387

Job werd geplaagd door dromen en visioenen die hem angst aanjoegen. Dit was zo erg dat hij de hongerdood en de wurging verkoos boven het leven (7 : 14-15). In het Aramees staat er dat hij naar Abbadown verlangde, de Hel, de verlorenheid, de Vernietiger. In het boek Job staat Zij naakt voor het Aangezicht van God. Wurging betekent in de diepte getemd worden, initiatie (inwijding) en overgave. Job verlangde naar de heilige halsketen, de heilige gebondenheid en de heilige slavernij tot God (Abbadown, Shadday). Hij wilde zijn leven verliezen hiervoor. Abbadown is ook de plaats van vernietiging. Job had een sterk doodsverlangen, en vernietigingsverlangen. In het boek Job zien we dat God als zodanig naar hem op jacht was, als Shadday, de almachtige goddelijke vernietiger (6 : 4). Dit gaat over het kruis van het OT, oftewel de duistere kennis. In de Egyptologie en Israelogie komt het kruis vaak voor in de T vorm, zo ook in de oudere versie van Job, over Nob of Noph. Het wil niet zeggen dat het kruis van het OT en van de oudere versie van Job altijd tot de dood leidt, want het wordt ook als restrictie paal gebruikt, en het Egyptische kruis is een T kruis met een halsketen erboven, als de Anaq, wat ook de naam is voor de OT halsketen. Spr. 1 8 verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9 want zij is een keten (anaq) voor uw hals. Deze anaq wordt dus ontvangen aan het kruis, de restrictie, als een symbool van profetische leiding. Zonder het kruis is er geen profetie. De halsketen brengt ook terug tot de tenten. Wat voor een god heeft de mens dan gemaakt ? Een sinterklaas ? Maar zelfs in het sinterklaasfeest hoort een roede thuis. God is het kruis. Wij moeten niet tot god naderen, maar tot het kruis, want dat is de ware God. In de vroegere versie van Job was dit genaamd Oru, en in de Job van het OT komt de Oru voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van het kruis. Het kruis was in het oer een vrouw met gespreide ellebogen waar de man naartoe moest voor wedergeboorte. Nob, Noph, kwam tot de Oru stam in de wildernis, zoals Job kwam tot de Urya stam in de grondtekst, als een beeld van het komen tot het hongerkruis. Hoofdstuk 36. 1953 – de watersnoodramp Getsemane betekende de olijfpers, maar het had een veel duisterdere betekenis, want de olijf was de kop van de slang, van de fallus, de kop van het ego, die vertreden moest worden in de profetie van

388 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication