangen. De mens wordt zo een gsm-robot. Dat is de sociale kernramp, die vlak na Toronto kwam. Harrisburg 1979 kernramp Toronto 1994 geestelijke kernramp Eind jaren 90 sociale kernramp : de gsm invasie
Zo werd de mens tot robot gemaakt, afgebakend van het vreemde, zodat de mens een product van inteelt werd, makkelijk beinvloedbaar, een meeloper. Dit was allemaal Harrisburg, hoe Harrisburg zichzelf ontwikkelde en alles overnam, als een lek in de demonologie. Dit lek moet dus weer gedicht worden. Hiervoor moeten we naar de dertiger jaren. Het boek Tarzan de Ongetemde uit 1920 gaat over de eerste wereldoorlog, over de strijd tegen de Duitsers, het Duitse rijk, die toen al aan het spelen waren met het gevaarlijke 'Weltpolitik', de machtspolitiek van of heersen of vallen, de voorloper van nazi Duitsland. De Duitsers waren ergens in Oost-Afrika binnengevallen in het boek. Er is een confrontatie tussen wilden en Duitsers en later ook tussen Tarzan en Duitsland. Maar dan komt Tarzan in contact met een groep vijandige wilden die gestoord zijn geworden door langdurige inteelt. Er is momenteel een grote oorlog gaande tussen exogame buitenaardse volkeren en buitenaardse inteelt rassen die hierdoor onderontwikkelde demente gsm-breinen hebben. Laten we goed beseffen dat de gnosis exogaam is, van de hogere intelligentie. Dat is ook de daadwerkelijke definitie van wat 'god' is en behoort te zijn. De inteelt god is een blinde pseudo god. De inteelt god heeft alle lagere aardse gebieden geschapen door gebrek aan intelligentie. Dat is wat Harrisburg 1979 is en zo werd tot Toronto 1994, en zo tot het wereldwijde GSM netwerk. Het houdt hen allen aan het vlees, het vleselijke verslaafd, en het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Harrisburg leeft. Harrisburg meent het. De mens wordt gefokt, met het eigen ras, zodat de mens zich niet kan ontwikkelen. De mens is in een mijnenveld van inteelt. Alles is stereotype. Zo hoort het en niet anders. Zo houden ze de mkultra bloedlijnen raszuiver, volbloed slavenrassen, door de drie graden van het Harrisburg implantaat. Deze wurgslang uit 1979 heeft de mens meegenomen. Inteelt brengt de mens ten gronde, alles is valselijk vertrouwd. Oh wat zijn we weer belangrijk en normaal, zo normaal dat je er helemaal normaal van wordt. Oh wat normaal. En ondertussen krijgt het inteelt virus grip op het brein, want de normalen hokken met de normalen. Hoofdstuk 36. brave new world
Er is geen 'hoop', alleen kennis. De mens moet symbolisch sterven om in een nieuw leven op te staan, te leren wat het daadwerkelijke leven of bestaan is. Soms hebben we een gesprek gehad en achteraf denken we misschien dat we dit of dat hadden moeten zeggen, maar het gaat om het minimalisme. Het gaat om de strategie en niet zomaar lomp lozen van info. Dat kan ook weer heel gevaarlijk wezen. Ga heel wijs met je info om. Gooi ook niet de paarlen voor de zwijnen. Met wat voor codes groeien mensen op ? 'Vader' en 'moeder' zijn codes van de machine waarin mensen opgroeien, worden gemaakt. Het zijn eigenlijk hele koude bestanddelen, maar de mens voelt zich zo veilig. Het is iets heel anders eigenlijk. Jezus zei : Alleen zij die de wil van God doen zijn mijn vader en moeder. In 1949 werd de wereld opgeschrikt door het visioen van de visionair George Orwell over de toekomst, door zijn boek '1984', wat pas verschillende tientallen jaren later zou plaatsvinden. Natuurlijk was het een allegorie, maar het is schrikbarend genoeg uitgekomen : de denk en droom politie. Een ministrie van liefde wat alleen zijn eigen werkelijkheid als de ware werkelijkheid bestempeld, en andersdenkenden in die werkelijkheid binnenmartelt. Daaraan voorafgaande was er het grote visioen van de visionair Aldous Huxley die ook een boek had geschreven over de dystopie van de toekomst in zijn boek Brave New World uit 1932. De wereld werd door dit boek opgeschrikt. Het sloeg in als een bom. Het was dus de voorloper van het boek 1984. Waar gaat BNW over ? Over reageerbuis babies, alles via reageerbuizen. Zo worden mensen gemaakt. Zo wordt alles geconditioneerd en in vakken onderverdeeld. Het is allemaal massa productie. Er was een drug, soma, die massaal gebruikt werd om de mens in vergetelheid te houden, in een roes. Ik wilde hierbij opmerken : soma komt uit de Indische theologie en ook uit de Grieks-christelijke mythologie, want soma betekent lichaam in het Grieks en werd ook voor het lichaam van Christus gebruikt waarvan de mens at om zogenaamd behouden te worden. Hierdoor werd ook uniekheid, individualiteit uitgeschakeld. De mens ging door kunstmatige baarmoeders heen dus, en ze werden als kind al geconditioneerd door de speciale programma's die hiervoor bestonden. Dit wordt slaap-onderwijs genoemd, om de mens in een slaap te houden. De identiteit van de mens werd door de gemeenschap gevormd, en werd stabiel gemaakt. Identiteit wordt dus gevormd door conformiteit. De mens is bezit van de gemeenschap. Zo werken die reageerbuizen. Er ontstaan verschillende soorten : alfa, beta, gamma, delta, epsilon, en hogere groepen wordt geleerd de lagere groepen te minachten. Dit gaat allemaal door hypnopedia, het leren tijdens de slaap. Iedereen is dus gebrainwashed, en ze brainwashen anderen. Het gaat hier dus om een kastensysteem. Het beschrijft een toekomst van schijn-stabiliteit, rationalisme en technologie. Meer abstracte takken zoals godsdienst en kunst zijn uitgebannen, omdat die een bedreiging zouden kunnen vormen naar die valse stabiliteit. Toch is het een religie op zichzelf, zoals ook familie is uitgebannen maar het toch nog een soort familie op zichzelf is. We kunnen bijvoorbeeld dan ook denken aan de psychiatrie die de god-tv verbiedt, maar daarbij orthodoxer is gewordendan de gereformeerde gemeente, die erom bekend stonden tv te verbieden. Psychiatrie strijdt tegen de geestelijke gaven, de geestelijke tv of gnosis tv, omdat het een bedreiging is naar hun zonde, hun orthodoxe systeem van mind control. Zij zijn de denk en droom politie. Zij strijden tegen de geestelijke gaven met zware psychotrope medicijnen, drugs, en door hun etiketten, karaktermoord. Het individu moet uitgebannen worden. Alles gaat om gelijkvormigheid, het hypercommunisme.
Maar daarin vormt zich dus wel een kaste systeem. Binnen de kasten zijn er dan ook weer kleinere onderverdelingen van min en plus. Het slaap-onderwijs is er dan voor om de mens sociaal bewustzijn en trots te geven over zijn kaste. De drugs houdt zo alles onder controle zodat er geen daadwerkelijke oorlog is, maar stabiliteit en schijn-vrede. De mens wordt zo in allerlei contracten gezogen door het slaap-onderwijs. Alles kan de mens uitdoven door consumptie. Zo kan de mens zich weer goed voelen, door de soma drug. Hoe bedrieglijk is dit : de mens als geconditioneerd, consumerend junkie om zo alles wat krom is recht te praten. Daarom alhoewel het op een utopie lijkt is het een dystopie. De mens is zwaar bedrogen. Zo is dat ook vandaag de dag. Het zijn geen mensen meer, maar parasieten die we om ons heenzien, die alleen maar aan zichzelf denken. Dieren leven nog steeds in de holocaust. Dieren hebben net als mensen recht op een bestaan, maar de mens denkt dit bestaan te kunnen afnemen. Dieren zijn beelden van de immunologie van de mens. De mens is bezig zichzelf te vernietigen. De mens is op zelfmoord missie. De mens denkt echter door de slaaphypnose dat hij op de juiste weg is, maar is dus zwaar aan de hormonale drugs (soma, vlees, Grieks). De mens komt zo diep in deze verslaving dat zijn vrije wil meer en meer wordt afgenomen. De mens is tot zombie en robot geworden. De mens die niet in dit systeem past wordt een productie fout genoemd. De mens hoeft het kruis niet en de oorlog, want de mens heeft drugs, soma. Zij die eenlingen zijn en nog gevoelens hebben die diep gaan, worden afgezonderd op wat speciale afgelegen ban-eilanden. Ook dit visioen is heel gedetailleerd uitgekomen, net als het boek 1984 aan het eind van de veertiger jaren. Brave New World is hiervan dus een voorloper als een waarschuwer voor de mensheid. Wat heeft de mensheid met deze waarschuwing gedaan ? Hoofdstuk 37. stranger in a strange land In Brave New World (1932), de voorloper van het boek 1984 van Orwell (1949) zijn geen families, geen gezinnen. Vader en moeder woorden zijn taboe. Ze gaan niet door de baarmoeder maar door reageerbuizen in een kwekerij, een broedplaats. Alles is steriel en wordt medisch en psychologisch gemanipuleerd en geconditioneerd, maar door de soma drug vindt ieder z'n plaats en taak in deze zogenaamde utopie die eigenlijk een dystopie is. Eenlingen of mensen die hier ontevreden over zijn worden verbannen naar ban-eilanden. In Brave New World is er geen plaats voor de natuur. Alles is dus steriel en er heerst grote smetvrees en haat naar de natuur, wat aangeleerd wordt. De mens hoeft de natuur niet, want de mens heeft immers de soma drugs. Ook was deze samenleving ongeremd sexueel, en was sexuele taal en wisselende sexuele contacten te pas en te onpas normaal. Vandaag de dag, en mensen laten we onszelf niet bedriegen, zijn er ook geen ware gezinnen en families meer, want dat is allemaal
nep, want iedereen wordt onder controle gehouden door het steriele, dwangmatige medische bewind, dwangverpleging, dwangschool, alles dwang. Er is geen familie maar territoriale en terroristische psychiatrie die elke hoek van de samenleving al heeft ingenomen en beheerst. Elk mens zit vandaag de dag in een legbatterij, juist ook buiten de daadwerkelijke psychiatrie. Je bent in deze samenleving niet van jezelf, maar van de psychiatrie. En je wordt op elke hoek van de straat verkracht door valse, sexualiserende reclame. De mens is tot object geworden, tot een stuk vlees. Dat is ook de hele ironie van de vlees industrie, dat het hier dus over de mens zelf gaat. Het is iets heel profetisch, en soma betekent ook vlees in het Grieks. De mens is een vlees-junkie en is zelf vlees. De mens wordt zelf voortdurend opgerookt. Ook literatuur wordt verworpen in deze wereld. In deze wereld zitten we opgesloten, maar er is ontsnapping door dieper naar binnen te gaan, dieper in het geestelijke, om zo tot de gnosis te gaan. Daarom moeten we niet alleen hongeren maar ook wanhopen, want er is teveel valse hoop geimplanteerd. Daarom moeten we door veel verwarring gaan, want er is teveel valse orde. Eerst moet alles overhoop gegooid worden zodat de mens kan ontsnappen, kan loskomen van al deze aangeboren verslavingen. Alles is zo clinisch en steriel op aarde. Er is slechts de schijn van familie, maar het is er niet. De mens wordt door deze implantaten gevangen gehouden. Het zijn gevangenis-pluggen, die verwennende papaatjes en mamaatjes die hun kinderen niet onderwijzen. Ze drukken alleen maar de emotionele buttons van hun kinderen in, opdat de verslaving blijft. Ze schenken hun kinderen de soma drugs. Deze vaders en moeders bestaan niet, zoals Jezus ook al sprak dat alleen zij die de wil van God doen ware vaders en moeders zijn. Die zijn er tegenwoordig bijna niet, laten we eerlijk wezen. Alles is afgedwaald. Dat wat we om ons heen zien is het ware leven niet, mensen die parasiteren op het vlees van wezens die net zoveel bestaansrecht als hen hebben, en dan ook nog het woord liefde durven te noemen. Walgelijk. Eerst moet men kappen met al die valse familie spelletjes en tot de gnosis gaan om zo een waar beeld te krijgen van wat familie betekent. Dit is allereerst iets in jezelf. Wees voor jezelf een moeder. Zorg voor jezelf, maar pas op voor familiaire drugs, voor het familialisme. Sus jezelf niet in slaap, maar kom tot ware rust en veiligheid in studie. De eenling is een doorlerend wezen. De rest zakt steeds verder weg in illusies. Dit is ook het geval met sex, wat tot iets heel oppervlakkigs is gemaakt in de samenleving, de betekenis is verloren geraakt. De mens moet het eerst loslaten en tot de gnosis gaan, om later een waar beeld te krijgen wat sexualiteit nu eigenlijk is. Het is een metafoor. De eenling walgt van de overgesexualiseerde realiteit om hem heen, want het is hoe deze parasieten zichzelf voortplanten. Er is geen ware sexualiteit buiten de gnosis en het geestelijke om. Het is een zaak van leven of dood, want valse sexualiteit is een moordwapen. De mens is in een sexueel mijnenveld en moet terug naar de bron. Er is veel valse natuur om de mens heen, en ook daarom moet de mens terug naar de bron, naar de gnosis. Zoveel verschrikkelijke implantaten beginnen te piepen als de mens over deze dingen durft na te denken. Maar ga uit je comfort zone, want het is vals. Het houdt je vast, houdt je tegen. Brave new world, we leven al in deze nachtmerrie van 1932. Het was het onderwijs van de dertiger jaren, van de grote depressie, ook wel de dirty thirties genoemd, het vuile kruis. En dat moet ook wel, want alles was vals schoon geworden, alleen maar bedekkend, als dekmantel voor de parasieten. De nachtmerrie onderwijst dus. Het is allemaal informatie. Terug naar de dertiger jaren.
In de tweede bijbel staat er een kort verhaal genaamd het vuile kruis : In een korte samenvatting hiervan staat : 'Ze aanbaden de skelettengod. Ze moesten wel, want ze hadden botimplantaten over hun hele lichaam, apparaten om over hen te regeren. De skeletten-god had geen genade met zijn slaven. Ze moesten hem dag en nacht aanbidden, en ze moesten werken. Hij gebruikte ze voor arena's, en hij gebruikte ze ook als priesters. Niemand wist hoe de skeletten-god zijn krachten verkreeg. Het was een mysterie. Duister als hij was eiste hij ook veel bloed. De priesters verkeerden in veel offerdiensten. Hun altaren waren altijd bloederig. De juwelen werden als een enorm geheim in de botten geïnstalleerd. Ze gaven een gif af, dat steeds meer hun huid begon te worden, totdat ze als mensen waren. Niemand wist precies wie de skeletten-god was. Het koninkrijk was omgeven door een gevaarlijk hek. Ik was een van hen. Ik ontsnapte. Ik kwam in een bos waar iemand met een vuile motorfiets me ophaalde. Hij bracht me naar een huis waar een vreemde cultus gaande was. Ze aanbaden het vuile kruis, een vies kruis. Het leek erop dat dit kruis mijn leven had gered. Ik staarde ernaar en zag het vuile water stromen. Ik moest het koninkrijk achter het hek vergeten. Ik was de uitverkorene. Het was alsof ik was afgezonderd door God. Ik wist niet wie ik was, maar ze gaven me mijn identiteit terug. Ik was hen dankbaar. Ik had zoveel woede van binnen, zoveel woede, maar het vuile kruis leek het te verzachten. Ik had een nieuwe religie gevonden. Dit was geen bijgeloof. Het was echt. Het heeft mijn leven gered.' Het is een allegorie dat de mens alle valse, steriele, clinische schoonheid moet verlaten om zo terug te keren tot de vuile bron, want de mens heeft meer weggegooid dan hem lief was. We spreken dan over het benodigde natuurvuil waar het eeuwig evangelie ook over spreekt. Hermitaten 36 27 Komt dan tot het Vuile des Heeren. 28 Want het Vuile Gods is schoner dan het schoonste der mensen. Gij hebt dan een bron van het Vuile Gods in de natuur, om uzelf te reinigen en uw huis. Weet dan dat het schone der mensen ziektes verwekt, en zij zijn op weg naar het huis der ratten. De mens moet dus wel door deze dingen heen, anders verzwakt het immunologische systeem van de mens. Juist hierdoor gaat de mens antistoffen aanmaken. De valse schoonheid van de mensen is een bacterie. Het vuile kruis is het antistof. De mens moet onderwezen worden in de bacteriologie van de gnosis. We zijn 'stranger in a strange land'. Diep gaat het niet in Brave New World. De mens is aan de hormonale vlees drug, soma, en daarom onderzoekt de mens niet, weet de mens eigenlijk niets van elkaar, maar leeft men door een etiketten
samenleving. Iedereen krijgt een labeltje. De mens leeft door vooroordelen, roddel. De waarheid durven ze niet te zien. Die is te confronterend. Daar zijn ze te lui voor. Dan hebben ze liever de schijn-vrede. We moeten over het hek heen, mensen. Ontsnappen, door te verdiepen. Als we stil staan zijn we er geweest. Over de muur, mensen, ook al worden we neergeschoten. We zijn toch al dood en opgezet. Er valt niets meer te verliezen. Stranger in a strange land. Waar ben je ? Wie ben je ? Ren voor je leven. Je moet nog geboren worden. De schepping is er nog niet geweest. In BNW is ook alle geschiedenis uitgebant door de wereld heersers, want dat kan een bedreiging vormen en mensen doen ontwaken door het zien waar alles vandaan kwam en hoe alles verkeerd is gegaan. Het zijn grote, woeste monsters die dus zijn uitgezonden om alles wat op geschiedenis lijkt en kennis van de geschiedenis te doven. De mens moet in slaap blijven, verslaafd aan de soma drugs in BNW. Geluk als dwang, welvaart als dwang. Depressie mag niet en wordt weggeblazen door de drugs, want het zou kunnen leiden tot ontwaking. Ongelukkig zijn mag niet, want de mens zou zo tot de ware kennis kunnen komen. Het pad van het kruis is door de BNW samenleving afgesloten. Het geheel is dus een extreme soort van medische New Age cultus. Wat is er toch voor een medische gekte in dit nieuwe tijdperk. Maar het medische mag alleen bestaan op het fundament van de demonologie, maar dat fundament is er niet. Alleen de gnosis is waarlijk medisch, door de natuur, door de diepte. Maar die paden zijn in de BNW dus afgesloten. Hoofdstuk 38. de vuil stormen van de dertiger jaren – de amerikaanse exodus Verkrachtingen op elke hoek van de straat, hoe gaat dat ? “I've got something to put in you”. Het is geen ware sex, maar implantatie. Sex is iets heel klinisch in deze maatschappij, als een code woord voor implantatie. Iedereen wil sex. Iedereen wil implantatie, door buitenaardse aliens. Hoi hoi, we hebben sex. Hoi hoi, we worden geimplanteerd, lekker plastic in onze botten, lekker apparaten in onze hersenen, lange pluggen, die voor ons zorgen. Hoi hoi, we hebben sex. Wat denk je dat er binnenkomt ? Implantaties, mensen, pluggen, die u in de gaten gaan houden. U bent verkocht, eigendom van een regeringsapparaat groter dan uw hersenen, wat u totaal bestuurd. Oh help, is het besmettelijk ? Iedereen heeft het al. Iedereen houdt iedereen in de gaten. Het zijn allemaal gevangenis codes, kwekerij codes. U wordt gekweekt, ergens voor gekweekt. Voor wat ?
'Kijk wat ik een dier allemaal aan kan doen zonder dat me iets overkomt,' denkt de van zichzelf overtuigde en trotse vleeseter. Dwazen ! Ze zijn al bezig zichzelf te vernietigen, en karma zal hen vernietigen in het hiernamaals, tenzij ze van hun weg terugkeren. 'Kijk wat ik allemaal kan doen naar de dieren, en zonder enige problemen. Ze kunnen ook niets terugdoen,' denkt de vleselijke vleeseter, maar dom als hij is ziet hij niet wat er in de geestelijke wereld gebeurd, dat hij al bezig is zichzelf te vernietigen. 'Hoi hoi hoi, we eten vlees. Lekker smakelijk en ons overkomt niets.' Het is een code voor zelfvernietiging. Dom dom dom. Van je 'hoi hoi hoi we eten vlees', vlees fanaten, aan de soma drugs, glaasje Jezus Christus bloed, 'hoi hoi hoi, we drinken bloed van een afgod, en alles gaat goed.' De gnosis zal deze geestelijk blinden in het hiernamaals recht in het gezicht slaan, en zeggen : 'Die had je niet zien aankomen, hè ? Kijk eens wat ik allemaal met je kan doen.' Ook dieren en hun families zullen zo hun wraak uitvoeren. Al die eeuwen aan opgehoopte woede. Dat is wat de toorn van God is. Dat is als een natuur zondvloed, als een ontlading. Dat kan niemand tegenhouden. Soms moet de vijand wel neergeslagen worden. De vijand doet dit zichzelf aan. Hier kan de vijand dan van leren of zich verder verharden. Hoi hoi, er gaat iets in, maar het gaat er niet meer uit. Het heeft z'n zaad achtergelaten. De implantatie is verricht. Ha, lekker vlees in de mond. Maar wat voor vlees ? Nee, het is een code voor implantatie. Je wordt verkracht. Vlees in de mond, vlees in de mond, maar wat heb je eigenlijk in je mond ? Kijk nou eens dieper. Kijk nou eens naar wat er daadwerkelijk achter de schermen plaatsvindt. Zowel de psychiatrie als de vlees-consumptie zijn industrieën, bedrijven, die handelen in lichamen en zielen van zowel dier als mens. Het is een mensenhandel en een dierenhandel dus. Hoi, hoi, het gaat naar binnen. We hebben iets gekocht. Maar wat gaat er eigenlijk naar binnen ? Wat heb je gekocht ? En slikken maar. Het is weer binnen. Het gaat er niet meer uit. Het is een implantatie. Er zit nu een plug in je. Wat voor een plug ? Mensen, we moeten wakker worden. Het is pure horror met een droom sausje erop waardoor niemand het doorheeft. Maar als je niet van dieren houdt, slaap dan vooral rustig door. De slager zal je wel doen ontwaken als het jouw tijd is, of is die tijd allang geweest en ben je al dood ? Hang je misschien al ergens aan een vleeshaak ? Wie ben je ? Wat ben je, en waar ben je ? Waar sta je voor ? Wie nergens voor staat zal voor alles vallen. Aan liefde herkennen we mensen niet, want dat is allemaal makkelijk gezegd en gedaan. Je herkent mensen aan hun haat en hun woede. In ons educatieve kerkelijk-satirisch stripblad 'Meneer Nul' stond eens in de negentiger jaren : 'De liefde is de liefde niet als ze zich niet afscheidt van de haat. De liefde haat de haat. De liefde vernietigd de haat, door ermee te spotten, erop te toornen, en door erom te lachen, zoals Psalm 2 ons dat zo mooi laat zien.' (1997) In één van onze andere tijdschriften schreven wij in 1996 in het artikel 'Profetie, Profeten, Toetsen, Profetische Leven Mooi-weer-profeten, slecht-weer-profeten en weer-profeten' : 'Er zijn van die mensen die hebben alles lief. Ze hebben het hele leven lief. Van dat soort mensen kunnen we nooit hoogte krijgen. Het doet God niet zoveel als wij tegen Hem zeggen dat we van Hem houden. Want we kunnen van meerdere dingen houden. Neen, Hij is meer geïnteresseerd in hetgeen dat we haten en verafschuwen. Als een man tegen z'n vrouw zegt: 'Oh, ik houd van je,' terwijl hij er meerdere vrouwen op nahoud, dan walgt die vrouw van z'n liefde. Zo'n vrouw zou meer gediend worden als haar man zou zeggen: 'Ik haat overspel. Ik haat echtbreuk. Ik walg ervan.'
In het artikel 'In de voetstappen van de Hemelvaart' uit 1995 schreven wij hierover : 'Matt. 22:39 'Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.' Luc. 14:26 'Indien iemand tot mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouwen kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn.' Amos 5:15 'Haat het kwade en hebt het goede lief.' Het feit dat we onszelf niet lief kunnen hebben en wanhopig vastklammen aan anderen, ligt in het feit opgesloten, dat we de zondige begeertes niet genoeg haten. Het goede kan alleen geliefd worden als het kwade gehaat wordt. En als we niet onszelf tuchtigen, hoe kunnen we dan ooit anderen tuchtigen. Als je jezelf en daarbij anderen niet tuchtigt, dan ben je volgens de Bijbel een hater en een moordenaar: Spr. 13:24 'Wie zijn roede spaart, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, tuchtigt hem reeds vroeg.' 1 Joh. 3:15 'Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoordenaar.' 1 Korint. 9:27 'Ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang.' In ons profetisch info-blad 'De Vloedgolf' spraken wij in 1994 : 'Verachting van de verbrokenen van hart : Ze zingen en dansen veel 'om de Heere te loven en te prijzen' en ze zien dat als een graadmeter om te zien hoe vol iemand van de Geest is. Als iemand niet met hen mee doet en er 'somber' en 'treurig' uitziet, dan klopt er volgens hen iets niet met zo'n persoon.: Deze houding is de Here een gruwel. Wat zegt Gods Woord hier eigenlijk over ? Amos 5: 21-27: Ik haat, Ik veracht uw feesten, en kan uw samenkomsten niet luchten. Ja, als gij Mij brandoffers brengt, en uw spijsoffers, heb Ik daaraan geen welgevallen, en uw vredeoffer van mestkalveren wil Ik niet aanzien. Doe van Mij weg het getier van uw liederen, het getokkel van uw harpen wil Ik niet horen, maar laat het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek. Jakobus 4:8-9: 'Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. Beseft uw
ellende, treurt en weent; uw gelach moet veranderen in treurigheid, en uw vreugde in neerslachtigheid.' (..) Sleutels om tot verbrokenheid te komen : 'Johannes 12:25 zegt: wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten Eeuwigen Leven. Dit leven wat je nu hebt is vaak aards en demonisch. Je moet het haten. Dit is de eerste stap om het kapot te laten springen, zodat er nieuw leven kan komen. Je geest moet verbroken worden. Je hebt nog een aardse geest, waardoor je veel dingen nog niet begrijpt en nog niet kan.' Tot zover de artikels van vroeger. Ik aanvaard het vuile kruis, om veilig te zijn tegen de valse schoonheid van de pensioenfondsen, van het niet meer willen doorstuderen en werken. Ik aanvaard de dirty thirties, het vuile kruis van de dertiger jaren, de grote depressie, om veilig te zijn tegen de valse vrolijkheid, het valse geluk wat egoïstisch en onverschillig parasiteerd op de armen en de dieren. Na de dertiger jaren ging alles mis. Toen kwamen de nazi's, en de wereld werd niet meer hetzelfde. De zwaarste demonische geesten werden over de wereld uitgegoten. George Orwell waarschuwde de mens om terug te gaan, want het jaar 1984 zou komen van een tijdperk van nieuwe brainwashing, van de denk en droom politie. Zware mind control zou komen wat ik in levende lijve heb ervaren in de 80-er jaren, en de jaren daarna werd het alleen maar erger. Dieper geluk vinden, gnosis, ontwaking, bewustzijn, in het ongelukkig zijn. Het heeft twee kanten. We missen zoveel als we niet durven op een bepaalde manier ongelukkig te zijn. Hierin is juist het ware geluk te vinden, namelijk de gnosis, diepte, zodat je geen theetante wordt, geen mien meut, geen simpel zieltje. Juist het valse gelukkig zijn ten koste van andere wezens vandaag de dag is zo'n grote tragiek, zo'n grote horror, zoals beschreven wordt in het stuk genaamd 'Heaven' in de tweede bijbel, over een valse hemel. Eerst moeten we loskomen van al dat bedriegelijke, valse, dodelijke geluk, en daarvoor moeten we dus eerst juist 'ongelukkig worden' op een bepaalde manier. Maar wij van de gnosis zijn geen ongelukkige mensen daadwerkelijk, maar diepe mensen, dus er is ook een soort van hemels ongelukkig zijn. Speel er maar mee. Het belang van ongelukkig zijn om de gnosis te vinden, wat een bepaalde mate van vreemd, latent, subtiel geluk geeft, niet teveel, niet te weinig. In de dertiger jaren was er de Amerikaanse exodus van het Oklahoma gebied naar het Californië gebied tijdens de vuil stormen die het land teisterden. Het was één van de grootste migraties in de Amerikaanse geschiedenis. Het gaat er niet om alleen maar het vuile kruis te aanvaarden, maar de mens moet ook strijden en vluchten. In 1939 schreef John Steinbeck hierover het boek : The Grapes of Wrath, de druiven van gramschap. De mensen in Oklahoma hebben het zwaar vanwege de
vuilstormen ramp, leven in grote armoede, maar ze hoorden dat Californië het paradijs was, als de hof van Eden. Daarom was er een grote exodus naar Californië, het beloofde land, maar het bleek een illusie te zijn, want velen keerden alweer terug vanwege de grote werkloosheid en werk voor laag loon en verhongering. Deze verhalen horen ze allemaal in kampen waar ze terecht komen. Ze zouden hier in Californië slechts uitgebuit worden. Ze komen dus zo in een heel corrupt systeem terecht. Aan het einde van het boek bevalt een vrouw van een dode baby, maar geeft haar melk dan aan een uitgehongerde man. Het laat een diepere exodus van de mens zien, in diepere honger om los te komen van de bedreigingen van valse welvaart en vals geluk, om zo uiteindelijk terug te komen tot de moeder gnosis. Daarom droomde ik als kind ook altijd al over het in de nacht gaan tot Californië langs de grote gordijnen. De mens is er nog niet als de mens in Californië is gekomen. Uiteindelijk is het in het Westen van Amerika waar de put is tot Zuid Amerika, tot het oerwouden gebied. De mens moet geheel terugkeren tot de natuur. De mens moet dus wel door de werelden van 1984, Brave New World en de Grapes of Wrath heen. Het is op het eerste gezicht onbruikbaar, maar ga je dieper binnenin dan wordt het bruikbaar. Die laag is dus ergens voor nodig, als gecodeerde bescherming. Het is een dubbele laag. De mens zit dus nooit geheel vast, maar heeft deze tussenlaag nodig, hoe moeilijk dat ook is. Zonder deze tussenlaag zou er geen leven mogelijk zijn. In Grapes of Wrath ga je dieper in de honger, om zo uiteindelijk tot de ware moederborst te komen. Kan de mens het vuile kruis aanvaarden wat tot deze honger leidt ? Kan de mens hiervoor ook strijden ? Lijdvaardigheid en strijdvaardigheid horen bij elkaar. Gooi er één weg en alles is verloren. Grapes of Wrath laat de diepere weg zien van de dertiger jaren, om zo niet te eindigen bij de nazi's. De mens moet er wel doorheen, zoals ook door het corrupte paradijs van Californië, maar uiteindelijk druppelt het diepere. Vele slechten bij elkaar vormen dus uiteindelijk toch een goede. Het verschil is : niet van de wereld, maar in de wereld. Strangers in a strange land. We are not of this world, but going through it. We hebben deze puzzelstukjes nodig. Verlies ze niet, sla ze niet over. Ze zullen belangrijk zijn op de doortocht. Hoofdstuk 39. het alcohol verbod van de twintiger jaren Het boek Druiven der Gramschap van John Steinbeck uit 1939, over de vuilstormen exodus van Oklahoma tot Californië in de dertiger jaren, eindigt met het beeld van een vrouw met een
doodgeboren kind die een uitgehongerde man borstvoeding geeft. Wat is de symbolische betekenis hiervan ? Het doodgeboren kind is de eerste wereldoorlog. Europa was totaal uitgehongerd na de eerste wereldoorlog, en kreeg toen hulp van Amerika. De vrouw die borstvoeding geeft is Amerika, en de uitgehongerde man is Europa. Het boek gaat over vuilstorm vluchtelingen die in het corrupte paradijs van Californië terechtkomen waar ze verder worden uitgehongerd, uitgebuit en onderdrukt, maar dan is er het beeld van de vrouw die borstvoeding geeft. Wat is het precies ? De mens was in de dertiger jaren in de grote economische depressie gekomen, en er leek geen uitweg te zijn, maar deze borstvoedende vrouw gaat over de jaren twintig toen Amerika hulp gaf aan Europa na de eerste wereldoorlog. We moeten dus in deze dimensie overgang komen van de dertiger naar de twintiger jaren. In de twintiger jaren was er in Amerika de grote drooglegging, oftewel het alcohol verbod. Alcohol, een vernietigende drugs voor het menselijk lichaam en de menselijke ziel, en de hersenen, is een algemeen aanvaarde en legale drug die je vandaag de dag makkelijk kunt krijgen. Maar in de twintiger jaren was er het alcohol verbod in Amerika, als poging om alcohol consumptie uit te bannen, maar dit gaf een enorme weerstand in de criminele onderwereld en de zwarte markt. Alcohol is de basis van de vernietiging van vele levens. Zo is dat altijd geweest. Het is dus belangrijk door via de dertiger jaren terug te gaan tot een nog diepere dimensie van de twintiger jaren waar nog steeds het alcohol verbod er was. Dit verbod liep van 1920 tot 1933. Geschiedenis is een plaats, een dimensie, dus is er nog steeds, als kracht, en kan verdiept worden, toegankelijk gemaakt worden. Het ligt nog steeds potentieel in de mens verborgen. De weerstand van de geest van alcohol was heel groot. Die was natuurlijk woedend om dit verbod. Bij de nazi's was alcohol soms een beloning voor het uitmoorden van Joden, en ook als sociaal 'glijmiddel' tussen mannen. Alcohol is drugs waardoor de natuurlijke mechanismes en beschermingen afgebroken worden om plaats te maken voor iets heel anders, namelijk directe wilskracht in plaats van kenniskracht, en deze wilskracht is altijd onbeheerst, ongenuanceerd, onvoorwaardelijk, maar dan op z'n eigen manier hypervoorwaardelijk, als werken tegen de natuur in. De wil omzeild zo alle kennis. Zo maakte de mens ook kern-energie, en alcohol was uiteindelijk ook de oorzaak van de kernramp in 1979 in Harrisburg. Daarom is het alcohol verbod zo belangrijk, door hier ook in te volharden. Daarom zijn de twintiger jaren zo belangrijk, want zo gaf de vrouw de uitgehongerde man melk in plaats van alcohol. De man ontving zo puur natuur. Alcohol ligt dus ten grondslag aan Harrisburg 1979, Toronto 1994 en de gsm-leugenocratie die hierdoor ontstond waar alle beschermende natuurlaagjes waren afgebroken, alle benodigde hersenvliezen van de mens waren afgebroken voor totale chaos, de jaren 2000. Dit is een alcoholocratie waar we nu in leven. Alcohol regeert. Vaak als ik vroeger van school thuiskwam was er niets in de koelkast te vinden dan alcohol, tafelwijn, wat je als kind dan drinkt, want er is niets anders. Vaak was er ook geen broodbeleg, alleen suiker, dus dan ook nog eens veel suiker op je brood. Zo groeiden wij op. Suiker en alcohol is een slechte combinatie. Ook drinken ze rustig sterke wijn aan het avondmaal in de kerk. Na de catechesatie-belijdenis mocht ik ook aan het avondmaal. Maar hoe dichter ik persoonlijk bij God kwam, hoe moeilijker ik tegen alcohol kon. Het stond tussen mij en God in. Ik ben nooit een alcohol drinker geweest echt, maar de tafelwijn kan ik me herinneren als kind waarvan ik soms slokjes dronk, en soms als er likeur stond. Ik vond het smerig, maar ja, je bent dan nieuwsgierig en
soms is er niks anders. En dan natuurlijk de wijn aan het avondmaal, maar ik begon ook steeds meer naar kerken te gaan waar dat gelukkig al was vervangen door druivensap. Op een keer was ik weer ergens aan het avondmaal, en toen hadden ze helaas geen druivensap maar wijn. Ik wilde het eigenlijk niet drinken. Ik nam er toch maar een slok van, en voelde direct een slang door mijn hoofd heenglijden, en de wijn was verschrikkelijk smerig. Ik was er te gevoelig voor geworden. Dat was de laatste keer dat ik ooit alcohol zou aanraken. Ik had het helemaal gehad. Ik was toen nog heel erg jong. Ik wist toen al dat al hele kleine beetjes alcohol de hersenen flink zouden kunnen verminken. Ik ben sindstoen ook altijd een grote en radicale strijder geweest tegen het gevaar van alcohol, als geheelonthouder. De demonologie gaat al helemaal niet samen met alcohol, want alcohol is een legaal middel waardoor demonen binnen komen in de mens. Het gaat niet samen. De twintiger jaren zijn dus enorm belangrijk, vol van antistoffen, om los te komen van alcoholgehechtheid. Ook de medische industrie en de vlees industrie zijn gebouwd op alcohol. Hoofdstuk 40. alcohol – de titanic van de twintiger jaren Alcohol eist telkens weer levens, op allerlei manieren. In de twintiger en dertiger jaren was er daarom de grote alcohol oorlog in Amerika, omdat de alcohol-gerelateerde problemen huizenhoog waren gestegen. De alcohol ban begon in 1920, maar de criminele wereld sloeg keihard terug. Alcoholische dranken mochten niet meer geproduceerd en verkocht worden, maar de criminele wereld zag er juist veel geld in, want alcohol brengt problemen en ook verslaving, dus zo worden vele industrieën gespekt. Uiteindelijk verloren de anti-alcohol verzetsstrijders deze oorlog, en zo was deze ban in 1933 alweer opgeheven, en dit is nog steeds de reden waarom dit goedje nog overal gemakkelijk gekocht en gebruikt kan worden, met alle gevolgen daarvan. Alcohol is een mindaltering drug, en veroorzaakt de zogeheten alcohol psychose, dat mensen dingen heel anders gaan zien dan ze zijn, dus er komt een soort van leugen realiteit, een leugenocratie, wat dus een alcoholocratie is, een valse alcoholische realiteit, waaraan goed verdient wordt, want leugens verkopen nu eenmaal goed. De betaalde psychiatrie is een tak van de alcohol psychose die met radicaliteit en fundamentalisme strijdt tegen de demonologie en het profetische. Ook de betaalde rechtshandhaving is een tak van de alcohol psychose, waardoor er ook mensen aan de lopende band vals beschuldigd worden. Je betaalt voor recht. Dat kan nooit goed zijn. Het zal dan ook niemand verbazen dat de vlees industrie ook een tak van de alcohol psychose is. Deze industrieën werken allemaal met elkaar samen. Ze houden allemaal elkaar de hand boven het hoofd. Alcohol is het grote smeermiddel en glijmiddel. Alcohol regeert. Alcohol is een afbraakproduct uit suikers door gisting, als een suiker-bacterie. Het hoort niet in het menselijk lichaam thuis. Waarom drinken zoveel mensen het ? Lage kosten, er wordt ook veel reclame voor gemaakt. Veel mensen zijn nu eenmaal goedgelovige meelopers.
De eerste wereldoorlog was een onafhankelijkheidsoorlog om los te komen van de macht van het gevaarlijke Duitse rijk, toen al gevaarlijk, als voorloper van het komende nazi rijk. Het Duitse rijk viel toen, en er kwam in Amerika het grote alcohol verbod, waardoor ook Amerika haar melk kon voeden aan het uitgehongerde Europa na de eerste wereldoorlog in de jaren twintig. Maar het alcohol verbod hield niet lang stand en aan het eind van de dertiger jaren ontstond de tweede wereldoorlog, de komst van de nazi's. Wat betekent dit ? Het betekent dat het juist verdiept moet worden, want er kon geen directe bevrijding komen. Het alcohol verbod ligt nog steeds onaangeroerd in de twintiger jaren, en de mens heeft het nog niet begrepen. Daarom moet de mens via de dertiger jaren terug naar de twintiger jaren, en zelfs dieper tot de eerste wereldoorlog om los te komen van de grootmachten (het Duitse rijk en het Oostenrijks-Hongaarse rijk). Zo ontstond Joegoslavië, wat verder begon af te splitsen in de negentiger jaren in de Joegoslavische oorlogen. Dat waren ook onafhankelijkheids-oorlogen. Het is allemaal een strijd tegen de onderliggende geest van alcohol. Alcohol is een heerszuchtige geest die zijn eigen technologie heeft, maar dit dus zo heeft gehaast dat hij stappen heeft overgeslagen opdat alles neerstort. Dat is de bedoeling van alcohol ook, want het is een vernietigingszuchtige geest die voor het betaalde medische wereldrijk werkt. Deze geest leeft door ongelukken. Daar wordt deze geest voor betaald. Het is een huurmoordenaar. Hij maakt mensen zo hoogmoedig dat ze een hedendaagse toren van babel bouwen : het vliegtuig of de raket. Maar de mens is hiertoe helemaal niet geroepen. De mens heeft de daadwerkelijke kennis hier niet toe, en moet eerst leren geestelijk te reizen. Vandaar bijvoorbeeld de Challenger ramp in 1986, wat ook een gevolg is van alcohol, en wat symbolisch ook het loon van alcohol is. Wie is alcohol ? Het is een uit de kluiten gegroeide bacterie met allemaal ogen, als een meisje wat niet naar school wil en alles snel snel wil. Ze beweegt heel snel, slaat allerlei stappen over, en groeit uit tot een grote wurgslang om mensen mee te trekken in haar hol. Niet iets om op de koffie uit te nodigen. Alcohol legt overmoedige sociale bruggen die dus vals zijn. Alcohol wil niet wachten, wil niet bouwen in geduld, wil niet minderen, en gaat zo langs de natuur heen voor de crash. Het geeft hallucinaties, dus je kijkt in de spiegel en denkt dat je jezelf ziet, maar het is een beeld van de alcohol, je kijkt naar een scherm. Je hersenen komen in een ander trillingsgetal en pikken hele andere dingen op, en alcohol gaat dan spreken, en de mensen denken dat het hun gedachten zijn. Zo ontstaan al die bedrijven die over de mens heersen, als mannequins van de waarheid, maar die is dus vals, als een verkoop truukje. Het zijn mannequins van intimidatie. 'Als je onze producten niet neemt, dan zal iets ergs je overkomen.' Het zijn slechts kettingbrieven. Deze intimidatie is vaak subliminaal. De mens weet vaak niet eens dat hij bedreigt wordt, want het gebeurt vaak door onderbewustzijns-codes, een taal die het bewustzijn niet kent, maar het onderbewustzijn wel, wat daar heel gevoelig voor is. De mens weet dus heel vaak niet waarom hij telkens een bepaald product neemt, maar het heeft vaak hier mee te maken. Het gaat ook door de reclame. Men koopt deze subliminale huurmoordenaars in. Zo ontstaan dus ook de subliminale kettingbrieven, want mensen geven deze signalen, deze codes, aan elkaar door. Let goed op de lichaamstaal van mensen. Bestudeer wat mk ultra mind control is. Daarom zijn er werelden achter werelden die heel heimelijk werken via subliminale codes, waardoor ze mensen als goedgelovige slaven houden. De wereld wordt dus bestuurd door deze buitenaardse systemen. Deze systemen zijn
erop gericht de mens dom te houden, laag opgeleid. Alleen de demonologie kan mensen doen ontwaken. Ook het valse scholensysteem wordt in stand gehouden door alcohol. Alcohol is dus een vals beloningsmiddel als je valse kennis hebt opgedaan, een onschuldige hebt vermoord (vlees industrie), je medicijnen netjes slikt, oftewel je hormonale drugs (ook vlees industrie). De mens wordt graag omgekocht door alcohol, en alcohol intimideert, dus lafaarden zullen dat ook zeker doen. Wil je een lafaard of luiaard zijn, wat in principe gewoon hetzelfde is : blijf dan vooral doordrinken. Wist je dat het valse scholensysteem juist een vermomde spijbelgeest is ? In de eerste wereldoorlog werd de vuilnis gesplitst. Zo kwam er een diepere vuilnis energie vrij, dat wat opgesloten zat. Daarom sloeg de eerste wereld oorlog in als een bom, en was het heel dualistisch. Het waren dirtcuts. De mens bestaat uit dirt-strands, dirt-strings, dirt-chains, die heel hallucinaal zijn in de zin dat ze holografische illusies opwekken, zodat de mens niet ziet wat er is, maar wat er niet is. Soms is dat goed, soms niet. Maar de mens bestaat uit ketenen van bacteriën die een soort zijmens hebben geprojecteerd waardoor de mens leeft, wat dus zwaar bacteriologisch is. De mens leeft in een virus. De mens is door dit gejaagde, hysterische virus meegenomen. Dat noemen we ook weleens de matrix, maar dit is een beschrijving van de matrix. De mens moet dus tot analyse, diepte en nuance komen in een bacteriologisch programma om hier doorheen te komen. Het is niet slechts het goede te scheiden van het kwade, maar ook het kwade te verdiepen en te hersorteren om zo weer bij het goede uit te komen, wat dus ook weer met kruisdragen heeft te maken, niet het kind met het badwater weggooien. Alcohol : een pokdalig, verblindend licht wat op de mens neerdaalt en illusies geeft. Demonologen en shamanen kunnen het echter zien. Het zijn ketenen die door het voorgeslacht de mens in de greep houden. De alcohol laat over zijn patronen achter : in het bloed, in het DNA, in de hersenen, en het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven. De herinneringen liggen in deze ketenen opgeslagen, zoals ze ook opgeslagen liggen in de dirtketens. Hoe dan ook zonk alcohol naar de dieptes als de Titanic van de twintiger jaren. Hoofdstuk 41. 1918 – het einde van het duitse rijk De haan is dood, de haan is dood. De haan is dood, de haan is dood. Hij kan niet meer zeggen: kokkedie kokkeda, Hij kan niet meer zeggen: kokkedie kokkeda
Kokkokkokkokkokkokkokkedie kokkeda Kokkokkokkokkokkokkokkedie kokkeda Vreselijk lied vond ik dat op de kleuterschool, als kleuter. En dan moest het ook nog in canon gezongen worden, met tweede stem, derde stem enzovoorts. Zinnebeeldig is het dualistisch want er zijn goede hanen en slechte hanen, zoals het Duitse rijk was een flink slechte haan, en die viel door de eerste wereldoorlog. Daar was nazi Duitsland erg kwaad over, en toen wilde ze het derde rijk opzetten, oftewel het nazi rijk, maar konden ze de haan nog redden ? 1918 beitelde alles genadeloos vast. Het was het einde van de eerste wereldoorlog en het einde van het Duitse rijk. Het Duitse rijk of tweede rijk was ook als een Titanic van de tiender jaren van 1900 (de Titanic zonk letterlijk in 1912). De Titanic van het Duitse rijk zonk in 1918. Het derde rijk, het nazi rijk, kon het Duitse rijk niet meer redden. Eén van de koppen van het beest was dodelijk verwond in Openbaring 13, en werd toen schijn-genezen, een bedrieglijke genezing, en toen ging de hele aarde het beest in verbazing achterna, want de aarde stond nergens voor dus viel overal voor. Maar ze konden het beest niet meer redden. Die schijn-herleving van het Duitse rijk was het nazi rijk. Maar de mens moet ingewijd worden in de geheimen van 1918, de val van het Duitse rijk, het einde van de eerste wereldoorlog. Afscheiding is iets zinnebeeldigs. Het betekent diversiteit, komen tot je eigen innerlijke, unieke waarde. Dat is waar de eerste wereldoorlog in diepte voor staat, als allegorie. Afscheiding is dus in de kern het geestelijke reizen. De mens moet komen van uniformiteit tot verscheidenheid. Dat is wat afscheiding, afzondering, inhoudt. Dit is het geestelijk reizen, wat de motor is van de territoriale oorlogsvoering en wat dus de zinnebeeldige betekenis is van de eerste wereldoorlog. Alles werkt dus mede ten goede. De eerste wereldoorlog is dus in diepte een schakelvaardigheid en selectievaardigheid, als een draaiknoppensysteem. Ik was als kind al geobsedeerd met draaischijven, zoals van viewmaster, en ik bouwde allerlei spelletjes na, zoals pim pam pet, stratego en monopolie. Ik had eens een droom dat de zinnebeeldige schijf van de eerste wereldoorlog in Den Haag was, als een station, en dat was een identiteitenschijf, dus eigenlijk een soort kameleon. De mens heeft namelijk verschillende afdelingen nodig om door het leven te komen. Ik was vannacht in gevecht met de wachter van deze geheimen, deze schijf, en die intimideert mensen in hun onbewustzijn dat ze iets kwalijks hebben ingeslikt (plastic) wat zal groeien binnenin hen, en waardoor ze 'de vader' nodig, het patriarchische systeem. Dit is ook hoe reclame werkt, en we doen er beter aan om bewuster te worden van het onderbewustzijn. De mens gaat door het leven als blinden die blinden (mis)leiden. In het land der blinden is eenoog ook koning. Daarom moeten mensen hun geestelijke zintuigen leren openen en gebruiken. De eerste wereldoorlog is een wereld dieper in de mens die nog niet begrepen is, nog niet opgepikt. Dat is ook de reden waarom de mens nog telkens in de eerste wereldoorlog vecht, omdat het nog niet verdiept is. Alleen verdieping is de uitweg. Je kan er niet zomaar van wegrennen. De mens loopt tegenwoordig met veel plastic in het lichaam. Denk aan plastic vullingen in het bot en plastische chirurgie. Dat blijft er altijd maar in en is niet uitneembaar, dus het wordt gekoloniseerd, en is daarmee onderdeel van het lichaam en wordt tegen de mens gebruikt. 'Je hebt iets ingeslikt wat in je zal groeien, en daarom heb je 'de vader' nodig, het patriarchische systeem. Je hebt plastic ingeslikt en nu heb je dit en dat product nodig.' Zo leeft de mens in intimidatie in het onderbewustzijn zijn hele leven. Maar de mens mag leren schakelen tussen zijn eigen identiteiten. In de eerste wereldoorlog werden banden verbroken en kwamen er nieuwe banden. Duitsland was in die tijd al een zeer gevaarlijke hysterische macht die overal om zich heen greep, waar Nietzsche al tegen had gewaarschuwt. Duitsland was als een tikkende tijdbom.
Duitsland bedreef al de zogeheten Weltpolitik van 'heersen of vallen', 'alles of niets', wat teveel verletterlijkt werd, gematerialiseerd en gehorizontaliseerd, terwijl het iets vertikaals, iets geestelijks diende te zijn. Duitsland verletterlijkte dus de gnosis, tot een aards object, waarmee het directe, letterlijke, brute macht wilde uitoefenen, niet door het kruis en door de kennis, want Nietzsche werd verdraaid en uit zijn verband gerukt en zelfs als het verminkte boegbeeld gebruikt, als vlag voor het Duitse modderschip. 'Do or die', 'win or lose', 'all or nothing' betekent iets heel anders dan wat de Duitse spijbelaars ervan hadden gemaakt in de weltpolitik. Weltpolitik was de imperialistische politiek om Duitsland in het zadel te hijsen als een globale macht. Ook Darwin was hiervoor geheel uit zijn verband gerukt. Duitsland moet dus weer terugvergeestelijkt worden, want de energie werd door gebrek aan demonologie te verdicht. Deze principes hadden namelijk allemaal met de demonologie te maken, met het het toetsen en het profetische, niet met daadwerkelijke, directe aardse macht. De weg van het kruis moet dus weer getoond worden. Dit is een hongerkruis in gevecht tegen het vraatzuchtige, vadsige Duitse beest, wat nog steeds een wachter is van de geheimen van de eerste wereldoorlog. Juist in de demonologie is het 'alles of niets', maar dat gaat om het verminderingsprincipe, niet om het vermeerderingsprincipe. Het is dus een strijd tussen het geestelijke en het aardse. Deze machten staan haaks op elkaar. Het vermeerderingsprincipe is het gaan van de korte weg, en het verminderingsprincipe is het gaan van de lange weg, op lange termijn denken, opdat de benodigde tussenstappen zichtbaar worden en het niet in zal storten. Al deze valse realiteiten om ons heen die dus min of meer Duits zijn zullen instorten, en alleen de demonologie zal overblijven. Dat kan dus alleen als we tot het Duitse geheimenis komen. 'Alles of niets' betekent dat we radicaal moeten zijn in de demonologie en het kruis, in toetsen en profetie, opdat we niet het doel missen. Het betekent dat we niet laf moeten zijn en lui. 'Er is maar één weg en dat is de onze.' Ja, maar gaat het dan niet om de hogere weg waarvoor je alle andere wegen moet opgeven ? En wat is die hogere weg dan ? Voordat er weltpolitik was, was er realpolitik. Ludwig von Rochau (1810-1873) zei hierover in zijn boek 'Realpolitik principes toegepast op de staatsomstandigheden van Duitsland', Grundsätze der Realpolitik angewendet auf die staatlichen Zustände Deutschlands (1853) : 'De studie van de krachten die de staat vormen, onderhouden en veranderen, is de basis van alle politieke inzichten en leidt tot het inzicht dat de wet van macht de wereld van staten regeert, net zoals de wet van de zwaartekracht de fysieke wereld regeert. De oudere politieke wetenschap was zich volledig bewust van deze waarheid, maar trok een verkeerde en schadelijke conclusie - het recht van de machtigen. Het moderne tijdperk heeft deze onethische denkfout gecorrigeerd, maar hoewel het breekt met het vermeende recht van de machtigere, was het moderne tijdperk teveel geneigd om de werkelijke macht van de machtigere en de onvermijdelijkheid van zijn politieke invloed over het hoofd te zien.' Darwin (1809-1882) en Herbert Spencer (1820-1903) gaven een genuanceerd beeld van wat 'het recht van de sterksten' of 'het recht van de machtigsten', oftewel 'survival of the fittest' daadwerkelijk betekende. Het spijbelende Duitsland heeft dit beeld later gemakszuchtig verkracht, zonder de moeite te nemen dit verschijnsel op z'n diepte te onderzoeken, en lapten zo Darwin en Spencer aan hun laars en gingen er mee op de loop. Resultaat : spijbelende jongetjes die met hun borst opgeblazen dachten dat dit het recht van de sterksten was, onder invloed van alcohol : de kortste weg naar macht, als een joyride. Ze hadden niet eens de moeite genomen om Darwin daadwerkelijk te lezen, maar renden gewoon met een woordje weg en gaven hun eigen invulling eraan. Darwin en Spencer redeneerden vanuit de subtiliteiten van de natuur, en de oneindige verscheidenheid van de natuur, het vermogen om uniek te zijn en een eenling, wat natuurlijke selectie wordt genoemd, en wat niks te maken heeft met gelijkvormige massa's zoals van Duitse weltpolitik. De ware macht is de macht om anders te zijn, uniek. Maar deze jongetjes zijn lafaarden
en durven niet uniek te zijn. Oh, ze zijn voor niemand bang, zeggen ze in hun hoogmoed en trots, maar ze durven niet anders te zijn dan de anderen. Ze durven alleen in groepen te werken. Daar waren Darwin en Spencer niet eens mee bezig, want ze bespraken de plantenwereld. Juist de zeldzaamheid heeft de macht om daadwerkelijke vruchtbaarheid te geven, iets door te geven van generatie tot generatie. En hierin kan dan een oneindige verscheidenheid in ontstaan om te overleven. Het geheim ligt in innovatie, in progressiviteit. Dit heeft dus niks te maken met bulkerig gedrag van alcoholdrinkende Duitse jongetjes. Door hun bulkerigheid en opgeblazenheid trekken ze juist de parasieten aan omdat ze niet uniek durven te zijn, niet progressief durven te zijn, geen nuances durven te leggen en die uitwerken, want dan zouden ze anders zijn. Ze haten het vreemde. Ze zijn bang voor het vreemde, voor de exogamie, dus is het niks dan inteelt. Het loopt dus gelijk op met racisme en nationalisme, want dat is veilig, onder de jurk bij mamma. Dit zijn dan de daadwerkelijke babies die niet willen opgroeien en daarom rondlopen met zwaar geschut. De natuurlijke selectie of 'survival of the fittest' waar Darwin en Spencer in de jaren 1800 over spraken ging over het juist durven afscheiden van de massa's, als de enige overlevingskans, want de massa's die niet groeiden en alleen maar kleefden zouden elkaar verwoesten. Ze konden niet tegen de eis en de ingewikkelde voorwaardes van het leven op. Ze zouden vergaan in de oneindige bureaucratie van de natuur. Darwin en Spencer spraken over hoe zaadjes werkten in de grond, maar de Duitse alcohol-psychotische jongetjes wilden geen zaadjes zijn. Ze wilden pronken in de groepen, conform zijn aan de groepen om zo opgenomen te worden door de stormen. Spencer stelde dat er in het zaad afscheidingen moesten plaatsvinden om zo essentiële bestanddelen in werking te laten komen. Dit moesten ongewoonlijke afscheidingen zijn binnen het zaad. Het gewoonlijke zou namelijk de strop zijn. Het zaad zou alleen overleven door het ongewoonlijke. En dat moest tot in het oneindige gevarieerd worden, dus we spreken hier over een vertikale kwantiteit. Het mocht dus niet te eenvoudig gehouden worden, niet als een soort formule wat voor alles werkt. De Duitse jongetjes van de alcohol gingen vervroegd met pensioen, om voor de rest van hun leven te kunnen rentenieren. Altijd maar weer pronken met hun grote voertuigen, want iets anders hebben ze niet. Zij willen horizontale kwantiteit, en missen zo de kwaliteit, missen zo wat tussenstappen, en zijn zo als de Titanic (1912) en de Challenger (1986) rampen. Dat is waar alcohol leidt, want het is een huurmoordenaar : Wie leeft door het mes, zal sterven door het mes. Alcohol is ook weer het loon op het gebruik van alcohol, de trofee van de huurmoordenaar : zijn eigen dood. Hij is op een zelfmoord missie. Spencer spreekt dus over de hoge kwaliteit van de gevarieerdheid en zeldzaamheid die het zaad nodig heeft om zo onverteerbaar te zijn voor parasieten die het zaad anders zouden kunnen vernietigen. De gevarieerdheid moet in zijn zeldzaamheid de snelheid van de vermenigvuldiging opwekken om veilig te blijven tegen de parasieten. Er is dus ook een natuurlijke, vertikale snelheid die belangrijk is. De Duitse jongetjes van de alcohol willen aardse snelheid waarmee ze kunnen pronken in hun groep en om hen die niet van hun groep zijn te intimideren, en zo rijden ze zichzelf in de prak, zoals in 1918. Ze zijn op zelfmoord missie. Ze zullen alles wat niet doorleert, alles wat zich niet afzondert, vernietigen, met zich meesleuren. Het is horizontale, aardse snelheid, die niet tegen de hogere demonologische snelheden opkan. De natuurlijke selectie is een proces van afwijking, niet van gelijkvormigheid, niet van 'bij de groep horen.' De natuurlijke selectie of het recht van de sterksten is het recht van degene die afwijkt van anderen, abnormaal is, ongewoon, niet heeft gebogen voor de afgoden van de samenleving en de tijd. Sterkheid was in de oude talen al niet letterlijk, maar werd gebruikt voor alertheid en gevoeligheid, onderscheidingsvermogen, oftewel het behoort toe aan de demonologie. Als je denkt dat sterkheid het vertonen van spierballen is, dan ben je al bedrogen en heb je het al verloren. Dat is de opgeblazen geest van alcohol waarin ergens een steekje loszit. Ze hebben de technologie niet. Hun horizontale, aardse raket technologie mist levensbelangrijke demonologische principes, dus ze zullen gaan neerstorten. Omdat ze het kruis hebben gehaat. Het kruis is het ware leven. Diepte, zinnebeeldig, niet letterlijk en aards. Durf anders tegen dingen aan te kijken, demonologisch en profetisch, zonder dat je in een laffe en luie valstrik
terechtkomt, want de strijd moet gestreden worden en je herkent mensen pas echt door hun haat en hun woede, niet door hun liefde. Als je het kwaad te lief hebt is het geen liefde meer. Spencer stelt dat door deze eigenschappen van de plant ook betere adaptie is tot de natuur, en readaptie. Ook dit is een eigenschap van natuurlijke selectie en recht van de sterksten. Dit is niet iets nationaals, maar multi-cultureel, internationaal, het vermogen om je aan te passen aan andere werelden, zeer exogamisch dus. Deze adaptie is zeer indirect, niet direct, door het individu wat juist het verst van hen verwijderd ligt, zich het meest heeft afgezonderd om zulke systemen ook te vernietigen, zodat het contact ook meer abstract is. Er is geen direct contact. Dat zou de strop zijn. Je gaat ook niet direct van A naar B, maar je gaat eerst naar ZXY en dan helemaal langs de andere letters tot B, dus je benaderd het omgekeert, net als op aarde dat je niet direct van locatie A naar B gaat, maar een omweg maakt, van onderen, tot de achterkant, dus je reist de hele wereld eerst over totdat je aan de achterkant of onderkant van locatie B bent gekomen, door het ijs dus, wat zinnebeeldig staat voor : alles benaderen door zorgvuldig onderzoek, niet door snelle, simpele vooroordelen. Ben je bereid iets of iemand echt te leren kennen voordat je je grote mond opentrekt, vaak gevuld met alcohol ? Dat is het enige ware contact. Eerst moet alcohol sterven, zinken als de Titanic. Anders is je contact met iets of iemand slechts een alcohol psychose. Zo hebben wij dit altijd onderwezen, maar er zijn maar weinigen die zich aan dit beeld houden, aan dit model. Geen tijd hebben ze voor. Ze hebben haast, maar voor wat ? Waar is het je nog om te doen allemaal ? Werken voor een psychose en dan pas veel later wakker worden om te moeten bemerken dat je voor niks hebt gewerkt ? Wat een ophef allemaal, en allemaal om niks. Wat een drama. Zorg liever dat je het ware demonologische drama kent in plaats van de alcoholpsychotische nepdrama's uit de roddelblaadjes die mensen daar vanaf leiden. Wat een vooroordelen allemaal. Het is een eigenschap van de natuur, stelt Spencer : vele experimenten, maar slechts enkelen zullen overleven en het ras voorzetten. De grote meerderheid van die experimenten zal falen. Elke plant draagt massa's zaadjes, en slechts een paar van die zaadjes dragen de benodigde eigenschappen om volwassenheid te bereiken. Een afval race dus ? Ja, maar het is iets zinnebeeldigs. Afwijking is onderscheiding. En dat stopte in de eerste wereldoorlog niet, maar ging verder met Joegoslavië, wat zich maar bleef afzonderen, tot de grote explosieve Joegoslavische oorlog in de negentiger jaren, maar dat was in principe nog steeds de nawerkingen van de eerste wereldoorlog, wat nog nadreunde op aarde. Wat een grote bom was die eerste wereldoorlog. Het moet begrepen worden. Het was een zinnebeeldige code van de natuurlijke selectie, wat de eindeloze afwijking van de natuur is. In alle richtingen moet een plant gaan om te overleven. Veel van wat de plant voortbrengt overleeft het niet, maar het gaat om het unieke, zeldzame deel. Voldoe je aan de voorwaarden ? Variëren betekent ontladen, minderen, maar als je orthodox op één punt blijft, altijd hetzelfde dan is dat opgeblazenheid. Dan ontplof je. Dan ben je een tikkende tijdbom. Kijk maar eens om je heen. Al die jongetjes die als levensdoel hebben zichzelf op te blazen. Ze zijn op een zelfmoord missie. Blijf er ver bij uit de buurt, anders zal de bom ook jou raken. Oh, je ziet iemand dichtbij hen komen ? Ja, de parasieten zullen zeker dichtbij hen komen. Oude mannetjes met stropdasjes die een product willen verkopen. Het is allemaal de alcohol psychose. Hoe verder ze van de natuur verwijderd raken, hoe meer ze zichzelf opblazen. Rijkdom is geen goede vervanging voor intelligentie. Natuurlijke selectie gaat om intelligentie, camouflage vermogen, niet om publiekelijke aandachtstrekkerij van rijkeluiskinderen. Ook Spencer streed tegen de valse macht van rijkdom. Deze macht loopt ook hoog te pronken in de kerken, vreemde bewegingen maken voor de val. Het zijn al stuipbewegingen. De bom is al gevallen. We moeten terug. Terug, want alles is al verknald. Alles wat je om je heen ziet is slechts kanker-parasieten. Spencer stelt dat het van belang is om voor overleving te zorgen terug te keren tot het fijnere gebruik van de zintuigen, zoals betere visie, een beter gehoor, betere reuk, meer timide te zijn als dat nodig is, wat we dan zinnebeeldig kunnen toepassen op de geestelijke zintuigen. Het hebben van visioenen is zeer belangrijk om door het bedriegelijke mijnenveld van het modernisme heen te komen. Vindingrijkheid is natuurlijke
selectie, stelt Spencer. Dat is de ware definitie van het recht van de sterksten. Het gaat over de creatievelingen, die eens wat nieuws kunnen maken. Niet hen die alles maar bij het oude laten. Er moet nog zoveel veranderen, nog zoveel verdiept worden. Transformatie vermogen, daar gaat het om. Dat is iets in jezelf. Dat kan de ander vaak niet oppikken, en dat is ook weer vaak voor je eigen bescherming. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Je loopt dan vaak tegen muren op, maar zo vindt je het pad. Zo en niet anders. Zo ontwikkel je grensgevoeligheid. Realpolitik als strategisch systeem, zo werd het ingevoerd in de jaren 1800 in Duitsland, gebaseerd op de grondlegger van de politieke wetenschap, Machiavelli (1469-1527). Dit was een demonologische noodzaak. Er waren teveel gevaren. Realpolitik riep op tot voorzichtigheid en niet tot macht. Realpolitik was de voorloper van de veel gevaarlijkere en corruptere weltpolitik. Als we het over realpolitik hebben, dan hebben we het dus nog over de jaren 1800, over het Bismarck tijdperk. Er moest een balans zijn in het regeringswezen, wat veel gematigder moest zijn, opdat er ook oog zou zijn voor het vreemde, voor het progressieve. Het dogmatisme was gevaarlijk, wat Machiavelli ook al stelde. De mens moest de touwtjes wat laten vieren. Bismarck, de ijzeren kanselier, was in groot gevecht met het katholieke systeem wat Duitsland bedreigde. Ook wantrouwde hij de democratie, want die werd gedreven door alcoholische meerderheden in plaats van daadwerkelijke vaardigheden. Democratie was in zijn ogen een voorbeeld van spijbelen. Er moesten veel hogere eisen gesteld worden aan zomaar regeerders en het verkiezen van regeerders, want er waren veel kapers op de kust. Daarom bracht Bismarck hiertoe een beveiligende bureaucratie. Voordat ik Bismarck echt in diepte bestudeerde had ik dromen waarin ik hem ontmoette, deze Duitse regeerder van de latere jaren 1800. Bismarck kwam tot mij heel speels en vol van humor. Toen ik na deze dromen onderzoek deed over hem kwam ik die eigenschap ook weer tegen. Bismarck leefde van 1815 tot 1898, wat dus in het tijdperk van Nietzsche was (19441900). Na Bismarck verviel Duitsland, zoals Nietzsche had voorspelt. Bismarck had zijn eigen interpretatie van het recht van de machtigsten, en hij noemde het relatie-vaardigheid, het hebben van de juiste relaties met andere volkeren. Hij wilde vrede, en balans, maar was hierin ook koppig en zeer radicaal, met leuzen zoals 'bloed en ijzer', terugwijzende op de Napoleonitische oorlogen. Ook Bismarck voelde de dreiging die over Duitsland hing, wat er zou komen. Ik kan me herinneren dat in mijn dromen over Bismarck hij ook telkens zijn hoofd schudde, dat mensen hem niet kenden. 'Niet door meerderheidsbeslissingen, maar door bloed en ijzer.' Wat betekent het ? Het is iets demonologisch. Hij streed tegen de criminele organisatie van de democratie van ongeletterden, beunhazen. Er is alleen daadwerkelijke macht, hoewel vaak abstract, door geleerdheid. Hij was hierin progressief opdat er geen corrupte machtsposities zouden ontstaan gebaseerd op fundamentalistische ideologieën. Hij stond dus altijd weer open om te leren, ging niet met pensioen. Maar hierom werd hij in 1890 door Wilhelm II ontslagen, en toen ging het bergafwaarts met Duitsland, zoals Nietzsche al had voorspelt. Hier was ergens een gevaarlijke dimensie overgang, wat leidde tot de eerste wereldoorlog. Nu moest het Duitse rijk wel vallen. Realpolitik : Het doel heiligt de middelen. Moralen en ideologieën zijn slechts codes die verdiept en genuanceerd moeten worden, en in grotere contexten, want er zijn altijd uitzonderingen op de regel, omdat er ook weer hogere regels zijn. Hierin moet de mens grensgevoeligheid ontwikkelen. Dit is enorm complex, met vele gevaren, vandaar de noodzaak van de demonologie, die altijd weer de basis dient te zijn, en die nooit losgekoppeld mag zijn van het profetische en het toetsen. Vandaar dat de mens in het reine moet komen met het vertikale, het geestelijke en zijn verslaving aan het horizontale, en de horizontale alcoholische realiteit moet opgeven. Dit kan alleen door de heilige gebondenheid. Een zware gebondenheid kan alleen overwonnen worden door een hogere zware gebondenheid. We spreken dan van een geestelijke of profetisch-demonologische technocratie. Wil de mens dan niet zwijgen om te komen tot het Socratische beginsel dat de ware kennis is te weten dat men niets weet ? Dit is het fundament van realpolitik. Wordt stil voor de natuur, de hogere gnosis en ga niet wanen en pretenderen. Werk alles goed uit voordat je een stap maakt, anders zul je falen.
NEDERDUITS GEREFORMEERDE KERK, 1970-2024, 2024
1 Online Touch