kan het probleem zich uiteindelijk oplossen. Fichte stelde dat de mens zelf deel moest krijgen aan de goddelijke natuur, en dat het zich allemaal in de mens zelf moest voltrekken, zodat alles in allen in de mens zelf zou zijn, en zo in ieder ander mens, volgens de wet van de gelijkheid en het uniforme. Die pracht is nog steeds te zien in de natuur, in de kalmte, het serene, van de uitgestrekte vlaktes waar geen mensenhand aan te pas is gekomen, en ook is het te zien in de pracht van de dennenwouden. Wat heeft een mens dan nog in te brengen, want dit gaat hem volledig boven het hoofd. Een mens moet dus eerst stil worden en terugkeren tot de bron. Dat de massa's anders zijn en tegenwerken dat is een gegeven, en daar kan het zelf niets aan doen, maar juist in het hogere en absolute zelf ligt de oplossing omdat die gelijkheid schenkt aan ieder ander, vrijheid, opdat de mens zelf ook vrij kan zijn. Pas dan kan een mens boven de massa's uitstijgen om te komen tot de eenparige massa's van de hemel, wat natuurlijk iets metaforisch is. Er werd zo een eeuwig evangelie gepredikt ver boven het evangelie van de mens uit. Het zweefde als een vogel in de lucht, om zo alles weer op waarde te schatten. Veel valkuilen waren er op dit pad. De mens was er nog niet. Elke nieuwe gedachte van waarheid brengt ook weer een nieuw probleem, omdat het allemaal vreemd is, stelde Schopenhauer. De mens had een gids nodig, maar eerst was er een strijd tegen de ijzeren nazi. Eerst moest de mens de confrontatie aangaan met zijn lagere zelf, zijn lust tot wil en tot macht, zijn lust tot roem. Geld probeerde de mens te lokken, op alle hoeken van de straten. Nooit had de mens rust. De mens moest het gehele eeuwig evangelie kennen. Er waren alleen nog maar brokstukken binnengekomen, ruw materiaal. Zoals zoveel Duitse filosofen van die tijd stelde Kierkegaard, die overigens Deens was, dat niet alleen de subjectieve werkelijkheid boerenbedrog was, maar ook de objectieve werkelijkheid. Het bedrog ging dus diep, en de mens moest dus eerst loskomen van zowel de subjectieve als de objectieve werkelijkheid, om zo te komen tot de absolute werkelijkheid van het individu, de eenling. Alleen als de mens dus een eenling wordt door met kudde mentaliteit te breken kan de mens dus waarlijk zichzelf worden. De brullende massa's hebben alles gemaakt door de wil, en hebben dus zelfs een wilsmatige pseudo-kennis gemaakt, oftewel de lagere rede. De mens moest deze lagere rede die alles wilde bezitten overstijgen door het transcendente, en dan zou de mens dus tot een nieuwe subjectieve realiteit komen die niets meer te maken had met de van buiten opgelegde pseudo-objectieve realiteit. Uiteindelijk was de absolute werkelijkheid dan ook subjectief. Dat kwam omdat het puur persoonlijk moest zijn, doorleefd, als een getuige van al deze dingen. Uiteindelijk was taal ook iets abstracts, en moest de mens ook boven taal uitstijgen, want hiermee was de mens geprogrammeerd en hierdoor werden er dingen voor de mens verborgen gehouden. Kierkegaard vocht daarom ook met de taalmeesters. Persoonlijke filosofie ging veel dieper, en dan zou de mens komen tot een subjectieve filosofische taal in het natuurzelf. Fichte stelt dat het ego nooit van zichzelf bewust kan worden. Hij stelde dat er een punt van perfectie was waarin alles hetzelfde was, zonder verschillen, en dat dat punt een basis is, als het absolute.
339 Online Touch Home