motto : 'Als je de vijand niet kan verslaan, verdiep dan je vijand.' De bijbel is niet het Woord van God, maar is een markt van gestolen goederen, en het vereist strategie om deze puzzel weer op te lossen. De stoïcijn is niet religieus, maar gebruikt het religieuze. Zo is het altijd geweest. Religie is de duivel zelf, tenzij je het metaforisch en strategisch gebruikt. Religie-overstijging is het doel. Filosofie is daarom altijd semi-religieus. De Egyptologie en het Judaïsme waren oorspronkelijk prachtige stoïcijnse meta-religies, als metaforische uitingen van de hogere filosofie, hoe dieper je gaat. Het waren gnostische religies als onderdeel van de taal, hoe dieper je teruggaat, maar het probleem was dat het stoïcisme onder hoge druk van het sofisme steeds meer en meer verdraaid en verletterlijkt werd, beroofd, verkracht en zo door het piratentijdperk weggedrukt werd door het opkomende bezeten westerse christendom. Het oorspronkelijke midden-oostelijke christendom was gnostisch-stoïcijns, maar het latere westerse christendom was hedonistisch. Duurdere auto ? Graag. Duurdere kleding ? Graag. Dat was in hun ogen allemaal de doxa, de glorie van God. God had hen gezegend. De natuur moest en zou om zeep geholpen worden. De natuur moest en zou onderworpen worden. De natuur moest betutteld worden. Er werden grote reclame arsenalen voor open getrokken. De stad zou er wel werk van maken, hoor. Zij zouden het 'duveltje uit het doosje' wel weer terug in de doos krijgen. Het is een lafhartig toneelspel wat de stad opvoerde. Maar dan is er het pad van Aristoteles door de natuur wat ons herinnert aan Areta, de geoefendheid. Een leger dat niet onder een bepaalde druk staat, en wat niet in een bepaalde mate aan gevaar wordt blootgesteld ontwikkelt zich niet. Een leger zou zo indutten. Daarom hebben we hier te maken met een grote factor van noodzakelijkheid, pure noodzakelijkheid. We strijden er tegen, maar tevergeefs. De externe wereld kun je niet veranderen. Het is ervoor om je intern te veranderen. Onder deze druk maak je contact met je innerlijke phusis, je innerlijke natuur. Hoofdstuk 19. De Stoïcijnse drie-eenheid Er is ogenschijnlijke toevalligheid, maar in stelling 29 van zijn boek Ethica stelde de filosoof Spinoza in de jaren 1600 : 'In het heelal bestaat niets toevalligs, maar alles is door de noodzakelijkheid der goddelijke natuur bepaald, om op zekere wijs te bestaan en te werken.' Aristoteles stelde in deel 4 van zijn handeling over de ziel : 'Het is duidelijk dat de ziel ook de uiteindelijke oorzaak van haar lichaam is. Want de natuur doet altijd alles wat het doet omwille van iets, waarvan iets het einde is. Alle natuurlijke lichamen zijn organen van de ziel.'
53 Online Touch Home