de heilige gebondenheid in het eenling principe, wat je ook weer met amen (mn, mnn) kunt vergelijken, het verborgene, en wat nog altijd achter elk christelijk gebed wordt neergezet. De logos staat of valt met de monon, het eenling principe. De natuur werkt door het eenling principe als een absolute noodzaak, als de natuurlijke selectie, want als de natuur de massa zou selecteren dan zou de mens die de massa moet volgen indutten. Alles gaat dan gewoon vanzelf, dus dan zou geoefendheid, Areta, nooit kunnen bestaan. Op het natuurpad is het de eenling tegen de massa. In het boek het leven van Apollonius van Tyana, een pythagoriaanse filosoof, komt ook weer de strijd tussen Areta en Kakia om het jonge leven van Heracles. Kakia is versierd met goud, en is in een paars gewaad, en hevig opgemaakt, haar wangen geverfd en haar haar gevlochten, en met gouden slippers. Ze vertelt hem hoe ze hem wil laten rusten op bloemen, en hoe ze hem wil trekken tot een land van melk en honing met een overvloed die voor het grijpen ligt wanneer hij maar wil. Hij hoefde er niet hard voor te werken en het ook niet te zoeken, want het zou zo allemaal in zijn schoot geworpen worden. Areta daarentegen is een vrouw die hard gewerkt heeft, blootvoets, en die bedekt is met het vuil van de aarde, en ze heeft de eenvoudigste bedekkingen, en zou bijna naakt zijn. Zij is een discipline die wil dat hij op de grond slaapt op het vuil van de aarde, en hij moet naakt zwoegen, en alles verdienen door hard werk, elke zoetheid. Hij mag niet opscheppen, geen ijdelheden najagen en geen hoogmoed nastreven, en hij moet op zijn hoede zijn voor alle dromen en visioenen die hem van de aarde willen weghalen. Als Heracles zich hierin zou oefenen en deze eenvoud niet zou afwijzen dan zou hij daarmee vele monsters hebben onthoofd, en al zijn opgedragen werken hebben voltooid. Kolosse 1 29 Hiervoor span ik mij ook in, onder zware strijd, naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Paulus is hier in de rol van Heracles die voor het pad van Areta heeft gekozen, oftewel het lange, moeilijke pad van de logos, en niet van het hedonisme (kakia). Colosse 4 18 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Gedenkt mijn gevangenschap. De genade zij met u. Gedenk dus de heilige gebondenheid. Kakia beloofde Heracles zoete vrijheid, terwijl Areta Heracles leidde tot bittere gebondenheid. De Griekse dichter Simonides (556-468 BCE) schreef over haar dat zij niet door alle sterfelingen gezien wordt, maar alleen zij die zweten op het harde pad, zij die komen tot de pieken van de mannelijkheid. Ook wordt zij een speervechter genoemd, als een oorlogsgodin. Zij is dichtbij de door het lijden geoefende Jove (Job). Heracles kwam in Boeotia tot de tweesprong, het kruispunt, waar Kakia en Areta hem opwachtten. Buigen in het stof voor Areta, of voor Kakia. Zij die in het midden blijven vallen ook ten prooi aan de hevig opgemaakte en verleidelijke Kakia. Kakia met haar helwitte handen versierd met knalrode nagellak waardoor haar superieure, dunne, vrouwelijke schoonheid extra wordt benadrukt, want dat is wel het schoonheidsideaal van het Westen, en wat altijd per definitie bovenaan hun glamour magazines praalt. Het is Kakia, niet Areta, de brute, woeste natuuramazone, want die is te duister in de ogen van de stad. Kakia is de verwenner, het immer ja-knikkende omaatje van iedereen, sierlijk knotje in haar haar als teken van haar autoriteit. De mannen hebben het niet eens door hoe ze door
167 Online Touch Home