sterven en geofferd worden om zijn bloed en zaad te geven. Zo wordt de man opgenomen. We hebben het dan over de Egyptologische oorsprong van Ismael. Dit is in de Egyptologie ook het geheim van de visioenen, wat ook 'sma' is. Het geeft de man het ware zicht, s-ma. De stadse man wil hier allemaal niet doorheen en gaat bij voorbaat al protsen in de stad met zijn dikke spierbundels. Zo maakt hij een karikatuur van het diepe natuurproces van Ismael. Vaak als er een T achter Egyptische woorden wordt gezet dan wordt het weer vrouwelijk, want de Smaiti zijn de twee godinnen Isis en Nepthys, en dit betekent ook de insluiter van de fallus, als de vagina. De Egyptische sam wortel van I-sam-l, Ismael, betekent de wilde, hij die in de wildernis is. Ismael was het wildernis-kind, zoals Seth, Smai, dat was in de Egyptologie. Altijd was hij in gevecht met anderen. Hij onderwierp zich niet zomaar, maar was onderworpen aan de natuurgodin. Suma, sm, was in de Egyptologie de koppige, die niet zomaar om mensen te behagen zijn richting of opinie veranderde. De sma was de ruggegraat van Osiris, van Aser. Smaa is in de Egyptologie dat wat bewezen is, getoetst is, het geoefende, het volkomen offer was gewijd is. Het heeft met de herbouw te maken (smaui). Het is het recht maken van de paden (smaa). De sma is de gesel. Het is de verkondiger van het verhaal. Het is de zaadlozing van de natuurmens. Seth in de wildernis werd ook genaamd Smi, ook een wortel van Is-smi-l, wat slager betekent. Smi betekende ook de stam van Seth. Shemi is de weggedrevene, hij die terug is gegaan, shm, wat ook weer terugkomt in het Ishmael, en een Egyptologische wortel ervan is. Sham is vuil zijn, bedekt met moeder aarde, shm. De shum wortel is de kleine, de mindere, de hongerende (shuam, sham). Shmamu is het vreemde. Shmam is beloven, opgeven, offeren, bidden. De shma is een steen van het zuiden, wat ook vernietigen betekent, pervers en corrupt maken. Soms is alles te steriel geworden, te stads, en moet het eerst corrupt, pervers en vuil gemaakt worden, in contact met de natuur. Het moet weer gecamoufleerd worden met moeder natuur. Dat is waar Seth voor stond in de Egyptologie, als de brenger van de oerchaos. Seth, Smai, als de Egyptische I-smai-l stond voor de geweldadigheid. Dat is een demonologische, toetsende, metaforische geweldadigheid, uitgebeeld door natuur-elementen zoals storm, duisternis, wildernis. Ook was hij verbonden aan het vreemde. Hij was koppig, tegendraads. Hij hoorde niet bij de stad en bij de samenleving. Hij had zich afgezonderd. Ra had hem nodig in zijn tocht door de onderwereld. Seth was dus altijd dualistisch. Hij kon voor het goede staan, maar ook voor het kwaad. Hij stond voor de metaforische mutilatie. Hij was getrouwd met Nephthys en gaf geboorte aan Anubis, de zwarte wolf, hond (anup, jn-p, jn-peh). Ook had hij relaties met vreemde godinnen zoals Anat en Astarte. Net als ishmael was ook seth een verstotene, een verbannene, tot dieper in de wildernis. Hiervan is de fallus een beeld, sma, zoals seth ook smai werd genoemd. Zo kwam smai tot het vreemde, en leerde horen, luisteren en gehoorzamen.
235 Online Touch Home