Geloof niet wat je ziet, want het is uitgezonden om je te doden. Een stuk vlees is alles wat je voor hen bent. Het zijn jachtspatronen. De mens is totaal gevloerd. Dan zitten de omaatjes breiend bij de tv. 'Nou zeg, moet je die lippen van die vrouw eens zien,' wordt er dan gezegd. Nee, zij hebben lekkere bekjes wouden ze zeggen, met hun oma knotjes in en hun uitpuilende ogen die altijd de ander naar beneden willen praten opdat ze zelf hoog en droog veilig zijn onder moeder's vleugels. Het zijn afweertaktieken. Ze praten over de ander, zodat er niet over hen gesproken kan worden. Als er dan wel iets over hen wordt gezegd, dan zeggen ze : 'Ik zei het het eerst.' Alsof het daar om gaat wie wat het eerste zegt, wie het eerst komt die het eerst maalt. Maar hiermee zijn ze shedaitisch geprogrammeerd dat het niet om de waarheid gaat maar om wie er het eerste wat zei of deed. Net zoiets als wie het eerste de ander door de kop schiet heeft altijd gewonnen. En zo lijden de geduldigen tijdelijk onder dit gedrocht. 'Get them before they get me,' denkt dit gedrocht, maar zo maak je natuurlijk geen vrienden, en zo zul je aan het einde geheel alleen en eenzaam overblijven, en is er niets meer voor je over. Je hebt alles in je overmoed weggemaaid, de schepen achter je verbrandt. Daarom : vuur in de herinneringen. Er is een pad van diepere dromen hier doorheen, stelt de Vur (1:21). Staar eens naar de vissen in de rivier in plaats van naar je herinneringen (1:22). Maar dat is een oorlog, want de herinneringen slaan dan weer toe, en dan moet de mens tot de oerchaos komen, de woeste rivieren, en komen tot de paardrijders, stelt de Vur in het eerste boek. In de tweede bijbelse mythologie reed Adam op het rode paard van Ezau, dieper de wildernis in. Ook in het boek Openbaring wordt dit rode paard getoond, wat zal komen om oorlog te brengen, de valse vrede van de aarde weg te nemen. Het zal rebelsheid brengen, zij die durven deze woeste rivier over te steken, contact te maken met het vreemde, als een brug tussen het christendom en de islam. De mens moet weer durven twijfelen, want dat is de enige brug over deze rivier heen. Zelfverzekerden zullen in deze rivier vergaan. Twijfel niet weinig, maar veel. De twijfel is de wever van de komende wereld. Dat is ook wat de stormbloem is in de Vur, het geheim van het alles achterlaten. Alleen als je dingen weer in twijfel durft te trekken zal dit gebeuren (boek 119). Ook Adam moest het pad van Ezau op, moest zijn eerstgeboorterecht verkopen, opgeven, zijn paradijselijke rechten, om de diepte van de kennis in te gaan, op het rode paard van Ezau, dieper in de buitenwildernissen van het paradijs. Hij verloor ook alles, en zocht het onder tranen, maar tevergeefs. De tranen brengen ware vruchtbaarheid. Eerst moet de mens sterven aan zichzelf en zijn herinneringen. Hoofdstuk 30. Ramadan – de spanning tussen pasen en pinksteren
247 Online Touch Home