Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering (1:14-15) Al sinds kind heb ik dromen gehad over de natuur vrouwen van het oer, de godinnen, en zij riepen mij, vanuit de wildernis, soms in donder en bliksem wat door mijn hele lichaam trok. En als kind wist ik al dat het groter was dan welk natuurverschijnsel op aarde dan ook. Ze waren ook tien malen sterker dan een mens. Als je ze ziet, dan blijf je niet hetzelfde. Zij waren de brengers van het Tweede Woord, oftewel het diepere Woord wat de mens verborgen probeert te houden. Als kind wist ik al dat de mens op een bepaalde manier 'ten dode was opgeschreven'. Dat er een veel grotere en diepere realiteit staat te dringen. De mens leeft in een illusie. De baarmoeder zal terugkomen, niet als een botte sadist zoals ze telkens in het christendom beweren, maar als een diepte-studie die niets meer van het ego, het groeps-ego en het menselijke wereldbeeld overlaat. De baarmoeder is teder, maar zij moet wel tuchtigen om haar kinderen te beveiligen. De kinderen moeten het voelen als er gevaar dreigt, hun zintuigen moeten opengaan en op scherp staan, anders gaan ze eraan. Dus het is een zoet-bitter mengsel van bruutheid en zachtmoedigheid, als een alarm, als een moeder die daadwerkelijk om haar kinderen geeft, zeker geen zoete, lieve Gerritje die alles maar goedvindt en alles maar toelaat, zeker geen gelukzalige gepensioneerde altijd maar ja-knikkende suikeropa. De mensheid moet van de karikaturen af. De stad heeft geen zorgvuldigheid zoals de baarmoeder, maar de stad is onverschillig en daarom zijn ze vaak schijn-aardig. De baarmoeder kan soms wreed genoemd worden om haar kinderen wakker te schudden, maar de stad is sadistisch. Dat is een heel groot verschil. De moeder doet alles met een doel, maar de stad is doelloos, hedonistisch. Dit wordt in hun pieken allemaal heel extreem, en dan zie je hun ware aard. Mijn dromen waren dus ook nachtmerries, omdat ik ze als kind niet begreep. Er moest nog een exegese komen, een uitleg. Later ging ik de lijnen van de demonologie en het shamanisme erdoor zien. Het is oorlog, dus ik zou niet met minder genoegen nemen. Daarom heb ik er ook altijd een hekel aan gehad hoe vrouwen door veel mannen als een stuk vlees werden behandeld, zo roekeloos, onvoorzichtig, onverschillig. Maar de duivel heeft ook hele verkeerde vrouwen op mij afgestuurd, waardoor ik moest vechten voor mijn leven. Dat zijn nu eenmaal de voorhangsels van de kennis. Alles bestaat uit tegenstellingen en alle combinaties daar tussenin, zodat de mens genoeg creatief materiaal heeft. Alleen zo is het palet compleet. De mens draait en draait, totdat de mens de vergetelheid vindt waarin allereerst alle aardse stemmen doven, alle vooroordelen en aardse programmaties. De stad, ook zeer sadistisch naar dieren, maar als Liesje vies wordt schreeuwen ze moord en brand. Wat een belachelijke karikatuur, en belachelijk hypocriet, puur absurdisme, maar al die vreemde figuren, al die treden van de trap hebben we nodig om boven te komen. Ze houden allemaal een bepaalde antistof verborgen, de openbaring van een bepaald raadsel. Wil dat zeggen dat we met pensioen kunnen gaan en kunnen stellen dat we dan ook maar positief moeten blijven denken, want zo is elke leugen dus een heraut van de waarheid ? 'Zo, nu is toch alles goedgekomen.' Neen. De
27 Online Touch Home