290

als ijsschepen in de ijsgebieden. Ila, allah, is een bijnaam van Areta, als onderdeel van het aretisme. In die context moet de koran dus gelezen worden, om zo niet in orthodoxie terecht te komen. De koran noemt zichzelf niet voor niets het boek van de moeder (umm-al-kitab, 13:19, 43:4). Zware krachten van de natuur staan te dringen. Ineens is de natuur dan in de stad. Ineens is de stad de natuur. Het ware communisme is dus het verzamelen van kennis, waardoor de ware logistiek bestaat. Het christendom was afgeweken, vervlakt, en daarom moest de koran wel komen. Maar de koran leidt terug tot de tuinen, tot de wildernis, waar telkens weer in de koran naar gewezen wordt, naar de komende vreemde vrouwen van het paradijs, oftewel de amazones. Dit zijn beelden van grote tucht en opvoeding. De mens moet terug naar de moeder. De koran wijst dus op de Vur. Hij die komt in de nacht, daar gaat de koran over. Hij zal op de deur kloppen van de eenling, en de eenling overweldigen en meenemen, dieper de koran in, terug tot de Vur. Hoofdstuk 46. De Freudiaanse Calvijn De koran is een cryptische buitenaardse code. Eerst was er Egypte, oftewel Geb-Ptah, de schepping (ptah) door de baarmoeder (geb), of schepping door de aarde, door de natuur, en toen kwam Israel, wat de worsteling met God betekent, oftewel zoals Jakob op Pniel streed met God, als beeld van het toetsen (er zijn namelijk zoveel valse goden). Daarna kwam het christendom, als beeld van het lijden, de beproeving, waardoor de mens klaar gemaakt werd voor de islam, wat overgave betekent, het gehoorzamen. De islam, slm, wijst terug op Salomo (slm), die de eredienst tot moeder god herstelde. Hij maakte tempels voor de godinnen van zijn vrouwen, symbolisch voor de natuurkennis. Jezus klopte aan de deur in de nacht, als een dief in de nacht, geheel onverwachts, om bij de mens binnen te komen, en de mens tot gehoorzaamheid, islam, te leiden, zodat de mens terug zou kunnen keren tot de Vur natuur, de natuur van kennis. In de islam is Jezus slechts een onderwijzer, geen god. Jezus, het lijden, is de brenger van kennis, een boodschapper. Het is een archetype binnen de mens zelf. Ieder mens moet daarom als Jezus zijn. Het is een gelijkenis. Ook de Vur is een code. Het zijn de tuinen, de wildernissen, die de islam beloofd heeft, waartoe de islam leidt. Het is een code van het paradijs, van de baarmoeders van de amazones waarin de eenlingen tot wedergeboorte en wederopvoeding komen. Heel voorzichtig mag de eenling deze tuinen binnengaan, deze codes ontvangen. Het zijn nieuwe installaties voor een nieuwe wereld. Dit begint in de wereld binnenin. Die wereld moet veranderen, die wereld moet verdiept worden.

291 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication