321

maar oplossen ? Is de schrijver een maker van puzzels ? Of is de schrijver ook maar een verdwaalde puzzelaar die zijn weg probeert te vinden ? Hebben zij die veel geschreven hebben ook veel te zeggen, of zijn het slechts vakkenvullers ? Wat blijft er van boeken over als boeken een brug zijn over de wilde rivier van het leven. 'Hier was een woeste rivier waar je alleen maar over kon komen door over een brug gemaakt van kinderboeken te gaan. Hij ging de brug over, terwijl de woeste rivier hem probeerde te grijpen om hem van de kinderboeken brug af te sleuren. 'Nee !' riep hij uit in doodsangst. 'Oh, was ik er maar nooit aan begonnen.' Hij probeerde de kinderboeken te lezen en probeerde houvast te vinden in de woorden. Maar alles was nat, en alles lag door elkaar heen. Hij was blij als hij een heel woord kon lezen, maar vaak waren dat alleen maar losse woorden, en ook die werden weer weggespoeld.' Is dat niet wat het leven is ? We vinden allerlei fragmenten van verschillende boeken, en we begrijpen er zo niks meer van. Schrijvers proberen het weer aan elkaar te puzzelen, maar ook de lezers. Maar wat als dat niet makkelijk gaat ? Er zijn onbekende problemen, onbekende monsters, en belangrijke fragmenten ontbreken die juist bruggen behoorden te zijn tussen twee belangrijke delen, en ga zo maar door. In de stad wordt alles zo vast en dicht, en ze aanbidden hun speciale boeken en vergeten de rest. Niets dan problemen brengt het, maar daar leven ze van. Het is een markt, een boekenmarkt. En schrijvers verstenen en zo ook lezers, en sommigen proberen te vluchten tot de wildernis en verstenen halverwege. Wat een griezelig verhaal. Daarom zijn er schrijvers die een pseudoniem gebruiken, of gewoon anoniem blijven. Daarom zijn er ook schrijvers die nooit hun boeken publiceren, en die diep in het verborgene leven, en op zoek zijn naar het verborgene. Ze dragen grote geheimen. Want wie wil er nu tot steen worden in de stad ? De afgoden hebben nooit rust, en moeten in een glazen huis leven waar iedereen hun bekijkt. Zelfs hun toiletten hebben ramen. De ware schrijvers rennen en vluchten, redden wat er te redden valt. Want iets snelt achter hen aan. Het is het boekenmonster. Het boekenmonster vreet boeken, en vreet schrijvers en hun lezers. Waar is een schuilplaats tegen het boekenmonster te vinden ? Misschien moet er eens een goed boek over geschreven worden ? Of misschien vind je het verhaal slechts als je soms zo nu en dan een woordje tegenkomt, zodat het toch geheim en verborgen blijft, zodat het boekenmonster het niet kan vinden. Want het boekenmonster is op jacht naar boeken, en heeft er een neus voor. Misschien is het soms maar beter dat niet alles in boeken staat ? Of is het misschien belangrijk de kijk op boeken te veranderen ? De lezer kan veel en heeft een toversleutel. Die toversleutel is genaamd creativiteit. Maar natuurlijk is zulk toveren aan allerlei regels verbonden. Is het soms niet beter om wat afleiding te vinden ? Wat escapisme ? Maar de missie dringt, en de boog is gericht. De oorlog valt niet te ontwijken in oorlogstijd, maar er moet wel een pad komen tot een beter bestaan. En daartoe is het boek, hoe je het ook wendt of keert, daartoe is ook de schrijver en de lezer. Als je dan in de wildernis bent met je boek, en je neemt een diepe duik in het frisse boswater, kun je dan ook het boek vergeten en gaan tot de natuur waarover het spreekt, of de natuur die het verborgen houdt, en kun je daar helemaal in opgaan ?

322 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication