Habakkuk heeft de BK wortel die wijst op verschillende Afrikaanse godinnen en Bakroe (BK-R) in de amazone gnosis, Rebekkah. In de Bilha komt zij ook voor als de godin Delilah in de Simson mythe. Toen Jakob de rivier de Yabboq (YBK) was overgegaan had hij een worsteling met een engel. Yabboq betekent leeg worden. Dat is ook wat de wortel bqq betekent, geheel leeg worden, leeg maken. Dit is dus een beeld van het toetsen. Het boek Habakuk (ybk) is dus de rivier waarover Jakob moet gaan om te toetsen, om de worsteling te hebben met God. Jakob moet over die rivier gaan om tot diepere betekenissen te komen, om zo een ontmoeting te hebben met de godin. In het Hebreeuws betekent Rebekkah de verstrikster, de valstrik. Dat is ook wat er gebeurd in de hongerput van Calvijn, de eerste zuil van het calvinisme, waar de mens zijn wil verliest en tot een soort verdoemenis gaat. Ieder mens is hierin verdoemd, maar er zijn vandaaruit stappen om tot diepte te komen. Habakuk 2 1 Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat de Here tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Hij is over de rivier de Jabbok gegaan, dieper de wildernis in, en hij worstelt met de Moeder God. Hij wil haar niet laten gaan. Hij is aan zichzelf afgestorven, aan zijn ego, en hij wacht op de verbinding met het Woord. Hij is waakzaam en op zijn hoede. Hij weet dat juist ook in diepe wildernis zoveel gevaren zijn die hem kunnen afleiden van het doel. In het oerwoud overleven maar enkelen. Hij worstelt niet alleen met God, maar ook met zichzelf. Jakob is tot Pniël gekomen, achter de Yabbok rivier. Het eist van hem volkomenheid, het geheel afleggen van het ego. Dit moet hij overwinnen. Hij moet bovenal zichzelf overwinnen. Hij is geplaatst in de arena. Hij strekt zich uit tot de hemelse leer, en toetst deze. De ontzegeling van zacharia : Zacharia = Zukki-Oru, oftewel het kruis van de Zukki stam in de voortijd. De mens moet worstelen met de bijbelboeken, net zoals met de boeken van de koran, om het op diepte te schatten. Dat is een Pniëlitische oproep aan de mens. Er zit teveel kennis van de eeuwen en eeuwigheden, van de voortijden, om zomaar weg te gooien. Hele volkstammen willen de mensheid brainwashen met de bijbel en de koran, daarom is het belangrijk de oorsprong van deze teksten te kennen en contact te hebben met de natuurprincipes en godinnen in deze teksten opgeslagen en verborgen, wat een onderdeel is van de theologische immunologie. De mens dient dus bewust te zijn van de etymologie, taal oorsprong, van deze boeken. Het zijn de heersende boeken op aarde, en ze heersen omdat de mens ze niet kent en niet begrijpt. De mens moet komen tot de oorsprongen ervan. Het Koran boek 53, de ster, namj, geeft een schat van informatie over Name, de oerkennis, die de voortijdse oorsprong is van het boek namj. De Name gaat onder als een ster, en spreekt niet vanuit
397 Online Touch Home