In psalm 3 is David in grote wanhoop, en klaagt dat hij vele verdrukkers heeft. Calvijn stelt dat David in zijn ziel was verwond door de vijand, maar dat zijn ziel versterkt moest worden met gebeden. Ik wil hierbij opmerken dat het gebed allereerst een stilte is, het luisteren naar de natuur rede. Gebeden kunnen ook verkeerd zijn. Denk aan de farizeeer die hooghartig bad en op anderen neerkeek en door de mensen gezien wilde worden. Wij moeten onze ene hand niet laten weten wat onze andere hand doet. Het gebed betekent dat je je richt op de natuur rede, om je eigen gedachten en wil los te laten. Het gebed betekent het minder worden, niet dat je tot God komt en God even gaat vertellen wat God allemaal voor je moet doen. Er zijn zoveel karikaturen van het gebed gemaakt. Hoofdzakelijk is het gebed een metafoor. Calvijn stelde dat David niet luisterde naar wat zijn vijanden zeiden, maar dat hij luisterde naar het woord van God, de natuur rede dus, en dat is precies wat het gebed is. Het is teruggaan naar de baarmoeder van de natuur rede, opdat wij opnieuw geschapen worden en opnieuw opgevoed. Hierin moeten we dus niet luisteren naar wat de mensen zeggen, opdat we niet door het materialisme worden opgevoed. De mensen hebben het helemaal verkeerd gedaan, en ook hebben ze verkeerde goden opgesteld. Wat mensen ook zouden zeggen, stelt Calvijn, David richtte zich op het Woord van God. David moest hiervoor vluchten naar de wildernis, want de mens moet zich ook niet laten bedriegen door mensen die dan toch nog zich voordoen als God en hun woorden als het Woord van God. Calvijn waarschuwt hier voor bijgeloof en vleselijke voorstellingen te hebben van God. Ook de wildernis waar David naartoe vlucht is dus nog vol met gevaren, vol met vijanden en roofdieren die hem en zijn denken willen bespringen. Calvijn waarschuwt de mens in de reformatie, in de exodus, de uittocht, voor blindelingse, ledige woorden die in de lucht zijn gestrooid. Er wordt nog steeds een jacht op de mens gevoerd als de mens als David in de wildernis is aangekomen. David moest op zoek gaan in de wildernis naar de tent van God. Als wij dan in gezonde vrees tot deze tent zijn gekomen, dan mogen wij in die tent ook rusten. Calvijn stelt dat we God's hulp niet met mensenmaat mogen afmeten, want al wat de mensen met veel moeite tegen God doen is zonder enige betekenis. Hoofdstuk 24. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 4 Bij de bespreking van psalm 4 vraagt Calvijn zich af hoe mensen met hun eigengerechtigheid voor God durven te verschijnen, sinds alle reinheid van de mensen slechts vuil is voor God. Het laat volgens Calvijn de onmetelijke bluf zien van de ijdele eigenwaan van de mens die zich zelfs op het religieuze terrein waagt.
371 Online Touch Home