Zij die ongeoefend zijn zijn automatisch dienstknechten van Kakia. Zij worden in de stad aan haar gewijd, wat het lot is van de kinderen. Hulpeloos als ze zijn leren ze Kakia lief te hebben, gevoelig te zijn voor Kakia. Daarom is de shaban hard nodig. Het is de uittocht uit de stad. Daarom is Ismael's verworpenheid zo belangrijk, want als hij niet verworpen zou zijn, dan zou hij nog steeds een stadse kakiaiet zijn. De mens heeft eerzucht nodig voor kakiaitische sexualiteit, waardoor kakia haarzelf voortplant, maar de sexualiteit van de gnosis gaat door de verworpenheid, door Ismael's verworpenheid, de bok verbannen tot de wildernis, want zo wordt de mens afgezonderd, en zo komt de shaban als fundament van de ramadan. De kakiaitische mens wil aardig gevonden worden, leuk gevonden worden, wil stadse complimentjes ontvangen, en tooit zichzelf daarmee op. De kakiaitische mens is een volgeling van sinterklaas, oftewel sinterkakia. Deze mens vind zijn waarde niet in de aretaitische filosofie, maar in de complimenten van anderen, wat anderen van zo'n persoon denken, ook al is dat vaak huichelarij en omkoperij, als onderdeel van de kakiaitische jacht. Het zijn verlokkende, exotische valstrikken. De mens valt er zo graag in. Zo is de mens onderdeel van het kakiaitische systeem. De mens lust er pap van. Telkens tooit de mens zichzelf ook weer op om aan deze jacht deel te nemen. Het is psychologische oorlogsvoering. Blijf er omheen draaien en zie wat het is. De mens is diep in het oerwoud, en gevaarlijke, goed gecamoufleerde exotische jagers proberen de mens te strikken. Kakia meent het. Ze heeft miljoenen jaren ervaring in deze jacht. Het schijnt te werken. Alles lijkt te zijn vastgelopen. Alles is Kakia wat de pot schaft. Daarom moest de islam wel komen. Het was zo duister en onbegrepen, en ook Kakia mengde zich erin, als laatste strohalm. Het was een gevecht tussen Kakia en Areta, tussen ongeoefendheid en geoefendheid. Ongeoefendheid schijnt op korte termijn te werken. Het is grissen en grijpen, en veel pretenderen. Maar Areta is een geoefend krijger. Zij gebruikt strategie en denkt op lange termijn. Het pad van de shaban is lang. Juist ter voorbereiding op de shaban maand van de afzondering is er de rajab maand van de ontwapening. Eerst moet de mens alle camouflages van kakia afleggen, al haar make up afdoen. De mens moet dan vluchten, niet strijden. Juist het strijden zou de mens weer vast doen haken in het kakiaitische systeem. Vaak is strijd nog eerzucht, gelijk willen hebben. Maar het gaat er in deze maand niet om om gelijk te krijgen en recht te hebben. Het gaat erom weg te wezen voordat het te laat is. Kijk niet om naar de stad. Verander niet in een zoutpilaar. Laat de dingen zoals ze zijn, en neem afstand, anders raak je weer vast. Accepteer het, zoals ook Ismael zijn verworpenheid moest accepteren. Hij was uitgekotst door de stad. De mens die vol wil houden in de Rajab maand wordt blootgesteld aan enorme pesterijen door de kakiaieten, die de mens zo willen verleiden om toch maar weer te gaan protsen. Een heleboel mensen vinden de prijs van de rajab te hoog. Zij willen niet ontwapenen. Dan voelen ze zich naakt, leeg en verworpen, alsof ze anderen niets te bieden hebben. Ze zouden teveel gehoond worden. Dan horen ze er liever bij, en staan liever aan de kant van zij die pesten, laf als ze zijn. Ze doen dan gewoon mee. De diepere mens moet hier allemaal doorheen. Kakiaieten komen in allerlei vormen en maten, om de mens te verwarren. Er wordt gesold met de ontwapende mens, maar dit is slechts schijn. De mens die volhoud in de ontwapening zal uiteindelijk winnen. Er is dan een strijd gaande om die mens. Het ware wapen is dus de ontwapening in de rajab maand, voorafgaande aan de shaban maand van de afzondering. De mens kan dus niet zomaar afzonderen. De mens moet eerst de wapenrusting afdoen. De mens voelt zichzelf dan misschien kwetsbaar. Alle maskers zijn
228 Online Touch Home