hadden, en noemde het een vulgaire illusie, want de mens moest niet leven om te eten en te drinken, maar moest eten en drinken om te leven. De mens moest terugkeren tot het niets allereerst, en tevreden worden met het weinige, en dat pad volgen. Het ging er volgens Socrates niet om zomaar te leven, maar om op de juiste manier te leven, en dan moest de mens terug keren tot de bron. Als een mens niet tevreden kon zijn met wat hij had, dan kon de mens ook niet tevreden zijn met wat hij zou krijgen. Het leven moest dus allereerst weer kritisch worden naar zichzelf, anders was het niet waard om geleefd te worden. We zien dit ook terug in de evangeliën, in het balk en splinter verhaal. Er zijn veel meer Socratische teksten die we daarin terugvinden, zoals dat Socrates de mens opdroeg om niet te denken aan het zelf en aan bezittingen, maar om tot zelfoverstijging te komen, zoals Jezus dit ook onderwees. Laat alles achter, verloochen jezelf en draag je kruis. Hij was een volgeling van de godin, wat Plato ook stelde, en vanuit deze moederlijke bron die boven alles lag moest de mens leven, om zo alle eigen meningen achter te laten, want die lieten de mens gek zijn als de wind die door een leeg huis blies. De mens moest zichzelf niets inbeelden. De mens was maar een dauwdruppel op een blad. Telkens weer kwam het uitstijgen terug in de filosofie van Socrates, wat ook in de bijbel terugkomt als de hemelvaart. Maar Socrates zei erbij dat dat uitstijgen telkens verder moest gaan. Hij waarschuwde dat wijsheid niets is zonder hogere inspiratie, wat ook terugkomt in de brieven van Paulus. Soms kan die inspiratie zo sterk zijn dat je niet ten diepste weet wat het betekent. Hij noemde de bedriegelijke lagere aardse schoonheid een zeer tijdelijke tiran die de mens met verrukking verleidde om de massa's groter te maken. Toen op deze fundamenten het stoïcisme werd gebouwd stelde Seneca zijn brieven op, lang voordat de brieven van Paulus werden geformeerd. Seneca stelde al dat we alleen maar dingen in bruikleen hadden, en Socrates had al gesteld dat het er niet om gaat hoeveel we hebben, maar hoe we het gebruiken. Seneca stelde dat veel reizen van weinig nut was, maar dat het geestelijke reizen des te meer belangrijk was. Ook het opzoeken van de natuur was belangrijk, wat ook een goede spiegel voor de mens was. De stoïcijn moest leren te leven met verlies, opdat daardoor zijn ziel op de natuur werd afgestemd. Zonder verlies zou dit niet mogelijk zijn. De stoïcijn moest verlies leren zien als een vriend, niet als een vijand. Er was dan namelijk ruimte voor innerlijke rijkdom. Hoofdstuk 18. Het stoïcisme als vergeten en verloren geraakt fundament van het christendom Ook Aristoteles, de leerling van Plato, streed tegen het sofisme en riep de mens op om terug te keren tot de natuur. Hij streed fel tegen het een-daads-geloof waarin mensen dachten dat ze na een goede daad te verrichten het voor elkaar hadden. Hij stelde : Kwaliteit is geen daad, het is een gewoonte. En : We zijn dat, wat we bij herhaling doen. Gewoonte wordt bij de mensen ten slotte tot natuur. De goede daden en kwaliteit van de mens moesten dus door deze drie stadia heengaan : 1. herhaling 2. gewoonte
48 Online Touch Home